41297 Enqueteren

Page 1

ht

ig

yr

op

C

.

.v

Enquêteren

fb

tie

u’ Ac

Ed

Training


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Floortje Vissers Titel: Enquêteren ISBN: 978 90 3724 129 7 Edu’Actief b.v. 2016

tie

©

u’ Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze training

9

Enquête voorbereiden

20

Enquête afnemen

fb

Kennis van enquêteren

.v

.

7

33

Verwerken van de resultaten

39

Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

47 53

u’ Ac

Theoriebron De eerste stappen van de enquête

tie

Oriëntatie

4

57

C

op

yr

ig

ht

Ed

Theoriebron Van gegevens tot actie

3


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

u’ Ac

tie

fb

.v

In deze training leer je hoe je in de SCW-praktijk een onderzoek kunt uitvoeren middels een enquête. Hoe je een enquête kunt maken, kunt afnemen en hoe je de gegevens uit de ingevulde enquêtes kunt verwerken. Je leert over de valkuilen bij het enquêteren en over het evalueren en presenteren van de resultaten.

Ed

Een enquête als middel om te onderzoeken welke activiteiten ouderen leuk vinden.

Leerdoelen

Je hebt kennis van enquêteren. Je kunt een enquête voorbereiden. Je kunt een enquête op professionele wijze afnemen. Je kunt de uitkomsten van een enquête verwerken, analyseren en conclusies trekken. Je kunt de resultaten presenteren en evalueren.

yr

ig

ht

• • • • •

op

Beoordeling

C

Beoordelingsformulier <

4

Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling: • Je doet actief mee aan de lessen. • Je hebt een evenredige bijdrage geleverd aan de uitvoering van de groepsopdrachten. • Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd. • Je mondelinge taalgebruik was net en correct. • Je past communicatieve vaardigheden en theoretische kennis toe bij de demonstratie.


Over deze training

Planning Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerst de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Wat lever je op: • het enquêteverslag (enquête als bijlage) • de presentatie

Casus

Theoriebron Van gegevens tot actie <

Ed

Je maakt een enquête voor het wijkcentrum Havenbuurt. In deze volkswijk komt een wijkcentrum. Dit wijkcentrum is in aanbouw. Over zes maanden is het gereed. Nu wil de gemeente dat je een enquête uitvoert onder de wijkbewoners om te inventariseren wat zij graag zouden willen qua activiteiten. De enquête moet gehouden worden onder een representatieve doelgroep. Het gaat er bijvoorbeeld om dat er een wekelijks terugkerend activiteitenprogramma komt voor het wijkcentrum (zie werkmodel ‘Voorbeeld enquête’).

Voorbereiding

ht

Werkmodel Voorbeeld enquête <

tie

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

In deze demonstratie laat je zien dat je een enquête kunt opstellen en uitvoeren. Je doorloopt alle stappen van het Werkmodel Onderzoeksprotocol. Maak ook gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête en de Theoriebron Van gegevens tot actie.

u’ Ac

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

fb

Demonstratie: Enquête voor een SCW-organisatie

.v

.

Planningsformulier <

Bepaal samen met een medestudent voor welke doelgroep je een enquête opstelt. Bekijk het Werkmodel Onderzoeksprotocol, jullie gaan alle stappen uitvoeren. Je schrijft een introductie voor de enquête waarin je aangeeft wat het doel van de enquête is en dat het belangrijk is dat mensen eraan meewerken (deze introductie schrijf je boven het enquêteformulier). De enquête neem je af bij minimaal vijftien personen (representatieve doelgroep). Met je docent overleg je over bij wie je de enquête afneemt.

ig

• • •

C

op

yr

Uitvoering •

Werk stap 1 tot en met stap 8 uit van het Werkmodel Onderzoeksprotocol.

Processtappen • Maak een taakverdeling. • Stel de beginsituatie vast. • Stel het doel vast. • Stel de probleemstelling vast. • Stel de hoofdvraag vast. • Bedenk hoe je je gaat oriënteren op dit onderwerp. • Bedenk hoe je informatie gaat verzamelen. • Stel minimaal drie en maximaal vijf deelvragen op, op basis van de hoofdvraag.

5


Over deze training

Stel minimaal 15 en maximaal 24 enquêtevragen op, op basis van de deelvragen. Maak een planning voor de uitvoering. Voer de enquête uit. Verwerk de gegevens (ordenen, analyseren en conclusies trekken). Neem vijf product- en vijf procesevaluatievragen op in het onderzoeksverslag. Maak een Prezi over het onderzoek en presenteer deze aan je collega's.

.

• • • • • •

Ed

u’ Ac

tie

fb

.v

Producteisen • De student heeft een enquête uitgevoerd met daarin minimaal 15 en maximaal 25 vragen, zowel kwalitatieve als kwantitatieve vragen. • In het enquêteverslag staat de beginsituatie beschreven. • In het enquêteverslag staat het doel beschreven. • In het enquêteverslag staat de probleemstelling beschreven. • In het enquêteverslag is de hoofdvraag beschreven. • In het enquêteverslag staat het plan van aanpak beschreven (oriëntatie - ontwerp - drie tot vijf deelvragen en planning). • De opgestelde enquêtevragen zijn voortgekomen uit de deelvragen en worden opgenomen in het enquêteverslag. • Het plan van aanpak is uitgewerkt en opgenomen in het enquêteverslag. • De resultaten van de enquête zijn geordend en geanalyseerd middels een grafiek of een tabel en opgenomen in het enquêteverslag. • In het enquêteverslag zijn de conclusies van de enquête beschreven. • In het enquêteverslag staan minstens twee aanbevelingen beschreven. • In het enquêteverslag zijn vier proces- en vier productevaluatievragen beschreven. • De enquête (met introductie) is opgenomen als bijlage van het enquêteverslag. • Het enquêteverslag is minimaal vier en maximaal zes pagina's (exclusief voorblad) Calibri 11, regelafstand 0. • De resultaten van de enquête en de aanbevelingen zijn opgenomen in de Prezi. • De Prezi wordt gepresenteerd en aan het einde wordt ingegaan op de evaluatie. • De Prezi oogt aantrekkelijk en duurt maximaal vijftien minuten.

C

op

yr

ig

ht

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Oefening 1

Geld verdienen met enquêtes invullen

.v

.

Sommige onderzoeksbureaus betalen je om enquêtes in te vullen voor ze. Geef antwoord op de vragen.

fb

a. Welke onderzoeksbureaus ken jij waar je niet wordt betaald?

u’ Ac

tie

b. Waarom zouden mensen kiezen om enquêtes in te vullen waar ze niet voor worden betaald?

c. Waarom betalen sommige onderzoeksbureaus voor het invullen van enquêtes?

Ed

d. Welke onderzoeksbureaus ken jij waar je wordt betaald?

Situaties bedenken

ig

Oefening 2

ht

e. Zou jij enquêtes willen invullen voor een onderzoeksbureau? Waarom wel of waarom niet?

Na vijf minuten worden de blaadjes verzameld en op het bord geplakt. Onder leiding van de docent of een aangewezen student die als gespreksleider optreedt, vindt er een klassengesprek plaats. In dit gesprek behandelen jullie in ieder geval de volgende vragen: • Zijn er veel dezelfde situaties opgeschreven of juist verschillende situaties? • Zijn er categorieën aan te brengen in de beschreven situaties? • Welke situaties lijken jullie het meest moeilijk? En waarom? • Hoe zou je moeilijke situaties aanpakken?

C

op

yr

Jullie gaan situaties bedenken in de praktijk van een SCW'er waarin je een enquête kunt afnemen. In groepjes van vier studenten schrijven jullie op één A4-papier zo veel mogelijk situaties.

7


Oriëntatie

Oefening 3

Deelnemers informeren

.v

.

a. Wanneer je een enquête hebt uitgevoerd, de resultaten zijn geanalyseerd en de conclusies zijn getrokken is het van belang dat je je collega's op de hoogte brengt van de uitkomsten. Hoe zou jij dit doen?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u’ Ac

tie

fb

b. Naast je collega's moeten ook de deelnemers op de hoogte worden gebracht van de uitkomsten. Hoe zou jij dit doen?

8


Kennis van enquêteren

Kennis van enquêteren

.

Inleiding

fb

.v

Als aankomend sociaal-cultureel werker sta je met beide benen midden in de maatschappij. Je komt dan met veel verschillende mensen in contact. De mensen zullen alleen niet altijd heel concreet benoemen wat ze graag willen of wat het probleem is. Daarvoor zul je zo nodig onderzoek moeten doen. Een enquête is een methode om onderzoek te doen.

Leerdoelen

tie

Je kunt de betekenis en het belang van het begrip enquête uitleggen. Je kunt uitleggen welke aspecten belangrijk zijn bij de uitvoering van een onderzoek. Je kunt de acht stappen uit het onderzoeksprotocol benoemen en uitleggen. Je kunt het verschil tussen kwantitatieve en kwalitatieve vragen uitleggen. Je kunt valkuilen benoemen bij het maken van een enquête.

Ed

u’ Ac

• • • • •

Betekenis begrip enquête

ig

Oefening 1

ht

Een enquête is een methode om gegevens te verzamelen.

b. Zoek nu een definitie op het internet van het begrip enquête die je niet goed vindt en leg uit waarom. Vermeld ook de bron. Welke definitie heb je gevonden?

C

op

yr

a. Zoek op internet een definitie van het begrip enquête die je goed vindt en leg uit waarom. Vermeld ook de bron. Welke definitie heb je gevonden?

9


Kennis van enquêteren

Oefening 2

Je gaat een mindmap maken met behulp van Coggle over alle woorden die bij je opkomen bij het begrip enquête. Maak de mindmap. Na vijf minuten print je de mindmap uit en bespreek je deze met een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen jullie mindmaps? Leg je antwoord uit.

Oefening 3

fb

.v

.

Website Coggle <

Mindmap enquête

Waarom een enquête?

tie

a. Waarom zou je een enquête inzetten? Jullie kiezen in tweetallen een beroep dat jullie aanspreekt dat je als afgestudeerd SCW'er kan gaan uitvoeren. Welk beroep spreekt jullie aan?

Ed

u’ Ac

b. Bedenk drie situaties in dit beroep waarin je een enquête zou willen uitvoeren. Welke situaties hebben jullie bedacht?

c. Bespreek de situaties met een ander tweetal. Welk beroep hebben zij gekozen?

yr

ig

ht

d. Welke drie situaties hebben zij bedacht?

C

op

e. Zijn er overeenkomsten tussen jullie situaties? Of juist verschillen? Leg je antwoord uit.

10

f. Waarom wordt er gekozen voor een enquête?


Kennis van enquêteren

Je kiest voor een enquête uit te voeren om iets te onderzoeken: je wilt iets te weten komen. Allereerst wil je weten met welke doelgroep je te maken hebt. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête. a. Wat houdt een doelgroepanalyse in?

tie

b. Geef drie manieren om een doelgroep af te bakenen.

fb

.v

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Iets te weten willen komen

.

Oefening 4

u’ Ac

c. Noem vier voorbeelden van een afbakening van een doelgroep.

d. Welke aspecten zijn belangrijk om de grootte van de doelgroep te bepalen?

Oefening 5

Kwalitatief en kwantitatief

ht

Ed

a. Er is een verschil tussen kwalitatieve en kwantitatieve vragen. Zoek op internet een definitie van het begrip kwaliteit die je goed vindt en leg uit waarom. Vermeld ook de bron. Welke definitie heb je gevonden?

ig

b. Zoek op internet een definitie van het begrip kwantiteit die je goed vindt en leg uit waarom. Vermeld ook de bron. Welke definitie heb je gevonden?

C

op

yr

c. Leg het verschil in je eigen woorden uit.

d. Bedenk een kwalitatieve vraag.

e. Bedenk een kwantitatieve vraag.

11


Kennis van enquêteren

Filmpje Hangjongeren <

.

Kennis van je doelgroep, kennis van vragen stellen, empathisch vermogen en aansluiting vinden. Dit heb je allemaal nodig om een onderzoek te kunnen beginnen. Bekijk het filmpje Hangjongeren waarin iemand twee hangjongeren interviewt. Een mooi voorbeeld met vooral suggestieve vragen en ongevraagde adviezen. Een interview dat echter niet voldoet aan de eisen aan een verantwoord onderzoek. Geef antwoord op de vragen en maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête. a. Welke aspecten zijn juist belangrijk bij de uitvoering van een onderzoek?

.v

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Eigen schuld

fb

Oefening 6

tie

b. Welke aspecten zie je terug in het filmfragment?

u’ Ac

c. In plaats van een interview kun je ook een enquête houden. Hoe zou je de enquête inleiden voor de jongens?

Ed

d. Wat zou je naar voren laten komen zodat de jongens gemotiveerd zijn om mee te werken en hen de vragenlijst eerlijk te laten invullen?

ig

ht

e. Welke drie kwalitatieve vragen (vragen naar de mening) zou je willen stellen aan de jongens?

C

op

yr

f. Welke kwantitatieve vraag (vraag over aantallen, cijfers) zou je willen stellen aan de jongens?

g. Met welke vraag krijgt de interviewer een duidelijk beeld van de reden voor het ‘hangen op straat’?

h. Geef positieve feedback op de interviewer. Let daarbij op houding, de aansluiting bij de jongens en het vragen stellen.

12


Kennis van enquêteren

i.

. .v

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Wat hoort bij wat?

De begrippen doelen, probleemstellingen en hoofdvragen worden nogal eens door elkaar gebruikt. Geef van onderstaand voorbeeld aan of er sprake is van een doel, een probleemstelling of een hoofdvraag. Vervolgens bedenk je zelf voorbeelden.

fb

Oefening 7

Welke tip zou je de interviewer nog willen meegeven?

tie

a. Wat zijn de risico's op overlast in woonwijk De Krekel in Amsterdam volgens de buurtbewoners?

u’ Ac

b. De buurtbewoners van wijk Kralingendam zijn ongemotiveerd om deel te nemen aan het jaarlijkse evenement na het mislukte evenement van afgelopen jaar. Dit terwijl de spanningen oplopen in de wijk en er behoefte is om de bewoners meer met elkaar in contact te brengen.

c. Dit jaar wil ik twee activiteiten voor tienermoeders organiseren in buurtcentrum De Reizer.

Ed

d. Bedenk een doel voor een enquête.

ht

e. Bedenk een probleemstelling voor dezelfde enquête.

yr

ig

f. Bedenk een hoofdvraag voor dezelfde enquête.

Oefening 8

C

op

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Kwaliteit van enquête Even een onderzoekje doen of eventjes een enquête afnemen. Nee, dat gaat niet lukken. Om goede resultaten te behalen die je kunt gebruiken in de praktijk zal een kwalitatief goed onderzoek gedaan moeten worden. En er zullen verschillende stappen van het onderzoeksprotocol doorlopen moeten worden. a. Noem de acht stappen van het onderzoeksprotocol.

13


Kennis van enquêteren

.v

.

b. Welke vier aspecten zijn belangrijk wanneer je een enquête afneemt?

Theoriebron Van gegevens tot actie <

Analyseren

Na het onderzoek moet je de gegevens verzamelen en analyseren. Vervolgens kun je daaruit conclusies trekken. Dit alles leg je netjes vast in een verslag. Maak gebruik van de Theoriebron Van gegevens tot actie.

u’ Ac

Oefening 9

tie

fb

c. Wanneer spreek je over een representatieve doelgroep?

a. Wat houdt het analyseren van de gegevens in? Omschrijf in je eigen woorden wat jij daaronder verstaat.

Ed

b. Noem een voorbeeld van een valkuil bij het trekken van conclusies.

ig

ht

c. Een onderzoek vereist voorwaarden. Bij de verslaglegging moet dat zichtbaar zijn. Welke voorwaarden zijn dat?

yr

d. Hoe bouw je een verslag op?

C

op

e. Bespreek je antwoorden met een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jullie antwoorden?

14


Kennis van enquêteren

.

Bekijk de website en lees het stuk Moszuito & Mozzy, het gaat hier over twee apparaatjes die gebruikt kunnen worden om hangjongeren weg te houden van de locatie.

a. Neem een groot vel papier (ongeveer A3-formaat), zet in het midden een grote cirkel en verdeel de rest in vier vakken. Welke vraag komt als eerst in je op vanuit je functie als SCW'er? Zet deze vraag in het midden van de cirkel. Welke vraag heb je bedacht?

tie

Website Mosquito & Mozzy <

Als toekomstige SCW'er kom je nog wel eens in schijnbaar negatieve situaties terecht. Het is de uitdaging om die negatieve spiraal om te zetten in iets positiefs. Zo zijn er oplossingen die het probleem verplaatsen in plaats van oplossen.

.v

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Oplossing?

fb

Oefening 10

u’ Ac

b. Het gaat hier over een overlastbeperkende maatregel. Bespreek kort in het groepje hoe je aankijkt tegen deze methode. Welke argumentatie wordt gebruikt?

c. Hoe kijken de jongeren naar deze methode? Wat vinden zij ervan?

ht

Ed

d. Ieder stelt individueel drie kwantitatieve enquêtevragen op om achter hun mening te kunnen komen. Deze schrijf je in jouw vak op. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête. Welke vragen heb jij bedacht?

f. Welke rol kan een SCW'er in deze situatie hebben?

C

op

yr

ig

e. Bespreek de vragen die door iedereen zijn opgesteld. Kies de vier beste vragen uit en schrijf deze vragen op. Welke vier vragen hebben jullie uitgekozen?

15


Kennis van enquêteren

Bij het maken van een enquête worden er vaak dezelfde fouten gemaakt, het zijn als het ware valkuilen. Geef van onderstaande situaties aan wat er fout is en verbeter de situatie. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête. Situatie 1 Enquêtevraag Bent u bereid te verhuizen voor een betere baan?

.

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Valkuilen

.v

Oefening 11

fb

a. Wat is de valkuil in deze vraag?

tie

b. Verbeter deze vraag.

Erg tevreden

u’ Ac

Situatie 2 Schaalvragen in dezelfde enquête Hoe tevreden ben jij met de hoeveelheid activiteiten die het buurtcentrum aanbiedt in een maand? Beetje tevreden 0

0

Ed

0

Neutraal

Beetje ontevreden

Erg ontevreden

0

0

Hoe tevreden ben jij met de activiteitenbegeleiders van het buurtcentrum? Erg ontevreden

Neutraal

0

0

ht

0

Beetje ontevreden

ig

c. Waarom zijn deze schalen fout?

C

op

yr

d. Waarom zouden enquêtemakers deze fout maken?

16

e. Hoe zou je deze schalen verbeteren?

Beetje tevreden 0

Erg tevreden 0


Kennis van enquêteren

tie

fb

.v

.

Situatie 3 Enquête per mail verzenden Bekijk onderstaande email.

u’ Ac

f. Wat is fout in deze e-mail?

Ed

g. Welke tips zou je M. Pieterse van Onderzoeksbureau Het Opiniestuk willen geven?

ht

Situatie 4 Enquêteverslag De enquête met betrekking tot de tevredenheid van de studenten SCW over het onderwijs is uitgevoerd en de gegevens zijn geanalyseerd. De conclusie is dat de studenten redelijk tevreden met het huidige onderwijs zijn, gemiddeld geven zij een 6,8. Het bestuur en het docententeam zijn geïnformeerd over de resultaten.

ig

h. Het bestuur en het docententeam zijn geïnformeerd over de resultaten. Wie zouden er nog meer geïnformeerd moeten worden?

Hoe zou je dit zelf aanpakken?

C

op

yr

i.

Situatie 5 Analyse Stel, je wilt een enquête uitvoeren waarbij je de leeftijd van de deelnemers wilt meenemen in je analyse. Bekijk het voorbeeld. Leest u de krant? Nee

Soms

Ja

0

0

0

17


Kennis van enquêteren

Leest u de Volkskrant? Soms

Ja

0

0

0

Nee

Soms

Ja

0

0

0

fb

Leest u de Telegraaf?

Soms

0

0

Nee 0 Wat is uw geboortejaar? ...

Ja 0

Soms

Ja

0

0

Wat is er fout aan deze vragen?

Ed

j.

u’ Ac

Bent u geïnteresseerd in het nieuws?

tie

Leest u het nieuws op een internetsite? Nee

.v

.

Nee

Foute enquête

ig

Oefening 12

ht

k. Hoe zou je dit verbeteren?

Bekijk de site Een voorbeeldenquête met veel fouten. Wat is er fout aan deze enquête? Geef per enquêtevraag aan of er iets fout is en zo ja, wat er fout is. Verbeter vervolgens de vraag. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

op

yr

Website Een voorbeeldenquête met veel fouten <

b. Enquêtevraag 2:

C

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

a. Enquêtevraag 1:

c. Enquêtevraag 3:

18


Kennis van enquêteren

d. Enquêtevraag 4:

.v

.

e. Enquêtevraag 5:

tie

fb

f. Enquêtevraag 6:

h. Enquêtevraag 8:

Enquêtevraag 9:

j.

Enquêtevraag 10:

ht

Ed

i.

u’ Ac

g. Enquêtevraag 7:

C

op

yr

ig

k. Vergelijk je antwoorden met een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jullie antwoorden? Leg je antwoord uit.

19


Enquête voorbereiden

Enquête voorbereiden

.

Inleiding

fb

.v

Een enquête uitvoeren, is onderzoek doen. Dit doe je stapsgewijs. Je stelt de beginsituatie vast, formuleert een doel, een probleemstelling en vervolgens een hoofdvraag voor je onderzoek. Op basis van deze hoofdvraag formuleer je deelvragen, dit zijn de richtlijnen voor je enquêtevragen. Vervolgens maak je een plan van aanpak. Wanneer je dit plan beschreven hebt, werk je het plan uit!

u’ Ac

Je kunt de beginsituatie vaststellen. Je kunt het doel van de enquête formuleren. Je kunt de probleemstelling van de enquête vaststellen. Je kunt de hoofdvraag voor de enquête vaststellen. Je kunt een ontwerp maken over hoe je informatie gaat verzamelen. Je kunt deelvragen opstellen. Je kunt gesloten en open enquêtevragen opstellen. Je kunt een planning maken voor de uitvoering van de enquête.

ht

Ed

• • • • • • • •

tie

Leerdoelen

Een heel proces voordat de enquêtevragen zijn vastgesteld.

Je wilt het aanbod dat je hebt, afstemmen op de vraag van de deelnemers. Je moet er dus eerst achter komen wat de vraag is.

yr

Werkmodel Rollenspel <

Hoe begin je?

ig

Oefening 1

Casus

C

op

Werkmodel Observatieformulier <

In een wijkcentrum moet iedereen kunnen binnenlopen. Er komt een man van niet-Nederlandse afkomst met twee kinderen binnenlopen. Je schat de leeftijd van die kinderen op 8 en 10 jaar. Je maakt een praatje, maar al gauw blijkt dat de communicatie niet makkelijk verloopt in het Nederlands …

Voorbereiding • Lees de casus

20


Enquête voorbereiden

Verdeel de rollen van SCW'er, man en observator. Verplaats je in de rol met behulp van het Werkmodel Rollenspel. De observator observeert het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier.

.v

• •

.

a. Jij bent binnen het wijkcentrum verantwoordelijk voor het activiteitenaanbod. Hoe zou je de doelgroep beschrijven (zie casus)?

fb

Uitvoering

Speel deze situatie uit. De observator luistert goed naar de vragen en de reactie die daarop volgt. Hij vult het Werkmodel Observatieformulier in.

Controle

Ed

• •

u’ Ac

c. Wat is hierbij de moeilijkheid?

tie

b. Je wilt een passend activiteitenaanbod aanbieden. Welke vragen zou je kunnen stellen aan de man en/of de kinderen?

ht

d. Hoe zou je goed kunnen inspelen op zo’n situatie?

yr

ig

e. Welke vragen werden gesteld en welke reactie kwam daarop?

C

op

Reflectie f. Onverwachte situaties kunnen lastig zijn. Bespreek de situatie en bedenk wat je eerste actie zou kunnen zijn.

g. Bespreek de gestelde vragen. Vind je dat er goede vragen zijn gesteld of zou je het een volgende keer anders doen/anders willen zien? Leg je antwoord uit.

21


Enquête voorbereiden

Voorbereiding • Je begeleidt asielzoekers tijdens hun verblijf in het asielzoekerscentrum. • Samen met je team gaan jullie een workshopdag organiseren voor de asielzoekers. Dat houdt in dat jullie ongeveer zes verschillende workshops willen aanbieden. De asielzoekers mogen aangeven welke workshops zij graag willen volgen. • De workshops houden wel verband met Nederland (bijvoorbeeld met ons weer, onze gewoonten en onze taal). • Niet iedereen spreekt goed Nederlands en er zijn in het asielzoekerscentrum ongeveer 25 nationaliteiten met zestien verschillende talen. • Je kunt voor deze oefening onder andere de website Vertalen.nu gebruiken.

fb

tie

Website Vertalen.nu <

Nederland heeft een multiculturele samenleving. Er wonen mensen in Nederland die het Nederlands niet heel goed spreken. Hier moet je de enquête dus ook op afstemmen. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

.v

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Omgevingsfactoren

.

Oefening 2

Uitvoering

u’ Ac

a. Bespreek met elkaar met welke factoren je rekening moet houden. Met welke factoren moet je rekening houden?

Ed

b. Hoe zou je het taalprobleem kunnen oplossen?

c. Stel een korte enquête in Word op om erachter te komen wat asielzoekers graag te weten willen komen over Nederland (ongeveer tien vragen).

ht

Controle

ig

d. Heb je alsnog rekening gehouden met de taalverschillen? Leg je antwoord uit.

C

op

yr

e. Voor welke vraagvorm heb je gekozen en waarom? Leg je antwoord uit.

22

f. Hebben jullie gebruikgemaakt van visuele ondersteuning, bijvoorbeeld door foto’s of pictogrammen te gebruiken? Leg je antwoord uit.


Enquête voorbereiden

Reflectie

Filmpje Mensen van de Zorg: Anoniem <

Een enquête wordt niet voor niks opgesteld, je wilt iets te weten komen. In deze oefening ga je aan de slag met het vaststellen van de beginsituatie, het formuleren van een doel en de probleemstelling en de hoofdvraag. Na afloop presenteren jullie de bevindingen aan een ander tweetal.

fb

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Beginsituatie

tie

Oefening 3

.v

.

g. Bespreek met elkaar of een enquête een handig middel voor zo’n situatie is. Wat vind jij? Leg je antwoord uit.

Voorbereiding • Bekijk het filmpje Mensen van de Zorg: Anoniem. Het filmpje gaat over een mevrouw die geen thuishulp meer krijgt maar die wel nodig heeft.

Bekijk het Werkmodel Onderzoeksprotocol.

Uitvoering

Ed

u’ Ac

a. Zoek zelf nog twee filmpjes van mensen die hun thuishulp kwijtraken maar die wel nodig hebben. Welke filmpjes heb je gevonden?

ht

b. Werk de eerste stap van het onderzoeksprotocol uit. Hoe hebben jullie de beginsituatie vastgesteld?

yr

ig

c. Werk stap twee uit van het onderzoeksprotocol. Wat is het doel van jullie enquête?

C

op

d. Werk stap drie uit van het onderzoeksprotocol. Wat is de probleemstelling voor jullie enquête?

e. Werk stap vier uit van het onderzoeksprotocol. Wat is de hoofdvraag voor jullie enquête?

Presenteer jullie bevindingen aan een ander tweetal en geef elkaar feedback.

23


Enquête voorbereiden

Controle f. Is het gelukt om een helder doel, probleemstelling en hoofdvraag te formuleren?

.v

.

Reflectie

fb

g. Zijn jullie bevindingen hetzelfde of juist anders dan van het andere tweetal? Hoe komt dat denk je?

Voorbereiding • Lees het artikel Roemer roept op tot respectvolle discussie euthanasie na ophef. • Sommige politici zijn van mening dat de discussie over euthanasie vooral betrekking heeft op het ouderenbeleid, dat ouderen er de dupe van gaan worden. • Het doel van jullie enquête is achterhalen hoe de bevolking denkt over de euthanasiewetgeving. • Lees meer over de euthanasiewetgeving op de site van de NVVE: De euthanasiewet. • De probleemstelling is: er moet achterhaald worden hoe de bevolking denkt over de euthanasiewetgeving voordat er veranderingen worden doorgevoerd.

ig

Website NVVE De euthanasiewet <

u’ Ac

Artikel Roemer roept op tot respectvolle discussie euthanasie na ophef <

Wanneer je een enquête opstelt, bedenk je niet lukraak vragen. Deze vragen gaan over het doel dat je hebt opgesteld, over wat je wilt bereiken. Op basis van het doel stel je een probleemstelling op en daar komt een hoofdvraag uit. Deze hoofdvraag ga je opsplitsen in deelvragen en dit zijn de vragen die je opneemt in de enquête. In deze oefening ga je individueel een enquête maken over hetzelfde onderwerp, met hetzelfde doel en dezelfde probleemstelling. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

Ed

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Hoofd-, deel- en enquêtevragen

ht

Oefening 4

tie

h. Welke feedback hebben jullie gekregen? Wat vond je daarvan? Leg je antwoord uit.

Uitvoering

C

op

yr

a. Bedenk individueel de hoofdvraag van jouw enquête. Welke hoofdvraag heb jij bedacht?

24

b. Bedenk vier deelvragen die antwoord geven op jouw hoofdvraag. Welke deelvragen heb jij bedacht?


Enquête voorbereiden

tie

fb

.v

.

c. Bedenk hoe je deze deelvragen formuleert als enquêtevragen. Je mag ook meerdere enquêtevragen over een deelvraag formuleren.

Controle

u’ Ac

d. Vergelijk je antwoorden met een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jullie antwoorden? Leg je antwoord uit.

Reflectie

Ed

e. Is het gelukt om deelvragen uit de hoofdvraag te formuleren? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.

ig

ht

f. Hoe komt het dat je deelvragen verschillen of juist overeenkomen met je medestudent, denk je? Leg je antwoord uit.

Oefening 5

In het onderzoeksprotocol is het maken van het plan van aanpak stap vier. Deze stap begint met het oriënteren op de situatie. Het inwinnen van informatie. In deze oefening ga je aan de slag met het verzamelen van informatie. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

yr

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Informatie verzamelen

C

op

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Voorbereiding • Er zijn verschillende buurtbewoners bij jou gekomen met een klacht over overlast van hangjongeren. Zij willen dat de jongeren ergens anders gaan ‘hangen’. Jij gaat inventariseren hoeveel overlast de buurtbewoners ervaren. • Bekijk het Werkmodel Onderzoeksprotocol. a. Hoe kijk jij zelf naar de doelgroep hangjongeren?

25


Enquête voorbereiden

.v

Uitvoering • Welke vragen stel je aan de hangjongeren? Bedenk minstens acht vragen: twee kwalitatieve vragen en zes kwantitatieve vragen.

.

b. Hoe ga je de eerste contacten leggen?

Ed

u’ Ac

d. Welke kwantitatieve vragen heb je bedacht?

tie

fb

c. Welke kwalitatieve vragen heb je bedacht?

ht

e. Welk doel wil je bereiken met je vragen?

ig

Controle

yr

f. Vat de situatie samen. Geef daarbij de beginsituatie en het doel aan.

C

op

Reflectie g. Bespreek je antwoorden met een medestudent. Is het doel haalbaar? Leg je antwoord uit.

h. Geven de gestelde doelen voldoende inzicht om de situatie te kunnen veranderen? Leg je antwoord uit.

26


Enquête voorbereiden

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

.

De meeste jongeren willen ergens bij horen. Toch is het ook goed om de jongeren nu al te laten nadenken over het maken van eigen keuzes. Door vragen te stellen en in gesprek te gaan, kunnen ze nadenken over hun keuzes. Dat kan van invloed zijn op hun verdere levensloop. Succesverhalen van personen die al op jonge leeftijd keuzes maken, kun je als SCW'er gebruiken om andere jongeren te laten nadenken over het maken van keuzes. In deze oefening ga je enquêtevragen bedenken. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

.v

Filmpje Santé Pour Tous in Al Hoceima <

Anders dan anderen

fb

Oefening 6

Voorbereiding

u’ Ac

tie

a. Bekijk het filmpje Santé Pour Tous in Al Hoceima. Dit fragment gaat over de Marokkaanse jongeman die ervoor gekozen heeft zijn eigen koers te varen. Hoe zou je zijn verhaal kunnen gebruiken als voorbeeld voor anderen?

b. Wat is opvallend in zijn levensverhaal?

Ed

c. Wat is belangrijk geweest in zijn leven?

ig

ht

Niet iedereen is even goed in staat om eigen keuzes te maken. Je gaat namelijk werken met een groep jongeren van gemiddeld 15 jaar (jongens en meiden, zowel allochtoon als autochtoon) die kiezen aan de hand van de mening van de groep. Wat vindt de groep bijvoorbeeld van een opleiding? Ze kijken individueel nauwelijks naar hun eigen talenten en mogelijkheden. Daarom wil je deze jongeren laten nadenken over eigen keuzes en toekomst.

yr

Uitvoering • Deze groep jongeren is uitgenodigd om deel te nemen aan een enquête over keuzes maken.

C

op

d. Bedenk met elkaar minimaal zes kwalitatieve (open) vragen. Daarmee wil je erachter komen hoe en waarom ze keuzes maken voor een (vervolg)opleiding. Welke vragen hebben jullie bedacht?

27


Enquête voorbereiden

Controle

.v

.

e. Welke problemen of situaties heeft de man in het filmpje kunnen omzetten in iets positiefs?

fb

f. Bespreek vervolgens de geformuleerde vragen. Zijn de vragen zodanig gesteld dat de jongeren eerlijk antwoord zullen geven?

tie

g. Hoe kun je jongeren laten inzien dat ze hun eigen keuzes moeten maken?

u’ Ac

Reflectie

h. Bespreek met elkaar het verhaal van de Marokkaanse man. Wat betekent dit verhaal voor jou als aankomend sociaal-cultureel werker?

In deze oefening ga je zowel open als gesloten vragen stellen in een enquête. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête. Voorbereiding • Leef je in: Geld speelt geen rol. Jullie krijgen de kans om de dromen van iemand anders te laten uitkomen. Door een enquête moeten jullie erachter komen wat iemands werkelijke, échte droom is. Daarbij moeten jullie samenwerken met twee andere teams van vier personen.

C

op

yr

ig

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Geld speelt geen rol

ht

Oefening 7

Wat vond je het lastigst bij het opstellen van de vragen? Leg je antwoord uit.

Ed

i.

28

Uitvoering • Per team van vier personen stellen jullie een enquête op van tien vragen: drie open vragen en zeven gesloten vragen (kwalitatief en kwantitatief). De enquête gaat over ‘de droom van je leven’. a. Welke drie open vragen hebben jullie bedacht?


Enquête voorbereiden

De enquête wordt afgenomen bij de twee andere teams. Zij geven de antwoorden. Jullie team vult dus ook twee enquêtes in van de andere teams.

u’ Ac

tie

fb

.v

.

b. Welke zeven gesloten vragen hebben jullie bedacht?

Controle

Reflectie

Ed

c. Vergelijk de vragen van de verschillende teams met elkaar. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

Maatschappelijk belang

ig

Oefening 8

ht

d. Bespreek met de drie teams (of klassikaal) welke vragen het meest verrassend en meest zinvol waren.

Per 1 januari 2015 valt de hulp aan kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking onder de Jeugdwet. De gemeente regelt de uitvoering hiervan. Jullie gaan een enquête maken voor de ouders/begeleiders van kinderen of jeugdigen met een licht verstandelijke beperking over de uitvoering van deze Jeugdwet.

yr

Website Ontwikkelingen <

C

op

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Voorbereiding • Lees op de site van het Nederlands Jeugdinstituut Ontwikkelingen voor licht verstandelijk beperkte jeugd. • Bekijk het Werkmodel Onderzoeksprotocol. Uitvoering a. Formuleer de beginsituatie

29


Enquête voorbereiden

b. Formuleer het doel van de enquête.

.v

.

c. Formuleer de probleemstelling van de enquête.

tie

fb

d. Formuleer de hoofdvraag van de enquête.

u’ Ac

e. Formuleer twee deelvragen op basis van de hoofdvraag.

Ed

f. Formuleer vier open enquêtevragen.

C

op

yr

ig

ht

g. Formuleer zes gesloten enquêtevragen.

Verwerk de vragen in Word.

Controle h. Laat je enquête lezen aan een ander tweetal. Wat denken zij dat het doel is van de enquête?

30


j.

Wat denken zij dat de hoofdvraag is van de enquête?

tie

k. Wat denken zij dat de deelvragen zijn van de enquête?

Reflectie

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Problemen in de maatschappij

Ed

Oefening 9

Heeft het andere tweetal het doel, de probleemstelling en de hoofdvraag juist geraden? Waarom wel of waarom niet denk je? Leg je antwoord uit.

u’ Ac

l.

.v

Wat denken zij dat de probleemstelling is van de enquête?

fb

i.

.

Enquête voorbereiden

Het werkveld van een sociaal-cultureel werker is breed. De media berichten geregeld over problemen met of zorgen over doelgroepen van de SCW. Voorbereiding

ig

ht

a. Zoek in de media (krant, radio, tv, internet) drie berichten over problemen in de maatschappij uit het werkveld. Welke berichten heb je gevonden?

C

op

yr

Uitvoering • Leg de gevonden informatie naast elkaar en bespreek met elkaar welke informatie eigenlijk al bekend was en welke informatie nieuw voor je is. • Kies één probleem. Gebruik de informatie die je hebt om de eerste vijf stappen van het Werkmodel Onderzoeksprotocol in te vullen. Je verwerkt dit in een verslag in Word. 1. 2. 3. 4.

Wat is de beginsituatie? Wat is het doel van je onderzoek? Wat is de probleemstelling van het onderzoek? Wat is de hoofdvraag van het onderzoek?

• • • •

Hoe ga je je oriënteren op het probleem? Hoe ga je informatie verzamelen? Welke deelvragen heb je bedacht? Hoe ziet je planning eruit?

31


EnquĂŞte voorbereiden

Print het verslag uit en wissel je verslag met een ander tweetal. Jullie geven elkaar feedback. Controle

.v

.

b. Zijn de doelen realistisch en haalbaar?

fb

c. Had je voldoende informatie om de beginsituatie te schetsen?

tie

d. Welke informatie ontbreekt en hoe zou je aan die informatie kunnen komen?

u’ Ac

Reflectie

C

op

yr

ig

ht

Ed

e. Bespreek de bevindingen met elkaar. Welke feedback hebben jullie ontvangen?

32


Enquête afnemen

Enquête afnemen

.

Inleiding

fb

.v

Een enquête kun je op verschillende manieren afnemen: schriftelijk of mondeling, face-to-face maar ook telefonisch. Veel mensen denken bij een enquête aan een schriftelijke vragenlijst. Zeker bij een face-to-face- of telefonische afname van een enquête speelt de enquêteur een belangrijke rol. Bij gevoelige onderwerpen moet hij de deelnemer op zijn gemak stellen. Maar ook moet hij grenzen aangeven als een deelnemer veel te langdradig wordt. In deze set ga je hiermee oefenen.

tie

Leerdoelen

Ed

u’ Ac

• Je kunt een introductie geven aan de deelnemers. • Je kunt een telefonische enquête afnemen. • Je kunt je communicatie en houding als enquêteur afstemmen op de deelnemer.

Voordat je de enquête aan de deelnemers geeft, vertel je hen wat de bedoeling is van de enquête. Hiermee ga je oefenen met behulp van een rollenspel. Voorbereiding • Je gaat in tweetallen een mini-enquête voorbereiden van maximaal zes vragen. • Deze enquête is gericht op mensen die in een buurt- of wijkcentrum komen. • De enquête gaat over welke activiteiten men nu leuk vindt en welke activiteiten men graag zou willen. • Stel vast hoeveel tijd de geënquêteerden krijgen voor het invullen van de enquête. • De enquête bestaat alleen uit gesloten vragen (meerkeuzevragen of schaalvragen). • Zorg voor een korte introductie van de enquête. • Vraag 6 peilt de mening over deze enquête.

C

op

yr

Werkmodel Rollenspel <

Introductie

ig

Oefening 1

ht

Zeker bij gevoelige onderwerpen is het juist afstemmen van de communicatie en houding van groot belang.

33


.v

Uitvoering • Jullie spelen het rollenspel. • Deel de enquêtes uit en vertel de introductie. • Vervolgens bespreek je elke vraag en laat je de respondent een antwoord uitkiezen. • De enquête speel je met medestudenten/docenten die zich inleven in de situatie met behulp van het Werkmodel Rollenspel. • De deelnemers geven naderhand feedback over de introductie.

.

Enquête afnemen

Controle

Reflectie

u’ Ac

b. Hoe was het om de enquête te introduceren?

tie

fb

a. Verzamel de gegevens die je via de enquête verkregen hebt. Hoe werd vraag 6 beantwoord?

Ed

c. Hoe was het om de enquête mondeling af te nemen?

Oefening 2

Telefonisch enquêteren Een enquête kan schriftelijk maar ook telefonisch worden uitgevoerd. Je gaat oefenen met het telefonisch afnemen van een enquête met behulp van een rollenspel. Na het spelen van het spel wisselen de rollen zodat elke student eenmaal enquêteur speelt. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

yr

ig

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

ht

d. Welke feedback heb je ontvangen van de deelnemers? Wat vind je daarvan? Leg je antwoord uit.

C

op

Werkmodel Voorbeeld enquête <

Werkmodel Observatieformulier <

34

Voorbereiding • Bekijk het Werkmodel Voorbeeld enquête. Dit is de enquête die telefonisch afgenomen gaat worden. • Verdeel de rollen: de enquêteur (de persoon die de enquête gaat afnemen), de deelnemer en een observant. • Zet twee stoelen met de rugleuning tegen elkaar. De enquêteur en de deelnemer gaan met de rug naar elkaar zitten zodat ze elkaar niet zien maar alleen horen. De observant gaat op een plek zitten zodat hij beide studenten kan zien en horen. • Leef je in in je rol. De enquêteur geeft een korte inleiding voordat de vragenlijst afgenomen wordt. Tijdens het eerste gesprek belt de enquêteur met een oude man van 64 die heeft deelgenomen aan de bijeenkomsten. De oude man begrijpt het doel van de enquête niet en heeft geen zin in het gesprek.


Enquête afnemen

Controle

u’ Ac

a. Welke situatie heb jij gespeeld als enquêteur?

tie

fb

.v

.

Uitvoering • Speel het eerste rollenspel. • Het spel duurt maximaal tien minuten. De observant observeert met behulp van het Werkmodel Observatieformulier. • Jullie bespreken de observaties van de observant, deze geeft feedback. • Speel het tweede rollenspel. Nu is de enquêteur geïrriteerd en kortaf naar de deelnemer omdat ze al de hele dag telefonische enquêtes heeft afgenomen. • Ook dit spel duurt maximaal tien minuten en de observant observeert het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier. • Jullie bespreken de observaties van de observant, deze geeft feedback. • Speel het derde rollenspel. Nu is de enquêteur erg vriendelijk en de deelnemer praat voluit en wijdt ook nogal uit. Het is de taak van de enquêteur om vast te houden aan het doel van het gesprek. • Ook dit spel duurt maximaal tien minuten en de observant observeert het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier. • Jullie bespreken de observaties van de observant, deze geeft feedback.

Ed

b. Is het gelukt om antwoord te krijgen op al je vragen binnen tien minuten? Waarom wel of waarom niet?

ht

c. Wat was jouw introductie?

Reflectie

C

op

yr

ig

d. Wat vond je makkelijk of juist moeilijk aan het telefonisch afnemen van een enquête? Leg je antwoord uit.

e. Hoe vond je het om deelnemer te spelen? Wat was de invloed van de enquêteur? Leg je antwoord uit.

f. Welke feedback heb je ontvangen? Ben je het daarmee eens of juist niet? Leg je antwoord uit.

35


Enquête afnemen

Werkmodel Observatieformulier <

.

Voorbereiding • Bekijk het fragment Hoeveel schulden heb jij? Tot minuut 3:17. • Bedenk individueel tien enquêtevragen die je zou kunnen stellen aan de inwoners van een wijk over hun schulden. • Verdeel de rollen: een student is enquêteur, een student de deelnemer en een student observant. • Zet twee stoelen met de rugleuning tegen elkaar. De enquêteur en de deelnemer gaan met de rug naar elkaar zitten zodat ze elkaar niet zien maar alleen horen. De observant gaat op een plek zitten zodat hij beide studenten kan zien en horen. • Leef je in in je rol. De enquêteur geeft een korte inleiding voordat de vragenlijst afgenomen wordt. De deelnemer heeft veel schulden en vindt het lastig om daarover te praten met een onbekende.

u’ Ac

tie

Fragment Hoeveel schulden heb jij? <

Een enquête kun je natuurlijk op papier afnemen, maar ook telefonisch. Maar wat zijn de verschillen in uitvoering? Je gaat hiermee oefenen door zowel een face-to-face-enquête af te nemen als een telefonische enquête. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

.v

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Afnemen van een enquête

fb

Oefening 3

ht

Ed

Uitvoering • Speel het eerste rollenspel. • Het spel duurt maximaal tien minuten. De observant observeert met behulp van het Werkmodel Observatieformulier. • Jullie bespreken de observaties van de observant, deze geeft feedback. • Wissel van rollen en speel het tweede rollenspel, nu wordt de enquête face-to-face afgenomen. Ook deze deelnemer heeft schulden en vindt het lastig om daarover te praten met een onbekende. • Ook dit spel duurt maximaal tien minuten en de observant observeert het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier. • Jullie bespreken de observaties van de observant, deze geeft feedback. • Wissel nog een keer van rollen zodat elke student eenmaal enquêteur heeft gespeeld. Je mag zelf kiezen of het een telefonische afname of een face-to-face-afname wordt. Ook dit spel duurt maximaal tien minuten en de observant observeert het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier. • Jullie bespreken de observaties van de observant, deze geeft feedback.

ig

Controle

yr

a. Heb jij de enquête telefonisch of face-to-face afgenomen?

C

op

b. Is het gelukt om antwoord te krijgen op al je vragen binnen tien minuten? Waarom wel of waarom niet?

36

c. Wat was jouw introductie?


Enquête afnemen

Reflectie

.v

.

d. Wat vond je makkelijk of juist moeilijk aan het telefonisch of face-to-face afnemen van de enquête? Leg je antwoord uit.

fb

e. Is het onderwerp schulden geschikt voor een telefonische enquête? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.

u’ Ac

tie

f. Wat kan een toegevoegde waarde zijn van het face-to-face afnemen van een enquête in plaats van het telefonisch afnemen van een enquête?

g. Welke feedback heb je ontvangen? Ben je het daarmee eens of juist niet? Leg je antwoord uit.

Theoriebron De eerste stappen van de enquête <

Houding

Ed

Oefening 4

We nemen bewust of soms onbewust een bepaalde houding ten opzichte van een gesprekspartner aan. Dat geeft een bepaalde indruk. Zeker bij gevoelige onderwerpen is het belangrijk dat je je hiervan bewust bent. In deze oefeningen ga je aan de slag met verschillende soorten deelnemers die een enquête komen afnemen.

ht

Voorbereiding a. Bedenk individueel welke houdingen je kunt aannemen in een gesprek en noem er minimaal zeven. Welke houdingen hebben je bedacht?

yr

ig

Website Popplet <

C

op

Zoek op internet naar foto’s met de verschillende houdingen.

b. Geef aan wat er opvalt aan de houding. Waarom komt iemand bijvoorbeeld geïnteresseerd over of boos? Wat zie je aan de ander?

c. Geef ook aan welke indruk de houding bij je oproept en of dit positief of negatief is.

37


Enquête afnemen

Verwerk de foto's en de antwoorden op bovenstaande vragen in Popplet.

fb

.v

.

Uitvoering • Vervolgens ga je om de beurt een houding laten zien, bijvoorbeeld: ongeïnteresseerd zijn, een open houding hebben, ermee oneens zijn, erg gemotiveerd om het woord te krijgen, het niet meer zien zitten, gelijk hebben, op je gemak voelen, ongemakkelijk voelen. • De ander moet door middel van een gesprekje de houding veranderen, bijvoorbeeld: als je denkt dat iemand zich op zijn gemak voelt, dan kun je dat veranderen door iemand te wijzen op etensresten aan de wang. Als blijkt dat je de houding verkeerd geïnterpreteerd hebt, wordt de houding versterkt. Maak gebruik van de Theoriebron De eerste stappen van de enquête.

tie

Controle

u’ Ac

d. Is het gelukt om passende foto's te vinden en deze te verwerken in de Popplet?

e. Kwamen de zes A's terug in het gesprek? Leg je antwoord uit.

Ed

f. Kon je medestudent jouw houding goed inschatten?

ht

g. Laat je Popplet zien aan je medestudent. Komt jouw houding overeen met de houdingen in het overzicht?

ig

Reflectie

yr

h. Heb je zicht gekregen op wat je houding doet in een gesprek? Licht je antwoord toe.

Heb je zicht gekregen op welk effect het kan hebben om in te spelen op de houding van je gesprekspartner? Licht je antwoord toe.

j.

Welke houding vind jij lastig om een gesprek te kunnen voeren?

C

op

i.

38


Verwerken van de resultaten

.

Verwerken van de resultaten

.v

Inleiding

tie

fb

Wanneer de enquêtes zijn ingevuld, begint het echte werk! Eerst ga je de gegevens (de antwoorden) ordenen, in schema's zetten zodat je een overzicht krijgt en de aantallen kunt tellen. Vervolgens ga je de antwoorden analyseren: wat betekenen deze aantallen? Daarna geef je antwoord op de deelvragen, tot slot geef je antwoord op de hoofdvraag en formuleer je een conclusie.

Leerdoelen

ht

Ed

u’ Ac

• Je kunt de uitkomsten van een enquête ordenen. • Je kunt de uitkomsten van een enquête analyseren. • Je kunt conclusies trekken uit de geanalyseerde uitkomsten van de enquête.

ig

De gegevens uit een enquête kun je op verschillende manieren ordenen.

Oefening 1

Je hebt een enquête voorbereid voor een brede doelgroep. Alle vragen zijn beantwoord, alle enquêtes heb je terug. Nu moet je een overzichtelijke uitslag zien te krijgen. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Van gegevens tot actie.

yr

Theoriebron Van gegevens tot actie <

Tabel

C

op

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Voorbereiding De resultaten van de gehouden enquête zijn als volgt: • De enquête is ingevuld door 148 mensen: 85 mannen/jongens en 63 vrouwen/meisjes. • 16 mannen/jongens waren jonger dan 22 jaar, de overgrote meerderheid (61) was tussen de 23 en 45 jaar en de rest was 45 jaar of ouder. • Bij de vrouwen/meisjes was de verdeling: 9 vrouwen/meisjes waren jonger dan 22 jaar, de meerderheid (45) was tussen de 23 en 45 jaar en de rest was 45 jaar of ouder. • Het gaat er in deze oefening om dat je de gegevens in een tabel zet. Je gebruikt vier vragen van de enquête die je zelf bedenkt. De antwoorden mag je ook zelf bedenken (fictief). Maak gebruik van het Werkmodel Onderzoeksprotocol.

39


Verwerken van de resultaten

Uitvoering • Maak zowel voor de mannen/jongens als voor de vrouwen/meisjes een tabel. Je kunt gebruikmaken van Microsoft Excel. • Zorg voor een overzichtelijke tabel.

.v

.

Controle

fb

a. Is het gelukt om de gegevens ordelijk weer te geven? Waarom wel of waarom niet?

Reflectie

Theoriebron Van gegevens tot actie < Website Mijngrafiek.nl <

Grafiek

Voorbereiding • De uitslag over de opleidingen is bekend. Het was de bedoeling dat men invulde wat de hoogst afgeronde opleiding was. De verdeling was: basisonderwijs, lbo, vmbo, mavo, havo, vwo, mbo, hbo, wo. • De uitkomsten bij de mannen/jongens waren: basisonderwijs: 0; lbo: 58; vmbo 9; mavo 12; havo: 0; vwo: 1; mbo: 4; hbo: 0; wo: 1. • De uitkomsten bij de vrouwen/meisjes waren: basisonderwijs: 1; lbo: 42; vmbo: 6; mavo: 10; havo: 0; vwo: 0; mbo: 4; hbo: 0; wo: 0.

Ed

Oefening 2

u’ Ac

tie

b. Bespreek met elkaar het verschil tussen de gegeven informatie en de informatie in de tabel. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten?

ht

Uitvoering • Maak een grafiek op basis van de gegeven uitkomsten. Je mag zelf kiezen of het een balkgrafiek of lijngrafiek is. • Gebruik hiervoor Microsoft Excel of de website Mijngrafiek.nl.

ig

Controle

yr

a. Is het gelukt om de gegevens ordelijk weer te geven? Waarom wel of waarom niet?

C

op

Reflectie b. Voor welk soort grafiek heb je gekozen en waarom?

c. Kun je op basis van deze gegevens een conclusie trekken?

40


Verwerken van de resultaten

d. Is er nog informatie die je mist?

Tool Maak een Online Enquête < Werkmodel Onderzoeksprotocol <

. .v

Jullie gaan een korte enquête maken over drugsgebruik onder de bezoekers van het Amsterdam Dance Event en de antwoorden analyseren.

fb

Voorbereiding • Lees het artikel Trimbos waarschuwt voor gevaarlijke xtc-pillen tijdens ADE. • Bedenk tien gesloten vragen en verwerk dit in een enquête met behulp van de online tool Survio. Maak gebruik van het Werkmodel Onderzoeksprotocol. • Verspreid de enquête en zorg ervoor dat minstens tien mensen de enquête invullen.

tie

Artikel Trimbos waarschuwt voor gevaarlijke xtc-pillen tijdens ADE <

Meten is weten

Uitvoering • Zet de antwoorden in een tabel of een grafiek. • Tel de aantallen en voeg dit toe aan de tabel/grafiek. • Reken het gemiddelde uit. • Verduidelijkt de tabel of grafiek de uitkomst of moet er nog een uitleg bij? Voeg in dat geval de uitleg eraan toe. • Print de tabel of grafiek uit.

u’ Ac

Oefening 3

Controle

Ed

a. Hoe heb je de online enquête verspreid?

ht

b. Hoeveel mensen hebben de enquête ingevuld?

yr

ig

c. Bespreek de tabel of grafiek met een ander tweetal. Wat denken zij dat de uitslag is? Komt dit overeen met wat jullie bedacht hebben? Leg je antwoord uit.

C

op

Reflectie d. Wat vind je van de online tool Survio om op deze wijze een enquête te maken? Leg je antwoord uit.

e. Ben je een valkuil tegengekomen bij het analyseren van de gegevens?

41


Verwerken van de resultaten

a. Kies een onderwerp dat je aanspreekt waarvoor je een enquête zou willen maken. Welk onderwerp heb je gekozen?

• •

Bedenk zes open vragen en verwerk dit in Word. Vraag minstens vijf mensen om de enquête in te vullen.

tie

Werkmodel Voorbeeld Enquête <

Voorbereiding

.

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Jullie gaan een korte enquête maken en de antwoorden analyseren. Maak gebruik van het Werkmodel Onderzoeksprotocol en de Theoriebron Van gegevens tot actie.

.v

Theoriebron Van gegevens tot actie <

Analyseren

fb

Oefening 4

u’ Ac

Uitvoering • Bekijk in het Werkmodel Voorbeeld enquête het onderdeel Kwalitatief. • Zet de antwoorden in een tabel. • Bedenk categorieën waarmee je de open vragen kunt ordenen. • Analyseer de antwoorden op de open vragen. • Verduidelijkt de tabel of grafiek de uitkomst of moet er nog een uitleg bij? Voeg in dat geval de uitleg eraan toe. • Print de tabel of grafiek uit. Controle

Ed

b. Hoeveel mensen hebben de enquête ingevuld?

ht

c. Is het gelukt om categorieën te bedenken? Leg je antwoord uit.

ig

Reflectie

C

op

yr

d. Ben je een valkuil tegengekomen bij het analyseren van de gegevens?

42


Verwerken van de resultaten

Oefening 5 Theoriebron Van gegevens tot actie <

Formuleer een conclusie Je hebt een enquête uitgevoerd naar het welzijn onder jongeren (12 tot 25 jaar). Je gaat de resultaten analyseren en conclusies formuleren. Maak gebruik van de Theoriebron Van gegevens tot actie.

Leeftijd 12 tot 18 jaar

% Tevreden met het leven 90

94

Niet tevreden, niet ontevreden

7

5

Ontevreden

2

1

Jongen

Meisje

Totaal

12 tot 18 jaar

18 tot 25 jaar

%

87

91

90

92

92

83

9

7

8

6

6

12

3

3

2

2

2

5

Ed

Tevreden

18 tot 25 jaar

Herkomst

u’ Ac

Totaal

Geslacht

tie

fb

.v

.

Voorbereiding • De hoofdvraag van het onderzoek is: hoe gelukkig en tevreden zijn jongeren in Nederland? • Lees onderstaande enquêtevragen die je hebt gesteld (1 staat voor volledig ontevreden en 10 voor volledig tevreden): – vraag 1: 'Kun je op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate je tevreden bent met het leven dat je nu leidt?' – vraag 2: 'Kun je op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate je jezelf een gelukkig mens vindt?' – vraag 3: 'Hoe tevreden ben je met je uiterlijk, op een schaal van 1 tot 10?' • Lees onderstaande resultaten op de enquêtevragen:

ht

Geluk

89

92

87

90

88

90

88

87

Niet gelukkig, niet ongelukkig

8

6

10

7

9

8

10

9

2

1

3

3

2

2

2

5

Tevreden

84

85

83

89

78

84

83

85

Niet tevreden, niet ontevreden

14

12

15

9

18

14

13

12

Ontevreden

3

3

2

2

3

2

4

3

yr

ig

Gelukkig

Ongelukkig

C

op

Uiterlijk

43


Verwerken van de resultaten

Uitvoering

c. Welke groep is het minst 'tevreden' met hun leven?

fb

.v

b. Wat kun je zeggen over de resultaten van vraag 1 wanneer je de leeftijd meeneemt?

.

a. Wat kun je in het algemeen zeggen over de resultaten van vraag 1?

tie

d. Wat kun je zeggen over de resultaten van vraag 1 wanneer je het geslacht meeneemt?

u’ Ac

e. Wat kun je in het algemeen zeggen over de resultaten van vraag 2?

f. Wat valt op als je de resultaten van vraag 2 vergelijkt met de resultaten van vraag 1?

Ed

g. Wat kun je zeggen over de resultaten van vraag 2 wanneer je de leeftijd meeneemt?

ht

h. Welke groep is het minst 'gelukkig'?

Wat kun je zeggen over de resultaten wanneer je het geslacht meeneemt?

yr

ig

i.

C

op

j.

k. Wat kun je zeggen over de resultaten van vraag 3 wanneer je de leeftijd meeneemt?

l.

44

Wat kun je in het algemeen zeggen over de resultaten van 3?

Welke groep is het minst 'tevreden' met zijn uiterlijk?


Verwerken van de resultaten

.

m. Wat kun je zeggen over de resultaten van de groep niet-westerse allochtonen van vraag 3?

u’ Ac

tie

fb

.v

n. Formuleer vijf conclusies op basis van je antwoorden hierboven.

o. Formuleer een conclusie in één zin door antwoord te geven op de hoofdvraag.

Controle

Ed

p. Is het gelukt om antwoord te geven op de vragen? Waarom wel of waarom niet?

ig

ht

q. Vergelijk jullie antwoorden met een ander tweetal. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten?

yr

Reflectie

s. Wat vond je makkelijk aan deze opdracht? Leg je antwoord uit.

C

op

r. Wat vond je moeilijk aan deze opdracht? Leg je antwoord uit.

45


Verwerken van de resultaten

Oefening 6 Theoriebron Van gegevens tot actie <

Actie Voorbereiding, uitvoering, analyseren van gegevens en vervolgens handreikingen doen. In deze oefening ga je hiermee aan de slag. Maak gebruik van het Werkmodel Onderzoeksprotocol en de Theoriebron Van gegevens tot actie.

.v

.

Voorbereiding

Bedenk het doel, de probleemstelling en de hoofdvraag voor het onderzoek en verwerk dit in Word. Bedenk tien gesloten vragen en verwerk dit in Word. Bedenk vier open vragen en verwerk dit in Word. Print de enquête uit. Vraag minstens zes mensen om de enquête in te vullen.

u’ Ac

• • • •

fb

a. Kies een onderwerp dat je aanspreekt waarvoor je een enquête zou willen maken. Welk onderwerp heb je gekozen?

tie

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Controle

Ed

Uitvoering • Orden eerst de antwoorden op de gesloten vragen, in een grafiek of in percentages. • Orden nu de antwoorden op de open vragen, in een tabel en maak categorieën. • Analyseer de antwoorden op de gesloten vragen. • Analyseer de antwoorden op de open vragen. • Trek conclusies uit de uitkomsten door te kijken of je een antwoord kunt vinden op je hoofdvraag. • Bespreek welke acties ondernomen zouden kunnen worden om tegemoet te komen aan de vragen van de geënquêteerden.

ig

ht

b. Bieden de te ondernemen acties werkelijk antwoorden op de vragen?

yr

c. Waren er nog bijzondere omstandigheden die de uitkomst hebben kunnen beïnvloeden?

C

op

Reflectie d. Wat vond je het leukst en wat vond je het lastigst aan de doorlopen stappen?

e. Heb je alle antwoorden meegenomen bij het formuleren van een conclusie?

46


Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

.

Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

.v

Inleiding

tie

fb

Een belangrijke stap die in de praktijk vaak vergeten wordt, is de terugkoppeling van de resultaten van de enquête naar de deelnemers. Een andere stap die vaak vergeten wordt, is de evaluatie van de enquête. Heeft de enquête daadwerkelijk antwoord gegeven op de hoofdvraag? Of moeten er wellicht nieuwe acties worden ondernomen?

Leerdoelen

ht

Ed

u’ Ac

• Je kunt een verslag schrijven over de resultaten van een enquête. • Je kunt de resultaten van een enquête presenteren. • Je kunt de resultaten van de enquête evalueren op proces- en op productniveau.

De resultaten van de enquête worden teruggekoppeld naar de deelnemers.

Doen

ig

Oefening 1

Wanneer je een enquête hebt uitgevoerd, is het de bedoeling dat je hier iets mee gaat doen. Anders is het voor niks geweest. Om het onderzoek te kunnen afronden, maak je een verslag en doe je aanbevelingen. Vervolgens bedenk je evaluatievragen om het resultaat te kunnen evalueren. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Van gegevens tot actie.

C

op

yr

Filmpje Jongeren filmen eigen wangedrag in Zaandam - RTL NIEUWS <

Werkmodel Onderzoeksprotocol < Theoriebron Van gegevens tot actie <

Voorbereiding • Jullie maken een kleine enquête voor de hangjongeren in de wijk Poelenburg in Zaandam. Bekijk het filmpje Jongeren filmen eigen wangedrag in Zaandam - RTL NIEUWS.

a. Bedenk vier gesloten vragen en verwerk dit in Word. • Vraag vijf medestudenten om de enquête in te vullen, zij verplaatsen zich in de hangjongeren in Zaandam. • Vanaf nu werk je individueel. • Zet de antwoorden in een tabel of een grafiek. Of maak gebruik van percentages om de resultaten zichtbaar te maken. Maak gebruik van het Werkmodel Onderzoeksprotocol. • Verduidelijkt de tabel of grafiek de uitkomst of moet er nog een uitleg bij? Voeg in dat geval de uitleg eraan toe.

47


Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

.v

.

b. Wat kun je zeggen over de uitslag? Trek conclusies uit de uitkomsten door te kijken of je een antwoord kunt vinden op je hoofdvraag.

Print de tabel of grafiek uit.

tie

fb

Uitvoering • Schrijf een verslag over de enquête die je gehouden hebt en de conclusies die je hebt getrokken. • Je schrijft een aanbeveling over hoe je de uitkomsten kunt toepassen in de praktijk. • Bedenk twee product-evaluatievragen en neem deze op in het verslag. • Bedenk twee proces-evaluatievragen en neem deze op in het verslag. Controle

u’ Ac

c. Je legt je verslag naast het verslag van je medestudent en vergelijkt beide verslagen met elkaar. Zijn er verschillende aanbevelingen gedaan? Leg je antwoord uit.

Ed

d. Zijn er verschillende conclusies getrokken? Leg je antwoord uit.

ht

e. Zijn er verschillende evaluatievragen bedacht? Leg je antwoord uit.

Reflectie

yr

ig

f. Hoe zou jij de aanbevelingen toepassen in de praktijk? Geef een voorbeeld.

C

op

g. Waarom is het belangrijk om de enquête te evalueren? Leg je antwoord uit.

48


Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

Werkmodel Presenteren < Werkmodel Observatieformulier <

.v

.

Voorbereiding • Lees het artikel en bekijk de resultaten 'Meer mannen dan vrouwen voelen zich eenzaam', over het onderzoek op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek. • Verdeel de rollen (presentator, observant en twee collega's). • Beeld je in dat je dit onderzoek hebt uitgevoerd en de resultaten gaat weergeven in een verslag en vervolgens gaat presenteren.

fb

Artikel Meer mannen dan vrouwen voelen zich eenzaam <

Na het ordenen, het analyseren en het trekken van conclusies uit de enquête heb je resultaten! Hiervan schrijf je een verslag en vervolgens presenteer je deze onder andere aan je collega's. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Van gegevens tot actie.

Uitvoering • Schrijf een verslag over de resultaten van het onderzoek, deze geef je aan de observant. Hij kijkt of alles terugkomt in de presentatie. • Maak een presentatie over de resultaten van het onderzoek voor je collega's. Maak gebruik van het Werkmodel Presenteren. • Formuleer twee product- en twee procesevaluatievragen die je wilt bespreken met je collega's aan het eind van de presentatie. • Presenteer de resultaten aan drie medestudenten. Een medestudent observeert met behulp van het Werkmodel Observatieformulier, op basis van dit formulier geeft hij later feedback. De andere twee studenten spelen voor collega's. Jullie gaan na afloop van de presentatie in gesprek over de evaluatievragen.

tie

Theoriebron Van gegevens tot actie <

Presenteer de resultaten aan collega's

u’ Ac

Oefening 2

Controle

Ed

a. Is het gelukt om alle onderdelen te laten terugkomen in het verslag?

ig

ht

b. Kwam alle informatie uit het verslag terug in de presentatie? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.

yr

c. Kwam er een gesprek op gang over de evaluatie van het onderzoek? Leg je antwoord uit.

d. Bespreek de observaties met je medestudent. Herken je jezelf in de observatiebeschrijvingen? Leg je antwoord uit.

C

op

Reflectie

49


Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

Na het ordenen, het analyseren en het trekken van conclusies uit de enquête heb je resultaten! Deze presenteer je ook aan de deelnemers van de enquête. Voorbereiding • Lees het artikel en bekijk de resultaten 'Meer dan 400 duizend kinderen met risico op armoede', over het onderzoek op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek. • Beeld je in dat je dit onderzoek hebt uitgevoerd en de resultaten gaat presenteren.

.v

Artikel Meer dan 400 duizend kinderen met risico op armoede <

Poster als terugkoppeling

.

Oefening 3

Website Lino <

fb

Uitvoering • Maak een informatieve poster met behulp van Lino over de resultaten voor de deelnemers van het onderzoek. • Vraag een medestudent om naar jouw poster te kijken en feedback te geven.

tie

Controle

u’ Ac

a. Hoe heb je ervoor gezorgd dat alle belangrijke informatie over de resultaten van het onderzoek op de poster kwam te staan? Leg je antwoord uit.

Reflectie

Je kunt de resultaten van een enquête terugkoppelen naar de deelnemers middels een bijeenkomst. Wanneer het aantal deelnemers erg groot is, kun je er ook voor kiezen om ze te informeren met een brief. In deze oefening schrijf je een brief waarin je de resultaten van het onderzoek beschrijft.

ig

Artikel Tienermoeders <

Schrijf een brief als terugkoppeling

ht

Oefening 4

Ed

b. Welke feedback heb je ontvangen op de poster? Ben je het daarmee eens of juist niet? Leg je antwoord uit.

Voorbereiding • Lees het artikel en bekijk de resultaten 'Tienermoeders', over het onderzoek op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek. • Beeld je in dat jullie dit onderzoek hebben uitgevoerd middels een enquête. Bedenk dus zelf de enquêtevragen die je hebt gesteld en de resultaten (minstens drie enquêtevragen). Dit kan heel simpel: 'In welke leeftijdscategorie val je?', 'Wat is je opleidingsniveau?', 'Krijg je voldoende steun van familie en vrienden?' • Bekijk het Werkmodel Zakelijke brief.

C

op

yr

Werkmodel Zakelijke brief <

50

Uitvoering • Maak samen een informatieve brief met behulp van het Werkmodel Zakelijke brief over de resultaten voor de deelnemers van het onderzoek. • Ga daarbij ook in op de resultaten van de drie enquêtevragen (die je zelf bedacht hebt). • Vraag een ander tweetal om naar jouw brief te kijken.


Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

Controle

.v

.

a. Hoe heb je ervoor gezorgd dat alle belangrijke informatie over de resultaten van het onderzoek in de brief kwam te staan? Leg je antwoord uit.

fb

b. Vergelijk jullie brief met de brief van een ander tweetal. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

tie

Reflectie

Oefening 5

Een enquête kan ingezet worden om een project te evalueren, de enquête is dan het middel. Het is echter ook van belang om na de uitvoering van een enquête de resultaten uit de enquête te evalueren.

Ed

Werkmodel Rollenspel <

ig

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Voorbereiding • De gemeente organiseert voor mensen die risico lopen op schulden of al in de schulden zitten een cursus Budgettering van twee avonden. Deze cursus wordt elke twee maanden gegeven en werd het afgelopen jaar goed bezocht. Jullie hebben een enquête uitgevoerd om de bijeenkomst te evalueren. • Bekijk de enquête en de resultaten van de enquête in het Werkmodel Voorbeeld enquête. • Verdeel de rollen: een begeleider (die de bijeenkomsten heeft geleid), een ervaringsdeskundige en twee collega's die hebben meegeholpen bij de organisatie. Bereid je rol voor met behulp van het Werkmodel Rollenspel. • Maak een Prezi over de resultaten van de enquête die gepresenteerd worden door de begeleider tijdens de vergadering.

ht

Werkmodel Voorbeeld enquête <

Uitvoering

yr

Prezi <

Evaluatievergadering

u’ Ac

c. Geef elkaar feedback. Welke feedback hebben jullie op de brief? Ben je het daarmee eens of juist niet? Leg je antwoord uit.

C

op

a. Bedenk vijf product-evaluatievragen. Maak gebruik van het Werkmodel Onderzoeksprotocol. Welke vragen heb je bedacht?

51


Presentatie en evaluatie van de uitkomsten

tie

De begeleider presenteert de resultaten in een Prezi. Voer een gesprek van maximaal tien minuten waarin jullie de enquête gaan evalueren met behulp van de vragen die jullie bedacht hebben. Schrijf individueel een verslag van de resultaten uit de enquête en de resultaten uit de vergadering.

u’ Ac

• •

fb

.v

.

b. Bedenk vijf proces-evaluatievragen. Maak gebruik van het Werkmodel Onderzoeksprotocol. Welke vragen heb je bedacht?

Controle

c. Kon je je inleven in je rol? Leg je antwoord uit.

Ed

d. Kwam er een gesprek op gang? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.

ig

ht

e. Vergelijk je verslag met een medestudent. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten tussen jullie verslagen? Leg je antwoord uit.

Reflectie

C

op

yr

f. Je hebt een evaluatiemiddel (de enquête) geëvalueerd, wat vind je daarvan? Leg je antwoord uit.

52

g. Vond je het lastig of juist makkelijk om het gesprek te voeren? Leg je antwoord uit.


Theoriebron De eerste stappen van de enquête

.

Theoriebron De eerste stappen van de enquête

.v

Inleiding

u’ Ac

tie

fb

Enquêteren is een methode om onderzoek te doen. Je kunt dit als SCW'er inzetten wanneer je iets van je doelgroep te weten wilt komen. Een enquête is een vragenlijst of een lijst met stellingen, de deelnemer die de enquête invult heet een respondent. De stappen die je zet bij het maken en uitvoeren van een enquête zijn te vinden in het Werkmodel Onderzoeksprotocol.

Ed

Een open vraag in een enquête stel je alleen als de ander te veel antwoordopties zou krijgen.

ht

Onderzoek doen

Een combinatie van kwantitatief- en kwalitatief onderzoek komt in de praktijk veel voor. Dus wanneer je naast aantallen en cijfers ook wilt onderzoeken wat de mening of ervaring is van een respondent kun je kiezen voor een enquête. Dus het type enquête dat je kiest: kwantitatief of een combinatie met kwalitatief (of alleen kwalitatief, maar dat komt minder vaak voor) hangt af van het doel van je onderzoek.

C

op

yr

ig

In de praktijk wordt een enquête vaak gezien als een kwantitatieve manier van onderzoek doen, dit wil zeggen dat het gaat om cijfers en aantallen. Dit is niet altijd het geval, je kunt met een enquête ook kwalitatief onderzoek doen. Dit wil zeggen dat het interpretatief en subjectief is, want er wordt gevraagd naar meningen of ervaringen. Wanneer je echter alleen kwalitatief onderzoek wilt doen, kun je beter kiezen voor een andere methode zoals een interview.

53


Theoriebron De eerste stappen van de enquête

Onderzoeksstappen

fb

.v

.

Het uitwerken van een enquête verloopt volgens onderzoeksstappen, zie Werkmodel Onderzoeksprotocol. Eerst breng je de beginsituatie in kaart: wat is de aanleiding van je onderzoek? Hoe ziet je doelgroep eruit? Baken je doelgroep af op basis van gemeenschappelijke kenmerken zoals sekse, leeftijd, woonwijk, achtergrond, opleiding, inkomen en risicofactoren. Vervolgens bedenk je het doel van de enquête: wat wil je bereiken met de uitkomsten van de enquête? Als je het doel helder hebt, stel je een probleemstelling op: je beschrijft het probleem of het vraagstuk. Let op: een probleemstelling is nooit een vraag! Hierna bedenk je de hoofdvraag van je onderzoek, bijvoorbeeld hoe denken de buurtbewoners van wijk De Reeshof in Tilburg over het activiteitenaanbod van het buurthuis?

u’ Ac

tie

Hierna maak je een plan van aanpak: • oriëntatie op het onderwerp – Wat weet je? • ontwerp – Hoe ga je informatie verzamelen? • deelvragen formuleren – Deze formuleer je op basis van de hoofdvraag, de antwoorden op de deelvragen geven een antwoord op de hoofdvraag. • De enquêtevragen vloeien hieruit voort! • een planning maken – Afspraken maken met respondenten, afname van enquêtes en het uitwerken van de gegevens.

Ed

Kwantitatieve enquêtevragen/stellingen

ig

ht

Kwantitatieve vragen of stellingen worden in deze training beschouwd als vragen of stellingen waarbij antwoordopties staan aangegeven. De respondent hoeft alleen iets aan te vinken. Voorbeelden van antwoordopties zijn: • Helemaal mee eens • Een beetje mee eens • Niet eens/niet oneens • Een beetje mee oneens • Helemaal oneens.

C

op

yr

Ook schaalvragen zijn kwantitatief, want ook hier kun je de vinkjes tellen: 1 = helemaal oneens, 10 = helemaal eens

54

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

Als je de leeftijd van respondenten mee wilt nemen in het onderzoek is het slim om dit via een kwantitatieve vraag te doen, dit scheelt een hoop werk naderhand! Bijvoorbeeld bij een onderzoek onder volwassenen: in welke leeftijdscategorie valt u? • < 20 jaar • 21 - 30 jaar • 31 - 40 jaar • 41 - 50 jaar • 51 - 60 jaar • 61 > jaar.


Theoriebron De eerste stappen van de enquête

Kwalitatieve enquêtevragen/stellingen

fb

.v

.

Kwalitatieve vragen of stellingen worden in deze training beschouwd als open vragen of stellingen waarbij de respondent zelf zijn antwoord mag formuleren. Je stelt deze vragen als je benieuwd bent naar de ervaringen of meningen van respondenten. Bijvoorbeeld: wat is voor u als oudere het meest belangrijk bij een nieuwe activiteit voor ouderen? Vaak worden deze vragen gesteld als het weergeven van antwoordopties niet mogelijk is omdat het er veel te veel worden. Ook kun je een open vraag of stelling formuleren wanneer je graag een toelichting wilt op een gegeven gesloten vraag. Een voorbeeld: In welke mate bent u tevreden met uw leven? 0 staat voor absoluut niet tevreden en 10 voor absoluut heel tevreden. 2

3

4

5

6

o

o

o

o

o

o

o

u’ Ac

Licht uw antwoord toe:

7

8

tie

1

o

9

10

o

o

Bij sommige enquêtes kan de respondent zelf kiezen of hij nog iets toe te voegen heeft aan de vraag. Dat ziet er dan als volgt uit: In welke mate bent u gelukkig? 0 staat voor absoluut niet tevreden en 10 voor absoluut heel tevreden. 2

o

o

3

4

Ed

1

o

o

5

6

7

8

9

10

o

o

o

o

o

o

Wilt u hier nog iets aan toevoegen?

ht

Valkuilen

C

op

yr

ig

Bij het maken van enquêtes liggen enkele valkuilen op de loer. De meest voorkomende valkuilen zijn: • direct starten met het formuleren van vragen/stellingen Deze moeten echter voortvloeien uit de hoofdvraag --> anders mist de enquête het doel! • spelfouten en slechte vraagstellingen Geef bij een kwantitatieve vraag (waar de respondent het antwoord moet aanvinken) geen optie als 'andere optie'. Stel dan gewoon een open vraag. • vage woorden gebruiken die je op verschillende manieren kunt interpreteren • fout schaalgebruik Wanneer je schalen gebruikt, zorg dan dat de schalen er hetzelfde uitzien in de gehele enquête. • niet nadenken over de inhoud van de mail wanneer je de enquête per mail verstuurt Zorg voor een herkenbare afzender, een pakkende ontwerpregel (maak het persoonlijk) en zorg dat de mail kort en duidelijk is, het moet de geadresseerde direct tot actie aanzetten! • niks doen met de resultaten De resultaten van de enquête moeten als het mogelijk is altijd worden teruggekoppeld naar de deelnemers, zij hebben tijd geïnvesteerd in het invullen van de enquête dus besteed ook tijd aan hen!

55


Theoriebron De eerste stappen van de enquête

Belangrijke aspecten

Afname van enquêtes

tie

fb

.v

.

Een aantal aspecten is belangrijk bij het afnemen van enquêtes: de informatie weerspiegelt de mening van de ondervraagden. Ook moet een enquête snel en makkelijk in te vullen zijn. Houd maximaal twintig minuten aan. Vermijd het gebruik van onduidelijke woorden, zoals 'vaak', 'meestal' en 'dynamisch'. Wees voorzichtig met gevoelige onderwerpen. Deze kunnen weerstand oproepen. Omgevingsfactoren kunnen invloed hebben op de doelgroep en dus ook op je onderzoek. Bijvoorbeeld gescheiden ouders, verborgen armoede of wonen in een asielzoekerscentrum. Is het onderzoek gedaan in een stressvolle situatie (tienermoeders die net bevallen zijn) of op een rustig moment? Als je op de hoogte bent van de omgevingsfactoren, kun je bijvoorbeeld overwegen om je tijdstip aan te passen. Ook kun je het meenemen in je vragen, bijvoorbeeld bij de persoonlijke gegevens.

u’ Ac

Enquêtes kun je naast schriftelijk, ook mondeling afnemen. Zowel face-to-face als telefonisch. Bij het mondeling afnemen van enquêtes zijn de houding en communicatietechnieken van de enquêteur van belang. Bijvoorbeeld bij gevoelige onderwerpen kan de respondent het fijn vinden dat hij bij een schriftelijke enquête anoniem is, maar wat als het een telefonische of mondelinge enquête is? Dan doen de zes A's het goed.

C

op

yr

ig

ht

Ed

1. aandacht voor je gesprekspartner Geef onvoorwaardelijke aandacht. 2. aandacht voor je eigen signalen Richt je op dat wat nu belangrijk is, laat minder belangrijke zaken rusten tot een ander moment. 3. afstemmen Stem je lichaamstaal, taalgebruik, intonatie en eventueel kleding af op de ander. 4. aanvullen Vul de ander aan op basis van je deskundigheid, je persoonlijkheid en je andere kwaliteiten. 5. assertiviteit Gebruik een ik-boodschap. 6. alternatieven om tot een oplossing te komen Inventariseer alternatieven en denk mee met de ander.

56


Theoriebron Van gegevens tot actie

.

Theoriebron Van gegevens tot actie

.v

Inleiding

u’ Ac

tie

fb

Wanneer de enquête is gemaakt en verspreid naar respondenten en je krijgt ze terug kan de verwerking beginnen! Je start met het ordenen van de informatie, daarna analyseer je de gegevens en vervolgens trek je conclusies: is het doel behaald?

Het proces na de ingevulde enquêtes.

Ed

Ordenen

yr

ig

ht

Ordenen van gegevens betekent dat je de antwoorden op de vragen/stellingen overzichtelijk gaat weergeven. Hoe je dit doet, hangt af van je vragen/stellingen: zijn ze kwantitatief of kwalitatief? Kwantitatieve antwoorden kun je: • tellen • turven • in een grafiek zetten (per vraag/stelling) • in een tabel zetten • een percentage berekenen • een gemiddelde berekenen • op een schaal verdelen. Bij kwalitatieve antwoorden zet je de antwoorden in een tabel.

C

op

Analyseren Bij het analyseren van de gegevens ga je de informatie vergelijken. Bij kwantitatieve gegevens kun je kijken wat er opvallend is in de tabel/grafiek of in de percentages. Zijn er uitschieters? En waar kan dat aan liggen? Kijk naar leeftijden, geslacht, opleidingsniveau enzovoort. Je vergelijkt de grafieken van de verschillende vragen/stellingen. Bij kwalitatieve gegevens moet je eerst categorieën aanbrengen. Bijvoorbeeld door veel voorkomende woorden bij verschillende respondenten onder te brengen in een categorie. Dit kun je ook doen door per vraag/stelling eerst te kijken naar antwoorden die enigszins op elkaar lijken en die onder elkaar te zetten in een rijtje. Vervolgens geef je elk rijtje een naam die kenmerkend is voor dat rijtje. Hierna kun je de rijtjes met elkaar gaan vergelijken, wat zijn de overeenkomsten en verschillen? Waar zitten de uitschieters? Als je ook kwantitatieve vragen/stellingen hebt, kun je deze vergelijken met de kwalitatieve gegevens.

57


Theoriebron Van gegevens tot actie

Conclusies trekken

tie

fb

.v

.

Een conclusie is een besluit waarin al het voorgaande samenkomt. Bij een enquête analyseer je de antwoorden eerst per vraag. Wanneer je al de vragen geanalyseerd hebt, kun je hieruit een conclusie trekken. Een conclusie is geen samenvatting! Er moet iets nieuws ontstaan. Hoe doe je dat? • Koppel de enquêtevragen/stellingen aan de bijbehorende deelvragen. • Formuleer per deelvraag het antwoord op basis van je geanalyseerde gegevens. Als je nog geen antwoord kunt geven op de deelvraag beschrijf je dat ook. • Koppel de antwoorden op de deelvragen, als het goed is, kun je nu een antwoord geven op je hoofdvraag! Mogelijk heb je op een of meer enquêtevragen/stellingen geen eenduidig antwoord gekregen. In dat geval geef je dat altijd aan in je conclusie.

Evaluatie

Ed

u’ Ac

Het is van belang dat je na de verwerking van de uitkomsten van een enquête, de enquête gaat evalueren. Met een evaluatie bepaal je als het ware de waarde van je activiteiten. Heb je dankzij het uitvoeren van de activiteiten je doelen bereikt? Of zijn er verbeterpunten? Een productevaluatie gaat over het behaalde (eind)resultaat. De evaluatievragen zijn gericht op het resultaat zelf, op de doelen die je vooraf hebt gesteld. Vragen die horen bij een productevaluatie, zijn bijvoorbeeld: • Is het vooraf gestelde doel bereikt? • Pasten de doelen bij de beginsituatie? • Heb je de doelgroep bereikt die je wilde bereiken? • Kwam het aantal deelnemers overeen met de verwachtingen? • Waren er veel uitvallers en – zo ja – hoe kwam dat?

ig

ht

Bij de procesevaluatie evalueer je de voortgang van het proces. De evaluatievragen zijn gericht op de manier waarop je het resultaat hebt bereikt. Bij procesevaluatie kun je de volgende vragen stellen: • Heb ik op de juiste manier gegevens verzameld? • Waren de taken goed verdeeld? • Was de tijdsplanning goed? • Kan er efficiënter worden gewerkt?

yr

Enquêteverslag

C

op

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

58

Na het analyseren en conclusies trekken uit de ingevulde enquêtes schrijf je een enquêteverslag. Hierin beschrijf je alle onderdelen uit het onderzoeksprotocol (zie Werkmodel Onderzoeksprotocol). Begin met een inleiding op het onderzoek waarin staat vanuit welke beginsituatie het onderzoek is opgezet. Het wordt daardoor duidelijk waarom voor bepaalde uitspraken en stellingen is gekozen. In het verslag lees je verder per stelling of uitspraak hoeveel mensen geantwoord hebben en welke antwoordmogelijkheid het meest is aangekruist. Sluit het verslag af met een samenvatting van de resultaten en een of meer conclusies. De conclusies leiden tot aanbevelingen voor verbeteringen, veranderingen of maatregelen. Maak gebruik van grafieken om de uitkomsten van de vragen inzichtelijk te maken. Zorg ervoor dat het geheel netjes, kort en bondig maar duidelijk is.


ht

ig

yr

op

C

fb

tie

u’ Ac

Ed

.

.v


ht

ig

yr

op

C

fb

tie

u’ Ac

Ed

.

.v


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.