40603 Verdieping VVE

Page 1

ht

ig

yr

op

C

.

.v

Verdieping VVE

fb

tie

u’ Ac

Ed

Cursus


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Inhoudelijke redactie: Napona Smid en Jo-Anne Schaaf Titel: Verdieping VVE

tie

ISBN: 978 90 3724 060 3

fb

Auteur: Geerte Binnema

u’ Ac

Bronvermelding: Met dank aan medewerkers van Peuterspeelzaal Tommie te Sneek, (Kinderwoud kinderopvang) ©

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ht

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u’ Ac

tie

fb

.v

In deze cursus maak je kennis met programma’s voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Iedere VVE-methodiek richt zich op het wegwerken van ontwikkelingsachterstanden van jonge kinderen. De methodieken kenmerken zich door een theoretische onderbouwing en een praktische invulling. Het stimuleren van ontwikkeling op verschillende ontwikkelingsgebieden wordt in de methodiek ondersteund met beschrijvingen van mogelijke activiteiten, in te zetten materialen en interacties. In de cursus ga je een aantal VVE-technieken toepassen.

Een leerrijke omgeving.

ht

Leerdoelen

yr

ig

Je kunt: • van erkende VVE-methodieken uitleggen wat doelstelling, aanpak, inhoud en resultaten zijn • een erkende VVE-aanpak toepassen • passende activiteiten en materialen inzetten om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.

C

op

Beoordeling

Beoordelingsformulier <

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van een beroepsproduct. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

3


Over deze cursus

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

.v

.

Planningsformulier <

fb

Beroepsproduct

tie

Maak met twee medestudenten een muurkrant of poster over twee VVE-ontwikkelingsgebieden naar keuze.

Stappen

Ed

Bepaal of je een muurkrant of een poster maakt. Een poster kun je maken met allerlei programma’s (op internet vind je daar informatie over; gebruik als zoekterm: poster maken). Maak gebruik van Theoriebron VVE-programma’s om een keuze te maken voor de ontwikkelingsgebieden. Bespreek samen de opdracht en de aanpak: – Maak een keuze voor de leeftijdscategorie. – Formuleer samen doelen (SMART). – Maak een keuze voor de inzet van activiteiten, materialen en interactievaardigheden die van belang zijn voor de ontwikkelingsgebieden. – Bedenk waarom je kiest voor juist die activiteiten, materialen en interacties. Welke ontwikkeling wordt precies gestimuleerd? Wat zou het zichtbare effect zijn wanneer het doel gehaald wordt? – Bedenk hoe je de doelen kunt evalueren. – Gebruik foto’s en ander beeldmateriaal als illustratie.

u’ Ac

• •

Maak een planning en een taakverdeling. Maak gebruik van de theoriebronnen. NB. Leermiddelen en materialen kunnen voor de stimulering van meerdere ontwikkelingsgebieden gebruikt worden. Bedenk hoe je materialen en leermiddelen een plek geeft, waarbij je rekening houdt met veiligheid en overzichtelijkheid. Maak de muurkrant of poster. Wanneer je medestudenten naar de poster komen kijken, vertel hun dan welke keuzes jullie bij het ontwerpen van de poster gemaakt hebben, en waarom.

ig

ht

• • • •

yr

• •

C

op

Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap.

4

Eisen aan het beroepsproduct De punten waarop het beroepsproduct wordt beoordeeld, kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze cursus.


Oriëntatie

Oriëntatie Wat weet je al?

tie

b. Hoe zou je die ontwikkelingsachterstand omschrijven?

fb

.v

a. Wat is jouw eerste gedachte bij een kind met een ontwikkelingsachterstand?

.

Opdracht 1

Opdracht 2

Wat helpt jou?

u’ Ac

c. Op welke manier zou je als pedagogisch medewerker met die ontwikkelingsachterstand omgaan?

Ed

a. Waar ben jij zelf goed in en waar ben je minder goed in?

b. Hoe zorg je ervoor dat je moeilijke dingen toch onder de knie krijgt?

ig

ht

c. Zou je voor dingen die je moeilijk vindt ondersteuning willen?

yr

d. Zo ja: bij wat voor soort ondersteuning zou jij baat hebben?

C

op

Opdracht 3

Vragen aan je ouders a. Waar was ik als kind goed in?

b. Waar was ik als kind minder goed in?

5


OriĂŤntatie

c. Wat zeiden de leerkrachten over mij?

tie

fb

e. Wat deden jullie als ik iets per se wilde, maar jullie het niet goed vonden?

.v

.

d. Wat deed ik als kind wanneer ik mijn zin niet kreeg?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u’ Ac

f. Gaven jullie ook weleens toe als ik ergens over bleef zeuren?

6


VVE-programma’s

VVE-programma’s

.

Inleiding

fb

.v

Het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) beoordeelt of gezinsgerichte en centrumgerichte VVE-programma’s voldoen aan de kwaliteitscriteria. Programma’s die op basis van een goede pedagogische onderbouwing van het programma als voldoende beoordeeld worden, worden erkend en opgenomen in een databank. VVE-instellingen (kinderopvang, peuterspeelzalen en basisscholen) maken gebruik van de erkende centrumgerichte VVE-programma’s.

Je hebt kennis van erkende VVE-methodieken: doelstelling, aanpak, inhoud, resultaten. Je kunt: – doelstelling, aanpak en inhoud van een VVE-programma benoemen – verschillen tussen een gezinsgericht en centrumgericht programma benoemen – de criteria voor effectieve VVE-programma’s benoemen.

ht

Ed

u’ Ac

• •

tie

Leerdoelen

Ouders en grootouders doen een dag mee.

Herkennen elementen van VVE-programma

ig

Opdracht 1

Benoem voor de volgende beweringen of het om een doelstelling, een doelgroep, een aanpak of een resultaat gaat.

C

op

yr

Theoriebron VVE-programma’s <

Bewering

Typering

Voorkomen of verkleinen van onderwijsachterstanden

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

De ouder wordt thuis bezocht door een 'contactmedewerkster'.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

Het VVE-programma Piramide is ontwikkeld voor peuters en kleuters met een taalachterstand.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

Onderdeel van het programma kan zijn dat ouders regelmatig bij elkaar komen.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

Het effect van de interventie is positief.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

7


doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

Startblokken en Basisontwikkeling laten pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten aangrijpingspunten zoeken bij de spelontwikkeling van jonge kinderen.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

De ouders zijn na het volgen van het programma in staat hun kind te stimuleren en te ondersteunen bij het leren thuis en op school.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

Gezinsgerichte programma’s willen ook een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de ouders.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

Via elf thema’s wordt een brede ontwikkeling gestimuleerd.

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

tie

fb

.v

Er is sprake van een doorgaande leerlijn over meerdere vooren vroegschoolse jaren.

.

VVE-programma’s

Website Nederlands Jeugdinstituut (NJI) <

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

u’ Ac

Uit een onderzoek blijkt dat het programma Opstap een positief effect heeft op het schoolsucces van kinderen.

Benoemen elementen van VVE-programma

Gebruik de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) voor de beantwoording van de volgende vragen.

Ed

Theoriebron VVE-programma’s <

doelstelling / doelgroep / aanpak / resultaat

a. Benoem de doelgroep van het programma BoekStart/BoekenPret.

ht

Opdracht 2

Kaleidoscoop is een programma voor peuters en kleuters met een taalachterstand

C

op

yr

ig

b. Benoem doelstelling en materiaal van het programma Speelplezier.

8

c. Welk onderzoek wordt genoemd bij VVE Thuis?

d. Noem twee elementen uit de aanpak van Peuterplein en Kleuterplein.


VVE-programma’s

Opdracht 3

Gebruik Theoriebron VVE-programma’s en de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI). • Noem samen vijf kenmerkende begrippen voor de gezinsgerichte en vijf kenmerkende begrippen voor de centrumgerichte programma’s die onderwijsachterstanden van kinderen willen voorkomen of verkleinen. • Vergelijk jullie begrippen met de begrippen die twee medestudenten hebben genoemd. • Maak nu met zijn vieren een woordspin voor het gezinsgerichte programma en een woordspin voor het centrumgerichte programma. Maak de twee woordspinnen zo mogelijk in het programma PowerPoint en vul ze in voor beide typen programma’s.

.

Theoriebron VVE-programma’s <

Gezinsgerichte en centrumgerichte programma’s

fb

.v

Werkmodel Woordspin <

Gebruik Theoriebron VVE-programma’s en de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI). Hoe kunnen gezinsgerichte en centrumgerichte VVE-programma’s elkaar aanvullen? Schrijf jouw visie op in een essay van maximaal 20 zinnen. Lever het essay in bij de docent.

ig

Website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) <

Combineren van gezinsgericht en centrumgericht programma

Ed

Theoriebron VVE-programma’s <

Presenteer de woordspin aan de overige klasgenoten.

ht

Opdracht 4

u’ Ac

tie

Website Nederlands Jeugdinstituut (NJI) <

Effectiviteit en resultaat beoordelen

yr

Opdracht 5

C

op

Website Voor- en vroegschoolse educatie werkt niet/wel? <

Lees het artikel ‘Voor- en vroegschoolse educatie werkt niet/wel?’ van Hilde Kalthoff en beantwoord de volgende vragen samen. a. Wat is de aanleiding voor het schrijven van dit artikel?

b. Wat toont internationaal onderzoek volgens Kalthoff aan?

9


VVE-programma’s

c. Wat ontbrak er in het onderzoek, volgens Kalthoff?

Theoriebron VVE-programma’s < Werkmodel Mindmap <

Kennis van ontwikkelingsgebieden

.v

In bronnen over ontwikkelingsgebieden kom je verschillende indelingen in categorieën tegen. Wanneer je vervolgens de inhoud leest, blijkt dat alle elementen van ontwikkeling wel aan bod komen, maar dat de rangschikking en de benaming van categorieën kunnen verschillen. In de onderstaande tabel zijn drie indelingen naast elkaar gezet. Indeling VVE Taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid

Indeling 2

Piramide

Cognitieve ontwikkeling

Taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven

Cognitieve ontwikkeling

Denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen

ht

Ed

Denkontwikkeling/ontluikend rekenen

u’ Ac

Opdracht 6

tie

fb

e. Waar mag het onderzoek, naar de mening van Kalthoff, niet toe leiden?

.

d. Welke programma’s hadden aantoonbaar wel effect, volgens Kalthoff?

ig

Motorische en creatieve activiteiten

C

op

yr

Persoonlijke en sociaal-emotionele ontwikkeling

Ontwikkeling van de waarneming Oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning

Lichamelijke ontwikkeling

Motorische ontwikkeling

Expressie- en spelontwikkeling

Kunstzinnige ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Morele ontwikkeling

Persoonlijkheidsontwikkeling

a. Maak een mindmap met behulp van het begrippenkader. Beperk het aantal categorieën en probeer zo veel mogelijk categorieën te combineren. Gebruik zo mogelijk het programma PowerPoint. Zet het woord ‘ontwikkelingsgebieden’ in het midden van de mindmap. Geef aan welke categorieën moeilijk of niet onder te brengen zijn. b. Benoem bij de mindmap per ontwikkelingsgebied minimaal twee interventies (activiteit, gebruik van materialen, interactievaardigheden) waarmee de ontwikkeling van het kind in het genoemde ontwikkelingsgebied gestimuleerd kan worden.

10


VVE-programma’s

Maak in de opdracht gebruik van de ontwikkelingsgebieden zoals in VVE omschreven: 1. taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid 2. denkontwikkeling/ontluikend rekenen 3. motorische ontwikkeling en creatieve activiteiten 4. persoonlijke en sociaal-emotionele ontwikkeling.

.v

Theoriebron Pedagogische middelen <

Interactievaardigheden toepassen bij inzet pedagogische middelen

.

Opdracht 7

tie

fb

Gebruik bij het benoemen van de interactievaardigheden een of meer van de volgende zes: 1. sensitieve responsiviteit 2. respect voor de autonomie van het kind 3. structureren en grenzen stellen 4. praten en uitleggen 5. ontwikkelingsstimulering 6. begeleiden van interacties tussen kinderen.

u’ Ac

a. Bedenk een activiteit ter stimulering van de taalontwikkeling en benoem de interactievaardigheid of interactievaardigheden die je daarbij hanteert.

b. Bedenk een activiteit ter stimulering van de ontwikkeling van rekenvaardigheid en benoem de interactievaardigheid of interactievaardigheden die je daarbij hanteert.

Ed

c. Bedenk een activiteit ter stimulering van de motorische ontwikkeling en benoem de interactievaardigheid of interactievaardigheden die je daarbij hanteert.

ig

ht

d. Bedenk een groepsactiviteit ter stimulering van de sociaal-emotionele ontwikkeling en benoem de interactievaardigheid of interactievaardigheden die je daarbij hanteert. Let erop dat je alle interactievaardigheden ten minste één keer benoemt.

C

op

yr

e. Werk een van de activiteiten uit in termen van doel, aanpak en resultaat en lever de opdracht in bij de docent.

11


Erkende VVE-programma’s

Erkende VVE-programma’s

.

Inleiding

fb

.v

VVE-programma’s stimuleren kinderen op speelse wijze in hun ontwikkeling. Pedagogisch medewerkers in een kindercentrum en leerkrachten op de basisschool worden getraind in het programma waarvoor het centrum of de basisschool kiest. VVE-programma’s kennen een theoretische onderbouwing, een beschrijving van de methodiek en de uitvoering daarvan. Een beschrijving van activiteiten en materialen ondersteunt de pedagogisch medewerker en leerkracht bij het aandacht geven aan alle ontwikkelingsgebieden.

tie

Leerdoelen

ig

ht

Ed

u’ Ac

Je kunt: • laten zien hoe de gespecialiseerd pedagogisch medewerker gebruikmaakt van programma-activiteiten om een van de ontwikkelingsgebieden te stimuleren • laten zien hoe de gespecialiseerd pedagogisch medewerker effectieve interventies toepast gericht op de ontwikkeling van het kind • laten zien hoe de gespecialiseerd pedagogisch medewerker interactievaardigheden toepast in het kader van het VVE-programma.

Voor de spiegel: welke schoenen heb jij aan?

Thema: Hoe zie ik eruit? (Piramide) Spiegels zijn een mooi hulpmiddel om kinderen zichzelf te laten herkennen en ook andere kinderen weerspiegeld te zien. De lichaamsdelen kunnen worden benoemd. De kinderen kunnen verschillen en overeenkomsten tussen henzelf en de andere kinderen in de spiegel zien. Ze kunnen naar de spiegel rennen en zien wat het effect daarvan op het spiegelbeeld is. Ook kunnen ze zwaaien en tegen de spiegel gaan staan, zodat de eigen neus en gespiegelde neus elkaar raken. Neem drie kinderen in gedachten, die voor de spiegel staan.

yr

Opdracht 1

C

op

Theoriebron Erkende VVE-methoden < Theoriebron Pedagogische middelen <

12

a. Je hebt vijf pedagogische middelen die je kunt inzetten om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Welke vijf zijn dit?


Erkende VVE-programma’s

b. Noem begrippen die bij het kijken in de spiegel gebruikt kunnen worden en maak onderscheid tussen woordgroepen die horen bij: dat ben ik: eigen lichaamsdelen (twaalf begrippen) kijken naar elkaar: overeenkomsten en verschillen (vier begrippen, bijvoorbeeld haren) begrippen die bij de lichaamsverzorging horen (twaalf begrippen, bijvoorbeeld douchen). c. Ontwerp een netwerk van begrippen.

.v

.

• • •

u’ Ac

tie

fb

d. Zoek op internet een liedje dat past bij het thema en waarbij de kinderen ook motorische bewegingen maken.

ht

Ed

e. Maak samen een plan voor de inrichting van het lokaal, waarin je het thema ‘Hoe zie ik eruit?’ laat terugkomen. Maak onderscheid tussen de inrichting van de ontdekhoek, de taalhoek en de huishoek en besteed aandacht aan de woorden in het netwerk van begrippen. f. Bedenk samen vijf activiteiten die passen bij het thema.

h. Hoe kun je de groep gebruiken om de ontwikkeling te stimuleren in het thema?

C

op

yr

ig

g. Welke ontwikkelingsgebieden komen aan bod in het thema?

13


Erkende VVE-programma’s

.

a. Over welk ontwikkelingsgebied handelt het handelingsplan?

tie

Voorbeeld Handelingsplanformulier peuteropvang Chang <

Kenmerkend voor een VVE-programma is dat er eerst gekeken wordt naar de mate van ontwikkeling in een bepaald ontwikkelingsgebied of een relevant deel daarvan. Daarna worden een of meer doelen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd en wordt bedacht wanneer en hoe er wordt geëvalueerd. Vervolgens wordt het doel concreet ingevuld met een nauwkeurige beschrijving van de activiteit, de materialen en middelen en – indien van toepassing – de in te zetten interactievaardigheden. Bekijk het voorbeeld van een handelingsplan opgesteld door de pedagogisch medewerker in het document dat je via de link kunt openen.

.v

Theoriebron Erkende VVE-methoden <

Handelingsplan taalvaardigheid

fb

Opdracht 2

u’ Ac

b. Wat staat er in het document over de ontwikkeling van Chang met betrekking tot andere ontwikkelingsgebieden?

Ed

c. Waarom is het van belang te weten hoe groot de taalvaardigheid van Chang in de moedertaal is?

ig

ht

d. Vind je de doelstelling SMART geformuleerd? Motiveer je antwoord.

C

op

yr

e. Past de activiteit bij de te gebruiken materialen/middelen?

f. Welke interactievaardigheid past de pedagogisch medewerker toe?

g. Is het evaluatiemoment helder?

14


Erkende VVE-programma’s

fb

Voorbeeld Handelingsplanformulier peuteropvang Jonas <

Kenmerkend voor een VVE-programma is dat er eerst gekeken wordt naar de mate van ontwikkeling in een bepaald ontwikkelingsgebied of een relevant deel daarvan. Daarna worden een of meer doelen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch Tijdgebonden) geformuleerd en wordt bedacht wanneer en hoe wordt geëvalueerd. Vervolgens wordt het doel concreet ingevuld met een nauwkeurige beschrijving van de activiteit, de materialen en middelen en – indien van toepassing – de in te zetten interactievaardigheden. Bekijk het voorbeeld van een handelingsplan opgesteld door de pedagogisch medewerker in het document dat je via de link kunt openen.

tie

Theoriebron Erkende VVE-methoden <

Handelingsplan speel-leerontwikkeling/persoonlijkheidsontwikkeling

a. Over welk ontwikkelingsgebied handelt het handelingsplan?

u’ Ac

Opdracht 3

.v

.

h. Zijn er verbeterpunten te benoemen?

Ed

b. Wat staat er in het document over de ontwikkeling van Jonas met betrekking tot andere ontwikkelingsgebieden?

ht

c. Waarom is het van belang te weten hoe groot de taalvaardigheid van Jonas is?

e. Past de activiteit bij de te gebruiken materialen/middelen?

C

op

yr

ig

d. Vind je de doelstelling SMART geformuleerd? Motiveer je antwoord

f. Welke interactievaardigheid past de pedagogisch medewerker toe?

15


Erkende VVE-programma’s

.

g. Is het evaluatiemoment helder?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u’ Ac

tie

fb

.v

h. Zijn er verbeterpunten te benoemen?

16


Organisatie en groepsmanagement

.

Organisatie en groepsmanagement

.v

Inleiding

u’ Ac

Leerdoelen

tie

fb

De speel- en leeractiviteiten vormen de kern van alle VVE-programma’s. Spel is voor kinderen de belangrijkste manier om de wereld te verkennen en nieuwe ervaringen op te doen. Er zijn zeer veel verschillende manieren om spelenderwijs nieuwe vaardigheden te oefenen. Bij het samenstellen van een activiteitenprogramma is het belangrijk dat voldoende variatie wordt geboden wat betreft de verschillende soorten spelactiviteiten. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen het soort activiteit en de vorm van de begeleiding.

Opdracht 1

De VVE-programma’s gaan ervan uit dat alle verschillende ontwikkelingsgebieden van kinderen de hele dag gestimuleerd worden. Hieronder staat het ochtendschema van een groep twee- tot vierjarige kinderen in een peuterspeelzaal. 1. Geef in de tweede kolom van het schema aan op welk moment van de dag aandacht besteed kan worden aan het stimuleren van welk ontwikkelingsgebied. Kies een ontwikkelingsgebied en geef in de laatste kolom aan met welke activiteiten je de ontwikkeling gaat ondersteunen. Let erop dat je meerdere ontwikkelingsgebieden aan de orde laat komen. 2. Benoem per activiteit waarom de activiteit die je voorstelt past bij het ontwikkelingsgebied. Beschrijf de activiteit op een praktische manier: wat ga je doen? 3. Beargumteer in discussie met medestudenten waarom de benoemde activiteiten passen bij het ontwikkelen van een bepaald ontwikkelingsgebied. 4. Denk kritisch mee met de genoemde activiteiten en ontwikkelingsgebieden die je medestudenten hebben bedacht.

C

op

yr

ig

ht

Theoriebron Organisatie en groepsmanagement <

Dagritme

Ed

Je kunt: • laten zien hoe de gespecialiseerd pedagogisch medewerker interactievaardigheden toepast in het kader van het VVE-programma • aangeven wat belangrijke aandachtspunten zijn binnen het dagritme van een VVE-groep • drie vormen van begeleiding van speel- en leeractiviteiten benoemen en onderscheiden.

17


Organisatie en groepsmanagement

Programmadeel

Ontwikkelingsgebied

Activiteit

Binnenkomst kinderen

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Samen ouders uitzwaaien

.v

.

Spelen 07.30-08.30 Opruimen 08.30-08.45

fb

Activiteit 08.45-09.15 Drinken en fruit eten 09.15-09.45

tie

Verschonen 09.45-10.00 uur

u’ Ac

Thema: de bakkerij 10.00-11.15 Opruimen en handen wassen 11.15-11.30

Tussen 11.30 en 11.45 worden de kinderen opgehaald

Casus

Je loopt stage bij het kindercentrum Timmie. Binnen Timmie wordt binnenkort gestart met een VVE-groep. De leidsters hebben voor deze groep een speciaal dagritme bedacht, zodat de kinderen zo veel mogelijk gestimuleerd worden in de ontwikkeling. De leidsters vragen jou om kritisch mee te denken over het dagritme dat ze ontworpen hebben. Je vindt het in de volgende tabel.

ig

ht

Theoriebron Organisatie en groepsmanagement <

Advies geven over ontwikkelingsgebieden en activiteiten in dagschema

Ed

Opdracht 2

Activiteit

08.45-09.00 uur

De kinderen worden door de ouders gebracht en gaan in de kring zitten.

C

op

yr

Tijd

18

09.00-09.15 uur

We zingen een begroetingsliedje en lezen een verhaaltje voor over het thema van de maand.

09.15-09.45 uur

We gaan een knutselactiviteit doen die bij het thema hoort.

09.45-10.15 uur

We gaan in de kring zitten om te drinken en zingen de liedjes die bij het thema horen.

10.15-10.30 uur

De kinderen gaan plassen of worden verschoond.


Organisatie en groepsmanagement

We doen een activiteit die is gericht op de denkontwikkeling en het ontluikend rekenen.

11.00-11.30 uur

De kinderen gaan buiten gymmen.

11.30 uur

De kinderen worden opgehaald door de ouders.

.v

.

10.30-11.00 uur

Theoriebron Speel- en leeractiviteiten <

Begeleidingsvorm en activiteitensoort

Ed

Opdracht 3

u’ Ac

tie

fb

Geef in eigen bewoordingen aan wat je ervan vindt en wat jouw advies is. Benoem drie duidelijke punten ter verbetering.

Behalve door het ondersteunen van de ontwikkeling tijdens de dagelijkse bezigheden kan de ontwikkeling van kinderen gestimuleerd worden door gerichte activiteiten aan te bieden. In de theoriebron worden verschillende soorten activiteiten en verschillende vormen van begeleiding genoemd.

ig

ht

Hierna is in tabelvorm weergegeven welke combinaties van welke activiteitensoort en begeleidingsvorm mogelijk zijn. Geef voor iedere combinatie een kort voorbeeld. Taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

Denkontwikkeling/ ontluikend rekenen

Motorische en creatieve activiteiten

Persoonlijke en sociaal-emotionele ontwikkeling

yr

Vrij spel

Geleid spel

C

op

Begeleid spel

19


Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

.

Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

.v

Inleiding

tie

fb

Klimrekken, een kasteel, loopbanken, matten, blokken, verf en kwasten, een bouwhoek, een keuken, een zandtafel en een taalhoek geven het kind alle gelegenheid om te spelen, te ontdekken en te leren. Als pedagogisch medewerker of leerkracht stimuleer je kinderen zo veel mogelijk zelf te ontdekken. Tegelijkertijd is VVE erop gericht om bij kinderen met een onderwijsachterstand gericht activiteiten, materialen en interactievaardigheden in te zetten. In dit deel ontwerpen we twee groepsactiviteiten en een individueel plan.

Leerdoelen

ig

ht

Ed

Je kiest passende activiteiten en materialen om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Je kunt: – activiteiten opzetten en uitvoeren om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren – geschikte materialen inzetten om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren – interactievaardigheden toepassen bij het uitvoeren van activiteiten en het inzetten van materialen.

u’ Ac

yr

Verf en kwasten geven het kind alle gelegenheid om te spelen, te ontdekken en te leren.

C

op

Opdracht 1

Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE < Werkmodel Activiteitenplan thema lente <

20

Thema Lente Ontwerp met behulp van Werkmodel Activiteitenplan thema lente een activiteit en besteed daarbij aandacht aan de volgende zaken: • Ontwerp een begrippennetwerk: maak daarbij onderscheid tussen basisbegrippen en extra begrippen. • Besteed aandacht aan de inrichting van de: – ontdekhoek – bouwhoek/mat – zandtafel/huishoek – taalhoek. • Bedenk spelsituaties zoals het uitbeelden van beesten, nadoen van het geluid van beesten, met blokken of constructiemateriaal een dierentuin inrichten.


Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

Kies een voorleesboek waar dieren in voorkomen en bedenk: – welke ontwikkelingsgebieden je kunt activeren – hoe je de kinderen betrekt bij het voorlezen (gebaren, geluiden enzovoort). • Bedenk welke materialen je wilt aanschaffen (hoe kun je ontkiemende plantjes laten zien in het lokaal, takjes, veertjes enzovoort?). • Maak een schets van een thematafel. • Zoek op internet liedjes die bij het thema passen. • Bedenk welke activiteiten je buiten kunt uitvoeren. • Bedenk hoe je ouders bij de activiteit kunt betrekken: – Maak een informatiefolder voor de ouders. – Geef de ouders suggesties voor activiteiten thuis. Kijk hoe de anderen in de klas vorm hebben gegeven aan de opdracht en noteer wat jou aanspreekt.

Ontwerp met behulp van Werkmodel Activiteitenplan thema verkeer een activiteit en besteed daarbij aandacht aan de volgende zaken: • Ontwerp een begrippennetwerk: maak daarbij onderscheid tussen basisbegrippen en extra begrippen. • Besteed aandacht aan de inrichting van de: – ontdekhoek – bouwhoek – zandtafel/huishoek – taalhoek. • Bedenk spelsituaties zoals spelen met de trein en autorijden, in- en uitstappen, oversteken om naar de overkant te lopen, bouwen aan de straat, de bushalte, een treinstation enzovoort. – Benoem bij iedere spelsituatie: a. de activiteit b. het materiaal dat je wilt aanschaffen of meeneemt (dan wel vraagt mee te nemen door kinderen of ouders) c. de in te zetten interactievaardigheden. • Kies een voorleesboek over reizen en bedenk: – welke ontwikkelingsgebieden je kunt activeren – hoe je de kinderen betrekt bij het voorlezen (gebaren, geluiden, commentaar geven, het kind mag niet zomaar oversteken zonder te kijken, oversteken oefenen enzovoort). • Bedenk welke materialen je wilt aanschaffen of mee laten nemen (treintjes, auto’s, namaakverkeersborden, foto’s van Madurodam). • Maak een schets van een thematafel. • Bedenk welke activiteiten je buiten kunt uitvoeren. • Zoek op internet liedjes die bij het thema passen. • Bedenk hoe je ouders bij de activiteit kunt betrekken: – Maak een informatiefolder voor de ouders. – Geef de ouders suggesties voor activiteiten thuis. Kijk hoe de anderen in de klas vorm hebben gegeven aan de opdracht en noteer wat jou aanspreekt.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Werkmodel Activiteitenplan thema verkeer <

tie

Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE <

Thema Verkeer

u’ Ac

Opdracht 2

fb

.v

.

21


Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

Je werkt bij peuterspeelzaal Speuldorp. Speuldorp is een instelling die gebruikmaakt van een centrumgericht VVE-programma. In deze opdracht gaan jullie samen een behandelingsplan maken op basis van een beschrijving (casus) van een kind met een ontwikkelingsachterstand.

.

Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE <

Behandelingsplan voor individueel kind maken 1

.v

Opdracht 3

Casus

fb

Annemieke is 3½ jaar en gaat naar de peuterspeelzaal in haar dorp. Ze kan zich maar kort ergens mee bezighouden, is druk en kan de grenzen van de andere peuters niet goed inschatten. Wanneer een ander kind in de peuterspeelzaal ergens mee speelt, wil zij daar ook mee spelen. Na korte tijd wil ze weer materiaal gebruiken waar een andere kind mee bezig is. Ze pakt dingen af en duwt kinderen weg. Ze zoekt voortdurend grenzen op. Ze kijkt steeds hoe ver ze kan gaan. Pedagogisch medewerker Tamara besluit het gedrag van Annemieke met haar ouders te bespreken. Ze herkennen veel van wat Tamara over hun dochter vertelt. Thuis vertoont Annemieke hetzelfde gedrag. Wanneer ze van haar ouders niet heel erg duidelijk nee te horen krijgt, kan ze eindeloos doordreinen en zeuren. Daarnaast slaapt ze slecht en dat kost haar ouders veel energie. In het gesprek komt naar voren dat er in het gezin geen sprake is van een vast dagritme. Er wordt op verschillende tijden gegeten, soms aan tafel, soms op de bank voor de tv, en er zijn geen vaste tijden voor het naar bed gaan. De vader werkt in het onderwijs en de moeder heeft een baan in de ICT. De moeder is nogal eens laat thuis en dan wordt er ook laat gegeten. De ouders geven aan dat ze het moeilijk vinden grenzen te stellen, vooral wanneer Annemieke boos wordt, gaat stampvoeten of huilen. Eigenlijk weten ze zich geen raad met het moeilijke gedrag van hun dochter. Tamara en de ouders spreken af dat de peuterspeelzaal een behandelingsplan gaat opstellen en aan de hand daarvan aandacht gaat besteden aan het gedrag van Annemieke. Tamara vraagt de ouders ook of ze belang hebben bij een opvoedingsconsulent. De ouders worden dan ondersteund in de opvoeding van Annemieke. Tamara biedt aan hen aan te melden. De ouders vinden dat een goed idee.

Ed

u’ Ac

tie

Handelingsplanformulier peuteropvang <

C

op

yr

ig

ht

Stel met behulp van het handelingsplanformulier en het voorbeeld-handelingsplanformulier zelf een behandelingsplan op: • Formuleer de probleemstelling. • Maak een doel(stelling) (SMART) voor de komende maand. • Bedenk hoe en wanneer je gaat evalueren. • Benoem de inhoud van de activiteit. • Bepaal welke materialen en middelen je gebruikt. • Benoem de belangrijkste interactievaardigheid om het doel te realiseren. • Bedenk of je een aparte ruimte nodig hebt en of je andere collega’s inschakelt. • Bedenk welke rol andere kinderen kunnen spelen bij het realiseren van het doel. • Bedenk hoe je de evaluatie uitvoert en wat de vervolgacties kunnen zijn.

22


Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

Je werkt bij peuterspeelzaal Speuldorp. Speuldorp is een instelling die gebruikmaakt van een centrumgericht VVE-programma. In deze opdracht gaan jullie samen een behandelingsplan maken op basis van een beschrijving (casus) van een kind met een ontwikkelingsachterstand.

.

Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE <

Behandelingsplan voor individueel kind maken 2

.v

Opdracht 4

Casus

fb

tie

Voorbeeld Handelingsplanformulier peuteropvang Chang <

De moeder van de tweejarige Danielle heeft moeite om het gezin met drie kinderen, van wie Danielle de jongste is, op orde te houden. Haar man is zeeman, zelf werkt ze een halve dag in een zorgcentrum. Haar ouders zorgen soms voor de kinderen en ook een buurvrouw springt weleens in. Moeder geeft aan dat Danielle aandacht tekort komt en naar haar idee moeite heeft om haar weg te vinden bij al die verschillende opvoeders. Ze sleept haar stoffen pop overal mee naartoe, praat ertegen en neemt de pop ook altijd mee naar de peuterspeelzaal. In de peuterspeelzaal zoekt ze een hoekje op waar ze het hele lokaal kan overzien en ze houdt de pop stevig vast. Er is één pedagogisch medewerker, Lotje, bij wie ze wel op schoot wil zitten. Lotje trekt veel tijd voor Danielle uit, maar ziet ook dat Danielle sinds ze een maand geleden op de peuterspeelzaal is gekomen, nog weinig anders doet dan met de pop in een hoekje zitten. Als zij er is, wil Danielle bij haar op schoot zitten kijken. Ze vraagt jullie eens na te denken over een behandelingsplan voor de tweede maand van Danielle in peuterspeelzaal Speuldorp.

u’ Ac

Handelingsplanformulier peuteropvang <

C

op

yr

ig

ht

Ed

Stel met behulp van het handelingsplanformulier en het voorbeeld-behandelingsplanformulier zelf een behandelingsplan in: • Formuleer de probleemstelling. • Maak een doel(stelling) (SMART) voor de komende maand. • Bedenk hoe en wanneer je gaat evalueren. • Benoem de inhoud van de activiteit. • Bepaal welke materialen en middelen je gebruikt. • Benoem de belangrijkste interactievaardigheid om het doel te realiseren. • Bepaal de rol die Lotje speelt bij het toepassen van de interactievaardigheden. • Bedenk hoe Danielle vanuit de veiligheid die ze bij Lotje ervaart toch haar plek kan innemen in de groep. • Geef aan hoe je de andere kinderen kunt betrekken in het opnemen van Danielle in de groep. • Bedenk of je een aparte ruimte nodig hebt en of je andere collega’s nodig hebt. • Bedenk hoe je de evaluatie uitvoert en wat de vervolgacties kunnen zijn.

23


Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

Opdracht 5

Maken van een poppenkastverhaal

tie

fb

.v

.

Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE <

u’ Ac

In het lokaal van de kinderopvang hangt een poster waarvan hier een gedeelte is weergegeven.

Ed

Kies een van de thema’s die je ziet afgebeeld voor het maken van een vrolijk verhaal in de vorm van een poppenspel met een serieuze ondertoon; duur: 15 minuten. • Benoem het ontwikkelingsgebied dat je hiermee aanspreekt. • Wat is je doel/wat wil je dat de kinderen ervan leren? • Bedenk het verhaal en de rollen van de poppen. • Neem de vragen die je de kinderen gaat stellen tijdens het spel op in het uitgeschreven verhaal. • Geef aan welke materialen je nodig hebt. • Teken in het geschreven verhaal de poppenkast en de poppen.

ht

Vertel je medestudenten in de klas kort waar het verhaal over gaat en wat het doel en de boodschap ervan zijn. Leg ook uit welke pop welke rol vervult en hoe je de kinderen bij je verhaal wilt betrekken. Vraag je medestudenten of ze aanvullingen of verbetersuggesties hebben en vraag door.

C

op

yr

ig

Let er bij de verhalen van anderen op of het doel van het spel goed tot uitdrukking komt. Let er daarnaast op of je als ‘kind’ geboeid raakt door het spel en of je geboeid blijft. Noteer welk deel van het verhaal jou het meest boeide en waarom.

24


.v

Ouders betrekken bij de activiteiten van VVE-instelling

.

Ouders betrekken bij de activiteiten van VVE-instelling

fb

Inleiding

tie

Het betrekken van ouders bij de ontwikkeling van hun kind is een belangrijk onderdeel van een VVE programma. Als ouders en opvang samenwerken dan versterkt dit het effect van het VVE programma.

Leerdoelen

Casus

Mariama is een kind dat nog maar kort op de peuterspeelzaal is. Deze week blijft ze voor het eerst drie uur in plaats van twee in de ochtend. Mariama is verlegen en heel voorzichtig. Ze durft niet van de glijbaan bij het kasteel en kijkt verlangend, maar ook wat angstig, naar het autootje waar Kevin in rondrijdt. Stagiaire Nienke is het de voorgaande week gelukt om haar in het autootje te laten rijden. Mariama durft haar grenzen te verleggen wanneer de rustige en stoere Nienke in de buurt is. De moeder komt binnen en ze vertelt dat Mariama gisteravond erg onrustig was. Volgens haar is drie uur waarschijnlijk nog wat veel voor haar dochter. Jij hebt gisteren niets aan Mariama gemerkt. Ze was vrolijk en speelde rustig, iets teruggetrokken met een pop in een rustig hoekje. Ze zocht contact met Nienke. Jij en je collega’s hebben gemerkt dat de moeder het lastig vindt om Mariama achter te laten en je vraagt je af of ze daarom het kind graag weer eerder thuis heeft.

Geef aan hoe je het gesprek met de moeder van Mariama gaat voeren. Nienke is er deze ochtend ook en er is nog een pedagogisch medewerker aanwezig.

C

op

yr

ig

ht

Theoriebron Ouders betrekken bij VVE <

Halen en brengen

Ed

Opdracht 1

u’ Ac

Je kunt: • vertellen wat het belang is van ouderbetrokkenheid • van verschillende momenten gebruik maken om ouders te informeren over het VVE programma • verschillende middelen en materialen maken om ouders te betrekken bij het VVE programma

25


Ouders betrekken bij de activiteiten van VVE-instelling

Theoriebron Ouders betrekken bij VVE <

Het belang van ouderbetrokkenheid Om de ontwikkeling van kinderen optimaal te kunnen stimuleren, is het belangrijk dat ook ouders in de thuissituatie aandacht besteden aan de stimulering van de ontwikkeling. In de VVE-programma’s wordt dan ook expliciet aandacht besteed aan de betrokkenheid van ouders.

.

Opdracht 2

tie

fb

.v

a. Geef drie redenen waarom het belangrijk is om ouders te betrekken bij hetgeen je doet op het kinderdagverblijf/de peuterspeelzaal.

Theoriebron Ouders betrekken bij VVE <

Ouders betrekken bij het thema

Bekijk het Filmpje in het VVE-programma Startblokken. In de meeste VVE-programma’s wordt expliciet aandacht besteed aan themagericht of projectmatig werken.

ht

Opdracht 3

Ed

u’ Ac

b. Geef vier voorbeelden hoe je ouders kunt aanmoedigen om thuis de ontwikkeling te stimuleren.

Kies samen een thema dat past bij een bepaalde leeftijd (2 tot 7 jaar).

ig

Filmpje Thema’s in het VVE-programma Startblokken <

C

op

yr

Maak een plan van aanpak: • Geef aan hoe je de ruimte gaat inrichten. (Gebruik daarbij zo veel mogelijk onderdelen van de ruimte en zo veel mogelijk materialen.) • Bedenk de woorden die je aan de hand van het thema wilt aanleren. • Maak een poster voor de kinderen, waarbij je een koppeling aanbrengt tussen woorden en beelden. • Bedenk twee activiteiten en twee spelvormen bij het thema en bepaal hoe je ouders kunt betrekken bij het uitvoeren van de activiteiten of de spellen. • Beschrijf samen de middelen en materialen waarmee je ouders bij het thema gaat betrekken. • Bedenk hoe je ouders alvast vertelt over het thema bij de breng- en haalmomenten. Maak de middelen (nieuwsbrief, filmpje, presentatie, …) bedoeld om de ouders te betrekken. Presenteer aan je medestudenten welke middelen en materialen je hebt ingezet om de ouders te betrekken. Licht toe hoe je de middelen en de materialen hebt ingezet en waarom je juist voor deze vorm hebt gekozen.

26


Ouders betrekken bij de activiteiten van VVE-instelling

C

op

yr

ig

ht

Ed

u’ Ac

tie

fb

.v

.

Wat vonden jullie het belangrijkst aan het realiseren van de ouderbetrokkenheid? Met andere woorden: welke van de achterliggende gedachten van ouderbetrokkenheid heeft bij jullie de meeste nadruk gekregen?

27


Reflectievragen

Reflectievragen Opdracht 1

Reflectie op de lesstof

fb

.v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Opdracht 2

u’ Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ht

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

yr

ig

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

op

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

Opdracht 3

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

28


Reflectievragen

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Samenwerken

tie

Opdracht 4

fb

.v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

u’ Ac

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

C

op

yr

ig

ht

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

29


Theoriebron VVE-programma’s

.

Theoriebron VVE-programma’s

.v

Inleiding

u’ Ac

tie

fb

Gemeenten en onderwijs zijn verantwoordelijk voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Volgens de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (wet OKE) zijn scholen verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie in groep 1 en 2 (4 tot 6 jaar) en is de gemeente verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie (2½ tot 4 jaar). De gemeente voert deze taak uit door afspraken te maken met peuterspeelzalen en/of de kinderopvang. Deze peuterspeelzalen en kinderopvang maken gebruik van erkende centrumgerichte VVE-programma’s om de kinderen te begeleiden. Centrumgericht wil zeggen dat het programma geschikt is om in een centrum (kinderopvang of peuterspeelzaal) gebruikt te worden. Er zijn ook gezinsgerichte programma’s, die zich op voorschoolse educatie van het kind binnen het gezin richten.

Verantwoordelijkheid en financiering

ht

Ed

Basisscholen krijgen via de 'gewichtenregeling' geld voor de vroegschoolse educatie. Het 'gewicht' van een kind wordt bepaald op basis van het opleidingsniveau van de ouders. Gemeenten ontvangen via het gemeentefonds de middelen voor voorschoolse educatie. De hoogte van het budget is vooral gebaseerd op het aantal 'leerlinggewichten'. Wanneer ouders weinig opleiding hebben, krijgt het kind extra ‘gewicht’ toegekend. Het geld wordt toegekend aan instellingen voor kinderopvang of aan peuterspeelzalen die met een erkend VVE-programma werken. VVE-programma's stimuleren peuters en kleuters spelenderwijs op het gebied van taalontwikkeling, beginnende rekenvaardigheid, motorische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.

ig

Gezinsgerichte programma’s

C

op

yr

Gezinsgerichte programma’s richten zich op het vergroten van de (taal)vaardigheid van kinderen en ouders en kunnen de oudercomponent van een centrumgericht programma (deels) vervangen of aanvullen. De ouders nemen deel aan groepsbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten is er aandacht voor inhoudelijke thema’s, zoals opgroeien, opvoeden en de ouder-kind-interactie. De ouders wisselen ervaringen met elkaar uit. Daarnaast krijgen ze informatie over het belang van voorschoolse educatie en worden ze gestimuleerd om hun kind daarvoor op te geven. Een ‘contactmedewerker’ bezoekt het gezin regelmatig, doet oefeningen met ouders en kinderen en bevordert de interactie in het gezin. Opstap en VVE Thuis zijn voorbeelden van gezinsgerichte programma’s die nauw aansluiten bij de voor- en vroegschoolse educatie. Een programma dat ook ouders bij de ontwikkeling van het kind betrekt, versterkt het effect van het uitgevoerde VVE-programma op de peuterspeelzaal of in de kinderopvang.

30


Theoriebron VVE-programma’s

Kenmerken van een erkend centrumgericht VVE-programma

tie

fb

.v

.

Het begrip VVE-programma beperkt zich tot programma’s die voldoen aan de volgende criteria (Nap-Kolhoff et al, 2008): • Het programma wordt uitgevoerd in een centrum. • Er is sprake van een doorgaande leerlijn over meerdere voor- en vroegschoolse jaren. • Het programma kent een aanbod van minimaal twee dagdelen per week. • Binnen het programma is voorzien in een trainingscomponent. • Er is sprake van een gestructureerde didactische aanpak. • Het programma voorziet in middelen om de intensieve begeleiding van kinderen te maximaliseren (bijvoorbeeld voorwaarden aan de dubbele bezetting en groepsgrootte).

Programma’s opgenomen in de databank

u’ Ac

Op de website van het Nederlands Jeugdinstituut vind je de integrale (centrumgerichte) en de aanvullende (gezinsgerichte) programma’s die in de databank opgenomen zijn. Goedgekeurde programma’s zijn: • Sporen • Piramide • Kaleidoscoop • Doe meer met Bas • Speelplezier • Ko-taal (Puk en Ko) • Startblokken. Enkele VVE-methoden worden in een aparte theoriebron besproken. Tijdens de stage krijg je vast te maken met een van deze VVE-programma’s.

Ed

Website Nederlands Jeugdinstituut <

ht

Ontwikkelingsgebieden volgens de wet OKE

C

op

yr

ig

De ontwikkeling van kinderen wordt in de wet OKE opgedeeld in vier gebieden: • taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid: het vergroten van de woordenschat, het maken van volledige zinnen, het begrijpen en vertellen van verhalen • denkontwikkeling/ontluikend rekenen: het leren tellen, meten en de oriëntatie in ruimte en tijd • motorische ontwikkeling en creatieve activiteiten: het ontwikkelen van grove en fijne motoriek Lopen, rennen, balbeheersing, klauteren, springen, bouwen met grote en kleine blokken, verven en tekenen, kleien, knippen en plakken, uit elkaar halen en in elkaar zetten van blokjes dragen allemaal bij aan de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek en de oog-handcoördinatie. Motorische ontwikkeling ondersteunt de oriëntatie in de ruimte. • persoonlijke en sociaal-emotionele ontwikkeling: het stimuleren van zelfstandigheid, zelfvertrouwen en het samen spelen en werken.

31


Theoriebron VVE-programma’s

Beschrijvingen van ontwikkelingsgebieden in VVE-programma’s

fb

.v

.

In de beschrijving van VVE-programma’s vind je verschillende indelingen en voor de ontwikkelingsgebieden worden soms andere termen gebruikt. Wanneer je vervolgens de inhoud leest, blijkt dat alle elementen van ontwikkeling wel aan bod komen, maar dat de omschrijving en de rangschikking verschillen. Sommige VVE-programma’s leggen sterker de nadruk op expressie of persoonlijkheidsontwikkeling en dat zie je dan terug in de indeling van de ontwikkelingsgebieden. In de tabel zijn drie indelingen naast elkaar gezet. Algemene indeling ontwikkelingspsychologie

Indeling volgens VVE-programma Piramide

Taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid

Cognitieve ontwikkeling

Taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven

Denkontwikkeling/ontluikend rekenen

Cognitieve ontwikkeling

Denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen

u’ Ac

tie

Indeling VVE volgens de wet OKE

Ontwikkeling van de waarneming Oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning

Lichamelijke ontwikkeling

Ed

Motorische ontwikkeling en creatieve activiteiten

C

op

yr

ig

ht

Persoonlijke en sociaal-emotionele ontwikkeling

32

Motorische ontwikkeling

Expressie- en spelontwikkeling

Kunstzinnige ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Morele ontwikkeling

Persoonlijkheidsontwikkeling


Theoriebron Pedagogische middelen

.

Theoriebron Pedagogische middelen

.v

Inleiding

tie

fb

In een leerrijke omgeving beschikt de VVE-professional over materialen, toestellen en speelgoed in soorten en maten. De aanwezigheid van kwalitatief goed materiaal en een prettige omgeving zijn heel belangrijk. Zeker zo belangrijk is de kennis en de kunde van de VVE-professional (pedagogisch medewerker) om al dat leerrijke materiaal op allerlei manieren te gebruiken voor de ontwikkeling van de kinderen.

u’ Ac

Pedagogische middelen die de VVE-professional gebruikt

Ed

Als pedagogische medewerker kun je vijf pedagogische middelen inzetten om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren: • de groep • de interactie tussen kinderen • de ruimte • de activiteiten • de materialen. De VVE-professional hanteert interactievaardigheden bij de inzet van pedagogische middelen. Aan de hand van de pedagogische middelen komen ook de te gebruiken interactievaardigheden aan de orde.

ht

Interactievaardigheden

yr

ig

Interactie is de wisselwerking, in dit geval tussen jou en het kind. Door de interactie beïnvloed jij het kind en het kind jou. In het pedagogisch kader worden zes interactievaardigheden beschreven. Door de verschillende interactievaardigheden goed toe te passen creëer je een klimaat waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen. Het gaat om:

C

op

• •

emotionele ondersteuning bieden (sensitieve responsiviteit, SR) Voelen kinderen zich begrepen, geaccepteerd en veilig? respect voor de autonomie van het kind (RA) Kan een kind zich in eigen tempo ontwikkelen en treedt er naarmate het kind ouder wordt een verschuiving op van afhankelijkheid naar autonomie? leidinggeven en structuur bieden (structureren en grenzen stellen, SG) Kan een kind een situatie overzien en heb je realistische verwachtingen van het kind zodat het kind niet over- of ondervraagt wordt? informatie en uitleg geven (praten en uitleggen, PU) Leert een kind zijn taalschat te vergroten?

33


Theoriebron Pedagogische middelen

.

ontwikkelingsstimulering (OS) Als de kinderen (nieuwe) dingen krijgen aangeboden, kunnen de kinderen dan oefenen en krijgen ze de kans om zich in hun eigen tempo verder te ontwikkelen? begeleiden van interacties tussen kinderen (BI) Stimuleer je positieve interacties tussen kinderen en geef je het kind de kans om te leren samenwerken met anderen?

fb

.v

Uit onderzoek blijk dat de basale interactievaardigheden – sensitieve responsiviteit, autonomie respecteren en structuur bieden – door de meeste pedagogisch werkers voldoende tot goed worden beheerst. De zogenoemde educatieve interactievaardigheden – praten en uitleggen, ontwikkeling stimuleren en interacties in de groep begeleiden – werden in ruim 70% van de gevallen echter nog onvoldoende beheerst. Aan de hand van de pedagogische middelen komen ook de te gebruiken interactievaardigheden aan de orde.

tie

De groep

Ed

u’ Ac

In een groep kan een kind zich sociaal-emotioneel ontwikkelen, mits de groep een fijne sfeer heeft waarin een kind zich prettig voelt. Je probeert kinderen bij elkaar te betrekken, bijvoorbeeld door hen te stimuleren elkaar te troosten. Je toont respect voor de autonomie van het kind. Je steunt het kind dat zich te gemakkelijk laat overrompelen en helpt het weerbaarder te worden. Je schept duidelijkheid voor kinderen door structuur te bieden en grenzen te stellen. Een vast dagritme en vaste routines (opruimen met een bekend liedje, samen aan tafel en duidelijke regels) geven rust. Je biedt het kind waar mogelijk (beperkte) keuzes aan, zodat er voldoende ruimte is voor een autonome keuze. (‘Wil je meedoen aan het spel of wil je blijven puzzelen?’) Bij ongewenst gedrag is het belangrijk dat je kort verwoordt waarom iets niet mag (‘Niet slaan, dat doet pijn’).

De interactie tussen kinderen

C

op

yr

ig

ht

In de groep vindt de interactie tussen kinderen plaats. Daar wordt het kind regelmatig geconfronteerd met het feit dat de eigen belangen botsen met die van andere kinderen of volwassenen. Wanneer kinderen samen bouwen aan een huis, een toren of een garage, moeten ze keuzes maken over de vorm, de hoogte of het aantal ramen. Ook komen ze lastigheden tegen, zoals het omvallen van de toren. Ze leren overleggen, krijgen praktisch (technisch) inzicht en ontwikkelen motorische vaardigheden. Door elkaar te observeren en te imiteren, leren ze dat er meerdere oplossingen zijn. Je gebruikt situaties om positieve interacties tussen kinderen onderling te bevorderen. Wanneer kinderen er samen niet uitkomen, help je mee te denken door praten en uitleggen. Je reageert sensitief-responsief op de suggesties van de kinderen door positieve aandacht te geven aan de oplossingen die ze aandragen.

34


Theoriebron Pedagogische middelen

De ruimte

tie

fb

.v

.

De plaatsing en het gebruik van materialen en toestellen in de ruimte is belangrijk voor het leren. Een speellokaal met veilige matten maakt dat kinderen zonder risico kunnen klauteren, springen en rollen. Een open kast met speelgoed nodigt uit tot gebruik. Flesjes gevuld met bonen, steentjes of zand klinken verschillend wanneer het kind ze schudt. Een paar kinderen spelen treintje en gaan met stoeltjes slepen. Je zoekt met de kinderen naar toestellen en materialen om de situatie nog realistischer te maken. Je ziet bijvoorbeeld een fluitje en je vraagt de kinderen wat je met dat fluitje kunt doen. Je gebruikt de situatie, vraagt waar de reis naartoe gaat, wie er allemaal meegaan en wanneer de trein vertrekt. Zo werk je spelenderwijs aan de ontwikkeling. Je ziet hoe een kind gebruikmaakt van wat er in de ruimte aanwezig is om de ontwikkeling te stimuleren.

Ed

u’ Ac

Pieter begint tijdens het eten spontaan de nog opgestapelde bekers te tellen. De pedagogisch medewerker springt hier meteen op in (kansen grijpen) door Pieter positief te bevestigen en de aandacht van andere kinderen op dit initiatief te vestigen. ‘Horen jullie dat? Pieter heeft de bekers voor ons geteld, het zijn er tien!’ Daarna gaat ze samen met de groep tellen hoeveel kinderen er zijn… Is er voor ieder kind een beker? De kinderen tellen enthousiast mee. Vervolgens vraagt de pedagogisch medewerker aan Tessa of ze wil tellen hoeveel rode bekers er eigenlijk zijn. En kan Dirk misschien tellen hoeveel blauwe bekers er zijn? Omdat de kinderen zo enthousiast bezig zijn met het tellen, bedenkt de pedagogisch medewerker dat ze vanmiddag tijdens de speel-leeractiviteit ook wel wat aandacht kan besteden aan het getalbegrip (kansen creëren). In de groep wordt gewerkt aan het thema fruit en vanmiddag staat het proeven van verschillende fruitsoorten op het programma. Hierbij kan mooi het tellen herhaald worden door samen te tellen hoeveel druiven, appels, bananen enzovoort er zijn.

Activiteiten

ig

ht

Binnen alle VVE-programma’s is het, voor zowel pedagogisch medewerkers als kinderen, mogelijk om te kiezen uit de aangeboden activiteiten. Sommige activiteiten worden in de grote groep aangeboden (bijvoorbeeld introductie van een thema), maar vaak wordt gewerkt in kleinere subgroepen van kinderen met een gelijke interesse en/of gelijk ontwikkelingsniveau.

C

op

yr

Op Kinderdagverblijf De Speelfabriek wordt in de maand oktober aandacht besteed aan het thema ‘water’. Ook vandaag is er weer van alles te beleven. Tim en Sjoerd zijn bij de watertafel bezig. Met verschillende bakjes, bekers, vergieten en trechters zijn ze volop aan het ontdekken wat er gebeurt wanneer je water ergens in giet. Het regent en pedagogisch medewerker Manon heeft dit moment meteen opgepakt. Ze gaat met enkele kinderen naar buiten. Samen onder een paraplu in de regen lopen, luisteren naar het tikken van de regen op de paraplu, de paraplu even dichtdoen en voelen hoe de regen op je hoofd valt, druppels regen proberen op te vangen in je hand enzovoort. De kinderen hebben dolle pret.

35


Theoriebron Pedagogische middelen

Materialen

fb

.v

.

In de kinderopvang of de peuterspeelzaal zijn materialen en speelgoed ruim voorhanden. Kinderen ontwikkelen zich soms al vanzelf door met de materialen aan de slag te gaan. Als pedagogisch medewerker weet je hoe je kinderen extra kunt stimuleren. Je biedt de materialen aan, stimuleert wanneer het nodig is en geeft ruimte wanneer je ziet dat kinderen met elkaar nieuwe ontdekkingen doen. In het voorbeeld wordt gewerkt met verf. Ieder kind doet iets anders met het aangeboden materiaal. Voor jou is het de kunst om te beoordelen hoe je ieder kind een stapje verder kunt brengen in de ontwikkeling. Je sluit aan bij wat je de kinderen ziet doen.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u’ Ac

tie

Pedagogisch medewerker Tineke is met enkele kinderen aan het waterverven. Hannah wil een mooi schilderij maken voor haar moeder en zit geconcentreerd te verven. Ondertussen is Lisa drukker bezig met het uitspoelen van de kwast in het water dan met het verven. Wat een ontdekking dat de kleur van het water elke keer weer verandert als je de kwast met verf erin doet. Ook Tim vindt het wel erg interessant wat Lisa doet. Pedagogisch medewerker Tineke laat ze lekker samen ontdekkend bezig zijn. Het schilderij komt misschien later nog wel een keer.

36


Theoriebron Erkende VVE-methoden

.

Theoriebron Erkende VVE-methoden

.v

Inleiding

tie

fb

Erkende VVE-methoden werken systematisch aan de ontwikkeling en maken gebruik van wetenschappelijke inzichten in de ontwikkeling van kinderen. Van een aantal programma’s zijn zogeheten effectstudies bekend. Er is dan onderzoek gedaan naar de effecten van de programma’s op de ontwikkeling van kinderen. We bespreken een aantal van deze programma’s om te laten zien in hoeverre ze overeenkomen en in welke opzichten ze van elkaar verschillen. Via de hieronder weergegeven links kun je meer te weten komen van de erkende VVE-programma’s.

Sporen is ontwikkeld door Stichting Pedagogiekontwikkeling 0-7 en is gebaseerd op de kindvisie van Reggio Emilia. Doel Het algemene doel van Sporen is een basis leggen voor volwaardige maatschappelijke participatie. Dit doel wordt bereikt door kinderen te stimuleren en gebruik te maken van de kracht, creativiteit en intelligentie van kinderen (en van hun begeleiders, leerkrachten en ouders).

Ed

Artikel Uitgebreide beschrijving Sporen <

u’ Ac

Sporen

ht

Doelgroep Het VVE-programma Sporen is ontwikkeld voor kinderen van 2½ tot 6 jaar en hun ouders. Sporen is ook gericht op actieve deelname en betrokkenheid van pedagogisch medewerkers en leerkrachten bij het leerproces van ieder kind.

C

op

yr

ig

Aanpak Sporen is een programma dat tussen kindvolgend en sturend inzit. Het programma wil aansluiten bij de interesse van de kinderen, maar kenmerkt zich ook door de strakke organisatie en het systematisch werken. De kinderen werken vaak in kleine groepen aan onderwerpen die hen bezighouden. Door zorgvuldig kijken en luisteren naar de kinderen wordt duidelijk welke onderwerpen hen bezighouden. Het betreft bijna altijd de interesses van groepjes kinderen, zelden die van de hele groep. Er spelen dus voortdurend verschillende kleine of grote onderwerpen naast elkaar in de peuter- en kleutergroepen. Soms duren die een week, soms maanden. De ene keer gaat het om heel concrete onderwerpen, zoals de vogels in de tuin, dan weer om meer abstracte zaken als drijven en zinken. De pedagogisch medewerkers en leerkrachten volgen de onderwerpen waarmee de kinderen bezig zijn en brengen verdieping aan door het maken van documentatie en het geven van impulsen in de per dag gemaakte plannen. Gezamenlijk onderzoeken en oplossingen bedenken voor vragen die kinderen bezighouden, staan centraal. Daarnaast is er elke dag aandacht voor activiteiten die met de hele groep worden uitgevoerd. Zo wordt dagelijks aandacht besteed aan voorlezen, dansen, zingen en verhalen vertellen. Binnen het programma is het essentieel dat ouders actief betrokken zijn bij het leerproces van de kinderen. Er wordt veel tijd en aandacht besteed aan oudergesprekken en ouderactiviteiten.

37


Theoriebron Erkende VVE-methoden

Materiaal Voor elke locatie die met Sporen werkt, wordt een passende pedagogische systematiekbundel samengesteld waarin afspraken, organisatie, hulpmiddelen, criteria, randvoorwaarden en dergelijke zijn vastgelegd. Daarnaast is er een programmabeschrijving waarin onder andere een beschrijving van de werkwijze is opgenomen.

fb

.v

.

Resultaat/onderzoek Het effect van Sporen is dat kinderen op alle ontwikkelingsgebieden hoger scoren dan kinderen die niet met een VVE-programma werken. Pedagogisch medewerkers ervaren het anders kijken en luisteren naar kinderen als grootste verandering.

Piramide Piramide is ontwikkeld door de Cito-groep.

Doel Piramide is ontwikkeld vanuit het onderwijsachterstandenbeleid en wil de ontwikkeling van kinderen stimuleren, zodat ze met succes de basisschool kunnen doorlopen.

u’ Ac

Artikel Uitgebreide beschrijving Piramide <

tie

Meer informatie over Sporen kun je lezen in het Artikel Uitgebreide beschrijving Sporen.

Ed

Doelgroep Piramide is een programma dat geschikt is voor alle kinderen van 0 tot 7 jaar. Voor kinderen die extra steun nodig hebben, is er een zogenoemd tutorprogramma. Zij krijgen binnen het programma extra begeleiding en voorbereidende activiteiten aangeboden. Voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben, zijn er binnen het programma ook activiteiten opgenomen.

ig

ht

Aanpak Piramide stimuleert jonge kinderen op een speelse manier in de ontwikkeling. Er is binnen het programma veel aandacht voor de speelomgeving. Uitgangspunt is het bieden van een veilige, uitdagende speelomgeving aan kinderen, waardoor zij uitgedaagd worden eigen initiatieven te nemen. Het spel en zelfstandig leren worden hierdoor gestimuleerd. Het programma is opgebouwd rond projecten. Binnen elk project wordt door een combinatie van spelen, werken en leren aandacht besteed aan alle ontwikkelingsgebieden. Ouders worden betrokken bij het programma doordat ze thuis met hun kind activiteiten kunnen doen die aansluiten bij wat het kind op de peuterspeelzaal, kinderopvang of school heeft gedaan.

C

op

yr

Binnen Piramide wordt gewerkt met 'tutoring'. Dit betekent dat in kleine groepjes (drie tot vijf kinderen) extra begeleiding wordt gegeven om zodoende individuele achterstanden bij kinderen weg te werken. Het werken in kleine groepjes vindt plaats op twee manieren: 1. Voorafgaand aan een thema: kinderen worden alvast voorbereid op thema-activiteiten die gaan komen. 2. Tijdens het thema: activiteiten worden nog een keer herhaald met een kleiner groepje kinderen.

38

Materiaal Er zijn diverse materialen beschikbaar, waaronder een implementatieboek, trainingsmodules, projectboeken, een kindvolgsysteem, videomateriaal en toetsboekjes. Ook is er een kwaliteitssysteem ontwikkeld.


Theoriebron Erkende VVE-methoden

Resultaat/onderzoek De effecten van Piramide liggen vooral op het cognitieve vlak. Op sociaal-emotioneel gebied zijn er bescheiden effecten gevonden vergeleken met controlegroepen.

.

Meer informatie over Piramide is te lezen in het Artikel Uitgebreide beschrijving Piramide.

.v

Kaleidoscoop

Kaleidoscoop is door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) bewerkt vanuit het Amerikaanse High/Scope-programma.

fb

Artikel Uitgebreide beschrijving Kaleidoscoop <

tie

Doel Kaleidoscoop is ontwikkeld vanuit het onderwijsachterstandenbeleid en wil de onderwijskansen van kinderen in achterstandssituaties vergroten.

u’ Ac

Doelgroep Kaleidoscoop is bedoeld voor kinderen van 2½ tot 6 jaar op de peuterspeelzaal en groep 1 en 2 van de basisschool. Daarnaast is er een aanvulling op het programma gekomen, bedoeld voor kinderen van 0 tot 2 jaar en voor kinderen van groep 3 en 4 van de basisschool.

Ed

Aanpak Actief leren is een kernbegrip binnen Kaleidoscoop. Het programma is kindvolgend, wat betekent dat kinderen veel ruimte krijgen voor eigen initiatief. De motivatie en de mogelijkheden van het kind bepalen voor een groot deel de invulling van de activiteiten. Er is wel sprake van een vast dagschema waarbinnen deze activiteiten worden aangeboden. Belangrijke elementen binnen de methode zijn een rijke en geordende leeromgeving, een vast dagschema, betrokkenheid van ouders en observatie van de kinderen.

ht

Materiaal Er zijn diverse materialen beschikbaar voor pedagogisch medewerkers, leerkrachten en ouders, zoals het handboek Actief leren, verschillende video's, folders en een ideeënboek voor ouders in verschillende talen. Ook is er een observatie-instrument (Kind Observatie Registratie) om de ontwikkeling van de kinderen te volgen, evenals een instrument om de kwaliteit van de uitvoering van Kaleidoscoop te bewaken (Programma Implementatie Profiel).

yr

ig

Resultaat/onderzoek Kinderen die Kaleidoscoop vanaf de peuterspeelzaal hebben doorlopen, halen betere resultaten op cognitieve toetsen en taaltoetsen dan kinderen die niet aan het programma hebben deelgenomen. Op sociaal-emotioneel gebied zijn geen effecten gevonden.

C

op

Meer informatie over Kaleidoscoop kun je lezen in het Artikel Uitgebreide beschrijving Kaleidoscoop.

Artikel Doe meer met Bas < Website Bas en VVE <

Doe meer met Bas Doe meer met Bas is een product van Bas Educatie op basis van de Bas-prentenboeken van Dagmar Stam. Doel Het hoofddoel van Doe meer met Bas is voorkomen dat kinderen met een achterstand aan de basisschool beginnen. Het programma richt zich op de totale ontwikkeling van kinderen.

39


Theoriebron Erkende VVE-methoden

Doelgroep Kinderen van 2½ tot 6 jaar uit kansarme milieus en hun ouders.

.v

.

Aanpak Het programma is opgebouwd rondom acht thema’s. Bij ieder thema, dat spelactiviteiten voor vier tot zes weken bevat, hoort een Bas-prentenboek. Er wordt in het programma ook gewerkt met tutoring, ter ondersteuning van kinderen die extra aandacht nodig hebben. In het programma is er naast de brede ontwikkeling van kinderen ook specifieke aandacht voor taal en rekenen.

u’ Ac

tie

fb

Materiaal De materialen zijn speels en aantrekkelijk voor kinderen, ze omvatten een handleiding (inclusief cd-rom met liedjes), prentenboeken en een oudercomponent. Bij de uitwerking is rekening gehouden met drie niveaus: • peuters (2½-4 jaar) • jongste kleuters (4-5 jaar) • oudste kleuters (5-6 jaar). Alle thema’s en activiteiten bevatten concrete aanwijzingen voor de pedagogisch medewerkers. Er worden bij iedere activiteit concrete observatiepunten genoemd. Bij ieder thema zijn er themabladen met suggesties voor de inrichting van de ruimte.

Resultaat/onderzoek Er zijn alleen nog maar kleinschalige onderzoeken geweest naar de effectiviteit van Doe meer met Bas. Uit deze twee onderzoeken blijkt dat kleuters die met het programma werken over een grotere woordenschat beschikken dan kinderen die geen programma aangeboden gekregen hebben.

Ed

Een uitgebreide beschrijving van Doe meer met Bas is te vinden in het Artikel Doe meer met Bas.

Speelplezier

ht

Doel Het hoofddoel van Speelplezier is het vergroten van de kansen van alle kinderen op een succesvolle schoolloopbaan. Speelplezier richt zich op een brede doelgroep, waarbij kinderen die zich normaal ontwikkelen, kinderen die zich langzamer ontwikkelen en kinderen die juist in de ontwikkeling vooruitlopen een passend aanbod krijgen dat hun ontwikkeling kan ondersteunen.

op

yr

Website Speelpleziermethodiek <

Speelplezier is ontwikkeld door Margot Wouterse-Schmitz in opdracht van Intersym.

ig

Filmpje Speelpleziermethodiek <

C

Website Speelleerplezier <

Doelgroep Speelplezier richt zich op kinderen in de leeftijd van 2½ tot 6 jaar. In aansluiting op Speelplezier is voor de kinderen in groep 3 en 4 het programma Wereldspel ontwikkeld. Speelplezier wil passend onderwijs kunnen aanbieden voor VVE-peuterspeelzalen, basisscholen (groep 1 en 2) en het speciaal onderwijs. Aan elke doelgroep wordt de methodiek op maat aangeboden. Aanpak Uitgangspunt van het programma is dat kinderen vaardigheden leren door samen met andere kinderen te spelen. Binnen Speelplezier staat de kwaliteit van het spel dan ook centraal. Er worden drie hoofdtypen spel onderscheiden: • manipulatief spel (exploratiespel, sensopathisch spel, effectspel, oefenspel) • verbeeldspel (naspelen, samenspelen) • constructiespel (spel met materialen en objecten).

40


Theoriebron Erkende VVE-methoden

.v

.

Speelplezier werkt hierbij zowel met vrij spel als met begeleide spelactiviteiten in grote en kleine groepen. Spelactiviteiten worden ingezet om nieuwe leerinhouden aan te bieden. Bij het grootste deel van de activiteiten die gedurende de dag worden aangeboden, is sprake van het samendoen met andere kinderen. Hierdoor zijn er voor ieder kind veel mogelijkheden om van andere kinderen te leren. De pedagogisch medewerker legt nieuwe woorden via een zogenoemd demonstratiespel uit. Daarna wordt in gezamenlijk spel het woord op verschillende manieren herhaald. Daarnaast leren kinderen door te spelen onder leiding van een leerkracht, pedagogisch medewerker of onderwijsassistent, die het spel volgt en verrijkt.

tie

fb

Materiaal Voor de verschillende doelgroepen zijn verschillende materialen voorhanden. Voor de peuters bestaat het standaardpakket uit negen speel-leerthema’s, speelfiguren, aanvullende thema’s en speel-leerwijzers, met onder andere een groeiwijzer en een overdrachtsformulier. Voor de kleuters zijn ook verschillende speel-leerthema’s en speelfiguren aanwezig. Het pakket wordt hierbij ondersteund met een registratiesysteem dat bestaat uit een volgmodel, een groepsplan en een groeiwijzer.

u’ Ac

Resultaat/onderzoek Er is nog geen onderzoek gedaan naar de effectiviteit van het programma.

Ko-totaal (Uk & Ko)

Artikel Uk en Puk <

KO-totaal is ontwikkeld door de CED-groep Rotterdam en Uitgeverij Zwijsen. Doel Het hoofddoel van Uk & Puk is voorkomen dat kinderen met een achterstand aan de basisschool beginnen.

Ed

Website Uk & Puk <

ht

Doelgroep Ko-totaal bestaat uit Uk & Puk voor de kinderen van 0 tot 2 jaar, Puk & Ko voor de kinderen van 2 tot 4 jaar en Ik & Ko voor de kinderen van 4 tot 6 jaar. Allochtone en taalzwakke autochtone kinderen vormen het uitgangspunt, maar de programma’s zijn ook geschikt voor kinderen die al goed Nederlands spreken. Binnen het programma kunnen alle kinderen een taalaanbod krijgen dat aansluit bij hun ontwikkeling.

C

op

yr

ig

Aanpak Ko-totaal werkt met thema’s. Elke vier tot zes weken worden binnen een thema verschillende activiteiten aangeboden. Om de betrokkenheid van kinderen te stimuleren, worden alle thema’s en activiteiten ingeleid door de handpoppen Puk en Ko. De poppen worden op verschillende momenten in het dagprogramma en bij de behandeling van de thema’s gebruikt. Het programma is flexibel van opzet: de thema's kunnen in willekeurige volgorde worden uitgevoerd. Ook de volgorde van de activiteiten binnen een thema kan worden aangepast. Ko-totaal biedt ruimte voor eigen inbreng. Door gebruik te maken van de map Uk & Puk Thuis kunnen ouders betrokken worden bij de leeractiviteiten. Materiaal De materialen – de handpoppen Puk en Ko, knieboeken, prentenboeken en audio-cd's – zijn speels en aantrekkelijk voor kinderen. Met behulp van prentenboekjes met de bijbehorende verhalen op cd, in het Nederlands en het Turks of Marokkaans-Arabisch, kunnen ouders hun kinderen voorbereiden op het voorlezen in de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf. Verder zijn er kopieerbladen met activiteiten voor thuis, eveneens in drie talen.

41


Theoriebron Erkende VVE-methoden

Resultaat/onderzoek Er zijn geen studies voorhanden.

.

Een uitgebreide beschrijving van Ko-totaal is te vinden op de website Uk & Puk en in het Artikel Uk en Puk.

.v

Startblokken

tie

Doel Het doel van Startblokken van Basisontwikkeling is het vergroten van de kansen van alle kinderen op een optimale ontwikkeling en succesvolle deelname aan onderwijsleerprocessen. De programma’s bevorderen een brede persoonsontwikkeling bij kinderen. Doelgroep Startblokken is bedoeld voor de peuterspeelzaal en is gericht op kinderen van 2½ tot 4 jaar. Basisontwikkeling is ontwikkeld voor kinderen in groep 1 tot en met 4 van de basisschool. Als combinatie worden de programma’s ingezet ten behoeve van kinderen in achterstandssituaties.

u’ Ac

Website Nederlands Jeugdinstituut (NJI) Startblokken en basisontwikkeling <

fb

Startblokken van Basisontwikkeling is ontwikkeld door Bea Pompert, werkzaam bij de Activiteit, Landelijk centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs.

Website Startblokken <

Ed

Aanpak Startblokken van Basisontwikkeling heeft een ontwikkelingsgerichte aanpak. Dat betekent dat de methode aansluit op de ontwikkelingsmogelijkheden en de belangstelling van de kinderen in de groep. Daarnaast stimuleert ze het kind om een volgende stap in de ontwikkeling te zetten. Omdat de ontwikkelingsmogelijkheden en interesses per situatie en per kind verschillen, wordt niet gewerkt met een voorgeschreven structuur of werkplan. In plaats daarvan levert het programma zogenoemde ‘bouwstenen’. Dit zijn criteria die de pedagogisch medewerker en leerkracht helpen om een eigen pedagogisch plan van activiteiten met en voor de kinderen te maken.

ig

ht

Materiaal Er zijn diverse materialen ontwikkeld die de invoering van het programma in de praktijk ondersteunen. Er zijn onder andere handleidingen en instrumenten voor begeleiding en observatie beschikbaar.

C

op

yr

Resultaat/onderzoek Uit vergelijkend onderzoek kan geconcludeerd worden dat Startblokken van Basisontwikkeling een positieve invloed heeft op de taalontwikkeling van kinderen. Voor de ontwikkeling op het gebied van rekenen/wiskunde zijn eerste aanwijzingen dat er een positief effect is. Een uitgebreide beschrijving van Startblokken van Basisontwikkeling is te vinden op de website van Startblokken en het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).

42


Theoriebron Organisatie en groepsmanagement

.

Theoriebron Organisatie en groepsmanagement

.v

Inleiding

Het dagritme

u’ Ac

tie

fb

Binnen alle VVE-programma’s wordt gewerkt met drie belangrijke pedagogische principes: • veiligheid en structuur • ontwikkeling stimuleren • betekenisvol leren. De vormgeving van het dagritme en het gericht aanbieden van speel- en leeractiviteiten zijn binnen de VVE-programma’s belangrijke onderwerpen. Deze onderwerpen tezamen worden ook wel de organisatie en het groepsmanagement van de methode genoemd. Uiteraard is het niet alleen in een VVE-groep belangrijk om aandacht te besteden aan deze onderwerpen. In elke dagopvang en peuterspeelzaal krijgen deze onderwerpen aandacht, aangezien ze de basis vormen voor het werken met een groep jonge kinderen.

Ed

Het dagritme is een vaste, voorspelbare volgorde van dagelijkse gebeurtenissen en activiteiten. Door een vast dagritme en duidelijke regels krijgen kinderen grip op de wereld om hen heen en weten ze waar ze aan toe zijn. Vanuit deze veilige basis kunnen ze hun eigen grenzen gaan verleggen en op ontdekking uitgaan. Een goed dagschema biedt dus een duidelijk kader voor zowel de kinderen als de pedagogisch medewerkers. Een dagschema moet zodanig worden vormgegeven dat het tegemoetkomt aan de verschillende behoeften van kinderen.

ht

Het dagschema

C

op

yr

ig

De binnenkomst is een vast moment, dat duidelijke rituelen kent: een gesprekje met de ouder en het kind en het zwaaien als de ouders vertrekken. Spelactiviteit en thema wisselen qua inhoud en je kiest gedurende de dag of de week voor het stimuleren van bepaalde ontwikkelingsgebieden. Je schrijft per dag kort op wat je gaat doen en welk ontwikkelingsgebied je daarmee aanspreekt. Ieder programmadeel begint en eindigt met duidelijke aanwijzingen. Je geeft kinderen hiermee de ruimte om te schakelen tussen twee programmadelen. Er zijn veel kinderen die moeite hebben met overgangen. Muziek en beeldtaal worden gebruikt om te vertellen dat er opgeruimd of gegeten gaat worden. Dit zorgt voor een grote herkenbaarheid, waardoor kinderen beter weten wat er van ze verwacht wordt.

43


Theoriebron Organisatie en groepsmanagement

Programmadeel

Ontwikkelingsgebied

Activiteit

Binnenkomst kinderen

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Samen ouders uitzwaaien

.v

.

Spelen 07.30-08.30

fb

Opruimen 08.30-08.45 Activiteit 08.45-09.15

tie

Drinken en fruit eten 09.15-09.45

Thema: de bakkerij 10.00-11.15 Opruimen en handen wassen 11.15-11.30

Ed

Tussen 11.30 en 11.45 worden de kinderen opgehaald.

u’ Ac

Verschonen 09.45-10.00 uur

ht

Balans tussen individueel belang en groepsbelang

C

op

yr

ig

Een vast dagschema biedt kinderen houvast: ze weten wat er gaat gebeuren en wat ze mogen en moeten doen. Voor kinderen die nog niet zo goed Nederlands spreken, is een vast dagritme extra belangrijk. Het biedt hun zekerheid en duidelijkheid. Bovendien zullen zij door de herhaling sneller de bijbehorende woorden (bijvoorbeeld 'wij gaan drinken/spelen/eten') leren herkennen. Maar een dagschema moet geen tijdschema worden waardoor jij en de kinderen zich de hele dag opgejaagd voelen. In het dagschema moet ruimte zijn voor vrij spel en spontane activiteiten. Je kijkt wat er leeft bij de kinderen en sluit hierbij aan door bijvoorbeeld met hen mee te spelen.

De overgang tussen de verschillende gebeurtenissen verloopt soepel Binnen het dagritme wordt aandacht besteed aan de overgangsmomenten. De overgang moet rustig verlopen doordat ruim tijd is gepland voor het opruimen, afronden en opstarten van activiteiten. Kinderen worden actief betrokken bij het afronden en opstarten van activiteiten, bijvoorbeeld door te helpen met opruimen en het klaarzetten van materialen.

44


Theoriebron Organisatie en groepsmanagement

.v

Aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden

.

Ook kun je tijdens het klaarzetten van materialen alvast met de kinderen een gesprek voeren over datgene wat gaat gebeuren. Ook vaste rituelen aanhouden, zoals liedjes bij het opruimen, kan kinderen helpen tijdens de overgangsmomenten.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u’ Ac

tie

fb

Doelstelling van alle erkende VVE-programma’s is om de totale ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Binnen het dagritme wordt ook bij de alledaagse activiteiten aandacht besteed aan het doelgericht stimuleren van de verschillende ontwikkelingsgebieden. Voorbeeld: tijdens het opruimen kun je de taalontwikkeling van kinderen stimuleren door vragen te stellen en vaak te verwoorden wat er staat te gebeuren. Maar ook kun je aandacht besteden aan het aanleren van begrippen. Bijvoorbeeld: ‘Kun jij de blauwe doos pakken?’, ‘Passen deze spullen allemaal hierin?’, ‘Kun jij drie stuks fruit pakken?’.

45


Theoriebron Speel- en leeractiviteiten

.

Theoriebron Speel- en leeractiviteiten

.v

Inleiding

tie

fb

De speel- en leeractiviteiten vormen de kern van alle VVE-programma’s. Spel is voor kinderen de belangrijkste manier om de wereld te verkennen en nieuwe ervaringen op te doen. Er zijn zeer veel verschillende manieren om spelenderwijs nieuwe vaardigheden te oefenen. Bij het samenstellen van een activiteitenprogramma is het belangrijk dat voldoende variatie wordt geboden wat betreft de verschillende soorten spelactiviteiten. Tijdens activiteiten en spelsituaties ontstaan momenten die de sociaal-emotionele ontwikkeling stimuleren.

u’ Ac

De functie van fantasiespel en rollenspel

Ed

In fantasie- en rollenspel verwerken kinderen ervaringen door te ‘doen alsof’. Stel, een jongen heeft de vorige dag van zijn vader te horen gekregen dat hij moet ophouden met hard slaan op de deksel van de jampot. Hij kan dan de dag erna in de rol van vader de situatie naspelen met een groepsgenootje. Vanaf ongeveer 2 jaar zie je dat kinderen bijvoorbeeld een pop eten gaan geven, een hond nadoen of de pedagogisch medewerkers imiteren in de dagelijkse bezigheden door met een doekje iets schoon te maken. Dit spel breidt zich in de komende jaren steeds verder uit en biedt het kind een mogelijkheid om sociale situaties te oefenen.

ht

Gesprekken aan de hand van speel- en leeractiviteiten

C

op

yr

ig

Het vergroten van het zelfvertrouwen, van het geloof in het eigen kunnen en het vertrouwen in de omgeving is voor een kind een belangrijke voorwaarde om verder te kunnen en te durven groeien. De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen wordt voor een groot deel gestimuleerd in het contact met volwassenen, doordat het kind bijvoorbeeld wordt aangemoedigd of geprezen. Activiteiten en spelsituaties zijn een mooie aanleiding om onderwerpen zoals ruziemaken, samen spelen en delen op een speelse wijze te behandelen. Je besteedt daarin aandacht aan verschillende emoties (verdriet, boosheid, blijdschap, angst), je praat over gevoelens en emoties in verschillende situaties, je stimuleert het eigen initiatief en bevordert de zelfstandigheid

Gericht stimuleren van de ontwikkeling in de groep Bij iedere activiteit zal de pedagogisch medewerker die met een VVE-methodiek werkt, bedenken hoe die activiteit kan bijdragen aan de ontwikkeling van alle kinderen in de groep. Veel VVE-programma’s maken gebruik van uitgewerkte thema’s als groepsactiviteit en dragen bij aan betekenisvol leren. De verschillende activiteiten vormen voor de kinderen een samenhangend en aansprekend geheel.

46


Theoriebron Speel- en leeractiviteiten

.v

.

Zo zijn de verschillende seizoenen een mooi thema. Immers, de directe omgeving geeft al heel veel mogelijkheden om woorden te geven aan wat het kind kan zien. In de herfst zijn bladeren niet groen, maar bruin. Ze vallen van de bomen en er vallen eikeltjes op de grond. Er zijn allerlei mogelijkheden om kinderen van buiten dingen mee te laten nemen en daar bijvoorbeeld een kijkdoos en een thematafel van te maken. Kinderen kunnen samenwerken aan een grote muurkrant waarop blaadjes en takjes van verschillende bomen worden geplakt. Spelenderwijs worden meerdere ontwikkelingsgebieden aangesproken.

fb

Gericht stimuleren van de ontwikkeling van het individuele kind

Ed

u’ Ac

tie

Bij het bedenken van interventies (activiteiten of spelsituaties) voor het individuele kind kan aandacht besteed worden aan specifieke achterstanden die het kind op bepaalde ontwikkelingsgebieden heeft. Wanneer bijvoorbeeld uit de screening door het consultatiebureau naar voren is gekomen dat het kind op motorisch ontwikkelingsgebied een achterstand heeft, zul je in een behandeling of interventie activiteiten kiezen die de motorische ontwikkeling stimuleren. Voordat je de interventie start, maak je een behandel-, behandelings- of handelingsplan. Daarin staat de ontwikkelingsachterstand van het kind vermeld. Er wordt een concreet ontwikkelingsdoel beschreven, te behalen binnen een beperkte periode. De activiteiten, in te zetten materialen en interacties worden concreet benoemd en er wordt geëvalueerd of het doel is gehaald. De doelen voor de ontwikkeling van het kind worden SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) beschreven, zodat aan het eind van de periode het resultaat van de interventie beoordeeld kan worden.

Mate van begeleiding bij het spel

C

op

yr

ig

ht

Soms hebben kinderen behoefte om vrij te spelen. Op een ander moment kunnen ze wel een zetje gebruiken om verder te kunnen met het spel. Je kunt meegaan in het spel dat al gestart is. Wanneer je gericht aan de slag wilt met een bepaald ontwikkelingsgebied, kun je kiezen voor een sterke sturing van het spel. Dat laatste speelt vooral wanneer je ziet dat enkele kinderen extra ondersteuning kunnen gebruiken in de ontwikkeling van een bepaald ontwikkelingsgebied. De mate van begeleiding in het spel is op de volgende wijze te onderscheiden: • vrij spel • begeleid spel • geleid spel.

Vrij spel Tijdens het vrije spel kan het kind op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo ervaringen opdoen. Je hebt geen inbreng in het spel en houdt alleen op afstand het kind in de gaten. Kinderen leren hierdoor hoe ze een taak moeten aanpakken of een probleem moeten oplossen. Het is goed om het eigen initiatief van het kind te belonen en het te stimuleren om eigen keuzes te maken.

47


Theoriebron Speel- en leeractiviteiten

Begeleid spel

fb

.v

.

Bij het begeleide spel sluit je aan bij hetgeen de kinderen aan het doen zijn. Je speelt dus mee in het spel dat de kinderen bedacht hebben en sluit hierbij aan. Maar je kunt ook nieuwe impulsen aan het spel geven of kinderen helpen hun plannen te realiseren. Door spontaan spel te begeleiden kun je het spel stimuleren en verrijken. Voorbeeld: wanneer een groepje kinderen in de poppenhoek aan het spelen is, besluiten ze spontaan dat ze op vakantie gaan en in de tent gaan slapen. Jij als pedagogisch medewerker kunt hierop inspelen door samen met de kinderen op zoek te gaan naar materialen om een tent te maken. Daarna ga je, op verzoek van de kinderen, samen met hen in de zelfgebouwde tent ‘slapen’.

Geleid spel

C

op

yr

ig

ht

Ed

u’ Ac

tie

Bij het geleide spel heb je vooraf een activiteit bedacht (bijvoorbeeld knutselen, een bepaald balspel, een muziekactiviteit). Uiteraard is het wel belangrijk dat de activiteiten aansluiten bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van het kind. Bij het geleide spel geef je de kinderen aanwijzingen, goede voorbeelden en gerichte instructies. Dankzij het geleide spel kunnen ze ervaring opdoen met activiteiten die ze nog niet zelfstandig kunnen uitvoeren. Ook kun je door geleid spel kinderen laten kennismaken met nieuwe begrippen en kunnen ze hun woordenschat uitbreiden. Voorbeeld: binnen het kinderdagverblijf staat het thema vakantie centraal. De pedagogisch medewerker heeft een boek uitgezocht over Joep die gaat kamperen. Ze wil dit boekje vanmiddag gaan voorlezen aan drie kinderen. Daarna wil ze met het groepje kinderen het verhaal naspelen door samen een tent te bouwen. De pedagogisch medewerker heeft vooraf al lakens en wasknijpers klaargelegd waarmee een tent gebouwd kan worden.

48


Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

.v

.

Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

fb

Inleiding

Ed

u’ Ac

tie

Het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen in de groep vraagt om andere activiteiten, inzet van materialen en interactievaardigheden. Een rollenspel, poppenspel, sport in de klimen klauterzaal en voorlezen aan de hele groep passen bij een groepsactiviteit. Ontwikkeling van sociaal-emotionele vaardigheden zal in groepsactiviteiten sterk naar voren komen. Ontwikkeling in andere ontwikkelingsgebieden kan in individuele en groepsactiviteiten vorm krijgen. De meeste VVE-programma’s hebben een website met beschrijvingen van activiteiten en thema’s. In deze theoriebron staan voorbeelden van groepsactiviteiten.

ht

Gebruik van keuken voor het thema Eet smakelijk.

ig

Groepsactiviteit: Eet smakelijk In het thema Eet Smakelijk van Puk & Ko zijn de ontwikkelingsgebieden taal en rekenen omschreven. Taal In dit thema zijn de kinderen bezig met eten en alles wat daarmee samenhangt. Ze pakken boodschappentassen uit, proeven blind en helpen Ko van zijn hik af te komen. Ze knutselen een monster en brouwen heksendrankjes. Ook doen ze allerlei activiteiten in het Pizzahuis. De kinderen bestellen er pizza’s, eten ze op en bedienen er de koning en de koningin. De kinderen beleggen kartonnen pizza’s volgens een recept, maken fantasiesoep en bakken echte koekjes. Ze beschrijven een gek recept voor een ‘speelgoedsoep’. De kinderen zien en ervaren welke dingen ze allemaal kunnen doen met servetjes! Tijdens de activiteiten in het thema Eet smakelijk helpen de kinderen Ko met het dragen van de boodschappen en dekken ze samen met hem de tafel.

C

op

yr

Website Extra materialen Puk & Ko <

Rekenen Ook het tellen van 1 tot en met 12 is een centraal item van dit thema.

49


Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

Uitvoering van het thema

fb

.v

.

Het thema biedt de mogelijkheid om allerlei woorden die samenhangen met eten, boodschappen en koken te gebruiken. Het is handig om een lijst te maken van die woorden en die in te delen in gemakkelijk (basisbegrip) en moeilijk (extra begrippen). Voor het versterken van het spelelement wordt een deel van het lokaal ingericht als Pizzahuis. De zandhoek kun je onderdeel maken van het Pizzahuis. Daar worden de pizza’s gebakken. In de taalhoek liggen boekjes over eten, boodschappen doen en koken. Je kunt ouders en kinderen pizzadozen laten verzamelen van de pizzeria of zelf pizzadozen halen. Takjes en blaadjes kunnen bijvoorbeeld als beleg gebruikt worden. Op een tafel staan ingrediënten die voor het maken van een pizza nodig zijn.

tie

Aanspreken van andere ontwikkelingsgebieden

u’ Ac

Het thema geeft aanleiding om te bedenken of je ook de ontwikkelingsgebieden sociaal-emotioneel en motorische ontwikkeling kunt aanspreken. Een Pizzahuis waar de koning en de koningin bediend worden, eist wel iets van de jonge ober. Op een speelse wijze kun je aandacht besteden aan het sociale gedrag van een ober. Je kunt de kinderen vragen of ze weleens buitenshuis eten en of ze kunnen uitbeelden hoe een ober handelt. De fijne motoriek komt aan de orde bij het beleggen van de pizza.

Voor het wegwerken van een specifieke ontwikkelingsachterstand bij een individueel kind is een handelingsplanformulier een handig hulpmiddel. Het handelingsplanformulier helpt je bij het formuleren van: de probleemstelling het doel/de doelstelling (SMART) voor de komende maand het resultaat het benoemen van de inhoud van de activiteit de te gebruiken materialen en middelen de belangrijkste interactievaardigheid de noodzaak een aparte ruimte in te richten het inschakelen van andere collega’s de rol die de andere kinderen in de groep spelen bij het realiseren van het doel hoe je de evaluatie gaat uitvoeren en wat de vervolgacties kunnen zijn.

ht

• • • • • • • • • •

C

op

yr

ig

Handelingsplanformulier peuteropvang voorbeeld <

Ed

Individuele activiteit: herkennen van kleur, getal en vorm

50

Bekijk het Handelingsplanformulier peuteropvang voorbeeld, een voorbeeld van een door de pedagogisch medewerker ingevuld handelingsplanformulier. Stel jezelf de vraag wat er SMART is aan de doelstelling en de evaluatie van het voorbeeld.


Theoriebron Activiteiten en materialen inzetten bij VVE

tie

fb

.v

.

Muurkrant en poster

Bedenk vooraf wat je de kijker wilt vertellen. Wat is je boodschap? Gebruik illustraties die echt over het onderwerp gaan. Maak het niet te vol; ook op afstand moet je beeld en tekst kunnen onderscheiden. Gebruik korte en bondige teksten die direct aanspreken. Wanneer je de poster aan medestudenten presenteert, kun je de teksten toelichten. Zorg dat tekst en illustratie bij elkaar passen. Gebruik vrolijke kleuren, maar zorg ervoor dat het een geheel blijft.

Ed

• • • • • • •

u’ Ac

Tekeningen van kinderen, posters of muurkranten van spelende kinderen in vrolijke kleuren maken het lokaal levendiger en gezelliger. Met een poster kun je duidelijk maken wat je verwacht van kinderen; je kunt aandacht schenken aan een thema. Ook kun je nieuwe woorden extra aandacht geven door de combinatie van woord en beeld de hele week aan de wand te laten hangen. Voor welk doel je een muurkrant of poster ook maakt, denk aan het volgende:

ht

Poppenspel

C

op

yr

ig

Welke stappen neem je wanneer je over het thema ‘Iedereen is anders en dat is juist leuk’ een poppenkastspel wilt organiseren? • Bedenk welke ontwikkeling je wilt stimuleren. • Maak de verhaallijn; bedenk elementen zoals: iemand vertelt iets wat een ander zeker niet mag weten. Diegene probeert de kinderen uit te horen. • Bedenk welke nieuwe woorden je wilt gebruiken (mooi, lelijk, donker, licht, blond, donker, groot, klein, maakt veel lawaai, is stil enzovoort). • Bedenk de rollen van de poppen en benoem hun functie in het verhaal. • Denk na over de achtergrond van de poppen. • Wat is de rol van het publiek? Hoe betrek je de kinderen in het verhaal? • Hoe instrueer je de kinderen? • Hoe eindigt het verhaal en wat dragen de kinderen bij aan ‘de moraal van het verhaal’?

51


Theoriebron Ouders betrekken bij VVE

.

Theoriebron Ouders betrekken bij VVE

.v

Inleiding

u’ Ac

tie

fb

Een soepele overgang van kinderopvang of peuterzaal naar huis is prettig voor kinderen. Wanneer ouders weten wat de kinderen meemaken tijdens de opvang, kunnen ze thuis beter inspelen op de verhalen die kinderen vertellen. Ouders zijn beter in staat om door te vragen op de belevenissen van het kind. Het kind ervaart geen breuk tussen thuis en opvang, maar kan ervaringen en belevenissen een plek geven. Als de ouders thuis ook, voor de leeftijd geschikte, prentenboeken met het kind gaan lezen, wordt de ontwikkeling bij de opvang thuis voortgezet. Het is gunstig voor de ontwikkeling van het kind wanneer de benadering in de ene leefomgeving die in de andere leefomgeving versterkt.

Aandacht voor de ouders

Ed

In het Experimenteel Toetsingskader VVE (Inspectie van het Onderwijs, 2006) wordt ingegaan op de relatie met de ouders. Bij de VVE-instellingen wordt gekeken naar informatievoorziening, de betrokkenheid van de ouders bij de VVE-activiteiten, het inspelen op de thuistaalsituatie, pedagogische begeleiding van de ouders en het thuis uitvoeren van VVE-activiteiten. De VVE-instellingen informeren ouders over het programma en over thema’s door middel van nieuwsbrieven (ouderbrieven), door het organiseren van ouderavonden en ‘meeloopdagen’. Je bespreekt ook regelmatig de ontwikkeling van het kind met de ouders van het kind. Wanneer er begeleiding in de thuissituatie gewenst is, werken VVE-instellingen samen met gezinsgerichte programma’s. Deze programma’s zijn gemaakt om naast het kind ook de ouders te begeleiden. Ze ondersteunen hen bij de opvoeding van het kind en reiken manieren en materialen aan waarmee ze, met hulp van een consulent, spelenderwijs aan de slag gaan met hun kind. In de bijlage staan veel manieren om ouders te betrekken bij de kinderopvang, de peuterspeelzaal of de school.

ig

ht

Bijlage 50 manieren om ouders bij school en peuterzaal te betrekken <

C

op

yr

Achterliggende gedachten bij de ouderbetrokkenheid

52

Als pedagogisch medewerker weet je veel van opvoeden en de ontwikkeling van kinderen. Je wilt het beste voor de kinderen en zult soms moeite hebben met de manier waarop bepaalde ouders met hun kind omgaan. Het werkt voor het kind het best wanneer je de volgende gedachten altijd in je achterhoofd houdt: • Ouders zijn de belangrijkste opvoeders, je kunt gebruikmaken van hun informatie en deskundigheid. • Ouders en beroepskrachten zijn partners in de opvoeding, die over en weer van elkaar kunnen leren en met deze kennis hun voordeel kunnen doen. • Peuterspeelzaal/kinderdagverblijf en de school werken samen met ouders aan de ontwikkeling van de kinderen.


Theoriebron Ouders betrekken bij VVE

Haal- en brengmomenten

fb

.v

.

Bij de intake zijn ouders geïnformeerd over het dagschema en het moment waarop de kinderen gehaald en gebracht kunnen worden. Het halen en brengen gebeurt op een vast moment. Om de overgang van de ouders naar de opvang zo soepel mogelijk te laten verlopen, verwelkom je de ouders en het kind en neem je de tijd voor de overdracht. Heeft het kind goed geslapen? Heeft het nog in de speeltuin gespeeld met andere kinderen en hoe ging dat? Je stelt ook vragen aan het kind: ‘O, zijn jullie naar de dierentuin geweest? En wat voor dieren heb je allemaal gezien?’ Bij het halen van de kinderen bespreek je de bijzonderheden: Mohamed heeft een garage gebouwd en James begint meer Nederlandse woordjes te gebruiken in de Engelse zinnen. Er is bij binnenkomst en vertrek aandacht voor het afscheid. Er wordt uitgebreid gezwaaid.

u’ Ac

tie

Contact met de ouders over de ontwikkeling van het individuele kind

C

op

yr

ig

ht

Ed

Met de ouders bespreek je regelmatig op afspraak de ontwikkeling van het kind en je bedenkt samen met hen op welke manier ouders en de instelling gezamenlijk de zwakke punten in de ontwikkeling extra kunnen stimuleren. Zo ontdekte een pedagogisch medewerker dat een bepaald kind zich beter concentreert bij een poppenspel of prentenboek wanneer het een heel spannend verhaal betreft. Ze bespreekt het boek met de moeder en leent het uit. De moeder geeft aan er zelf van te genieten. Een VVE-instelling werkt met een formulier waarop de mate van ontwikkeling in een aantal criteria is omschreven. De pedagogisch medewerker licht de ontwikkeling van het kind toe aan de hand van het ingevulde formulier en geeft de ouders eventueel adviezen hoe ze thuis de ontwikkeling van hun kind kunnen ondersteunen.

53


tie

Ouders betrekken bij een thema of activiteit begint bij informeren en enthousiasmeren. Voer in een zoekprogramma maar eens de zoekterm ‘nieuwsbrief over VVE-thema’ in en je vindt veel voorbeelden van nieuwsbrieven van VVE-instellingen aan ouders. Er zijn brieven bij die over activiteiten gaan of mogelijkheden voor ouders om een dag mee te draaien met de activiteiten. Een nieuwsbrief kan ook deel uitmaken van het behandelen van een thema. De ouders krijgen te horen wat er allemaal gaat gebeuren en op welke manier het lokaal wordt aangekleed om aandacht te besteden aan het thema. Ze worden uitgenodigd om mee te helpen, bijvoorbeeld door spullen mee te geven en het lokaal mee in te richten. Als er een verteltas over het thema beschikbaar is, kunnen de ouders die thuis gebruiken. Lees de Nieuwsbrief Thema verkeer maar eens.

u’ Ac

Bijlage Nieuwsbrief Thema verkeer <

fb

Ouders informeren over activiteiten

.v

.

Theoriebron Ouders betrekken bij VVE

Informatieavonden

C

op

yr

ig

ht

Ed

Een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal kiest er ook wel voor om voor elk nieuw thema een themabijeenkomst te organiseren. In een presentatie legt een medewerker van de VVE-instelling uit wat het thema is en hoe het een invulling krijgt, bijvoorbeeld over de woorden die centraal staan. Ook de thuisactiviteiten die de ouder zelf kan uitvoeren, komen aan de orde. Sommige instellingen kennen een ouder-nieuwsbord waarop ouders belangrijke informatie kunnen vinden. Gezinsgerichte programma’s kennen ouderbijeenkomsten waar pedagogische thema’s worden besproken en waar ouders ervaringen uitwisselen.

54


ht

ig

yr

op

C

fb

tie

u’ Ac

Ed

.

.v


ht

ig

yr

op

C

fb

tie

u’ Ac

Ed

.

.v


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.