40474 ouders betrekken in begeleiding

Page 1

fb .v

Cursus

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

Ouders betrekken in begeleiding


Colofon

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Anne Haselberg

ie

Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

ct

Titel: Ouders betrekken in begeleiding ISBN:9789037240474 © Edu’Actief b.v. 2017

u'

A

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave OriĂŤntatie

4

fb .v

Over deze cursus 9

Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen Ouders betrekken bij activiteiten

Opvoedingsondersteuning

17

22 29

ie

Pedagogische preventie

10

34

ct

Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid

Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling40 44

A

Reflecteren

Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen 48

u'

Theoriebron Gesprekken voeren

46

Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten

Ed

Theoriebron Pedagogische preventie

Theoriebron Opvoedingsondersteuning Theoriebron Voorlichting geven

53

57

60

Theoriebron Een voorlichtingsgesprek

ij

50

63

er

Theoriebron Een voorlichtingsbijeenkomst organiseren

65 67

U

itg

ev

Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling

3


Over deze cursus

Over deze cursus

fb .v

Inleiding

ct

ie

Elke doordeweekse dag brengen ouders hun kind naar de kinderopvang of peuterspeelzaal. Zij vertrouwen erop dat hun kind in goede handen is bij de pedagogisch medewerkers. Om een vertrouwensband op te bouwen is een goed contact met ouders ontzettend belangrijk. Zo kun je ouders betrekken bij de begeleiding van hun kind en de activiteiten op het kindercentrum. Daarnaast kan een goed contact ervoor zorgen dat ouders bij een pedagogisch medewerker komen met hun opvoedingsvragen. Als pedagogisch medewerker heb jij de taak om ouders te ondersteunen door voorlichting en advies te geven en problemen in de gezinssituaties op tijd te signaleren. In deze training leer je hoe je ouders kunt betrekken bij de begeleiding van het kind en bij activiteiten op het kindercentrum. Ook leer je vaardigheden die belangrijk zijn als je ouders wilt informeren, adviseren en ondersteunen bij de opvoeding.

ij

Ed

u'

A

In deze cursus gaat het over ouders: daarmee bedoelen wij iedereen die kinderen een thuis biedt.

er

Een goed contact met ouders is de basis voor een goede begeleiding van het kind.

U

itg

ev

Leerdoelen

4

Je kunt: • ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen • ouders betrekken bij activiteiten op de peuterzaal of het kinderdagverblijf • uitleggen wat pedagogische preventie is en wat de rol van een pedagogisch medewerker hierbij is • opvoedingsondersteuning bieden aan ouders • voorlichting geven aan ouders over veelvoorkomende opvoedingsvragen op het gebied van gezondheid • voorlichting geven aan ouders over veelvoorkomende opvoedingsvragen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling.


Over deze cursus

Beoordeling Aan het eind van de training wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst met twee beroepsdemonstraties. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn actieve deelname aan de lessen en nette uitwerking van de opdrachten in goed Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

fb .v

Beoordelingsformulier <

Planning

ie

Beroepsdemonstraties voorbereiden en uitvoeren kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees de opdracht van de beroepsproducten goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

ct

Planningsformulier <

A

Beroepsproduct 1: Een informatiemap met voorlichtingsmateriaal

u'

Casus

Ed

De pedagogisch medewerkers van IKC Wereldwijs komen dagelijks in contact met veel verschillende ouders. Tijdens de haal- en brengmomenten zijn er veel gesprekken. Vaak stellen ouders tijdens deze gesprekken vragen over de ontwikkeling of de opvoeding van het kind. Deze opvoedingsvragen proberen de pedagogisch medewerkers zo goed mogelijk te beantwoorden door het geven van informatie en advies. Ouders mogen niet alleen blijven zitten met hun opvoedingsvragen.

er

ij

In de praktijk merken de pedagogisch medewerkers dat zij vaak behoefte hebben aan wat extra informatie. Verder missen ze materiaal dat ze aan ouders mee kunnen geven: een flyer, een tip voor een goed boek of een lijstje met adviezen. Dat materiaal is er niet. Pedagogisch medewerkers Marlein, Imen en Sonny willen hier verandering in brengen. Zij gaan samen een kennisbibliotheek maken die gebruikt kan worden voor het voorlichten en adviseren van ouders.

U

itg

ev

Maak een informatiemap Maak voor de kennisbibliotheek een informatiemap, een map waar de pedagogisch medewerkers van IKC Wereldwijs mee gaan werken. De map heeft informatie over ĂŠĂŠn onderwerp, voor zowel pedagogisch medewerkers als voor ouders. Daarnaast zorgen jullie voor voorlichtingsmateriaal dat meteen in de praktijk gebruikt kan worden. Een informatief stuk voor een nieuwsbrief, een filmpje of digitale presentatie, een flyer voor ouders en verschillende lijsten met adviezen en tips. Houd rekening met de verschillen tussen ouders In de praktijk kom je verschillende soorten ouders tegen. Ouders verschillen bijvoorbeeld in leeftijd, cultuur, pedagogische visie, opleidingsniveau en de taal die zij spreken. Je kunt niet alle ouders op dezelfde manier benaderen. Een laagopgeleide ouder vindt een informatief stuk in de nieuwsbrief misschien moeilijk om te lezen; een hoogopgeleide ouder voelt zich misschien niet serieus genomen door een informatieboekje met pictogrammen en plaatjes.

5


Over deze cursus

Je maakt daarom elk onderdeel (flyer, filmpje of tekst voor de nieuwsbrief) in de map voor een andere doelgroep. Zo zorg je ervoor dat je met één map meerdere ‘soorten’ ouders kunt bereiken.

onderwerpen voor de bso – rouwverwerking bij kinderen van 4-12 jaar – gezonde voeding voor kinderen van 4-12 jaar – angsten bij kinderen van 4-12 jaar – de invloed van een scheiding op kinderen van 4-12 jaar – buiten spelen en bewegen – computers en tablets (sociale media) – vriendschappen en verliefdheid op de basisschool – de (beginnende) puberteit.

u'

A

ct

ie

fb .v

Kies een van onderstaande onderwerpen uit waarover je de informatiemap maakt. • onderwerpen voor kinderopvang en/of de peuterspeelzaal: – vaccinaties – kinderziektes – taalontwikkeling – koppigheid en driftbuien – rouwverwerking bij baby’s, dreumesen en peuters – gezonde voeding voor baby’s, dreumesen en peuters – hechting bij jonge kinderen 0-2 jaar – kinderangsten bij kinderen van 2-4 jaar – zindelijkheidstraining.

Maak een planning en een taakverdeling. Kies een onderwerp en maak een theoretisch kader. Hiervoor zoek je informatie over het onderwerp in boeken en op internet. Volg de stappen: – Zoek algemene informatie op over het onderwerp. Wat houdt het onderwerp in? Welke invloed heeft het onderwerp op de ontwikkeling van kinderen? Welke invloed heeft het onderwerp op het gedrag van kinderen? Wat zijn signalen die kinderen laten zien bij problemen op dit gebied? – Bij deze opdracht moet je ouders kunnen informeren. Bedenk welke vragen ouders kunnen stellen over dit onderwerp. Zoek in de theorie naar antwoorden (tips en adviezen).

er

ij

• •

Ed

Stappen

Maak voor ieder apart onderdeel in de map een opzet. – Beschrijf wat je doel is bij dit onderdeel. – Maak een opzet: stel vast welke informatie erin moet komen. – Bekijk of je voldoende informatie hebt over het onderwerp en zoek extra informatie. – Beschrijf voor welke doelgroep je de voorlichting maakt en op welke manier je gaat aansluiten bij de doelgroep. – Bepaal hoe je het geheel wilt vormgeven.

Werk de opzet uit tot een definitief product.

U

itg

ev

6

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.


Over deze cursus

Eisen aan het beroepsproduct Maak een voorlichtingsmap met de volgende onderdelen: a. algemene informatie over het onderwerp b. informatie over welke invloed het thema op de ontwikkeling en het gedrag van kinderen heeft c. een informatief stukje voor in een nieuwsbrief d. een filmpje, vlog of digitale presentatie over het onderwerp e. een flyer voor ouders over het onderwerp f. een lijst met tips en adviezen voor ouders g. een lijst met tips en adviezen voor pedagogisch medewerkers h. een lijst met organisaties die informatie of ondersteuning kunnen bieden i. een lijst met informatieboeken voor ouders en/of (voor)leesboeken voor kinderen.

• • •

Zorg dat de map documenten heeft die je direct in de praktijk kunt gebruiken. Zorg dat de map er verzorgd uitziet. Reflecteer op deze opdracht met het Werkmodel Reflectiemodelverslag.

ct

ie

fb .v

A

Beroepsproduct 2: Ouders betrekken bij de begeleiding van hun kind

Ed

u'

In een gesprek dat jij met een ouder voert, laat je zien dat je de theorie in de praktijk kunt brengen. Je kunt ouders betrekken bij activiteiten, slecht nieuws vertellen of informeren en adviseren. Voor deze demonstratie kun je kiezen uit de volgende gesprekken: • Vraag een ouder voor de oudercommissie • Ga met ouders in gesprek over een probleem dat jij signaleert. Bedenk een fictieve praktijksituatie over het onderwerp waarvoor je een informatiemap hebt gemaakt. • Ga met een ouder in gesprek over een opvoedingsvraag. Beantwoord een ‘spontane’ opvoedingsvraag over het onderwerp waarvoor je een informatiemap hebt gemaakt.

Maak een planning en een taakverdeling. Bedenk welke informatie je nodig hebt voor het gesprek en verdiep je in het onderwerp. Maak een opzet voor het gesprek. Gebruik daarbij de theoriebronnen. Waarop moet je letten bij zo’n gesprek? Maak voor jezelf een lijstje waarop je gaat letten bij het gesprek. Beschrijf je sterke punten en je valkuilen. Houd het gesprek met de docent, die vertegenwoordigt de ouder.

er

• • •

ij

Stappen

ev

• •

U

itg

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

7


Over deze cursus

Eisen aan het beroepsproduct Eisen bij de demonstratie: Vraag een ouder voor de oudercommissie. – Je hebt het gesprek goed voorbereid. – Je hebt voldoende kennis en voorbeelden om je verhaal te ondersteunen. – Je benadert de ouder positief en enthousiast. – Je kunt op een goede manier omgaan met weerstand bij ouders of overenthousiaste ouders. – Je kunt uitleggen wat een oudercommissie doet en wat de taken van de ouder zijn. – Je kunt uitgaan van de talenten van ouders. – Schrijf een reflectie op de opdracht waarin je je sterke punten en de punten waaraan je in de toekomst nog wilt werken beschrijft.

Eisen bij de demonstratie: Ga met ouders in gesprek over een probleem dat jij signaleert. – Je hebt het gesprek goed voorbereid. – Je hebt voldoende kennis en voorbeelden om je verhaal te ondersteunen. – Je kunt ‘slecht nieuws’ op de goede manier brengen. – Je kunt op een goede manier omgaan met de reactie van ouders. – Je kunt tips en adviezen geven of doorverwijzen. – Schrijf een reflectie op de opdracht waarin je je sterke punten en de punten waaraan je in de toekomst nog wilt werken beschrijft.

Eisen bij de demonstratie: Ga met een ouder in gesprek over een opvoedingsvraag. – Je hebt voldoende kennis over het onderwerp. – Je kunt ingaan op een ‘spontane’ opvoedingsvraag van de ouder. – Je gebruikt in het gesprek de kennis over de gedragsverandering van Balm. – Je kunt ouders tips en adviezen geven. – Je kunt onderdelen uit de map gebruiken om je verhaal te ondersteunen of aan ouders mee te geven. – Schrijf een reflectie op de opdracht waarin je je sterke punten en de punten waaraan je in de toekomst nog wilt werken beschrijft.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

8


Oriëntatie

Oriëntatie Contact met ouders

fb .v

Opdracht 1

Bij contact met ouders kun je aan allerlei dingen denken: ‘Waar denk jij aan?’ Dit is een variant op het spelletje:

Opdracht 2

Contact met een pedagogisch medewerker

ie

‘Ik ga op reis en ik neem mee ...’ Eén student begint met de zin en vult hem aan. ‘Als ik aan het contact met ouders denk, dan denk ik aan ... (zelf iets invullen)’. Iedereen die volgt, herhaalt alles wat ervoor is gezegd en vult aan waar hij of zij zelf aan denkt. Er mogen geen herhalingen voorkomen.

ct

Kruip in de huid van een ouder en schrijf een brief naar een pedagogisch medewerker. Maak in de brief duidelijk wat jij als ouders belangrijk vindt bij het contact dat je hebt met de pedagogisch medewerker.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

Beste pedagogisch medewerker,

A

Weet je wat ik belangrijk vind bij het contact dat ik met jou heb?

9


Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

fb .v

Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen Inleiding

Ed

u'

A

ct

ie

Ouders vertrouwen hun kostbaarste bezit, hun kind(eren), toe aan jou als pedagogisch medewerker. Als je met kinderen werkt, kom je automatisch in contact met ouders. Dit contact kan heel waardevol zijn voor de begeleiding die jij aan het kind geeft. Samen met de ouders voed je het kind op. Dat vraagt om een goede samenwerking, wederzijds vertrouwen en een goed contact. Je leert in deze cursus meer over het betrekken van ouders bij de begeleiding van kinderen.

Jij en de ouders zijn partners in opvoeden. Een goed contact met ouders is daarom erg belangrijk.

ij

Leerdoelen

U

itg

ev

er

Je kunt: • ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen • benoemen waarom het belangrijk is om goed contact met ouders te hebben • ouders informeren over de juiste begeleiding van kinderen • contactmomenten gebruiken om ouders te betrekken bij de begeleiding • ouders informeren over bijzonderheden in de ontwikkeling van een kind • omgaan met verschillen in ideeën over de opvoeding.

Opdracht 3

Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen <

10

Oudercontacten Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen en beantwoord de vragen over oudercontact. a. Op welke momenten kom je in contact met ouders?


Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

b. Waarom is het belangrijk dat je een goed contact met ouders hebt?

ie

fb .v

c. Maak groepjes van vier. Bekijk en bespreek samen onderstaande stellingen over oudercontacten. • Stelling 1: Ouders kun je beter alleen tijdens de haal- en brengmomenten op de peuterzaal toelaten. Anders kijken zij je vooral op de vingers en bemoeien zich ook nog eens overal mee! • Stelling 2: Ouders betrekken bij activiteiten vind ik geen goed idee. Met hun ouders in de buurt laten kinderen vaak meer negatief gedrag zien. • Stelling 3: Het is gaaf als ouders willen meedoen en meedenken met dingen die gebeuren op het kinderdagverblijf. • Stelling 4: Ik gedraag mij toch anders als ouders in de buurt zijn.

ct

Beantwoord daarna onderstaande vragen en bespreek je antwoorden met je medestudenten.

A

d. Wat vind ik zelf belangrijk in het contact met ouders?

Ed

u'

e. Wat vind ik moeilijk in contact met ouders?

f. Wat vind ik gemakkelijk in het contact met ouders?

a. Bedenk tien verschillende manieren waarop je ouders kunt informeren over de begeleiding van hun kinderen of over onderwerpen rondom opvoeding en ontwikkeling.

b. Je kunt ouders op verschillende manieren informeren. De manier waarop je iemand informeert, hangt af van het onderwerp, de boodschap en de ontvangers. Werk samen met een medestudent. Kies een van de onderstaande casussen en zoek informatie op over het onderwerp. Bedenk een manier waarop je de informatie aan ouders gaat communiceren en werk dit uit. Je mag hierin best creatief zijn, als het bij de situatie past.

U

itg

ev

er

Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen <

Ouders informeren

ij

Opdracht 4

11


Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

De waterpokken

ie

fb .v

Er heerst waterpokken op het kinderdagverblijf en jij moet de ouders daarover informeren. De ouders van de kinderen die het kinderdagverblijf bezoeken zijn echt een afspiegeling van de samenleving. Er is veel verschil in leeftijd, cultuur en opleidingsniveau. Zorg dat door jouw informatie ouders antwoord krijgen op de volgende vragen: • Wat zijn waterpokken? • Mogen kinderen met waterpokken naar de opvang komen? • Hoe kun je de waterpokken krijgen? • Wat kun je doen tegen (de klachten bij) waterpokken? • Zijn waterpokken gevaarlijk? Zo ja, voor wie?

Afscheid nemen

Regels

Ed

u'

A

ct

Je merkt de laatste tijd dat er veel kinderen moeite hebben met afscheid nemen op de groep met kinderen van 1, 5 tot 3 jaar oud. Ouders blijven lang plakken, zij voelen zich schuldig en beginnen soms zelf ook te huilen. Op het eind blijf jij achter met een stel huilende kinderen die zich vasthouden aan je benen. Informeer ouders over afscheid nemen. De ouders zijn vaak hoogopgeleide mensen. Neem in je informatie de volgende punten mee: • een stukje over de ontwikkeling van kinderen (afscheid nemen/hechting) • tips over afscheid nemen • boekentips van boekjes die ouders samen met hun kind kunnen lezen.

U

itg

ev

er

ij

Op de peuterzaal gelden regels voor het brengen en halen van de kinderen. Sommige ouders houden zich niet aan de regels, waardoor de breng- en haalmomenten chaotisch verlopen. De breng- en haalmomenten zijn in de ochtend om 8.30 uur en 11.30 uur en in de middag om 13.00 uur en 16.00 uur. Ouders komen dan te vroeg of juist veel te laat. Ze laten soms andere mensen hun kinderen ophalen zonder dat te communiceren naar de pedagogisch medewerkers. In hun enthousiasme gaan ouders tijdens het brengen van de kinderen vaak spelen met het speelgoed dat niet voor inloop bedoeld is. Het speelgoed waar kinderen tijdens de inloop mee mogen spelen staat op de tafels klaar. Informeer ouders over de regels voor het halen en brengen van kinderen. De ouders van de kinderen zijn vaak ouders die moeite hebben met de Nederlandse taal. • Benoem de regels voor het halen en brengen van de kinderen. Neem hierbij de punten uit de casus mee. • Voeg nog andere regels toe die (kunnen) gelden op een peuterzaal.

12


Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

Opdracht 6

fb .v

Omgaan met verschillen

Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen en bekijk onderstaande casussen. Beantwoord de vragen over de verschillen en overeenkomsten die je tegen kunt komen in het contact met ouders.

Murat

Ed

Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen <

ie

Filmpje Kinderen volgen via smartphone <

b. Bekijk het Filmpje Mijn kind en het Filmpje Kinderen volgen via smartphone. Dit zijn voorbeelden hoe je ouders op een eigentijdse manier kunt betrekken bij de begeleiding van hun kind. Bedenk samen met drie medestudenten andere manieren waarop je de betrokkenheid van ouders bij de begeleiding kunt vergroten.

ct

Filmpje Mijn kind <

a. Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen. Het is belangrijk dat ouders betrokken raken bij de kinderopvang of de peuterspeelzaal. Waarbij kun je ouders betrekken?

A

Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen <

Ouders betrekken bij begeleiding

u'

Opdracht 5

De vader van Murat is erg vriendelijk en geĂŻnteresseerd in de ontwikkeling van Murat. Hij komt altijd samen met zijn vrouw naar de tienminutengesprekken. Hij wil pedagogisch medewerker Lucia geen hand geven. Daar stoort Lucia zich erg aan ze voelt zich niet gelijk behandeld. Zij heeft het gevoel dat de vader van Murat zich boven haar plaatst.

er

ij

a. Waarom wil de vader van Murat Lucia geen hand geven?

ev

b. Ben je het eens met de manier waarop de vader van Murat zich gedraagt? Motiveer je antwoord.

d. Hoe zou jij reageren in de situatie van Lucia?

U

itg

c. Hoe zou jij je voelen in de situatie van Lucia?

13


Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

Amelie

fb .v

De moeder van Amelie vindt het belangrijk om haar kind positief op te voeden. Zij werkt heel veel met beloningen en complimenten. Elke stap die Amelie behaald wordt uitgebreid gevierd met een cadeautje. Op maandagochtend laat Amelie jou alle cadeautjes zien die zij in het weekend gekregen heeft. Een boek omdat ze haar jas nu zelf kan aantrekken. Een knuffelaapje omdat ze haar bord leeggegeten heeft en een pakje stiften omdat zij zo goed heeft stilgezeten in de trein.

ie

e. Ben je het eens met de manier waarop de moeder Amelie opvoedt? Motiveer je antwoord.

u'

A

g. Wat zeg jij tegen de moeder van Amelie?

ct

f. Wat zeg jij tegen Amelie?

Ed

Fafa

er

ij

Fafa (3 jaar) is ruim een week ziek geweest. Pedagogisch medewerker Toby vraagt aan Fafa wat ze heeft gehad. Fafa vertelt dat zij heel erg buikpijn had. ‘Ben je ook bij de dokter geweest?’, vraagt Toby. Fafa knikt enthousiast. Toby pakt een prentenboek over de huisarts en begint Fafa voor te lezen. Als het boekje uit is, zegt zij tegen Toby: ‘Mijn dokter was wel anders hoor.’ Na wat doorvragen komt Toby erachter dat Fafa naar een natuurgenezer of medicijnman is geweest. Toby maakt zich zorgen of Fafa wel de goede medische zorg heeft gehad.

U

itg

ev

h. Waarom zijn de ouders van Fafa niet met haar naar de huisarts geweest, denk je?

14

i.

Ben je het eens met de manier waarop de ouders van Fafa gehandeld hebben? Motiveer je antwoord.

j.

Hoe zou jij je voelen in de situatie van Toby?


Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

k. Hoe zou jij reageren in de situatie van Toby?

Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen. Voor een nieuwe website over kinderopvang mag jij een column schrijven voor ouders met als titel ‘Samen opvoeden’ of ‘Partners in opvoeden’. Je mag zelf de invulling bedenken, als het maar gaat over omgaan met verschillen.

fb .v

l.

Opdracht 7

ie

Zoek aanvullende informatie in boeken of op internet. Schrijf een column van 300 tot 500 woorden.

Een moeilijk gesprek

a. Lees de Theoriebron Gesprekken voeren. Bekijk het Filmpje Signalen bespreken met ouders. Dit is een voorbeeld van hoe je het niet moet doen. Maar wat is wel belangrijk als je met ouders een moeilijk gesprek gaat voeren? Maak in groepjes van drie een presentatie met Prezi over het voeren van een moeilijk gesprek. Laat in de presentatie zien waarop je moet letten en welke stappen belangrijk zijn. Het volgende is belangrijk bij een moeilijk gesprek:

Filmpje Signalen afwijkend gedrag bespreken met ouders <

2.

3.

4.

u'

1.

Ed

Website Prezi <

A

ct

Theoriebron Gesprekken voeren <

er

ij

5.

ev

6.

U

itg

b. Lees de Theoriebron Gesprekken voeren. Maak groepjes van drie. Kies een van de volgende drie casussen. Maak samen een plan van aanpak voor het gesprek. Zorg dat je manier van communiceren past bij de ouders uit de casus. Zoek extra informatie als je nog te weinig over het onderwerp weet. Speel het gesprek uit in een rollenspel.

15


Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

Neeltje

fb .v

Neeltje (3 jaar) loopt achter in haar ontwikkeling. Ze maakt bijna geen contact met andere kinderen in de groep. Ze praat bijna niet met hen en maakt nauwelijks oogcontact. Aan tafel kan ze wel speelgoed delen. Dan deelt Neeltje met andere kinderen een kralenbak of een potje lijm. Neeltje speelt in de groep heel vaak alleen en reageert nauwelijks op wat er in de groep gebeurt. Pedagogisch medewerker Miranda maakt zich zorgen over Neeltje. Ze heeft een gesprek gepland met haar ouders. De ouders van Neeltje hebben zelf een laag opleidingsniveau en vinden alles wat Neeltje doet fantastisch.

Masim

A

ct

ie

Baby Masim van acht maanden krijgt thuis van zijn ouders als hij moet huilen een fles. Behalve dat Masim veel te zwaar is voor zijn leeftijd, is het voor de pedagogisch medewerkers best lastig om met het gehuil van Masim om te gaan. Masim heeft geen enkel ritme en hij is vaak op geen andere manier te troosten dan via zijn fles. Pedagogisch medewerker Ageeth maakt zich een beetje zorgen om Masim. Zij wil met de ouders van Masim in gesprek gaan om ideeën uit te wisselen over voeding en het hebben van een ritme. De ouders van Masim wonen anderhalf jaar in Nederland. Ze zitten op Nederlandse les, maar spreken het nog niet heel goed.

u'

Eva

U

itg

ev

er

ij

Ed

Eva (2,5 jaar) heeft moeite met praten. Dat is voor haar best frustrerend. Als Eva iets niet wil of iets voor elkaar wil krijgen bijt ze andere kinderen. Dit gebeurt meerdere keren op een dag. Sommige kinderen beginnen bang te worden voor Eva en een van de ouders van de gebeten kinderen heeft al een klacht ingediend. Pedagogisch medewerker Afra heeft een gesprek met Eva’s ouders gepland. Eva’s ouders zijn hoogopgeleide mensen en hechten veel waarde aan een goede sociale omgang.

16


Ouders betrekken bij activiteiten

fb .v

Ouders betrekken bij activiteiten Inleiding

Ed

u'

A

ct

ie

Ouders betrekken bij de activiteiten op het kindercentrum heeft veel voordelen. In de praktijk merk je soms dat niet alle pedagogisch medewerkers even enthousiast zijn over het betrekken van ouders bij activiteiten. Ze hebben het gevoel alsof ouders hen op de vingers kijken of de pedagogisch medewerkers vinden het vervelend als ouders zich met dingen bemoeien. Toch is het heel waardevol om ouders in te zetten binnen het kindercentrum. Het betrekken van ouders heeft een positieve invloed op het contact en de band die je met ouders en een kind hebt. Je leert meer over hoe je ouders kunt betrekken bij activiteiten en waarom dit belangrijk is.

ij

Je kunt ouders betrekken bij verschillende activiteiten.

Je kunt: • ouders betrekken bij activiteiten op het kinderdagverblijf of peuterzaal • benoemen hoe je ouders kunt betrekken op een kinderdagverblijf of peuterzaal • benoemen op welke manieren en welke momenten je ouders in kunt zetten tijdens activiteiten • benoemen hoe je ouders kunt benaderen • manieren bedenken waarop je ouders kunt betrekken bij activiteiten.

U

itg

ev

er

Leerdoelen

17


Ouders betrekken bij activiteiten

Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten <

Ouderparticipatie Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten en beantwoord de vragen. a. Benoem de voordelen over het betrekken van ouders bij activiteiten.

fb .v

Opdracht 8

ie

Filmpje Ouderbetrokkenheid <

u'

A

ct

b. Ouders kun je betrekken bij verschillende activiteiten binnen een kinderopvang of peuterzaal. Noem tien momenten of activiteiten waar je ouders bij kunt inzetten.

Ed

c. Bekijk het Filmpje Ouderbetrokkenheid. Dit is een voorbeeld waarop ouderbetrokkenheid op school wordt gestimuleerd. Bespreek samen met twee medestudenten hoe je dit in de kinderopvang of de peuterspeelzaal kunt inzetten.

ij

d. Waar moet je op letten als je een oudercommissie samenstelt?

U

itg

ev

er

e. Noem vijf taken van een oudercommissie.

18


Ouders betrekken bij activiteiten

Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten <

Op welke manieren kun je ouders inzetten Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten en onderstaande casussen goed door. Met welke pedagogisch medewerker ben jij het eens? Motiveer je antwoord.

fb .v

Opdracht 9

De spelletjesmiddag

ie

Werner en Macy organiseren samen een spelletjesmiddag voor de bso. Er hebben zich al dertig kinderen opgegeven. Werner en Macy gaan een speurtocht uitzetten in de wijk en willen graag de ouders van de kinderen betrekken bij de spelletjesmiddag. Werner vindt dat de ouders met de groepjes kinderen mee kunnen lopen. Macy is van mening dat de ouders beter op de verschillende posten kunnen gaan staan waar de kinderen spelletjes kunnen doen of iets kunnen drinken.

u'

A

ct

a. Met wie bij jij het eens en waarom?

De Sinterklaasviering

Ed

Stagiaires Lynn en Timo gaan voor een opdracht het Sinterklaasfeest organiseren. Hun stagebegeleider heeft gezegd dat het leuk is als zij ouders betrekken bij de Sinterklaasviering. Timo wil een aantal ouders verkleden tot Sinterklaas en pieten. Dat scheelt dan ook weer op het budget dat ze hebben. Lynn zet de ouders liever in om de ruimte te versieren, cadeautjes in te pakken en alles van te voren klaar te zetten.

U

itg

ev

er

ij

b. Met wie bij jij het eens en waarom?

Het voorleesontbijt Sanne en Touria organiseren een voorleesontbijt op de peuterzaal. Ze willen graag de ouders betrekken omdat voorlezen heel belangrijk is. Layla wil de moeders van Liv, Noura en Cheng vragen om thuis voor het ontbijt lekkere hapjes en broodjes te maken. Zij kunnen heel erg lekker koken en het scheelt Sanne en Touria een hoop werk. Sanne wil de vader van Zinan vragen om voor te lezen. Laatst bracht hij Zinan naar de peuterzaal en liet hij met een handpop allemaal verschillende stemmetjes horen. De kinderen genoten hier erg van.

19


Ouders betrekken bij activiteiten

fb .v

c. Met wie bij jij het eens en waarom?

Bedenk in groepen van twee voor welke activiteiten je ouders kunt betrekken bij de volgende feesten en vierdagen. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

ie

d. De kerstviering:

ct

e. Themaweek beroepen:

u'

A

f. De wandelvierdaagse:

Ed

g. Uitje naar de kinderboerderij:

Ouders benaderen

er

Opdracht 10

ij

h. Sportmiddag:

a. Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten. Als je ouders wilt benaderen voor activiteiten moet je met verschillende factoren rekeningen houden. Bedenk in groepjes van vier originele en creatieve manieren waarop je ouders kunt vragen mee te helpen en te denken bij activiteiten op een kindercentrum. Zorg dat je hierbij rekening houdt met verschillende doelgroepen. Denk aan de middelen die je inzet en de manier waarop je ouders vraagt.

U

itg

ev

Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten <

20


Ouders betrekken bij activiteiten

fb .v

b. Lees de Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten en maak groepjes van twee. Als je ouders wil benaderen moet je rekening houden met de verschillen tussen ouders. Speel samen onderstaande praktijkvoorbeelden uit. Probeer de ouders in het gesprek ook duidelijk te maken waarom het voor een kind ook fijn is als ouders betrokken zijn bij de opvang. Probeer je zo goed mogelijk in te leven in de situatie.

Ouders betrekken bij activiteiten

Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten <

Peuterzaal De Piramide

A

Opdracht 11

ct

ie

Praktijkvoorbeelden: • De moeder van Aïsha spreekt bijna geen Nederlands, maar je wilt haar vragen of zij samen met een andere ouder de groep wil versieren. • Jij belt de vader van Tim en Josje op om te vragen of hij muziek wil maken bij het kindercarnaval. Naast zijn werk als huisarts zit hij in een band. • De moeder van Diederik klaagt altijd dat zij veel te druk is. Toch wil je haar vragen of zij wil voorlezen bij het voorleesontbijt. • De vader van Tom heeft tegen je gezegd dat hem dat ‘getut’ met de kinderen op de opvang vreselijk lijkt. Voor het thema beroepen wil jij hem vragen of hij de kinderen wat wil vertellen over zijn beroep: vrachtwagenchauffeur.

Ed

u'

Op peuterzaal De Piramide staat over vier weken de jaarlijkse winterwandeling op het programma. Het is een knusse en gezellige wandeling om 17.30 uur ’s avonds. Het is rond die tijd al donker en op de route staan glazen potjes met waxinelichtjes. De kinderen krijgen een lampion mee en genieten altijd met volle teugen. Onderweg kunnen de kinderen en ouders spelletjes doen en krijgen ook te eten. De ouders van de kinderen helpen altijd mee met de organisatie van de winterwandeling. Manager Wiesje Wandelaar heeft al gemerkt dat de ouderbetrokkenheid dit jaar minimaal is. Op het wervingsstukje in de nieuwsbrief is maar één aanmelding gekomen van een vader die wel wil helpen. a. Maak voor de winterwandeling een overzicht van activiteiten waarvoor je ouders kunt inzetten.

er

ij

b. Bedenk in groepjes van twee een originele manier om de ouders te benaderen om mee te helpen bij de jaarlijkse winterwandeling. Werk dit idee uit en deel jullie idee met de rest van de groep.

U

itg

ev

c. Als je ouders gaat benaderen weet je niet altijd hoe zij zullen reageren op jouw vraag. Ouders reageren niet altijd enthousiast. Ze zijn te druk, hebben geen zin, zien het nut er niet van in, raken geïrriteerd of spreken nauwelijks Nederlands. Sommige ouders reageren juist heel enthousiast en nemen ter plekke de hele organisatie van je over, gaan zich bemoeien met de inhoud van de activiteit of willen dingen gaan doen waar zij niet voor bevoegd zijn. In het omgaan met dat soort reacties van ouders ga je in deze oefening mee oefenen. Benader ouders positief, leg het belang van ouderparticipatie uit aan de ouders en geef duidelijk aan wat er van hen verwacht wordt. Oefening: de deur Vorm een groep van vier studenten. Per ronde is telkens één student de pedagogisch medewerker en om de beurt komen er drie ouders door een denkbeeldige deur. De pedagogisch medewerker gaat de ouder vragen mee te doen aan een activiteit, deze activiteit mag je zelf verzinnen. De studenten die een ouder spelen bedenken vooraf hoe zij gaan reageren. Dat mag een van bovenstaande voorbeelden zijn, maar je mag ook zelf een reactie bedenken. Herhaal deze oefening totdat iedereen pedagogisch medewerker is geweest. Kies als je een ouder speelt niet steeds dezelfde reactie, het moet voor de pedagogisch medewerker een verrassing zijn.

21


Pedagogische preventie

Pedagogische preventie

fb .v

Inleiding

A

ct

ie

De opvoeding van kinderen gaat niet vanzelf. In je werk als pedagogisch medewerker loop je tegen pedagogische vraagstukken aan. Wat is nu de beste aanpak die bij een kind past? Door de kennis die je leert in je studie en de ervaring die je opbouwt tijdens je stages, leer je steeds meer over de ontwikkeling en het gedrag van kinderen. Ouders lopen ook tegen problemen aan in de opvoeding. Als pedagogisch medewerker kun jij ouders ondersteunen en problemen op tijd signaleren. Zo kun je voorkomen dat een opvoedingsvraag van ouders uitgroeit tot een groot probleem binnen het gezin.

Leerdoelen

er

• • •

Opdracht 12

Pedagogische preventie Lees de Theoriebron Pedagogische preventie en beantwoord de vragen.

U

itg

ev

Theoriebron Pedagogische preventie <

Ed

• •

Je kunt uitleggen wat pedagogische preventie is en wat de rol van de pedagogisch medewerker hierbij is. Je kunt beschrijven wat pedagogische preventie is. Je kunt onderscheid maken tussen opvoedingsvragen, opvoedingsspanning en opvoedingscrisis. Je kunt benoemen hoe je om moet gaan met opvoedingsvragen van ouders. Je weet welke rol een pedagogische medewerker heeft in pedagogische preventie. Je weet hoe je ouders kunt doorverwijzen bij pedagogische preventie.

ij

u'

Als pedagogisch medewerker moet je problemen van ouders vroegtijdig kunnen signaleren.

a. Beschrijf wat pedagogische preventie inhoudt?

b. Wat is de draagkracht van ouders?

c. Wat is de draaglast van ouders?

22


Pedagogische preventie

fb .v

Lees de Theoriebron Pedagogische preventie en lees onderstaande casus goed door. Factoren binnen het gezin kunnen een positieve of een negatieve invloed hebben op de draagkracht en de draaglast van een gezin. Geef aan wat de positieve/beschermende factoren zijn en wat de negatieve/risicofactoren zijn binnen het gezin van Doeschoten.

Familie van Doeschoten

Ed

u'

d. Positieve beschermende factoren:

A

ct

ie

De familie van Doeschoten bestaat uit vader Jan-Willem (43), moeder Marianne (41), dochters Fleur (14) en Emma (8) en zoon Boris (6). De familie van Doeschoten woont in een fijne gezinswijk. Ze hebben een goed contact met familie en zij hebben veel vrienden die regelmatig langskomen. Vader Jan-Willem is sinds kort werkloos en kan moeilijk aan een nieuwe baan komen. Moeder Marianne werkt drie dagen in de week als verpleegkundige in een ziekenhuis. Zoon Boris gaat naar het speciaal onderwijs. Boris is geboren met het syndroom van Duchenne. Er zijn altijd veel zorgen om de gezondheid en ontwikkeling van Boris. Zus Emma is een sociaal meisje met veel vriendjes. Zij gaat graag naar school en heeft veel plezier bij het uitoefenen van haar grote hobby turnen. Dochter Fleur is een temperamentvolle puber. Zij past graag op haar broertje als ouders wel eens weg moeten. Sinds Fleur naar de middelbare school gaat, zorgt zij voor problemen binnen het gezin. Ze spijbelt veel en ze heeft volgens haar ouders de verkeerde vrienden. Moeder Marianne en vader Jan-Willem hebben zich gemeld bij een ‘Voormekaar-team’ Zij weten niet meer hoe zij alles aan moeten pakken. Het wordt allemaal net teveel.

ev

er

ij

e. Negatieve risicofactoren:

Opdracht 13

U

itg

Theoriebron Pedagogische preventie <

Opvoedingsvraag, opvoedingsspanning of opvoedingscrisis Lees de Theoriebron Pedagogische preventie en beantwoord de vragen. a. Wat is een opvoedingsvraag?

b. Noem een voorbeeld van een opvoedingsvraag.

23


Pedagogische preventie

c. Wat is een opvoedingsspanning?

fb .v

d. Noem een voorbeeld van een opvoedingsspanning.

f. Noem een voorbeeld van een opvoedingscrisis.

ie

e. Wat is een opvoedingscrisis?

ct

Lees nogmaals de Theoriebron Pedagogische preventie. Bekijk in groepen van drie de casussen. Beantwoord de vragen.

A

Miro

Ed

u'

Miro zit op de peuterspeelzaal en pedagogisch medewerker Gea is in gesprek met de vader van Miro. Ze praten over de driftbuien van peuter Miro. Vader geeft aan dat het ondanks de goede tips van Gea, het nog niet beter gaat met de driftbuien van Miro. Vader en moeder vinden het erg moeilijk om hiermee om te gaan. De moeder van Miro maakt al een stuk minder uitstapjes met hem want zij is zo bang dat Miro een driftbui krijgt. Vader zegt dat hij het niet zo erg vindt als Miro in het openbaardriftig wordt, maar slaapt soms wel slecht. Hoe moet hij het nu aanpakken?

er

ij

g. Streep door wat niet goed is: Er is in deze casus een opvoedingsspanning / opvoedingsvraag / opvoedingscrisis h. omdat:

ev

i.

U

itg

j.

24

Welke ondersteuning of hulp hebben ouders nodig en waarom?

Ik zou als pedagogisch medewerker zo handelen:


Pedagogische preventie

Cas

fb .v

Baby Cas van vijf maanden komt elke week drie dagen naar de kinderopvang. De ouders van Cas liggen in scheiding. Vader is twee maanden na de geboorte van Cas ineens vertrokken en bij zijn nieuwe vriendin ingetrokken. Moeder (22 jaar) heeft het nog steeds erg moeilijk met de hele situatie. Zij heeft financiële problemen en maar een klein sociaal netwerk. De moeder van Cas lijkt bij het halen en brengen soms ook wat afwezig. Pedagogisch medewerker Shirma maakt zich zorgen over baby Cas. Hij groeit niet goed en als hij op de kinderopvang komt lijkt hij geregeld erg hongering. Daarnaast is hij vaak ziek en ziet hij er slecht verzorgd uit. In vergelijking met leeftijdsgenootjes loopt baby Cas achter in zijn ontwikkeling.

A

ct

ie

k. Streep door wat niet goed is: Er is in deze casus een opvoedingscrisis / opvoedingsvraag / opvoedingsspanning l. omdat:

Ed

u'

m. Welke ondersteuning of hulp hebben ouders nodig en waarom?

ij

n. Ik zou als pedagogisch medewerker zo handelen:

Tally (11) zit op de bso. Tally is een gezellig en temperamentvol meisje. Tijdens het ophalen spreekt de moeder van Tally pedagogisch medewerker Nico aan. ‘Zeg Nico, wat doet Tally nou zoal bij jullie op de bso?’ Nico noemt enthousiast alle activiteiten op waar Tally van houdt: ‘Nou spelletjes, creatief bezig zijn, sporten, giebelen met de andere meiden in het klimrek oh ja, kook en bakactiviteiten vindt zij ook helemaal geweldig.’ Verbaasd kijkt de moeder van Tally haar aan. ‘Doet ze dat allemaal?’ Thuis wil ze alleen nog op de computer of de tablet en ze hangt maar een beetje op de bank. Nico, hoe lang mag een kind eigenlijk per dag achter een schermpje zitten?

o. Streep door wat niet goed is: Er is in deze casus een opvoedingsvraag / opvoedingsspanning / opvoedingscrisis p. omdat:

U

itg

ev

er

Tally

25


Pedagogische preventie

r. Ik zou als pedagogisch medewerker zo handelen:

Omgaan met opvoedingsvragen

ie

Opdracht 14

fb .v

q. Welke ondersteuning of hulp hebben ouders nodig en waarom?

A

Speel de verschillende vragen uit in een rollenspel in groepen van drie studenten. Bij de rollenspelen is een student de pedagogisch medewerker, een student de ouder en een student de observator. De observator geeft tips en tops. Wissel telkens van rol.

Melanie

u'

Artikel Kind bang om te gaan slapen <

ct

Als ouders eenvoudige opvoedingsvragen hebben over de opvoeding moet jij als pedagogisch medewerker goed kunnen reageren. Lees onderstaande vragen van ouders goed door. Zoek in boeken en op internet (extra) informatie op over het onderwerp. Zorg dat je er voldoende over weet om ouders hierover te kunnen voorlichten of tips te geven.

Theoriebron Pedagogische preventie <

Melanie (5) is erg bang in het donker. Ze denkt dat er monsters en spoken onder haar bed zitten. Een lampje laten branden op haar kamer werkt niet, zij komt ’s avonds telkens uit bed. De ouders van Melanie vragen zich af hoe zij hier mee om moeten gaan.

Artikel Zindelijkheid <

Jochem-Jan

ij

Jochem-Jan (3,5 jaar) durft niet op het potje of de wc te zitten. Ouders vinden het hoog tijd dat hij zindelijk wordt hij gaat al bijna naar de basisschool. De ouders vragen aan jou hoe zij dat het beste aan kunnen pakken.

er

Artikel 7 originele zindelijkheidstips <

Ed

Artikel Kinderangsten <

Lotti

ev

Artikel Als het huilen niet stopt <

U

itg

Artikel Huilbaby <

26

Baby Lotti van vier maanden oud huilt heel veel. Zowel overdag als ’s nachts. De moeder denkt dat Lotti een huilbaby is. Zij hebben zelf al veel geprobeerd maar ze kunnen er niet achter komen waar het huilgedrag vandaan komt. Ze zijn verder nog niet naar een arts geweest. De ouders vragen jou wat zij moeten doen.


Pedagogische preventie

Opdracht 15

De rol van de pedagogisch medewerker Lees de Theoriebron Pedagogische preventie. Als pedagogisch medewerker heb je een belangrijke rol bij pedagogische preventie binnen de kinderopvang.

Theoriebron Pedagogische preventie <

fb .v

a. Als pedagogisch medewerker heb je belangrijke taken op het gebied van pedagogische preventie. Noem de vier taken die in de theorie beschreven staan.

Filmpje 6 Tips voor een meesterlijke elevatorpitch <

ie

Website Sollicitatiedokter <

De Blokkentoren

A

ct

Kinderopvang De Blokkentoren is op zoek naar een enthousiaste pedagogisch medewerker die veel waarde hecht aan pedagogische preventie binnen de kinderopvang. Kinderopvang De Blokkentoren vraagt kandidaten te solliciteren aan de hand van een elevatorpitch.

u'

Een elevatorpitch is een filmpje of animatie waarin jij in korte tijd krachtig duidelijk maakt waarom jij de ideale kandidaat bent. Voor meer informatie over een elevatorpitch bekijk het Filmpje Elevatorpitch. En bezoek de Website Sollicitatiedokter voor meer informatie.

b. Lees de Theoriebron Pedagogische preventie. Gesprekken waarin je ouders door gaat verwijzen naar de huisarts of een andere specialist of instantie, kunnen moeilijk zijn. Onderwerpen kunnen gevoelig liggen of ouders herkennen zich niet in jouw verhaal. Oefen met een medestudent een gesprek waarin je ouders doorverwijst. Kies een van onderstaande praktijkvoorbeelden uit of kies een eigen voorbeeld uit je stage. Lees voordat je gaat oefenen de Theoriebron Gesprekken voeren door. Je mag voor jezelf eerst een opzet maken van het gesprek.

U

itg

ev

Theoriebron Gesprekken voeren <

a. Het is belangrijk dat je weet waar je ouders naar kunt doorverwijzen, als je merkt dat je ouders niet meer verder kunt helpen of wanneer de draaglast voor ouders te groot wordt. Maak een sociale kaart voor de omgeving waar je woont, naar school gaat of van je stageplek. Neem de volgende punten mee in de sociale kaart: • Naar welke instanties en professionals kun je doorverwijzen? • Welke instanties/programma’s zijn er voor opvoedingsondersteuning? • Welke instanties zijn er voor pedagogische hulp en advisering?

er

Theoriebron Pedagogische preventie <

Ouders doorverwijzen

ij

Opdracht 16

Ed

b. Maak een elevatorpitch van maximaal 1 tot 1,5 minuut waarin jij jezelf presenteert als de ideale kandidaat voor de functie van pedagogisch medewerker bij kinderopvang ‘De Blokkentoren’. Beschrijf jezelf kort en leg uit welke vaardigheden jij hebt, die belangrijk zijn bij pedagogische preventie.

27


Pedagogische preventie

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Praktijkvoorbeelden • Je wilt ouders doorverwijzen naar de huisarts omdat jij vindt dat Job van een jaar oud achterloopt in haar motorische ontwikkeling. • Je merkt dat er binnen het gezin Staelens veel spanningen zijn bij de opvoeding. Je wilt hen doorverwijzen naar een Voormekaar Team zodat zij advies of ondersteuning bij de opvoeding kunnen krijgen. • Je wilt de ouders van Stacey doorverwijzen naar de huisarts. Jij ziet bij Stacey kenmerken van een stoornis in het autisme spectrum, maar ouders zien dit (nog) niet.

28


Opvoedingsondersteuning

Opvoedingsondersteuning

fb .v

Inleiding

Ed

u'

A

ct

ie

Ouders kunnen in de opvoeding tegen vragen of spanningen aanlopen. Soms zitten de ouders met hun handen in het haar en komen zij er zonder hulp niet meer uit. Op zo’n moment hebben ouders een steuntje in de rug of kortdurende hulp nodig. Dat heet opvoedingsondersteuning. Ouders moeten weer op het goede spoor komen, waarna zij de opvoeding positief kunnen oppakken. Als pedagogisch medewerker heb jij een belangrijke rol en geef jij ouders lichte vormen van opvoedingsondersteuning. Jij kunt soms net even dat steuntje in de rug dat zo belangrijk is op momenten dat er spanningen zijn binnen een gezin. Hoe doe je dat?

Soms hebben ouders een helpende hand of een steuntje in de rug nodig tijdens het opvoeden van kinderen. Daarna kunnen zij het weer zelf.

ij

Leerdoelen

U

itg

ev

er

je kunt: • opvoedingsondersteuning bieden aan ouders • benoemen wat opvoedingsondersteuning is • benoemen welke rol jij als pedagogisch medewerker hebt in de opvoedingsondersteuning • verschillende vormen van opvoedingsondersteuning benoemen • verschillende vormen van opvoedingsondersteuning aan ouders geven.

Opdracht 17

Theoriebron Opvoedingsondersteuning <

Opvoedingsondersteuning Lees de Theoriebron Opvoedingsondersteuning en beantwoord de vragen. a. Beschrijf in eigen woorden van opvoedingsondersteuning is.

Filmpje Mensen die in je allergie zitten <

29


Opvoedingsondersteuning

fb .v

b. Benoem vijf onderdelen waar opvoedingsondersteuning uit kan bestaan.

ie

c. In de Theoriebron Opvoedingsondersteuning heb je kunnen lezen dat het belangrijk is om te investeren in het contact met ouders. Met de ene ouder verloopt het contact gemakkelijker dan met de andere. Soms irriteer jij je misschien aan ouders omdat zij zeuren, kritisch of juist onverschillig zijn. Deze ouders zitten in jouw allergie, je stoort je aan het gedrag van die ouders. Bekijk het Filmpje Mensen in je allergie.

A

a. Lees de Theoriebron Opvoedingsondersteuning en beschrijf welke rollen jij hebt als pedagogisch medewerker in de opvoedingsondersteuning.

ij

Ed

Theoriebron Opvoedingsondersteuning <

De rol van de pedagogisch medewerker

u'

Opdracht 18

ct

Ga in groepjes van drie of vier in gesprek. Waarvoor ben jij allergisch bij gedrag van ouders tijdens oudercontacten? Hoe zou je daar volgens Berthold Gunster van Omdenken mee kunnen omgaan? Oefen dit in een rollenspel.

er

Lees onderstaande casussen. Welke vorm van opvoedingsondersteuning moet de pedagogisch medewerker volgens jou gebruiken en waarom?

U

itg

ev

Luuk

30

Luuk (3) zit sinds een half jaar bij pedagogisch medewerkster Tessa in de peutergroep op het kinderdagverblijf. Tessa merkt dat Luuk niet goed luistert als zij wat zegt. Vooral als het druk is of wanneer er veel lawaai is lijkt Luuk zijn eigen plan te trekken. In het begin dacht Tessa dat Luuk nog een beetje moest wennen. Daarna dacht Tessa dat Luuk wat eigenwijs was, wat zijn ouders ook bevestigden. Maar nu begint Tessa zich wat zorgen te maken om zijn ontwikkeling. Tessa vermoedt dat Luuk problemen heeft met zijn gehoor.

b. Hoe moet pedagogisch medewerker Tessa nu handelen als je kijkt naar de mogelijkheden van opvoedingsondersteuning?


Opvoedingsondersteuning

Leon, Fati, Jamie, Mustafa, Ming en Amber

fb .v

c. Waarom heb je hiervoor gekozen?

ie

Soraya werkt als pedagogisch medewerkster op peuterzaal De Wereldboot. Op de peuterzaal komen veel kinderen die een achterstand hebben in hun taalontwikkeling. Soraya zit in het VVE-team van de peuterzaal die ouders lichte opvoedingsondersteuning geeft op het gebied van taal en ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers merken dat de ouders van Leon, Fati, Jamie, Mustafa, Ming en Amber thuis weinig aandacht besteden aan het voorlezen van boeken, terwijl dit voor de kinderen juist heel goed zou zijn.

u'

A

ct

d. Hoe moet pedagogisch medewerker Soraya nu handelen als je kijkt naar de mogelijkheden van opvoedingsondersteuning?

ij

Indira

Ed

e. Waarom heb je hiervoor gekozen?

ev

er

De ouders van kleuter Indira (5) maken zich zorgen om hun dochter. Indira plast sinds kort weer in haar bed terwijl zij al dag en nacht zindelijk was toen zij 3,5 jaar oud was. Ouders zitten met hun handen in het haar. Ze hebben al een heel beloningssysteem met stickers opgezet, maar dat lijkt niet te helpen. De moeder vraagt aan Karin, (pedagogisch medewerker van de bso) hoe ze dit het beste aan kunnen pakken.

g. Waarom heb je hiervoor gekozen?

U

itg

f. Hoe moet pedagogisch medewerker Karin nu handelen als je kijkt naar de mogelijkheden van opvoedingsondersteuning?

31


Opvoedingsondersteuning

Opdracht 19

Maak deze opdracht samen met een medestudent. Als pedagogisch medewerker heb je drie taken binnen de opvoedingsondersteuning. Dit zijn de drie vormen van opvoedingsondersteuning: • voorlichting en informatie geven • bijzonderheden of problemen signaleren, hierover oudergesprekken voeren en zo nodig doorverwijzen • het organiseren van ouderbijeenkomsten.

fb .v

Theoriebron Opvoedingsondersteuning <

Vormen van opvoedingsondersteuning

ie

a. Maak een collage met deze drie taken. Voor elke vorm van opvoedingsondersteuning heb je als pedagogisch medewerker vaardigheden en competenties nodig. Bedenk bij elke vorm minimaal vijf competenties of vaardigheden die jij als pedagogisch medewerker nodig hebt om die taken te kunnen doen. Verwerk deze competenties in de collage.

ct

b. Bedenk bij elke vorm van voorlichting drie praktijkvoorbeelden en verwerk deze in de collage. c. Ga samen met twee andere studenten in gesprek. Vergelijk de collages met elkaar. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?

ij

Ed

u'

A

d. Bespreek met elkaar aan welke competenties jullie persoonlijk nog willen werken en vul dit in. ‘Ik wil nog werken aan de volgende competenties zodat ik ouders nog beter kan ondersteunen in de opvoeding.’:

U

itg

ev

er

Kinderopvang Het Avonturenpad

32

Kinderopvang Het Avonturenpad is een kinderopvang dat kindgericht werkt. Ze gaan uit van de talenten van kinderen en sluiten daar met hun activiteiten op aan. Het activiteitenprogramma gaat uit van de interesses en de behoeftes van een kind. Verder hecht de kinderopvang veel waarde aan activiteiten doen in de natuur, biologisch eten en drinken en duurzaam bezig zijn met de aarde. Er is buiten een grote groentetuin waarin zowel pedagogisch medewerkers als kinderen aan het werk gaan. Manager Christa de Bruin van kinderopvang Het Avonturenpad merkt dat veel ouders met opvoedingsvragen zitten. Helaas is er onvoldoende tijd om uitgebreid in te gaan op alle vragen van ouders. Christa vindt het belangrijk dat ouders niet met hun opvoedingsvragen blijven zitten. Zij wil graag een ouderbijeenkomsten organiseren waarin thema’s of opvoedingsvragen aan bod komen. Zij wil het op zo’n manier organiseren, dat het binnen de visie van het kinderdagverblijf past. Zij heeft wel gehoord van bijvoorbeeld een mamacafé, maar zij vindt dat niet passen bij de werkwijze en visie van haar kinderdagverblijf.


Opvoedingsondersteuning

Opdracht 20

Als pedagogisch medewerker moet je gesprekken kunnen voeren met ouders om hen informatie, voorlichting en advies te geven. Bereid een voorlichtingsgesprek voor dat je met ouders gaat voeren over de overgang van de peuterspeelzaal/kinderopvang naar de basisschool. De overgang naar de basisschool is voor kinderen en ouders een belangrijke stap. • Verzamel voldoende informatie over het onderwerp. • Wat moeten ouders volgens jou weten over de ontwikkeling en gedrag van een kind, bij het overgaan naar de basisschool? • Maak een opzet voor het gesprek: Welke punten ga je aan bod laten komen en in welke volgorde. • Bedenk vragen die ouders kunnen stellen en zorg dat je daar een antwoord op weet.

ct

ie

Theoriebron Opvoedingsondersteuning <

Opvoedingsondersteuning geven aan ouders

fb .v

e. Bedenk met een medestudent een paar manieren waarop kinderopvang Het Avonturenpad ouderbijeenkomsten kan organiseren. Wees creatief en sluit met je idee aan bij de visie van de kinderopvang en de wens van ouders om antwoord te krijgen op opvoedingsvragen.

Ed

u'

a. Wat ging top tijdens het gesprek.

A

Als je een goede voorbereiding en opzet hebt gemaakt voer je het gesprek met een van je medestudenten. Bespreek hoe het gesprek ging en schrijf de tips en tops hieronder.

er

ij

b. Welke tips neem ik mee voor een volgend gesprek.

U

itg

ev

Als pedagogisch medewerker moet je ouders ook schriftelijk kunnen informeren of voorlichten over een onderwerp. Schrijf voor het maandelijkse nieuwsbulletin van een kinderdagverblijf een informatief stuk over het krijgen van tanden. Zorg dat het stuk de volgende punten bevat: • Geef informatie over het krijgen van tanden. • Beschrijf welke invloed het krijgen van tanden heeft op de ontwikkeling en het gedrag van kinderen. • Geef praktische tips voor ouders die zij thuis kunnen gebruiken als hun kindje tanden krijgt.

33


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid

fb .v

Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid Inleiding

ij

Ed

u'

A

ct

ie

Misschien heb je het zelf ook weleens meegemaakt. Stagiairs op kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of bso worden aan het begin van een stage vaak ziek. Zij hebben nog geen goede weerstand opgebouwd tegen de ziektekiemen die rondgaan op een kinderdagverblijf. Op een plek waar veel kinderen bij elkaar komen is het goed om te letten op een gezonde en veilige omgeving voor kinderen. Kinderen zijn net als stagiairs ook kwetsbaar als het gaat om het krijgen van (kinder)ziektes. Zij hebben vaak nog geen goede weerstand opgebouwd en daarnaast hebben kinderen hebben nog geen weet van een goede hygiëne. Kinderen stoppen alles in hun mond wat zij tegenkomen en baby’s hoesten echt niet met hun hand voor hun mond. Je moet voldoende kennis hebben over de gezondheid van kinderen, maar het is ook jouw taak om ouders hierover advies of voorlichting te geven.

U

itg

ev

er

Ziektes herkennen en signaleren is een onderdeel van het werk van een pedagogisch medewerker. Je moet ouders over ziektes kunnen voorlichten.

34

Leerdoelen • • • • •

Je kunt benoemen waarom het geven van voorlichting over de gezondheid van kinderen zo belangrijk is. Je kunt benoemen wat belangrijk is bij het geven van een goed voorlichtingsgesprek. Je weet wat belangrijk is bij het geven van een goede voorlichtingsbijeenkomst. Je hebt kennis over veelvoorkomende opvoedingsvragen rondom de gezondheid bij kinderen. Je kunt een voorlichting over gezondheid van kinderen voorbereiden en geven.


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid

Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling <

Gezondheid in de kinderopvang of peuterspeelzaal Lees de Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. Beantwoord de vragen. a. Waarom is de gezondheid van kinderen zo belangrijk?

fb .v

Opdracht 21

b. Welke invloed heeft de gezondheid op de ontwikkeling van kinderen?

ie

Website Sociaal Werk Nederland <

ct

c. Welke invloed heeft de gezondheid op het gedrag van kinderen?

u'

A

d. Voor kinderen is het belangrijk dat zij worden opgevangen in een gezonde en veilige omgeving. Maak een poster met tien tips voor een gezonde speelleeromgeving op een kinderopvang, bso of peuterspeelzaal. Pedagogisch medewerkers moeten met de tips direct aan de slag kunnen.

U

itg

ev

er

ij

Ed

e. Voor het hygiĂŤnisch werken in de kinderopvang zijn er HACCP-regels opgesteld voor de kinderopvang. Sommige ouders willen op de bso hapjes maken voor het zomerfeest. Maak een lijstje met regels waar de ouders rekening mee moeten houden. Kijk hiervoor op de Website Sociaal Werk Nederland en open de pdf HygiĂŤnecode kleine instellingen.

35


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid

Theoriebron Voorlichting geven < Theoriebron Een voorlichtingsgesprek <

Een voorlichtingsgesprek a. Tijdens je werk kun je een (kinder)ziekte signaleren bij een kind. Als je iets signaleert moet je de ouders vaak bellen om hen op de hoogte te brengen van jouw bevindingen. Maak in tweetallen een opzet voor zo’n telefoongesprek waarin je jullie bevindingen deelt met de ouders. Je geeft in dit gesprek ouders informatie en advies. 1. Verdeel de onderstaande situaties uit de praktijk onder de groepjes. 2. Zoek extra informatie over de kinderziekte op. 3. Maak een opzet voor een gesprek. Denk aan de informatie en het advies dat je wil geven. 4. Speel het gesprek uit in een rollenspel.

fb .v

Opdracht 22

Situaties uit de praktijk • Je signaleert bij baby Hanin van zes maanden een nare hoest, die lijkt op het kinkhoestvirus dat heerst op het kinderdagverblijf. • Je signaleert bij baby Suus van tien maanden plekjes die erg lijken op de waterpokken. • Je ziet bij dreumes Norbert (1,5 jaar) jaar hoge koorts, 40,1oC. • Je ziet bij dreumes Mila (2 jaar) vlekjes op de romp die jou doen denken aan de zesde ziekte. • Je signaleert bij peuter Micha (3,5 jaar) een plekje dat erg lijkt op krentenbaard. • Je signaleert bij kleuter Amir jeukende uitslag in zijn gezicht. Jij vermoedt een allergische reactie op de traktatie van een groepsgenootje. • Je signaleert bij kleuter Damian blaasjes op zijn handpalmen en in zijn mond. Dit lijkt erg op de hand-, mond- en voetziekte.

ie

Website RIVM <

u'

A

ct

Werkmodel Opvoedingsvragen gezondheid <

Ed

Ouders stellen opvoedingsvragen over de gezondheid van kinderen vaak spontaan. Het is belangrijk dat je daar goed op kunt reageren. Gebruik voor deze opdracht Werkmodel Opvoedingsvragen gezondheid. Vul het blad met opvoedingsvragen aan met twee opvoedingsvragen over gezondheid die jij uit de praktijk kent, of die jij belangrijk vindt.

ij

Daarna gaat iedere student kriskras door het lokaal lopen. Als de docent ‘stop’ zegt of in zijn handen klapt blijft iedereen staan. Vorm een tweetal met de student die het dichtst bij jou staat en stel elkaar een vraag van het Werkmodel Opvoedingsvragen gezondheid. Geef als pedagogisch medewerker zo goed mogelijk antwoord op de vraag van de ouder. Als de docent het aangeeft gaat iedereen weer lopen en herhaald de oefening zich.

er

Geef daarna antwoord op de volgende vragen:

ev

b. Wat ging goed tijdens de gesprekken?

U

itg

c. Waar had je moeite mee?

d. Aan welke vaardigheden wil jij nog werken?

e. Over welke onderwerpen heb jij nog extra kennis nodig?

36


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid

Opdracht 23

Een voorlichtingsbijeenkomst Lees de Theoriebron Voorlichting geven. Benoem de voordelen en de nadelen van een voorlichtingsbijeenkomst.

Theoriebron Voorlichting geven <

c. Lees de Theoriebron Een voorlichtingsbijeenkomst organiseren. Je moet een ouderbijeenkomst organiseren over kinder-EHBO. Hoe pak jij dat aan?

u'

A

ct

Filmpje Hoe een presentatie beginnen? <

b. Nadelen:

ie

Theoriebron Een voorlichtingsbijeenkomst organiseren <

fb .v

a. Voordelen:

Ouders komen met opvoedingsvragen over de gezondheid en soms signaleer jij zelf gezondheidsproblemen. Bekijk de praktijkvoorbeelden en ga op zoek naar extra informatie. Benoem wat er volgens jou aan de hand is. Wat heeft het kind en wat adviseer jij ouders om te doen? Speel dit uit in een rollenspel met een medestudent.

ev

Theoriebron Voorlichting geven <

Kennis over de gezondheid van kinderen

er

Opdracht 24

ij

Ed

d. Bekijk het Filmpje Hoe een presentatie beginnen? De voorlichting moet een pakkende inleiding hebben. Je moet ouders het verhaal intrekken. Ouders moeten op het puntje van hun stoel gaan zitten, omdat zij geprikkeld worden door wat jij doet of zegt. Jij hebt de voorlichtingsbijeenkomst over kinder-EHBO georganiseerd. Jij moet de spreker die over kinder-EHBO komt vertellen introduceren. Dat wil je op een leuke manier doen. Bedenk een knallende, prikkelende of boeiende inleiding voor een voorlichtingsbijeenkomst over kinder-EHBO. Zorg dat je inleiding past bij het onderwerp. Je mag zelf wat vertellen, iets laten zien of juist iets doen. Zorg dat je de aandacht van de ouders trekt. Deel jouw inleiding met je groepsgenoten.

U

itg

Theoriebron Een voorlichtingsgesprek <

37


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid

Praktijkvoorbeeld 1

Ed

A

u'

a. Wat heeft deze baby volgens jou?

ct

ie

fb .v

Ouders komen bij je met hun baby. ‘Moet je nu eens kijken, dit zagen wij vanmorgen ineens, weet jij wat dit is?’

Praktijkvoorbeeld 2

U

itg

ev

er

ij

Jonas (10) komt op de bso en zegt dat hij nu al last heeft van jeugdpuistjes. Maar is dat wel zo? Wat heeft Jonas volgens jou en hoe ga jij nu handelen?

b. Wat heeft Jonas?

38


fb .v

Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom gezondheid

Praktijkvoorbeeld 3

Ed

c. Wat heeft deze baby?

u'

A

ct

ie

Je haalt Lisa uit bed op het kinderdagverblijf en je ziet dat zij onder de uitslag zit. Wat heeft Lisa denk je en wat ga je doen?

U

itg

ev

er

ij

d. Het is belangrijk dat je kennis hebt over de kinderziektes, maar ook dat je weet hoe je moet handelen bij (kinder)ziektes. Wij gaan weer terug naar de praktijksituaties waarover je een ouder hebt opgebeld om hen te informeren en adviseren. Bij deze opdracht beschrijf jij hoe jij als pedagogisch medewerker moet handelen als een kind op jouw groep last heeft van de volgende (kinder)ziektes. Je kunt gebruikmaken van de informatie op de Website Kinderziektes. Situaties uit de praktijk: • Je hoort bij baby Hanin van zes maanden een hele nare hoest, wat volgens jou erg lijkt op het kinkhoestvirus dat heerst op het kinderdagverblijf. • Je signaleert bij baby Suus van tien maanden plekjes die erg lijken op de waterpokken. • Je signaleert bij dreumes Norbert (1,5 jaar) hoge koorts 40,1 oC. • Je signaleert bij dreumes Mila (2 jaar) vlekjes op de romp die jou doen denken aan de zesde ziekte. • Je ziet bij peuter Micha (3,5 jaar) een plekje dat erg lijkt op krentenbaard. • Je ziet bij kleuter Amir jeukende uitslag in zijn gezicht. Jij vermoedt een allergische reactie op de traktatie van een groepsgenootje. • Je ziet bij kleuter Damian blaasjes op zijn handpalmen en in zijn mond, wat erg lijkt op de hand-, mond- en voetziekte.

39


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling

fb .v

Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling

ie

Inleiding

er

ij

Ed

u'

A

ct

Als je niet lekker in je vel zit, of als jij je ergens niet op je gemakt voelt dan heeft dat invloed op jouw gedrag en je prestaties. Je gevoelens en angst kunnen je blokkeren en leren en concentreren gaat ineens een stuk moeilijker. Zo werkt dat ook bij kinderen. Kinderen moeten zich emotioneel veilig voelen om zich optimaal te ontwikkelen. Als pedagogisch medewerker moet je weten hoe je een kind veiligheid kunt bieden. En hoe je hem of haar optimaal kunt ondersteunen in zijn of haar sociaal-emotionele ontwikkeling. Omdat het zo veel invloed heeft op de ontwikkeling van een kind is het ook belangrijk dat je ouders voor kunt lichten over thema’s binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarmee ga je aan de slag.

U

itg

ev

Een kind moet zich emotioneel veilig voelen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

Leerdoelen • • • • • •

40

Je kunt voorlichting geven aan ouders over veelvoorkomende opvoedingsvragen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Je kunt benoemen waarom het geven van voorlichting over de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen zo belangrijk is. Je weet wat belangrijk is bij het geven van een goed voorlichtingsgesprek. Je kunt benoemen wat belangrijk is bij het geven van een goede voorlichtingsbijeenkomst. Je hebt kennis over veelvoorkomende opvoedingsvragen rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen. Je kunt een voorlichting over sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen voorbereiden en geven.


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling

Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling < Filmpje Veilig voelen <

De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen a. Lees de Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. Waarom is de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind zo belangrijk?

fb .v

Opdracht 25

Opdracht 26

ct

ie

b. Het is belangrijk dat kinderen zich veilig kunnen voelen. Bekijk het Filmpje Veilig voelen. Hierin zie je oefeningen die je met (oudere) kinderen kunt doen om zich veilig te voelen of het samenwerken te bevorderen. Als pedagogisch medewerker kun je de kinderen in jouw groep ook een veilig gevoel geven. Bespreek met twee studenten op welke manieren je kunt werken aan de emotionele veiligheid van kinderen. Maak hierover een informatieve digitale presentatie of een filmpje voor op de Facebookpagina van een kinderdagverblijf.

Een voorlichtingsgesprek

a. Als je een voorlichtingsgesprek met ouders voert moet je op verschillende punten letten. Ook het model van Balm over gedragsverandering is hierbij belangrijk. Beschrijf de zes stappen volgens Balm en geef aan op welke manier jij ouders hierin kunt ondersteunen tijdens een gesprek.

u'

A

Theoriebron Voorlichting geven <

Ed

Theoriebron Een voorlichtingsgesprek <

ij

Website afscheid nemen <

er

Website afscheid makkelijker maken <

ev

Website Liegen <

U

itg

Website leugens per leeftijd < Website verlatingsangst < Website Eenkennig-fase <

b. Speel met een medestudent de volgende praktijksituaties na, waarin je met ouders in gesprek gaat en hen informatie of tips en adviezen geeft. Mocht je niet genoeg informatie over het onderwerp hebben, zoek dan informatie op in boeken en op internet, bijvoorbeeld op de genoemde websites. • Pien (3) heeft ineens erg veel moeite met afscheid nemen. Je ziet dat moeder Lucy het hier heel moeilijk mee heeft. • Jamiro (5) vertelt vaak dingen die niet waar zijn. Zijn ouders vragen aan jou hoe zij ervoor kunnen zorgen dat Jamiro niet zo veel liegt. • Jim van tien maanden wordt vaak erg verdrietig als hij alleen is, hij kan daar echt overstuur van raken. Moeder vraagt aan jou of dat wel normaal is en hoe zij erop moet reageren.

41


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling

Opdracht 27

Kennis over de sociaal-emotionele ontwikkeling

Theoriebron Een voorlichtingsgesprek <

fb .v

a. Ouders komen bij jou met opvoedingsvragen over de sociaal-emotionele ontwikkeling en soms signaleer jij zelf problemen op dit gebied. Bekijk de praktijkvoorbeelden en ga op zoek naar extra informatie. Benoem wat er volgens jou aan de hand is. Wat voor gedrag laat het kind zien en waarom? Wat vertel of adviseer jij ouders om te doen? Speel dit uit in een rollenspel met een medestudent.

Pien

De ouders van Pien (7) gaan scheiden. Vader en moeder zitten midden in een vechtscheiding. Je merkt dat Pien steeds stiller wordt en zich steeds meer terugtrekt in haar eigen wereldje.

Werkmodel Opvoedingsvragen sociaal-emotionele ontwikkeling <

ie

Theoriebron Voorlichting geven <

ct

Tom

A

De vader van Tom (2) ziet dat Tom speelgoed afpakt van zijn vriendje Bas. Vader geeft Tom een enorme preek dat goede vrienden dat niet doen. Tom schrikt van de reactie van zijn vader. Tegen jou, de pedagogisch medewerker zegt vader: ‘De kinderen van tegenwoordig worden steeds minder sociaal, nou die van mij niet hoor. Delen zal hij!’

u'

Jafeth

Ed

Na de geboorte van zijn zusje is de vrolijke Jafeth (3) verandert in een boos en stil jongetje. Hij vindt de baby stom en wil dat de baby weer weg gaat. Vol ongeloof vertelt de moeder van Jafeth over het boze gedrag van Jafeth. Hoe kun je zo’n baby nou niet leuk vinden?

ij

Ouders stellen opvoedingsvragen over de sociale ontwikkeling van kinderen vaak spontaan. Het is belangrijk dat je daar goed op kunt reageren. Gebruik voor deze opdracht het Werkmodel Opvoedingsvragen Sociaal-emotionele ontwikkeling. Vul het blad met opvoedingsvragen aan met twee opvoedingsvragen over de sociaal-emotionele ontwikkeling die jij uit de praktijk kent, of die jij belangrijk vindt.

U

itg

ev

er

Zet de stoelen van de studenten in twee cirkels een binnen- en buitencirkel waarbij je tegenover elkaar komt te zitten. De mensen in de binnen cirkel zijn de pedagogische medewerkers. De mensen in de buitencirkel zijn ouders. De ouders stellen een vraag van het Werkmodel Opvoedingsvragen sociaal-emotionele ontwikkeling aan de pedagogische medewerkers. Geef als pedagogisch medewerker zo goed mogelijk antwoord op de vraag van de ouder. Als de docent het aangeeft schuift iedereen in de binnencirkel twee stoelen naar links. Na drie keer rondes ruilen gaan de mensen die in de binnencirkel zitten in de buitencirkel zitten en omgekeerd. Er volgen nu nog drie vragenrondes. Geef na afloop antwoord op de volgende vragen: b. Wat ging goed tijdens de gesprekken?

c. Waar had je moeite mee?

42


Voorlichting geven over opvoedingsvragen rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling

e. Over welke onderwerpen heb jij nog extra kennis nodig?

Theoriebron Een voorlichtingsgesprek <

Het is belangrijk dat je kennis hebt over de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en ouders daarover kunt voorlichten.

a. Maak een verslag. Zoek in boeken en op internet informatie over het onderwerp pesten en koppel dit aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Zorg dat je per onderwerp het volgende beschrijft: • algemene informatie over het onderwerp • de invloed van het onderwerp op ontwikkeling of gedrag van het kind (eventuele signalen die belangrijk zijn) • tips en adviezen voor ouders • tips en adviezen voor pedagogisch medewerkers.

u'

U

itg

ev

er

ij

Website Gevolgen pesten <

b. In een rollenspel met een medestudent ga jij als pedagogisch medewerker met ouders in gesprek over het thema pesten. Kies uit de volgende mogelijkheden: • Je signaleert dat hun kind gepest wordt op de bso. • Je signaleert dat hun kind andere kinderen pest op de bso. • Ouders denken dat hun kind gepest wordt op school en vragen je advies.

Ed

Website Pesten <

A

ct

Theoriebron Gesprekken voeren <

Voorlichting voorbereiden over de sociaal-emotionele ontwikkeling

ie

Opdracht 28

fb .v

d. Aan welke vaardigheden wil jij nog werken?

43


Reflecteren

Reflecteren Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

ct

ie

b. Wat wist je al?

fb .v

Opdracht 29

Opdracht 30

u'

A

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ij

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ev

er

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

itg

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

U

Opdracht 31

44

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.


Reflecteren

fb .v

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

ie

Opdracht 32

A

ct

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

u'

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

U

itg

ev

er

ij

c. Kan je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

45


Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

fb .v

Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen Inleiding

Partners in opvoeden

ct

ie

Ouders en pedagogisch medewerkers kunnen elkaar advies en informatie geven waardoor de thuissituatie en de situatie in de opvang op elkaar afgestemd kunnen worden. Door deze afstemming voelt een kind zich veiliger en dat is goed voor de ontwikkeling van het kind.

ij

Ed

u'

A

De betrokkenheid van ouders bij de begeleiding van de kinderen heeft een positief effect op de ontwikkeling en het welzijn van het kind. Je werkt bij het opvoeden van kinderen samen met de ouders. Wanneer je ouders wilt betrekken bij de begeleiding van hun kind, is wederzijds vertrouwen en een goede samenwerking nodig. Ouders kun je betrekken bij: • de begeleiding van de kinderen Dit noemen wij ouderbetrokkenheid. Praat met ouders over de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. Deel informatie en bespreek ideeën over de opvoeding. • activiteiten organiseren en uitvoeren op het kindercentrum Dit valt onder ouderparticipatie. Betrek ouders bij het vieren van feestdagen en vieringen. Ga samen aan de slag tijdens activiteiten en leer ouders op een andere manier kennen. • meedenken over beleid van het kindercentrum Dit valt onder ouderparticipatie. Een aantal ouders in een oudercommissie of ouderraad denkt mee en adviseert over het pedagogisch beleid van de organisatie.

er

Contactmomenten

U

itg

ev

De contactmomenten met ouders zijn geschikt om ideeën en informatie uit te wisselen over de opvoeding en de ontwikkeling van een kind. Ouders kunnen bij een pedagogische medewerker terecht met informatie of opvoedingsvragen. Haal- en brengmomenten worden daardoor waardevolle momenten. In de praktijk zijn deze momenten soms ook chaotisch en druk. Vooral als meer kinderen op hetzelfde moment gebracht en gehaald worden. Probeer dan de aandacht te verdelen en ouders en kinderen het gevoel te geven dat ze gezien worden. Goed contact is nodig tijdens het delen van de opvoeding. Neem de tijd om naar ouders te luisteren en met hen te praten. Wanneer daar tijdens de verschillende contactmomenten te weinig tijd voor is, maak dan een afspraak. Bied de ouders een luisterend oor, geef ouders adviezen of kom op een later moment terug op hun opvoedingsvragen. Tijdens contactmomenten kun je de band met ouders versterken en uitbreiden, wees je hier bewust van.

46


Theoriebron Ouders betrekken bij de begeleiding van kinderen

Samen op één lijn

ie

fb .v

Het is voor de ontwikkeling en begeleiding van het kind het beste als ouders en pedagogisch medewerkers op één lijn zitten. Voor een kind is het prettig, want dat geeft duidelijkheid. Een belangrijk middel om samen op één lijn te komen is het uitwisselen van informatie en ideeën. Kennis en ervaring delen is hierbij belangrijk. Soms is het niet mogelijk om op één lijn te komen. Ouders kunnen opvoeden vanuit een andere pedagogische visie en vragen dingen van een pedagogisch medewerker die op een kindercentrum niet uitvoerbaar zijn. Soms denken pedagogisch medewerkers dat ouders beter op een andere manier met het gedrag van hun kind kunnen omgaan. Bespreek dit met elkaar. Soms kun je van elkaar leren, maar er zijn ook momenten dat je niet op één lijn kunt komen. Als het pedagogisch handelen van de ouders het welzijn of de gezondheid van een kind niet schaadt, dan zal de pedagogisch medewerker dit moeten accepteren en loslaten.

ct

Omgaan met verschillen

ij

Ed

u'

A

Tijdens het werk komt een pedagogisch medewerker in contact met ouders die van elkaar verschillen. Denk aan verschillen in cultuur, pedagogische visie, opleidingsniveau of manier van communiceren. Deze verschillen kunnen het werk als pedagogisch medewerker verrijken maar ze kunnen tegelijkertijd zorgen voor irritatie of onbegrip. Je raakt bijvoorbeeld geïrriteerd door een moeder die haar kind beloont met snoep, of je wordt boos om een vader die weigert jou een hand te geven.

Je kunt tijdens je werk niet met alle ouders op één lijn zitten.

U

itg

ev

er

Tips om met verschillen om te gaan: • Accepteer en respecteer dat er verschillen zijn. • Verdiep je in de achtergrond of de situatie van de ander. • Bekijk het probleem van verschillende kanten. Probeer te achterhalen waarom iemand iets doet. Jouw waarheid is niet de enige waarheid. • Kijk naar de overeenkomsten die er wel zijn tussen jullie. Waarschijnlijk zijn dat er meer dan je denkt. • Vraag hulp van de leidinggevende als je er niet samen met de ouders uitkomt.

47


Theoriebron Gesprekken voeren

fb .v

Theoriebron Gesprekken voeren Inleiding

ie

Gesprekken voeren met ouders is een belangrijk onderdeel van het werk van een pedagogisch medewerker. Kies het moment dat je met ouders in gesprek gaat zorgvuldig uit en bekijk hoe je dit gesprek opbouwt. Vooral bij ‘moeilijke’ gesprekken is het belangrijk dat je deze goed voorbereidt.

ct

Gesprekken

Ed

u'

A

Als je iets met een ouder wilt bespreken, kies je daar een goed moment voor uit. Gaat het om iets kleins, dan kun je kiezen voor een telefoongesprek of een gesprekje tijdens de haalen brengmomenten. Soms heb je meer tijd nodig of wil je een moment hebben waarin je rustig met de ouders kunt praten. Dan kies je voor een individueel gesprek met ouders, een tienminutengesprek of ontwikkelgesprek. Gesprekken plan je: • om rustig met ouders te praten over bijzonderheden in de ontwikkeling of in het gedrag van het kind • voor opvoedingsvragen die meer tijd kosten om te bespreken • met ouders met wie het contact meer tijd kost door bijvoorbeeld een taalbarrière • bij vermoedens van kindermishandeling of kindermisbruik (hier zijn protocollen voor binnen organisaties).

ij

Moeilijke gesprekken

U

itg

ev

er

Als pedagogisch medewerker moet je soms moeilijke gesprekken voeren. Gesprekken waarbij ouders slecht nieuws krijgen of gesprekken die weerstand kunnen oproepen. Het volgende is belangrijk bij een moeilijk gesprek: • Benoem het ‘slechte’ nieuws aan het begin van het gesprek. Toon hierbij ook je eigen gevoel. Vertel bijvoorbeeld dat het voor jou moeilijk is om te zeggen. • Neem de emoties of gevoelens van de ouders serieus. Ouders voelen zich begrepen als je hun emoties ziet en benoemt. Hevige emoties kunnen hierdoor verminderen. • Geef ouders de tijd om het nieuws te verwerken. Als emoties te hevig zijn tijdens een gesprek kunnen ouders niet goed meer nadenken. • Geef de informatie beknopt en helder. Vertel geen lange verhalen. • Vermijd conflicten (welles-nietesgesprek) en ga op zoek naar een mogelijke oplossing. • Accepteer onder geen enkele voorwaarde agressief gedrag. Stop het gesprek als ouders hun manier van communiceren niet veranderen nadat je er wat van gezegd hebt.

48


fb .v

Theoriebron Gesprekken voeren

ie

Neem de emoties van ouders serieus.

ct

Een gesprek voorbereiden en plannen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

Bij de voorbereiding en planning van een moeilijk gesprek, is een aantal factoren belangrijk: • • Sluit met je woordkeuze en manier van communiceren aan bij de ouders, de doelgroep. • Verzamel voldoende informatie over het onderwerp en zorg voor concrete voorbeelden die je verhaal ondersteunen. • Overleg met collega’s; bespreek de inhoud van het gesprek met hen en vraag eventueel steun van hen tijdens een gesprek. • Kies een goed moment voor een gesprek. Er is nooit een ideaal moment om een gesprek te voeren dat veel impact heeft en soms moet je snel in gesprek met ouders. Als je meer tijd hebt, plan je bijvoorbeeld geen gesprek als er net iets ingrijpends is gebeurd binnen het gezin (overlijden, ontslag), of vlak voordat ouders op vakantie gaan.

49


Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten

fb .v

Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten Inleiding

ie

Als je ouders betrekt bij activiteiten in het kindercentrum bouw je aan een betere band met hen. Je leert elkaar op een andere manier kennen en je hoort wat er bij ouders leeft. Een goede ouderparticipatie binnen een kindercentrum heeft een positief effect op ouders, pedagogisch medewerkers en het belangrijkste: het kind.

ct

Ouders betrekken

Ed

u'

A

Bij ouderparticipatie nemen ouders actief deel aan activiteiten of hebben inspraak in het pedagogisch beleid. Je kunt ouders niet voor elke activiteit inzetten. Zij mogen niet als vervanging voor een pedagogisch medewerker worden ingezet, maar wel voor ondersteunende activiteiten. Daarnaast moet je erop letten dat ouders handelen volgens de regels die op het kindercentrum gelden. Denk aan regels rond HACCP (voedselveiligheid), veiligheid en speelmateriaal. Bekijk of de ouderparticipatie een positieve invloed heeft op de kinderen. Ouders rollen laten spelen, bijvoorbeeld een heks in een sprookje, kan de kinderen laten schrikken. Bij sommige activiteiten die een kind spannend vindt, is de aanwezigheid van een ouder belangrijk. Doe dan geen beroep op (beide) ouders om een andere rol te vervullen dan aanwezig zijn als ouder.

De voordelen van ouderparticipatie

U

itg

ev

er

ij

Ouderparticipatie binnen een kindercentrum heeft veel voordelen. Het is in het belang van de kinderen, de ouders en de pedagogisch medewerkers. Ouderparticipatie draagt bij aan: • een veilig gevoel van het kind op het kindercentrum Als een kind ziet dat zijn ouders ook activiteiten doen op het kindercentrum kan dat een veilig gevoel geven. • een goed contact met ouders Je kunt overleggen over de begeleiding van het kind en daardoor kun je aansluiten op zijn behoeftes. • een grotere klanttevredenheid Je kent de behoeftes van de ouders en kunt hierop inspelen. • inspraak van ouders bij het pedagogisch beleid Ouders kunnen vanuit de oudercommissie adviseren over het pedagogisch beleid. • minder werkdruk voor de pedagogisch medewerkers. Vele handen maken licht werk. Gebruikmaken van de talenten van ouders zorgt voor een betere speelleeromgeving voor de kinderen.

50

De oudercommissie Iedere kinderopvang of peuterzaal is verplicht een oudercommissie of ouderraad aan te stellen. De oudercommissie vertegenwoordigt de belangen van ouders en kinderen. De ouders uit de oudercommissie moeten contacten met andere ouders onderhouden. De commissie moet een goede afspiegeling zijn: denk aan ouders van kinderen van verschillende


Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten

fb .v

leeftijden, ouders met een verschillend opleidingsniveau en uit verschillende culturen. Zorg dat niet alleen hoogopgeleide ouders die zich goed kunnen presenteren deel uitmaken van een oudercommissie. De taken van een oudercommissie zijn: • het vertegenwoordigen van de belangen van de ouders en kinderen • het bewaken van de kwaliteit van de kinderopvang • advies geven rondom pedagogisch beleid • advies geven over de gang van zaken op de kinderopvang • helpen bij het organiseren van activiteiten en uitjes.

Bijzondere activiteiten, feestdagen en vieringen

u'

A

ct

ie

Tijdens bijzondere activiteiten, feestdagen en vieringen kun je de hulp en betrokkenheid van ouders goed inzetten. Dit verhoogt de betrokkenheid bij hun kind. Op een kinderopvang kan het betrekken van ouders bij activiteiten soms lastig zijn, omdat zij moeten werken op de momenten dat activiteiten plaatsvinden. • voorbeelden van activiteiten waarbij je ouders kunt inzetten: Klussen doen in en rondom het gebouw (let hierbij op de veiligheid). Een sponsoractie die ouders organiseren. Helpen bij koken en bakken op de bso voor een proeverij of high tea. • voorbeelden van feestdagen en vieringen waarbij ouders kunnen helpen: Kerst, Sinterklaas, het Lichtjesfeest, het Suikerfeest of een voorleesweek. Ze kunnen bijvoorbeeld ruimtes versieren, cadeaus inpakken, een leuke middag organiseren of voorlezen tijdens het voorleesontbijt.

Ed

Vaardigheden van ouders inzetten

U

itg

ev

er

ij

Iedere ouder heeft vaardigheden of talenten en het is mooi als zij die kunnen inzetten bij activiteiten van het kindercentrum. Door het opbouwen van een goede band met ouders krijg je steeds meer informatie over de thuissituatie en over hun talenten. Je kunt hier ook actief naar op zoek gaan. Werk bijvoorbeeld met een kaartenbak vol kennis en vaardigheden. Als een kind start op het kindercentrum kun je ouders die dat willen hun ‘talenten’ op een kaart laten opschrijven. Misschien hebben zij creatieve ideeën hoe zij zich kunnen inzetten voor het kindercentrum. Zie een voorbeeld in de afbeelding: Talentenkaarten van ouders.

Talentenkaarten van ouders.

51


Theoriebron Ouders betrekken bij activiteiten

Ouders benaderen voor ouderparticipatie

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Ouders werven voor activiteiten of een oudercommissie is niet altijd gemakkelijk. Ouders moeten werken, hebben het te druk of voelen zich niet geroepen om te helpen. Hier staan enkele tips voor het benaderen van ouders voor ouderparticipatie: • Werf op een positieve en enthousiaste manier ouders voor activiteiten. • Benader ouders ook persoonlijk. Zij voelen zich via een e-mail of nieuwsbrief niet altijd aangesproken. Een persoonlijke vraag heeft vaak meer effect. • Benader niet altijd dezelfde ouders voor het helpen bij activiteiten. Benader juist ook ouders die hun hulp niet zo snel zelf aanbieden maar misschien best willen helpen. • Ga uit van de kwaliteiten en kracht van de ouders. Vraag ouders niet voor activiteiten waarbij zij zich niet op hun gemak voelen. • Beperk je bij sommige activiteiten niet alleen tot de ouders. Ook grootouders vinden het leuk om betrokken te worden bij hun kleinkinderen.

52


Theoriebron Pedagogische preventie Beschermende factoren (positief) Risicofactoren (negatief)

fb .v

Theoriebron Pedagogische preventie Inleiding

ct

Draagkracht en draaglast

ie

Ouders kunnen tijdens het opvoeden tegen problemen aanlopen. Pedagogische preventie is het voorkomen van grote problemen in de opvoeding. Pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke functie binnen de pedagogische preventie. In hun werk komen zij veel in aanraking met het kind en de ouders. Hierdoor kunnen zij spanningen en problemen binnen een gezin vroegtijdig signaleren.

u'

A

In de opvoeding van kinderen moeten ouders een balans vinden in wat zij kunnen dragen (draagkracht) en in wat zij in de opvoeding te dragen hebben (draaglast). • De draagkracht is dat wat ouders in de opvoeding aankunnen, de belastbaarheid van de ouders. • De draaglast is de belasting die ouders tijdens het opvoeden krijgen, de opvoedingsvragen en -problemen die zij tegenkomen.

Ed

De draagkracht en draaglast zijn voor iedereen verschillend. In de tabel staan beschermende factoren en risicofactoren, met voorbeelden van factoren die een positieve of een negatieve invloed hebben op de draagkracht en de draaglast van ouders. Als de draaglast voor ouders groter wordt dan de draagkracht ontstaat een probleem in de gezinssituatie. Ouders hebben dan opvoedingsondersteuning of pedagogische hulp nodig om weer in evenwicht te komen. Beschermende factoren (positief) • • •

Het kind heeft een goede gezondheid. Het kind is sociaal vaardig. Het kind heeft een gemakkelijk karakter.

Ouder

• • •

Ouders hebben een goede relatie met elkaar. Ouders hebben veerkracht. Ouders kunnen op een goede manier met hun kinderen omgaan.

Omgeving

• • •

Het gezin heeft een goed netwerk van vrienden en familie. Het gezin woont in een prettige buurt. Het gezin heeft een goed inkomen.

U

itg

ev

er

ij

Kind

53


Theoriebron Pedagogische preventie Beschermende factoren (positief) Risicofactoren (negatief)

Risicofactoren (negatief) • • •

Het kind heeft een laag geboortegewicht. Het kind heeft een beperking. Het kind is vaak ziek.

Ouder

• • •

Ouders hebben een negatieve jeugdervaring. Ouders hebben weinig kennis over opvoeden. Ouders zijn verslaafd aan alcohol.

Omgeving

• • •

Het gezin behoort tot een minderheidsgroep. Het gezin krijgt weinig steun van vrienden en familie. Het gezin heeft veel vrienden uit het criminele milieu.

ie

fb .v

Kind

ct

Wat is pedagogische preventie?

Ed

u'

A

Pedagogische preventie is het voorkomen van een te grote draaglast in de gezinssituatie door het vroegtijdig signaleren van problemen. Grote pedagogische problemen binnen gezinnen kun je beter voorkomen. Dat is beter voor het welzijn van het kind en de ouders. Natuurlijk heeft iedere ouder soms vragen tijdens het opvoeden. Maar als ouders de opvoeding niet meer aankunnen en de draaglast te groot wordt, escaleren de problemen. Dit heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Als je problemen signaleert, is het belangrijk om in te grijpen en ouders door te verwijzen naar pedagogische hulp. Het is daarbij belangrijk dat je onderscheid kunt maken tussen een opvoedingsvraag, een opvoedingsspanning en een opvoedingscrisis.

Opvoedingsvraag

U

itg

ev

er

ij

Opvoedingsvragen zijn vragen die ouders hebben over de opvoeding en ontwikkeling van hun kind(eren). Iedere ouder heeft vragen, zoals: ‘Drinkt mijn baby wel voldoende?’ ‘Moet mijn kind niet eens beginnen met praten?’ ‘Mijn peuter zegt constant: ‘Nee!’ Hoe moet ik daarmee omgaan?’ Het is belangrijk dat ouders hun vragen en zorgen met anderen kunnen delen. Ouders komen met hun opvoedingsvragen bij jou als pedagogisch medewerker. Als je voldoende kennis hebt over een onderwerp geef je de ouders informatie of advies. Weet je nog te weinig van het onderwerp af, dan zoek je zelf meer informatie over het onderwerp en komt er op een later moment op terug. Als jij niet de kennis en vaardigheden hebt om antwoord te geven, stuur je ouders door naar een specialist. Let erop dat ouders niet alleen met hun opvoedingsvraag blijven zitten, dan kan opvoedingsspanning ontstaan.

54

Opvoedingsspanning Als ouders geen grip kunnen krijgen op de opvoedingsvraag, dan kan er binnen het gezin opvoedingsspanning ontstaan. Er ontstaat stress over het opvoeden en in de gezinssituatie. Er is nog geen ernstige problematiek, maar ouders kunnen de opvoedingsvraag niet zelf oplossen. Zij hebben wat hulp nodig om de stress bij het opvoeden te verminderen. Voor deze opvoedingsondersteuning moet je ouders meestal doorverwijzen naar een instantie. Soms kun je zelf nog sturing geven door voorlichting, maar vaak is er meer intensieve hulp nodig. Opvoedingsondersteuning is hulp die kortdurend is, omdat ouders na een tijdje zelf weer voldoende handvatten hebben voor de opvoeding. Het is voor ouders een steuntje in de rug.


Theoriebron Pedagogische preventie Beschermende factoren (positief) Risicofactoren (negatief)

fb .v

Marijke is 2 jaar oud, ze is vaak zo boos dat ze met dingen gaat gooien en haar moeder soms slaat of bijt. Haar moeder Jorien heeft zonder effect veel geprobeerd om het gedrag van Marijke te veranderen. Ze voelt zich steeds onzekerder als Marijke boos is. Jorien heeft behoefte aan advies en steun.

Opvoedingscrisis

ie

Bij een opvoedingscrisis escaleren de opvoedingsproblemen en kunnen ouders die zonder hulp van anderen niet meer oplossen. Naast de opvoeding spelen vaak andere problemen binnen het gezin die de draagkracht van ouders vermindert en de draaglast groter maakt. Bij een opvoedingscrisis zijn de ontwikkeling en het welzijn van het kind in gevaar en is hulp noodzakelijk. Als een opvoedingscrisis voor langere tijd speelt, ontstaat er opvoedingsnood.

ct

Bij een opvoedingscrisis is hulpverlening nodig voor ouders en kind(eren). Zij worden voor langere tijd begeleid door middel van opvoedkundige hulp of pedagogische advisering.

Ed

u'

A

Harm, 10 jaar, hij trekt zich steeds vaker alleen terug. Er zijn dagen dat hij helemaal niet met zijn ouders praat. Ook op de opvang zit hij vaak alleen en zegt hij bijna niks. Zijn moeder maakt zich heel veel zorgen, ze heeft al van alles geprobeerd om met Harm in gesprek te komen. Ze heeft het gevoel dat de situatie alleen maar erger wordt. Ze voelt zich machteloos en schuldig, gister had Harm de hele dag weer niks tegen haar gezegd. Toen ze hem s ’avonds welterusten ging wensen en hij zijn rug naar hem toe draaide, verloor ze haar geduld en schreeuwde ze tegen hem. Het liefst had ze hem door elkaar gerammeld om nog een reactie te krijgen. Ze is bang dat ze haar zoon binnenkort nog eens echt wat aandoet.

De rol van de pedagogisch medewerker

U

itg

ev

er

ij

Als pedagogisch medewerker heb jij een belangrijke rol bij pedagogische preventie. Je hebt de volgende taken: • vroegtijdig signaleren van problemen Door het vroegtijdig signaleren van opvoedingsvragen en opvoedingsspanning kun je voorkomen dat problemen escaleren en er een opvoedingscrisis ontstaat. Wanneer je merkt dat de draaglast van ouders te groot wordt, bied je hen hulp of verwijst hen door naar instanties. • luisteren naar ouders Het is belangrijk om goed naar ouders te luisteren. Ga in op wat zij vertellen en vraag door. Reageer sensitief responsief en signaleer het wanneer het ouders te veel wordt. • observeren van kinderen Door hun gedrag of ontwikkeling kunnen kinderen signalen afgeven dat er een probleem is. Dit probleem kan bij het kind zelf liggen maar ook bij het pedagogisch handelen van de ouders. Ga hierover met ouders in gesprek. • doorverwijzen naar pedagogische hulp Als je merkt dat ouders problemen ervaren en hun draaglast groter wordt dan hun draagkracht, verwijs je hen door voor opvoedingsondersteuning of pedagogische hulp.

55


Theoriebron Pedagogische preventie Beschermende factoren (positief) Risicofactoren (negatief)

Ouders doorverwijzen

fb .v

Het is belangrijk dat je weet naar welke instanties en organisaties je ouders kunt doorverwijzen voor pedagogisch advies, steun en hulp. Als je merkt dat ouders extra ondersteuning of hulp nodig hebben bij de opvoeding verwijs ze dan door. Gaat het om mishandeling, misbruik of verwaarlozing, meld dan je zorgen ook bij de organisatie Veilig Thuis. Volg hierbij het protocol van de instelling waar je werkt.

ie

Je kunt ouders doorverwijzen naar: • professionals en specialisten zoals de huisarts (vaak is er een doorverwijzing van een huisarts nodig voor hulp), fysiotherapeut, logopedist of consultatiebureau • een Voormekaar-team Opvoedingsondersteuning en pedagogische hulpverlening verloop via de gemeentes. Elke gemeente heeft een Voormekaar-team dat de hulpvragen en de gezinssituatie bekijkt. Zij zoeken hier de beste opvoedingsondersteuning of pedagogische hulp bij.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

Programma’s die bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning bieden zijn Triple P, Home Start en Integrale Vroeghulp. Voorbeelden van instanties die ouders pedagogische hulp kunnen bieden zijn Jeugdzorg, MEE en (ortho)pedagogische adviespraktijken.

56


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

fb .v

Theoriebron Opvoedingsondersteuning Inleiding

u'

A

ct

ie

Soms is er in een gezin opvoedingsspanning: ouders kunnen de problemen binnen het gezin niet zelf oplossen. Dan is het belangrijk dat zij opvoedingsondersteuning krijgen. Door kortdurende hulp krijgen ouders een steuntje in de rug. Met de handvatten die zij krijgen tijdens de opvoedingsondersteuning, kunnen ouders de opvoeding zelf weer goed oppakken.

Ed

Lees jij alle informatieve e-mails die je krijgt?

Wat is opvoedingsondersteuning?

ev

er

ij

Opvoedingsondersteuning is een kortdurend programma omdat ouders met de extra kennis, vaardigheden of steuntje in de rug de opvoeding weer positief kunnen voortzetten. Opvoedingsondersteuning kan bestaan uit: • het vroegtijdig signaleren van problemen en het doorverwijzen naar hulp • voorlichting en informatie geven over de ontwikkeling en opvoeding van kinderen • pedagogisch advies en licht pedagogische hulp bij de opvoeding • het vergroten van de eigen mogelijkheden en de kennis van de ouders • het vergroten van het sociale netwerk van de ouder(s).

U

itg

Investeer in het contact met ouders Een goed contact met ouders is belangrijk als je partners wilt zijn in de opvoeding en bij het bieden van opvoedingsondersteuning. Gesprekken zijn een goed middel om opvoedingsvragen van ouders en problemen binnen de opvoeding te signaleren. Investeer in het contact met alle ouders. Niet met iedere ouder verloopt het contact gemakkelijk. Dit kan aan de ouders liggen omdat zij bijvoorbeeld moeilijk contact maken, onzeker zijn of de Nederlandse taal niet goed spreken. Het contact kan ook moeizaam verlopen omdat jij als pedagogisch medewerker zelf onzeker bent, bijvoorbeeld omdat ouders heel mondig, kritisch of veeleisend zijn. In beide gevallen is het belangrijk dat je op een positieve manier investeert in het contact. Dat je oog hebt voor de stille ouder en investeert in het contact met veeleisende en kritische ouders. Als je goed contact met ouders hebt, is het gemakkelijker om onderwerpen rond de opvoeding met hen te bespreken.

57


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

De rol van de pedagogisch medewerker

ie

fb .v

Als pedagogisch medewerker speel je een rol bij opvoedingsondersteuning. Soms hebben ouders hierbij een steuntje in de rug nodig. Jij kunt lichte vormen van opvoedingsondersteuning aan de ouders geven, bijvoorbeeld: • Je geeft ouders voorlichting en informatie over de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. • Je signaleert bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind, gedragsproblemen of problemen in de thuissituatie. Je gaat hierover met ouders in gesprek en verwijst door voor verdere hulp of ondersteuning. • Je biedt een lichte vorm van opvoedingsondersteuning door het organiseren van ouderbijeenkomsten. Bijvoorbeeld een wekelijks koffie-uurtje of een maandelijks mama& papacafé in het kindercentrum. Hiermee vergroot je het sociale netwerk van ouders en kun je opvoedkundige thema’s met elkaar bespreken.

ct

Omgaan met opvoedingsvragen

ij

Ed

u'

A

Als pedagogisch medewerker kun je ouders ondersteunen bij het vinden van antwoorden op hun opvoedingsvragen. Je kunt ze voorlichting en tips geven. Het kan zijn dat jij zelf geen passend antwoord hebt op de opvoedingsvraag omdat je te weinig kennis hebt over een onderwerp. Verwijs ouders dan door naar een arts of andere specialist. Als pedagogisch medewerker kun je: • voorlichting geven Soms hebben ouders meer informatie nodig over een onderwerp. Deze kun je geven in een gesprek, tijdens een informatieavond of middels een folder, nieuwsbrief of vlog. • pedagogisch advies geven Je kunt ouders adviseren over hoe zij hun pedagogisch handelen kunnen afstemmen op hun kind. Deel jouw advies en ervaringen of laat ze kennismaken met pedagogische visies. • verwijzen naar meer informatie Bijvoorbeeld tips over interessante boeken, televisieprogramma’s, filmpjes of websites.

er

Gesprekken met ouders: voorlichting en advies geven

U

itg

ev

Gesprekken met ouders zijn een belangrijke manier om lichte opvoedingsondersteuning te geven. Je geeft ouders antwoord op opvoedingsvragen, of geeft hen meer informatie over belangrijke onderwerpen bij de opvoeding. Stel jezelf bij deze gesprekken de volgende vragen: • Wat is de vraag van de ouders? Probeer hun vraag goed helder te krijgen. Luister goed en vraag door om meer informatie te krijgen, zodat jouw antwoord aansluit bij de opvoedingsvraag. • Kan ik als pedagogisch medewerker voldoende ondersteuning bieden? Stel vast of jij de kennis en middelen in huis hebt om de ouders voldoende te ondersteunen. Verwijs anders door voor meer ondersteuning en hulp. • Hebben ouders voldoende handvatten en kunnen zij verder na dit gesprek? Stel vast of ouders nu voldoende informatie en tips hebben, of verwijs hen door zodat zij verder kunnen. Laat hen niet alleen zitten met hun opvoedingsvraag. Maak zo nodig een vervolgafspraak met ouders om er in alle rust over te spreken.

58


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

Informeren via een nieuwsbrief, informatiekrant of website

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Een manier om ouders te ondersteunen bij de opvoeding is het schrijven van informatieve stukken voor nieuwsbrieven, een informatiekrant of een website. Hiermee zul je waarschijnlijk niet alle ouders bereiken, want niet iedereen leest de informatie. Bijvoorbeeld omdat een ouder geen tijd of interesse heeft, omdat hij niet kan lezen of de Nederlandse taal onvoldoende beheerst. Let bij het schrijven van een informatieve tekst op de volgende punten: • Geef ouders tips en adviezen over algemene opvoedingsvragen of over de ontwikkeling van kinderen. • Sluit met je taalgebruik aan bij de doelgroep. • Zorg dat je verhaal helder en compleet is, zodat ouders niet met veel vragen blijven zitten. • Zorgen dat ouders voor meer informatie of met vragen terechtkunnen bij pedagogisch medewerkers. Noem dit in je tekst.

59


Theoriebron Voorlichting geven

fb .v

Theoriebron Voorlichting geven Inleiding

ie

Als je voorlichting geeft aan ouders heb je een doel. Je wilt ouders informeren en andere inzichten geven, of aanmoedigen tot een bepaalde manier van handelen. Je kunt voorlichting geven in een persoonlijk gesprek of aan een hele groep. Als je zorgt dat de voorlichting aansluit bij de doelgroep en boeiend is van begin tot eind, bereik je het meest.

ct

Wat is voorlichting?

Ed

u'

A

Bij voorlichting geef je een ander informatie waarmee je een gedragsverandering mogelijk wilt maken of een andere zienswijze wilt aanreiken. Je kunt ouders bijvoorbeeld voorlichten over de visie van het kinderdagverblijf of de manier waarop zij het beste kunnen handelen als hun kindje waterpokken heeft. Voorlichting is een manier van communiceren waarbij vier elementen nodig zijn: • zender De persoon die de informatie aan anderen geeft. • ontvanger De persoon of personen die de informatie ontvangen. • bericht De informatie die gegeven wordt. • kanaal De manier waarop de informatie bij de ontvanger komt. Bijvoorbeeld gesprek, flyer, nieuwsbrief of ouderavond.

U

itg

ev

er

ij

Als zender moet je ervoor zorgen dat je het bericht en het kanaal afstemt op de ontvanger(s). Zoek een onderwerp en een manier van informatieoverdracht die bij de doelgroep passen.

60

De zender kiest voor de voorlichting een kanaal dat past bij zijn publiek: de ontvanger(s).


Theoriebron Voorlichting geven

Manieren van voorlichting geven

fb .v

Er zijn drie manieren van voorlichting geven: informeren, adviseren of instrueren. • informatie geven Je geeft informatie over een onderwerp. Met de nieuwe kennis kunnen de ouders zelf hun inzichten of handelen aanpassen. • advies geven Je geeft advies over een onderwerp of situatie. Jij geeft tips over wat de ouders het beste kunnen doen en laat ze zien hoe ze anders kunnen gaan denken of handelen. • instructie geven Jij geeft door middel van instructie aan hoe iemand zijn ideeën of handelen kan aanpassen. Je leert de ouder nieuwe vaardigheden of handelingen aan.

ct

ie

Een pedagogisch medewerker geeft vaak alleen informatie en advies aan ouders. Voor het geven van instructie zijn er andere vormen van opvoedingsondersteuning en hulpverlening.

Belangrijke punten voor een goede voorlichting

er

ij

Ed

u'

A

Als je voorlichting gaat geven, sta dan even stil bij de volgende punten: • onderwerp Kies een onderwerp dat past en leeft bij de doelgroep of sluit in een gesprek aan bij de opvoedingsvraag van de ouders. • doel Bepaal van tevoren een doel dat je wilt bereiken. Dit zorgt ervoor dat je hierop gefocust blijft en niet afwijkt. • doelgroep Kijk wie de doelgroep is en pas je taalgebruik en manier van voorlichting geven daarop aan. • opzet Maak een opzet. Zorg voor een duidelijke inleiding, kern en afsluiting. • kennis Zorg dat je voldoende actuele kennis hebt over het onderwerp en dat je als pedagogisch medewerker bijblijft rondom de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. • vragen Zorg dat er voldoende gelegenheid is voor ouders om vragen te stellen.

U

itg

ev

Schriftelijke voorlichting geven Om veel ouders in één keer te bereiken kun je ze voorlichting geven door een tekst te schrijven. Je kunt ouders bereiken via een flyer, nieuwsbrief, website of informatieboekje. Deze manier van voorlichting heeft zowel voordelen als nadelen. Het voordeel van schriftelijke voorlichting is dat je veel ouders in één keer kunt bereiken. Daarnaast hebben ouders informatie in handen die ze nog eens kunnen teruglezen. De nadelen van schriftelijke voorlichting zijn dat je geen persoonlijk contact hebt en dat niet alle ouders de tekst lezen. Zorg dat je ouders boeit met je tekst. De titel en de inleiding van de voorlichting zijn de eyecatchers van het verhaal. Stel een prikkelende vraag of beschrijf een herkenbare situatie. Dat zorgt ervoor dat de ouder verder leest.

61


Theoriebron Voorlichting geven

Mondelinge voorlichting geven

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Bij het geven van voorlichting kan persoonlijk contact een positief effect hebben op het resultaat. Mondelinge voorlichting geven kan op verschillende manieren. Denk aan een voorlichtingsbijeenkomst, een spontaan voorlichtingsgesprek, een gepland voorlichtingsgesprek of een telefoongesprek. De voordelen van mondelinge voorlichting ten opzichte van schriftelijke voorlichting zijn: • Je kunt inspelen op de persoonlijke situatie van de ontvanger. (Dit geldt niet als je voor een groep voorlichting geeft.) • Je kunt de reactie van de ontvanger zien. (Dit geldt niet voor een telefoongesprek.) • Jij kunt controleren of de ontvanger het begrepen heeft. • De ontvanger kan direct vragen stellen, die je kunt beantwoorden.

62


Theoriebron Een voorlichtingsgesprek

fb .v

Theoriebron Een voorlichtingsgesprek Inleiding

ie

In een voorlichtingsgesprek geef je ouders informatie en advies over een opvoedingsvraag. Door jouw informatie en advies kunnen ouders hun ideeën of hun handelswijze aanpassen. Het veranderen van zienswijze of gedrag gaat volgens een proces van zes stappen en als pedagogisch medewerker kun jij ouders hierbij ondersteunen.

ct

Gedragsverandering

ij

Ed

u'

A

Als je ouders voorlichting geeft dan wil je hen nieuwe ideeën meegeven of hun handelen veranderen door de informatie of het advies. Maar ideeën of gedrag veranderen niet zomaar. Hoe klein of groot de gedragsverandering ook is, er gaat een proces aan vooraf. Marcel Balm laat in zijn model de zes stappen van gedragsverandering zien. 1. openstaan Iemand moet openstaan voor verandering om te kunnen veranderen. 2. begrijpen Iemand moet begrijpen en weten wat de verandering inhoudt. 3. willen Iemand moet zelf willen veranderen. 4. kunnen Iemand moet kunnen veranderen, hij moet weten hoe hij kan veranderen. 5. doen Iemand moet actief bezig zijn met veranderen. 6. volhouden Iemand moet de verandering volhouden en verweven in zijn leven.

U

itg

ev

er

Informatie geven over een opvoedingsvraag heeft meestal alleen zin als iemand openstaat voor verandering. ‘Begrijpen’, ‘willen’ en ‘kunnen’ zijn belangrijke voorwaarden om verder te kunnen in het veranderingsproces. Als iemand niet voldoet aan een van deze drie voorwaarden, gaat het veranderingsproces niet verder naar ‘doen’ en ‘volhouden’.

Het model van gedragsverandering van Balm.

63


Theoriebron Een voorlichtingsgesprek

Een stil meisje

fb .v

Mahra is een vrolijk meisje van 3 jaar oud. Zij zegt alleen niet veel. Ze wijst meestal aan wat ze wil hebben. Shara, de pedagogisch medewerker, wil hier graag over praten met de ouders van Mahra. Ze wil samen met hen een plan opstellen om Mahra te stimuleren wat meer te praten. Mahra’s moeder wuift de zorg van Shara echter weg en is ervan overtuigd dat haar dochter wel meer gaat praten als zij er zelf aan toe is. Mahra’s moeder staat niet open voor de voorlichting.

Ouders ondersteunen bij verandering

Ed

u'

A

ct

ie

Als pedagogisch medewerker is het belangrijk dat je inzicht hebt in het proces van gedragsverandering bij ouders. Jij kunt ouders bij dit proces ondersteunen tijdens gesprekken. • openstaan voor verandering Zorg dat je op een goed moment met ouders in gesprek gaat. Sluit aan bij hun behoeftes en geef ruimte voor eventuele emoties. • begrijpen Geef ouders een duidelijke uitleg. Sluit met je uitleg aan bij de ouders en geef voorbeelden. • willen Motiveer ouders en bespreek de voordelen van verandering met ze. • kunnen Bekijk wat ouders nodig hebben om te kunnen veranderen. Denk aan kennis en vaardigheden en geef hen eventueel extra informatie mee. • doen Geef ouders praktische tips waarmee zij in de praktijk aan de slag kunnen. • volhouden Geef ouders positieve feedback of complimenten als je verandering ziet. Dat geeft extra motivatie om door te gaan.

ij

Het voorlichtingsgesprek met ouders

U

itg

ev

er

Een voorlichtingsgesprek met ouders is een effectieve manier van voorlichting geven omdat je aansluit bij de kennis en situatie van de ouders. Betrek ouders actief in het gesprek en inventariseer welke kennis zij hebben en wat zij graag nog willen weten. Zorg dat de opvoedingsvraag duidelijk is.

64

Geef in een gesprek eerst aandacht aan ‘openstaan’. Als ouders niet openstaan voor verandering dan zullen zij niets met de informatie en het advies doen. Ga in op begrijpen, willen en kunnen. Leg uit, motiveer en geef nieuwe kennis. Geef antwoord op alle vragen. Ook al vind jij dat ouders zich geen zorgen hoeven te maken omdat het gedrag bij een ontwikkelingsfase hoort. Ouders vinden het prettig om informatie en tips te krijgen. Ouders kunnen door het gesprek thuis praktisch aan de slag. Zij moeten het daarna zelf gaan doen. Geef daarom praktische informatie en tips die aansluiten bij de situatie van de ouders.


Theoriebron Een voorlichtingsbijeenkomst organiseren

fb .v

Theoriebron Een voorlichtingsbijeenkomst organiseren Inleiding

ct

ie

Als je met een voorlichting meerdere ouders wilt bereiken, kun je ervoor kiezen een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren. Je moet met verschillende factoren rekening houden bij het organiseren van een voorlichtingsbijeenkomst. Verder is het belangrijk dat je ouders bij de bijeenkomst betrekt.

A

Een voorlichtingsbijeenkomst

Ed

u'

Een voorlichtingsbijeenkomst is ideaal als je met de voorlichting meer mensen in één keer wilt bereiken. Een voorlichtingsbijeenkomst heeft naast een informatieve een sociale functie. Het is een ontmoetingsmoment tussen ouders onderling, waar ouders hun sociale netwerk kunnen vergroten. Het nadeel is dat je beperkt kunt ingaan op individuele vragen en gezinssituaties. Daarom kan het voorkomen dat niet iedere ouder zich gehoord en geholpen voelt, omdat de informatie niet aansluit bij hun eigen vraag of situatie. Een voorlichtingsbijeenkomst kun je houden tijdens ouderbijeenkomsten. Denk aan een ouderavond, thema-avond, mama- & papacafé of een koffie-uurtje.

ij

Een voorlichtingsbijeenkomst organiseren

U

itg

ev

er

Als je een voorlichtingsbijeenkomst organiseert, let je op de volgende punten: 1. Kies een onderwerp of thema dat bij de doelgroep past. Kies een actueel thema of een thema dat leeft bij ouders, maar ook past bij het kindercentrum. 2. Stel vast welke informatie ouders nodig hebben. Bedenk wat zij moeten weten over dit onderwerp. Kies voor informatie die past bij de visie en werkwijze van het kindercentrum. Dit zorgt ervoor dat je nog meer op één lijn kunt komen met ouders. 3. Bedenk op welke manier je de informatie overbrengt. Houd je een presentatie of juist een interactieve bijeenkomst waarin iedereen inbreng of een actieve rol heeft? 4. Van welke hulpmiddelen ga je gebruikmaken? Een digitale presentatie, plaatjes, filmpjes, flyers, hand-outs. 5. Bedenk wie de voorlichting geeft. Doe je het zelf of laat je een specialist komen die veel over het onderwerp kan vertellen? 6. Zorg voor een goede ruimte, benodigdheden en koffie en thee.

65


Theoriebron Een voorlichtingsbijeenkomst organiseren

Ouders actief betrekken bij en tijdens een voorlichtingsbijeenkomst

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Als pedagogisch medewerker heb jij de taak om ouders actief te betrekken bij een voorlichtingsbijeenkomst. Nodig ouders schriftelijk uit en persoonlijk bij het brengen of halen van de kinderen. Geef aan dat zij van harte welkom zijn en waarom het belangrijk is dat zij komen. Dit kan de drempel om te komen verlagen. Je kunt ouders ook actief betrekken bij de voorbereiding van de bijeenkomst. Denk aan spullen klaarzetten, techniek en geluid verzorgen of de catering verzorgen. Dat vergroot de betrokkenheid van ouders bij de voorlichtingsbijeenkomst. Het is ook tijdens de bijeenkomst belangrijk dat je ouders actief betrekt. Volwassenen kunnen zich gemiddeld twintig minuten achter elkaar concentreren, daarna verslapt de concentratie. Deel de voorlichting op in gedeeltes van maximaal twintig minuten. Laat ouders daarna iets anders doen. Leg stellingen voor, laat ouders discussiĂŤren, geef ze een opdracht of laat ze een spel doen. Even actief bezig zijn vergroot de concentratie voor het volgende gedeelte van de voorlichting.

66


Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling

fb .v

Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling

ie

Inleiding

A

ct

Ouders komen met opvoedingsvragen over allerlei onderwerpen. Deze cursus richt zich vooral op thema’s rond de gezondheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De gezondheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind hebben invloed op de gehele ontwikkeling. Deze thema’s zul je geregeld tegenkomen in de praktijk.

u'

Gezondheid in de kinderopvang of peuterspeelzaal

er

ij

Ed

Van jou als pedagogisch medewerker wordt verwacht dat je kinderen een gezonde en fysiek veilige speelleeromgeving kunt bieden. Jij weet hoe je moet handelen om dat te bereiken en je hebt genoeg kennis over de gezondheid van kinderen. Een gezonde leefomgeving en een goede gezondheid hebben een positieve invloed op de ontwikkeling van een kind. Kinderen die problemen hebben met hun gezondheid kunnen gaan achterlopen in hun ontwikkeling. Hun (zieke) lichaam beperkt kinderen om de wereld om zich heen te ontdekken. Als kinderen ziek zijn, hebben zij vaak pijn, zijn moe en hebben niet voldoende energie om zich te ontwikkelen. Zij kunnen in hun hele ontwikkeling geremd worden. Als kinderen ziek zijn, merk je dat vaak aan hun gedrag. Zij worden hangerig, huilerig, willen extra aandacht of trekken zich juist terug. Bij sommige ziektebeelden horen typische signalen en gedragingen.

U

itg

ev

Belangrijke thema’s op het gebied van gezondheid Belangrijke thema’s op het gebied van gezondheid die je als pedagogisch medewerker regelmatig kunt tegenkomen zijn: • hygiëne Een slechte hygiëne thuis of op de opvang kan ervoor zorgen dat een kind (vaak) ziek wordt. • voeding Ondervoeding, overvoeding of een voedselallergie hebben een grote invloed op de gezondheid van een kind. • (on)gezonde leefomgeving Kinderen die opgroeien in een omgeving met een ongezonde leefstijl kunnen daar hinder van hebben in hun eigen gezondheid en ontwikkeling. • kinderziektes

67


Theoriebron Voorlichting geven over gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling

fb .v

Signaleer (kinder)ziektes op tijd zodat een behandeling zo snel mogelijk kan starten en verspreiding vermeden kan worden. Zorg dat je voldoende kennis hebt om (kinder)ziektes te herkennen. vaccinaties Kinderen worden voor bepaalde ziektes gevaccineerd. Niet alle ouders laten hun kind vaccineren, op grond van geloofsovertuiging of visie. Deze keuze kan van invloed zijn voor de andere kinderen op de opvang. chronische ziekte Kinderen die veel ziek of chronisch ziek zijn, hebben soms een andere vorm van begeleiding nodig om te voorkomen dat zij ziek(er) worden.

ie

De sociaal-emotionele ontwikkeling

A

ct

Kinderen moeten zich emotioneel veilig voelen om zich optimaal te ontwikkelen. Van jou wordt verwacht dat jij kinderen deze veilige plek kunt bieden. Jij weet hoe je moet handelen om dit te bereiken en je hebt voldoende kennis over de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Tijdens je werk stimuleer je die sociaal-emotionele ontwikkeling. Je wilt dat een kind zich veilig voelt bij jou in de groep, maar ook thuis. Alleen dan zal een kind zich optimaal kunnen ontwikkelen.

u'

Belangrijke thema’s op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling

U

itg

ev

er

ij

Ed

Belangrijke thema’s op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling die je als pedagogisch medewerker regelmatig kunt tegenkomen zijn: • hechting Kinderen hechten zich op een veilige of onveilige manier en dat heeft veel invloed op de ontwikkeling en het gedrag. • welbevinden Een kind moet zich emotioneel veilig voelen, zowel op de kinderopvang als thuis. • emoties Een kind heeft de hele dag door te maken met emoties. Soms moet je kinderen begeleiden in het omgaan met (heftige) emoties. • temperament Het temperament van een kind heeft een sterke invloed op de ontwikkeling en het gedrag van kinderen. Is het kind een haantje de voorste of juist heel introvert? • sociaal gedrag Kinderen leren als ze ouder worden sociale normen en vaardigheden. Denk aan samen spelen, vriendschappen sluiten, elkaar helpen. • thuissituatie De thuissituatie heeft een grote invloed op de ontwikkeling en het gedrag van een kind, ook sociaal-emotioneel. Denk aan de samenstelling van gezin, bijzondere factoren binnen het gezin en de plaats in de kinderrij. • omgeving Het is belangrijk om te observeren hoe kinderen contact hebben en omgaan met andere kinderen en volwassenen in hun omgeving.

68


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.