40399 ontwikkelingsstimulering

Page 1

fb .v

.

Training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Ontwikkelingsstimulering


Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v.

www.edu-actief.nl Auteur: Angela van der Plas Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Ontwikkelingsstimulering

u' Ac

ISBN:978 90 3724 039 9 © Edu’Actief b.v. 2018

tie

info@edu-actief.nl

fb .v

.

0522-235235

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze training

.

6

fb .v

OriĂŤntatie

4

Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid 7

Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling14

tie

Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen 21 Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling 27 33

u' Ac

Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema Theoriebron Kansen grijpen

45

Theoriebron Kansen creĂŤren

47

Theoriebron Creativiteit

49

51

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Materialen en technieken

3


Over deze training

Over deze training

u' Ac

tie

fb .v

.

In deze training bouw je kennis op over het aanbieden en evalueren van ontwikkelingsgerichte activiteiten aan jonge kinderen.

Een prentenboek kan een goede basis vormen voor het aanbieden van ontwikkelingsgerichte activiteiten.

Leerdoelen • •

ij

Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van de taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid. Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling. Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van het denken/het ontluikend rekenen. Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren rond een prentenboek of thema.

Ed

er

ev

Beoordeling

U

itg

Beoordelingsformulier <

4

Aan het eind van de training wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van een beroepsproduct. Dit wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen en een nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt de beoordelingspunten bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze training

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Demonstratie: Presentatie prentenboek

Voorbereiding Maak een planning en een taakverdeling. Maak een opzet voor de inhoud. Maak een opzet voor de opmaak. Maak de presentatie.

Controle

u' Ac

• • • •

tie

Jullie maken in groepjes van vier een presentatie van een uitgewerkt prentenboek of thema. Dit thema of prentenboek mag nog niet in de les behandeld zijn of in een eerdere opdracht zijn gebruikt. De presentatie houden jullie voor je docent en klasgenoten, maar moet ook bruikbaar zijn in de praktijk.

ev

er

ij

Ed

In de presentatie komen in ieder geval naar voren: • verschillende activiteiten op het gebied van de taalontwikkeling • verschillende activiteiten op het gebied van de zintuiglijke ontwikkeling • verschillende activiteiten op het gebied van de motorische ontwikkeling • verschillende activiteiten op het gebied van de denkontwikkeling/het ontluikend rekenen • verschillende activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling • verschillende buitenactiviteiten • verschillende leeftijdsgroepen • hoe de ruimte ingericht/aangepast gaat worden op basis van dit thema/prentenboek • hoe er binnen verschillende activiteiten gezorgd gaat worden voor interactie tussen de kinderen • hoe de activiteiten geëvalueerd gaan worden.

U

itg

De presentatie zou gegeven kunnen worden op een kinderdagverblijf.

Uitvoering •

Geef de presentatie voor je klasgenoten en docent

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

5


OriĂŤntatie

OriĂŤntatie Oefening 1

Ontwikkelingsstimulering

Oefening 2

Ontwikkelingsgebieden

fb .v

.

Maak in viertallen een mindmap met als onderwerp ontwikkelingsstimulering. Lever je mindmap in bij je docent.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Maak in groepjes van vijf Ă zes studenten een korte presentatie over het specifieke ontwikkelingsgebied dat je van de docent te horen krijgt. Je bent vrij in de manier waarop je het doet (spreken, PowerPoint, infographic enzovoort), maar de presentatie moet een zo volledig mogelijk beeld geven van het desbetreffende ontwikkelingsgebied.Aan het eind van de les presenteren de verschillende groepjes en de anderen maken aantekeningen.

6


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

fb .v

.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

tie

Inleiding

ij

Ed

u' Ac

In je werk in de kinderopvang komt het voor dat je ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbiedt en evalueert op het gebied van de taalontwikkeling/de ontluikende geletterdheid. Dit kan zijn in het kader van een programma van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), maar ook aan de hand van een thema of boek. Daarnaast kan het voorkomen dat je de activiteit aanbiedt aan een select groepje kinderen of een specifiek kind.

er

Voorlezen is goed voor de taalontwikkeling van kinderen.

Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden op het gebied van taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten evalueren op het gebied van taalontwikkeling/ontluikende geletterdheid.

U

itg

ev

Leerdoelen

7


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

Oefening 3

Voorlezen

.

In de eerste levensjaren wordt de basis gelegd voor lezen en leesplezier. • Maak groepjes van zes studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

u' Ac

tie

fb .v

a. Zoek op internet op waarom voorlezen zo belangrijk is en schrijf minimaal zes redenen op.

Ed

b. Zoek op internet op hoe oud kinderen moeten zijn om aan ze te kunnen voorlezen.

er

ij

c. Hoe zou je kunnen evalueren of je inderdaad zo vaak voorleest?

U

itg

ev

d. Zoek op internet op hoe je moet voorlezen op een kinderdagverblijf en schrijf minimaal zes punten op.

8


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

fb .v

.

e. Bespreek in je groepje wanneer je kunt voorlezen in een kinderdagverblijf en schrijf minimaal vier momenten op.

Theoriebron Kansen grijpen <

Taalmomenten

Grijp als pedagogisch medewerker elke kans die zich voordoet om kinderen verder te helpen in hun taalontwikkeling.

Ed

Oefening 4

u' Ac

tie

f. Wat zou je kunnen doen om het (voor)lezen op de groep nog aantrekkelijker te maken? Noem minimaal twee punten.

Werk in tweetallen. Lees Theoriebron Kansen grijpen en beantwoord de volgende vragen.

U

itg

ev

er

ij

a. Beschrijf minimaal tien momenten op een dag op de kinderopvang waarop je kinderen verder kunt helpen in hun taalontwikkeling. Zet achter elk moment of het om vrij spel (v) gaat, om een begeleide activiteit (b) of om beide (v en b).

9


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

Kinderliedjes kunnen jonge kinderen (verder) helpen in hun taalontwikkeling.

Jullie bekijken een bekend kinderliedje. Deze analyseren jullie op woorden. Verder bespreken jullie hoe je de kinderen naar aanleiding van dit liedje nog verder kunt helpen in hun taalontwikkeling.

u' Ac

Filmpje Kinderliedje De molen <

Liedjes

tie

Oefening 5

fb .v

.

b. Stel, je werkt op een kinderdagverblijf en tijdens een werkoverleg besluiten jullie actief aan de slag te gaan om de kinderen verder te helpen in hun taalontwikkeling. Hoe kunnen jullie evalueren of er meer mogelijkheden zijn?

Voorbereiding • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

ij

Ed

Uitvoering a. Bekijk het Filmpje Kinderliedje De molen. Welke woorden vallen je op?

U

itg

ev

er

b. Hoe kun je de kinderen helpen deze woorden beter te leren kennen? Beschrijf minimaal twee manieren.

10

c. Hoe zou je dit liedje kunnen uitbreiden met nog andere woorden (gebaren)?


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

Oefening 6

Thema

Liedjes en prentenboeken die bij een bepaald thema passen kunnen kinderen verder helpen in hun taalontwikkeling.

Jullie zoeken in groepjes van vier op internet op welke liedjes en prentenboeken bij het door jullie gekregen thema horen. De volgende les geven jullie hier een korte presentatie over. Leg daarbij uit waarom jullie voor bepaalde liedjes en prentenboeken hebben gekozen. ‘Past bij het thema’ is niet genoeg; geef heel specifiek aan waarom elk liedje of prentenboek bij het thema past. Bijvoorbeeld: Bij het thema eten en drinken hebben wij gekozen voor het verhaal ‘Dikkie Dik en de taart’. In dit verhaal snoept Dikkie Dik stiekem van de taart en kan niet stoppen. Naar aanleiding van dit verhaal kunnen we het met de kinderen hebben over wat je heel lekker vindt om te eten, of je weleens te veel hebt gegeten en hoe dat voelt, en wat je kunt doen als je een heel lekkere taart ziet waar je niet van mag snoepen.

u' Ac

tie

Theoriebron Kansen creëren <

fb .v

.

Reflectie d. Wat heb je geleerd van deze oefening?

Ed

Voorbereiding • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor een computer met internet. • Zorg voor pen en papier.

U

itg

ev

er

ij

Uitvoering a. Schrijf het thema op dat je van de docent hebt gekregen. Bespreek samen welke liedjes en prentenboeken met dit thema je al kent en schrijf deze op.

11


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

fb .v

Reflectie c. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef een voorbeeld.

.

b. Zoek op internet (nog) meer liedjes en prentenboeken met het thema en schrijf deze erbij. Zoek ook naar boekjes (plastic, stof of hard karton) die de kinderen zelfstandig uit een krat of van tafel kunnen pakken en ‘lezen’ (vrij spel). Schrijf achter elk boek en elk liedje waarom je hiervoor hebt gekozen (zie uitleg opdracht). Maak een presentatie van vijf minuten die je de volgende les houdt.

Theoriebron Kansen creëren <

Mondmotoriek

Om duidelijk te kunnen spreken is de juiste samenwerking tussen de lippen, de tong en het gehemelte essentieel. Oefeningen om de mondmotoriek te verbeteren kunnen helpen om duidelijker te (leren) spreken.

Ed

Oefening 7

u' Ac

tie

d. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef een voorbeeld.

Jullie gaan in groepjes van drie een lijst maken met oefeningen om de mondmotoriek te verbeteren. Jullie mogen hiervoor internet gebruiken, maar wees kritisch. Noteer alleen oefeningen die geschikt zijn voor kinderen tot 4 jaar.

er

ij

Voorbereiding • Maak groepjes van drie studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier

U

itg

ev

Uitvoering a. Beschrijf minimaal acht oefeningen voor het ontwikkelen van de juiste mondmotoriek.

12


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van taalontwikkeling/ ontluikende geletterdheid

Als je straks werkzaam bent in een kinderdagverblijf zijn er verschillende manieren om kinderen te helpen op het gebied van de taalontwikkeling. Maak een verslag van één A4’tje waarin je beschrijft hoe jij dit gaat doen. Zet hierin hoe je: • wilt omgaan met kansen pakken en kansen creëren • wilt omgaan met vrij en begeleid spel, verzorgmomenten en de kracht van herhaling • activiteiten die de taalontwikkeling stimuleren wilt gaan evalueren.

U

itg

ev

er

ij

Theoriebron Kansen creëren <

u' Ac

Theoriebron Kansen grijpen <

Op de groep

Ed

Oefening 8

tie

fb .v

.

b. Beschrijf hoe je deze oefeningen gaat gebruiken als je op de groep staat, wanneer je deze gaat doen en hoe je de oefeningen gaat evalueren.

13


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

fb .v

.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

tie

Inleiding

ij

Ed

u' Ac

Jonge kinderen leren de wereld om hen heen kennen door hun zintuigen. Besteed als pedagogisch medewerker aandacht aan het ontwikkelen van de verschillende zintuigen. De motorische ontwikkeling vormt de basis voor alle overige ontwikkelingen. Zorg ervoor dat de kinderen op je groep veel gelegenheid krijgen om te bewegen. Zowel in vrij spel als in begeleid spel.

er

Puzzels maken is goed voor de fijne motoriek.

U

itg

ev

Leerdoelen

14

Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten evalueren op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

Jullie gaan in groepjes van vier activiteiten bedenken om het gebruik van de verschillende zintuigen te stimuleren. Je doet dit per zintuig. a. Beschrijf minimaal vier verschillende activiteiten waarmee je het gehoor bij jonge kinderen helpt ontwikkelen.

tie

Theoriebron Creativiteit <

Jonge kinderen leren de wereld om hen heen kennen via hun zintuigen.

.

Theoriebron Kansen creĂŤren <

Verschillende zintuigen

fb .v

Oefening 9

Ed

u' Ac

b. Beschrijf minimaal vier verschillende activiteiten waarmee je de ontwikkeling van het gezichtsvermogen bij jonge kinderen stimuleert.

ev

er

ij

c. Beschrijf minimaal vier activiteiten waarbij je de ontwikkeling van het reukvermogen stimuleert.

U

itg

d. Beschrijf minimaal vier activiteiten waarbij je de smaakzin stimuleert.

15


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

fb .v

.

e. Beschrijf minimaal vier activiteiten waarbij je de tastzin stimuleert.

Theoriebron Materialen en technieken <

Voorbereiding • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor oude tijdschriften. • Zorg voor een groot vel karton. • Zorg voor schaar, liniaal en lijm.

Uitvoering • Zoek plaatjes bij het aan jullie opgegeven zintuig. Wees kritisch. Motiveer voor de anderen waarom je vindt dat een bepaald beeld bij dit zintuig hoort. • Plak het geheel netjes en overzichtelijk op. • Bereid een korte presentatie voor, waarin (een van) jullie in drie à vijf minuten jullie moodboard presenteren voor de groep.

ev

er

Website Moodboard maken <

u' Ac

Theoriebron Creativiteit <

Een zintuig kan allerlei associaties oproepen. Jullie gaan in groepjes van vier een moodboard maken van een door de docent gegeven zintuig. Kijk eventueel op de Website Moodboard maken hoe je een moodboard moet maken. Aan het einde van de les houden jullie een korte presentatie van drie à vijf minuten. In deze presentatie lichten jullie de door jullie gemaakte keuzes toe. Doe hierbij alsof jullie de presentatie houden voor collega’s in het kinderdagverblijf.

Ed

Theoriebron Kansen creëren <

Lang leve de zintuigen

ij

Oefening 10

tie

f. Beschrijf wat je opvalt als je naar de antwoorden op bovenstaande vragen kijkt.

U

itg

Reflectie a. Wat heb jij gedaan om te zorgen dat de opdracht goed verliep? Geef een voorbeeld.

16

b. Wat heb je geleerd van deze oefening? Noem drie dingen.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

Filmpje Groen Cement <

Buiten spelen Buiten spelen vervult een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kinderen. De buitenwereld kan een enorme hoeveelheid mogelijkheden geven om te spelen en dus te leren. Bekijk het Filmpje Groen Cement en beantwoord de vragen. a. Welke activiteiten voor kinderen tot 4 jaar zie je? Noem er minimaal zes.

fb .v

Theoriebron Kansen grijpen <

tie

Theoriebron Kansen creĂŤren < Theoriebron Creativiteit <

.

Oefening 11

b. Zet achter de verschillende activiteiten of het om vrij of begeleid spel gaat (of om beide).

Ed

u' Ac

c. Welke activiteiten kun je nog meer buiten doen?

ev

er

ij

d. Wordt met buiten spelen de fijne of de grove motoriek gestimuleerd, of beide? Motiveer je antwoord.

U

itg

e. Hoe kun je evalueren of je eventuele ontwikkelingskansen buiten genoeg gepakt hebt?

17


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

Oefening 12

Jesse is bijna 1,5 jaar en zit bij jou op de groep. Hij lijkt zich normaal te ontwikkelen. Tijdens het buiten spelen struikelt Jesse over een step. Hij komt midden op z’n gezicht terecht. Zijn neus is zonder vel en hij heeft zich erg bezeerd. Jij zag hem vallen en zag ook dat hij zijn handjes niet uitstak om zich op te vangen. Van je collega hoor je dat hij eenzelfde soort wond in het begin van jouw vakantie heeft opgelopen. Jesse loopt sinds twee maanden zelfstandig. Jesse ziet goed (ook diepte). Bij navraag bij de ouders blijkt dat Jesse ‘vergeet’ zijn handen te gebruiken als hij valt, waardoor hij vaak zeer pijnlijk valt.

fb .v

.

Theoriebron Kansen creëren <

Jesse

Jullie gaan in groepjes van vier aan de hand van deze casus een kort ontwikkelingsplan maken.

u' Ac

tie

Voorbereiding • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

Ed

Uitvoering a. Beschrijf het probleem. Schrijf letterlijk op wat je hebt gezien. Geen interpretaties.

er

ij

b. Beschrijf het probleem. Wat willen jullie bereiken (doelstelling) en hoe willen jullie dit gaan doen (methode)?

U

itg

ev

c. Beschrijf hoe jullie de oefeningen en de doelstelling willen evalueren. Schrijf op wanneer jullie het doel hebben bereikt.

18

Reflectie d. Wat heb je geleerd van deze oefening?


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

Oefening 13

Bewegen

Door veel te bewegen leren kinderen hun lichaam (en de mogelijkheden ervan) goed kennen. Jullie krijgen in groepjes van drie een thema van de docent. Hier verzinnen jullie minimaal vijf beweegspelletjes bij. Dit mogen ook liedjes met bewegingen zijn. Jullie mogen gebruikmaken van internet. Aan het eind delen jullie kort met de rest van de groep jullie thema en bewegingsspelletjes.

tie

Theoriebron Kansen creëren <

fb .v

.

e. Wat ga je in de toekomst in je werk gebruiken?

u' Ac

Voorbereiding • De docent maakt groepjes van drie studenten. • De docent geeft elk groepje een thema. • Zorg voor een computer met internet. • Zorg voor pen en papier. Uitvoering a. Beschrijf hier jullie thema.

U

itg

ev

er

ij

Ed

b. Beschrijf hier minimaal vijf beweegspelletjes die bij het thema passen.

19


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de (senso)motorische ontwikkeling

Theoriebron Creativiteit <

Jonge kinderen leren de mogelijkheden van materialen kennen door ermee aan de slag te gaan. Jullie gaan met de hele groep naar het Filmpje Dikkie Dik verhaaltjes kijken. Laat je inspireren en verzin in groepjes van vier studenten drie bij het filmpje passende creatieve activiteiten.

.

Theoriebron Kansen creĂŤren <

Dikkie Dik

a. Beschrijf de eerste bij het filmpje passende activiteit. Beschrijf de materialen, de uitvoering en het doel. Beschrijf ook waar je op let als je de activiteit evalueert.

fb .v

Oefening 14

tie

Theoriebron Materialen en technieken <

u' Ac

Filmpje Dikkie Dik verhaaltjes <

er

ij

Ed

b. Beschrijf de tweede bij het filmpje passende activiteit. Beschrijf de materialen, de uitvoering en het doel. Beschrijf ook waar je op let als je de activiteit evalueert.

U

itg

ev

c. Beschrijf de derde bij het filmpje passende activiteit. Beschrijf het doel, de materialen, de uitvoering. Beschrijf ook waar je op let als je de activiteit evalueert.

20


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen

u' Ac

Inleiding

tie

fb .v

.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen

ev

er

ij

Ed

Jonge kinderen kun je op verschillende manieren helpen in hun cognitieve ontwikkeling en bij het ontluikend rekenen.

U

itg

Door torens te bouwen en die om te duwen leren jonge kinderen over oorzaak en gevolg.

Leerdoelen Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van de cognitieve ontwikkeling en het ontluikend rekenen. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden op het gebied van de cognitieve ontwikkeling en het ontluikend rekenen. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten evalueren op het gebied van de cognitieve ontwikkeling en het ontluikend rekenen.

21


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen

a. Beschrijf op welke standaardmomenten van de dag zich kansen voordoen waarbij je kunt inspelen op het denkvermogen en het ontluikend rekenen van de kinderen. Noem minimaal drie momenten.

u' Ac

tie

Theoriebron Kansen creëren <

In de kinderopvang doen zich gedurende de dag vele momenten (kansen) voor die je kunt gebruiken om de kinderen te stimuleren in hun denkvermogen. Jullie gaan in groepjes van zes beschrijven op welke momenten van de dag zich momenten voordoen waarop je de kinderen kunt stimuleren in hun denkvermogen en het ontluikend rekenen. Het gaat dan over kansen grijpen, dus niet om speciaal hiervoor bedachte activiteiten.

.

Theoriebron Kansen grijpen <

Rekenmomenten

fb .v

Oefening 15

Ed

b. Beschrijf welke andere kansen er eventueel te grijpen zijn om het denkvermogen of het ontluikend rekenen te stimuleren. Noem minimaal drie kansen.

itg

ev

er

ij

c. Beschrijf welke kansen je eventueel kunt creëren om het denkvermogen of het ontluikend rekenen van de kinderen te stimuleren. Noem minimaal drie kansen.

Oefening 16

U

Theoriebron Kansen creëren <

22

1-2-3-4 Hardop tellen bij bijvoorbeeld het neerzetten van de bekers kan jonge kinderen helpen om het ontluikend rekenen te stimuleren. Er zijn ook kinderliedjes waarin geteld wordt. Jullie gaan in viertallen op internet zoeken naar kinderliedjes waarin geteld wordt. • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Zoek op internet minimaal vijf kinderliedjes op waarin geteld wordt en kopieer deze of schrijf ze uit.

23


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen

Theoriebron Kansen grijpen <

Voorbereiding • Maak tweetallen. • Zorg voor een computer met internet. • Zorg voor pen en papier.

Uitvoering a. Lees het Artikel Tentoonstelling Wiskids. Beschrijf hoe je zelf op het kinderdagverblijf met de kinderen aan de slag kunt gaan met wiskunde.

Ed

u' Ac

tie

Artikel Tentoonstelling Wiskids <

Jonge kinderen zijn in hun spel voortdurend bezig met wiskunde. Jullie gaan een stukje voor de nieuwsbrief van een kinderdagverblijf maken. Zo kunnen de ouders thuis zelf met hun kinderen aan de slag met wiskunde.

.

Theoriebron Kansen creëren <

Wiskunde voor peuters

fb .v

Oefening 17

er

ij

b. Schrijf samen een stuk voor een nieuwsbrief van een kinderdagverblijf over hoe ouders zelf met hun kinderen thuis aan de slag kunnen gaan met wiskunde. •Zorg voor goed Nederlands. • Noem minimaal vijf verschillende voorbeelden. • Zorg ervoor dat het stukje in een echte nieuwsbrief van een kinderdagverblijf gebruikt kan worden. • Gebruik minimaal honderd en maximaal driehonderd woorden. • Lever het stuk in bij de docent.

U

itg

ev

Reflectie c. Wat heb je geleerd van deze oefening?

24

d. Hoe is de samenwerking verlopen? Noem een voorbeeld.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen

Oefening 18

Informatie over de cognitieve ontwikkeling

fb .v

Voorbereiding • Maak drietallen. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

.

Op internet zijn verschillende filmpjes te vinden over de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. Jullie gaan in groepjes van drie verschillende filmpjes opzoeken op internet. Uiteindelijk laten jullie er één aan de hele groep zien en vertellen jullie waarom jullie voor dit filmpje hebben gekozen.

Ed

u' Ac

tie

Uitvoering a. Beschrijf het internetadres en een korte inhoud van vijf verschillende filmpjes over de cognitieve ontwikkeling bij jonge kinderen.

U

itg

ev

er

ij

b. Kies het (volgens jullie) beste filmpje uit. Noteer dit filmpje en beschrijf waarom dit het beste filmpje is van de vijf. Presenteer jullie keuze voor de hele groep.

Reflectie c. Wat heb je van deze oefening geleerd?

25


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (denkontwikkeling) en het ontluikend rekenen

Oefening 19

fb .v

.

d. Hoe is de samenwerking verlopen?

Tellen

u' Ac

tie

Sommige peuters tellen zonder moeite tot twintig. Jullie gaan in viertallen informatie opzoeken over tellen en getalbegrip bij peuters. • Maak viertallen. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

Ed

a. Beschrijf hoe peuters omgaan met getallen of getalbegrip.

ev

er

ij

b. Beschrijf hoe het zit met het getalbegrip van een kind van 3 jaar dat moeiteloos de getallen 1 tot en met 20 noemt. Weet dit kind hoeveel 20 is? Motiveer je antwoord.

Oefening 20

itg

Theoriebron Kansen grijpen <

U

Theoriebron Kansen creëren <

26

Cognitieve ontwikkeling en ontluikend rekenen Als pedagogisch medewerker kun je kansen grijpen en kansen creëren om kinderen te helpen in hun cognitieve ontwikkeling en bij het ontluikend rekenen. Maak een verslag van één A4’tje waarin je beschrijft hoe jij later als pedagogisch medewerker kansen grijpt en kansen creëert op het gebied van de cognitieve ontwikkeling en het ontluikend rekenen. Gebruik correct Nederlands. Beschrijf in het verslag hoe je kansen gaat grijpen en kansen gaat creëren en hoe je omgaat met vrij spel en met begeleid spel.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling

fb .v

.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling

tie

Inleiding

Ed

u' Ac

Als pedagogisch medewerker speel je een belangrijke rol in het zich bewust maken van kinderen van hun eigen emoties (emotionele ontwikkeling). Ook kun je helpen kinderen zich van elkaar bewust te worden en de onderlinge interactie stimuleren.

er

ij

Samen op de fiets. Degene die voorop zit bepaalt waar de fiets naartoe gaat (of niet?).

Leerdoelen

U

itg

ev

Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten evalueren op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling.

27


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling

Oefening 21

Gedurende de hele dag op het kinderdagverblijf zijn er meerdere kansen die je kunt grijpen om aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te werken. Jullie gaan in groepjes van twee in onderstaand schema beschrijven hoe je tijdens een activiteit aan de sociaal-emotionele ontwikkeling kunt werken. Wissel daarna uit met een ander tweetal en vul aan. Ten slotte bespreken jullie het met de hele groep.

fb .v

.

Theoriebron Kansen grijpen <

Grijp je kans

Activiteit

Werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling door:

Binnenkomst Zingen voor fruit eten Lunch

tie

Voorlezen Slapen

Artikel Kenmerken ontwikkelingsvoorsprong <

Bij peuters kun je nog niet zeggen of ze hoogbegaafd zijn. Pas vanaf 6 jaar kan hierop getest worden. Achteraf kan dan allerlei ‘lastig’ gedrag op het kinderdagverblijf verklaard worden. Jullie gaan op internet informatie opzoeken over waarom het soms lijkt of hoogbegaafde peuters sociaal-emotioneel achterlopen. • Maak groepjes van drie studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier. a. Noem minimaal vijf kenmerken van hoogbegaafde baby’s en peuters.

ev

er

ij

Artikel Kenmerkenlijst hoogbegaafde baby’s en peuters <

Hoogbegaafd

Ed

Oefening 22

u' Ac

Afscheid

U

itg

b. Waardoor komt het dat het soms lijkt of ‘hoogbegaafde’ peuters achterlopen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling?

28


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling

Eenkennigheidsfase

.

Oefening 23

fb .v

In de eenkennigheidsfase gaat het kind bewust onderscheid maken tussen (heel) vertrouwde personen en vreemden. Jullie maken in groepjes van vier op basis van onderstaande casus een plan met evaluatie.

tie

Sem van 9 maanden komt al sinds hij 12 weken oud is bij jullie op het kinderdagverblijf. Hij zit bij jou op de groep, precies op de drie dagen dat jij samen met vaste collega Jasmine werkt. Sinds vorige week wil Sem ineens zijn vader of moeder niet loslaten bij het afscheid. Zijn ouders vinden dit zichtbaar lastig. Zeker als Sem onbedaarlijk begint te huilen als een van zijn ouders de deur uit loopt. Vanochtend keerde moeder nog een keer terug en dat hielp zeker niet. Sem zit duidelijk in de eenkennigheidsfase.

u' Ac

Voorbereiding • De docent maakt groepjes van vier studenten. • Zorg voor pen en papier. • Lees de casus.

er

ij

Ed

Uitvoering a. Beschrijf hier wat jullie kunnen doen om Sem te helpen in deze fase.

c. Beschrijf hier wat jullie kunnen doen om de ouders van Sem (en dus ook Sem) te helpen in deze fase

U

itg

ev

b. Hoe evalueren jullie deze fase?

29


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling

fb .v

.

Reflectie d. Wat heb je geleerd van deze oefening? Noem drie dingen.

u' Ac

tie

e. Wat wist je al?

Samenspelen

er

Oefening 24

ij

Ed

f. Wat ga je in de toekomst in je werk gebruiken?

Een veelgehoorde tekst in de kinderopvang is ‘samen spelen, samen delen’. Geef per situatie aan of die het samenspelen bevordert (juist) of juist niet (onjuist). a. Situatie 1 Jonathan is met een pop aan het spelen. Mirthe wil ook. Ze vechten om de pop. Je grijpt in en zegt tegen Jonathan dat nu Mirthe met de pop mag spelen. Hij heeft al die tijd al met de pop gespeeld.

U

itg

ev

Theoriebron Kansen creëren <

30

b. Situatie 2 Het is herfst. Buiten zoeken jullie naar blaadjes en kastanjes. Terug op de groep rijg je alles aan een koord dat je ophangt.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling

.

c. Situatie 3 Je collega heeft de ruimte veranderd. Geen verschillende speelhoeken meer, geen hoekjes waar de kinderen zich kunnen terugtrekken. Een grote ruimte met één speelkleed. Zo moeten de kinderen wel samenspelen.

fb .v

d. Situatie 4 Als je collega’s ochtends tijdens het fruit eten de namen opnoemt, noemt zij ook altijd de kinderen op die er die dag niet zijn en waarom deze er niet zijn.

Oefening 25

De (steeds dichterbij komende) stap naar de basisschool kan voor een bijna vierjarige heel spannend zijn. Jullie gaan aan de hand van de casus kijken hoe jullie Marcus kunnen ondersteunen bij zijn stap naar de basisschool. Je mag hiervoor internet gebruiken.

Ed

Theoriebron Kansen creëren <

Naar school

u' Ac

tie

e. Situatie 5 Het is warm. Jip heeft haar broek uitgetrokken, gooit deze op de grond en springt eroverheen. Voor je het weet hebben vijf peuters hun broek uitgetrokken en zijn druk bezig eroverheen te springen. Andere peuters zien het en gaan meedoen. De ruimte, die er net zo netjes uitzag, lijkt wel ontploft met al die broeken en springende peuters. Je collega zegt ‘laat ze maar even’.

er

ij

Marcus wordt over vier weken 4 jaar en gaat dan naar de basisschool. Marcus komt al bij jullie op het kinderdagverblijf sinds hij 6 maanden oud is. Sinds hij 2 jaar is, zit hij bij jullie op de peutergroep. Hij komt vier dagen per week. Hij is over het algemeen een vrolijke jongen die graag met andere kinderen samenspeelt. Sinds vier weken is hij wat stilletjes en snel in tranen. Inmiddels weten jullie van zijn ouders dat zij hem toen hebben verteld dat hij bijna (twee maanden is een lange tijd in het leven van een jong kind) naar school gaat. Hij slaapt thuis moeilijk in, maar zegt niet bang te zijn voor school. Jullie vermoeden dat dit er toch mee te maken heeft, want verder zijn er geen echte veranderingen in het leven van Marcus.

Uitvoering a. Beschrijf hoe jullie Marcus willen ondersteunen bij zijn stap naar de basisschool.

U

itg

ev

Voorbereiding • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor een computer met internet. • Zorg voor pen en papier.

31


Ontwikkelingsgerichte activiteiten op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling

.

Reflectie b. Wat heb je geleerd van deze oefening?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

c. Hoe verliep de samenwerking? Wat vond je goed/slecht gaan? Noem twee punten.

32


fb .v

Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Een prentenboek of thema kan een goede start zijn om activiteiten aan te bieden waarbij alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Je combineert hier de kennis en ervaring die je hebt opgedaan in de vorige hoofdstukken van deze training. Door alle activiteiten op te hangen aan een specifiek prentenboek of thema versterken zij elkaar. Op deze manier beklijft het geleerde (nog) beter.

er

ij

Een prentenboek is een mooi uitgangspunt voor ontwikkelingsgerichte activiteiten.

Leerdoelen

U

itg

ev

Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden en evalueren rond een thema of prentenboek. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden rond een thema of prentenboek. • Je kunt ontwikkelingsgerichte activiteiten evalueren rond een thema of prentenboek.

33


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

Theoriebron Creativiteit <

b. Sociaal-emotionele ontwikkeling

c. Zintuiglijke ontwikkeling

u' Ac

Theoriebron Materialen en technieken <

a. Beschrijf bij elk van de verschillende ontwikkelingsgebieden vier activiteiten die deze ontwikkeling kunnen stimuleren: Taalontwikkeling

.

Theoriebron Kansen creĂŤren <

Ieder ontwikkelingsgebied kun je met bepaalde activiteiten stimuleren. Jullie gaan in groepjes van vier een kwartet maken met verschillende activiteiten die bepaalde ontwikkelingsgebieden stimuleren.

fb .v

Theoriebron Kansen grijpen <

Activiteiten

tie

Oefening 26

d. Fijne motorische ontwikkeling

Ed

e. Grove motorische ontwikkeling

er

ij

f. Cognitieve ontwikkeling

U

itg

ev

g. Ontluikend rekenen

34


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

Oefening 27

Evalueren

.

Om te weten of een activiteit bijdraagt aan de ontwikkeling van de kinderen is het belangrijk deze te evalueren.

tie

fb .v

a. Beschrijf minimaal drie redenen waarom het belangrijk is een activiteit te evalueren.

Theoriebron Kansen creëren < Website Coggle <

Elke dag buiten

Elke dag buiten spelen is belangrijk voor (jonge) kinderen.

Jullie gaan in groepjes van drie een mindmap maken over buiten spelen. Daarna maken jullie een korte powerpointpresentatie (drie minuten) over waarom kinderen elke dag buiten moeten spelen.

Ed

Oefening 28

u' Ac

b. Schrijf een verslag (honderd-vijfhonderd woorden) in correct Nederlands waarin je bovenstaande redenen verwerkt. Lever dit in bij je docent.

Voorbereiding • Maak groepjes van drie studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

U

itg

ev

er

ij

Uitvoering a. Maak een mindmap met als kern ‘Buiten spelen’. Je kunt hiervoor Coggle gebruiken. b. Kijk naar je mindmap en beschrijf waarom elke dag buiten spelen zo belangrijk is voor jonge kinderen.

c. Maak een korte powerpointpresentatie die in een kinderdagverblijf (voor collega’s en/of ouders) gebruikt kan worden over waarom (jonge) kinderen elke dag buiten moeten spelen.

35


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

fb .v

.

Reflectie d. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Theoriebron Creativiteit <

Jullie gaan in groepjes van vier op basis van een door de docent aangeboden prentenboek activiteiten bedenken om de verschillende ontwikkelingsgebieden bij kinderen te ondersteunen/stimuleren. Daarbij beschrijven jullie het doel van de activiteit, voor welke leeftijdsgroep het is, waar (binnen/buiten) en hoe de ruimte eruit moet zien, welke materialen nodig zijn, wat je tijdens de activiteit kunt doen om de interactie tussen de kinderen te verbeteren (dit voelt in eerste instantie geforceerd aan, maar na een tijdje gaat het vanzelf), en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie). Voorbereiding • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

ij

Theoriebron Materialen en technieken <

Een prentenboek kan een goede start zijn om activiteiten aan te bieden waarbij alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen.

u' Ac

Theoriebron Kansen creëren <

Prentenboek

Ed

Oefening 29

tie

e. Hoe verliep de samenwerking? Wat liep goed, wat kon er beter? Geef een voorbeeld.

U

itg

ev

er

Uitvoering a. Bekijk, lees of luister naar het door de docent aangeboden prentenboek. Maak eventueel aantekeningen.

36

b. Beschrijf hier wat je met de ruimte wilt doen als jullie op het kinderdagverblijf dit boek een maand lang als basis hebben voor (alle) activiteiten.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

tie

fb .v

.

c. Beschrijf hier op basis van het boek een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de taalontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

er

ij

Ed

u' Ac

d. Beschrijf hier op basis van het boek een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

U

itg

ev

e. Beschrijf hier op basis van het boek een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de zintuiglijke ontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

37


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

tie

fb .v

.

f. Beschrijf hier op basis van het boek een activiteit die je met de kinderen kunt doen om hun motorische ontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

er

ij

Ed

u' Ac

g. Beschrijf hier op basis van het boek een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de cognitieve ontwikkeling en het ontluikend rekenen te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

U

itg

ev

Reflectie h. Wat heb je van deze oefening geleerd? Noem drie punten.

38

i.

Wat ga je in de toekomst in je werk gebruiken?


Theoriebron Materialen en technieken <

fb .v

Theoriebron Creativiteit <

Een thema kan een goede start zijn om activiteiten aan te bieden waarbij alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen.

Jullie gaan in groepjes van vier, op basis van een door de docent aangeboden thema, activiteiten bedenken om de verschillende ontwikkelingsgebieden bij kinderen te ondersteunen/stimuleren. Daarbij beschrijven jullie het doel van de activiteit, voor welke leeftijdsgroep het is, waar (binnen/buiten) en hoe de ruimte eruit moet zien, welke materialen nodig zijn, wat je tijdens de activiteit kunt doen om de interactie tussen de kinderen te verbeteren (dit voelt in eerste instantie geforceerd aan, maar na een tijdje gaat het vanzelf), en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

tie

Theoriebron Kansen creëren <

Thema

Voorbereiding • Maak groepjes van vier studenten. • Zorg voor een computer met internetverbinding. • Zorg voor pen en papier.

u' Ac

Oefening 30

.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

Ed

Uitvoering a. Praat samen over het door de docent aangeboden thema. Waar denk je aan? Wat hoort bij dit onderwerp? Wat nog meer? Maak eventueel aantekeningen.

U

itg

ev

er

ij

b. Beschrijf hier wat je met de ruimte wilt doen als jullie op het kinderdagverblijf dit thema een maand lang als basis hebben voor (alle) activiteiten.

39


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

tie

fb .v

.

c. Beschrijf hier op basis van het thema een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de taalontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

er

ij

Ed

u' Ac

d. Beschrijf hier op basis van het thema een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

U

itg

ev

e. Beschrijf hier op basis van het thema een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de zintuiglijke ontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

40


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

tie

fb .v

.

f. Beschrijf hier op basis van het thema een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de motorische ontwikkeling te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

er

ij

Ed

u' Ac

g. Beschrijf hier op basis van het thema een activiteit die je met de kinderen kunt doen om de cognitieve ontwikkeling en het ontluikend rekenen te stimuleren. Schrijf het doel op, de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit is, waar je de activiteit wilt gaan doen, welke materialen je nodig hebt en aan welke voorwaarden de activiteit moet voldoen om geslaagd te zijn (evaluatie).

i.

Wat ga je in de toekomst in je werk gebruiken?

U

itg

ev

Reflectie h. Wat heb je van deze oefening geleerd? Noem drie punten.

41


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

a. Je gaat nu verschillende materialen en technieken uitproberen. Hierbij let je vooral op de verschillen in proces. Je gaat werken met: • klei • hout • karton • papier-maché • textiel.

tie

Theoriebron Materialen en technieken <

Je gaat met vier anderen samenwerken bij deze oefening. Om de beurt leidt één van jullie als pedagogisch medewerker het werken met een bepaald materiaal. Bespreek op voorhand wie bij welke materiaal de pedagogisch medewerker is. Deze persoon zorgt dat de materialen klaarstaan, begeleidt de activiteit en zorg voor de veiligheid.

.

Theoriebron Creativiteit <

Begeleiden bij creativiteit

fb .v

Oefening 31

u' Ac

Voorbereiding • Verdeel onderling wie welk materiaal gaat begeleiden. • Bespreek met elkaar welke materialen er allemaal nodig zijn en welke verschillende technieken er zijn. Als je meer informatie nodig hebt over een materiaal of techniek kun je dit opzoeken op internet/YouTube. Uitvoering • Maak nu iedere creatie met een ander materiaal en een andere techniek. • De pedagogisch medewerker zet de benodigde materialen klaar en stimuleert en daagt uit om out of the box te denken en met nieuwe technieken te experimenteren. • Zorg dat je construeren, boetseren en decoreren minimaal één keer hebt gebruikt.

Ed

Reflectie b. Welk materiaal kostte de meeste tijd? Hoe kwam dat?

er

ij

c. Welk materiaal vond je het leukst?

ev

d. Welke aandachtspunten heb je ontdekt per materiaal?

U

itg

Verven is een activiteit waar kinderen vaak van genieten. Ervaar zelf maar weer eens waarom. Denk erom: het proces, het ervaren is belangrijker dan het resultaat.

42

Voorbereiding • Bescherm je kleding en de tafel voor je begint! Leg de volgende materialen en gereedschappen klaar: • stevig A2-papier • plakkaatverf (primaire kleuren: rood, blauw en geel) • kwasten.


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

fb .v

.

Uitvoering • Je maakt samen met vier andere studenten één schildering. • Je beschikt over drie kleuren verf (je mag mengen om andere kleuren te krijgen). • Het hele vel papier moet gevuld worden met verf (er mag geen wit meer te zien zijn). • Tijdens deze opdracht mag niet overlegd worden. Praten en schrijven is verboden! • Probeer op een creatieve manier toch tot één geheel te komen. • Beantwoord na het maken van de schildering de volgende vragen.

tie

e. Voor welke doelgroep en leeftijd zou deze activiteit geschikt zijn? Licht je antwoord toe.

u' Ac

f. Wat zou het doel van deze activiteit kunnen zijn?

g. Wat zou bij deze activiteit moeilijk kunnen zijn voor kinderen?

Ed

Reflectie h. Hoe verliep de samenwerking?

Wat zouden jullie de volgende keer anders doen?

er

ij

i.

Wat waren jullie ideeën?

ev

j.

U

itg

k. Wie nam de leiding?

l.

Wat vinden jullie van het eindresultaat?

43


Ontwikkelingsgerichte activiteiten rond een prentenboek of thema

m. Was dit wat je ervan had verwacht?

fb .v

.

n. Je hebt nu zelf weer even kunnen ervaren hoe het is om creatief te zijn en verschillende materialen en technieken te gebruiken zonder dat het resultaat belangrijk is. Lekker vrij doen en uitproberen. Vond je het moeilijk om verwachtingen los te laten en niet gericht te zijn op een bepaald resultaat?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

o. In de kinderopvang krijg je regelmatig te maken met ouders die toch graag zo nu en dan een mooie tekening of knutsel van hun kinderen willen zien, zeker op dagen als Moederdag of Vaderdag. Het leveren van een mooie tekening of knutsel is echter nooit het doel van creatief bezig zijn met de kinderen. Schrijf een korte brief (maximaal één A4’tje) voor ouders waarin je uitlegt hoe je aankijkt tegen creatieve ontwikkeling en de activiteiten die de kinderopvang op dit gebied aanbiedt. Lees daarvoor eerst Theoriebron Creativiteit en Theoriebron Materialen en technieken nog een keer door en ga op internet op zoek naar aanvullende bronnen.

44


Theoriebron Kansen grijpen

Theoriebron Kansen grijpen

.

Inleiding

tie

Grijp elke kans

fb .v

Grijp de kansen die zich voordoen op een dag op de kinderopvang. Dit doe je door goed te observeren en door middel van praten en uitleggen. Dit kan tijdens de verzorging en tijdens vrij spel of begeleid spel. Verschillende routines kunnen de kinderen helpen in hun ontwikkeling, net als herhaling. Geef de kinderen volop de ruimte om zich in hun eigen tempo te ontwikkelen. Dit doen zij door te spelen en veel te bewegen. Hoe meer zintuigen er bij een activiteit of woord betrokken zijn, hoe beter dit opgeslagen wordt in de hersenen.

Ed

Verzorging

u' Ac

Grijp elke kans die zich voordoet op het kinderdagverblijf om kinderen te helpen in hun ontwikkeling. Leg uit wat je gaat doen (kijk een baby aan en zeg ‘ik ga jou even oppakken, want jij krijgt een schone luier’), voer een gesprek met het kind tijdens een verzorgmoment (‘wil jij zelf de luier in de luieremmer gooien?’) en praat zo veel mogelijk met de kinderen. Dit kan ook tijdens het wandelen. Vertel wat je ziet, stel er vragen over, vergelijk (groot/klein, dichtbij/ver weg), tel en wees nieuwsgierig met de kinderen (‘zal deze kurk blijven drijven?’). Sluit aan bij wat de kinderen al kunnen en voeg hier iets aan toe.

er

ij

De Hongaarse kinderarts Emmi Pikler (1902-1984) gaf al aan dat de dagelijkse verzorging (eten, wassen, verschonen en aankleden) een belangrijke bezigheid is. Het is hét moment om werkelijk samen te zijn en elkaar beter te leren kennen. Het is ook het moment waarop je je even helemaal kunt aanpassen aan het individuele kind. Je kunt zijn tempo volgen. Door te benoemen wat je doet, kan een kind zich hierop instellen, meedoen en met je samenwerken. Door deze dialoog kan een jong kind ervaren dat het, zo jong als het is, invloed kan uitoefenen op zijn eigen leven.

U

itg

ev

Ritme en regelmaat Ritme en regelmaat helpen een kind zich veilig te voelen. Pas als het zich veilig voelt, kan een kind zich optimaal ontwikkelen. Dit betekent niet dat de activiteiten aan een bepaalde tijd gebonden zijn. Jonge kinderen kunnen immers niet klokkijken en het maakt dus niet uit of er om 11.30 uur gegeten wordt of, als jullie heerlijk aan het buiten spelen zijn, een kwartier later. Wel is het belangrijk dat een aantal vaste activiteiten elke dag in dezelfde volgorde terugkomen. Bijvoorbeeld: de kinderen komen binnen, lezen met papa of mama leest een boekje voor, zwaaien, vrij spelen, samen aan tafel, zingen en fruit eten, activiteit (vrij of begeleid), lunch, voorlezen, slapen, iets eten, activiteit (vrij of begeleid), afscheid. Zo is de dag voor een jong kind heerlijk voorspelbaar.

45


Theoriebron Kansen grijpen

De kracht van herhaling

Speel-/leeractiviteiten

tie

fb .v

.

Door herhaling kunnen kinderen zich een situatie, liedje, spel of beweging eigen maken. Jonge kinderen ontdekken voortdurend nieuwe dingen. Ook op het kinderdagverblijf. Baby’s ontdekken hoe ze iets kunnen pakken (maar wat moet je doen als het net buiten je bereik ligt?), dreumesen ontdekken dat anderen iets van je af kunnen pakken (en wat doe je dan?) en peuters dat ze eindelijk lang genoeg zijn om in het klimrek helemaal naar boven te kunnen (maar hoe kom je nu weer beneden?). Ze ontdekken nieuwe geuren, kleuren, zien nieuwe dingen, horen nieuwe geluiden, voelen nieuwe materialen, ontdekken wat je er allemaal mee kunt doen enzovoort. Met zo veel nieuwe informatie is het fijn als je (soms) al weet wat er gaat gebeuren (daarom willen jonge kinderen steeds hetzelfde boekje/liedje). Door te herhalen weet je steeds beter wat er komt, wat de bedoeling is, wat er van je verwacht wordt. Daarnaast ga je het steeds beter beheersen. Oefening baart kunst.

Ed

Vrij spel

u' Ac

Spelen is de manier waarop jonge kinderen leren. In feite ontwikkelen kinderen zich vanzelf, maar het is wel belangrijk dat een kind op de juiste manier uitgedaagd wordt om zich verder te ontwikkelen. Dat kan in een rijke leeromgeving. Een plek waar een kind positieve ervaringen kan opdoen op veel verschillende manieren. Door op het juiste moment een nieuwe ervaring aan te bieden of in te spelen op het spel van het kind en het net een stukje verder te helpen. Beweeg veel met de kinderen, laat ze spelend ontdekken, lees veel voor en praat met ze.

U

itg

ev

er

ij

Tijdens vrij spel kun je kinderen (af en toe) helpen in hun ontwikkeling door het spel naar een hoger niveau te helpen. Door te observeren hoe het spel verloopt, kun je zien wat een kind nodig heeft of waar het aan toe is. Als je merkt dat een spel steeds in herhaling valt, kun je (met eventuele ontwikkelingsdoelen in je achterhoofd) een nieuw element toevoegen. Bijvoorbeeld: de kinderen spelen winkeltje. Je ziet dat de ‘koper’ iets aanwijst en het mee mag nemen uit de winkel. Je vraagt ‘hoeft Jesse niet te betalen? Jawel toch, als je iets koopt moet je toch altijd betalen?’ Of: er is ruzie. Twee kinderen willen met hetzelfde autootje spelen. Je vraagt hoe ze dit kunnen oplossen, en als ze niets weten, draag je oplossingen aan zonder partij te trekken.

46


Theoriebron Kansen creëren

.

Theoriebron Kansen creëren

fb .v

Inleiding

u' Ac

Prentenboek of thema

tie

Kinderen kun je helpen in hun ontwikkeling door kansen te creëren. Dit doe je door specifieke situaties en spelactiviteiten aan te reiken. Hiervoor kun je een prentenboek of thema als basis kiezen. Daarna maak je een keuze in activiteiten en materialen die bij het thema of het prentenboek passen. Het kan ook zijn dat je een kind wilt helpen in een bepaalde fase van zijn ontwikkeling. Wat je uitgangspunt ook is, het is altijd belangrijk om het doel in de gaten te houden dat je wilt bereiken. Evalueer achteraf ook altijd hoe de activiteiten zijn verlopen. Was de ruimte juist ingedeeld, was er sprake van interactie tussen de kinderen, is het juiste materiaal gekozen enzovoort? Schrijf eventueel ook tips op.

Ed

Een prentenboek of thema kan een goede basis vormen om een programma te maken waarbij alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Kijk eerst welke kant je uit wilt met een prentenboek of thema en zoek daar passende activiteiten bij. Met een boek als ‘Rupsje Nooitgenoeg’ kun je het gaan hebben over rupsen en vlinders, maar ook over eten. Bij het thema winter kan het gaan over vogeltjes (die steeds in het voederhuisje langskomen), maar ook over ‘wat heb je aan in de winter’. Binnen een thema of boek kun je er ook voor kiezen om elke week een ander aspect van het thema te benadrukken.

ij

Ruimte

U

itg

ev

er

De ruimte kan een belangrijke rol spelen in het creëren van kansen. Zorg voor een vaste boeken- of thematafel. Op deze tafel introduceer je allerlei voorwerpen die met het boek of thema te maken hebben. Je kunt bijpassende foto’s ophangen en speelmaterialen zoeken. Realiseer je ook dat open speelgoed zoals een grote kartonnen doos zowel een boot als een trein als een huis enzovoort kan zijn. Laat de hele ruimte de sfeer van het boek of thema uitstralen. Doordrenk het lokaal op een rustige, overzichtelijke manier met het thema. Kruip eens op je knieën rond zodat je de ruimte ziet zoals de kinderen deze waarnemen.

Activiteiten Door de keuze van activiteiten kan het thema/prentenboek via vele wegen een plaatsje krijgen in de hersenen van de kinderen. Bij het bedenken van de activiteiten is het goed om de verschillende ontwikkelingsgebieden voor ogen te houden. Bedenk zo veel mogelijk verschillende activiteiten die de verschillende zintuigen prikkelen. Jonge kinderen leren door ervaringen op te doen. Door met verschillende zintuigen ervaringen op te doen over hetzelfde onderwerp, kunnen de hersenen extra sterke verbindingen maken. Let erop dat je geen activiteiten maakt die eigenlijk voor kleuters bestemd zijn. Het is prima om peuters te begeleiden bij het ontdekken van klei (anders zit de hele ruimte onder), maar het wordt

47


Theoriebron Kansen creëren

anders als er een bepaald resultaat verwacht wordt (bloem) en jij precies gaat voordoen hoe dat moet en de kinderen (met jouw hulp) dit stap voor stap na moeten maken (ook wel geleid spel genoemd).

fb .v

.

Groep

tie

Houd altijd rekening met de groep kinderen waarvoor je een prentenboek of thema uitwerkt. Kijk goed waar de verschillende kinderen in hun ontwikkeling zitten en probeer hier zo veel mogelijk activiteiten bij te zoeken. Probeer tijdens deze activiteiten de interactie tussen de kinderen op gang te brengen. Maak ze bewust van elkaars acties. ‘Kijk, Brenda probeert de regen te vangen.’ Zorg ervoor dat er veel bewegingsactiviteiten tussen zitten. De motorische ontwikkeling vormt de basis voor alle overige ontwikkelingen. Dit geldt voor alle jonge kinderen.

Materiaal

Ed

u' Ac

Zorg voor materialen en speelgoed die goed aansluiten bij het prentenboek/thema. Laat kinderen vrij onderzoeken wat je er (ook) mee kunt doen. Het is leuk om ‘echte’ voorwerpen (oude portemonnee, telefoon enzovoort) mee te nemen. Denk echter ook aan verschillende soorten materiaal (hout, staal, stof) voor de zintuiglijke ervaringen. Met stapelbekers, kommetjes, keukenrollen valt er fantastisch te ontdekken en te spelen. Ook is het leuk om buiten op zoek te gaan naar themaschatten (steentjes, beestjes enzovoort) of vergelijkbare situaties uit een boek te zoeken (‘Hé kijk, een poes achter het raam. Dat vindt Dikkie Dik ook zo leuk. Kijken jullie ook graag naar buiten als je binnen zit? Wat zie je dan?’).

Buiten spelen

U

itg

ev

er

ij

Buiten spelen geeft weer andere mogelijkheden om aan de slag te gaan met een prentenboek en/of thema. Dit kan op de eigen speelplaats (met stoepkrijt kun je verspreid over de buitenruimte verschillende onderdelen uit een boek markeren), maar je kunt ook een gerichte wandeling ondernemen. Veel van de activiteiten binnen kunnen ook buiten plaatsvinden. Buiten is meestal meer ruimte, maar het is ook elke keer anders. De zon schijnt wel of niet, het waait hard of zacht, de temperatuur is anders. Buiten spelen geeft ongekende mogelijkheden en zou minimaal één keer per dag moeten, ook als het regent (juist plassen en modder geven ongekend plezier en mogelijkheden).

48


Theoriebron Creativiteit

Theoriebron Creativiteit

.

Inleiding

u' Ac

tie

fb .v

Jonge kinderen ontdekken de wereld om zich heen via hun zintuigen. Ze zijn enorm nieuwsgierig en leergierig en doen voortdurend nieuwe ontdekkingen. Knutselen gaat bij kinderen in deze leeftijdsgroep dan ook vooral over onderzoeken wat materialen kunnen en wat zijzelf ermee kunnen. Uiteraard moet hierbij altijd op de veiligheid worden gelet.

Ed

Creativiteit gaat over ontdekken.

Wat is creativiteit?

U

itg

ev

er

ij

Volgens Van Dale betekent creatief: scheppend, oorspronkelijk. Dit betekent dat voorbedachte werkjes en kleurplaten de creatieve ontwikkeling van kinderen niet stimuleren. Er is dan immers al bedacht hoe iets moet worden en hoe kinderen dit mogen uitvoeren en letterlijk inkleuren. Materialen neerleggen en de kinderen hun gang laten gaan (uiteraard binnen bepaalde grenzen, de verf hoeft niet op het plafond) levert heel andere resultaten op. Kinderen kunnen helemaal opgaan in het creatieve proces. Binnen de Reggio Emilia-benadering is veel ruimte voor creativiteit. Een kind heeft immers honderd talen om zich uit te drukken. Niet alleen gesproken taal maar ook dans, schilderen, spel enzovoort. Alles wat een kind doet of maakt, maakt deel uit van wie hij is. Het gaat niet om het eindproduct, maar om het proces.

Creatieve ontwikkeling Jonge kinderen zijn in hun creatieve ontwikkeling nog vrij. Ze hebben nog niet het idee dat ze moeten voldoen aan een bepaalde standaard of dat dingen op een bepaalde manier horen te gaan. Jonge kinderen hebben de natuurlijke drang om te onderzoeken en te experimenteren. Het is belangrijk om de kinderen vrij te laten en geen eisen te stellen aan het eindproduct. Het proces van ontdekken is vele male belangrijker dan het product; tijdens het proces ontdekken en leren de kinderen. Geef de kinderen ruimte om te ontdekken, te experimenteren en te herhalen. Probeer het handelen en denken van kinderen vrij te laten. Gras hoeft niet groen te zijn en vormpjes die geknipt worden met een schaar hoeven niet altijd opgeplakt te worden, die zijn ook fijn om op te pakken, in de lucht te gooien en vervolgens weer op te pakken. Bij oudere kinderen zie je dat het resultaat steeds belangrijker

49


Theoriebron Creativiteit

De zintuiglijke ontwikkeling

fb .v

.

wordt. Probeer oudere kinderen te stimuleren om out of the box te denken. Moedig een vragende houding aan en laat zelf zien dat je nieuwsgierig bent. Stel grote vragen en durf hardop te denken. Blijf ruimte bieden om te experimenteren, risico’s te nemen en door te zetten. Dat iets niet meteen lukt, betekent niet dat iets faalt; het betekent gewoon dat je het nog een keer moet proberen maar dan op een net iets andere manier. Probeer kinderen uit te dagen door te vragen wat ze anders zouden kunnen doen.

tie

Via de zintuigen leren kinderen de wereld om zich heen kennen. Een zintuig is een soort sensor die prikkels kan ontvangen. Deze prikkels kunnen van onszelf komen of van buiten ons lichaam. Het is belangrijk om bewust om te gaan met de hoeveelheid prikkels waaraan je een kind blootstelt. Jonge kinderen kunnen zich niet afschermen tegen de vele prikkels die hen soms bereiken. Ze hebben nog geen filter. De bekendste zintuigen zijn de oren, de tastzin, de ogen, de mond en tong en de neus. Naast deze zintuigen zijn er nog meer zintuigen bekend, zoals de gewrichts- en spiersensoren, de temperatuurzin en de evenwichtsorganen.

u' Ac

Links- en/of rechtshandig

Ed

Als een kind 6 maanden oud is, kan het een lichte voorkeur krijgen voor een kant. Bij de meeste kinderen is dit rechts. Ongeveer 10% van de mensen is linkshandig. Jonge kinderen zie je vaak het ene moment met de voorkeurshand tekenen en het andere moment met de andere hand. Dit is goed voor de hersenontwikkeling.

Tekenen

er

ij

Door kinderen te laten tekenen stimuleer je de fijne motoriek. Met kleurpotloden, krijt of wasco kunnen kinderen deze motoriek beter oefenen dan met viltstiften. Ze moeten namelijk meer druk uitoefenen. Bied kinderen tot ten minste 4 jaar geen kleurplaten aan. Buiten dat ze er motorisch nog niet aan toe zijn, hoeft het kind met een kleurplaat ook niets te creëren, alleen te kleuren of te krassen. Dit gaat voorbij aan hoe leuk het is om te zien wat er op papier verschijnt wanneer een tekening uit het kind zelf komt. En hoe trots het daarop kan zijn.

U

itg

ev

Vraag ook altijd aan kinderen wat ze tekenen en zet het erbij, zodat de ouders het ook kunnen herkennen.

50

In principe leren kinderen op de basisschool de pengreep, maar sommige kinderen zijn er eerder klaar voor. (Vinger)verf of andere kindvriendelijke verf is ook altijd leuk om te gebruiken. Bied kinderen één of twee kleuren aan. Dit is vaak al genoeg. Geef je meer kleuren, dan ontstaat een bruine brij op papier.

Veiligheid Houd bij knutselactiviteiten altijd de veiligheid in de gaten. Kijk hierbij goed naar de leeftijd van de kinderen. Zorg bij kinderen tot 4 jaar dat de materialen ook echt geschikt zijn voor deze leeftijdsgroep en zorg altijd voor toezicht. Zorg bijvoorbeeld dat de scharen altijd afgeronde punten hebben en zorg er ook voor dat er linkshandige scharen zijn voor de kinderen met een duidelijke voorkeur.


Theoriebron Materialen en technieken

.

Theoriebron Materialen en technieken

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Er zijn veel materialen beschikbaar om mee te knutselen, te tekenen en te ontdekken. Als je knutselmateriaal op tafel legt en de kinderen de ruimte geeft, ontstaan er vaak de mooiste dingen. Dan komen kinderen erachter dat een kwast niet alleen gebruikt kan worden om mee te schilderen, maar ook om iemand mee te aaien of te kietelen omdat de haartjes zo zacht of juist zo prikkelig zijn. Hoewel kinderen hun eigen ding doen met de materialen, is het prettig om zelf wat materiaal- en techniekkennis te hebben. Zo kun je bewust kiezen welke materialen je aanbiedt. Ook kun je de kinderen dan, als ze wat ouder worden, ondersteunen bij wat ze willen maken. In principe kun je knutselen met alle materialen. Deze theoriebron behandelt de meest gebruikte materialen en technieken.

er

ij

Gebruik niet te veel materialen tegelijk. Op die manier blijft de activiteit voor de kinderen overzichtelijk.

U

itg

ev

Knutselen Tijdens het knutselen leren kinderen veel verschillende vaardigheden zoals knippen, plakken, vouwen, kleuren, scheuren enzovoort. Ze leren gebruik te maken van verschillende materialen en gereedschappen zoals een kwast, schaar, lijm enzovoort. In het proces van knutselen leren ze de eigenschappen van verschillende materialen: verf is vaak koud en nat, karton is sterker dan papier en stof is soms lekker zacht. Knutselen is belangrijk voor kinderen, want: • Kinderen krijgen door te knutselen zelfvertrouwen. • Kinderen leren door te knutselen problemen op te lossen. • Knutselen daagt kinderen uit om te bedenken hoe iets in elkaar zit en om na te denken over hoe ze iets het beste kunnen doen. • Knutselen stimuleert de zintuiglijke ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en de grove en de fijne motoriek. • Tijdens het knutselen leren kinderen kleuren en vormen kennen en gebruiken.

51


Theoriebron Materialen en technieken

Tekenmateriaal

Dit zijn de meest gebruikte tekenmaterialen:

Dit wordt gebruikt om te schetsen en te kleuren. Harde potloden (HB en H) geven harde, scherpe lijnen. Zachte potloden (B) geven dikke, donkere lijnen die uit te vegen zijn. Kleuren zijn goed te mengen. Als je het potlood harder indrukt, is de kleur anders en de kleur verandert ook als je vaker op dezelfde plek kleurt. Potloden zijn er ook met verschillende puntdiktes. Voor jongere kinderen is het prettiger om met wat dikkere potloden te werken.

u' Ac

tie

(Kleur)potlood

fb .v

.

Het meest bekende tekenmateriaal zijn potloden. Er zijn echter nog veel meer materialen waarmee getekend kan worden. Ieder materiaal heeft zijn bijzondere eigenschappen en mogelijkheden. Tekenmaterialen gebruik je op papier. Voor verschillende materialen zijn ook speciale papiersoorten verkrijgbaar.

Ed

Stiften

er

ij

Vetkrijt (oliepastel of wasco)

U

itg

ev

Pastelkrijt

52

Oost-Indische inkt

Deze worden gebruikt om tekeningen of kleurplaten in te kleuren. De kleuren zijn fel en dekkend. Kleuren kunnen niet met elkaar gemengd worden. Stiften kleuren makkelijk en vragen weinig inspanning van de kinderen, daarom worden ze liever niet gebruikt bij jonge kinderen. Deze krijtsoort geeft een vettige lijn. Vetkrijt wordt vooral door jongere kinderen gebruikt. Om het materiaal ook voor oudere kinderen aantrekkelijk te maken zou je een keer kunnen proberen om de krijtjes te verwarmen. De kleur wordt daardoor smeerbaarder. Deze krijtsoort is zacht en stoffig. Hierdoor kun je kleuren makkelijk door elkaar vegen om ze te mengen of om ze in elkaar te laten overlopen. Dit kun je doen met je vingers, een doekje of bijvoorbeeld een wattenstaafje. Je kunt de kleuren met kneedgum weer verwijderen. Het krijt blijft afgeven waardoor risico op vegen ontstaat. Als de tekening klaar is moet het krijt gefixeerd worden, dan geeft het niet meer af. Hiervoor gebruik je een bus fixatief of de goedkopere optie: een bus haarlak. Dit is een diepzwart, waterbestendig, vloeibaar materiaal. Je kunt dit het best aanbrengen met een (kroontjes)pen om lijnen te zetten of arceringen (meer lijnen). Een kroontjespen vergt wel wat oefening, hij kan druppels lekken. Met een penseel kun je lijnen zetten en grote vlakken


Theoriebron Materialen en technieken

fb .v

.

schilderen. Met water verdun je de inkt, waardoor je in verschillende tinten kunt werken. Omdat het watervast is, krijg je dit materiaal niet meer uit kleding en moeilijk van andere oppervlakten af. Er zijn ook andere kleuren inkt verkrijgbaar. Dit is een vloeibare waterverf die op inkt lijkt, maar niet watervast is. Hij kan zowel met kroontjespen als penseel gebruikt worden. De kleuren zijn mengbaar en hebben een fel effect. Ecoline geeft kleur af op de huid en is moeilijk uit kleding te wassen. Ecoline pakt niet op een vettige achtergrond, waardoor het een leuk effect heeft met vetkrijt of kaarsvet.

u' Ac

Schildermateriaal

tie

Ecoline

Schilderen is een techniek waarbij je verf op een ondergrond (bijvoorbeeld doek, papier, hout of een muur) aanbrengt. Je kunt hiervoor gereedschappen gebruiken, zoals kwasten en penselen, maar verven met je handen en voeten is ook heel leuk. Dit zijn de meest gebruikte verfsoorten:

ij

Ed

Vingerverf

U

itg

ev

er

Aquarelverf (waterverf)

Plakkaatverf (gouache)

Deze verfsoort is gemaakt om zonder penselen te gebruiken. Je schept de verf met de hand uit de pot en smeert hem met je hand en vingers op papier. De kleuren zijn fel en dekkend en kunnen met de hand worden gemengd. De verf is makkelijk afwasbaar. Deze verf meng je met water waardoor hij erg transparant wordt. Je brengt hem aan op dik (aquarel)papier. Dun papier loopt vol met water, waardoor je scheuren en bobbels krijgt. Je kunt aquarelverf ook aanbrengen op papier dat je al nat hebt gemaakt (nat in nat). Kleuren zullen dan meteen uitlopen. Het papier blijft door de verf heen zichtbaar, ook al heb je een paar lagen aangebracht. Je brengt de verf aan met een penseel of sponsjes. Deze verf kan met en zonder water gebruikt worden en dus transparant of dekkend zijn. Als hij droog is, blijft hij oplosbaar in water. Als je het papier buigt als het droog is, gaat de verf barsten. Ook ziet de kleur er lichter

53


Theoriebron Materialen en technieken

uit als de verf droog is dan wanner hij nat is. Deze verf is niet duur en wordt daarom veel gebruikt. Deze verf kan met en zonder water gebruikt worden en dus transparant of dekkend zijn. Als hij eenmaal droog is, is hij niet meer te mengen met water. Hij mengt gemakkelijk en droogt snel. Deze verf hecht op vrijwel elke ondergrond en wordt daarom ook veel gebruikt op hout, papier-machĂŠ en andere ondergronden. Acrylverf gaat niet meer uit de kleren.

tie

Teken- en schildertechnieken

fb .v

.

Acrylverf

u' Ac

Een techniek is een manier waarop je materiaal gebruikt. Zo is tekenen een techniek en schilderen ook. Bij de materialen staan al enkele technieken beschreven. Er zijn ook andere technieken die veel worden gebruikt:

ij

Collage

Ed

Stempelen

U

itg

ev

er

Vouwdruk

54

Een stempel kun je zelf maken of kopen. Stempels kun je zelf maken van bijvoorbeeld aardappel, rubber of van karton. Ook kun je een voorwerp op een plankje lijmen en als stempel gebruiken. Er is speciale stempelinkt verkrijgbaar, maar je kunt ook stempelen met plakkaatverf of acrylverf. Dit is een samenvoeging van geknipte en/of gescheurde stukken papier of plaatjes. Deze bevestig je met lijm op een vel papier om samen een nieuw geheel te vormen. Dit is een druktechniek waarbij je een afdruk maakt die ontstaat door papier met verf erop dubbel te vouwen. Het resultaat is te zien als het papier weer wordt open gevouwen.

Sjabloneren

Een sjabloon is een uitgesneden vorm. Je kunt de vorm zelf gebruiken, of juist de restvorm. Je legt je sjabloon op een vel papier en gebruikt een tamponneerkwast of roller om inkt of verf aan te brengen. Je kunt ook kant-en-klare sjablonen kopen.

Sgraffito

Dit is een krastechniek die meestal met vetkrijt gebruikt wordt. Je vult een vel papier met kleuren vetkrijt in laagjes over elkaar. Als laatste gaat er een laagje zwart vetkrijt of plakkaatverf overheen. Als dit droog is, kun je lijnen wegkrassen met een satĂŠprikker waardoor een onderlaag zichtbaar wordt.


Theoriebron Materialen en technieken

Klei Klei is een materiaal waarvan je makkelijk en snel verschillende vormen kunt maken. Vaak werk je met je vingers, soms met eenvoudige gereedschappen zoals een spatel, een roller en satĂŠprikkers. Vaak lijkt alles mogelijk met klei. Jonge kinderen spelen met de klei en zijn vaak nog niet bewust bezig om een bepaalde vorm te maken. De vorm ontstaat vaak gewoon en die laat ze dan denken aan een dier of een voorwerp. Naarmate de kinderen ouder worden, hebben ze steeds vaker een idee over wat ze willen maken. Ze beheersen dan echter vaak nog niet de vaardigheden om wat ze willen uit te werken. Door samen te praten over hoe iets eruitziet en ze, als ze daarom vragen, een klein beetje te helpen, lukt het vaak toch om dat te maken wat ze willen maken. Als je gebruikmaakt van de juiste techniek, valt de gemaakte vorm niet uit elkaar en voorkom je teleurstellingen.

Filmpje Kleirollen < Filmpje Kleiplaten <

tie

Je kunt klei op verschillende manieren gebruiken:

fb .v

.

Filmpje Duimpotje <

Een massieve vorm is het stevigst, maar verbruikt ook de meeste klei. Je kunt stukken weghalen of ertegenaan zetten.

u' Ac

Massief

Hol

Een holle vorm is kwetsbaarder en vraagt meer techniek.

Filmpje Duimpotje

Ed

Een snelle en eenvoudige manier om een holle vorm te maken is het duimpotje.

ij

Bouwen

Filmpje Kleirollen

Wil je een strakkere vorm bouwen, dan werk je met platen klei die je op maat snijdt en later aan elkaar bevestigt. Zorg hierbij vooral ook dat de hoeken stevig zijn.

Filmpje Kleiplaten

Er zijn verschillende soorten klei beschikbaar. In de kinderopvang wordt meestal klei gebruikt die niet gebakken hoeft te worden. De werkstukken blijven dan wel kwetsbaar, maar kunnen na drogen beschilderd of beplakt worden. Let bij het gebruik van klei op allergieĂŤn, in sommige klei zijn gluten verwerkt. Verbindingen worden altijd gemaakt met wat extra klei. Er zijn twee manieren:

U

itg

ev

er

Strak

Je kunt ook bouwen met rollen klei. Je moet hierbij goed opletten dat je de rollen op de goede manier aan elkaar verbindt, zodat ze stevig vast blijven zitten.

55


Theoriebron Materialen en technieken

Meng een beetje klei met wat water. Laat het water een tijdje intrekken totdat een kleipap ontstaat. Met een spatel of kwast kun je een sliblaag aanbrengen op de plek waar platen verbonden moeten worden. Druk de plaat stevig in de sliblaag.

Kleiworm

Rol een dun rolletje klei tussen je handpalmen of op een onderlegger. Met een spatel of vinger duw je dit rolletje op de plek waar platen verbonden moeten worden. In hoeken kan een goed uitgestreken kleiworm voor extra stevigheid van de verbinding zorgen.

fb .v

.

Kleislib

u' Ac

tie

Aandachtspunten: • Gebruik kleine onderleggers om op te werken. • Bewaar werkstukken in een plastic zak als er op een later tijdstip aan verder gewerkt moet worden. Doe je dit niet, dan drogen ze uit. • Besproei klei die droog aanvoelt met wat water, dan wordt hij weer kneedbaar. Dit werkt niet als de klei al helemaal is uitgedroogd. • Bescherm tafel en kleding, of zorg ervoor dat er tijd is om goed schoon te maken.

Karton en papier

Ed

Met karton en papier kun je bouwen, plakken, knippen en scheuren. Verbindingen maak je het makkelijkst met lijm, plakband of nietmachine. Papier en karton zijn een goede ondergrond voor allerlei vormen van tekenen en schilderen.

er

ij

Met karton en papier zijn er eindeloze mogelijkheden. Zo kun je bijvoorbeeld van een schoenendoos een kijkdoos maken, kun je van papier vliegtuigen vouwen en kun je karton gebruiken om een huis, een schaduwspel of een verhaalkastje te maken. Papier is er in allerlei kleuren, veel dingen zien er op gekleurd papier een stuk leuker uit.

U

itg

ev

Papier-maché

56

Papier-maché is een mengsel van papier en behangerslijm. Je kunt allerlei soorten papier gebruiken. Krantenpapier, wc-papier en inpakpapier geven allemaal een ander effect. De lijm maak je volgens de gebruiksaanwijzingen. Als papier-maché nat is, kun je het gemakkelijk kneden en buigen. Als het droog is, is het hard en stevig. Het wordt vaak gebruikt over een constructie van gaas of karton. Misschien ken je het wel met een ballon.


Theoriebron Materialen en technieken

Je kunt papier-maché op twee manieren gebruiken: Leg (stukken) papier in de bak met behangerslijm en laat het papier de lijm opzuigen. Vervolgens knijp je het papier uit en kun je het buigen en vormen (om een constructie).

Fijn werken

Mix papier en lijm samen tot een pulp (werkt heel goed met wc-papier). Hiermee kun je net zo boetseren als met klei.

fb .v

.

Grof werken

tie

Je kunt je papier-maché-werkstuk na het drogen nog wat schuren om het gladder te maken. Ook kun je het beschilderen en decoreren.

Textiel

Filmpje Naaien <

Textiel is meestal flexibel en kan 2D of 3D gebruikt worden. Bij het werken met textiel maak je meestal gebruik van draden en lappen stof. Denk bij het werken met textiel ook gerust een keer groot. Lappen stof zijn heel geschikt voor het bouwen van een hut en met een bolletje wol kun je het kinderdagverblijf omtoveren tot een klim- en klauterparcours. Lees het verhaal en bekijk de foto’s maar eens in het Artikel Spinnen!.

u' Ac

Artikel Spinnen! <

Veelgebruikte technieken zijn: Naaien

Filmpje Borduren <

ij

Filmpje Textielverf <

er

Borduren

ev

Filmpje Vingerhaken <

Filmpje Naaien

Borduren is met naald en garen versieringen maken op textiel. In de kinderopvang heb je vaak een plastiekraster met iets grotere gaten of een systeemkaart zodat er iets dikkere wol gebruikt kan worden en naalden niet altijd nodig zijn.

Filmpje Borduren

U

itg

Filmpje Breien <

In de kinderopvang zijn meestal geen machines beschikbaar. Naaien kan ook met de hand. Hier zijn verschillende manieren voor die je goed moet beheersen om ze te kunnen gebruiken in een activiteit.

Ed

Filmpje Borduren <

57


Theoriebron Materialen en technieken

Lapjes stof en wollen draden kunnen ook heel goed geplakt worden met (textiel)lijm.

Vingerhaken en breien

Oudere kinderen vinden het vaak leuk om te vingerhaken en soms om ook om te breien. breipennen en wol zijn er in verschillende diktes.

.

Plakken

Filmpje Textielverf

fb .v

Textiel kun je met textielverf verven voordat je het verwerkt in een werkstuk. Ook kun je met textielverf (ook in stiftvorm) gemaakte werkstukken van lappen stof decoreren.

Filmpje Vingerhaken Filmpje Breien

Begeleiden

u' Ac

tie

Textiel verven

U

itg

ev

er

ij

Ed

Laat kinderen vooral zelf ontdekken wat ze met materialen kunnen. Stimuleer hen hierin door een gesprekje aan te gaan over wat ze aan het doen zijn of door ernaast te zitten en lekker mee te doen. Kinderen leren vooral door het nadoen van volwassenen, dus als je wilt dat kinderen iets nieuws proberen, doe het dan vooral eens voor en kijk wie je nadoet. Doe eerst mee met wat de kinderen aan het doen zijn en voeg er dan een nieuw element aan toe. Kijk hierbij goed naar de ontwikkeling van het kind en laat het kind zelf bepalen of het iets wil proberen of niet. Laat het kind ook hier zijn eigen tempo bepalen en vooral ook zelf ontdekken.

58


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.