34138 Syndromen

Page 1

ht

ig

yr

op

C Syndromen

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed

Project


Colofon

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Miriam de Heer Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Syndromen

©

tie

ISBN: 978 90 3723 413 8 Edu’Actief b.v. 2017

u' Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


4

Vooronderzoek

7

Ontwerpfase

11

Voorbereidingsfase Realisatiefase

13

15 16

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Oplevering

fb .v

Over dit project

.

Inhoudsopgave

3


Over dit project

Over dit project

.

Als zorgverlener in de maatschappelijke zorg kun je werken bij een organisatie die mensen met een chronische aandoening ondersteunt.Zo’n organisatie is MEE, die mensen met een beperking ondersteunt bij participatie. Regionaal zijn er 20 MEE-organisaties die samen de coöperatie MEE.NL vormen. Informatie over MEE in jouw regio vind je via de website Mee.nl.Net als heel veel organisaties in de gehandicaptenzorg werkt MEE met vrijwilligers, die activiteiten (mede)organiseren, cliënten begeleiden, mantelzorgers ondersteunen en nog veel meer doen. Een organisatie die met vrijwilligers werkt, heeft meestal ook een vrijwilligerscoördinator in dienst. De coördinator werft en selecteert vrijwilligers, zorgt voor scholing en begeleiding, deelt de vrijwilligers in en zorgt dat ze zich gezien en gewaardeerd voelen.

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Website MEE <

Zonder vrijwilligers zouden veel activiteiten in de gehandicaptenzorg niet mogelijk zijn.

ht

Leerdoelen

C

op

yr

ig

Je kunt vertellen: • wat het syndroom inhoudt • wat de oorzaak is • hoe de diagnose wordt gesteld • wat het syndroom betekent voor de ontwikkeling • welke andere verschijnselen bij het syndroom horen • wat het syndroom betekent voor het dagelijks leven van de cliënt • uitleggen welke begeleidingsmogelijkheden er zijn voor de cliënt en zijn naasten tijdens het opgroeien • uitleggen welke begeleidingsmogelijkheden er zijn voor de cliënt en zijn naasten bij volwassenen • een informatieposter en posterpresentatie maken.

4


Over dit project

Projectbeschrijving

fb .v

.

Johan is vrijwilligerscoördinator bij de lokale afdeling van MEE. Hij verzorgt elk kwartaal een bijeenkomst voor alle vrijwilligers. Deze bijeenkomst bestaat uit verschillende onderdelen: onderling contact, ontspanning en informatie. Voor de eerstvolgende bijeenkomst wil Johan een informatiemarkt over veelvoorkomende aandoeningen organiseren. Hij vraagt studenten Maatschappelijke Zorg om posters te maken over syndromen in de gehandicaptenzorg. Hij heeft ook aan studenten VIG gevraagd posters te maken over veelvoorkomende chronische aandoeningen bij ouderen. De studenten mogen op de informatiemarkt hun posters presenteren.

tie

De opdrachtgever

De projectopdracht

u' Ac

Johan is de opdrachtgever. Je docent of begeleider vertegenwoordigt Johan en kan je informatie geven over zijn vraag.

ht

Ed

Je maakt met je groepsgenoten een informatieposter over een syndroom dat veel voorkomt in de gehandicaptenzorg. Jouw groepje kiest een syndroom in overleg met de docent en andere groepen. Je groep geeft een korte mondelinge presentatie (maximaal tien minuten) van de poster.Om de poster te kunnen maken, ga je eerst informatie zoeken over wat een syndroom is en over het syndroom dat jouw groepje heeft gekozen. We noemen dit syndroom in dit project ‘Syndroom X’. Je onderzoekt met de Domeinen van Schaloc wat het syndroom voor de cliënt betekent en welke gevolgen er zijn voor de begeleidingsbehoeften van kinderen en volwassenen met dit syndroom. Je gaat ook uitzoeken hoe je een posterpresentatie ontwerpt, maakt en hoe je de presentatie houdt.

ig

Projectproduct

De projectproducten van dit project zijn een poster en een presentatie. De presentatie houd je voor je klasgenoten. De presentatie staat ook uitgeschreven op papier.

C

op

yr

De poster heeft: • een titel • afbeeldingen en/of grafieken met een juist bijschrift • de namen van de studenten • een inleidende tekst, waarbij duidelijk is welk (deel)onderwerp of welke (deel)vraag op de poster behandeld wordt • een korte beschrijving van de belangrijkste symptomen van Syndroom X • tips of tools voor de begeleiding van cliënten met Syndroom X • bronvermelding en literatuurverwijzingen volgens APA-richtlijnen: geef aan waar jullie de informatie vandaan hebben en waar geïnteresseerden meer informatie kunnen vinden. De presentatie: • is een toelichting bij de poster • duurt maximaal tien minuten • is in geschreven tekst ongeveer 1000 woorden (twee A4).

5


Over dit project

Beoordeling Aan het eind van het project word je beoordeeld op verschillende punten. Deze punten kun je terugvinden in het beoordelingsformulier.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Beoordelingsformulier <

6


Vooronderzoek

Vooronderzoek Opdracht 1

Maak een samenwerkingscontract

Vorm de projectgroep en maak een samenwerkingscontract. Gebruik hierbij Werkmodel Samenwerkingscontract. Voordat je het samenwerkingscontract maakt, bespreek je met elkaar: • Hoe denken jullie over samenwerken? • Moet iedereen hetzelfde doen, of doet iedereen waar hij het beste in is? • Hoe belangrijk vind je het om je aan afspraken te houden? • Hoe belangrijk vind je het dat de docent precies weet wie hard gewerkt heeft en wie minder hard.

tie

Werkmodel Samenwerkingscontract <

fb .v

.

In de eerste fase van het project gaan jullie vooronderzoek doen. Jullie gaan je verdiepen in de onderwerpen en onderdelen van de producten die opgeleverd moeten worden.

Opdracht 2

u' Ac

Zorg dat je het samen eens bent (bereik consensus) met de afspraken in het samenwerkingscontract. Lever het samenwerkingscontract in bij de docent.

Maak een takenlijst en een planning

Ed

Bestudeer de opdrachten van het vooronderzoek. Maak eerst een takenlijst en een planning, voordat je de vragen beantwoordt: hoe gaan jullie de vragen beantwoorden en de opdracht uitvoeren? Gebruik hierbij het Werkmodel Takenlijst en het Werkmodel Planning.

Werkmodel Planning < Werkmodel Takenlijst <

Onderzoek wanneer een aandoening een syndroom is, hoe de naam bepaald wordt en wat syndromen te maken hebben met de gehandicaptenzorg. a. Beschrijf in één zin wat ‘syndroom’ in de medische wereld betekent.

yr

ig

Website Erfelijkheid <

Wat is een syndroom?

ht

Opdracht 3

C

op

b. Wat kun je zeggen over de oorzaak van de verschijnselen van een syndroom?

c. Wat kun zeggen over de naam van syndromen?

7


Vooronderzoek

Werkmodel Theorie Schalock <

Domeinen van Schalock

Bestudeer het Werkmodel Theorie Schalock en bespreek in de groep de volgende punten. Schrijf de antwoorden op een flip-over, bijvoorbeeld met steekwoorden. a. Wat is voor jullie de belangrijkste indicator van je ‘kwaliteit van bestaan’?

tie

Opdracht 4

fb .v

.

d. Wat kun je zeggen over syndromen en de gehandicaptenzorg?

b. In het werkmodel staan drie manieren waarop je de kwaliteit van bestaan van mensen met een handicap kunt vergroten. Noem deze drie manieren in je eigen woorden.

u' Ac

1. 2. 3.

yr

ig

ht

Ed

c. Er zijn acht domeinen van Schalock, elk met hun eigen indicatoren. Beschrijf voor elke indicator een wens of behoefte van jezelf, waardoor je kwaliteit van bestaan verbeterd kan worden. Als je in dat domein helemaal tevreden bent, beschrijf dan wat daarvoor de belangrijkste reden is.

op

Opdracht 5

C

Website Erfelijkheid <

8

Syndroom X Zoek informatie over Syndroom X. Gebruik daarbij in elk geval de Website Erfelijkheid en de website van de patiëntenorganisatie Syndroom X. a. Beschrijf Syndroom X in één zin.


Vooronderzoek

.

b. Wat zijn de belangrijkste symptomen van Syndroom X? Noem er ten minste drie.

fb .v

c. Wat is de oorzaak van Syndroom X?

u' Ac

tie

d. Hoe vaak komt Syndroom X voor?

e. Hoe wordt het syndroom vastgesteld?

Begeleidingsbehoeften cliĂŤnten met Syndroom X

Ed

Opdracht 6

Zoek informatie over Syndroom X. Gebruik daarbij in elk geval de Website Erfelijkheid en de website van de patiĂŤntenorganisatie van Syndroom X. Ook op de websites Hersenstichting en Kennisplein gehandicaptenzorg kun je veel informatie vinden.

Website Erfelijkheid <

ht

Maak in Word een tabel met de volgende inhoud: Domein van Schalock

Kenmerkende problemen Syndroom X

Begeleidingsbehoefte kind

Begeleidingsbehoefte volwassene

ig

Website Hersenstichting <

Emotioneel welbevinden Interpersoonlijke relaties

C

op

yr

Website Kennisplein gehandicaptenzorg <

Materieel welbevinden Persoonlijke ontplooiing Lichamelijk welbevinden Zelfbepaling Sociale inclusie Rechten

9


Vooronderzoek

Vul de tabel in. Zorg dat je in elk vak ten minste twee punten invult (twee problemen, twee begeleidingsbehoeften).

Opdracht 7

Verslag van het vooronderzoek

Opdracht 8

Logboek

Begin met het schrijven van het logboek door de samenwerking tot zover te beschrijven. • Hoe is het samenwerken tot nu toe verlopen? • Wat ging goed en niet goed? • Wie heeft wat gedaan? Heeft iedereen een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt? Hoe is dit gegaan?

tie

Werkmodel Logboek en evaluatie <

fb .v

.

Spreek met je docent af hoe je het verslag van het vooronderzoek inlevert. Bespreek je verslag met de docent. Neem het verslag op in je projectplan.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

Houd het logboek tijdens het project goed bij. De docent gebruikt het bij de beoordeling van het project.

10


Ontwerpfase

Ontwerpfase Opdracht 1

fb .v

.

In de ontwerpfase gaan jullie ontwerpen maken voor de op te leveren producten.

Maak een takenlijst en een planning

Bestudeer de opdrachten van de ontwerpfase. Maak een takenlijst en een planning, voordat je opdrachten uitvoert. Gebruik hierbij het Werkmodel Takenlijst en het Werkmodel Planning.

Werkmodel Planning <

Website Poster templates <

Hoe maak ik een poster?

De ‘posterpresentatie’ komt uit de wetenschappelijke wereld, onderzoekers presenteren daarmee hun resultaten op congressen en bijeenkomsten. Je zou een poster ook een heel grote infographic kunnen noemen.

u' Ac

Opdracht 2

tie

Werkmodel Takenlijst <

yr

ig

ht

Ed

a. Zoek individueel informatie over het ontwerpen en maken van een poster op internet. Bespreek daarna in de groep wat je gevonden hebt. Kies met elkaar een softwareprogramma om te gebruiken voor het maken van de poster.

C

op

b. Bestudeer de afbeelding van drie posters. Je kunt de tekst niet lezen, maar welke poster is het meest informatief? Welke poster wordt het best gelezen? Formuleer ten minste drie eisen aan een aantrekkelijke poster.

11


Ontwerpfase

Opdracht 3

Ontwerp je poster

.

Nu ga je de poster indelen. Neem vellen papier op A4-formaat en gekleurde stiften. Overleg of de poster staand of liggend wordt. Schrijf opschriften op het papier (bijvoorbeeld ‘hier komt de titel’ in grote letters) en maak vakken voor informatie in tekst en afbeeldingen. Maak met elkaar een ontwerp waar je het samen over eens bent.

Laten afdrukken van de poster

u' Ac

Opdracht 4

tie

fb .v

Zorg dat je poster in elk geval de volgende elementen bevat: • een titel • afbeeldingen en/of grafieken met een correct bijschrift • de namen van de studenten • een inleidende tekst, waarbij duidelijk is welk (deel)onderwerp of welke (deel)vraag op de poster behandeld wordt • een korte beschrijving van de belangrijkste symptomen van Syndroom X • tips of tools voor de begeleiding van cliënten met Syndroom X • bronvermelding en literatuurverwijzingen volgens APA-richtlijnen Waar hebben jullie de informatie vandaan en waar kunnen geïnteresseerden meer informatie vinden?

Verslag ontwerpfase

Maak een miniposter op A4-formaat met het verslag van de opdrachten in de ontwerpfase. Gebruik het softwareprogramma dat je hebt gekozen in de opdracht ‘Hoe maak ik een poster?’, het ontwerp dat je hebt gemaakt in de opdracht ‘Ontwerp je poster?’ en zorg dat je je houdt aan de eisen die je hebt geformuleerd in de opdracht ‘Hoe maak ik een poster aantrekkelijk voor de lezer?’. Op de poster staat in elk geval de volgende informatie: • een titel • afbeeldingen en/of grafieken met een juist bijschrift • de namen van de studenten • waar je tips vindt voor het maken van een poster • waar je de poster kunt laten afdrukken, wat het kost en hoe lang het duurt (vergelijk twee of meer adressen) • aan welke eisen een poster moet voldoen om leesbaar en aantrekkelijk te zijn • aan welke eisen de afbeeldingen moeten voldoen om afgedrukt te worden • bronvermelding volgens APA-richtlijnen.

C

op

yr

ig

ht

Opdracht 5

Ed

Je gaat je poster presenteren op een informatiemarkt. Dat betekent dat de poster op de dag van de presentatie afgedrukt moet zijn op A0-formaat. Zoek informatie over het afdrukken: • Waar kun je de poster laten afdrukken? • Wat zijn de kosten? • Hoe lang duurt het voordat je de poster afgedrukt ontvangt? • Wat zijn de eisen voor de aanlevering van de poster? Denk hierbij ook aan de kwaliteit van de afbeeldingen die je gebruikt. Besluit samen met je groepje waar je de poster gaat laten afdrukken en stel de datum vast waarop je het ontwerp moet insturen. Zorg dat je rekening houdt met de levertijd en dagen dat er bijvoorbeeld geen postbezorging is, als je de poster online bestelt.

Opdracht 6 Werkmodel Logboek en Evaluatie <

12

Spreek met je docent af hoe je je miniposter inlevert. Bespreek de miniposter met de docent. Neem de miniposter op in je projectplan.

Logboek Werk het logboek bij.


Voorbereidingsfase

Voorbereidingsfase Opdracht 1

fb .v

.

In de voorbereidingsfase ga je de poster en de presentatie inhoudelijk voorbereiden.

Maak een takenlijst en een planning

Werkmodel Takenlijst <

Opdracht 2

Drie casussen van cliënten met Syndroom X

tie

Bestudeer de opdrachten van de voorbereidingsfase. Maak eerst een takenlijst en een planning, voordat je opdrachten uitvoert. Gebruik hierbij het Werkmodel Takenlijst en het Werkmodel Planning.

Werkmodel Planning <

Ed

u' Ac

Ga op zoek naar de verhalen van drie cliënten met Syndroom X. Je kunt zoeken in je eigen omgeving, op je stageadres, op internet (denk aan de website van de patiëntenvereniging) of in de bibliotheek (denk aan tijdschriften van de patiëntenvereniging of aan (auto)biografische boeken). Probeer verhalen te vinden over cliënten met verschillende kenmerken. Denk aan: • verschillend niveau van functioneren • verschillende leeftijden • verschillende woonomstandigheden.

ig

ht

Verdeel de cliënten in je groepje en werk individueel of met tweetallen aan een casus. Maak een kort verslag (maximaal twee A4’tjes) van jouw casus. Zorg dat in de casus duidelijk wordt wat de begeleidingsbehoeften van de cliënt zijn. Maak ook duidelijk hoe zorgverleners hier wel of niet aan tegemoet komen. Besteed in je onderzoek en je verslag aandacht aan alle domeinen van Schalock. Verdeel je verslag in onderdelen: • korte levensbeschrijving • hoe het dagelijks leven van de cliënt er nu uitziet • welke zorg de cliënt ontvangt, wie bij de zorg is betrokken • wat er goed gaat, wat in de zorg en ondersteuning ontbreekt • hoe de toekomst van de cliënt eruitziet.

yr

Spreek een datum af waarop de eerste versie van de casus klaar is. Bespreek de casussen met elkaar en stel elkaar vragen over het verslag. Geef elkaar mondeling feedback op het verslag en werk het verslag van je eigen casus bij.

C

op

Opdracht 3

Selecteer informatie voor de poster Je hebt heel veel informatie over Syndroom X verzameld. Nu ga je de informatie voor de poster selecteren. Bespreek met je groepje welke informatie je op de poster wilt weergeven. Bedenk wie de poster gaat lezen: de vrijwilligers van MEE. Zij geven de cliënten ondersteuning bij dagelijkse activiteiten. Houd bij de selectie van de informatie voor de poster rekening met deze doelgroep. Bespreek bij deze opdracht ook: wat is de kernboodschap die je je publiek wilt meegeven? Formuleer deze boodschap in één zin.

13


Voorbereidingsfase

Opdracht 4

Zoek beeldmateriaal voor de poster

Opdracht 5

fb .v

.

Je poster wordt aantrekkelijk door het gebruik van afbeeldingen en/of grafieken. Je wilt ook inhoudelijke informatie kwijt, dus gebruik niet te veel beeld. Zoek passend beeld en maak een correct bijschrift. Zorg dat je de bron van het beeld vermeldt (dat mag in kleine letters). Zorg dat de kwaliteit van het beeld goed genoeg is voor het formaat waarin je het wilt afdrukken.

Schrijf de tekst van de presentatie

Werkmodel Presenteren < Werkmodel Feedback geven <

Oefen de presentatie

Gebruik Werkmodel Presenteren voor het oefenen van de presentatie. Elk lid van het groepje presenteert (het ontwerp van) de poster voor de andere groepsleden. Sluit elke presentatie af met een feedbackronde. Gebruik het Werkmodel feedback geven. Bestudeer vooraf de internetpagina over Waarderen en feedback geven op Zorgvoorbeter.nl. Besluit wie de presentatie op de informatiemarkt gaat geven. Je kunt er een samenspraak van maken tussen meerdere groepsleden.

u' Ac

Opdracht 6

Ed

Artikel Waarderen en feedback <

Opdracht 7

tie

In de presentatie die je bij de poster gaat houden, kun je de teksten op de poster toelichten en extra informatie geven. De presentatie mag maximaal tien minuten duren. In geschreven tekst is dat ongeveer 1000 woorden (twee A4’tjes). Gebruik Werkmodel Presenteren voor het schrijven van de presentatie.

Werkmodel Presenteren <

Verslag van de voorbereidingsfase

Werk het logboek bij.

C

op

yr

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Logboek

ig

Opdracht 8

ht

Spreek met je docent af hoe je de casussen en de tekst van de presentatie inlevert. Bespreek de presentatie met de docent. Neem de casussen op in je projectplan.

14


Realisatiefase

Realisatiefase Opdracht 1

fb .v

.

Nu ga je de poster over Syndroom X echt maken en laten drukken. Je maakt ook vragen over Syndroom X voor een quiz op de informatiemarkt.

Maak een takenlijst en een planning

Maak eerst een takenlijst en een planning, voordat je opdrachten uitvoert. Gebruik hierbij het Werkmodel Takenlijst en het Werkmodel Planning.

Werkmodel Planning <

Maak de poster

u' Ac

Opdracht 2

tie

Werkmodel Takenlijst <

Maak de poster. Gebruik het gekozen softwareprogramma, vermeld de gekozen informatie. Controleer of je ontwerp aan alle eerder geformuleerde eisen voldoet. Bekijk het ontwerp van de poster met alle groepsleden. Misschien hebben jullie de taken verdeeld en heeft niet iedereen meegewerkt aan het ontwerpen van de poster, maar je bent wel allemaal verantwoordelijk voor het eindresultaat.

Laat de poster afdrukken

Ed

Opdracht 3

Lever het bestand in op de eerder afgesproken manier. Zorg dat de poster op tijd klaar is! Zorg zelf voor materiaal om de poster op te hangen, informeer bij de opdrachtgever wat daarvoor nodig is.

Maak quizvragen

ht

Opdracht 4

ig

Maak drie tot vijf quizvragen over Syndroom X. Geef bij elke vraag drie antwoordopties (ĂŠĂŠn goede, twee foute). Spreek met je docent af hoe je de quizvragen inlevert.

Opdracht 5

Werk het logboek bij.

C

op

yr

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Logboek

15


Oplevering

Oplevering Opdracht 1

fb .v

.

De dag van de informatiemarkt is aangebroken! Na de informatiemarkt ga je het project afronden door met elkaar te evalueren en je logboek bij te werken. Je schrijft een persoonlijk reflectieverslag over jouw aandeel in het project. Wat ging er goed en wat kan er beter?

Houd de posterpresentatie

Opdracht 2

Bezoek de informatiemarkt

tie

Op de informatiemarkt hang je de poster op en houd je de presentatie, zoals de opdrachtgever met je heeft afgesproken. Zorg dat alle groepsleden een taak hebben op de informatiemarkt. Je kunt bijvoorbeeld nog folders uitdelen, zorgen dat bezoekers jullie poster bekijken, vragen beantwoorden. Zorg dat alle groepsleden de andere posters op de informatiemarkt kunnen bestuderen en de presentaties kunnen horen.

Opdracht 3

Neem deel aan de quiz

u' Ac

Besteed ook aandacht aan de andere posters op de informatiemarkt. Bekijk de posters kritisch en zorg dat je de informatie op de poster leest en begrijpt.

Opdracht 4

Evalueren

Opdracht 5

Reflecteren

Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan het project waarvan je nu vindt dat je het anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van de STARRT-methode. Lever het reflectieverslag in bij je docent.

C

op

yr

ig

Werkmodel STARRT-methode <

ht

Evalueer met elkaar het project en doe hiervan verslag in het logboek.

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

16

Ed

Neem actief deel aan de quiz over alle syndromen die op de informatiemarkt behandeld zijn.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.