33889 begeleiden bij opvoeden

Page 1

fb .v

.

Cursus

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Begeleiden bij opvoeden


Colofon

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Joyce van der Kuur Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Begeleiden bij opvoeden

tie

ISBN: 978 90 3723 388 9 Bronvermelding: b.v. 2017

u' Ac

©Edu’Actief

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

.

7

Alledaagse opvoedingsvragen Opvoedingsondersteuning

9

13

Optimale voorwaarden in de opvoeding

Reflectie

23

26 29

Theoriebron Opvoeden

31

u' Ac

Evalueren

18

tie

Specifieke doelgroepen

fb .v

OriĂŤntatie

4

Theoriebron Pedagogisch adviseren

34

Theoriebron Opvoedingsondersteuning

38

Ed

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave

43

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar

46

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar 49

ht

Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen 55

C

op

yr

ig

Theoriebron Evalueren met ouders

52

3


Over deze cursus

Over deze cursus

u' Ac

tie

fb .v

.

Deze cursus geeft jou als hulpverlener handvatten om ouders te kunnen begeleiden bij de opvoeding. Je leert wat opvoeden, opvoedondersteuning en pedagogisch adviseren inhoudt. Ook leer je dit in te zetten aan de hand van opdrachten.

Bij ouders thuis opvoedingsondersteuning geven.

Leerdoelen • •

ht

Je kunt beschrijven welke alledaagse opvoedingsvragen ouders kunnen hebben. Je kunt alledaagse opvoedingsvragen van ouders in kaart brengen. Je kunt ouders via thuisbegeleiding ondersteunen bij het bieden van optimale voorwaarden in de opvoeding van kinderen. Je kunt beschrijven welke (preventieve) vormen van opvoedingsondersteuning bij de alledaagse opvoeding toegepast worden binnen de thuisbegeleiding en hoe je deze opvoedingsondersteuning kunt bieden. Je kunt beschrijven hoe je ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen via thuisbegeleiding kunt ondersteunen bij de alledaagse opvoeding. Je kunt benoemen hoe je de opvoedingsondersteuning met de ouders kunt evalueren.

Ed

ig

yr

Beoordeling

C

op

Beoordelingsformulier <

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

Planning Planningsformulier <

4

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.


Over deze cursus

Beroepsproduct: Interview met een professional

fb .v

.

Ga op zoek naar een professional die werkt als thuisbegeleider bij gezinnen. Je gaat deze thuisbegeleider interviewen. Aan de hand van het interview maak je een presentatie voor de gehele groep en je docent. Tijdens je presentatie vertel je over je interview.

Stappen

• •

u' Ac

Maak tweetallen. Maak een planning en een taakverdeling. Verzin 10 vragen voor het interview. Wat wil jij weten over het vak thuisbegeleiding? Vraag bijvoorbeeld hoe een werkdag van de thuisbegeleider eruitziet. Laat verder de onderwerpen, beschreven bij eisen aan het beroepsproduct, terugkomen in je vragen. Ga op zoek naar een thuisbegeleider, die opvoedingsondersteuning aan gezinnen biedt, waar je het interview bij af kunt nemen. Verwerk je interview in een PowerPoint-presentatie. Jullie presentatie mag maximaal 10 minuten duren. Zorg ervoor dat jullie presentatie aantrekkelijk is om te bekijken. Presenteer je interview voor de gehele groep en de docent. Lever de vragenlijst en je PowerPoint-presentatie in bij je docent.

tie

• • •

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

• • •

ig

Maak je presentatie zo dat je medestudenten een goed beeld krijgen van wat jij geleerd hebt tijdens je interview over opvoedingsondersteuning. Laat de volgende onderwerpen terugkomen in je interview en presentatie: Welke alledaagse opvoedingsvragen de ouders hebben, die de thuisbegeleider ondersteunt. Welke preventieve vormen van opvoedingsondersteuning de thuisbegeleidster gebruikt en wat deze vormen inhouden. Drie voorbeelden van alledaagse opvoedingsvragen van ouders en op welke wijze de thuisbegeleider de gezinnen hierbij ondersteuning heeft geboden. Op welke wijze de thuisbegeleider de opvoedingsondersteuning evalueert met ouders.

ht

Ed

Eisen aan het beroepsproduct

C

op

yr

Beroepsproduct: Rollenspel pedagogisch adviseren Maak drietallen. Aan de hand van een zelfverzonnen casus voer je een rollenspel uit. Een persoon is hulpverlener, de twee andere personen zijn ouders. Dit rollenspel wordt gespeeld aan de hand van de vier fasen van pedagogisch adviseren: kennismaken, inventariseren en verhelderen van de vraag, afweging en besluitvorming en evaluatie. (In de praktijk worden hier vaak meerdere gesprekken voor uitgetrokken. Voor dit beroepsproduct wordt het in een gesprek behandeld).

5


Over deze cursus

Stappen

• •

.

Eisen aan het beroepsproduct

C

op

yr

ig

ht

Ed

Zorg dat de volgende leerdoelen terugkomen in je rollenspel: Je kunt alledaagse opvoedingsvragen van ouders achterhalen en in kaart brengen. Je kunt ouders via thuisbegeleiding ondersteunen bij het bieden van optimale voorwaarden in de opvoeding van kinderen. Je kunt ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen via thuisbegeleiding ondersteunen bij de alledaagse opvoeding. Je kunt de opvoedingsondersteuning met de ouders evalueren.

u' Ac

• • •

6

fb .v

Maak drietallen. Schrijf met z'n drieën een casus waarin je een situatie beschrijft waarin ouders met een verstandelijke beperking of psychiatrische aandoening een alledaagse opvoedingsvraag hebben. Speel een rollenspel. Een van jullie is de hulpverlener, de twee anderen spelen ouders met een alledaagse opvoedingsvraag. Film jullie gesprek. Zorg dat je in het opvoedingsondersteuningsgesprek de volgende punten behandelt: kennismaken, probleem en hulpvraag achterhalen, hypothese en oplossing voor het probleem bespreken en evalueren met ouders. Bekijk samen jullie gefilmde gesprek en schrijf feedback voor elkaar op een A4’tje. Lever de opnamen van het rollenspel en jullie feedback in bij de docent.

tie

• •


OriĂŤntatie

OriĂŤntatie Opdracht 1

Placemat

u' Ac

tie

fb .v

.

Ga met zijn vieren bij elkaar aan een tafel zitten. Zorg dat je allemaal een pen of potlood hebt en een arceerstift. Leg een A3 of A4 in het midden. Zet een groot vierkant in het midden van het blad en verdeel de rest van het blad in vier vlakken. Zie afbeelding:

Ed

Denktijd: Schrijf allemaal in je eigen vlak die activiteiten, waarvan jij denkt dat deze horen bij opvoedingsondersteuning. Rondpraat: Bespreek ieders lijst; student 1 licht zijn antwoord toe. Daarna, met de klok mee, student 2, 3 en 4. Zet na de rondpraat de activiteiten, waar jullie het over eens zijn, in het middelste vak. Zet de activiteiten in logische rijtjes bij elkaar.

Opdracht 2

Persoonlijk silhouet

ht

Denk aan opvoedingsondersteuning en beantwoord daarna de vragen.

ig

a. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan loopt mijn hoofd over van:

C

op

yr

b. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan heb ik een hard hoofd in:

c. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan heb ik wel oren naar:

d. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan zie ik wel kans om:

7


OriĂŤntatie

fb .v

f. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan krijg ik buikpijn van:

.

e. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan gaat mijn hart sneller kloppen voor:

tie

g. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan ga ik het volgende leren:

Opdracht 3

u' Ac

h. Als ik aan opvoedingsondersteuning denk, dan neem ik het volgende mee uit mijn eigen opvoeding:

Muurkrant

C

op

yr

ig

ht

Ed

Maak tweetallen. Zoek samen twee artikelen die jullie vinden passen bij het onderwerp opvoedingsondersteuning. Maak een samenvatting van de artikelen. Schrijf dit op een half A4’tje. Voeg als gehele groep alle samenvattingen samen en maak er een muurkrant van.

8


Alledaagse opvoedingsvragen

.

Alledaagse opvoedingsvragen

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Het achterhalen van de opvoedingsvraag is een belangrijk onderdeel van je werk als thuisbegeleider. Als je ouders wilt helpen via opvoedingsondersteuning moet je eerst weten waar je je op moet richten. Om dat te kunnen doen moet je eerst weten wat het probleem van ouders is. Dit doe je door met ouders in gesprek te gaan en de juiste vragen te stellen. Zo achterhaal je de opvoedingsvraag. De volgende opdrachten zijn hierop gericht.

De opvoedingsvraag van ouders achterhalen.

ht

Leerdoelen

Je kunt beschrijven welke alledaagse opvoedingsvragen ouders hebben. Je kunt gesprekstechnieken inzetten om de opvoedingsvraag van ouders te achterhalen. Je kunt de eerste twee fasen van het pedagogisch adviseren beschrijven en toepassen.

ig

• • •

Mindmap opvoeden

yr

Opdracht 4

C

op

Theoriebron Opvoeden < Werkmodel Mindmap <

Opdracht 5 Theoriebron Opvoeden <

Deze opdracht maak je individueel. Lees in de Theoriebron Opvoeden wat opvoeden inhoudt. Na het lezen van de theoriebron maak je een mindmap. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Mindmap. In deze mindmap zet je in het midden het onderwerp opvoeden. Laat de volgende onderwerpen terugkomen in je mindmap en werk dit verder uit: • opvoedingsvragen • sturen, steunen en stimuleren • invloeden op opvoeden • achterhalen van de opvoedingsvragen.

Autobiografie Deze opdracht maak je individueel. Lees de Theoriebron Opvoeden. Schrijf een autobiografie over hoe jij bent opgevoed. Maak eerst een familiestamboom. In de stamboom omschrijf je jouw familie. Hoe heten je ouders en hun ouders en zo verder? Neem de afbeelding als voorbeeld.

9


fb .v

.

Alledaagse opvoedingsvragen

tie

Familiestamboom.

Opdracht 6

Deze opdracht maak je individueel. Lees de theoriebron Pedagogisch adviseren. Maak vervolgens de volgende vragen. a. Wat is belangrijk tijdens fase 1: kennismaken?

b. Met welke vraag begint de probleeminventarisatie?

ht

Filmpje Pedagogisch adviseren <

Kennisvragen pedagogisch adviseren

Ed

Theoriebron Pedagogisch adviseren <

u' Ac

Vervolgens schrijf je een A4’tje over jullie gezinssamenstelling. Hoe jouw ouders jou hebben opgevoed. Beschrijf wat je als positief en negatief hebt ervaren in de opvoeding. Wat voor positieve kwaliteiten uit je opvoeding neem je mee in je werk als professionele opvoeder? Lever je autobiografie in bij je docent.

yr

ig

c. Wat is het doel van van de probleemanalyse?

C

op

d. Wat is een hypothese?

10


Alledaagse opvoedingsvragen

Opdracht 7

Vragenlijst achterhalen opvoedingsvraag

Maak groepjes van drie. Lees de Theoriebron Pedagogisch adviseren. Maak een vragenlijst van 10 vragen. Formuleer vragen waarmee je de opvoedingsvraag van ouders kunt achterhalen. Neem hierin mee wat je gelezen hebt in de theoriebron Opvoeden over het achterhalen van een opvoedingsvraag. Neem de lijst door met de rest van de groep en sta open voor feedback.

u' Ac

Theoriebron Pedagogisch adviseren <

Opdracht 8

Ed

Theoriebron Opvoeden <

Verhalen vertellen

Oudergesprek

ig

Opdracht 9

ht

Maak tweetallen. Lees in Theoriebron Opvoeden het onderdeel over het achterhalen van de opvoedingsvraag. Vertel elkaar een verhaal. Laat als luisteraar zien dat je actief luistert. Bespreek vervolgens samen waar de verteller aan zag dat de luisteraar actief luisterde en hoe hij dit ervaren heeft.

Theoriebron Opvoeden <

Maak groepjes van drie. Lees Theoriebron Opvoeden en Pedagogisch adviseren fase 1 en 2. Speel met je groepje een oudergesprek. Lees de casus. Aan de hand van deze casus wordt het rollenspel uitgespeeld. Een student heeft de rol van hulpverlener, 1 student is de ouder en 1 student heeft de rol van observator. Je probeert als hulpverlener achter de opvoedingsvraag van de ouder te komen. Maak hierbij gebruik van fase 1: kennismaken en fase 2: Inventariseren en verhelderen van de vraag uit Pedagogisch adviseren. Als observator let je erop dat deze fasen in het gesprek terug komen. Wissel na 15 minuten van rol en speel het rollenspel opnieuw. Bedenk eventueel een andere casus om te gebruiken tijdens het rollenspel.

yr

Theoriebron Opvoeden <

tie

fb .v

.

e. Bekijk het Filmpje Pedagogisch adviseren. Beantwoord de volgende vraag. Herken je fase 1 en 2 van pedagogisch adviseren in het filmpje? Beschrijf waaraan je dit herkent.

C

op

Theoriebron Pedagogisch adviseren <

Casus "Ik heb heel wat te stellen met mijn peuter", klaagt deze moeder. "Hij zit overal op en aan en luistert voor geen cent. Als ik hem dan na twee keer waarschuwen een tik op zijn vingers geef, begint hij hartverscheurend te huilen en dat vind ik dan weer zielig. Mag ik hem dan troosten of is dat juist stom om te doen?"

11


Alledaagse opvoedingsvragen

fb .v

b. Reflecteer samen over het rollenspel. Bespreek de volgende vragen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Wat ging er goed? Wat ging er niet goed? Wat had ik anders kunnen doen? Wat neem ik mee in mijn toekomstige werk?

12

.

a. Welke opvoedingsvraag heeft de moeder?


Opvoedingsondersteuning

Opvoedingsondersteuning

.

Inleiding

u' Ac

tie

fb .v

Opvoedingsondersteuning bestaat uit alle activiteiten die ouders helpen bij de opvoeding. In de Theoriebron Opvoedingsondersteuning staat wat dit inhoudt en welke vormen er bestaan. Jij als thuisbegeleider zal in je toekomstige werk verschillende vormen van (preventieve) opvoedingsondersteuning toe gaan passen. Deze opdrachten zijn erop gericht om deze vormen te leren kennen en te leren hoe deze ingezet kunnen worden.

Ed

Ouders ondersteunen hun kind.

Leerdoelen

Je kunt beschrijven wat er wordt verstaan onder opvoedingsondersteuning. Je kunt vier (preventieve) vormen van opvoedingsondersteuning beschrijven die toegepast kunnen worden bij alledaagse opvoedingsvragen binnen de thuisbegeleiding. Je kunt beschrijven hoe je opvoedingsondersteuning kunt bieden. Je kunt fase 3 van pedagogisch adviseren beschrijven en toepassen.

ht

• •

ig

• •

Plan van aanpak Maak tweetallen. Lees in Theoriebron Opvoeden over het achterhalen van de opvoedingsvraag en in Theoriebron Pedagogisch adviseren over fase 3. Lees de casussen 1 en 2.

yr

Opdracht 10

C

op

Theoriebron Opvoeden <

Theoriebron Pedagogisch adviseren <

Casus 1 Je bent bij de vader en moeder van de driejarige Mark op huisbezoek. Ze zijn aan het eind van hun Latijn vanwege aanhoudende slaapproblemen van Mark. Wanneer je verder vraagt krijg je te horen dat ze "alles al geprobeerd hebben". Nu vragen ze jou om een oplossing voor dit probleem.

13


Opvoedingsondersteuning

Casus 2

fb .v

.

Aan de telefoon een snikkende moeder die er niet langer tegen kan dat haar baby van 3 maanden zo veel huilt. Ze vertelt dat ze gisteren in wanhoop de baby door elkaar heeft gerammeld en hardhandig in de wieg gelegd heeft. Daarna heeft ze een blokje omgelopen om rustiger te worden. Toen ze thuiskwam, hikte de baby nog steeds na van het huilen. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurd is. Ze wordt verteerd door schuldgevoel en is bang dat haar baby er iets aan overhoudt. Haar man heeft ze niets durven vertellen over deze gebeurtenis.

tie

Kies een casus uit. Kies een preventief programma van opvoedingsondersteuning dat past bij deze casus. Maak vervolgens een plan van aanpak hoe jij de ouders gaat begeleiden. Aan de hand van de volgende vragen schrijf je het plan van aanpak. Lever je plan van aanpak in bij je docent.

u' Ac

a. Wat is het probleem?

ht

Ed

b. Wat is het effect van het gedrag op ouders en het kind zelf?

yr

ig

c. Hoe reageert de ouder op het gedrag van het kind?

C

op

d. Wil de ouder graag veranderen? Licht dit toe.

e. Wat heeft de ouder tot nu toe geprobeerd? Wat is succesvol?

14


Opvoedingsondersteuning

fb .v

.

f. Hoe kunnen ouders anders tegen het probleem aankijken?

u' Ac

tie

g. Welke andere oplossingen zijn mogelijk (veranderen van de situatie, aanpak ouder, gedrag kind)?

Opdracht 11

Quiz Opvoedingsondersteuning a. Maak groepjes van drie. Lees de theoriebron Opvoedingsondersteuning. Maak een quiz over deze theoriebron. Je bedenkt vijf vragen en antwoorden. De zesde vraag is: Welk programma spreekt jou het meest aan en waarom? Deze vraag beantwoord je na de quiz. De eerste vijf vragen bedenk je zelf. Als iedereen klaar is, stel je de vragen aan de groep.

ig

Theoriebron Opvoedingsondersteuning <

Hoeveel tijd is hiervoor nodig?

ht

i.

Ed

h. Wat is het doel waaraan ouders werken?

yr

Vraag 1:

Antwoord 1:

C

op

Vraag 2: Antwoord 2: Vraag 3: Antwoord 3: Vraag 4: Antwoord 4: Vraag 5: Antwoord 5:

15


Opvoedingsondersteuning

Theoriebron Opvoedingsondersteuning <

Opdracht 13

Preventieprogramma

Maak tweetallen. Lees de Theoriebron Opvoedingsondersteuning. In de theoriebron staat een aantal preventieprogramma's. Er bestaan er nog veel meer. Zoek in tweetallen een preventieprogramma op. Zoek informatie over dit preventieprogramma op internet. Maak een aantrekkelijke presentatie voor je groepsgenoten over dit preventieprogramma. Deze presentatie mag maximaal vijf minuten duren.

Empowerment benadering

tie

Opdracht 12

fb .v

.

b. Welk programma spreekt jou het meest aan en waarom?

Maak groepjes van drie. Lees in de Theoriebron Opvoedingsondersteuning de informatie over het samenwerkingsmodel en de empowerment-benadering. Bij de empowerment-benadering is het belangrijk dat ouders zicht krijgen op hun competenties. Bekijk de competenties op de Website Overzicht competenties.

Website Overzicht competenties <

Zoek vijf competenties op die belangrijk zijn voor ouders in het opvoeden van hun kinderen. Schrijf achter de gekozen competenties waarom deze competenties belangrijk zijn in de opvoeding van kinderen.

Ed

Competentie 1:

u' Ac

Theoriebron Opvoedingsondersteuning <

Deze competentie is belangrijk omdat

ht

Competentie 2:

yr

ig

Deze competentie is belangrijk omdat

C

op

Competentie 3:

16

Deze competentie is belangrijk omdat


Opvoedingsondersteuning

Competentie 4:

fb .v

.

Deze competentie is belangrijk omdat

Competentie 5:

Artikel Het gedragsraam van Gordon <

Gedragsraam van Gordon

Maak drietallen. Lees het artikel over het gedragsraam van Gordon. Schrijf met z'n drieĂŤn een casus waarin een probleem in de opvoeding voorkomt. Beschrijf wie er een probleem heeft en hoe je hier mee om kan gaan. Gebruik voor de oplossing een methode van Gordon, zoals actief luisteren of de ik-boodschap. Zoek op internet naar deze methodes van Gordon. Bespreek je casus met de hele groep.

u' Ac

Opdracht 14

tie

Deze competentie is belangrijk omdat

Ed

a. Wie heeft er een probleem? De opvoeder of het kind? Licht dit toe.

C

op

yr

ig

ht

b. Welke methode van Gordon zet je in om het probleem op te lossen en hoe doe je dit?

17


Optimale voorwaarden in de opvoeding

.

Optimale voorwaarden in de opvoeding

fb .v

Inleiding

u' Ac

tie

Om te kunnen ondersteunen bij het bieden van optimale voorwaarden in de opvoeding van kinderen, moet je weten wat die voorwaarden zijn. Door het maken van deze opdrachten leer je de juiste ondersteuning in te zetten om ouders goed te kunnen helpen.

Ed

Kinderen van verschillende leeftijden hebben verschillende ontwikkelingsopgaven.

Leerdoelen

Je kunt ouders via thuisbegeleiding ondersteunen bij het bieden van optimale voorwaarden in de opvoeding van kinderen van 0 tot 4 jaar. Je kunt ouders via thuisbegeleiding ondersteunen bij het bieden van optimale voorwaarden in de opvoeding van kinderen van 4 tot 12 jaar en jongeren van 12 tot 19 jaar. Je kunt beschrijven wat ontwikkelingsopgave en opvoedingsopgave inhouden en deze per ontwikkelingsfase beschrijven.

ht

ig

C

op

yr

18


Optimale voorwaarden in de opvoeding

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar <

.

Deze opdracht maak je individueel. Lees de Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar en de Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar. Neem onderstaande tabel over en vul deze in. Omschrijf voor de baby, de dreumes/peuter, het schoolkind en de puber welke ontwikkelingsopgave zij hebben en welke opvoedingsopgave de ouders in de desbetreffende fase hebben. Ontwikkelingsopgave

Kinderen van 2-4 jaar

Ed

Maak tweetallen. Lees de Theoriebronnen Ontwikkelings- en opvoedingschopgave voor kinderen van 0-4 jaar en Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar. Kies een ontwikkelingsperiode uit (baby of dreumes en peuter of het schoolkind of de puber). Maak van de ontwikkelingsopgave en opvoedingsopgave die bij deze periode horen een collage. Maak de collage op een groot vel papier en presenteer deze aan je groep.

C

op

yr

ig

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar <

Collage Ontwikkelings- en opvoedingsopgave

ht

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar <

u' Ac

Kinderen van 4-12 jaar

Opdracht 16

Opvoedopgave

Kinderen van 0-2 jaar

Jongeren van 12-19 jaar

fb .v

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar <

Ontwikkelingsopgave en opvoedingsopgave

tie

Opdracht 15

19


Optimale voorwaarden in de opvoeding

Filmpje Shoppen met een driftkikker <

Opdracht 18

.

Maak een script voor het filmpje. Wat willen jullie in het filmpje laten zien? Maak vervolgens de opnames. Laat het filmpje zien in de groep.

Cirkel van veiligheid

Maak tweetallen. Lees de Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar over de cirkel van veiligheid. a. Bedenk twee voorbeelden van wat ouders kunnen doen om het kind een veilige basis te bieden.

Ed

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedopgave voor kinderen van 0-4 jaar <

Voorwaarden filmpje: • Maak het filmpje met je mobiel of camera. • Het filmpje mag maximaal vijf minuten duren. • Geef minimaal drie tips over hoe om te gaan met driftbuien. Elke tip moet uit een andere bron komen. Een tip komt uit de theorie. Een tip komt uit het Filmpje Shoppen met Tyrell. Een tip komt van internet.

fb .v

Filmpje Driftbui <

Maak drietallen. Bekijk het Filmpje Driftbui. Lees in de Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar, hoe je om kunt gaan met een driftbui. Haal ook tips uit het Filmpje Shoppen met een driftkikker. Zoek samen nog extra tips op internet. Zet alle tips op een rijtje. Maak nu met je groepje een adviesfilmpje voor ouders.

tie

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar <

Driftbui

u' Ac

Opdracht 17

ig

ht

b. Bedenk ook twee voorbeelden van wat ouders kunnen doen om het kind een veilige haven te bieden.

Opdracht 19

Maak tweetallen. Lees het onderdeel structuur en grenzen van de Theoriebron Ontwikkelingsen opvoedingsopgave. Een manier om structuur te bieden is het gebruiken van pictogrammen. Maak een dagschema voor een kind met een licht verstandelijke beperking. Zoek hier pictogrammen bij. Print de pictogrammen uit. Plak de pictogrammen in de goede volgorde op een A'4tje. Schrijf aan de andere kant van dit blaadje een advies voor de ouders hoe ze de pictogrammen kunnen gebruiken. Lever dit in bij je docent.

C

op

yr

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave <

Structuur bieden

20


Optimale voorwaarden in de opvoeding

u' Ac

Maak tweetallen. Lees de Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar. Lees vervolgens de casus. Zoek tips op internet voor ouders hoe zij om kunnen gaan met faalangst bij hun schoolkind.

Casus

Uren kan ik leren aan een proefwerk. En als ik denk dat ik alles heel goed ken, laat ik me door mijn moeder overhoren. Omdat ze denkt dat ik daardoor zelfverzekerder wordt. Want heel vaak is gebleken, dat ik dichtsla op het moment van het proefwerk. Als ik de vragen zie, dan lijkt echt alles onbekend. En mijn gedachten dwalen af, mijn hoofdpijn komt ineens weer op. Gister wist ik alles nog, klinkt er steeds maar door mijn hoofd. Niet alleen op school heb ik er last van, maar ook met sport merk ik dat bijna elke keer. Dan twijfel ik wat anderen van me vinden. Ik denk dan: straks gaan ze ook nog tegen mij tekeer. Terwijl ik ook wel weet dat ze dat echt niet zullen doen. Ik friemel dan zenuwachtig aan de veter van mijn schoen en mijn gedachten dwalen af, mijn buikpijn komt weer terug. EĂŠn ding weet ik, mijn zelfvertrouwen is weer zoek.

ig

ht

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar <

Casus faalangst

Ed

Opdracht 20

tie

fb .v

.

Voorbeeld van dagschema aan de hand van pictogrammen:

Wat kunnen ouders doen om het zelfvertrouwen van hun schoolkind te vergroten en de faalangst aan te pakken? Noem vijf tips.

yr

1.

3. 4. 5.

C

op

2.

21


Optimale voorwaarden in de opvoeding

Maak drietallen. Lees de Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar. Lees het Artikel 17 tips voor een goed gesprek met je puber. Speel een rollenspel. Je gaat als ouder een gesprek met je puber aan over de volgende schoolkeuze. Een persoon speelt de ouder, een persoon speelt de puber en een persoon observeert (de observator heeft de rol van hulpverlener). Als hulpverlener observeer je of de tips uit het artikel mee worden genomen in het gesprek.

.

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar <

Gesprek met een puber

fb .v

Opdracht 21

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Artikel 17 tips voor een goed gesprek met je puber <

22


Specifieke doelgroepen

Specifieke doelgroepen

.

Inleiding

Leerdoelen •

Je kunt beschrijven hoe je ouders met een verstandelijke beperking kunt ondersteunen bij de alledaagse opvoeding via thuisbegeleiding. Je kunt beschrijven hoe je ouders met psychische problemen kunt ondersteunen bij de alledaagse opvoeding via thuisbegeleiding.

Kennisvragen ouders met een verstandelijke beperking of psychische aandoening

ht

Deze opdracht maak je individueel. Lees de Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen. Beantwoord de vier vragen. a. Waar staat KOPP voor?

ig

Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen <

Ed

•

Opdracht 22

u' Ac

tie

fb .v

In je werk als thuisbegeleiding kun je te maken krijgen met ouders met een verstandelijke beperking of psychische aandoening. Tijdens de thuisbegeleiding ondersteun je deze ouders bij de alledaagse opvoeding. Tijdens de volgende opdrachten leer je wat er komt kijken bij het bieden van ondersteuning aan deze ouders.

C

op

yr

b. Welke belangrijke rol kan een sociaal netwerk spelen voor ouders met een verstandelijke beperking?

c. Vul de lege plek in. Een overzichtsstudie van het Verwey-Jonker instituut (Goderie e.a., 2005) voor de Raad voor de Kinderbescherming laat zien dat kinderen van verstandelijk beperkte ouders veel problemen hebben. Deze problemen uiten zich zowel op

als psychisch

gebied.

23


Specifieke doelgroepen

d. Bij psycho-educatie wordt een bepaalde volgorde aangehouden. Wat is die volgorde? Zet de drie activiteiten in de juiste volgorde. Accepteren Handelen

fb .v

Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking en psychische problemen. <

Ervaringsverhaal van Bieke

Maak tweetallen. Lees het Artikel Bieke. Het is het verhaal van Bieke, die opgroeide met twee ouders met een verstandelijke beperking. a. Benoem vijf opvoedingsproblemen, die in het artikel naar voren komen.

tie

Opdracht 23

.

Informeren

u' Ac

Artikel Bieke <

b. Kies een opvoedingsprobleem uit het artikel. Zoek in de Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen op hoe je ouders en Bieke hierbij zou kunnen begeleiden. Beschrijf hoe je dit gaat aanpakken.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Geef antwoord op de volgende vragen: • Welk opvoedingsprobleem ga je aanpakken? • Wat zegt de theorie over dit opvoedingsprobleem? • Welk ondersteuning past bij het aanpakken van dit probleem? • Hoe ga je de ondersteuning inzetten? • Lever dit stappenplan in bij je docent.

24


Specifieke doelgroepen

.

Maak tweetallen. Lees de Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen. Lees vervolgens het volgende verhaal:

Het gaat over mama. Ik begrijp soms niks van haar. Soms is mama opeens heel kwaad. Dan gaat ze rare dingen doen, zoals met borden gooien. Ze kan ook opeens gaan huilen. Zomaar. Papa heeft uitgelegd dat mama een psychisch probleem heeft. Het is echt niet leuk als je moeder zo is en ik voel me best vaak verdrietig en bang. Ik schrik ervan als mama opeens zo boos wordt, schreeuwt en rare dingen doet. Meestal doe ik dan mijn oren dicht of ga ik naar mijn kamer. Mijn moeder heeft ook allemaal krassen op haar arm. Vroeger zei ze dat ze in het prikkeldraad was gevallen, maar nu weet ik dat ze zichzelf pijn doet. Zij heeft mij verteld dat ze dat doet om zo de pijn van vroeger toen ze klein was niet meer te voelen. Ik begrijp het niet helemaal, maar ik ben wel blij dat mama er iets over heeft verteld. Soms wordt zij opgenomen, ik mag dan twee keer in de week bij mama op bezoek. Ik vind het echt fijn om haar dan weer te zien. Ze doet dan meestal heel gewoon, maar toch merk ik wel dat er iets is. Papa en mama praten dan heel druk. Ik heb aan mijn vriendin verteld wat er met mamma aan de hand is en ze begrijpt het geloof ik wel een beetje. Als ik echt verdrietig ben, praat ik tegen mijn hond.'

u' Ac

tie

Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen. <

Ouders met een psychische aandoening

fb .v

Opdracht 24

Lees de Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen. Zoek op internet naar artikelen/ filmpjes over hoe het is om op te groeien met een ouder met een verstandelijke beperking of psychische problemen. Maak viertallen en lees de gevonden artikelen van je groepsgenoten. Kies samen een artikel of filmpje uit en vat het artikel samen in twee zinnen. Klassikaal ga je hier een groepsgesprek over voeren. Behandel de volgende vragen tijdens het groepsgesprek: • Wat valt jullie op aan het uitgekozen artikel of filmpje? • Welke opvoedingsproblemen komen hierin naar voren? • Hoe denk jij dat het is om op te groeien met een ouder met een verstandelijke beperking of psychische aandoening?

yr

ig

Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen <

Groepsgesprek Ouder met een verstandelijke beperking of psychische problemen

ht

Opdracht 25

Ed

Welk opvoedingsprobleem komt hierin naar voren? Beschrijf op een A4 hoe je als thuisbegeleider dit gezin gaat begeleiden. Maak hierbij gebruik van informatie uit de Theoriebron.

C

op

Opdracht 26

Artikel Kinderen van ouders met een verstandelijke beperking < Artikel KOPP <

Tips voor ouders Maak vijftallen. Bekijk het Artikel Kinderen van ouders met een verstandelijke beperking en de Website Richtlijnen jeugdhulp KOPP. Ga op zoek naar andere websites waar tips worden gegeven over hoe je ouders met een psychische aandoening of verstandelijke beperking kunt begeleiden in de opvoeding. Kies drie tips uit die jou aanspreken. Bespreek deze drie tips aan de hand van de volgende vragen: • Zou jij de tips kunnen gebruiken? Waarom wel/niet? • Wat is een gouden tip? • Hoe zou je het vinden om ouders met een psychische aandoening of verstandelijke beperking te begeleiden?

25


Evalueren

Evalueren

.

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Tijdens je werk als thuisbegeleider is evalueren belangrijk. Het kan tijdens gesprekken met ouders voorkomen dat je vastloopt in de begeleiding. Dan evalueer je om te kijken waar dat aan ligt. Ook om je werk af te ronden met ouders evalueer je samen met hen. Tijdens het begeleiden is het goed om ouders feedback te geven, zodat ze weten hoe ze het doen. En wat ze nog zouden kunnen veranderen. De volgende opdrachten zijn gericht op het geven van feedback en het evalueren met ouders.

ig

Het geven van feedback zorgt ervoor dat je iemand helpt in zijn leerproces.

Leerdoelen

C

op

yr

• •

Opdracht 27

Theoriebron Evalueren met ouders <

Je kunt feedback aan ouders geven. Je kunt de opvoedingsondersteuning met de ouders evalueren.

Evalueren met ouders Lees de Theoriebron Evalueren met ouders. Beantwoord daarna de vragen. a. Met welke vraag begin je het opvolgend gesprek met ouders, beschreven bij fase vier van pedagogisch adviseren?

b. Welke houding van de hulpverlener werkt het best in het contact met ouders?

26


Evalueren

c. Evalueren is ...?

Opdracht 28

Feedback geven

Lees de Theoriebron Evalueren met ouders. Bekijk de regels van feedback geven. Maak groepjes van drie. Voer een feedbackgesprek. Twee personen voeren een feedbackgesprek en de derde observeert. Let bij het observeren erop dat de regels van feedback geven gevolgd worden. Geef feedback over hoe jij vindt dat je groepsgenoot zich gedraagt in de groep. Bespreek na het rollenspel met elkaar hoe het ging aan de hand van de volgende vragen: • Wat ging goed? • Wat kon beter? • Wat zou je inzetten bij een gesprek met ouders? • Wat zou je juist niet inzetten bij een gesprek met ouders?

Theoriebron Evalueren met ouders <

Feedback geven aan ouders

Lees de informatie over feedback geven in de Theoriebron Evalueren met ouders. Bekijk het Filmpje Doorzetten over het naar bed brengen. Beschrijf welke feedback jij zou geven. Bespreek dit met je groep. Maak een gezamenlijk verslag van jullie conclusie op A4 en lever dit in bij de docent.

Ed

Opdracht 29

u' Ac

tie

Theoriebron Evalueren met ouders <

fb .v

.

d. Waar helpt het geven van feedback aan ouders bij?

Filmpje Doorzetten <

Maak tweetallen. Lees de Theoriebron Evalueren met ouders. Lees de casus. Je gaat samen met ouders de ingezette ondersteuning evalueren. Maak samen een evaluatieformulier om dit te kunnen doen. Hang je formulier op in het lokaal. Bekijk alle formulieren. Schrijf bij elk formulier een tip en een top.

ig

Theoriebron Evalueren met ouders <

Evaluatieformulier

ht

Opdracht 30

C

op

yr

Casus “Soms wist ik echt niet meer wat ik moest doen”, zegt Petra, moeder Sarina (5) en Rens (3). Mijn man en ik maakten ons zorgen over het gedrag van onze dochter Sarina. Ze is snel boos en verdrietig, vooral als dingen niet gaan zoals zij wil. Sarina krijgt dan een “bui” en gaat schreeuwen en huilen. Sarina gaat ook regelmatig op de grond liggen als ze iets moet doen waar ze geen zin in heeft of als haar iets onverwacht wordt gevraagd. Ze kan dan ineens zogenaamd niet meer lopen. Soms zit ik echt met mijn handen in het haar en ik weet dan niet meer wat ik moet doen. Tussen Sarina en Rens, haar broertje, botert het niet zo. Ze maken veel ruzie. Rens lijkt onderhand thuis de boel over te nemen. Mijn man vindt dat ik consequenter moet zijn. Maar ja, ik wil niet steeds van die driftige kinderen. Mijn man is soms heel streng. Volgens mij helpt het ook niet dat mijn man en ik niet op één lijn zitten. Nu komt er iemand van thuisbegeleiding die helpt ons gezin weer op de rails te krijgen. Zij leert ons weer de regie in handen te nemen. Ik zie de verbeteringen nu al. Mijn man en ik praten meer over hoe we dingen aanpakken en vol kunnen houden. Sarina’s gedrag is rustiger. Ik weet zeker dat wij straks zonder begeleiding verder kunnen.”

27


Evalueren

Lees de Theoriebron Evalueren met ouders over de vier fasen van pedagogisch begeleiden. Lees de casus. Jij hebt ondersteuning aan de ouders uit de casus gegeven. Maak drietallen en speel een rollenspel. Twee personen spelen het rollenspel en een persoon observeert. Speel een evaluatiegesprek met een ouder na. Neem hierin de punten uit fase vier van pedagogisch begeleiden mee. Let er als observator op dat deze punten meegenomen worden in het gesprek en geef feedback.

.

Theoriebron Evalueren met ouders <

Evaluatiegesprek met een ouder

fb .v

Opdracht 31

Casus

Ed

u' Ac

tie

“Ik voel me vaak in de knel zitten tussen mijn vader en moeder” Kelly (11), worstelt met de gevolgen van de scheiding van haar ouders “Het ergste was dat ik niet meer iedere dag mijn vader kon zien. Toen mijn ouders gingen scheiden ben ik bij mijn moeder gaan wonen. Ik zie mijn vader een keer in de twee weken een weekend. Ze zijn nu twee jaar gescheiden. Mijn moeder heeft weer een nieuwe vriend en ze krijgen een baby. Ik zou graag willen dat mijn vader en moeder weer bij elkaar zouden komen, maar dat zal nu wel niet meer gebeuren. Mijn moeder vindt me te dik. Ik doe mee aan het project ‘Maat houden’ van de GGD. Daar zeiden ze dat het misschien ook goed is als ik wat hulp krijg bij mijn sombere gedachten en boze buien. Ik voel me vaak ongelukkig. Op de een of andere manier kan ik soms onhandig uit de hoek komen en gaat er altijd wel wat mis. Daardoor heb ik ook weinig vriendinnen. Thuis is vaak ruzie want die nieuwe vriend van mijn moeder is ook zo streng. Ik mag echt niks van hem. Ik voel me vaak in de knel zitten tussen mijn vader en moeder. Dan heb ik echt geen zin in regels van die nieuwe vriend. Nu helpt een thuisbegeleider mijn moeder en mij. We willen allebei dat het weer gezellig wordt tussen ons en beter gaat op school. Met de thuisbegeleider ben ik ook aan de slag gegaan met wat ik kan doen om meer vriendinnen te krijgen en niet zo vaak boos te worden.”

ht

a. Wat ging er goed tijdens het rollenspel?

yr

ig

b. Wat ging er minder goed?

C

op

c. Wat zou je de volgende keer anders doen en hoe zou je dit doen?

28


Reflectie

Reflectie Opdracht 32

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Opdracht 33

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ht

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

yr

ig

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

C

op

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Opdracht 34

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

29


Reflectie

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Samenwerken

tie

Opdracht 35

fb .v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

u' Ac

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

C

op

yr

ig

ht

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

30


Theoriebron Opvoeden

Theoriebron Opvoeden

.

Inleiding

Ed

Opvoeden is steunen.

u' Ac

tie

fb .v

Deze cursus gaat over begeleiden bij opvoeden. Voordat je leert begeleiden, is het goed om te weten wat opvoeden is. Wat is belangrijk bij opvoeden en wat heeft invloed op jouw stijl van opvoeden? In deze theoriebron wordt ook ingegaan op hoe je de opvoedvraag van ouders kunt achterhalen.

Wat is opvoeden?

ht

Opvoeden is het verzorgen, grootbrengen en vormen van kinderen door het bieden van structuur, het sturen, steunen en stimuleren van de sociaal-affectieve, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling en het sturen van het gedrag. Belangrijk bij opvoeden is sturen, steunen en stimuleren.

ig

Sturen

C

op

yr

Sturen bestaat uit leiding geven en consequent zijn. Kinderen hebben behoefte aan een veilige omgeving. Ze krijgen graag kaders waarin zij zich kunnen bewegen. Door duidelijk te zijn in welke regels jij hebt als opvoeder, weten kinderen waar ze aan toe zijn. Wees consequent. Dit betekent dat jouw ‘ja’, ja is en jouw ‘nee’, nee. Houd jezelf aan de regels en kaders die jij hebt gevormd. Geef zelf het goede voorbeeld.

Steunen Het steunen van een kind uit zich in het waarderen van het kind. Dit betekent dat je aandacht geeft, begrip toont in elke situatie en geduldig blijft. Ook als een kind negatieve aandacht vraagt is het als opvoeder belangrijk om geduldig te blijven en begrip te tonen. Kinderen willen graag aandacht. Als zij dit niet op een positieve manier voor elkaar krijgen, vragen ze dit op een negatieve manier. Als een kind negatief gedrag laat zien, probeer je dit om te buigen naar positief gedrag. Dit doe je door het positieve gedag te belonen en zo min mogelijk in te gaan op het negatieve gedrag.

31


Theoriebron Opvoeden

Stimuleren

fb .v

.

Stimuleren is het aanmoedigen van het kind om zich te ontwikkelen. Dit doe je door het kind de ruimte en een boeiende omgeving te bieden. Neem hierin zelf het voortouw. Door aan te moedigen en ondersteuning te bieden durft een kind zelf op onderzoek uit te gaan. Hierdoor wordt een kind zelfstandig en krijgt het zelfvertrouwen.

Invloeden op opvoeden

u' Ac

tie

Veel verschillende factoren hebben invloed op de manier waarop jij opvoedt. Als een ouder of als een professioneel opvoeder. Dit zijn bijvoorbeeld je ideeën, wensen en idealen. Maar ook je persoonlijkheid. Dit heeft vooral te maken met hoe jij je voelt en uit. Als jij je niet lekker voelt heeft dit invloed op de gemoedstoestand van kinderen. Hier reageren kinderen op met gedrag. En wat dacht je van je eigen opvoeding? De manier waarop jouw ouders je hebben opgevoed, neem je mee in de manier waarop jij opvoedt. Het is goed om na te denken hoe jij je opvoeding hebt ervaren en wat je bewust wilt meenemen of juist niet. Hebben jouw ouders het goede voorbeeld voor jou gegeven en volg jij deze of juist niet? Er is veel te lezen over opvoeding. Daar kun je inspiratie uit halen. Ook de samenleving of cultuur waar je in leeft heeft invloed op jouw manier van opvoeden.

Alledaagse opvoedingsvragen

ig

ht

Ed

De meeste ouders hebben weleens een vraag over het opvoeden en opgroeien van hun kinderen. Bijna alle ouders vinden zelf een antwoord op deze vraag. Bij 15% van de ouders en opvoeders ontstaan opvoedingsproblemen. Dit gebeurt als het opvoeden niet meer vanzelf gaat. Ouders komen erachter dat het opvoeden anders is dan ze verwacht hadden. Vaak is er meer aan de hand. Er is een combinatie met andere problemen. Alledaagse opvoedingsvragen van ouders gaan vooral over hoe zij hun kind liefde, aandacht en warmte kunnen geven en hoe zij als ouder regels en grenzen stellen. Deze alledaagse opvoedingsvragen staan centraal in deze cursus. Ouders kunnen vragen hebben over de lichamelijke ontwikkeling en gezondheid van hun kind of hoe zij het best om kunnen gaan met ongehoorzaam, lastig of ander problematisch gedrag. Wat verder aan de orde kan komen, is hoe ouders consequent kunnen zijn en grenzen kunnen stellen. Maar ook hoe zij het zelfvertrouwen van het kind kunnen verstevigen en om kunnen gaan met faalangst.

C

op

yr

Achterhalen van de opvoedingsvraag

32

Als thuisbegeleider maak je bij het achterhalen van de opvoedingsvraag gebruik van gespreksvaardigheden. Actief luisteren zet je hiervoor in. Je neemt een actieve luisterhouding aan. Dit houdt in dat je rechtop zit, een open houding aanneemt en oprecht aandacht toont. Aandacht tonen doe je bijvoorbeeld door te knikken. Verbale ondersteuning geven geef je door bijvoorbeeld: ‘hmm’ te zeggen als je meeleeft of: ‘ja, dat snap ik te zeggen’. Verder probeer je in te gaan op hoe de ouder zich voelt of hoe hij iets beleeft.


Theoriebron Opvoeden

Vragen stellen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Vragen stellen is een groot deel van het achterhalen van de opvoedingsvraag. Probeer zo veel mogelijk open vragen te stellen afgewisseld met een aantal gesloten vragen. Vraag door als iets niet duidelijk is of vraag om voorbeelden. Stel duidelijke vragen en gebruik geen moeilijke woorden. Geef een terugkoppeling van hoe jij denkt dat de boodschap van de ouder is. Dus geef een samenvatting. Vermijd suggestieve vragen. Dit zijn vragen waarbij je stuurt naar een bepaald soort antwoord. Ook meerkeuze of dubbele vragen zijn niet handig. Waarom-vragen zijn lastig te beantwoorden en kunnen ouders het gevoel geven dat ze veroordeeld worden. Let op je non-verbale communicatie. Neem een open houding aan. Houd je benen netjes naast elkaar en leg je handen op je benen. Kijk de ouder aan als jullie met elkaar praten. Maak gebruik van ondersteunende gebaren als je praat. Bijvoorbeeld ergens naar wijzen. Maak gebruik van een prettige toon en stemgebruik. Let op dat je gepaste afstand bewaart. Kijk waar jij je prettig bij voelt. Als jij liever niet naast de ouder zit, zoek dan een plekje tegenover de ouder.

33


Theoriebron Pedagogisch adviseren

.

Theoriebron Pedagogisch adviseren

fb .v

Inleiding

u' Ac

tie

Tijdens je werk als thuisbegeleider is het goed om gebruik te kunnen maken van een methode die je helpt in de ondersteunde gesprekken met ouders. Pedagogisch adviseren is een methode die je kunt gebruiken om met ouders een ondersteunend gesprek te voeren over hun opvoedingsvragen. Pedagogisch adviseren is opgebouwd uit vier fases. Aan de hand van die fases ga je samen met ouders op zoek naar hun opvoedingsprobleem. Door vragen te stellen en samen een hypothese op te stellen, kun je samen een advies vormen. Belangrijk is dat je het samen met ouders doet. Zij zijn de ervaringsdeskundigen. In deze theoriebron worden de eerste drie fases van pedagogisch adviseren uitgelegd. In de Theoriebron Evalueren met ouders wordt dieper ingegaan op fase vier.

Pedagogisch adviseren

ig

ht

Ed

Bij pedagogisch adviseren zie je de ouder als ervaringsdeskundige met betrekking tot hun kind en zie je de ouder als partner. Je doet het samen. Je bent er niet om als deskundige te vertellen hoe een ouder zijn kind moet opvoeden. De methodiek helpt ouders bij het achterhalen van de opvoedingsvraag. Als professional zet jij je competenties in om hen daarbij te helpen. Verder help je ouders om verandering aan te brengen in hun opvoedingssituatie. Je werkt vanuit de vraag en behoefte van ouders. Ouders zoeken samen met jou naar oplossingen door middel van praktische steun. Jij kunt ouders bijvoorbeeld helpen bij het zoeken van praktische hulp in de vorm van een kinderdagverblijf of gesprekken met andere ouders. Jij helpt ze bij het aanbrengen van verandering in houding en gedrag. Deze verandering is gericht op de ontwikkelingsfase van het kind en wat het nodig heeft. Maar ook op welke opvoedkwaliteiten ouders daarvoor nodig hebben. De methodiek steunt ouders, helpt hen in het anders kijken naar het kind, helpt ouders te structureren en stimuleert ouders in de bereidheid om te veranderen. Hierdoor krijgt het kind betere ontwikkelingskansen en wordt het vertrouwen van de ouders in henzelf als opvoeder hersteld.

C

op

yr

Erkenning geven

34

Pedagogisch adviseren richt zich op het geven van erkenning aan de ouders en kinderen. Je ziet en hoort dat de ouder het beste voor heeft met het kind doordat ze sensitieve responsiviteit inzetten. Jij geeft ze daar erkenning in. Sensitieve responsiviteit houdt in dat een opvoeder de signalen die een kind uitzendt ontvangt, goed interpreteert en er iets mee doet. Samen zoek je naar achtergronden, verschillende factoren en oorzaken die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van de opvoedingsvraag of het gedragsprobleem. Samen vorm je een hypothese. Wat jullie denken dat het probleem of de vraag zou kunnen zijn. Vervolgens zoek je samen naar mogelijkheden om verandering te brengen in de opvoedingssituatie.


Theoriebron Pedagogisch adviseren

Fasen van een adviesgesprek

fb .v

.

Door de jaren heen zijn er verschillende methoden en aanpakken van pedagogisch adviseren in omloop geweest. De volgende methodische aanpak is gebaseerd op verschillende methoden en stappenplannen. Deze methode beschrijft pedagogisch adviseren als een proces waar je met ouders doorheen gaat. Het gaat hier om het bepalen wat de vraag van de ouders is, wat er aan de hand is in een bepaalde opvoedsituatie, welke verklaringen daarvoor gegeven kunnen worden, wat oplossingen kunnen zijn, en als laatste hoe je kunt bepalen of er een resultaat gehaald is en hoe je gaat evalueren.

Fase 1: kennismaking

u' Ac

tie

Begroeten en kennismaken, daar gaat het in deze fase om. Dit is een heel belangrijk moment. De meeste ouders zijn tijdens zo’n eerste gesprek niet op hun gemak en voelen zich onzeker. Het is belangrijk dat jij ouders zich welkom laat voelen en ze op hun gemak stelt. Dit is de basis voor de komende gesprekken die je met ouders hebt. Verder ben je bij de kennismaking bezig met administratie, zoals het opschrijven van persoonlijke gegevens. Ook praat je met ouders over wat de bedoeling is van de gesprekken en dat de gesprekken preventief bedoeld zijn. Preventief werken betekent dat je probeert problemen te voorkomen. Goed is om verwachtingen naar elkaar uit te spreken en duidelijk te zijn over wat de bedoeling is van de gesprekken.

Fase 2: inventariseren en verhelderen van de vraag

Ed

Deze fase bestaat uit verschillende onderdelen. De fase begint met probleeminventarisatie. Vervolgens bespreek je de probleemanalyse, hypothesevorming en inschatting.

C

op

yr

ig

ht

Probleeminventarisatie Ouders hebben deze gesprekken omdat ze problemen ervaren in de opvoeding. Tijdens de probleeminventarisatie achterhaal je wat precies het probleem is. Je gaat samen op zoek naar het feitelijke probleem maar ook naar waar het mee te maken kan hebben, hoe zwaar het probleem is, en welke mogelijke oplossingen gebruikt kunnen worden. De probleeminventarisatie begint met de vraag: wat is nu precies het probleem? De ouders krijgen tijdens de probleemanalyse ruim te tijd om hun verhaal te doen. Jij bent bezig met luisteren, ondersteunen en stimuleren. Op een gegeven moment ga je het gesprek wat meer structureren door samen te vatten wat er is gezegd en vragen te stellen. Vraag door als iets niet duidelijk genoeg is. Je kunt gebruikmaken van de volgende vragen. Welk gedrag vind je lastig? Hoe reageer je als ouder op dit gedrag? Je moedigt de ouder aan om zo veel mogelijk concrete situaties te vertellen. Probeer ouders te stimuleren om zo concreet mogelijk te zijn. Laat ze feitelijk opnoemen wat het gedrag is dat ouders en kind laten zien. Een vraag die je kunt stellen is: kunt u een situatie vertellen die pas geleden is gebeurd waar het gedrag duidelijk te zien was? De informatie die duidelijk wordt tijdens dit gesprek helpt om te begrijpen wat voor soort gedrag de ouders lastig of problematisch vinden, wanneer het plaatsvindt en wat het gevolg is. De probleeminventarisatie sluit je af met een samenvatting.

35


Theoriebron Pedagogisch adviseren

fb .v

.

Probleemanalyse Het gaat bij de probleemanalyse een stapje verder. Het doel is om meer inzicht te krijgen in de kind-, ouder- en omgevingsfactoren die invloed hebben op de opvoedingssituatie. Waar je goed op moet letten is dat je voorkomt dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Kijk welke factoren belangrijk zijn in de hulpvraag van de ouders. Het kan zijn dat er risicofactoren zijn die de draaglast van de ouders zo veel zwaarder maken dat de ouders de draagkracht niet meer hebben. Het is goed om te kijken welke beschermende factoren daar tegenover staan en hoe je die sterker kunt maken. Van daaruit kun je kijken waar je jouw ondersteuning vooral op moet richten. Tijdens deze fase neem je ook de theorie van ontwikkelingspsychologie mee. Je kunt bijvoorbeeld de ouders laten zien in welke fase hun kind zit en welke ontwikkeling daarbij hoort.Wat het kind al kan en wat het nog moet leren. Het kan zijn dat ouders hun kind overvragen. Dus ze hun kind iets willen laten doen wat nog niet bij zijn ontwikkeling past. Hoeveel theorie je er ook bij gebruikt, je gaat altijd uit van de gedachten dat de ouders de beste theorie hebben.

u' Ac

tie

Hypothesevorming Samen met ouders zet je in deze fase alles op een rijtje. Je zet alle feiten en vermoedens in groepjes. Daaruit kun je een hypothese vormen als verklaring voor het mogelijke probleem. Je stelt een aantal hypotheses op. Kijk hier zo kritisch mogelijk naar en probeer dit objectief, dus zonder mening, te doen. Bespreek als het kan de hypotheses met een collega. Daarna bespreek je met ouders wat zij van de hypotheses vinden. Vervolgens beslis je samen met welk hypothese jullie verder gaan.

Ed

Inschatting Tijdens het inschatten neem je alles uit de voorgaande onderdelen mee. Je schat in hoe zwaar of ernstig het probleem is. De criteria van Rutten (Pelzer, 1994) kunnen daarbij helpen: • Is het gedrag gerelateerd aan de leeftijd/ontwikkelingsfase van het kind? • Komt het in een of meerdere ontwikkelingsfases voor? • Is het gedrag verklaarbaar gezien de omstandigheden? Als het gedrag niet te verklaren is, is het zwaar en ga je zoeken naar een doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp. Bij de andere gevallen kun je zelf ondersteuning bieden.

ht

Fase 3: afweging en besluitvorming (wat te doen?)

C

op

yr

ig

Tijdens het afwegen en keuzes maken ga je aan de slag met het weer hanteerbaar maken van de opvoedingssituatie. Dat doe je aan de hand van de probleemanalyse en door te kijken wat het probleem in stand houdt. Je kijkt wat de ouders nodig hebben aan de hand van de door jou geformuleerde hypotheses. Als jouw conclusie is dat de ouders het goed aanpakken dan zal jouw ondersteuning gericht zijn op het geven van emotionele steun en positieve feedback. Als de draagkracht van de ouders niet sterk is, zal jouw ondersteuning vooral uit praktische hulp bestaan. Zou het goed zijn als ouders hun opvoedaanpak beter afstemmen op de ontwikkelingsfase van het kind, dan zal jouw ondersteuning bestaan uit voorlichting en informatie. Als er heftigere en ingewikkeldere problemen aan de hand zijn, zal jouw ondersteuning bestaan uit het doorverwijzen en het motiveren van ouders om de juiste hulp te krijgen.

Haalbare doelen stellen Bij het pedagogisch adviseren staat het geven van advies en het bieden van begeleiding bij opvoedingssituaties die ouders lastig vinden centraal. Als er duidelijk is wat er aan de hand is en waar het probleem vandaan komt is het tijd om te bedenken hoe de moeilijkheden opgelost kunnen worden. Het is belangrijk dat ouders hier actief bij betrokken worden en zelf nadenken over waar ze aan willen werken. Bij het formuleren van doelen is het belangrijk

36


Theoriebron Pedagogisch adviseren

fb .v

.

dat het realistische, haalbare doelen voor ouders zijn. Als er meerdere problemen zijn kunnen ouders vertellen waar ze als eerste aan willen werken. De volgende stap is kijken of ouders genoeg veerkracht en motivatie hebben om het aan te kunnen. Samen met ouders kun je kijken wat voor hen belangrijk is om aan te pakken. Houd in je achterhoofd dat het misschien goed is om met de makkelijke problemen te beginnen. Kleine successen geven hoop voor grotere problemen. Formuleer de doelen vanuit de ik-vorm en zo concreet mogelijk. Houd het doel positief dus niet gericht op het gedrag wat moet ophouden maar gericht op een gewenste situatie.

Uitwerken aanpak

Ed

Afspraken maken

u' Ac

tie

Als er haalbare doelen zijn vastgesteld kun je gaan kijken naar mogelijke aanpakken. Tijdens het uitwerken van de aanpak stopt de inbreng van ouders vaak en verwachten ze een kant-en-klaarantwoord van jou als hulpverlener. Dan is het belangrijk om het samenwerkingsmodel toe te passen. Lees hier meer over in Theoriebron Opvoedingsondersteuning. Als jij te veel in de rol van adviseur gaat zitten, neem je de mogelijkheid van ouders weg om het zelf op te lossen. Probeer ouders te stimuleren om zelf met antwoorden te komen. Dit werkt voor beide kanten het best. Je kunt bijvoorbeeld de volgende vraag stellen: Hoe krijgen we …… zo ver dat hij weer in zijn eigen bed slaapt? Heeft u daar misschien bepaalde ideeën over? Accepteer de ideeën van ouders. Eigen ideeën werken altijd het best. Jij kunt altijd informatie geven of ideeën aanbrengen en daardoor de ideeën van ouders in een bepaalde richting sturen. Je kunt met ouders voor- en nadelen bespreken van een bepaalde oplossing. Maar laat de uiteindelijke beslissing wel bij de ouders.

C

op

yr

ig

ht

Bij de afronding van het advies maak je afspraken. Let erop dat deze afspraken zo concreet mogelijk zijn. Ook is het belangrijk dat ouders achter de beslissingen en afspraken staan. Bespreek dat de oplossing niet van de ene op de ander dag zal werken. Het betekent misschien zelfs dat het kind zijn gedrag enige tijd verergert. Spoor ouders aan om toch enige tijd vol te houden. Je kunt afspreken dat ouders jou kunnen bellen bij vragen of als ze het lastig vinden om zich te houden aan de afspraken. Tijdens fase vier van deze methode ga je samen met ouders kijken hoe het toepassen van de oplossingen is gegaan. Deze fase wordt beschreven in Theoriebron Evalueren met ouders.

37


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

.

Theoriebron Opvoedingsondersteuning

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Tijdens je werk als thuisbegeleider ben je bezig met opvoedingsondersteuning. Dit houdt in dat je ouders ondersteunt bij de opvoeding. Deze theoriebron legt uit wat dit inhoudt. Ook wordt hier ingegaan op verschillende vormen van opvoedingsondersteuning.

Ondersteunen doe je samen.

Opvoedingsondersteuning

C

op

yr

ig

ht

Opvoedingsondersteuning bestaat uit alle activiteiten die ouders helpen bij opvoeden. Deze activiteiten richten zich op de ouders en de situatie waarin de opvoeding plaatsvindt. Daardoor worden voor kinderen optimale ontwikkeling, kansen en voorwaarden gecreëerd. En het zorgt voor vermindering van problemen in de opvoeding die de ontwikkeling van het kind vertragen. De activiteiten zorgen voor: • het versterken van opvoedingsvaardigheden • het vergroten van de competentie en het vertrouwen van ouders in zichzelf • het vergroten van de draagkracht • het verbeteren van het contact tussen ouder en kind • het versterken van het opvoedklimaat (regels, grenzen, normen en waarden; veiligheid; ouderbetrokkenheid en ouderbeschikbaarheid en ouders op een lijn) • het behalen van successen waardoor de ouders de nieuwe opvoedmogelijkheden aankunnen.

38

Je werkt vanuit de vraaggerichte werkwijze. Dit betekent dat ouders vanuit een vraag naar opvoedondersteuning bij jou komen. Belangrijk bij opvoedingsondersteuning is het geven van emotionele steun aan ouders. Dit doe je door aan-, in- en meevoelen. Hierbij is sensitieve responsiviteit belangrijk. Ook geef je praktische en informatieve steun. Bijvoorbeeld door kinderopvang te regelen of door informatie te geven over de ontwikkeling van een kind. Verder creëer je mogelijkheden en voorwaarden voor sociale steun. Dit houdt in dat je ouders helpt het sociale netwerk te vergroten, zodat ouders meer mensen hebben waar ze op kunnen steunen.


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

Samenwerkingsmodel

fb .v

.

Er zijn verschillende methoden die je kunt gebruiken bij pedagogisch adviseren. De basis van pedagogisch adviseren staat beschreven in de Theoriebron Pedagogisch adviseren. Onderstaand model is het samenwerkingsmodel voor een pedagogisch adviesgesprek. Deze stap-voor-stapmethode heeft vijf fases. Het gaat hier om de samenwerking tussen ouders en jou als hulpverlener. De ouders hebben een probleem en jij als hulpverlener sluit aan bij de beleving van ouders. Dit doe je door te luisteren en je in te leven in de situatie van de ouders. De ouders denken actief na over het probleem. Door de juiste vragen te stellen zet je de ouders aan het denken. En je helpt de ouders door mee te denken. Vervolgens vormen de ouders een antwoord op de hulpvraag. Als de ouders zelf het probleem achterhalen en zelf een oplossing bedenken heeft het de grootste slagingskans. Jij als hulpverlener vat de ideeën van de ouder samen. Hierdoor geef je duidelijkheid en structuur aan het gesprek. Handelen

1. Welkom en kennismaking, vraag ouder en behoefte, verwachtingen van de ouder vaststellen, werkwijze

ouder ontvangen,

op gemak stellen, uitleg werkwijze, verwachting ouders bespreken inzicht krijgen in wens ouders open vragen stellen wederzijdse inzet en werkwijze vaststellen plan van aanpak/werkwijze voorstellen, tot akkoord komen samenvatten.

Aandachtspunten

tie

Stap

• •

u' Ac

• • •

Ed

• •

de ouder is partner! pedagogisch adviseur is partner van ouders luisteren, observeren, inleven benoemen, samenvatten ik-boodschap geen mening vragen en waarom-vragen stellen, geen advies/tips geven.

yr

ig

ht

2. Verhelderen/ inventariseren

• • •

C

op

3. Analyseren, nuanceren, verdiepen in draagkracht van ouders, factoren

• • 4. Handelen veranderen van gedrag, situatie

• •

open vragen stellen over beeld spec. opvoedsituatie effect op gezin reacties op het gedrag reacties kind zelf eerste conclusie trekken.

doorvragen voor inzicht in de situatie en beleving, sociale steunaspecten, draagkracht, andere factoren, hypothese stellen, onderzoeken van intentiekind en ouders wat kan veranderen samenvatten.

ingaan op de wens ouder en behoefte kind bevestigen ouder

• • •

• • • •

• •

interview en open vragen verwoorden van inbreng ouder samenvatten aan ouder vragen of het klopt. verdiepende en verbredende vragen verwoorden, benoemen aan ouder voorleggen anders kijken naar gedrag zoeken naar veranderingsbereidheid.

initiatief bij de ouder leggen waarderen inzet ouder

39


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

Aandachtspunten

gevraagde informatie geven samen zoeken naar oplossing aanbieden van extra contact doorverwijzen.

• • •

de ouder de keus geven steun benoemen (vervolg)afspraak maken.

vragen naar mate van tevredenheid over handelwijze en werkwijze toetsen aan verwachting van ouders of werkwijze overeenstemt met aanbod vervolgafspraak maken of begeleid verwijzen.

• •

feedback geven op inzet reflecteren op werkwijze/aanbod aanpassen werkwijze/aanbod ouder de keus.

• • 5. Evalueren of toetsen

u' Ac

fb .v

.

Handelen

tie

Stap

Empowerment-benadering

ig

ht

Ed

Bij het samenwerkingsmodel maak je gebruik van de empowerment-benadering. Met de empowerment-benadering wordt de eigen verantwoordelijkheid in het probleemoplossend vermogen bij ouders geactiveerd, krijgen ouders zicht op hun competenties en neemt het vertrouwen in opvoedings(v)aardigheid toe. Het doel van de empowerment-benadering is de pedagogische draagkracht van ouders in balans te krijgen en te zorgen dat ouders weten hoe om te gaan met de opvoedingssituatie. Ook leren zij hoe om te gaan met nieuwe moeilijkheden in de opvoeding. Er wordt gewerkt vanuit wat goed gaat tussen ouders en kinderen. Er wordt aangesloten bij de kracht van ouders en hun bereidheid en mogelijkheden om veranderingen aan te brengen in de thuissituatie. De gelijkwaardige inbreng van ouders en jou als hulpverlener zorgt ervoor dat ouders zelf in staat zijn tot een oplossing te komen. Jij als hulpverlener bent actief in: steunen, sturen, structureren en stimuleren.

C

op

yr

Positief opvoeden Triple P

40

Triple P staat voor Positief Pedagogisch Programma. Het is van oorsprong een Australisch programma voor opvoedingsondersteuning aan ouders met kinderen in de leeftijd van 0-16 jaar. Het is een laagdrempelig en volledig programma. Het doel is preventie van (ernstige) emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen door het stimuleren van vaardig ouderschap. Dit doet triple P door het zelfvertrouwen van ouders te vergroten. Het zelfvertrouwen van ouders wordt vergroot door: • ouders te trainen in hoe om te gaan met gedrags- en ontwikkelproblemen. • ouders minder gebruik te laten maken van dwingende en negatieve disciplinevormen. • ouders te helpen een betere afstemming te krijgen over opvoedingskwesties. Bijvoorbeeld als ouders het niet eens kunnen worden over bedtijden of wat kinderen wel en niet mogen eten. Bij het samen opvoeden is het belangrijk dat ouders ook echt samen opvoeden. Dit betekent dat ouders op dezelfde manier het kind benaderen en opvoeden.


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

fb .v

.

Het programma heeft vijf niveaus van ondersteuning die zijn afgestemd op de verschillende behoeften van gezinnen. Deze vijf niveaus zorgen bij elkaar voor een samenhangend systeem van interventies dat ouders voorziet in de gewenste informatie en steun bij de opvoeding. De vijf niveaus van ondersteuning zijn: 1. Voorlichting en informatie via de media en andere informatiebronnen 2. Korte individuele voorlichtingsgesprekken over de ontwikkeling en het gedrag van kinderen. 3. Gericht advies bij specifieke zorgen over het gedrag en/of de ontwikkeling van het kind. 4. Training in opvoedingsvaardigheden bij ernstige gedragsproblemen van het kind. 5. Gezinsinterventie bij ernstige gedragsproblemen gecombineerd met overige gezinsproblemen.

tie

Gordon-training: Effectief communiceren met kinderen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

Deze cursus is een preventieve oudercursus voor ouders en opvoeders van kinderen tussen 1 en 18 jaar met als doel de benodigde, specifieke communicatievaardigheden van ouders voor de opvoeding van hun kind te ontwikkelen. Het hoofddoel van de Gordon-training is dat ouder(s) en kind(eren) een gezonde onderlinge relatie hebben. Hierdoor worden de ontwikkelingskansen van het kind groter, veilige hechting bevorderd en gedragsproblemen voorkomen. De contacten tussen ouder en kind zijn ontspannen en positief. De Gordon-training 'effectief communiceren met kinderen' is een groepstraining voor ouders. De training bestaat uit tien wekelijkse bijeenkomsten van drie uur. In deze training wordt het leren van communicatievaardigheden en een democratische conflictoplossing besproken. Dit betekent dat je samen en door te overleggen tot een oplossing komt. De leerwensen en ervaringen van de ouders zijn een belangrijk onderdeel van de training. De volgende onderwerpen komen tijden de training aan bod: de vaardigheidstraining ‘leren actief luisteren’ en het formuleren van ‘ik-boodschappen’, uitwisseling van ervaringen en meningvormende discussies. In de Gordon-training wordt gebruikgemaakt van het ‘gedragsraam’. Het gedragsraam is een schema met drie vakken om de problemen onder te verdelen (kind heeft een probleem, de ouder heeft een probleem of er is geen probleem aanwezig). Het gedragsraam wordt ingezet om een keuze te maken voor de in te zetten oplossing.

41


Theoriebron Opvoedingsondersteuning

Instapje

fb .v

.

Instapje is een gezinsgericht stimuleringsprogramma. Het houdt zich bezig met het vergroten van de onderwijskansen van kinderen van 1-2 jaar uit achterstandsituaties. Ouders worden 26 weken thuis bezocht door een Instapje-medewerker. Tijdens deze huisbezoeken leren de ouders de ontwikkeling van hun kind te stimuleren. Dit doen ze door concrete vuistregels voor interactie en spelactiviteiten toe te passen. Interactie tussen ouder en kind is hierbij een sleutel. Dit huisbezoek wordt gedaan door iemand - bij voorkeur - afkomstig uit dezelfde etnische groep en die dezelfde taal spreekt als de ouders. De ouders leren de vuistregels voor interactie door het voorbeeldgedrag van de medewerker tijdens het gezamenlijk uitvoeren van de spelactiviteiten en door participerend leren. Bij participerend leren doet de ouder mee zodat hij leert van het meedoen.

tie

Kortdurende Video Home Training (K-VHT)

ht

Ed

u' Ac

K-VHT is een gedragsinterventie voor ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar die opvoedingsvragen hebben. Het gaat vooral om ouders bij wie de hechting met de baby onder druk staat of moeilijk tot stand lijkt te komen, het contact met het kind niet goed gaat door onbegrip, irritaties en machteloosheid, opvoedingsvaardigheden tekortschieten waardoor het contact met het kind negatief verloopt, de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind onder druk staat door problemen in de communicatie en het contact met het kind. Het programma is gericht op het bevorderen van de sociaal-emotionele ontwikkeling en het voorkomen of verminderen van gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Dit door opvoedingsvaardigheden van ouders te versterken en de ouder-kindrelatie te verbeteren. Als hulpverlener geef je tijdens acht huisbezoeken feedback op video-opnamen van interacties tussen ouder en kind. Ook geef je informatie over opvoedings(problemen). Het doel van K-VHT is om ouders te helpen om goed te reageren op hun kinderen. Dit stimuleert de (sociaal-emotionele) ontwikkeling van de kinderen en voorkomt probleemgedrag. Als er al (lichte) problemen zijn ontstaan, is de begeleiding gericht op het herstel van optimaal contact tussen ouder en kind en op herstel van de positieve ontwikkeling van het kind.

ig

Kleine stapjes

C

op

yr

Dit programma is gericht op kinderen met een verstandelijke beperking en zet de belangrijkste vaardigheden op een rij die een kind in de eerste vier á vijf levensjaren leert. Vaardigheden op het gebied van de motoriek en de zelfredzaamheid. Maar ook op het gebied van taal en denken. Een belangrijke factor voor het succes van het programma is hoe intensief het wordt toegepast. Wanneer ouders dagelijks met kleine stapjes werken zal er vooruitgang geboekt worden, precies in die vaardigheden die intensief aandacht krijgen. De meeste vaardigheden kunnen op allerlei ‘natuurlijke’ momenten geoefend worden tijdens dagelijkse routines en spel. Kleine stapjes is dus geen therapie die één of meer keren per week door een professional moet worden uitgevoerd. Kleine Stapjes is een laagdrempelig programma dat is geschreven voor ouders en andere directe begeleiders van het kind met een verstandelijke beperking.

42

In de jaren ’80 van de vorige eeuw begon het besef dat kinderen met een verstandelijke beperking ‘leerbaar’ waren wanneer zij van jongs af aan systematisch en intensief onderwijs kregen. Tegenwoordig is bekend dat het aanpassingsvermogen van onze hersenen groot is: nieuwe neuronale verbindingen kunnen zich ontwikkelen door oefening en delen van de hersenen kunnen taken overnemen van beschadigde andere delen. Dat aanpassingsvermogen is het grootst tijdens de eerste jaren van een kinderleven. Kleine stapjes kan dus daadwerkelijk verschil maken voor de ontwikkeling van een kind.


Inleiding

fb .v

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave

.

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave

Ed

u' Ac

tie

Als hulpverlener ondersteun je ouders in hun opvoedingssituatie. Om dit goed te kunnen doen is het belangrijk om te weten welke ontwikkelingsopgave een kind heeft. Verder is het goed om te weten hoe een ouder een kind kan ondersteunen in zijn ontwikkelingsopgave. Deze ondersteuningstaken heten opvoedingsopgave.

ht

Spelenderwijs ontwikkelen.

Ontwikkelingsopgave

C

op

yr

ig

In de loop van de ontwikkeling van baby naar volwassene zijn er verschillende thema’s die typerend zijn voor een bepaalde periode in de ontwikkeling. Deze thema's worden ook wel ontwikkelingsopgaven genoemd. Een voorbeeld van een ontwikkelingsopgave tijdens de babyperiode is een goede gehechtheidsrelatie met de opvoeder. Ontwikkelingsopgaven zijn psychologische opdrachten die iedereen op een of andere manier meemaakt. Door deze opdrachten goed te vervullen doet het kind kennis en vaardigheden op en ontwikkelt het. De hoofdgedachte hierbij is dat als je een ontwikkelopgave niet goed kunt oplossen dat gevolgen heeft voor latere ontwikkelingsopgaven. Die latere opgaven kunnen dan niet of onvoldoende uitgevoerd worden. Hierdoor kan de ontwikkeling stilstaan of ontsporen. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat kinderen bij elke ontwikkelingsopgave genoeg ondersteund worden. Dit betekent dat de pedagogische omgeving goed afgestemd moet zijn op de ontwikkelingsopgaven die voor het kind op dat moment spelen.

43


Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave

Opvoedingsopgaven

fb .v

.

Kinderen ontwikkelen zich door het opdoen van ervaringen. Dat zijn ervaringen met hun (professionele) opvoeders, andere mensen en de materiële omgeving. Er zijn vier basisvaardigheden die belangrijk zijn. Dit zijn: 1. het bieden van emotionele ondersteuning (sensitieve responsiviteit of sensitiviteit) 2. het respecteren van de autonomie van kinderen 3. het bieden van structuur en grenzen stellen 4. het geven van informatie en uitleg.

Structuur en grenzen

u' Ac

tie

Deze basisvaardigheden van opvoeders helpen bij het halen van de pedagogische basisdoelen. Het gaat bij deze vaardigheden om interactievaardigheden in het directe contact met het kind. En ook om vaardigheden in het creëren van ‘voorwaarden’ om de ontwikkeling van het kind zo goed mogelijk te laten verlopen. Emotionele ondersteuning bieden is een gevoel van houvast geven aan het kind, zodat het zich veilig en op zijn gemak voelt. Door dit aan een kind te geven kan hij zijn aandacht richten op zijn omgeving. Hierdoor is hij vrij om nieuwe indrukken op te doen en te leren van wat hij meemaakt. Concreet betekent ‘emotioneel ondersteunen’ dat de opvoeder op een positieve manier duidelijk zijn of haar betrokkenheid laat blijken bij wat het kind doet en ervaart. Dit kan de ouder doen door te troosten, complimentjes geven, aanmoedigen en interesse tonen.

ig

ht

Ed

Als een kind zich emotioneel ondersteund voelt door de opvoeder, gaat het op ontdekkingsreis. Het is daarbij belangrijk dat de opvoeder het kind zo veel mogelijk de ruimte geeft en het respecteert in zijn autonomie. Respect voor autonomie betekent het bevorderen van zelfstandigheid en het respecteren van de eigenheid van het kind. De volgende vaardigheid is structuur bieden en grenzen stellen. Door een kind vaste structuur en grenzen aan te bieden kan het groeien in zelfstandigheid en autonomie. Het lijkt dubbel dat als je meer regels oplegt het kind meer ruimte krijgt voor eigen inbreng. Juist door regels en structuur te bieden voelt een kind zich veilig, omdat hij weet waar hij aan toe is. Deze veiligheid helpt hem om zelfstandig te worden. Door uitleg te geven kan een kind de wereld om zich heen beter begrijpen. Zorg ervoor dat deze informatie aansluit bij de belevingswereld van het kind. Houd ook rekening met het concentratievermogen van een kind. Doordat je hem informatie geeft voelt hij zich serieus genomen en kan hij verder.

C

op

yr

Sociaal-emotionele ontwikkeling

44

Als hulpverlener begeleidt jij ouders om hun kind te ondersteunen in hun ontwikkeling. Om dit te doen is het nodig dat je de basis van de ontwikkeling van kinderen kent. Gevoelens en emoties ontwikkelen zich van jongs af aan. Deze ontwikkeling – waaronder hechting, geborgenheid, vertrouwen, blijdschap en verdriet – valt onder het emotioneel ontwikkelingsgebied. De emotionele ontwikkeling beschrijft de manier waarop kinderen in toenemende mate hun emoties bewust ervaren en hier grip op krijgen. Ook leert het kind op emotioneel ontwikkelingsgebied om de gevoelens van anderen te begrijpen en om daar goed mee om te gaan. De emotionele ontwikkeling heeft een sterke samenhang met de sociale ontwikkeling van kinderen. Naarmate het kind ouder wordt, wordt ook de omgang met anderen belangrijker. Omgaan met anderen is echter een vaardigheid die je met vallen en opstaan leert. De ontwikkeling van de sociale vaardigheden is noodzakelijk voor een kind om zich staande te kunnen houden binnen een sociale situatie.


Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave

Lichamelijke ontwikkeling

fb .v

.

Alles wat te maken heeft met de lichamelijke groei en de zintuiglijke ontwikkeling (dus het vermogen tot horen, ruiken, proeven, zien en voelen) noem je de lichamelijke ontwikkeling. Hieronder valt ook de motorische ontwikkeling die de grove en de fijne motoriek omvat. De grove motoriek zijn grotere handelingen, zoals lopen en een voorwerp vastpakken. De fijne motoriek zijn kleinere handelingen, zoals schrijven.

Cognitieve ontwikkeling

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Het vermogen om te kunnen denken, onthouden, leren en te concentreren, wordt ook wel de cognitieve ontwikkeling genoemd. Hieronder valt ook de ontwikkeling van taal, zoals luisteren, spreken, lezen en schrijven. Het voorlezen van een boekje is een goede manier om het praten en het concentratievermogen te stimuleren. Bij de cognitieve ontwikkeling leren kinderen om informatie uit hun omgeving te verwerken, op te slaan en om deze verworven kennis en vaardigheden op een later tijdstip weer te kunnen gebruiken of toe te passen. Binnen dit proces is de ontwikkeling van het geheugen essentieel.

45


fb .v

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar

.

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar

tie

Inleiding

Ed

u' Ac

Deze theoriebron beschrijft welke ontwikkelingsopgaven jonge kinderen doorlopen. Verder wordt ingegaan op de opvoedingsopgaven die daarbij komen kijken voor ouders. Ook worden tips gegeven hoe jij ouders als thuisbegeleider kunt ondersteunen bij deze opvoedingsopgave.

ig

ht

Bij de ontwikkeling van de baby is een goede verzorging belangrijk.

Ontwikkelingsopgave kinderen van 0-2 jaar

C

op

yr

Voor het kind is in deze periode het opbouwen van een veilige gehechtheidsrelatie het belangrijkst. Als kinderen veilig gehecht zijn, kunnen zij hun opvoeder gebruiken als veilige basis van waaruit zij hun omgeving kunnen verkennen. In het tweede jaar als autonomie en individuatie een belangrijk thema wordt, wordt het nog belangrijker dat de opvoeder het kind de kans geeft om zelf dingen te ontdekken en zo te zien wat hij zelf kan. Deze periode staat ook in het teken van lichaamsbeheersing. Verder is het voor een baby belangrijk dat hij een dag- en nachtritme ontwikkelt. Dit omdat hierdoor het kind structuur krijgt en zijn omgeving voorspelbaar wordt. Hierdoor kan het kind zich optimaal ontwikkelen.

46


Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar

Opvoedingsopgave voor de ouders

fb .v

.

Bij de ontwikkelingsopgaven van de kinderen horen opvoedingsopgaven voor de ouders. Dit zijn de opgaven die ouders hebben om ervoor te zorgen dat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Voor ouders is het in deze periode belangrijk om sensitief en responsief te reageren op de behoeften en signalen van het kind. Dit hoort bij emotionele ondersteuning. Ouders kunnen ondersteuning bieden door het kind op vaste tijden te laten slapen, eten en spelen. En door materiaal op vaste plaatsen te laten staan. Voor de taalontwikkeling van het kind is het belangrijk dat ouders veel praten tegen een kind, bijvoorbeeld door het kind voor te lezen. Door taal veel te horen leert een baby klanken herkennen.

yr

ig

ht

Ed

Cirkel van veiligheid

u' Ac

tie

Hechting In deze periode is hechting belangrijk. Het kind kan daardoor zichzelf leren kennen en zichzelf ontwikkelen naar zelfstandigheid. Als een kind aan iemand gehecht is, noem je die persoon de ‘belangrijke ander’. Een kind kan verschillende hechtingsrelaties tegelijk aangaan. Hechtingsrelaties zijn meestal de ouders en/of grootouders, een vaste oppas of begeleider op een kinderdagverblijf. Door de hechtingsrelatie(s) kan het kind een gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen ontwikkelen. Hechting ontstaat doordat ouders reageren op signalen van het kind. Als het kind huilt, reageert de ouder door het kind op te pakken en te proberen te achterhalen wat er aan de hand is. Heeft het kind honger, een natte luier of is het moe? Door te reageren en aandacht te geven ontstaat er hechting. Spiegelen is hier ook belangrijk in. Dit houdt in dat de ouder het kind aankijkt en bijvoorbeeld lacht zodat het kind hem kan spiegelen. Dit geldt ook andersom. Als de ouder bijvoorbeeld het kind zijn geluiden nadoet. Hierdoor ontstaat contact en dit is belangrijk bij het hechtingsproces.

C

op

Cirkel van veiligheid. Aan de hand van de cirkel van veiligheid wordt het hechtingsproces goed zichtbaar gemaakt. Bij deze cirkel van veiligheid gaat het erom dat de ouder ingaat op de behoeften van het kind. Vanuit een veilige basis (bovenkant cirkel) is het mogelijk om de verkenningsreis van het kind, het ontdekken van de omgeving, te ondersteunen. Dit doe je door het kind te helpen, op het kind te letten en samen plezier te delen. Als er stress ontstaat in het leven van het kind zorgt een goede hechting voor een veilige haven (onderkant cirkel) waarop het kind terug kan vallen. Belangrijk in deze periode is te laten zien dat je signalen van het kind opmerkt. En hier adequaat op reageert door het kind te troosten, te beschermen en gevoelens van het kind in goede banen te leiden.

47


Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 0-4 jaar

Ontwikkelingsopgave voor kinderen van 2-4 jaar

u' Ac

Opvoedingsopgave voor de ouders

tie

fb .v

.

In deze periode wordt autonomie steeds belangrijker. Het kind gaat meer initiatief nemen. Het kan zonder de ouder succes en bevrediging behalen. In deze periode wordt de basis gelegd voor vertrouwen in anderen en voor vertrouwen in het eigen kunnen. In de loop van het derde jaar krijgen leeftijdgenootjes een rol. In deze periode begint het samenspelen. Dit begint met het naast elkaar spelen en ontwikkelt zich in samen spelen. De peuter moet leren om positief met leeftijdgenootjes om te gaan en niet steeds ruzie te hebben. Wat ook in deze periode plaatsvindt, is dat het kind zich kan aan passen aan de eisen van de ouder. Dit noem je socialisatie. Een voorbeeld hiervan is dat het kind zindelijk wordt of geen speelgoed van andere kinderen afpakt. Veel voorkomende normale problemen in deze periode zijn angst voor vreemden en onbekende situaties, koppigheid, driftbuien, ongehoorzaamheid, druk gedrag en niet zindelijk zijn. Ook gaat de taalontwikkeling verder. Het kind begint met het ‘alsof-spel’ en probleemoplossend spel. Daarnaast krijgt het kind oog voor verhaaltjes en dagelijkse routines.

Ed

Voor ouders blijven in deze periode de opvoedingopgaven zoals emotionele steun bieden, autonomie erkennen, structureren en grenzen stellen van belang. In deze periode worden de intellectuele en sociale behoeften van peuters groter. Gevolg hiervan is dat ouders meer informatie en uitleg moeten gaan geven over hoe iets hoort, moet en mag en over hoe de dingen in elkaar zitten. Wat het kind van de ouder nodig heeft in deze periode is het krijgen van positieve bevestiging waardoor het zelfvertrouwen van het kind groeit. Doordat het kind verder gaat ontdekken is het belangrijk voor ouders om de veiligheid in huis te bewaren door bijvoorbeeld ervoor te zorgen dat het kind niet zomaar bij schoonmaakmiddelen kan. Ouders kunnen het samen spelen bevorderen door een speelafspraak met leeftijdsgenoten te organiseren. Of ouders kunnen kijken naar een peuterspeelzaal of andere vorm van kinderopvang.

ig

ht

Zindelijkheid en driftbuien Wat voor ouders belangrijk is om te weten over zindelijkheid is dat het kind eraan toe moet zijn. Het heeft weinig zin het kind proberen zindelijk te krijgen als het kind hier niet aan toe is. Ouders kunnen beginnen met elke avond voor het naar bed gaan met het kind naar het potje te gaan. Vervolgens kunnen ze elke dag een beetje langer de luier af houden. Belangrijk is dat het potje binnen handbereik staat en het kind makkelijke kleren aan heeft.

C

op

yr

Elk kind heeft behoefte aan structuur en regels. Door dit te bieden weet het kind waar het aan toe is en dit geeft een gevoel van veiligheid. Ondanks dit kunnen peuters driftbuien krijgen. Wat hierin belangrijk is om te weten, is dat dit meestal volgt als een kind niet zijn zin krijgt. Blijf rustig en consequent en leg nogmaals rustig uit waarom het kind iets niet mag of krijgt. Leid vervolgens het kind af en richt hem op het hier en nu. Nog een reden voor een driftbui is frustratie. Peuters zitten in een fase waarin ze heel graag veel willen zeggen maar nog dat nog niet goed kunnen. Ook in zo'n situatie blijf je rustig en probeer je samen met je kind te achterhalen wat er aan de hand is.

48

Eet- en slaapproblemen Als een kind niet goed of niet genoeg slaapt kunnen ouders verschillende dingen doen. Ten eerste is structuur en ritme heel belangrijk. Laat het kind elke avond op dezelfde tijd naar bed gaan en elke ochtend dezelfde tijd op staan. Daarnaast kunnen ouders ook gebruikmaken van een slaapritueel: elke keer hetzelfde doen als het kind naar bed gaat. Bijvoorbeeld eerst de pyjama aandoen, dan een verhaaltje voorlezen, het kind een kus geven en vervolgens het licht uitdoen. Bij eetproblemen is het vooral belangrijk om geen druk op het kind te leggen. En houd er rekening mee dat een kind een paar keer moet proeven om aan een smaak te wennen.


Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar

tie

fb .v

.

Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar Inleiding

ht

Ed

u' Ac

Deze theoriebron beschrijft welke ontwikkelingsopgaven het schoolkind en de puber doorlopen. Verder wordt ingegaan op welke opvoedingsopgaven daarbij komen kijken voor ouders. Ook worden tips gegeven hoe jij ouders als thuisbegeleider kunt ondersteunen.

ig

De ontwikkeling van een schoolkind

C

op

yr

Ontwikkelingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar Tijdens de schoolperiode neemt de autonomie verder toe. Een kind kan steeds beter voor zichzelf zorgen. Dit uit zich in het zichzelf wassen en aan- en uitkleden. Verder begint het vermogen om andermans perspectief te leren zien. De schoolse vaardigheden (lezen, schrijven, rekenen) ontwikkelen zich bij het kind in deze periode. Ook het vermogen om wederkerige relaties op te bouwen met vriendjes/vriendinnetjes en het geaccepteerd worden door de groep. Dit betekent dat de relatie van twee kanten komt en het gelijkwaardig is.

49


Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar

Opvoedingsopgave voor de ouders

fb .v

.

Tijdens deze periode is het belangrijk dat de ouders de kinderen de mogelijkheid geven om, om te gaan met leeftijdgenoten. Het blijft belangrijk voor ouders om een stimulerende omgeving aan te bieden en de autonomie van het kind te bevorderen. Dit kunnen ouders doen door te helpen bij het huiswerk van het kind. Natuurlijk blijft ook het bieden van structuur en het stellen van duidelijke grenzen in deze periode van belang. Om relaties met vrienden verder uit te bouwen is het voor kinderen belangrijk dat er een veilige basis is. Ouders bieden dit door een gezin te zijn waar voor de kinderen warmte, begrip en wederkerigheid een belangrijke rol spelen. De concentratie en het doorzettingsvermogen van het kind kunnen bevorderd worden in een gezinssituatie waarin deze taken positief worden gewaardeerd.

Ed

u' Ac

tie

Omgaan met faalangst Het kind leert steeds meer op school en moet steeds meer presteren. Als het kind niet goed om kan gaan met deze druk kan een kind faalangst ontwikkelen. Ouders kunnen hun kinderen bij faalangst op de volgende manieren begeleiden. Ten eerste kunnen de ouders het kind helpen bij het leren ontspannen en het leren benaderen van een proefwerk. Een kind krijgt een positiever zelfbeeld als het positief benadert wordt en de nadruk wordt gelegd op wat goed gaat. Ouders kunnen ook in de gaten houden dat het kind aan zijn ontspanning toekomt. Dit kunnen ze doen door duidelijke afspraken te maken over wanneer het huiswerk gemaakt wordt en wanneer er ontspannen wordt. Verder is het belangrijk om met het kind te praten over de faalangst. Maak duidelijk hoe faalangst werkt: het zijn je eigen gedachten over de verwachte prestaties en niet het ‘niet kunnen’ dat zorgt dat je angstig wordt. Deze gedachten zijn vaak niet reĂŤel. Ten slotte hebben de ouders een voorbeeldfunctie. Zij geven het goede voorbeeld door te laten zien dat zij ook wel eens fouten maken of ergens niet goed in zijn. En dat zij hier rustig mee omgaan. Laat zien dat dan de wereld niet vergaat.

Ontwikkelingsopgave voor jongeren van 12-19 jaar

C

op

yr

ig

ht

In deze periode ontwikkelt de emotionele zelfstandigheid van de jongere zich. Seksualiteit gaat een steeds grotere rol spelen. Dit heeft te maken met de lichamelijke veranderingen die een puber ondergaat. Maar ook omdat jongens en meisjes anders naar elkaar gaan kijken. Verder treden er in deze periode lichamelijke veranderingen op. Deze lichamelijke kenmerken markeren het begin van de pubertijd. De puber krijgt een nieuw waardesysteem en een nieuw gevoel van persoonlijke identiteit. Dit betekent dat de jongere na gaat denken over wat hij zelf belangrijk vindt in het leven. Hij denkt na over een vervolgopleiding en beroepskeuze. Ook moet de jongerer ten opzichte van het eigen lichaam, ten opzichte van leeftijdgenoten en ten opzichte van de ouders een nieuwe eigen positie gaan innemen.

50


Theoriebron Ontwikkelings- en opvoedingsopgave voor kinderen van 4-12 jaar en jongeren van 12-19 jaar

Opvoedingsopgave voor de ouders

fb .v

.

In deze periode is het vooral belangrijk dat ouders de jongere ondersteunen bij het bepalen van een nieuwe positie ten opzichte van zichzelf, zijn leeftijdgenoten en zijn ouders. De ouder kan de jongere de vrijheid geven om te experimenteren bij de opbouw van een nieuw waardesysteem. Dit kunnen ouders doen door de jongere te wijzen op de risico's van het experimenteren en ze verantwoordelijkheid te leren nemen. Ouders moeten hierbij rekening houden met de leeftijd van de jongere. Een 12-jarige benader je anders dan een 16-jarige. Een jonge puber kun je minder vrijheid geven omdat hij minder zelfstandig is dan een 16-jarige.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Tijdens deze periode kunnen ouders een meer gelijkwaardige relatie opbouwen met de jongere. Hierin is een positieve voorbeeldfunctie van de opvoeder belangrijk. Wat de ouders ook kunnen doen in deze periode is veel gesprekken aangaan met de jongere. Hierin is het belangrijk dat ouders een open houding hebben naar de jongere toe.

51


fb .v

Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen

.

Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen

tie

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

Tijdens je werk als hulpverlener kun je ook ouders ondersteunen met een verstandelijke beperking of psychische aandoening. In deze theoriebron wordt ingegaan op wat verstaan wordt onder een verstandelijke beperking of psychische aandoening en wat voor effect dit heeft op de opvoeding. Verder gaat deze theoriebron in op hoe jij als thuisbegeleider deze doelgroep ouders kunt begeleiden.

ig

Een ouder met een psychische aandoening.

C

op

yr

Psychische problemen en verstandelijke beperking

52

In Nederland zijn er ongeveer 400.000 ouders met psychische en/of verslavingsproblemen. Het opgroeien in zo’n gezin kan voor deze kinderen verregaande gevolgen hebben. ‘KOPP’ staat voor ‘Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen’. Naar schatting van de werkgroep Ouderschap & Kinderwens, zijn er ongeveer 1800 ouders met een verstandelijke beperking. Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben een IQ score van 50 tot 70. Een bijkomend probleem is een beperkt sociaal aanpassingsvermogen. Dit betekent geen aansluiting kunnen vinden, sterk beïnvloedbaar zijn en over weinig invoelend vermogen beschikken.


Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen

Ouders met psychische problemen

fb .v

.

Ouders met psychische problemen zijn over het algemeen minder goed in staat hun kind op te voeden. Dit komt door hun symptomen en problematiek. Dit uit zich bijvoorbeeld in beperkte fysieke zorg en emotionele ondersteuning. Deze ouders kunnen minder structuur bieden en hebben moeite met het organiseren van de dag. Ook hebben deze ouders moeite met het stimuleren van zelfstandigheid. Ze hebben juist veel autoritaire controle. Er wordt bijvoorbeeld veel straf opgelegd. Kinderen in KOPP-gezinnen hebben een verhoogd risico op kindermishandeling. Ook leggen veel KOPP-ouders hun kinderen verantwoordelijkheden op die niet bij hun leeftijd passen. Dit zorgt in veel gevallen voor parentificatie. Dit betekent dat het kind de ouderrol op zich neemt.

tie

Ouders met een verstandelijke beperking

Ed

u' Ac

Een overzichtsstudie van het Verwey-Jonker instituut (Goderie e.a., 2005) voor de Raad voor de Kinderbescherming laat zien dat kinderen van verstandelijk beperkte ouders veel problemen hebben. Deze problemen uiten zich zowel op fysiek als psychisch gebied. Voorbeelden hiervan zijn depressie en zelfmoordneigingen, gedragsproblemen, politiecontact en detentie. Deze kinderen hebben vaker een verstandelijke beperking en een vertraagde ontwikkeling. De kans op mishandeling, verwaarlozing en uithuisplaatsing is groter. Normaal begaafde kinderen van ouders met een verstandelijke beperking lopen kans op parentificatie, dat wil zeggen dat ze de ouderrol overnemen. Uit studies blijkt dat de affectieve band tussen verstandelijk beperkte ouders en hun kind heel sterk maar ook wispelturig kan zijn. Kenmerken van een licht verstandelijke beperking zijn stemmingswisselingen en zwart-wit zijn in hun reacties. Een ouder met een verstandelijke beperking kan hierdoor heel onveilig zijn voor het kind: het weet niet waar het aan toe is. De ouders hebben moeite met het stellen van regels en consequent te zijn. Daarvoor ontbreekt het hen aan overwicht en inzicht.

ht

Interventies bij psychische problemen

C

op

yr

ig

De SIK-lijst (screening en interventie lijst) is een checklist die een beeld geeft van de aard en ernst van de KOPP-problematiek. Verder helpt het om een keuze te maken voor een geschikte interventie. De checklist kan voor, tijdens of na een gesprek met de ouder(s) nagelopen worden. Na het invullen van de lijst zijn er interventies die geadviseerd worden. Deze kunnen gericht zijn op het kind, de ouder(s) en/of de omgeving. Als bijvoorbeeld uit de checklist naar voren komt dat een kind weinig meekrijgt van de problemen van de ouder(s), krijgt de hulpverlener het advies de jeugdige te wijzen op een voorlichtingsbrochure of specifieke KOPP-website. Komt uit de checklist naar voren dat het kind minder goed om kan gaan met de problemen, dan raad de hulpverlener een KOPP-groep of SOVA-training (sociale vaardigheden-training) aan de jongere aan. Wijst de checklist uit dat de jeugdige gedragsof emotionele problemen heeft, dan is het advies om screeningsinstrumenten af te nemen. Deze instrumenten zijn ook bij jeugdigen met een licht verstandelijke beperking te gebruiken. Lijkt het erop dat er sprake is van verwaarlozing, lichamelijke, psychische en/of seksuele mishandeling, dan verwijst de SIK-lijst de hulpverlener naar de Richtlijn Kindermishandeling.

53


Theoriebron Ouders met een verstandelijke beperking of psychische problemen

Psycho-educatie Psycho-educatie is een goede eerste stap in de aanpak van KOPP-problematiek. Pycho-educatie houdt in dat het kind eerst informatie krijgt over zijn of zijn ouders probleem. Vervolgens wordt het kind geholpen met het accepteren van zijn situatie. De derde stap is het helpen in het omgaan met zijn situatie. Er zijn verschillende materialen en (interactieve) websites met informatie en adviezen voor jeugdigen, ouders en hulpverleners. De interventies die de thuisbegeleider – al dan niet in samenwerking met een andere organisatie – bij KOPP-problematiek kan inzetten, kunnen specifiek voor de KOPP-doelgroep zijn ontwikkeld of meer algemeen van aard zijn.

fb .v

.

Website Overzicht interventies KOPP <

Interventies bij verstandelijke beperking

u' Ac

tie

Een sociaal netwerk helpt ouders met een verstandelijke beperking om hun kind beter zelf te kunnen opvoeden. Het is belangrijk dat er iemand is die steun kan bieden op emotioneel gebied. Een sociaal netwerk werkt als buffer tegen stress. Probeer te voorkomen dat een gezin in een sociaal isolement raakt. Sociaal isolement zorgt voor hogere stress en dat vergroot de kans op kindermishandeling. Als een ouder met een verstandelijke beperking zich niet goed sociaal kan redden zie je dat terugkomen in eenzaamheidsproblematiek, ontevreden zijn over het sociaal functioneren en het onvermogen om verandering in de eigen situatie aan te brengen.

Sociale vaardigheidstraining

ht

Ed

Sociale vaardigheidstrainingen zijn belangrijk voor ouders om hun sociale netwerk te vergroten. Mits ze zijn aangepast aan de mogelijkheden en behoeften van ouders. Ondersteuning wordt meestal gegeven door de grootouders. Hulpverleners moeten er rekening mee houden dat deze grootouders en andere familieleden steun nodig hebben. Je kunt samen met ouders een netwerk in kaart brengen door de volgende vragen te stellen: welke personen horen tot het netwerk? Hoe dichtbij of bereikbaar zijn de personen? En hoe frequent zijn de contacten? Je kunt foto’s gebruiken, maar ook bijvoorbeeld poppetjes die gezinsleden en familieleden voorstellen.

ig

Oudertraining

C

op

yr

Deze methodiek is erop gericht de ouder opvoedvaardigheden aan te leren. Het inzetten van gedragsmatige technieken werken het best. Het liefst worden deze trainingen thuis gegeven. Gedragsmatige technieken zijn taakanalyse, modeling en feedback. In een taakanalyse zet je op een rijtje welke taken er moeten gebeuren en in welke volgorde. In zo'n taakanalyse kun je bijvoorbeeld een avondritueel van het kind verwerken. Modeling is het voordoen van het gedrag dat je wilt zien. Als hulpverlener doe je voor hoe ouders het best om kunnen gaan met bepaald gedrag van het kind. Het geven van feedback is beschreven in de Theoriebron Evalueren met ouders. Belangrijk bij deze doelgroep is hen het gevoel te geven dat je naast de ouders staat en het samen doet.

54


Theoriebron Evalueren met ouders

.

Theoriebron Evalueren met ouders

tie

Fase 4: begeleiding en nazorg

fb .v

In de Theoriebron Pedagogisch adviseren is er ingegaan op de eerste drie fases van het pedagogisch adviseren. In deze theoriebron staat fase 4, het begeleiden en nazorg bieden, centraal. Hier wordt uitgelegd wat dit inhoudt. Ook wordt er ingegaan op hoe te evalueren met ouders. Ten slotte worden er tips voor het geven van feedback benoemd.

ht

Ed

u' Ac

Nadat je met ouders hebt gesproken over verschillende hypotheses en daar oplossingen bij hebt gezocht komt er een opvolgend gesprek. Je gaat samen kijken hoe de ervaringen van ouders zijn omdat ze een andere opvoedaanpak hebben uitgeprobeerd. Tijdens een opvolgend gesprek begin je met aan ouders te vragen of er afgelopen periode nog bijzonderheden hebben plaatsgevonden. Het kan zijn dat ouders zich gecontroleerd voelen, dus wees subtiel in je aanpak en vragen. Het komt voor dat ouders nog niet zo veel gedaan hebben met jouw advies. Je start met het tonen van belangstelling voor hoe hun situatie is geweest de voorgaande tijd en ouders te herinneren aan de gemaakte afspraken. Het advies wat je ouders hebt gegeven is niet vrijblijvend. Het is belangrijk dat ze dit inzetten in hun opvoedingssituatie. Probeer dit bespreekbaar te maken met ouders. Bespreek hoe ouders de huidige opvoedingssituatie beoordelen. Neem eventuele veranderingen daarin mee. Je zou kunnen vragen of het moeite heeft gekost om de nieuwe opvoedingsaanpak te gebruiken. Zien de ouders verbetering? Je let erop dat als er positieve punten worden genoemd dat je die herhaalt en deze benoemt als resultaat van de inzet van ouders. Het komt vaak voor dat ouders zien dat er verbetering is gekomen, maar dat ze niet goed kunnen vertellen waardoor dat komt. Ondersteuningsgesprekken hebben als resultaat dat ouders hun problemen op een andere manier gaan zien en er daardoor weer beter mee omgaan.

Ondersteunen en bijsturen

C

op

yr

ig

Naar aanleiding van de informatie van ouders is er een aantal opties als vervolgtraject: • Ouders blijven doorgaan met de opvoedmethode die besproken is tijdens de gesprekken. • Ouders gaan meerdere opvoedmethodes inzetten. • De aanpak van ouders wordt iets bijgesteld of gewijzigd. • Ouders gaan een andere opvoedmethode proberen. • Ouders worden doorverwezen naar een andere hulpvorm. Bij de eerste mogelijkheid ga je het contract met ouders afronden. Dit doe je in goed overleg. Ook geef je de ouders nog advies mee wat te doen in nieuwe moeilijke situaties. Je kunt de ouders erop wijzen dat bij nieuwe moeilijkheden ze altijd kunnen bellen voor advies of nieuwe gesprekken. Bij de andere mogelijkheden wordt er teruggegaan naar fase 3 afweging en besluitvorming. Als het eerdere advies niet werkt, moet er gekeken worden waar dat aan ligt. Stel je als adviseur in dit gesprek kwetsbaar op. Dit heeft het meeste effect naar ouders toe. De kans is groot dat zij zich door een kwetsbare houding van jou niet aangevallen voelen. Zij zullen zich dan ook kwetsbaar durven opstellen. Neem tijdens dit gesprek verschillende onderwerpen onder de loep. Vragen die je kunt stellen zijn: was de hypothese niet goed, miste er informatie, was het advies niet duidelijk of volledig, waren de ouders niet genoeg gemotiveerd, of werkte de omstandigheden tegen? Dit is onderdeel van het evalueren.

55


Theoriebron Evalueren met ouders

Evalueren en afronden

fb .v

.

Als de opvoedingssituatie voor ouders weer te hanteren is, kan er afgerond worden. Dit betekent dat ouders weer zelf verder kunnen. Niet alle moeilijkheden zijn opgelost, maar ouders voelen zich weer zeker genoeg om verder te gaan. De laatste stap is dan de eind-evaluatie. Dit kan door evaluatievragen te stellen, zoals: zijn ouders tevreden? Wat hebben ouders geleerd? Ook kun je ouders een evaluatieformulier in laten vullen.

Evalueren met ouders

u' Ac

tie

Evalueren is het bekijken en waarderen van het resultaat aan de hand van doelen. Evaluaties kunnen gaan over het proces of over resultaten. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom evalueren noodzakelijk is: Om overzicht te kunnen houden, om anderen goed te kunnen informeren. En om goed voorbereid het gesprek in te gaan met ouders. Er zijn twee soorten evaluaties: Het evalueren tijdens het proces heet formatieve evaluatie. Summatieve evaluatie gebeurt na het proces aan de hand van de resultaten. Het kan zijn dat de thuisbegeleiding niet goed loopt, dat het lijkt of er wat in de weg staat. Dan is het samen met ouders evalueren een manier om te achterhalen wat het maakt dat een proces niet goed verloopt. Evalueren doe je voor het kind, jezelf, de ouders, collega’s, inspectie en anderen. Iedereen heeft daarbij zijn eigen verantwoordelijkheid.

Regels van feedback geven en ontvangen

C

op

yr

ig

ht

Ed

Tijdens de thuisbegeleiding wil je ouders vertellen hoe ze het doen. Je geeft hen feedback. Door het feedback geven, horen ouders wat ze goed doen, maar ook wat beter kan. Dit helpt hen verder te komen.Voordat je feedback gaat geven, ga je eerst bedenken of het werkelijk om feedback gaat. Wat zijn je bedoelingen met het geven van feedback? Kan de ander jouw feedback gebruiken om zijn of haar werkwijze of houding te verbeteren? Als het antwoord daarop ‘ja’ is, ga je toestemming vragen om jouw feedback te geven. Een fijne manier om feedback te geven is door middel van de 4 G’s: beschrijf eerst het gedrag dat je observeert, vervolgens het gevolg dat dit gedrag heeft, het gevoel dat het bij je oproept en ten slotte het gewenste gedrag van de ander. Als jij klaar bent met het geven van feedback geef je de ouder de kans om te reageren. Er bestaan ook regels van feedback ontvangen. Er zijn twee basisregels voor het ontvangen van feedback: Wees niet bang voor de kritiek en neem de juiste houding aan. Als je naar deze twee basisregels luistert, ga je andere regels als vanzelf inzetten zoals: luister aandachtig naar de ouder, vraag om uitleg, bedank hem voor het commentaar, denk er goed over na en doe vervolgens iets met de feedback.

56


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.