33766 Onderwijs VVE3

Page 1

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

Onderwijs VVE 3 Onderwijsvisies en pedagogen

fb .v

Cursus


Colofon

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Anne Haselberg Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

ie

Titel: Onderwijs VVE 3 Onderwijsvisies en pedagogen ISBN: 978 90 3723 376 6

ct

Bronvermelding: DyziO/Shutterstock, Jimmy Tran/Shutterstock ©

u'

A

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ij

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Oriëntatie

4

fb .v

Over deze cursus 7

Pedagogiek en grote pedagogen

8

Grote pedagogen als grondleggers van onderwijsvormen en kinderopvang Algemeen en bijzonder onderwijs

De verschillende visies naast elkaar 34

Theoriebron Janusz Korczak Theoriebron Emmi Pikler

30

36 39 42

u'

Theoriebron Thomas Gordon

A

Theoriebron Pedagogiek

ie

25

ct

Hedendaagse pedagogiek

19

14

Theoriebron Martinus Johannes Langeveld 48

Ed

Theoriebron Micha de Winter

45

Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool

50

Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs 56

ij

Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia

53

er

Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen 59 Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton

62

ev

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken 68

U

itg

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs

65

3


Over deze cursus

Over deze cursus

fb .v

Inleiding

ie

Over het opvoeden van kinderen is tegenwoordig heel veel informatie te vinden. Lees maar eens een paar boeken van verschillende schrijvers over opvoeden. Je zult snel merken dat over de beste manier van opvoeden veel verschillende ideeën en meningen bestaan. De een vindt dat je een kind duidelijk grenzen aan moet geven, een ander vindt juist dat een kind leert door zelf te ontdekken en zelf keuzes te maken. Doordat er veel verschillende visies zijn over opvoeden, zijn er ook verschillen in het aanbod van kinderdagverblijven en scholen. In deze cursus leer je meer over de verschillende pedagogische visies die gebruikt worden binnen kinderdagverblijven en in het onderwijs.

A

Je kent de verschillende visies van grote pedagogen. Je kent de visies en methodes die belangrijk zijn voor de hedendaagse pedagogiek. Je kent de visies van grote pedagogen die nieuwe onderwijsvormen hebben ontwikkeld. Je kent verschillende vormen van onderwijs. Je heb inzicht in de verschillende pedagogische visies die je in de praktijk kunt tegenkomen.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

• • • • •

ct

Leerdoelen

4

Over de opvoeding van kinderen bestaan veel verschillende ideeën. In Nederland is er dan ook een kleurrijk aanbod van verschillende vormen van kinderopvang en onderwijs.


Over deze cursus

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van een beroepsproduct. Dit wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen en een nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

fb .v

Beoordelingsformulier <

Planning

ie

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

ct

Planningsformulier <

A

Beroepsproduct: Maak een ontwerp voor jullie eigen kinderopvang of basisschool

u'

Casus

U

itg

ev

er

ij

Ed

Aan de rand van een nieuwbouwwijk ligt een groot stuk grasland. Symbolisch draagt burgemeester Wim Wakkerdam het stuk land nu aan jullie over. Op dit lege stuk grasland verschijnt straks jullie eigen basisschool of kinderopvangcentrum. Belangrijk is wel dat jullie een pedagogische visie als uitgangspunt nemen. Vanuit deze visie maken jullie belangrijke keuzes in het ontwerp. Jullie kunnen in overleg met je klasgenoten een aantal visies verdelen over de groepen.

Alles ligt nog open. Jullie mogen zelf een school of kinderopvang opbouwen aan de hand van een pedagogische visie. Omdat de gemeente jullie plannen eerst moet goedkeuren, moeten jullie eerst een ontwerp maken. Wim Wakkerdam is erg benieuwd naar jullie ontwerp voor de basisschool of kinderopvang. Hij geeft wel een aantal eisen mee waaraan jullie ontwerp moet voldoen. Deze eisen vind je bij de eisen van het beroepsproduct. Maak voor deze opdracht groepen van vier studenten.

5


Over deze cursus

Stappen

• • •

A

• •

fb .v

ie

• •

Maak een planning en een taakverdeling. Kies een pedagogische visie die de basis wordt voor jullie ontwerp. Vul de pedagogische visie aan met twee verschillende methodes of ideeën van belangrijke pedagogen uit de geschiedenis of uit de hedendaagse pedagogiek. Kies een naam voor jullie basisschool of kinderopvang die aansluit bij jullie visie. Beschrijf jullie visie ten opzichte van de opvoeding/ontwikkeling van kinderen. Laat de drie eerder gekozen pedagogische visies en methodes terugkomen. Gebruik hiervoor de theorie uit de theoriebronnen en zoek op internet en in boeken naar meer informatie. Beschrijf hoe je vanuit de visie rekening houdt met de vorm van het gebouw en de inrichting van de lokalen en groepen. Maak een schets van de indeling van het gebouw en maak een schets van één groep. Beschrijf vanuit de visie welke rol de pedagogisch medewerkers en leerkrachten hebben en hoe zij pedagogisch handelen en/of lesgeven. Beschrijf vanuit de visie welke rol de ouders hebben binnen de school of kinderopvang. Beschrijf met welke spel- en leermaterialen er wordt gewerkt. Maak dit visueel door plaatjes. Beschrijf de (les)activiteiten die jullie met kinderen doen en maak een globale dagindeling. Maak een presentatie van jullie ontwerp. Je mag zelf kiezen op welke manier jullie het ontwerp presenteren.

ct

• • •

u'

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct

er

ij

• •

Het ontwerp is gebaseerd op één pedagogische visie die de basis vormt. Daarnaast hebben jullie twee pedagogische visies of methodes gekozen die ook terugkomen in jullie school of kinderopvang en passen bij jullie pedagogische visie. De naam die je hebt gekozen past bij de pedagogische visie. Je hebt beschreven hoe jullie vanuit de visie(s) en/of methodes: – naar de ontwikkeling en opvoeding van een kind kijken – rekening houden met de vorm en inrichting van het pand en de groepen – kijken naar de rol van de leerkracht en/of pedagogisch medewerker en het pedagogisch handelen – kijken naar de rol van de ouder – gebruikmaken van spel- en leermaterialen – (les)activiteiten ontwikkelen en wat de dagindeling is Het ontwerp van jullie kinderopvang of basisschool is vormgegeven op een manier die bij de visie past. Denk aan sfeer, kleurgebruik, plaatjes, papiersoort enzovoort. Het taalgebruik is duidelijk en helder. Jullie presenteren jullie ontwerp voor de groep.

Ed

• •

ev

U

itg

• •

6


Oriëntatie

Oriëntatie Over de streep…

fb .v

Opdracht 1

Hoe denken jij en je klasgenoten over de opvoeding en ontwikkeling? Verdeel de klas in twee vakken. Het ene vak is ‘Eens’ en het andere vak is ‘Oneens’. De docent noemt één voor één stellingen op. Ben je het eens met de stelling, dan ga je in het vak Eens staan. Ben je het oneens met de stelling, dan ga je in het vak Oneens staan. Per stelling kunnen een aantal studenten hun mening toelichten.

Opdracht 2

A

ct

ie

Je kunt zelf stellingen bedenken, maar je kunt het spel ook spelen aan de hand van de volgende stellingen: • Je moet kinderen volop uitdagen in hun ontwikkeling. • Kinderen kunnen hun eigen keuzes maken in wat zij willen leren. • In de ontwikkeling van een kind is vooral de cognitieve ontwikkeling belangrijk. • In de klas heb je geen lesboeken nodig. Kinderen kunnen hun eigen lesstof wel bedenken en opzoeken. • Een kind is een volwaardig persoon: een ‘minivolwassene’. • Op een basisschool moeten kinderen op een vaste plaats in de klas zitten.

School van de toekomst

Ed

u'

Stel je nu eens voor dat jij in het jaar 2050 een nieuwe basisschool gaat openen. Je kunt niet in de toekomst kijken, maar bedenk eens hoe anders het onderwijs er in die tijd uit gaat zien. Beantwoord de volgende vragen: a. Hoe denk je dat de school eruitziet in 2050?

ij

b. Wat is de rol van de leerkracht in 2050?

ev

er

c. Wat leren de kinderen op school in 2050?

U

itg

d. Met welke materialen en middelen wordt er gewerkt in 2050?

7


Pedagogiek en grote pedagogen

fb .v

Pedagogiek en grote pedagogen Inleiding

ct

ie

Over opvoeden bestaan veel verschillende meningen. Want op welke manier voed je een kind nu het beste op? Al eeuwenlang houden pedagogen zich bezig met deze vraag. Er zijn grote pedagogen die hun eigen visie ontwikkeld hebben over de opvoeding en de ontwikkeling van een kind. Een aantal pedagogen valt op door hun vernieuwende ideeën over opvoeding en onderwijs. De visies van een aantal van deze pedagogen hebben nog steeds invloed op de manier waarop scholen en kinderopvangcentra werken. Daarover leer je meer in dit hoofdstuk.

Leerdoelen

• •

U

itg

A

ev

er

ij

u'

Je kunt de verschillende visies van grote pedagogen benoemen. Je kunt beschrijven wat pedagogiek inhoudt. Je kunt de pedagogische visie van Janusz Korczak beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt de pedagogische visie van Emmi Pikler beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt de pedagogische visie van Thomas Gordon beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt de pedagogische visie van Martinus Johannes Langeveld beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt de pedagogische visie van Micha de Winter beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen.

Ed

• • •

8

De verschillende pedagogen kijken op hun eigen manier naar de opvoeding en de ontwikkeling van een kind. In dit hoofdstuk ga jij door hun bril naar kinderen kijken.


Pedagogiek en grote pedagogen

Opdracht 3

Pedagogiek

Filmpje Wat betekent pedagogiek? <

ie

b. Welke drie onderwerpen zijn belangrijk in de pedagogiek?

fb .v

a. Lees Theoriebron Pedagogiek en beschrijf wat het woord pedagogiek inhoudt.

Theoriebron Pedagogiek <

A

ct

Binnen de pedagogiek heb je verschillende vormen. Elke vorm van pedagogiek richt zich op een specifiek onderdeel. Schrijf bij de volgende voorbeelden welke vorm van pedagogiek erbij hoort. c. Voorbeeld 1: Janine onderzoekt of het negatieve gedrag dat kleuter Loes laat zien komt door de buurt waar zij opgroeit.

Ed

u'

d. Voorbeeld 2: Mark is aan het bedenken hoe hij Jason uit groep 5 het beste de topografie van Nederland kan aanleren.

e. Voorbeeld 3: AĂŻsha onderzoekt of Nola van 11 jaar een vorm van autisme heeft.

er

ij

f. Voorbeeld 4: Joop begeleidt Harm en Joni. Zij hebben problemen met de opvoeding van hun tweeling. Hij brengt nu in kaart welke rol iedereen binnen het gezin heeft.

Janusz Korczak a. Lees Theoriebron Janusz Korczak. Welke drie rechten heeft een kind volgens Janusz Korczak?

ev

Opdracht 4

b. Welke vier punten zijn van belang als een pedagogisch medewerker wil werken volgens de visie van Janusz Korczak? Leg uit waarom dit belangrijk is.

U

itg

Theoriebron Janusz Korczak <

9


Pedagogiek en grote pedagogen

Neem bij deze vraag de visie van Janusz Korczak als uitgangspunt. Lees hierover in Theoriebron Janusz Korczak.

fb .v

Casus

ie

Onderwijsassistent Levi geeft een les over respect aan de kinderen van groep 8. Een aantal kinderen vindt het een interessant onderwerp. Zij kunnen niet wachten om zelf te vertellen wat zij meegemaakt hebben. De kinderen praten opgewonden met elkaar over momenten dat zij respectloos behandeld zijn. Levi vindt het heel vervelend dat de kinderen niet naar hem luisteren. Hij wordt boos en schreeuwt met luide stem: ‘Kennen jullie dan geen respect? Jullie laten mij niet eens praten. Het is maar goed dat ik jullie lesgeef over respect, jullie hebben nog veel te leren!’ Er valt een stilte in de klas en Levi gaat verder waar hij gebleven was.

ct

c. Handelt Levi volgens de visie van Korczak goed of fout?

u'

A

d. Waarom?

a. Lees Theoriebron Emmi Pikler. Welke punten staan centraal in de visie van Emmi Pikler?

ev

Theoriebron Emmi Pikler <

Emmi Pikler

er

Opdracht 5

ij

Ed

e. Als Levi fout handelt, geef aan hoe hij beter had kunnen reageren.

U

itg

Filmpje Emmi Pikler <

10

b. Lees Theoriebron Emmi Pikler. Wat is belangrijk in het handelen van een pedagogisch medewerker volgens de visie van Emmi Pikler?


Pedagogiek en grote pedagogen

Opdracht 6

Thomas Gordon

a. Lees Theoriebron Thomas Gordon. Noem de belangrijke punten voor een pedagogisch medewerker uit de Gordonmethode.

ct

ie

Theoriebron Thomas Gordon <

fb .v

c. Bekijk het Filmpje Emmi Pikler bij deze opdracht. Welke spelmaterialen passen bij Emmi Pikler? Lees Theoriebron Emmi Pikler en zoek meer informatie op internet. Maak een collage van spelmaterialen die passen bij de visie van Emmi Pikler. Je mag een papieren of een digitale collage maken. Naast spullen die je in de huishoudwinkel kunt kopen, zijn er ook specifieke Pikler-materialen. Op internet zijn hiervan veel voorbeelden te vinden.

u'

A

b. Lees Theoriebron Thomas Gordon. De Gordonmethode is een oplossingsgerichte manier van communiceren. Hoe los je volgens de Gordonmethode conflicten op?

Ed

c. Lees Theoriebron Thomas Gordon over de ik-boodschap goed door. Benoem hoe een ik-boodschap is opgebouwd.

ij

Lees de casus van Ziva.

ev

er

Casus Ziva

Ziva is aan het werk op een verticale groep van kinderdagverblijf De Dromenvanger. Zij zit op de bank en geeft Cato van 5 maanden de fles. Kiki van bijna 4 jaar oud wil graag bij Ziva op schoot een boekje lezen. Als Kiki ziet dat Ziva de fles geeft aan Cato, wordt ze een beetje boos.

U

itg

d. Bedenk een ik-boodschap die Ziva tegen Kiki kan zeggen.

Opdracht 7

Theoriebron Martinus Johannes Langeveld <

Martinus Johannes Langeveld Lees Theoriebron Martinus Johannes Langeveld.

11


Pedagogiek en grote pedagogen

fb .v

a. Benoem de belangrijkste punten uit de visie van Martinus Johannes Langeveld.

ie

b. Als je als pedagogisch medewerker wilt handelen volgens de visie van Langeveld, waar moet je dan op letten? Noem vier punten.

A

ct

Neem bij deze vraag de visie van Langeveld als uitgangspunt. Jamila is pedagogisch medewerker op de bso. Op de bso werken ze onder andere volgens de visie van Martinus Johannes Langeveld. Hierna staan een paar situaties beschreven die Jamila op een middag meemaakt. Beantwoord de vragen bij de situaties.

u'

Aan tafel

Ed

Het is tijd om aan tafel te gaan en fruit te eten. De kinderen moeten tijdens het eten op hun kruk blijven zitten. Jamila kan geen kruk meer vinden. Zij gaat op een tafel zitten die naast de tafel staat waar de kinderen aan zitten. Zo heeft ze meteen een goed overzicht over de groep. c. Handelt Jamila volgens Langeveld goed of fout?

er

ij

d. Leg uit waarom je dat vindt.

U

itg

ev

‘Ik kan eigenlijk niet voetballen.’

12

Jamila zit aan tafel met de vijfjarige Midas. Midas is al de hele middag aan het kleuren. Hij kan erg mooi kleuren en hij beleeft er erg veel plezier aan. Maar het lijkt wel of dat het enige is wat hij doet als hij op de bso is. Een aantal kinderen komt aan Midas vragen of hij meegaat voetballen buiten. Midas antwoordt verlegen: ‘Ik kan eigenlijk niet voetballen.’ Een beetje sip draait hij zich weer naar zijn tekening en gaat verder met zijn kleurplaat.

e. Geef Jamila een tip hoe zij kan reageren volgens de visie van Langeveld.


Pedagogiek en grote pedagogen

Theoriebron Micha de Winter <

Micha de Winter a. Lees de Theoriebron Micha de Winter. Welke punten zijn belangrijk in de visie van Micha de Winter?

fb .v

Opdracht 8

Filmpje De vreedzame school <

ie

b. Discussieer in groepjes over de visie van Micha de Winter. Neem als uitgangspunt het Afrikaanse gezegde: ‘Om een kind op te voeden heb je een heel dorp nodig.’ Hoe kijken jullie hier persoonlijk tegenaan? Lees de casussen goed door en beantwoord de bijbehorende vragen.

ct

Casus Pien

u'

A

Volgende week begint Pien op basisschool De Kleine wereld aan haar nieuwe stage. De kleine wereld is een vreedzame school. Het uitgangspunt is kinderen op te voeden tot actieve burgers binnen de samenleving. Pien vindt het maar moeilijk klinken, zou dit nog van invloed zijn op hoe zij pedagogisch moet handelen?

Ed

c. Bekijk het Filmpje De vreedzame school bij deze opdracht en lees Theoriebron Micha de Winter. Geef Pien tips over wat zij kinderen kan aanleren zodat de kinderen actieve burgers binnen de samenleving worden.

ij

Casus Tom

ev

er

Vandaag heeft Tom van 23 jaar de buitendienst bij kinderopvang De Opstap. Hij werkt op de bso. Op het speelplein zijn de oudste kinderen aan het voetballen. Een paar kleuters zijn druk bezig met stoepkrijt. Er komen vijf jongeren uit de buurt aanlopen. Bij het hek van het speelplein gaan de jongeren op een bankje zitten. Ze vertonen storend gedrag. Ze maken lawaai, laten troep slingeren en tekenen met watervaste stift op het bankje. Tom bekijkt het van een afstandje, maar doet niets. Tsja, het zijn niet de kinderen van de bso en dat bankje is ook niet van hem. Waarom zou hij dan iets doen?

U

itg

d. Wat zou jij doen als je in de schoenen van Tom stond en waarom?

e. Hoe zou Tom moeten reageren als je kijkt naar de visie van Micha de Winter?

13


Grote pedagogen als grondleggers van onderwijsvormen en kinderopvang

fb .v

Grote pedagogen als grondleggers van onderwijsvormen en kinderopvang

ie

Inleiding

A

ct

Een aantal grote pedagogen hebben een belangrijke positie ingenomen in het ontwikkelen van nieuwe onderwijsvormen. Hun pedagogische visie is dan de basis voor een manier van werken in het onderwijs of de kinderopvang. Belangrijke visies van grote pedagogen uit het verleden zien wij tegenwoordig nog steeds terug binnen het onderwijs en de kinderopvang. Dat laat wel zien hoe bijzonder en vernieuwend deze ideeën waren. Maak in dit hoofdstuk kennis met Rudolf Steiner, Maria Montessori en Loris Malaguzzi.

• • •

U

itg

ev

er

Ed

Je kent de visie van grote pedagogen die nieuwe onderwijsvormen hebben ontwikkeld. Je kunt de visie van Rudolf Steiner beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt de vrijeschool en antroposofische kinderopvang beschrijven en je kunt benoemen op welke manier zij werken. Je kunt de visie van Maria Montessori beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt montessorionderwijs/-opvang beschrijven en je kunt benoemen op welke manier zij werken. Je kunt de visie van Loris Malaguzzi beschrijven en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt de Reggio Emilia-kindercentra beschrijven en je kunt benoemen op welke manier zij werken.

ij

• •

u'

Leerdoelen

14

De verschillende visies zorgen voor een verschillende aanpak in het onderwijs en de kinderopvang.


Grote pedagogen als grondleggers van onderwijsvormen en kinderopvang

Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool <

Lees Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool. Bekijk met de hele klas de Film Kiezen voor de vrijeschool. Beantwoord de volgende vragen. a. Rudolf Steiner bekijkt het kind in zijn totaliteit. Welke drie aspecten onderscheidt hij binnen zijn visie?

b. Maak met zijn tweeĂŤn een mindmap over hoe Rudolf Steiner naar de ontwikkeling van een kind kijkt.

ct

ie

Filmpje Kiezen voor de vrijeschool <

Rudolf Steiner – vrijeschool

fb .v

Opdracht 9

u'

A

c. Stel, jij gaat als pedagogisch medewerker binnen een vrijeschool of antroposofische kinderopvang aan de slag. Dat heeft invloed op jouw handelen. Welke punten zijn hierin belangrijk?

ij

Ed

d. Past het bij jou als persoon om te werken binnen een vrijeschool of antroposofische kinderopvang? Motiveer je antwoord.

ev

er

e. Werk voor deze opdracht samen in groepjes van twee studenten. Lees Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool goed door en zoek meer informatie in boeken of op internet. Richt een groepsruimte in voor een vrijeschool kleuterklas of een antroposofische kinderopvang. Zorg dat de inrichting en de gekozen materialen passen bij de visie van Steiner en de vrijeschool. Presenteer jullie groepsruimte aan de klas. Leg uit waarom jullie voor deze materialen en deze inrichting hebben gekozen.

Opdracht 10

U

itg

Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs <

Maria Montessori Lees Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs. Beantwoord de volgende vragen: a. Noem drie belangrijke punten uit de visie van Maria Montessori en leg deze uit.

Filmpje Samen leren het zelf te doen. <

15


Grote pedagogen als grondleggers van onderwijsvormen en kinderopvang

fb .v

b. Maria Montessori legt het initiatief om te leren bij het kind. Dat blijkt uit vier belangrijke punten die zij opstelt voor het leren van een kind. Noem deze vier punten.

ie

c. Bespreek de volgende vragen in groepen van vier studenten. Past het bij jou om te werken op een school of kinderopvang die werkt volgens Montessori? Waarom wel of waarom niet? Wat lijkt je mooi aan het werken volgens Montessori? Wat lijkt je moeilijk aan het werken volgens Montessori?

ct

Werk voor deze opdracht samen in groepen van vier studenten. Bekijk het Filmpje Samen leren het zelf te doen. 1e Montessorischool Alkmaar bij deze opdracht. Lees Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs door en zoek aanvullende informatie in boeken of op internet.

A

Casus

Ed

u'

IKC Eigen Wijs is een IKC die werkt volgens het montessoriprincipe. Er zijn een kinderopvang, peuterspeelzaal en basisschool gevestigd die allemaal werken volgens de principes van Maria Montessori. Directeur Nanne de Groot wil ouders graag op een eigentijdse manier informeren over montessorionderwijs en montessorikinderopvang. Hij vraagt jullie om te helpen.

U

itg

ev

er

ij

d. Maak voor ouders een korte maar inhoudelijk goede presentatie over montessorionderwijs of montessorikinderopvang. Dit mag in de vorm van een powerpointpresentatie, vlog of filmpje. Zorg dat de volgende onderwerpen aan bod komen: • de visie van Maria Montessori • montessorionderwijs/montessorikinderopvang • montessorimaterialen • het pedagogisch handelen van leerkracht of pedagogisch medewerker.

16


Grote pedagogen als grondleggers van onderwijsvormen en kinderopvang

Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia <

Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia a. Lees Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia. De visie van Loris Malaguzzi bevat drie belangrijke onderdelen. Vul het schema in. De belangrijkste drie onderdelen van de visie van Malaguzzi zijn:

Leg de belangrijkste onderdelen kort uit:

fb .v

Opdracht 11

u'

A

ct

ie

Filmpje: Basisschool Marco Polo – The hundred languages of children (Nederlandse versie) <

Ed

b. In Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia vind je het gedicht van Loris Malaguzzi over de 100 talen van een kind. Bekijk het Filmpje Basisschool Marco Polo – The hundred languages of children (Nederlandse versie) bij deze opdracht.

ij

Ga met een medestudent in gesprek over het gedicht. Enkele vragen die jullie op weg kunnen helpen: 1. Zijn jullie het eens met wat Malaguzzi zegt? 2. Hoe kijken jullie aan tegen de Reggio Emilia-methode? 3. Zouden jullie als pedagogisch medewerker willen werken volgens Reggio Emilia? Waarom wel of waarom niet?

U

itg

ev

er

Werk samen in groepen van drie studenten. Lees voor deze vraag Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia door en zoek aanvullende informatie op internet.

Casus

Lodewijk de Graaf is bezig met het opstarten van een nieuw kinderopvangcentrum. Hij wil graag gaan werken volgens de Reggio Emilia-methode. Hij heeft er al veel over gehoord en gelezen maar hij moet nog een plan uitwerken.

c. Jullie opdracht: Geef Lodewijk advies over het werken via de Reggio Emilia-methode. Schrijf Lodewijk een brief of mail waarin je beschrijft waar hij volgens jullie rekening mee houden, kijkend naar: 1. visie 2. inrichting groepen/kinderopvangcentrum

17


Grote pedagogen als grondleggers van onderwijsvormen en kinderopvang

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

3. materialen 4. (pedagogisch) medewerkers.

18


Algemeen en bijzonder onderwijs

fb .v

Algemeen en bijzonder onderwijs Inleiding

ie

In Nederland zijn veel verschillende soorten scholen te vinden. Daardoor kunnen ouders een school kiezen die het best bij hun eigen visie of bij het karakter van het kind past. Je hebt scholen met een algemeen karakter, maar er zijn ook scholen die werken volgens een bepaalde pedagogische visie. In deze cursus zijn al een aantal onderwijsvisies aan bod gekomen. In dit hoofdstuk verdiep jij je verder in het algemeen onderwijs, het bijzonder onderwijs en het algemeen bijzonder onderwijs.

• •

A

ev

er

ij

u'

• • •

Je kunt de verschillende vormen van onderwijs benoemen. Je kunt de termen algemeen onderwijs, bijzonder onderwijs en algemeen bijzonder onderwijs uitleggen. Je kunt benoemen wat openbaar onderwijs is en je kunt de kernwaarden beschrijven. Je kunt benoemen wat levensbeschouwelijk onderwijs inhoudt. Je kunt benoemen wat Steve Jobsscholen zijn en je kunt de manier van werken beschrijven. Je kunt benoemen wat freinetonderwijs is en je kunt de visie en manier van werken beschrijven. Je kunt benoemen wat jenaplanonderwijs is en je kunt de visie en manier van werken beschrijven. Je kunt benoemen wat daltononderwijs is en je kunt de visie en manier van werken beschrijven.

Ed

• •

ct

Leerdoelen

Binnen het onderwijs in Nederland zijn er veel verschillen te ontdekken.

U

itg

Opdracht 12

Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen <

Algemeen onderwijs, bijzonder onderwijs en algemeen bijzonder onderwijs Lees Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen. Beschrijf kort wat deze termen inhouden en geef een voorbeeld. a. Algemeen onderwijs:

19


Algemeen en bijzonder onderwijs

b. Bijzonder onderwijs:

fb .v

c. Algemeen bijzonder onderwijs:

ie

d. Vul het schema in. Benoem achter de naam van het onderwijs welke vorm van onderwijs het is. Je kunt kiezen uit: algemeen onderwijs, bijzonder onderwijs of algemeen bijzonder onderwijs. Naam onderwijs

Welke vorm van onderwijs

Protestantse basisschool

A

Vrijeschool

Ed

u'

Openbare basisschool Steve Jobsschool

ct

Freinetbasisschool

Reformatorische basisschool

a. Wat is openbaar onderwijs?

er

Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen <

Openbaar onderwijs

ij

Opdracht 13

U

itg

ev

b. Noem de kernwaarden van het openbaar onderwijs.

20

Lees de casussen en geef aan hoe er gehandeld moet worden, kijkend naar de kernwaarden van het openbaar onderwijs.


Algemeen en bijzonder onderwijs

Casus 1

ie

c. Mag zij het kind van deze twee ouders weigeren?

fb .v

Op de openbare basisschool komen twee ouders kijken op zoek naar een school voor hun kind. Op de school zitten kinderen van verschillende culturele achtergronden. Het is een afspiegeling van de wijk waarin de school staat. De vader kijkt eens rond in de klassen en maakt een paar discriminerende opmerkingen. Directeur Lydia vindt het erg vervelend: respect voor elkaar hebben is belangrijk op haar school. Lydia merkt dat de ouders een behoorlijk rechtse politieke voorkeur hebben.

Casus 2

a. Wat is levensbeschouwelijk onderwijs?

b. Binnen het levensbeschouwelijk onderwijs zijn er veel verschillen. Je hebt niet één visie die centraal staat omdat er veel verschillende levensbeschouwingen zijn. Ga in tweetallen op internet op zoek naar een visie van: • een reformatorische basisschool • een islamitische basisschool • een hindoeïstische basisschool. Leg de visies naast elkaar. 1. Wat zijn de verschillen? 2. Zie je ook overeenkomsten? 3. Wat vinden jullie persoonlijk van het recht op bijzonder onderwijs?

U

itg

ev

er

Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen <

Levensbeschouwelijk onderwijs

ij

Opdracht 14

Ed

u'

d. Mag meester Han dit doen?

A

ct

Kinderen van groep 8 van openbare basisschool De Hoge Linde zitten klaar voor hun les godsdienst. Hun leerkracht godsdienst belt op het laatste moment af wegen acute buikgriep. Meester Han die voor de groep staat is zelf christelijk en wil de les gaan overnemen.

21


Algemeen en bijzonder onderwijs

Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen <

Steve Jobsscholen Lees Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen. a. Wat zijn Steve Jobsscholen?

fb .v

Opdracht 15

b. Beschrijf welke twee rollen een leraar in een Steve Jobsschool heeft en wat dat inhoudt.

ct

ie

Filmpje Steve Jobs School <

Lees Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen en bekijk het Filmpje Steve Jobs School bij deze opdracht.

A

Casus

u'

Een vakblad voor basisonderwijs is meningen van studenten aan het verzamelen over Steve Jobsscholen in Nederland. Zou jij, als jij klaar bent met de opleiding, op een Steve Jobsschool willen werken?

Freinet

Lees Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton.

er

Opdracht 16

ij

Ed

c. Schrijf voor een vakblad voor het basisonderwijs een ingezonden brief van ongeveer 150-180 woorden. In de brief moet het volgende duidelijk worden: 1. Wat vind jij goed aan Steve Jobsscholen? 2. Wat vind jij minder goed aan Steve Jobsscholen? 3. Zou jij willen werken op een Steve Jobsschool? Zorg dat je de antwoorden in de brief goed motiveert.

a. Wat staat er in het freinetonderwijs centraal?

U

itg

ev

Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton <

22

b. Wat zijn de kenmerken van freinetonderwijs?

Lees Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton goed door. Binnen het freinetonderwijs staan de belevenissen en ervaringen van kinderen centraal. Dit is het uitgangspunt van leeractiviteiten. Bedenk hoe je vanuit de visie van Freinet kinderen in de volgende casussen een leeractiviteit kunt aanbieden.


Algemeen en bijzonder onderwijs

Casus Mustafa

fb .v

Mustafa van 6 jaar heeft vrijdag een zusje gekregen. Maandag komt hij trots op school met het geboortekaartje waar op de voorkant groot haar naam staat: Amina. Op het kaartje staat precies hoeveel gram ze weegt, hoe lang ze is en op welke datum ze geboren is.

ie

c. Lees in Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton welke vakken er allemaal zijn binnen het freinetonderwijs en bedenk een leeractiviteit aan de hand van het geboortekaartje.

ct

Casus Kiki

u'

A

Kiki van 11 jaar is naar Drenthe op zomervakantie geweest. Daar heeft ze voormalig kamp Westerbork bezocht. Dit heeft grote indruk op Kiki gemaakt. In de klas vertelt ze tijdens het kringgesprek over het bezoek. Zij geeft aan wel meer te willen weten over de Tweede Wereldoorlog en kamp Westerbork.

Ed

d. Lees in Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton welke vakken er allemaal zijn binnen het freinetonderwijs en bedenk een leeractiviteit aan de hand van Kiki’s verhaal.

Lees Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton en beantwoord de volgende vragen.

er

Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton <

Jenaplan

ij

Opdracht 17

ev

a. Wat zijn de drie basiskwaliteiten van het jenaplanonderwijs?

U

itg

Filmpje Jenaplan, school waar je leert samenleven <

b. Welke vier basisactiviteiten kenmerken het jenaplanonderwijs? Geef van elke activiteit een voorbeeld.

Lees Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton en bekijk het Filmpje Jenaplan, school waar je leert samenleven bij deze opdracht.

23


Algemeen en bijzonder onderwijs

Casus

fb .v

Jenaplanschool Samen staan wij sterk is een basisschool in een kinderrijke buurt. Elke dag geeft een enthousiast team van leraren les aan ongeveer 250 leerlingen die de school bezoeken. Om het team te versterken is de school op zoek naar een onderwijsassistent voor vier dagen in de week. Om zo veel mogelijk kandidaten te bereiken, wil de school graag een vacature plaatsen in de maandelijkse vacaturekrant.

a. Wat is het belangrijkste principe van daltononderwijs?

u'

Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton <

Dalton

b. Noem de vijf kernwaarden die in 2012 zijn opgesteld voor het daltononderwijs in Nederland.

Ed

Opdracht 18

A

ct

ie

c. Opdracht: Maak voor jenaplanschool Samen staan wij sterk een wervende vacature. Bekijk in de krant of op internet hoe een goede vacature is opgebouwd. Jullie mogen zelf bepalen hoe je de vacature opbouwt. Zorg dat de volgende onderwerpen in ieder geval in de vacature aan bod komen: • Schrijf een kort stukje over jenaplanschool Samen staan wij sterk. • Beschrijf wat de jenaplanschool een kandidaat te bieden heeft. • Beschrijf waar een kandidaat aan moet voldoen: – eisen qua opleiding – belangrijke eigenschappen die iemand moet hebben voor het werken in jenaplanonderwijs. Voor de vacature mogen jullie zelf dingen bedenken over jenaplanschool Samen staan wij sterk. Zorg wel dat de jenaplanprincipes goed naar voren komen.

er

ij

Filmpje Dalton onderwijs <

U

itg

ev

c. Lees Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton en bekijk het Filmpje Dalton onderwijs bij deze opdracht. In de film kun je goed zien hoe er in een klas op een daltonbasisschool gewerkt wordt. Je ziet lesmiddelen en regels die typisch zijn voor het daltononderwijs. Zet deze lesmiddelen en regels voor jezelf op een rijtje. Welke lesmiddelen en regels kun je koppelen aan de vijf kernwaarden? Verbind de lesmiddelen en regels aan de vijf kernwaarden binnen het daltononderwijs.

24


Hedendaagse pedagogiek

Hedendaagse pedagogiek

fb .v

Inleiding

ie

Pedagogiek is een wetenschap die steeds in ontwikkeling is. Elk jaar komen er nieuwe visies en methodes bij. Sommige visies en methodes blijven hangen en andere verdwijnen weer naar de achtergrond. Pedagogiek is steeds in beweging omdat pedagogiek zich ook aanpast aan de tijd waarin wij leven. Met de veranderingen in de samenleving en technologie verandert de pedagogiek mee. In dit hoofdstuk leer je meer over belangrijke ontwikkelingen van de laatste jaren.

Leerdoelen

ev

er

ij

Ed

ct

• •

A

Je kunt de visies en methodes die belangrijk zijn in de hedendaagse pedagogiek benoemen. Je kunt beschrijven wat Triple P inhoudt en je weet hoe een opvoeder hiernaar kan handelen. Je kunt de systeemtheorie van Steven Pont beschrijven. Je kunt het omdenken van Berthold Gunster beschrijven en je kunt dit toepassen in de praktijk. Je kunt beschrijven wat NPDL inhoudt en je weet hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen. Je kunt beschrijven wat kindgericht onderwijs inhoudt en je kunt benoemen hoe een pedagogisch medewerker hiernaar kan handelen.

u'

Pedagogiek blijft constant in ontwikkeling. In dit hoofdstuk kijken wij naar visies en methodes binnen de hedendaagse pedagogiek.

U

itg

Opdracht 19

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken <

Triple P Lees Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken. a. Waar staat de naam Triple P voor?

25


Hedendaagse pedagogiek

fb .v

b. Wat is het doel van Triple P?

c. Ouders kunnen jou als pedagogisch medewerker vragen stellen over de opvoeding. Schrijf een informatieve blog voor ouders over hoe zij een positieve opvoedingsstijl kunnen hanteren. Ga hierbij uit van de vijf basisprincipes van Triple P.

ie Lees Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken en bekijk het Filmpje Steven Pont bij deze opdracht. b. In Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken en het Filmpje Steven Pont worden praktijkvoorbeelden genoemd van de systeemtheorie. Kijk nu eens naar jezelf. Kun je er vanuit de systeemtheorie een voorbeeld van noemen dat jij je op twee verschillende plekken heel anders gedraagt?

Ed

u'

Filmpje Steven Pont <

a. Beschrijf in het kort wat de systeemtheorie van Steven Pont inhoudt.

ct

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken <

De systeemtheorie van Steven Pont

A

Opdracht 20

ij

c. Hoe komt dat, denk je?

ev

er

d. Kun jij een voorbeeld noemen waarbij jouw omgeving invloed had op jouw gedrag? Dat je ineens heel ander gedrag ging vertonen door bijvoorbeeld een ingrijpende gebeurtenis in je omgeving of doordat jouw omgeving te hoge eisen aan je stelde?

U

itg

e. Werd dit opgemerkt door anderen?

f. Hoe werd er op je gedrag gereageerd?

g. Zou je zelf anders hebben gereageerd? Zo ja, hoe?

26


Hedendaagse pedagogiek

Filmpje Klagende pubers <

a. Stel je hebt een probleem waar je tegenaan loopt op je stage. Volgens de methode omdenken kun je een probleem omzetten in een kans. Beschrijf de stappen die je moet zetten om van een probleem een kans te maken.

fb .v

Filmpje Wat is omdenken? <

Lees Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken. Bekijk het Filmpje Wat is omdenken bij deze opdracht.

Lees Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken over omdenken en bekijk ter inspiratie het Filmpje Klagende pubers bij deze opdracht.

ie

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken <

Omdenken

b. Maak groepjes van vier studenten en ga aan de slag met een probleem via de methode omdenken. Maak van het probleem een kans. Heb je zelf een probleem vanuit je stage, werk of school, gebruik dat! Kunnen jullie niets bedenken, ga dan de volgende problemen te lijf via omdenken. Wees creatief in het zien van kansen in de problemen.

ct

Opdracht 21

Ed

u'

A

Maak van een probleem een kans 1: Kinderopvang De Bezige Bij vangt kinderen op van 0 tot 4 jaar. Veel ouders vergeten hun kinderen reservekleding mee te geven. Als kinderen dan een ongelukje hebben, krijgen de kinderen reservekleding van het kinderdagverblijf aan. Ouders vergeten dit vaak weer terug te brengen naar het kinderdagverblijf. Hierdoor is er steeds heel weinig reservekleding voor handen bij De Bezige Bij.

Maak van een probleem een kans 3: Op basisschool De Driesprong is er sinds kort een nieuw traktatiebeleid. Als kinderen jarig zijn, mogen zij hun klasgenootjes trakteren op een gezonde traktatie. Een paar ouders zijn creatief aan de slag gegaan met fruit en groente. Maar de meeste jarige kinderen komen toch nog steeds op school met zakken chips en snoep en met cakejes met een dikke laag glazuur. De juffen en meesters zitten met hun handen in het haar.

U

itg

ev

er

ij

Maak van een probleem een kans 2: Voor de kinderen op je stage bij de bso bedenk je allemaal leuke activiteiten. Je bent er iedere keer weer druk mee. Je hebt al zelf een bordspel gemaakt, je hebt materiaal gehuurd bij de spelotheek en zelfs een trainer van de plaatselijke sportclub uitgenodigd. Aan jouw enthousiasme ligt het niet. Het probleem is: bijna niemand wil meedoen met de activiteiten. De kinderen vinden alles ‘Saaaaaaaai!’

27


Hedendaagse pedagogiek

Opdracht 22

NPDL Lees in Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs over NPDL en beantwoord de volgende vragen.

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs <

b. Om kinderen voor te bereiden op een steeds veranderende samenleving moet je ze vaardigheden aanleren. Dit worden in het Engels de zes C’s genoemd. Vul het schema in met de Engelse en Nederlandse woorden. De zes C’s in het Engels

De Nederlandse vertaling

A

ct

ie

Filmpje De docent van de 21e eeuw <

fb .v

a. Waar staan de letters NPDL voor?

a. Wat is kindgericht onderwijs?

U

itg

ev

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs <

Kindgericht onderwijs

er

Opdracht 23

28

Hoe ziet jullie werk er over vijftien jaar uit, denken jullie? Spreekt deze manier van werken jullie aan? Waarom? Wat lijkt jullie een uitdaging/moeilijk in deze manier van werken? Als je kinderen wilt voorbereiden op een steeds veranderende samenleving, moet je ze vaardigheden aanleren. Bedenk voor één van de zes vaardigheden op welke manier je die aan kinderen kunt aanleren.

ij

1. 2. 3. 4.

Ed

u'

c. Lees Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs over NPDL en bekijk het Filmpje De docent van de 21e eeuw bij deze opdracht. Verdeel de klas in groepjes van vier en verdeel de zes C’s over de groepjes. Ga in je groep in gesprek aan de hand van de volgende vragen:

b. Welke rol heeft een leraar/pedagogisch medewerker binnen het kindgericht onderwijs?


Hedendaagse pedagogiek

Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? Motiveer je antwoord.

fb .v

c. Stelling 1 Bij kindgericht onderwijs heeft ieder kind zijn eigen leerproces en daardoor is samenwerken niet mogelijk.

ie

d. Stelling 2 Bij kindgericht onderwijs stelt alleen de leerkracht het onderwijs samen voor het kind, omdat hij het kind het beste kent.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

e. Stelling 3 Bij kindgericht onderwijs is het belangrijk dat een kind zichzelf goed leert kennen.

29


De verschillende visies naast elkaar

fb .v

De verschillende visies naast elkaar Inleiding

ie

In deze cursus zijn er verschillende pedagogische visies en onderwijsvisies voorbijgekomen. Misschien heb je al een voorkeur ontwikkeld voor een bepaalde pedagogische visie of onderwijsvisie. Doordat er veel verschillende visies zijn, kun je uiteindelijk voor een stageplek of werkplek kiezen die goed bij jou past. Behalve verschillen zijn er zeker ook overeenkomsten te vinden. In dit hoofdstuk ga je een aantal pedagogische visies naast elkaar leggen en eens goed kijken naar overeenkomsten en verschillen.

er

ij

Ed

u'

• • •

Je heb inzicht in de verschillende pedagogische visies die je in de praktijk kunt tegenkomen. Je kunt verschillende visies met elkaar vergelijken. Je kunt de verschillen en de overeenkomsten benoemen tussen verschillende visies. Je kunt een mening geven over de verschillende visies.

A

ct

Leerdoelen

U

itg

ev

Welke visie past bij jou?

30


De verschillende visies naast elkaar

Een school kiezen

Casus Tim en Aïda

Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton <

fb .v

In de stad staan: • basisschool De Regenboog - kindgericht onderwijs • basisschool De Schakel - jenaplanonderwijs • basisschool De Klimop - daltononderwijs • na de zomer wordt er een Steve Jobsschool geopend.

ct

a. Tim en Aïda willen graag weten wat het onderwijs op de vier scholen precies inhoudt. Maak voor Tim en Aïda een folder of een flyer waarin je de vier verschillende soorten van onderwijs beschrijft. Beschrijf de visie, de werkwijze en de rol van de leerkracht/pedagogisch medewerker. Maak de folder of flyer overzichtelijk zodat Tim en Aïda de scholen makkelijk met elkaar kunnen vergelijken.

A

Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen <

Tim en Aïda gaan in de zomervakantie met hun kinderen verhuizen naar een andere stad. Dat betekent dat zij voor het nieuwe schooljaar een andere school moeten zoeken voor hun drie kinderen. Tibbe van 5 jaar, Nele van 8 jaar en Nouri van 11 jaar hebben zin om te verhuizen naar hun nieuwe huis, maar een nieuwe school vinden zij best spannend. In de stad waar het gezin naartoe verhuist, staan drie basisscholen. Na de zomervakantie wordt er een nieuwe school geopend.

ie

Opdracht 24

u'

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs <

Een kinderopvang kiezen

Casus Jimmy en Olga Jimmy en Olga verwachten over vijf maanden hun eerste kindje. In hun dorp staan drie verschillende soorten kinderopvang: • kinderopvang Het Vlinderbos - antroposofische kinderopvang • kindercentrum Het Bonte Palet - Reggio Emilia-kindercentrum • kinderopvang De Kleine Wereld - volgens de visie van Emmi Pikler.

ev

er

Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool <

ij

Opdracht 25

Ed

b. Stel dat jij verhuist naar deze stad. Op welke school zou jij dan willen gaan werken? Welke visie past het best bij jou? Motiveer je antwoord.

Theoriebron Emmi Pikler <

U

itg

Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia <

Jimmy en Olga hebben voor zichzelf de volgende punten opgeschreven die zij belangrijk vinden voor een kinderopvangplek: 1. Het kinderdagverblijf moet een plek zijn waar hun kindje zich emotioneel en fysiek veilig voelt. 2. Het kinderdagverblijf moet een plek zijn waar hun kindje met veel verschillende materialen in aanraking komt. Er moet op verschillende gebieden voldoende uitdaging zijn. 3. Het kinderdagverblijf moet hun kindje de ruimte geven om zich in eigen tempo te ontwikkelen. 4. Er moet voldoende aandacht zijn voor creativiteit. 5. Muziek is een belangrijk onderdeel van het leven van Jimmy en Olga, dus zij vinden het prettig als het kinderdagverblijf ook voor baby’s veel met muziek doet.

31


De verschillende visies naast elkaar

ie

fb .v

a. Lees het lijstje van Jimmy en Olga goed door. Beschrijf hoe de verschillende vormen van kinderopvang omgaan met: • emotionele en fysieke veiligheid • spel-leermateriaal • eigen tempo ontwikkelen • creativiteit • muziek.

A

ct

b. Welke kinderopvang zou jij aan Jimmy en Olga adviseren? Motiveer je antwoord.

Opdracht 26

Ed

u'

c. Stel, jij kunt op al deze drie kinderdagverblijven een stageplek krijgen. Welk kinderdagverblijf zou het beste bij je passen? Voor welk kinderdagverblijf zou jij dan kiezen? Motiveer je antwoord.

Als jij zelf moet kiezen

ij

a. Alle pedagogische visies en onderwijsvormen van deze cursus nog even op een rijtje. Welke van deze visies en onderwijsvormen spreken jou aan? Zet een kruisje in de vakjes van de pedagogische visies en onderwijsvormen waarmee jij zou willen werken. Je mag meerdere kruisjes zetten. Onderwijsvormen

Janusz Korczak

Vrijeschool

Emmi Pikler

Montessori

Thomas Gordon

Reggio Emilia

Micha de Winter

Openbaar onderwijs

Triple P

Levensbeschouwelijk onderwijs

Steven Pont – Systeemtheorie

Steve Jobs

Omdenken

Freinet

U

itg

ev

er

Pedagogische visies

Jenaplan Dalton NPDL Kindgericht onderwijs

32


De verschillende visies naast elkaar

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

c. Bespreek de uitkomsten in groepjes van drie studenten.

fb .v

b. Welke twee visies of onderwijsvormen passen het beste bij jou? Motiveer je antwoord.

33


Theoriebron Pedagogiek

Theoriebron Pedagogiek

fb .v

Inleiding

Pedagogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Binnen de pedagogiek zijn er veel verschillende visies ontstaan. Elke visie kijkt op een andere manier naar de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Deze verschillende visies hebben een belangrijke rol bij het opvoeden van kinderen en bij het ontstaan van de verschillende soorten onderwijs en kinderopvang.

ie

Wat is pedagogiek?

Ed

u'

A

ct

Pedagogiek is het deel van de wetenschap dat gaat over de ontwikkeling en opvoeding van kinderen totdat zij volwassen zijn. Het woord pedagogiek komt van het Griekse woord ‘paidagoogia’ wat ‘kinderleiding’ betekent. De volgende onderwerpen zijn in de pedagogiek belangrijk: • de opvoeding van het kind • de ontwikkelingsfasen die het kind doorloopt • de relatie van het kind met zijn omgeving. In de pedagogiek staat het handelen van ouders en opvoeders centraal. Een belangrijke vraag daarbij is: wat is de beste manier om kinderen op te voeden en te begeleiden in hun ontwikkeling? Binnen de pedagogiek zijn hier veel verschillende visies over ontstaan. Er komen ook steeds weer nieuwe visies bij. Net als bij een kind is de pedagogiek ook constant in ontwikkeling. Dit heeft te maken met de tijd waarin wij leven, het veranderen van de omgeving, nieuwe onderzoeken en het ontstaan van nieuwe ideeën en inzichten.

ij

Varianten in pedagogiek

U

itg

ev

er

Binnen de pedagogiek zijn er verschillende vormen te onderscheiden. In dit hoofdstuk bespreken wij er vier: • orthopedagogiek Bij orthopedagogiek kijken de pedagogen naar het gedrag van kinderen. Een belangrijk onderdeel van de orthopedagogiek is het omgaan met en het opvoeden van kinderen met ontwikkelingsachterstanden en gedragsproblematieken. • onderwijspedagogiek Bij onderwijspedagogiek richten de pedagogen zich op didactiek en onderwijskunde. Zij bekijken hoe kinderen leren en hoe je daar het onderwijs het beste op aan kunt passen. • sociale pedagogiek Bij sociale pedagogiek wordt gekeken naar het kind in relatie met zijn omgeving. De omgeving waar een kind opgroeit heeft een belangrijke invloed op hoe een kind zich ontwikkelt. • gezinspedagogiek De gezinspedagogiek richt zich puur op het gezin. Er wordt gekeken naar de invloed van het gezin op de opvoeding en de ontwikkeling van een kind.

34


Theoriebron Pedagogiek

Pedagogen

ie

fb .v

Pedagogen zijn mensen die zich hebben gespecialiseerd in de wetenschap van de pedagogiek. Er zijn veel pedagogen werkzaam in ons land. Pedagogen werken met kinderen of voor kinderen. Zij kunnen bijvoorbeeld werkzaam zijn in het onderwijs, de psychiatrie, instellingen voor kinderen met een beperking of de jeugdzorg. Als jij straks je opleiding hebt afgerond, ga je als pedagogisch medewerker aan de slag. Dat wil zeggen dat jij je ook verdiept hebt in de pedagogiek en daardoor kunt werken met kinderen in de kinderopvang of als onderwijsassistent. Door de kennis en ervaringen die je opdoet tijdens je studie, ontwikkel jij een eigen kijk op de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Binnen de wetenschap pedagogiek zijn er ook verschillende pedagogen die helemaal een eigen visie of onderwijsvorm hebben ontwikkeld.

ct

Welke rol hebben pedagogen in de kinderopvang en het onderwijs

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

Binnen de pedagogiek hebben verschillende pedagogen een visie ontwikkeld die je terug kunt vinden binnen het onderwijs en de kinderopvang. Scholen en kinderopvangcentra werken vaak volgens een bepaalde visie. Zij passen hun manier van werken aan zodat die aansluit bij de ideeĂŤn en visies van een of meerdere pedagogen. Misschien heb je weleens gehoord van montessorionderwijs, de vrijeschool of een Reggio Emilia-kindercentrum. Dit zijn allemaal stromingen binnen het onderwijs en de kinderopvang die gebaseerd zijn op de ideeĂŤn van een bepaalde pedagoog. De belangrijkste pedagogen komen aan bod in deze cursus.

35


Theoriebron Janusz Korczak Inleiding

fb .v

Theoriebron Janusz Korczak

ie

Janusz Korczak is de grondlegger van de rechten van het kind. Korczak vindt dat je een kind serieus moet nemen en met respect behandelen. Een kind heeft volgens hem drie rechten. Tegenwoordig werken verschillende scholen en kinderopvangcentra volgens de visie van Korczak.

ct

Janusz Korczak

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

Janusz Korczak (geboren in 1878, overleden in 1942) is een Poolse kinderarts en grondlegger van de rechten van het kind. In 1912 krijgt hij de leiding over een weeshuis met tweehonderd Joodse kinderen. Samen met zijn medewerkers zorgt hij voor een opvoedingsklimaat waar de kinderen zeer serieus genomen worden. In deze periode is dat een ongelofelijke vernieuwing. Korczak kijkt echt naar de eigenheid van een kind. Een belangrijke uitspraak van Janusz Korczak is: “Testen bepalen of iemand begaafd is, of hij iets kan, maar wat blijft is het tragische: wat wil hij eigenlijk?” Met andere woorden: wordt er wel gekeken naar wat het kind wil in plaats van naar wat het kind kan? Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, laat Korczak ‘zijn’ kinderen niet in de steek. Als in 1942 de kinderen worden weggevoerd naar het concentratiekamp Treblinka begeleidt hij hen tijdens het transport. In Treblinka sterft hij samen met de kinderen.

36

Een standbeeld ter nagedachtenis aan Janusz Korczak en de kinderen uit het weeshuis.


Theoriebron Janusz Korczak

De pedagogische visie van Janusz Korczak

ie

fb .v

Janusz Korczak is de grondlegger van de rechten van het kind. Hij vindt dat een kind respect verdient. Een kind heeft volgens Korczak drie rechten. Een kind heeft: 1. het recht op de dag van vandaag, het recht om te leven 2. het recht om te zijn zoals het is 3. het recht om een eigen leven te leiden en daarbij fouten te maken. Janusz Korczak ziet kinderen als volwaardig. Hij vindt het belangrijk dat een kind zichzelf kan zijn en zichzelf kan ontwikkelen. Zijn visie is: laat niet alles gebeuren zoals de opvoeder het wil, maar laat kinderen meedenken en meebeslissen. Dit wil niet zeggen dat kinderen maar kunnen doen wat zij willen. Er zijn regels en grenzen. Het is belangrijk om met kind in gesprek te gaan en afspraken te maken. Maar een opvoeder mag de macht die hij over een kind heeft niet misbruiken door het dingen op te leggen.

ct

De invloed van Korczak op de kinderopvang en het onderwijs

Ed

u'

A

Tegenwoordig zijn er scholen en kinderopvangcentra die de visie van Korczak als uitgangspunt gebruiken. Zij werken vanuit een visie waar respect voor het kind centraal staat. Belangrijke onderdelen waarbij je de invloed van Korczak kunt zien: • Kinderen kunnen hun taken zelf indelen en in eigen tempo maken. • Kinderen werken veel samen omdat kinderen van elkaar kunnen leren. • Kinderen leren veel in de praktijk of projectmatig (kennismaken met het ‘echte’ leven buiten de schoolmuren of de muren van de kinderopvang). • Kinderen participeren in de school of opvang door een leerlingenraad of kinderraad. Daarnaast vindt Korczak dat je kinderen moet voorbereiden op het ‘echte’ leven. Vragen die in het onderwijs belangrijk zijn: wat wil een kind zelf graag worden en wat heeft hij daarvoor nodig?

er

ij

Werken met kinderen volgens de visie van Korczak

U

itg

ev

Als pedagogisch medewerker is het belangrijk dat je de volgende punten meeneemt in je handelen: • respect Een gelijkwaardige relatie tussen kind en opvoeder is van groot belang. Er moet respect zijn voor elkaar. Een opvoeder mag zijn macht niet misbruiken om zijn wil aan het kind op te leggen. • dialoog Praat mét kinderen om te weten te komen wat er in een kind omgaat. Praat niet tegen het kind waardoor een monoloog ontstaat, maar zorg voor een goede interactie met het kind. • kinderparticipatie Laat kinderen meehelpen, meedenken en taken uitvoeren zodat zij zich verantwoordelijk voelen. Betrek kinderen bij de zorg voor de omgeving, het bedenken van activiteiten en het vormgeven van het eigen leerproces. • geduld, liefde en begrip Wanneer kinderen misstappen begaan of fouten maken, zijn geduld en begrip belangrijk. Liefde, geduld en begrip hebben meer invloed dan straffen.

37


Theoriebron Janusz Korczak

De inrichting van de ruimte en het gebruik van materialen volgens Janusz Korczak

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Bij Janusz Korczak staan de rechten van het kind en het respect voor het kind centraal. Hij heeft geen bepaalde eisen waar materialen aan moeten voldoen; Korczak stelt in zijn visie alleen de voorwaarden op waar een opvoedingsklimaat volgens hem aan moet voldoen. Hoe een leraar of pedagogisch medewerker dat invult, mag hij zelf beslissen. Korczaks visie is dat hij kinderen wil voorbereiden op het echte leven buiten de school en kinderopvang. Daarom is het belangrijk om ‘het leven buiten de school en opvang’ te verweven in het leerproces. Het onderwijs moet in contact staan met de buitenwereld en moet dus het liefst veel contacten, excursies en praktijkdagen bij instellingen en bedrijven in de buurt bevatten.

38


Theoriebron Emmi Pikler

Theoriebron Emmi Pikler

fb .v

Inleiding

Emmi Pikler richt zich met haar visie op het jonge kind. Kinderen moeten de ruimte krijgen om zelf te ontdekken en te leren. Een opvoeder moet het kind tijdens het ontdekken niet storen of het kind activiteiten aanbieden waar het nog niet aan toe is. Als een kind zijn eigen tempo kan bepalen in zijn ontwikkeling, dan zal het kind de vaardigheden die hij leert uiteindelijk beter beheersen.

ie

Emmi Pikler

u'

A

ct

Emmi Pikler (geboren in 1902, overleden in 1984) kijkt echt naar hoe een kind zichzelf ontwikkelt. De basis voor haar visie wordt gelegd tijdens haar studie voor kinderarts. Zij komt in het ziekenhuis De Pirquet kliniek te werken. In dit ziekenhuis is de hoofdzaak niet de ziekte, maar het kind zelf. Het kind krijgt daar de ruimte om te bewegen, te spelen en naar buiten te gaan. Emmi Pikler krijgt samen met haar man een dochter. Zij volgen tijdens de opvoeding het ritme en de initiatieven van hun dochter. Na de oorlog wordt Emmi Pikler directeur van een kindertehuis waar haar visie en pedagogisch handelen centraal staan.

Ed

Een bekende uitspraak van Emmi Pikler: “Observeer! Leer je kind kennen! Als je werkelijk ziet wat het nodig heeft, als je voelt wat het werkelijk dwars zit, wat zijn behoefte is, dan zul je het ook goed behandelen, begeleiden en opvoeden.”

De pedagogische visie van Emmi Pikler

U

itg

ev

er

ij

Volgens Emmi Pikler zijn de volgende punten belangrijk: • Een vertrouwensband met de opvoeder is een basisvoorwaarde. Een kind dat zich geliefd voelt, zal zichzelf en de wereld om zich heen willen ontdekken. • Door intensief contact met een kind leer je het kind kennen. Door verbaal (met spraak) en non-verbaal (met mimiek en aanrakingen) contact te maken, leer je het kind en zijn behoeftes goed kennen. • Een kind moet zich met zijn lichaam vrij kunnen bewegen. Een kind moet door het gebruik van materialen of kleding niet begrensd worden in het bewegen. • Volg de initiatieven die het kind zelf neemt. Bied geen activiteiten aan waar het nog niet aan toe is. Als kinderen hun eigen tempo aanhouden, leren zij vaardigheden beter beheersen. • Een kind heeft het recht om zelf te spelen, te ontdekken en fouten te maken. Stoor als opvoeder het leerproces van het kind tijdens het spelen niet.

39


Theoriebron Emmi Pikler

De invloed van Pikler op de kinderopvang

ie

fb .v

De visie van Pikler is vooral gericht is op het jonge kind. Je ziet haar visie dus vooral terug in de kinderopvang. Tegenwoordig zijn er steeds meer kinderopvangcentra die werken volgens de visie van Pikler. Pedagogisch medewerkers krijgen vaak extra trainingen of een cursus. In de huidige samenleving wordt er veel gekeken naar wat een kind al kan. Er heerst een sfeer die gericht is op prestatie. Het kind wordt gestimuleerd om snel mijlpalen te bereiken. Opvoeders stimuleren kinderen te gaan tijgeren, kruipen, staan en lopen. In hun enthousiasme houden de opvoeders soms geen rekening met de eigen ontwikkeling van een kind. Een kind leert dan dingen waar het eigenlijk nog niet aan toe is. De visie van Pikler is erop gericht het kind de rust en de ruimte te geven om zich in eigen tempo te ontwikkelen. Dit zie je dan ook terug binnen de kinderopvangcentra die de visie van Pikler volgen.

ct

De invloed van Pikler op het handelen van de pedagogisch medewerker

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

Een pedagogisch medewerker heeft volgens Pikler belangrijke taken. Hij of zij moet: • voldoen aan de basisvoorwaarden van een kind om zich te ontwikkelen Een pedagogisch medewerker zorgt voor de fysieke en emotionele veiligheid, voldoende slaap, rust en voeding voor het kind. • zorgen voor een voorbereide omgeving Een pedagogisch medewerker zorgt voor spelmateriaal dat past bij de ontwikkelingsfase van een kind. • gericht en intensief contact maken met het kind tijdens verzorgingsmomenten In een drukke groep zijn de verzorgingsmomenten het moment om gericht en intensief contact te maken met het kind. Een pedagogisch medewerker neemt daarbij de tijd voor een kind, reageert op wat een kind aangeeft en zorgt voor een plezierig samenzijn. • het kind de ruimte geven om zelf te ontdekken Laat als pedagogisch medewerker een kind zelf ontdekken. Help het kind niet en doe geen dingen voor. Daar worden volgens Pikler kinderen passief van of zij gaan dingen doen die niet bij hun ontwikkeling passen.

40

Verzorgingsmomenten zijn volgens Pikler het moment om intensief en gericht contact te maken met een kind.


Theoriebron Emmi Pikler

De inrichting van de ruimte en het gebruik van materialen volgens Emmi Pikler

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Een kind moet volgens Pikler bewegingsvrijheid hebben. Er wordt daarom geen gebruikgemaakt van kleine boxen, loopstoelen en wipstoelen. Als een kind leert tijgeren, krijgt het de behoefte om te klimmen. Hier zijn speciale klimmaterialen voor ontworpen. Een baby leert zijn eigen lichaam het beste kennen als hij op een harde ondergrond ligt. Dan voelt hij wat zijn bewegingen met hem doen. Pikler biedt baby’s hun eerste speelgoed aan als zij twee maanden oud zijn. Dan krijgen baby’s pas de behoefte om te ontdekken. Het spelmateriaal waar kinderen mee spelen moet verschillen in vorm, kleur, structuur, gewicht en omvang. Daarmee kunnen kinderen goed ontdekken en vergelijken. Gebruiksvoorwerpen zijn goed in te zetten als spelmateriaal. Bij de visie van Pikler hoort geen speelgoed met licht, muziek of automatische bewegingen. Dit kan voor te veel prikkels zorgen en kinderen kunnen het speelgoed niet zelf uitzetten. Ook kunnen kinderen passief worden van speelgoed dat hen vermaakt.

41


Theoriebron Thomas Gordon

fb .v

Theoriebron Thomas Gordon Inleiding

ie

Thomas Gordon is een Amerikaanse psycholoog en de grondlegger van de Gordonmethode. De Gordonmethode is een manier waarop opvoeder en kind kunnen communiceren op basis van gelijkwaardigheid en respect. De Gordonmethode is een oplossingsgerichte methode en zeer geschikt voor het oplossen van conflicten.

ct

Thomas Gordon

Ed

u'

A

Thomas Gordon is een Amerikaanse psycholoog. Hij wordt in Amerika geboren in 1918 en hij overlijdt in 2002. Hij heeft negen boeken geschreven. Deze boeken gaan voornamelijk over de communicatie met en de opvoeding van kinderen. Thomas Gordon is een groot voorstander van de democratische opvoedingsstijl. Kinderen hebben volgens hem het recht van spreken binnen een gezin. Een belangrijke uitspraak van Thomas Gordon: “Wanneer mensen ouders worden, ziet men iets merkwaardigs en betreurenswaardigs: zij aanvaarden een functie of ze gaan een rol spelen, maar ze vergeten dat ze mensen zijn.�

De pedagogische visie van Thomas Gordon

U

itg

ev

er

ij

Thomas Gordon stelt dat de communicatie met kinderen belangrijk is in het opvoeden van kinderen. Goede communicatie is de basis om een goede en warme relatie met kinderen te ontwikkelen. Binnen de relatie tussen kind en opvoeder staan gelijkwaardigheid, respect en liefde centraal. Door hun manier van communiceren ondersteunen opvoeders kinderen in het oplossen van problemen en conflicten. Dit zorgt ervoor dat kinderen opgroeien tot zelfstandige en weerbare mensen. Binnen de opvoeding moet gekeken worden naar de behoeftes van zowel de opvoeder als van het kind. Een opvoeder is net als een kind een mens met gevoelens en behoeftes. Een opvoeder is ook weleens druk of moe. Neem als opvoeder deze gevoelens ook serieus en communiceer dit naar een kind.

42

De invloed van Gordon op de kinderopvang en het onderwijs De Gordonmethode is een veelgebruikte methode in de kinderopvang en het onderwijs. De visie van Gordon is gericht op de communicatie tussen opvoeder en kind. Het is een democratische opvoedingsstijl en daardoor staat de dialoog tussen opvoeder en kind centraal. Bij deze visie staat alleen het handelen/communiceren van de pedagogisch medewerkers centraal. De Gordonmethode zegt niets over de inrichting van de ruimte of de spel-leermaterialen die gebruikt worden. Voor professionals in het onderwijs en de kinderopvang zijn speciale cursussen en trainingen te volgen in het communiceren volgens de Gordonmethode.


Theoriebron Thomas Gordon

De invloed van de Gordonmethode op het handelen van de pedagogisch medewerker

A

ct

ie

fb .v

De visie van Thomas Gordon is uitgegroeid tot De Gordonmethode. Punten die belangrijk zijn voor een pedagogisch medewerker: • Zorg voor een gelijkwaardige relatie. De macht van de pedagogisch medewerker mag niet worden gebruikt om conflicten op te lossen door bijvoorbeeld schreeuwen, dreigen of een preek. • Praat met een kind op een manier zodat het je begrijpt. • Luister actief naar een kind. Het is belangrijk om een kind de ruimte te geven en uit te dagen om te vertellen. • De pedagogisch medewerker en het kind zoeken samen naar een oplossing voor een probleem. • Kijk naar je eigen behoeftes. Geef als pedagogisch medewerker je grenzen aan. Soms raak je geïrriteerd door bepaald gedrag of ben je druk met andere taken. Dit kun je aangeven via een ik-boodschap. • Kijk wat er achter het gedrag van een kind zit. Negatief gedrag kan ook een manier zijn waarop een kind de pedagogisch medewerker iets wil ‘vertellen’.

u'

De ik-boodschap en actief luisteren Belangrijke punten in de Gordonmethode zijn communiceren via de ik-boodschap en actief luisteren.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Gebruikmaken van de ik-boodschap De ik-boodschap kun je zowel bij positief als negatief gedrag van een kind inzetten. Bij de ik-boodschap houd je de boodschap bij jezelf en val je een ander niet direct aan. De opbouw van een ik-boodschap kun je bekijken in de afbeelding: De opbouw van de ik-boodschap. Een voorbeeld van een ik-boodschap: ‘Job, ik vind het niet fijn dat je zo veel lawaai maakt. Zo kan ik Nina niet goed verstaan. Ik zou willen dat je iets zachter doet.’

De opbouw van de ik-boodschap.

43


Theoriebron Thomas Gordon

fb .v

Actief luisteren Actief luisteren is een manier van luisteren die een kind de ruimte geeft maar ook uitdaagt om te vertellen. Geef het kind jouw aandacht als het wat wil vertellen en oordeel niet direct. Belangrijke vaardigheden bij actief luisteren zijn: een open luisterhouding, stiltes laten vallen, aangeven dat je luistert door bijvoorbeeld te knikken, stukken van wat het kind vertelt samenvatten en het gevoel van het kind benoemen.

Hoe een pedagogisch medewerker een conflict kan oplossen volgens Thomas Gordon

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

De Gordonmethode is een oplossingsgerichte manier van communiceren. Als je de methode van Gordon gebruikt, kent een conflict geen verliezers, alleen winnaars. De pedagogisch medewerker gaat samen met het kind op zoek naar een oplossing die voor beide partijen goed voelt. Daarom wordt deze methode ook wel de win-winmethode genoemd. Het oplossen van conflicten gebeurt in de methode van Gordon via de overlegmethode: 1. Stel samen vast wat het probleem is. 2. Bedenk samen verschillende oplossingen voor het probleem. 3. Stel vast wat goede oplossingen en wat slechte oplossingen zijn. 4. Kies een oplossing. 5. Nu is het tijd om de oplossing uit te voeren. 6. Kijk samen of de oplossing werkt.

44


Theoriebron Martinus Johannes Langeveld

fb .v

Theoriebron Martinus Johannes Langeveld Inleiding

ct

Martinus Johannes Langeveld

ie

Martinus Langeveld is een invloedrijke pedagoog uit de Nederlandse geschiedenis. Hij is de grondlegger van de universitaire studie pedagogiek. Langeveld is van mening dat ieder kind uniek is. Je moet kinderen niet vergelijken met de theorie en daarom is hij tegen het overmatig testen en toetsen van kinderen. Hij gaat uit van de mogelijkheden van een kind. Langeveld vindt dat kinderen veel verschillende mogelijkheden van zichzelf moeten gaan ontdekken.

Ed

u'

A

Martinus Johannes Langeveld wordt gezien als een van de invloedrijkste pedagogen van ons land in de tweede helft van de vorige eeuw. Langeveld, geboren in 1905, start in 1934 een eigen adviespraktijk waar ouders kunnen komen met hun opvoedproblemen. Na de Tweede Wereldoorlog legt hij de basis voor een nieuwe universitaire studie pedagogiek. Samen met andere wetenschappers vormt hij De Utrechtse School. Zij benaderen de pedagogiek en psychologie op een menswetenschappelijke manier. Dat wil zeggen dat Langeveld niet de wetenschap centraal stelt, maar een kind zoals het op dat moment is. Bij ieder kind kijkt Langeveld naar het kind zelf en naar de situatie waarin het kind zich op dat moment bevindt. Een belangrijke uitspraak van Langeveld: 'Wie het kind wil begrijpen, moet begrijpen hoe het kind zijn wereld ervaart en beleeft.�

er

ij

De pedagogische visie van Martinus Johannes Langeveld

U

itg

ev

Volgens Martinus Langeveld moeten kinderen opgroeien tot volwassenen die zelf keuzes kunnen maken en zich daar verantwoordelijk voor voelen. Om goede keuzes te maken is de ontwikkeling van het geweten (de morele ontwikkeling) belangrijk. In het begin, als het kind nog geen verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn eigen gedrag, is de opvoeder het geweten van een kind. Naarmate het kind ouder wordt, verschuift dit en vormt een kind een eigen geweten. Voor Langeveld is ieder kind uniek. Hij kijkt niet alleen naar wat een kind kan, maar laat het kind ook zijn eigen mogelijkheden ontdekken. Het kind moet uitgedaagd worden om vaardigheden te leren kennen die zijn wereld verbreden. Langeveld vindt dat je een kind niet moet meten aan de theorie uit boeken, maar dat je moet kijken naar het kind zelf. Hij is daarom een grote tegenstander van de ‘toetscultuur’. Elk kind wordt tegenwoordig getoetst en gemonitord om te zien of de ontwikkeling wel volgens de norm verloopt.

45


A

ct

ie

fb .v

Theoriebron Martinus Johannes Langeveld

u'

De opvoeder is volgens Langeveld het geweten van een kind zolang het kind nog geen eigen geweten heeft ontwikkeld.

Ed

De invloed van Langeveld op de kinderopvang en het onderwijs

U

itg

ev

er

ij

Onderdelen van de visie van Langeveld zie je terugkomen in andere pedagogische visies. Er zijn bijna geen scholen of kinderopvangcentra die volledig werken volgens de visie van Langeveld. Als je de visie zou koppelen aan onderwijs en kinderopvang, dan zouden de volgende punten terugkomen: • Eigenheid van het kind staat centraal. Geef kinderen de ruimte om eigen mogelijkheden te ontdekken. Naast de reguliere vakken en activiteiten moeten kinderen zich verder kunnen ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan keuzeprojecten kunst, multimedia en koken. • Binnen het onderwijs en de kinderopvang zijn er weinig testen en toetsen. Ieder kind is volgens Langeveld uniek; dat moet je niet naast een meetlat leggen. • Er is speciale aandacht voor het ontwikkelen van een geweten van een kind. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers moeten het kind aanspreken op gedrag en het goede voorbeeld geven. Het werken volgens de visie van Langeveld vraagt geen speciale inrichting of spelmateriaal. Het vraagt wel om de mogelijkheid om een breed aanbod aan vaardigheden te ontdekken.

46


Theoriebron Martinus Johannes Langeveld

De invloed van de visie van Langeveld op het handelen van de pedagogisch medewerker

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Punten die volgens de visie van Langeveld belangrijk zijn in het handelen van een pedagogisch medewerker: • Kijk naar het kind zelf. Vergelijk een kind niet met de theorie uit boeken. Ieder kind is uniek; kijk daarom met een frisse blik naar ieder kind. • Een pedagogisch medewerker geeft het goede voorbeeld en is het geweten voor het kind als het nog geen verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn gedrag. In het proces van gewetensvorming neemt een kind waarden niet klakkeloos over. Een pedagogisch medewerker kan alleen over belangrijke waarden vertellen en ernaar handelen. Een kind bepaalt zelf welke waarden het overneemt. • Stimuleer een kind in het maken van eigen keuzes. Kinderen moeten leren om zelf keuzes te maken. Laat een kind keuzes maken en de verantwoordelijkheid voor hun keuzes ervaren. • Laat een kind zijn eigen mogelijkheden ontdekken. Daag kinderen uit om kennis te maken met een breed aanbod aan vaardigheden. Laat hen mogelijkheden ontdekken van zichzelf die zij nog niet kennen.

47


Theoriebron Micha de Winter

fb .v

Theoriebron Micha de Winter Inleiding

ct

Micha de Winter

ie

Micha de Winter is een Nederlandse hoogleraar in de pedagogiek. In de visie van Micha de Winter draait het om verbinden en het samen opvoeden van kinderen. De opvoeding van kinderen moet volgens Micha de Winter niet alleen op de schouders van ouders terechtkomen. Micha de Winter pleit voor opvoeden met gezag en het opvoeden van kinderen tot actieve burgers binnen de samenleving.

u'

A

Micha de Winter is een Nederlandse hoogleraar in de pedagogiek. Hij wordt in 1951 geboren in Oss. Na zijn studie psychologie wordt hij hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Micha de Winter schrijft verschillende boeken en artikelen over opvoeding en opvoedvraagstukken. Een belangrijke uitspraak van Micha de Winter en tevens een titel van een van zijn boeken is: “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding”.

Ed

De pedagogische visie van Micha de Winter

U

itg

ev

er

ij

In de pedagogische visie van Micha de Winter draait het om verbinding. Hij pleit voor een ‘pedagogische civil society’. Dat is een samenleving waarin burgers klaarstaan om te helpen bij de opvoeding van kinderen binnen hun sociale netwerk. Opvoeding ligt volgens De Winter niet alleen bij de ouders. Een Afrikaans gezegde geeft zijn visie mooi weer: ‘Om een kind op te voeden heb je een heel dorp nodig.’ Volgens De Winter moet opvoeden niet beperkt worden tot wat er achter de voordeur van een huis gebeurt. Over opvoeden moet meer gezamenlijk gesproken worden en er moet gezamenlijk zorg voor gedragen worden. Een buurman, oom of sportleraar moet een kind ook positief aanmoedigen en aanspreken op gedrag. Mensen uit de samenleving moeten meer betrokken raken bij de opvoeding. Zo kunnen kinderen opgroeien tot burgers die zich actief inzetten voor de samenleving. Kinderen moeten zich betrokken voelen en hun verantwoordelijkheid leren nemen.

48

De invloed van De Winter op de kinderopvang en het onderwijs De Winter stelt vast dat het in onze samenleving tegenwoordig draait om individuele behoeftes. De verbinding met de ander lijkt zoek. Er is volgens De Winter geen sprake meer van een samenleving waarin het contact met de ander centraal staat. Hij vindt dat kinderen binnen de opvang en het onderwijs moeten leren hoe zij zich in een democratie gedragen.


Theoriebron Micha de Winter

fb .v

Een vraag die daarbij centraal staat is: hoe worden kinderen actieve burgers binnen een samenleving en wat is daarvoor nodig? Het betekent je mening durven geven, maar ook kunnen luisteren. Je kunnen houden aan regels, maar daar ook over kunnen discussiëren. Dit heeft De Winter samen met zijn medewerkers vormgegeven in een schoolprogramma: de vreedzame school. Het is volgens De Winter ook heel belangrijk dat een kinderopvang of school in verbinding staat met de ouders van het kind en andere professionals die met het kind werken. Dan kun je samen de zorg dragen voor de opvoeding.

ie

De invloed van De Winter op het pedagogisch handelen: opvoeden met gezag

u'

A

ct

De visie van De Winter is gebaseerd op opvoeden met gezag. Je geeft op een duidelijke en positieve manier leiding aan een kind. Belangrijke punten hierbij zijn: • grenzen stellen Geef het kind de grenzen aan waarbinnen het zich mag bewegen. • grenzen uitleggen Leg het kind uit waarom die grenzen er zijn. • het kind aandacht, steun en liefde geven • Dit zijn de voorwaarden voor een kind om zich te kunnen hechten en ontwikkelen. Een goede hechting is belangrijk in het proces van je veilig en betrokken voelen bij een gezin, school, opvang of samenleving.

Ed

De invloed van De Winter op pedagogisch handelen: kinderen opvoeden tot actieve burgers binnen de samenleving

U

itg

ev

er

ij

Een pedagogisch medewerker heeft volgens De Winter de opdracht om kinderen op te voeden tot actieve burgers in de samenleving. Om een actieve burger te worden, heb je verschillende vaardigheden nodig. Pedagogisch medewerkers moeten kinderen kennis en vaardigheden aanleren. Leer de kinderen: • dat zij onderdeel zijn van een sociale gemeenschap • dat zij invloed hebben op een positieve sfeer in de groep • hun mening te geven • naar de mening van een ander te luisteren zonder dat zij erdoorheen praten • problemen en conflicten samen op te lossen zonder de hulp van een volwassene. Deze vaardigheden geven kinderen handvaten om uit te groeien tot actieve burgers in de samenleving. Het opvoeden van kinderen tot actieve burgers binnen de samenleving vind je terug in het schoolprogramma: de vreedzame school.

49


Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool

fb .v

Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool Inleiding

ct

ie

Rudolf Steiner is de grondlegger van de antroposofie en de vrijeschool. Steiner benadert een kind in zijn totaliteit. Dat wil zeggen dat hij niet alleen kijkt wat er in het hoofd van een kind omgaat. Het gevoel van een kind, en de handelingen die een kind met zijn lichaam uitvoert, hebben naast het hoofd ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van een kind.

A

Rudolf Steiner

Ed

u'

Rudolf Steiner is de grondlegger van de antroposofie en de vrijeschool. Hij wordt in 1861 geboren in Hongarije, maar verhuist als hij 2 jaar oud is naar Oostenrijk. Rudolf Steiner overleed in 1925. Op de middelbare school is hij erg geïnteresseerd in filosofie. Na zijn middelbare school rondt hij een studie aan de technische hogeschool af. Om geld te verdienen gaat hij bijlessen geven en verzorgt hij thuisonderwijs. Hij geeft ook les aan een jongen met ontwikkelingsachterstanden. In de periode tot 1890 leert hij door zijn ervaringen in het lesgeven veel over pedagogiek en didactiek. Hij begint te schrijven over zijn eigen visie op ontwikkeling en opvoeding. Hierdoor ontstaat de nieuwe stroming antroposofie, wat ‘wijsheid van de mens’ betekent.

er

ij

Een belangrijke uitspraak van Rudolf Steiner is: “De vrijeschool hoort geen school te zijn, maar een voorbereiding op de grote school die het leven zelf voor de mens is.”

De pedagogische visie van Rudolf Steiner

U

itg

ev

Om zich optimaal te ontwikkelen heeft een kind volgens Rudolf Steiner naast kennis ook een sterk lichaam en een rijk gevoelsleven nodig. Steiner kijkt niet alleen naar wat zich in het hoofd van het kind afspeelt. Hoofd, hart en handen (lichaam) zijn voor hem allemaal even belangrijk. Hij benadert het kind in zijn totaliteit. Hij onderscheidt in zijn visie drie belangrijke aspecten: willen, denken en voelen. Een kind wil, voelt en denkt. Deze drie aspecten komen in de hele ontwikkeling naar voren, maar in bepaalde leeftijdsfasen is steeds een van deze drie het sterkst aanwezig. Dit kun je terugzien in de afbeelding: De ontwikkeling volgens Rudolf Steiner. De ontwikkeling verloopt volgens Steiner in drie verschillende leeftijdsfasen: 0 tot 7 jaar, 7 tot 14 jaar en 14 tot 21 jaar. Naast de vaste schoolvakken vindt Steiner het belangrijk dat kinderen zich voorbereiden op het leven en op de samenleving waarin zij terechtkomen.

50


ie

fb .v

Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool

ct

De ontwikkeling volgens Rudolf Steiner.

A

De invloed van Steiner op de kinderopvang en het onderwijs

er

ij

Ed

u'

De visie van Steiner, de zogeheten antroposofie, vind je terug in de huidige vrijescholen en in de antroposofische kinderopvang. Een leraar of pedagogisch medewerker krijgt extra scholing voordat hij kan gaan werken binnen een vrijeschool of antroposofische opvang. Het woord ‘vrij’ betekent niet dat de kinderen vrij zijn om te bepalen wat zij doen. Het woord vrij wil zeggen dat de overheid geen invloed mag uitoefenen op de visie en uitgangspunten van de school. Omdat zowel hoofd, hart en handen centraal staan, hebben naast de reguliere vakken ook andere vakken een belangrijke plek: • creatieve vakken: bijvoorbeeld schilderen, poëzie, toneel • euritmie: een bewegingsvorm waar klank, ritme en woord samenkomen • het leren van ambachten: denk aan houtbewerking, akkerbouw, werken met speksteen en vilten. Een leraar blijft de hele schooltijd gekoppeld aan één klas. Samen doorlopen zij de basisschoolperiode. Een leraar kent zijn leerlingen hierdoor goed en dit zorgt vaak voor een hechte band.

U

itg

ev

De invloed van Steiner op het handelen van de pedagogisch medewerker Een pedagogisch medewerker binnen het onderwijs of kinderopvang: • laat zich in zijn handelen inspireren door de antroposofie • gaat uit van de seizoenen: winter, lente, zomer, herfst • ziet kinderen in hun totaliteit: hoofd, hart en handen zijn allemaal belangrijk • biedt de kinderen een vaste structuur zodat kinderen zich veilig voelen • daagt een kind uit in zijn creativiteit en originaliteit • kan beeldend vertellen Verhalen vormen een belangrijke basis binnen het vrijeschoolprincipe. • werkt volgens het principe van periodeonderwijs Bij periodeonderwijs krijgen kinderen voor een periode van een aantal weken de eerste twee uur van de dag les in een bepaald vak. In die periode zijn kinderen zowel met hoofd, hart en handen met de lesstof bezig. Volgens Steiner zorgt dat ervoor dat de kennis of

51


Theoriebron Rudolf Steiner, grondlegger van de vrijeschool

vaardigheid beter wordt opgeslagen in de hersenen. Als pedagogisch medewerker verandert jouw rol tijdens deze periode van expert naar adviseur omdat de kinderen steeds meer leren en zelf kunnen.

fb .v

De inrichting van de ruimte en het gebruik van materialen volgens Rudolf Steiner

ij

Ed

u'

A

ct

ie

Binnen de vrijeschool zijn geen leerboeken of leerprogramma’s aanwezig. Een docent vormt samen met de leerlingen het onderwijs. Creativiteit en originaliteit van het kind zijn daarin belangrijk. Op de vrijeschool werken de kinderen daarom in de periodeschriften van het periodeonderwijs of zij schrijven zelf een verslag of scriptie. Hoewel het niet helemaal binnen de visie past, is er binnen de antroposofische kinderopvang sinds kort een VVE-programma: Speelplezier Antroversie. Dit programma is zo vormgegeven dat het past binnen de antroposofie. Er is veel ruimte voor beeldende verhalen, spel en het bewegen van de kinderen. De materialen waarmee op scholen en in de kinderopvang wordt gewerkt, zijn natuurlijke materialen. Spelmaterialen zijn van natuurlijk materiaal en eenvoudig van vorm zodat kinderen leren hun fantasie te gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan hout, bijenwas, schapenwol, vilt en steen. De natuurlijke materialen zie je ook terug in de inrichting van de ruimte. Dit kun je zien op de afbeelding: Spelmateriaal binnen een antroposofische kinderopvang.

U

itg

ev

er

Spelmateriaal binnen een antroposofische kinderopvang.

52


Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs

fb .v

Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs

ie

Inleiding

u'

Maria Montessori

A

ct

Maria Montessori is een pedagoog uit Italië en in haar visie staat zelfstandig leren centraal. Een kind kan zelf keuzes maken in zijn leerproces en een leerkracht of pedagogisch medewerker begeleidt een kind hierin. Binnen het montessorionderwijs en de montessorikinderopvang werken ze met speciale spelmaterialen en leermaterialen. Dit materiaal stimuleert het zelfstandig leren van het kind.

ij

Ed

Maria Montessori (geboren in 1870, overleden in 1952) is een pedagoog die vertrouwt op de kracht van het kind. Maria Montessori komt uit Italië en leeft van 1870 tot 1952. Zij studeert eerst natuurwetenschappen, wordt arts en studeert daarna nog pedagogiek en antropologie. Haar visie en materialen ontstaan nadat zij de supervisie krijgt over de kinderopvang in een arme wijk. Zij opent een kinderhuis waar verwaarloosde kinderen van 3 tot 6 jaar overdag opvang krijgen. Eén leraar geeft les aan een klas met vijftig kinderen. Maria Montessori observeert de kinderen en de leerkracht. Ook test zij haar materialen en ideeën in de klas. Verwaarloosde kinderen worden met haar begeleiding kinderen met kansen en mogelijkheden.

er

Een belangrijke uitspraak van Maria Montessori, bekeken vanuit een kind: “Help mij om het zelf te doen.”

U

itg

ev

De pedagogische visie van Maria Montessori Bij Maria Montessori staat het kind centraal dat leert door zelf keuzes te maken in zijn leerproces. Drie belangrijke punten in haar visie zijn: autonomie, competentie en relatie. Autonomie staat voor de eigen keuzes die een kind maakt in zijn leerproces. Competentie geeft aan dat kinderen nieuwe vaardigheden leren en hun eigen talenten ontdekken. Relatie staat voor de sociale ontwikkeling waarin kinderen leren voor zichzelf en hun omgeving te zorgen. Montessori stelt vast dat een kind van binnenuit de drang voelt om te leren en ontdekken. Montessori gaat uit van de kracht van het kind. Zij legt het initiatief om te leren bij het kind zelf. Tijdens het leren kan een kind: • zelf kiezen met welk materiaal het bezig wil zijn • het materiaal in eigen tempo verkennen • om hulp vragen als het dat nodig heeft • zelf kiezen of het iets alleen wil doen of samen met anderen.

53


Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs

De invloed van Montessori op de kinderopvang en het onderwijs

ie

fb .v

Wanneer een kinderopvang of school werkt volgens de visie van Maria Montessori, dan herken je dit aan de inrichting van de groepen, de materialen en het handelen van de leraar en pedagogisch medewerker. De klassen zijn zo ingedeeld dat kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in de klas zitten. Je hebt de onderbouw (kleuters van 4 tot 6 jaar), de middenbouw (kinderen van 6 tot 9 jaar) en de bovenbouw (kinderen van 9 tot 12 jaar). Kinderen kunnen door deze indeling veel van elkaar leren, elkaar helpen of elkaar om hulp vragen. Bij Montessori leren en ontwikkelen kinderen zich in hun eigen tempo. Dat betekent dat ieder kind zijn eigen leerproces volgt. De natuur is ook een belangrijk onderdeel van het montessorionderwijs. Vaak is er een schooltuin of groentetuin aanwezig. Kinderen kunnen leren van de natuur, maar zij leren ook zorg dragen voor de natuur.

A

ct

De invloed van Montessori op het handelen van de pedagogisch medewerker

ij

Ed

u'

Om als leraar of pedagogisch medewerker aan de slag te gaan bij een montessorischool of kinderopvang zul je een extra opleiding moeten volgen. In deze opleiding leer je meer over de visie en didactiek volgens Maria Montessori. Als pedagogisch medewerker: • ben je vooral een begeleider Je laat het kind zelf keuzes maken in zijn leerproces. • laat je het kind zelf leren, ontdekken en ervaren Een kind geeft het zelf aan als het hulp nodig heeft. • leer je een kind zorgdragen voor zijn omgeving Bijvoorbeeld: anderen helpen, helpen met de groep netjes houden, zorgen voor de planten. • zorg je voor een voorbereide speel-leeromgeving zodat een kind zich uitgedaagd voelt om te leren • ontwerp je vaak ook zelf nieuwe leermaterialen.

er

De inrichting van de ruimte volgens Montessori

U

itg

ev

De inrichting van de ruimte en het gebruik van materialen is in de visie van Maria Montessori uitgebreid beschreven. De ruimte is zo ingericht dat kinderen kunnen werken op een eigen plekje. Denk aan tafels en stoelen, maar er wordt ook veel met kleedjes gewerkt waarop kinderen kunnen leren en ontdekken. Een kind heeft geen vaste plek in de groep. De tafels en stoelen moeten van licht materiaal zijn zodat de kinderen deze zelf kunnen verplaatsen. Het klaslokaal is eenvoudig ingericht. De muren zijn wit of in pasteltinten geverfd. De tuin is volgens Montessori ook een belangrijk onderdeel van het onderwijs; de schooltuin is een belangrijke plek voor kinderen om te leren.

54


Theoriebron Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs

Het gebruik van materialen volgens Montessori

u'

A

ct

ie

fb .v

De materialen staan in open kasten waar de kinderen zelf bij kunnen. Kinderen kunnen daardoor zelf hun materialen pakken en weer terugzetten als zij klaar zijn. Het materiaal waarmee gewerkt wordt is gecertificeerd montessorimateriaal. Het leermateriaal dat in de kasten wordt aangeboden is beperkt zodat kinderen goed kunnen kiezen en ook leren door herhaling. Montessorimaterialen hebben een paar belangrijke eigenschappen. Het materiaal: • maakt zelf duidelijk wat een kind fout doet Hierdoor kan een kind zelf ontdekken waar de fout zit en zelfstandig leren. • is zo gemaakt dat er maar één vaardigheid centraal staat Denk aan veters strikken, of optellen. • is gemaakt van degelijke en veelal natuurlijke materialen.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Een leerling aan het werk met montessorimateriaal.

55


Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia

fb .v

Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia Inleiding

A

Loris Malaguzzi

ct

ie

Loris Malaguzzi is de grondlegger van Reggio Emilia. Malaguzzi gaat ervan uit dat een kind honderd talen heeft. Een kind heeft honderd verschillende manieren om zich te uiten en te communiceren. Als je een kind stimuleert om de verschillende ‘talen’ te gebruiken, ontwikkelt en leert een kind optimaal. Creativiteit, expressie en kunst zijn belangrijke onderdelen van de visie van Reggio Emilia.

Ed

u'

Loris Malaguzzi, de grondlegger van de pedagogische stroming Reggio Emilia, wordt in 1920 geboren in een stadje in Italië (en overleden in 1994). Als onderwijzer en psycholoog start hij na de oorlog in 1945 samen met ouders een nieuwe school. De ouders willen hun jonge kinderen op een positieve manier lesgeven en hen de oorlogstrauma’s laten verwerken. Malaguzzi laat de kinderen hun trauma’s verwerken door veel met de kinderen te praten en ze dingen te laten maken. De school die Malaguzzi met de ouders in de stad Reggio Emilia is gestart, is nog steeds het voorbeeld voor Reggio Emilia-scholen in Italië en de rest van de wereld.

ij

Een belangrijke uitspraak van Loris Malaguzzi: “Kijk niet naar wat kinderen nog niet kunnen, kijk naar wat ze wel kunnen.”

er

De pedagogische visie van Loris Malaguzzi

U

itg

ev

Loris Malaguzzi’s visie bevat drie belangrijke onderdelen: • de honderd talen van een kind Kinderen hebben verschillende manieren om zich te uiten, dit noemt Malaguzzi ‘de honderd talen’. Denk bijvoorbeeld aan praten, kleien, tekenen, koken en dansen. Laat kinderen al die ‘talen’ benutten en ontwikkelen. Malaguzzi heeft hier een gedicht over geschreven, zie de afbeelding: Het gedicht van Loris Malaguzzi over de honderd talen van een kind. • kinderen zijn geboren onderzoekers Kinderen zijn volgens Malaguzzi geboren onderzoekers. Zij zijn van nature nieuwsgierig en ondernemend. Zij geven daardoor zelf aan wat zij willen leren.

56


Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia

de drie pedagogen Malaguzzi gaat binnen het kindercentrum uit van drie pedagogen: – de kinderen De kinderen staan op de eerste plaats omdat kinderen het meest leren van elkaar. – de opvoeders Doordat opvoeders op de tweede plaats staan, hebben zij een andere rol. Zij staan niet boven de kinderen, maar naast, achter en tussen de kinderen. – de omgeving De invloed van de omgeving is groot. Richt de omgeving zo in dat een kind zich kan ontwikkelen.

Het gedicht van Loris Malaguzzi over de honderd talen van een kind.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

57


Theoriebron Loris Malaguzzi, grondlegger van Reggio Emilia

De invloed van Malaguzzi op de kinderopvang en het onderwijs

ct

ie

fb .v

Malaguzzi is met zijn visie de grondlegger van Reggio Emilia. In Nederland zijn er verschillende kinderdagverblijven en scholen die volgens de Reggio Emilia-methode werken. Dat betekent dat binnen de kinderopvang of de school: • niet volgens een vaste leerlijn of vast programma wordt gewerkt • de kinderen zelf aangeven wat zij willen leren • sprake is van een samenwerking tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers. Binnen het onderwijs is de dag vaak opgedeeld in twee gedeelten: • De ochtend is voor het traditionele onderwijs met vakken als rekenen, lezen, taal en schrijven. • De middag is voor kunstzinnige vorming en het ontdekken van de wereld om de kinderen heen: wereldoriëntatie. Naarmate het kind ouder wordt, wordt deze wereld natuurlijk steeds groter.

A

De invloed van Malaguzzi op het handelen van de pedagogisch medewerker

ij

Ed

u'

Werken volgens de visie van Malaguzzi brengt de pedagogisch medewerker in een andere rol. Als pedagogisch medewerker sta je niet boven de kinderen, maar tussen, naast en achter de kinderen. Dit betekent dat je het leerproces van kinderen niet stuurt, maar stimuleert. Kinderen bepalen zelf wat zij willen leren en de pedagogisch medewerker springt daar met zijn handelen op in. Als pedagogisch medewerker ben je dus veel bezig met het observeren en analyseren van het gedrag van het kind. Daarnaast verzamel je werk van het kind waarin het met zijn honderd talen bezig is geweest. Het verzamelde werk geeft een goed beeld van zijn ontwikkeling. Dat je de honderd talen van een kind moet stimuleren, betekent dat je ook veel werkt met creativiteit, dans, theater, natuurbeleving en kunst. Maar voor deze creatieve vakken wordt er ook vaak samengewerkt met een kunstenaar, drama- of dansdocent.

er

De inrichting van de ruimte en het gebruik van materialen volgens Loris Malaguzzi

U

itg

ev

De omgeving heeft een belangrijke invloed op het leerproces van kinderen. De ruimte waar de kinderen leren moet licht zijn. Binnen en buiten moeten met elkaar verbonden zijn en de omgeving moet uitdagen om te gaan ontdekken en leren. In de ruimte zijn veel spiegels aanwezig waarin de kinderen zichzelf kunnen bestuderen. De werken van de kinderen worden op ooghoogte opgehangen zodat de kinderen de werken goed kunnen bekijken. Bij de visie van Loris Malaguzzi hoort ook de aanwezigheid van een of meerdere ateliers waar de kinderen zich onder begeleiding van een opvoeder creatief kunnen uiten. De ateliers zijn zo ingericht dat de kinderen zelf spullen kunnen pakken en zich in een van hun honderd talen kunnen uiten. Denk bijvoorbeeld aan een kunstatelier, dans- en drama-atelier en een kookatelier.

58


Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen

ct

ie

fb .v

Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen

A

Inleiding

u'

Binnen het onderwijs in Nederland zijn er veel verschillen. Er zijn algemene scholen, bijzondere scholen en algemeen bijzondere scholen. In deze theoriebron lees je meer over de verschillen tussen het openbaar onderwijs en het levensbeschouwelijk onderwijs. Steve Jobsscholen zijn een vorm van algemeen bijzonder onderwijs. Deze scholen bieden kinderen iPad-onderwijs.

Ed

Algemene scholen, bijzondere scholen en algemeen bijzondere scholen

U

itg

ev

er

ij

In Nederland zijn veel verschillende soorten scholen te vinden. Ze zijn te onderscheiden in algemene scholen, bijzondere scholen en algemeen bijzondere scholen. • algemene scholen Algemene scholen zijn openbare scholen. • bijzondere scholen Bijzondere scholen zijn scholen die werken vanuit een levensbeschouwelijke visie. Denk bijvoorbeeld aan katholiek, joods of islamitisch. • algemeen bijzondere scholen Algemeen bijzondere scholen zijn scholen die werken vanuit een bepaalde pedagogische visie. Denk bijvoorbeeld aan Jenaplan, Montessori en Dalton. Bijzonder onderwijs moet je niet verwarren met speciaal onderwijs. Speciaal onderwijs is onderwijs voor kinderen die wegens een ontwikkelingsstoornis, gedragsprobleem of een beperking niet voldoende mee kunnen doen in het reguliere onderwijs. In het Nederlands wetboek is geregeld dat er scholen gesticht mogen worden waarin een levensbeschouwing of speciale pedagogische visie centraal staat. Een school moet zich echter wel aan de landelijke einddoelen houden die gesteld zijn voor het onderwijs. De overheid geeft subsidie aan alle vormen van scholen.

59


Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen

Openbaar onderwijs

De kernwaarden binnen het openbaar onderwijs

ie

ct

ij

A

u'

Elk kind is welkom. Het maakt niet uit wat de sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond van een kind is. Elke leerkracht is welkom. Het maakt niet uit wat de sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond, het geslacht of de seksuele voorkeur van een leraar is. Er is respect voor elkaar. Ondanks de soms grote onderlinge verschillen heeft iedereen respect voor elkaar. Er is aandacht voor waarden en normen. Er wordt aandacht besteed aan de waarden van de verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen. Ook de normen uit de samenleving die zijn beschreven in het wetboek staan centraal. Het onderwijs is van en voor de samenleving. De school betrekt leerlingen, ouders en personeel actief bij de beslissingen die genomen worden. Er is aandacht voor levensbeschouwing en godsdienst. Kinderen krijgen godsdienstlessen of levensbeschouwing. Dit wordt gegeven door leerkrachten die verbonden zijn aan een kerk, moskee of andere levensbeschouwelijke instellingen. Deze lessen staan los van de school zelf, zodat de school een neutraal karakter behoudt.

Ed

fb .v

Op een openbare school wordt gewerkt vanuit een neutrale basis. Er staat geen geloof of levensbeschouwing centraal binnen deze vorm van onderwijs. Het openbaar onderwijs richt zich op een afspiegeling van de samenleving. Iedereen is welkom op een openbare school, ongeacht zijn sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. Er is aandacht voor de eigenheid van ieder kind, maar er wordt niet gewerkt vanuit een bepaalde levensbeschouwing of speciale pedagogische visie. Openbaar onderwijs is algemeen onderwijs, dat vanuit de overheid wordt geregeld of bestuurd.

er

Levensbeschouwelijk onderwijs

U

itg

ev

Levensbeschouwelijk onderwijs is onderwijs waaraan een godsdienst of levensbeschouwing ten grondslag ligt. Denk bijvoorbeeld aan scholen met een joods, protestants, katholiek, islamitisch of hindoeïstisch karakter. Een school met een bepaalde levensbeschouwing mag bepaalde eisen stellen aan de leerlingen en leraren. Zo mag een islamitische school eisen dat de leerkrachten moslim zijn. En een protestantse school mag bijvoorbeeld leerlingen en leraren verbieden om hoofddoekjes te dragen. Vanuit de geloofsovertuiging mogen eisen gesteld worden aan leerkrachten en leerlingen, maar er mag niet gediscrimineerd worden. Levensbeschouwelijk onderwijs is een vorm van bijzonder onderwijs. Het bestuur van levensbeschouwelijk onderwijs ligt bij een bestuur of vereniging en niet bij de overheid.

Levensbeschouwelijk onderwijs in de praktijk Bij levensbeschouwelijk onderwijs is de levensbeschouwing een vast onderdeel van het onderwijsprogramma. Er wordt elke dag tijd uitgetrokken voor speciale lessen over de religie, er wordt samen gebeden en leraren integreren de normen en waarden uit het geloof in de lessen. Bij sommige scholen is de levensbeschouwing sterk verweven in het lesprogramma. Denk bijvoorbeeld aan reformatorische scholen, islamitische scholen en hindoeïstische scholen.

60


Theoriebron Algemene en bijzondere scholen – openbaar onderwijs, levensbeschouwelijk onderwijs en Steve Jobsscholen

fb .v

Tegenwoordig zijn er ook scholen met een levensbeschouwelijk karakter die hier flexibel mee omgaan. Zij kijken bijvoorbeeld naar de leerlingen die de school bezoeken. Een van oorsprong protestantse basisschool kan bijvoorbeeld in het lesprogramma minder aandacht besteden aan het geloof omdat zij in een wijk staat waar veel verschillende culturen wonen. Omdat de kinderen die de school bezoeken niet christelijk zijn, past de school het onderwijsprogramma aan aan de behoeftes van de kinderen en hun ouders.

Steve Jobsscholen

ij

Ed

u'

A

ct

ie

Steve Jobsscholen willen kinderen via eigentijdse middelen vaardigheden meegeven waarmee zij kunnen functioneren in de eenentwintigste eeuw. Een Steve Jobsschool is een algemeen bijzondere school. Kinderen werken in dit type onderwijs op iPads. Deze scholen gaan uit van de mogelijkheden van een kind. Elk kind maakt samen met een coach een individueel ontwikkelingsplan (IOP). In het individueel ontwikkelingsplan worden steeds voor een periode van ongeveer acht weken doelen opgesteld voor de leerling. Er wordt gekeken naar de kernen einddoelen uit het onderwijs en het niveau en de mogelijkheden van het kind zelf. Op de iPad wordt voor het kind een persoonlijk lesrooster gemaakt. Hierin staat bij welke lessen een kind aanwezig moet zijn en welke opdrachten en activiteiten hij moet doen. Een leraar kan via een app de ontwikkeling en vooruitgang van een kind bekijken. Zo kan hij bekijken of een kind extra uitdaging of extra ondersteuning nodig heeft.

er

Binnen Steve Jobsscholen is de iPad een belangrijk onderwijsmiddel. De school is vernoemd naar de uitvinder van de iPad, Steve Jobs.

U

itg

ev

De leraren op Steve Jobsscholen Een leraar op een Steve Jobsschool geeft niet klassikaal aan één groep kinderen les. Kinderen krijgen vaker les in kleine groepen of juist individueel. De leraar heeft twee rollen: hij is vakspecialist en coach. • vakspecialist Een leraar op een Steve Jobsschool specialiseert zich in een of twee vakken. Hij wordt een vakspecialist en geeft alleen les in dat vak. Er zijn bijvoorbeeld rekenspecialisten, taalspecialisten, beweegspecialisten en kunst- en creatieve specialisten. Als vakspecialist geef je kinderen van de hele school les. Het werkt eigenlijk hetzelfde als op een middelbare school waar een leerling ook voor elk vak een andere leraar heeft. • coach Een vakspecialist is ook coach van een groep kinderen. Deze groep kinderen heet een stamgroep. Van de kinderen uit de stamgroep houdt de coach de ontwikkeling bij. De coach houdt bij of het kind zijn doelen behaalt en kijkt of een kind nog extra uitdaging of juist extra ondersteuning nodig heeft.

61


Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton

fb .v

Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton

ie

Inleiding

u'

Freinetonderwijs

A

ct

Onder algemeen bijzonder onderwijs verstaan wij scholen waaraan een specifieke pedagogische visie ten grondslag ligt. In deze theoriebron behandelen we freinetonderwijs, jenaplanonderwijs en daltononderwijs. Dit zijn onderwijsvormen die we tegenwoordig nog steeds terugzien in het schoolaanbod in het basisonderwijs.

er

ij

Ed

Célestin Freinet (1886-1966) is de grondlegger van het freinetonderwijs. In het onderwijs volgens Freinet staan de belevingswereld en de ervaringswereld van de kinderen centraal. Het aanbieden van droge stof aan kinderen heeft volgens Célestin Freinet weinig resultaat. Volgens hem ontwikkelt een kind zich optimaal als het kan leren naar aanleiding van zijn eigen belevenissen en ervaringen. Het freinetonderwijs kenmerkt zich door de volgende aspecten: • Er zijn geen schoolboeken in de klas. • De belevenissen en ervaringen van de kinderen staan centraal. De eigen (geschreven) verhalen zijn het uitgangspunt voor de lessen. • Kinderen regelen meer dingen binnen de klas. Denk bijvoorbeeld aan de sfeer in de klas, opruimen, planten verzorgen. • Kinderen leren door de ervaringen van anderen. Een leraar/pedagogisch medewerker brengt structuur aan in dit leren.

U

itg

ev

Het freinetonderwijs in de praktijk

62

Het freinetonderwijs heeft de volgende speciale vakken en lessen: • het kringgesprek/de klassenvergadering Kinderen kunnen hun ervaringen vertellen en het verloop van de dag wordt besproken. • planning en organisatie Kinderen leren activiteiten plannen. • vrije tekst Kinderen mogen hun eigen ervaringen en verhalen schrijven. • natuurlijk lezen/schrijven Kinderen leren schrijven op een natuurlijke manier. Kinderen leren woorden die zij zelf kiezen of gebruiken. • levend rekenen Kinderen gaan rekenen aan de hand van eigen ervaringen. • vrij onderzoek Kinderen mogen zelf kiezen wat zij willen onderzoeken.


Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton

• •

• •

creatief werk Kinderen kunnen hun gevoelens en ervaringen op een creatieve manier uiten. correspondentie Kinderen leren om brieven of mails te schrijven. drukken en vermenigvuldigen Kinderen leren om teksten of plaatjes te drukken via zeefdruk, de printer of het kopieerapparaat. dagboek Kinderen kunnen de belangrijke gebeurtenissen van de klas vastleggen. klassendiensten Kinderen dragen zorg voor het lokaal.

fb .v

ie

Het jenaplanonderwijs

Ed

u'

A

ct

De Duitse pedagoog Peter Petersen (1884–1952) is de grondlegger van het jenaplanonderwijs. Jenaplan is vernoemd naar de Duitse plaats Jena waar de eerste jenaplanschool stond. Binnen het jenaplanonderwijs staan het kind en zijn relaties centraal. Dit uit zich in de volgende drie basiskwaliteiten die het jenaplanonderwijs kenmerken: 1. de relatie van het kind met zichzelf (onderwijs waarbij een kind zijn talenten en uitdagingen ontdekt, verantwoordelijkheid neemt voor het eigen leerproces, wordt beoordeeld op ontwikkeling en leert reflecteren op zijn leerproces) 2. de relatie van het kind met de ander en het andere (onderwijs waarbij een kind samenwerkt met anderen, anderen helpt en hulp kan ontvangen, ervaart dat hij invloed heeft op de groepssfeer en anderen in zijn waarde laat) 3. de relatie van het kind met de wereld (onderwijs waarbij een kind merkt dat wat hij doet ertoe doet, zorg draagt voor de omgeving, de wereld vanuit eigen interesse verkent en leert kennen)

ij

De vier basisactiviteiten in jenaplanonderwijs

U

itg

ev

er

Jenaplan gaat ervan uit dat kinderen leren door middel van vier basisactiviteiten, namelijk gesprek, spel, werk en viering. In jenaplanonderwijs werken ze met stamgroepen. In een stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden en ontwikkelingsniveaus. Dit bevordert het elkaar helpen en samen leren. Kinderen leren via: • gesprek In kringgesprekken leren kinderen elkaar begrijpen en elkaar informeren. Tijdens het gesprek is iedereen die deelneemt gelijkwaardig. • spel Tijdens spelen leren kinderen omgaan met elkaar. Ook kan een kind tijdens spel ervaringen en nieuwe vaardigheden een plekje geven. • werk Kinderen leren nieuwe kennis en vaardigheden. Kinderen werken binnen het jenaplan in blokperiodes. In een blokperiode mag een kind zelf ontdekken en leren binnen bepaalde afspraken en regels. • viering Tijdens vieringen voelt een kind zich verbonden met de wereld om zich heen. Een kind voelt zich onderdeel van een groter geheel. Bij vieren kun je denken aan weekvieringen, verjaardagen, de vaste feesten en zelfbedachte feesten.

63


Theoriebron Algemeen bijzonder onderwijs – Freinet, Jenaplan en Dalton

Het daltononderwijs

ie

De vijf kernwaarden van het daltononderwijs

fb .v

Helen Parkhurst (1886–1970) is de grondlegger van het daltononderwijs. Het daltononderwijs is ontstaan als reactie op het onderwijs waarbij kinderen stil moesten zitten en moesten luisteren. Het gevolg daarvan was volgens Helen Parkhurst een passieve werkhouding bij kinderen. In het daltononderwijs mogen kinderen zelf hun dag- en weektaken plannen. Hierdoor zijn de kinderen actief met hun taken bezig en leren zij verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. De taken die een leraar aan de leerlingen geeft moeten wel aan een aantal eisen voldoen. De taak moet duidelijk omschreven zijn, laat duidelijk zien welke doelen een kind gaat behalen, is motiverend beschreven en kan op verschillende niveaus of in verschillende tempo’s gedaan worden.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

In 2012 zijn in Nederland vijf nieuwe kernwaarden voor het daltononderwijs opgesteld. De vijf kernwaarden zijn: • samenwerking Leerlingen werken binnen het daltononderwijs samen met leraren en andere leerlingen om met en van elkaar te leren. Samenwerken is goed om kennis te verzamelen en sociale vaardigheden aan te leren. • vrijheid en verantwoordelijkheid Kinderen zijn vrij in het plannen van weektaken binnen bepaalde grenzen (tijd, schoolregels en afspraken). Zij zijn verantwoordelijk voor hun eigen planning en voor de omgeving waar zij werken. • effectiviteit Kinderen leren zelf hun werk plannen. Hierdoor is het leereffect groter dan wanneer zij onderwijs volgen waarbij ze alleen moeten zitten en luisteren. • zelfstandigheid Kinderen werken zelfstandig aan hun taken. Daarbij leren zij beslissingen nemen die voor hen goed zijn. • reflectie Een kind leert zijn taken in te schatten. Is het makkelijk of moeilijk en wat is het resultaat? Daarnaast leert een kind reflecteren op zijn eigen handelen.

64


Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken

fb .v

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken

ie

Inleiding

A

ct

Triple P, de systeemtheorie en omdenken zijn visies en methodes die tegenwoordig veelvuldig ingezet worden bij het opvoeden van kinderen. Triple P is een pedagogisch programma waarin ouders leren om positief op te voeden. De systeemtheorie moedigt je aan naar het kind en zijn omgeving te kijken. Omdenken is een methode waarbij je problemen verandert in kansen. Deze drie visies en methodes vragen een specifieke kijkwijze of handeling van een pedagogisch medewerker.

u'

Triple P – Positief Pedagogisch Programma

er

ij

Ed

Triple P is een methode voor een positieve opvoedingsstijl. De naam Triple P staat voor Positief Pedagogisch Programma. De methode is er voor ouders van kinderen van 0 tot 16 jaar. Triple P is erop gericht om gedragsproblemen van kinderen te verminderen. De methode Triple P wordt gebruikt door verschillende instanties voor jeugdhulp en centra voor jeugd en gezin. Triple P leert ouders opvoedvaardigheden aan waardoor: • er een positieve opvoedingsstijl ontstaat • ouders beter leren omgaan met moeilijk gedrag • er een betere communicatie ontstaat tussen kind en opvoeder in dagelijkse situaties. Als pedagogisch medewerker kun je werken volgens de basisprincipes van Triple P, maar je kunt ouders hier ook over adviseren.

De basisprincipes van Triple P

U

itg

ev

Triple P heeft de volgende vijf basisprincipes voor een positieve opvoedstijl: 1. kinderen een veilige en stimulerende omgeving bieden Bied kinderen fysieke en emotionele veiligheid. Bied ze activiteiten aan die hen uitdagen in de ontwikkeling. 2. kinderen positieve ondersteuning geven Het geven van complimenten en aanmoediging zorgt voor een betere band tussen ouder en kind. Het bevordert de zelfredzaamheid van een kind. 3. aansprekende discipline hanteren Stel duidelijke grenzen, geef kinderen goede instructie en reageer snel als kinderen ongewenst gedrag vertonen. Duidelijkheid biedt kinderen veiligheid. 4. realistische verwachtingen hebben Ieder kind is uniek. Ouders moeten zich aanpassen aan de unieke ontwikkeling van het

65


Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken

Systeemtheorie van Steven Pont

fb .v

kind zelf. Stel niet te hoge verwachtingen, maar zeker ook geen te lage. Een kind mag fouten maken. 5. goed voor jezelf zorgen als ouder Een ouder moet goed voor zichzelf zorgen als het op een positieve manier wil opvoeden. Zorg voor voldoende rust en ontspanning.

A

ct

ie

De systeemtheorie van Steven Pont gaat ervan uit dat het gedrag van een kind altijd in relatie staat met zijn omgeving. De (sociale) omgeving van iemand wordt ook wel het systeem genoemd. Volgens Pont moet je bij gedragsproblemen kijken naar het kind zelf en naar de sociale omgeving van het kind. Een kind gedraagt zich in de klas bijvoorbeeld anders dan op het sportveld of thuis. Het gedrag van een kind is niet altijd hetzelfde. Gedrag heeft naast het karakter ook te maken met: • de rol die het kind op dat moment vervult • de structuur van de omgeving waarin het kind op dat moment is • de eisen die er in de omgeving op dat moment aan hem gesteld worden. Het is daarom belangrijk niet alleen te kijken naar de individuele gedragsproblemen van een kind, maar ook naar zijn of haar omgeving. De omgeving heeft namelijk een grote invloed op een kind.

u'

De systeemtheorie in de praktijk

er

ij

Ed

Vanuit de systeemtheorie kijken wij naar Jimmy, hij heeft ADHD. Bij de systeemtheorie kijk je niet alleen naar de ADHD. Je kijkt ook hoe Jimmy in zijn omgeving functioneert en hoe zijn omgeving op hem reageert. In de klas krijgt Jimmy veel structuur. Zijn juf stelt eisen aan Jimmy die hij aankan. Bij de bso heeft Jimmy meer vrijheid en dat zorgt ervoor dat hij daar veel drukker gedrag laat zien. Hier zie je duidelijk het effect van de structuur en de eisen van de omgeving terug. De laatste week vertoont Jimmy ook druk gedrag in de klas. De juf onderzoekt waar dat aan ligt en zij roept Jimmy bij zich. Jimmy vertelt haar dat zijn oom erg ziek is en misschien wel doodgaat. Thuis is iedereen verdrietig. Zijn drukke gedrag komt door zijn ADHD, maar wordt verergerd door de spanning en stress die hij in zijn omgeving ervaart. Hier zie je dus een duidelijke link met ingrijpende gebeurtenissen in de omgeving.

U

itg

ev

Omdenken van Berthold Gunster

66

Berthold Gunster heeft met ‘omdenken’ een methode ontwikkeld om een probleem juist te zien als een kans. Een probleem is vaak een probleem omdat het botst met hoe jijzelf dingen ervaart of naar dingen kijkt. Door een probleem van een andere kant te bekijken kan een probleem in een kans veranderen. Voor omdenken is creativiteit en ‘out of the box denken’ nodig. Maar omdenken vraagt vooral de vaardigheid om het oordeel bij het probleem weg te halen en het probleem op een andere manier te benaderen. Hoe kun je een probleem omdenken? 1. Maak van een probleem een feit. Benoem wat het probleem is en haal jouw eigen oordeel weg. Dan houd je een feit over. 2. Kijk naar nieuwe mogelijkheden voor het feit dat er ligt. Wat kun je aan het feit doen zodat je er een kans van maakt?


A

Een aantal uitspraken rondom omdenken.

ct

ie

fb .v

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – Triple P, de systeemtheorie en omdenken

Hoe kun je omdenken gebruiken in de praktijk?

Ed

u'

Als pedagogisch medewerker kun je omdenken gebruiken voor ieder probleem dat je ervaart met kinderen, de organisatie, ouders en collega’s. Deze methode wordt inmiddels veel gebruikt in het onderwijs en in het opvoeden.

U

itg

ev

er

ij

Praktijkvoorbeeld: bso De Springplank Tobias werkt bij bso De Springplank. Hij ergert zich de laatste tijd een beetje aan de ouders van de kinderen. Tijdens het ophaalmoment tussen 17.00 en 18.30 uur staan ouders vaak in groepjes bij elkaar om de laatste nieuwtjes uit het dorp uit te wisselen. Het feit dat de ouders in de groep staan te kletsen zorgt ervoor dat kinderen onrustig worden en Tobias het overzicht over de kinderen kwijtraakt. Tobias weet van het probleem een kans te maken. Tobias creëert voor de ouders in de gang een plek met een koffieapparaat waar ouders nog even kunnen bijkletsen. Zo biedt hij ouders de gelegenheid om bij te kletsen én houdt hij rust en overzicht in de groep.

67


Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs

fb .v

Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs Inleiding

ct

ie

NPDL en kindgericht onderwijs zijn twee nieuwe onderwijsvormen die kinderen ‘zelf’ hun onderwijs laten samenstellen. Bij NPDL wordt er gekeken naar de toekomst. Welke vaardigheden heeft een kind nodig om later in een steeds veranderende samenleving te kunnen functioneren? Bij kindgericht onderwijs staat het kind centraal. Er wordt uitgegaan van de mogelijkheden van een kind en het onderwijs wordt om het kind heen gebouwd.

A

NPDL van Michael Fullan

ij

Ed

u'

NPDL staat voor Nieuw Pedagogisch Diep Leren en is onderwijs gericht op de toekomst. Tegenwoordig verandert de technologie snel. De uitdagingen waar de kinderen van nu later mee te maken krijgen kun je nu nog niet voorspellen. Steeds meer menselijk handelen wordt overgenomen door computers of robots. Je weet nu nog niet wat er over vijftien jaar allemaal is uitgevonden. Daarom is het volgens NPDL belangrijk kinderen voor te bereiden op een steeds veranderende omgeving. Dit kun je doen door kinderen vaardigheden aan te leren waardoor de kinderen leren omgaan met een steeds veranderende maatschappij. Michael Fullan pleit voor ‘diep leren’. Bij diep leren krijgt de leerstof betekenis voor het kind. Door lesstof op verschillende manieren en momenten aan te bieden slaat het kind de lesstof beter op in zijn hersenen. Denk hierbij aan projectmatig werken waarbij kinderen lesstof op verschillende manieren gebruiken.

er

De rol van de leraar/pedagogisch medewerker

U

itg

ev

NPDL-onderwijs vraagt een andere rol van de leraar/pedagogisch medewerker. Als leraar ben je niet meer bezig om puur kennis over te dragen aan de kinderen. Kinderen leren bij NPDL geen kennis vanuit een lesboek. Kinderen leren door goede vragen te stellen, kritisch te kijken, creatief te denken, samen te werken en hun eigen leerproces samen te stellen. Binnen NPDL creëren de kinderen onder leiding van de leraar zelf hun onderwijs. Als professional in het onderwijs heb je meer een sturende rol dan een onderwijzende rol. Je moet motiveren, inspireren, goede vragen stellen en kinderen uitdagen om te leren. Daarnaast moet je kinderen vaardigheden aanleren waardoor zij kunnen omgaan met een veranderende omgeving. NPDL wil een platform oprichten waarbij scholen uit de hele wereld in contact staan met elkaar. Zo kunnen leraren kennis en ideeën uitwisselen en kunnen leerlingen mogelijk projectmatig samenwerken.

68


Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs

De vaardigheden die centraal staan bij NPDL

fb .v

De vaardigheden die het NPDL kinderen wil aanleren worden de zes C’s genoemd. De zes C’s, omdat in het Engels deze woorden allemaal met een C beginnen. In de tabel hierna staan de vaardigheden in het Engels met de Nederlandse vertaling erachter. Nederlandse vertaling

Character

Karaktervorming

Communication

Communicatie

Collaboration

Samenwerken

Citizenship

Burgerschap

Critical thinking

Kritisch denken

Creativity

Creativiteit

ct

ie

De zes C’s

A

Deze zes vaardigheden moeten kinderen voorbereiden op een steeds veranderende samenleving.

u'

Kindgericht onderwijs

Ed

Kindgericht onderwijs stelt de mogelijkheden van ieder kind centraal. Als je kindgericht onderwijs wilt aanbieden, moet je kijken naar de mogelijkheden die ieder kind heeft. Samen met het kind ga je het onderwijs rondom zijn mogelijkheden samenstellen. In de praktijk betekent dit dat ieder kind zijn of haar eigen leerlijn volgt. Kindgericht onderwijs wordt ook wel gepersonaliseerd onderwijs genoemd. Een kind stelt met de leerkracht de leerdoelen en het leertraject samen. Door een kind te betrekken bij zijn eigen leerproces raakt een kind meer gemotiveerd om te leren.

ij

Uitgangspunten in het kindgericht onderwijs

U

itg

ev

er

De uitgangspunten voor kindgericht onderwijs zijn: • Ieder kind is uniek en heeft talenten en mogelijkheden. • De persoonlijke ontwikkeling van elk kind wordt gevolgd. • Een kind moet zichzelf leren kennen. Dat is belangrijk voor zijn eigen leerproces en voor het samenwerken met anderen. • Ondersteun kinderen op een positieve manier in hun leerproces zodat zij zich kundig en competent voelen. Dat geeft zelfvertrouwen om verder te leren. • Laat kinderen hun leerproces zelf vormgeven. Dit motiveert ze om te leren. • Zorg dat de ontwikkeling van een kind vloeiend kan verlopen. Laat ieder kind zijn eigen tempo aanhouden en geef voldoende uitdaging en ondersteuning. • Laat kinderen ondanks hun individuele leerproces veel samenwerken. Kinderen leren veel van elkaar tijdens het samenwerken, cognitief en sociaal-emotioneel. • Laat kinderen hun eigen leerproces bijhouden. Zo leren kinderen hun leerproces evalueren en kritisch bekijken.

69


Theoriebron Hedendaagse pedagogiek – NPDL en kindgericht onderwijs

De rol van de leraar/pedagogisch medewerker

U

itg

ev

er

ij

Ed

u'

A

ct

ie

fb .v

Binnen het kindergericht onderwijs is het belangrijk dat een pedagogisch medewerker of leraar oog heeft voor de individuele ontwikkeling van een kind. Neem de uitgangspunten van het kindgericht onderwijs mee in je handelen. En daarnaast moet je als leerkracht en pedagogisch medewerker: • van een sturende rol naar een begeleidende rol gaan Laat kinderen zelf nadenken en keuzes maken in hun leerproces. • differentiëren met de leerstof Differentiëren betekent: variëren met de lesstof. Bied de lesstof in verschillende niveaus aan en differentieer in tempo of tijd. • kinderen vaardigheden aanleren die zij nodig hebben binnen het kindgericht onderwijs: kritisch kijken en denken, keuzes maken, een actieve leerhouding, het inplannen van weektaken of lesstof en het vermogen om te onderzoeken.

70


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.