33032 - c - Begeleiden van seksualiteit

Page 1

U

itg ev

er

ij

Ed u' A

fb

ct ie

Begeleiden van seksualiteit

.v .

Cursus


Colofon

.v .

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Anne-Marie Klaassen Eindredactie: Agnes Schouten

ISBN: 9789037233032 Bronvermelding: Rockie Art ©

Edu’Actief b.v. 2018

ct ie

Titel: Begeleiden van seksualiteit

Ed u' A

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

U

itg ev

er

ij

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus 7

Van alles over seksualiteit

9

Handvatten voor seksuele voorlichting

Reflectie

20

27

32

36

Theoriebron Aandacht voor seksualiteit 41

Ed u' A

Theoriebron Seksuele ontwikkeling

38

ct ie

Ethische dilemma's

14

fb

CliĂŤnten begeleiden op het gebied van seksualiteit

Problemen bij seksualiteit

.v .

OriĂŤntatie

4

Theoriebron CliĂŤnten begeleiden op het gebied van seksualiteit Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting Theoriebron Problemen bij seksualiteit

44

48

54

58

U

itg ev

er

ij

Theoriebron Ethische dilemma's en wetgeving rondom seksualiteit

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.v .

Inleiding

Ed u' A

ct ie

fb

Praten over seksualiteit is iets heel intiems. Het voelt daarom ook vaak wat ongemakkelijk. Maar er niet over praten is geen optie. Het is heel belangrijk dat cliënten over seksualiteit kunnen praten. Het is voor jou, als hulpverlener, van groot belang om te weten wat je wel kunt doen en wat je niet moet doen, waar de mogelijkheden liggen en waar de grenzen liggen bij de ondersteuning op het gebied van seksualiteit.

Om te praten over seks hoef je je niet in allerlei bochten te wringen.

Leerdoelen

er

Je kunt de normale seksuele ontwikkeling beschrijven. Je kunt het begrip veilig klimaat beschrijven en het belang uitleggen van een veilig klimaat. Je kunt uitleggen hoe je op professionele wijze over seksualiteit kunt communiceren met cliënten en je kunt cliënten de nodige ondersteuning bieden op het gebied van seksualiteit. Je kunt diverse methodieken beschrijven om voorlichting te geven en een veilig seksueel klimaat te bevorderen. Je kunt deze methodieken toepassen. Je kunt cliënten voorlichting geven over de mogelijke gevaren van internet- en sociale mediagebruik. Je kunt mogelijke seksuele problemen bij cliënten beschrijven. Je kunt hier als hulpverlener een inschatting van maken. Je kunt beschrijven wat seksuele intimidatie en seksueel misbruik/geweld inhoudt. Je kunt aangeven hoe dit als hulpverlener te signaleren en hoe hier op een professionele wijze mee om te gaan. Je kunt ethische dilemma’s bij de ondersteuning van cliënten op het gebied van seksualiteit bespreekbaar maken.

ij

• •

itg ev

• •

U

4


Over deze cursus

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van één beroepsproduct. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Ander belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het Beoordelingsformulier.

.v .

Beoordelingsformulier <

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

ct ie

Planningsformulier <

fb

Planning

Beroepsproduct: Wat je altijd al wilde weten

U

itg ev

er

ij

Ed u' A

'Jullie willen alles van mij weten en ik moet alles vertellen over seks. Maar jullie zeggen over jezelf niets'. Het is een uitspraak van de 22-jarige Kevin met een licht verstandelijke beperking. Hij heeft gelijk. Het is niet professioneel om over je eigen seksualiteit te praten. Maar je hebt de opmerking van Kevin wél gehoord en neemt deze ook serieus. Om seksualiteit bespreekbaar te maken, maak je in viertallen een 'Van alles over seks!’-vragenspel voor individuele gesprekken. Het is de bedoeling dat er over en weer vragen gesteld mogen worden aan de hand van vragenkaartjes met verschillende thema's. De hulpverlener kan vragen stellen aan de cliënt en de cliënt stelt vragen aan de hulpverlener. Thema's zijn bijvoorbeeld: lijf, liefde, kriebels, relatie, intimiteit, jeuk (soa's/ziektes), internet. Maak een set vragen voor de hulpverlener en een set vragen voor de cliënt. Er zijn minimaal acht verschillende thema's en per thema zijn er minimaal zes vragen (drie hulpverlener/drie cliënt). Let op dat de vragen neutraal gesteld worden, dus niet gericht op persoonlijke beleving of ervaringen. Je mag wel vragen stellen over normen en waarden, omdat je daarbij aan kunt sluiten in de verdere begeleiding. Je mag er een competitie-element aan toevoegen (Triviant). Maak ook een alarmkaart wat er gedaan moet worden bij een vermoeden van seksueel ontoelaatbaar gedrag. Het kan zijn dat er antwoorden gegeven worden die alarmbellen doen rinkelen. Voorbeeldvragen cliëntset: • Mag een jongen seks hebben met een meisje als ze elkaar alleen aardig vinden? • Is de foto bij een profiel op internet altijd echt? • Ga je naar de dokter bij jeuk tussen je benen? Voorbeeldvragen hulpverlenerset: • Als iemand via sociale media zegt je leuk te vinden, geef je dan gelijk je telefoonnummer? • Wat is verliefdheid eigenlijk? • Is het normaal om seks te hebben met iemand waar je geen verkering mee hebt?

5


Over deze cursus

Stappen

ct ie

.v .

Maak een planning en een taakverdeling. Bedenk verschillende thema's die te maken hebben met seksualiteit (minimaal acht). Bepaal voor welke doelgroep je het vragenspel maakt. Bedenk de spelregels en geef daarbij aan wat het doel van het spel is. Maak de vragen, per thema minimaal zes. Formuleer de vragen zo dat het openheid biedt voor gesprekken, dus niet te persoonlijk, niet te direct. Twee studenten gaan met elkaar in gesprek aan de hand van de vragen. Verdeel de rollen: hulpverlener en cliënt. Het andere tweetal observeert het gesprek en luistert kritisch naar de vragen en antwoorden in het gesprek. Zijn de vragen goed geformuleerd om een gesprek over seksualiteit te voeren en informatie te delen? Na het gesprek geven de observatoren feedback op de vragen: welke vragen geven aanleiding voor een goed gesprek en welke vragen moeten nog aangepast worden? Maak het spel af. Zet de vragen op kaartjes, maak eventueel een spelbord. Maak er een bruikbaar vragenspel van dat je kunt gebruiken in de praktijk.

fb

• • • • •

Ed u' A

Wanneer het vragenspel klaar is, test je het uit: • Een ander viertal speelt jullie vragenspel voor de klas. • Leg de spelregels uit. • Verdeel de rollen: hulpverleners en cliënten. • De andere medestudenten observeren. • Na afloop van het vragenspel volgt er een klassikale evaluatie met tips en tops. Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct

U

itg ev

er

ij

Het beroepsproduct wordt beoordeeld op de volgende punten: • Je hebt minimaal 48 vragen geformuleerd over verschillende thema's rond seksualiteit. • Je hebt de vragen neutraal geformuleerd, niet gericht op persoonlijke beleving en/of ervaringen. • Je hebt een alarmkaart gemaakt, waarop de handelswijze staat bij een vermoeden van seksueel ontoelaatbaar gedrag. • Je hebt een gesprek gevoerd over seksualiteit aan de hand van het vragenspel. Hierbij heb je doorgevraagd op vragen die door de cliënt werden gesteld. • Je hebt een vragenspel gemaakt, dat toepasbaar is in de praktijk voor een specifieke doelgroep.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Blootgewoon

fb

.v .

We worden constant geconfronteerd met bloot en seks. Het wordt gebruikt in reclames en televisieprogramma's. Blijkbaar trekt het kijkers en kopers. En daarmee lijkt het ook een product geworden, bereikbaar voor iedereen. Het is te koop en kijken mag. Zo veel bloot in de maatschappij. Alles lijkt normaal en moet kunnen. Verwachtingen zijn hooggespannen, maar voor veel mensen is de realiteit anders.

Beantwoord daarna de vragen.

ct ie

Zoek samen met een medestudent vijf verschillende producten die een reclame met bloot, erotiek en/of een seksueel getinte lading gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan de reclame van Axe, waarbij een man onweerstaanbaar voor vrouwen wordt door het gebruik van dit merk, Coca-Cola met een grasmaaiende man of Opel Mokka met een wifihotspot die een enorme aantrekkingskracht op vrouwen heeft.

Ed u' A

a. Wat zou de reden kunnen zijn dat er bloot wordt gebruikt?

b. Als je de reclame letterlijk neemt, wat is dan de verwachting van het product?

ij

c. Hoe zou iemand de reclame bekijken die het letterlijk neemt? Bijvoorbeeld iemand met autisme of iemand met een licht verstandelijke beperking?

U

itg ev

er

d. Wat zou het effect kunnen zijn voor personen die de reclame letterlijk nemen?

e. Is bloot inmiddels zo 'gewoon' geworden, dat 'alles' tegenwoordig moet kunnen? Wat betekent dit voor een cliënt die niet goed onderscheid kan maken tussen reclame/fictie (schone schijn) en de werkelijkheid? Hoe ga jij daarmee om als hulpverlener?

f. Hoe leg je de reclame uit aan iemand die de boodschap letterlijk neemt?

7


Oriëntatie

Opdracht 2

Digitale schandpaal

Echt versus ideaal

ct ie

Opdracht 3

fb

Bekijk het filmpje en beantwoord klassikaal de volgende vragen: • Hoe kijk je naar de verschillende reclame-uitingen? • Wat valt je op bij het zien van de verschillende foto's? • Wat zou het tegengestelde effect kunnen zijn bij een digitale schandpaal?

.v .

In Duitsland is er een digitale schandpaal gelanceerd, waarop mensen foto's kunnen plaatsen van seksueel getinte reclame-uitingen. Het is een strijd tegen de seksualisering van de maatschappij. Ook in Nederland zijn er veel reclamefoto's te vinden met een seksuele lading. Zoek per persoon drie verschillende reclameafbeeldingen met een seksuele lading. Verzamel alle verschillende foto's en zet deze achter elkaar in een filmpje met een spannend muziekje eronder (gebruik bijvoorbeeld PowerPoint).

Photoshop is niet meer weg te denken uit de tijdschriftenindustrie. Elke pukkel en rimpel wordt keurig glad en egaal gephotoshopt. Het is wat we steeds om ons heen zien en wat we met elkaar mooi vinden. Maar wat is er nu echt en wat is nep?

U

itg ev

er

ij

Ed u' A

Maak een (digitale) collage met een kijkje in de 'echte' wereld aan de linkerkant en een ideaal gemaakte wereld aan de rechterkant. Maak een mannenversie en een vrouwenversie. Denk daarbij aan: • verschillende leeftijden • 'uitwendige' aanpassingen, als haarkleuring en make-up • 'inwendige' aanpassingen, als plastische chirurgie en anabole steroïden.

8


Van alles over seksualiteit

Van alles over seksualiteit

.v .

Inleiding

fb

Opgroeien, leven, wonen, werken in een veilige omgeving. Dat wil iedereen. Een omgeving waar je je kunt ontwikkelen, kan ontdekken en ervaren. Met ruimte voor mogelijkheden en wensen, maar ook kaders en grenzen. In zo'n omgeving kunnen allerlei onderwerpen op een respectvolle manier besproken worden, zoals levensvragen maar ook intieme vragen over seksualiteit.

Leerdoelen

itg ev

er

ij

Ed u' A

ct ie

Je kunt de normale seksuele ontwikkeling beschrijven. Je kunt het begrip veilig klimaat beschrijven en het belang uitleggen van een veilig klimaat, waarin seksualiteit een plek heeft. • Je kunt de normale seksuele ontwikkeling beschrijven. • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het begrip veilig klimaat. • Je kunt het belang uitleggen van een veilig klimaat, waarbinnen seksualiteit een plek heeft. • Je kunt benoemen welke invloed (eigen) normen en waarden hebben op de visie op seksualiteit.

U

Ontwikkeling is een (spannende) ontdekkingstocht!

9


Van alles over seksualiteit

Opdracht 4

Een veilige omgeving Opgroeien, ontwikkelen en ontdekken in een veilige omgeving: wat houdt dat eigenlijk in? Bekijk het Filmpje Animatie seksuele levensloop. Lees de Theoriebron Aandacht voor seksualiteit en de Theoriebron Seksuele ontwikkeling en beantwoord de vragen.

Theoriebron Aandacht voor seksualiteit <

.v .

a. Wat is kenmerkend in een normale seksuele ontwikkeling in de leeftijdsfase van 0-6 jaar?

b. Welke seksuele ontwikkelingen zijn kenmerkend in de leeftijdsfase van 6-12 jaar? En wat valt er op?

Ed u' A

c. Wat verstaan we onder de puberteit?

ct ie

Filmpje Animatie seksuele levensloop: Wat is normaal en wat is uitzonderlijk seksueel gedrag? <

fb

Theoriebron Seksuele ontwikkeling <

d. Wat is anders in de seksuele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking?

U

itg ev

er

ij

e. Wat wordt bedoeld met een veilig klimaat op het gebied van seksualiteit? Omschrijf het in je eigen woorden.

f. Wat wordt bedoeld met hechting?

Opdracht 5

Theoriebron Aandacht voor seksualiteit <

10

Aandacht voor seksualiteit Praten over seksualiteit doe je vast niet met iedereen. Moeten cliĂŤnten wel met alle hulpverleners over (hun vragen rondom) seksualiteit praten? Is werkelijk alles bespreekbaar? Lees de Theoriebron Aandacht voor seksualiteit.


Van alles over seksualiteit

fb

b. Waar focus je op bij het ontwikkelen van een visie rond seksualiteit?

.v .

a. Welke drie aspecten heeft seksualiteit? Geef van elk aspect een voorbeeld.

ct ie

c. Nu weet je welke aspecten bij seksualiteit horen en waar je de focus op legt bij het ontwikkelen van een visie. Daarvoor is het wel nodig dat je beeldvorming over seksualiteit bekend is.

Ed u' A

Brainstorm met een medestudent vijf minuten over wat jullie beeld is bij seksualiteit (in het werkveld). Denk daarbij bijvoorbeeld aan: wat is normaal? Wat is acceptabel? Waar ligt de grens? Wanneer maak je seksualiteit bespreekbaar? Na vijf minuten vergelijk je jullie input met een ander tweetal. Vanuit de twee verschillende brainstorms formuleren jullie een beeldvorming over seksualiteit. • Vervolgens leg je met een ander viertal de twee beeldvormingen naast elkaar. Vergelijk met elkaar, bevraag elkaar bij verschillende ideeën en formuleer weer één beeldvorming, waar iedereen zich in kan vinden. • Ga zo door tot er een klassikale beeldvorming is ontstaan over seksualiteit in het werkveld.

er

ij

Leg de beeldvorming naast de volgende vragen. Als je op elke vraag met ‘ja’ kunt antwoorden is de beeldvorming compleet. Zo niet, wijzig de beeldvorming of vul de beeldvorming verder aan: • Is er ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van seksualiteit voor de cliënt? • Is er aandacht voor de privacy van de cliënt? • Zijn er duidelijke regels over seksualiteit? • Zijn de grenzen duidelijk voor de cliënt én de hulpverleners?

Rolmodel

U

itg ev

Opdracht 6

Theoriebron Aandacht voor seksualiteit <

Lees de Theoriebron Aandacht voor seksualiteit. Als hulpverlener ben je gericht op de ander, de cliënt. Maar de cliënt kijkt naar jou. Daarmee heb je naast je beroep als hulpverlener ook een voorbeeldfunctie. Wat betekent dat soms voor cliënten? Daarover gaan jullie met elkaar in discussie met de volgende situaties. Maak per situatie een do & don't-lijst.

Situatie 1 Jessica heeft al een bewogen leven achter zich met onder andere seksueel misbruik en verwaarlozing. Ze is nog maar 19 jaar en heeft een licht verstandelijke beperking. Ze heeft een vriendje gehad, maar dat is inmiddels uit. Een collega van je is lesbisch en dat heeft ze Jessica verteld. Sindsdien zegt Jessica ook lesbisch te zijn.

11


Van alles over seksualiteit

Situatie 2

.v .

Joran (27 jaar, autismespectrumstoornis) wil heel graag een vriendin waarmee hij seks kan hebben. En natuurlijk ook gezellig op de bank televisiekijken en hand in hand zitten, omdat dat tijdens de voorlichtingsgesprekken met hulpverleners elke keer benoemd wordt. Maar Joran benoemt zelf dat hij vooral seks wil. Omdat hij nog geen vriendinnetje heeft, vertoont hij ongewenst gedrag bij het roc in de buurt. Hij klampt meisjes aan en maakt seksueel getinte opmerkingen.

fb

Situatie 3

Opdracht 7

LHBT-quiz – antwoorden <

b. Maak tweetallen. Speel de LHBT-quiz met een medestudent. c. Speel het Homokaartspel. Print de pagina, knip de kaartjes uit en leg ze omgekeerd op een stapel in het midden van de tafel. Om de beurt pakt iemand een kaartje, leest de stelling voor en reageert daarop. Anderen mogen daar vervolgens op reageren, vragen stellen en discussiëren. d. Wat doe je nu in de praktijk als er belangrijke signalen, vermoedens of gebeurtenissen over de (lhbt-)seksualiteitsbeleving van een cliënt zijn? Bedenk met elkaar een doelgroep en een situatie. Neem die situatie als uitgangspunt om de volgende vragen te bespreken: • Wat zorgt ervoor dat er aan lhbt wordt gedacht? • Kan over lhbt gesproken worden met de cliënt en in welke mate? • Wordt lhbt geaccepteerd in de omgeving van de cliënt? • Op welke wijze licht je groepsgenoten, ouders en/of verwanten in? • Wat doe je als de familie afwijzend tegenover homoseksualiteit staat? Hoe ga je hiermee om? Breng je de familie op de hoogte of niet?

U

itg ev

Het Homokaartspel <

a. Denk na over de volgende vragen: • Hoe ben jij voorgelicht over seksualiteit? • Hoe werd er thuis over seksualiteit gesproken? Wat mocht wel/niet? • Met wie besprak je je eerste verliefdheid? Waar had je behoefte aan? • Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met lhbt'ers? Hoe reageerde je?

ij

LHBT-quiz – vragen <

Zoveel mensen, zoveel verschillen. Het is een cliché, maar ook nu blijkt het cliché weer waar. Er is veel diversiteit in de wereld en dat kom je dus ook tegen in de hulpverlening. Hoe ga je daar goed mee om? Bekijk het Artikel Begeleiden zonder stempel. Hulpverleners handelen nog vaak vanuit hun eigen referentiekader. Om daarvan bewust te zijn, moet je even stilstaan bij je eigen (seksuele) ontwikkeling.

er

Artikel Begeleiden zonder stempel <

LHBT

12

Ed u' A

Wat doe je wel en wat doe je niet?

ct ie

In de dagopvang voor dak- en thuislozen is je pasgetrouwde collega Marije zwanger. Haar buikje begint al een klein beetje te bollen. Shanty is een veelgeziene bezoekster in de opvang. Haar vier kinderen zijn bij haar weggehaald en in pleeggezinnen geplaatst. Shanty wil steeds aan de buik van Marije zitten en ze maakt avances naar verschillende mannelijke bezoekers van de dagopvang. Shanty heeft laten vallen dat ze ook een 'nieuw' kind wil.


Van alles over seksualiteit

U

itg ev

er

ij

Ed u' A

ct ie

fb

.v .

Welk belangrijk advies of aandachtspunt neem je mee?

13


Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

.v .

Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit Inleiding

ct ie

Leerdoelen

fb

Verschillende doelgroepen vragen verschillende manieren van begeleiding. Hoe begeleid je verschillende cliënten met een diversiteit aan vragen? En dan is seksualiteit ook nog eens zo'n intiem onderwerp… Je krijgt het toch spontaan warm.

er

ij

Ed u' A

Je kunt uitleggen hoe je op professionele wijze over seksualiteit kunt communiceren met cliënten en cliënten de nodige ondersteuning bieden op het gebied van seksualiteit. • Je kunt op een professionele wijze communiceren over seksualiteit. • Je kunt cliënten de nodige ondersteuning bieden bij hun ontwikkeling op het gebied van seksualiteit. • Je kunt praktische ondersteuning bieden door hulpmiddelen aan te reiken en/of door te verwijzen naar specifieke seksuele hulpverlening.

U

itg ev

Praten over de ‘bloemetjes en de bijtjes’!

Opdracht 8

Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit <

Filmpje Seksuele voorlichting <

14

Voorlichting Daar sta je met je boeken en allerlei pikante tekeningen bij je cliënt. Jij bent goed voorbereid om alles te vertellen over de 'bloemetjes en de bijtjes'. Bekijk eerst het Filmpje Seksuele voorlichting. Lees daarna de Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit en beantwoord de volgende vragen: a. Wat is nodig om te weten, voordat je seksuele voorlichting geeft aan een cliënt?


Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

fb

.v .

b. Waar houd je rekening mee bij het geven van voorlichting? Noem minimaal vijf verschillende aandachtspunten.

ct ie

c. Wat doe je als je iets niet weet?

d. Hoe begeleid je cliënten bij de vorming van hun seksualiteit? Kinderen/jongeren:

Ed u' A

e. Volwassenen:

f. En wat doe je bij beide leeftijdsgroepen?

er

ij

g. Wat wordt bedoeld met het ondersteunen van seksualiteit? Omschrijf het in je eigen woorden. Geef vier kenmerken.

Opdracht 9

Er staat een gesprekje gepland met Angela. De afspraak heeft je collega gemaakt. Je hebt geen idee waarvoor ze komt. Lees de casus.

U

itg ev

Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit <

De tien minuten van …

Casus Eindelijk denkt Angela de wereld te begrijpen. Nou, eigenlijk is ze erachter gekomen dat ze toch wel verschilt van anderen. Ze heeft de diagnose autismespectrumstoornis. Ze zegt in een gesprek met jou het volgende: Wat is het leven toch ingewikkeld. Dacht ik eindelijk van de drukte op het schoolplein af te zijn, begint mijn lijf uit te puilen. Blijkbaar ben ik geen meisje meer, maar een vrouw. Opeens begin ik te bloeden. Wat een ellende. En stoppen, ho maar. Ja, na een dag of zeven pas. En dan is er ook nog zoiets als seks. Dat heeft te maken met blote lijven, volwassenen, baby's, liefde, geloof ik. Ik wil daar wel even met je over praten. O ja, hoe dat nu zit met vlinders en die 'poes', dat snap ik ook niet. Ik houd ook helemaal niet van dieren. Bron: Klik, 6 september 2016.

15


Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

a. Verdeel de rollen Angela en hulpverlener. Film het gesprek voor jullie zelf. Welke vraag stel je als eerste aan Angela?

fb

b. Ga je anders in gesprek met mensen met autisme? Waar let je op?

.v .

Voer vervolgens het gesprek zoals jij het zou doen. Het gesprek duurt ongeveer tien minuten. Lees nu de Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit.

ct ie

c. Geef vijf tips die je gebruikt in gesprekken met mensen met autisme.

Ed u' A

d. Bekijk het filmpje terug van het gesprekje wat jullie net gevoerd hebben. Welke tips zie je terug? Welke tips heb je juist verkeerd toegepast?

Voer het gesprekje nogmaals, wissel de rollen om en pas de tips nu goed toe.

er

ij

e. Geef een korte samenvatting van het laatste gesprekje. Wat ging er beter dan de eerste keer?

Opdracht 10

Bespreekbaar maken van relaties, intimiteit en seksualiteit. In het Filmpje Sozo Limburg: Anoek is de zoektocht van een cliënt in beeld gebracht. Bekijk het filmpje en beantwoord de volgende vragen:

itg ev

Filmpje Sozo Limburg: Anouk <

Zoektocht

U

a. Wat valt je op bij de vragen die de hulpverlener stelt en haar houding bij het eerste vraaggesprek?

b. Welke adviezen geeft de hulpverlener tijdens de blind date?

16


Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

a. Wat doe je als een cliënt nog niet voldoende geholpen is?

b. Welke hulpverleningsinstanties zijn er? Ga op internet op zoek naar minimaal vier voorbeelden.

Ed u' A

Website Stichting SAR <

Hulpverlening begint en stopt bij praten over seksualiteit. Je laat een tekening, een plaatje of een voorwerp zien. Vaak is dat voldoende. Soms niet. En dan?

fb

Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit <

Hulp(middelen)

ct ie

Opdracht 11

.v .

c. En dan is er sprake van teleurstelling? Wat zie je bij de cliënt en hoe speelt de hulpverlener hierop in?

ij

c. Hoe ben je bij de vorige vraag te werk gegaan? Heb je via Google gezocht? Wat kwam je allemaal voor websites tegen? Wat is je opgevallen? Hoe zouden cliënten zoeken en wat komen zij dan tegen?

U

itg ev

er

d. Bekijk de Website Stichting SAR. Stichting Alternatieve Relatie ondersteunt mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking bij het zoeken naar een alternatief voor een seksuele relatie. Wat houdt dat in de praktijk in? En welke doelgroepen kunnen gebruikmaken van deze diensten?

17


Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

Website Voor een veilig thuis <

Jonge meiden begeleiden op het gebied van seksualiteit doe je op een andere manier dan oude oma's. Lees Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit en beantwoord de volgende vragen in tweetallen. a. Hoe ondersteun je cliënten rondom seksualiteit? Kinderen/jongeren:

b. Volwassenen:

.v .

Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit <

Jonge moeders en oude oma's

fb

Opdracht 12

ct ie

c. En door:

Ed u' A

d. Welke onderwerpen komen bij seksuele voorlichting aan bod? Noem er minimaal vijf.

Wat zou je doen in de volgende situaties? Wat maak je als hulpverlener bespreekbaar?

Casus

ij

Een meisje van 14 komt naar je toe en vertelt trots over haar knappe vriendje van 23 jaar. Na eventjes met haar gesproken te hebben laat ze 'tussen neus en lippen' vallen dat ze hem elke keer oraal moet bevredigen, wat ze heel vies vindt en helemaal niet wil.

itg ev

er

e. Wat maak je als hulpverlener bespreekbaar?

Casus

U

Jemima van vijftien komt al een week niet meer naar de meidengesprekken in het asielzoekerscentrum. Een ander meisje laat vallen dat ze denkt dat Jemima zwanger is.

18


Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

.v .

f. Wat maak je als hulpverlener bespreekbaar?

Casus

ct ie

fb

Mevrouw De Jong is al 65 jaar getrouwd met meneer De Jong. Hij heeft de ziekte van Alzheimer. Hij kent en herkent zijn vrouw nog steeds en wil ook intimiteit met haar. Mevrouw De Jong geeft in een gesprek met jou aan dat ze daar eigenlijk geen behoefte meer aan heeft om verschillende redenen.

Opdracht 13

Heb je jeuk?

Ed u' A

g. Wat maak je als hulpverlener bespreekbaar?

Er zijn weinig cliënten die zichzelf blootgeven bij het vermoeden van een soa. Maar het kan wel zijn dat ze gedrag vertonen of met klachten bij jou komen. Met welke klachten komen ze dan? En wat doe jij? De zeven meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen zijn: chlamydia, herpes, genitale wratten, gonorroe, hiv, syfilis en hepatitis B.

itg ev

er

ij

De klas wordt in zeven groepjes verdeeld en elk groepje zoekt van een van de zeven soa's de antwoorden op de volgende vragen: • Wat is de oorzaak? • Hoe kom je eraan? • Wat zijn de symptomen? • Wat zijn de gevolgen? • Wat is de behandeling? • Wat zijn de risico's?

U

De informatie houden jullie niet alleen voor jezelf. Jullie delen de informatie met je medestudenten door een soa informatiewaaier te maken. Zoek eerst de antwoorden op de vragen. Maak daar vervolgens een informatiestrook van. Het geheel moet passen op een strook papier van bijvoorbeeld 6 bij 21 cm. Print de strook voor alle medestudenten uit. Zet vervolgens de zeven verschillende stroken vast met een splitpen of een eyelet. Presenteer klassikaal de informatie op de waaier.

19


Handvatten voor seksuele voorlichting

.v .

Handvatten voor seksuele voorlichting Inleiding

Leerdoelen •

U

itg ev

er

ij

Je kunt verschillende methodieken beschrijven om voorlichting te geven aan een specifieke doelgroep. Je kunt de juiste methodiek toepassen in de praktijk en daarbij een veilig klimaat in stand houden. Je kunt cliënten voorlichting geven over mogelijke gevaren van internet- en sociale mediagebruik.

Ed u' A

ct ie

fb

Gelukkig! Je kunt opgelucht ademhalen. Je hoeft het namelijk niet allemaal zelf te bedenken of uit je eigen ervaringen te putten. Televisie, internet en sociale media zijn een bron van informatie. Alleen moeten cliënten wel leren wat juiste informatie is en hoe je ermee omgaat. Om cliënten op het gebied van seksualiteit op een professionele manier voorlichting te geven zijn verschillende methodieken en handvatten beschikbaar.

Hoe privé zijn sociale media?

Opdracht 14

Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting <

20

Praten over seks Praten over seks kun je doen met verschillende methodieken, afhankelijk van de doelgroep en het doel.


Handvatten voor seksuele voorlichting

Vul het schema verder in: Naam methodiek

Doel

Werkwijze

Doelgroep

.v .

Vlaggensysteem

fb

Boys R Us

Let's Talk

Ed u' A

Wijzer in de liefde

ct ie

Girls Talk

Praten over seks

Opdracht 15

Om inzicht te krijgen in wie de cliĂŤnt is, moet je de persoon begrijpen. Elk mens heeft zijn/haar eigen verhaal. Lees de Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting. De hermeneutische cirkel wordt gebruikt om systematisch iemands levensverhaal inzichtelijk te krijgen. Waar iemand staat is afhankelijk van hoe iemand daar gekomen is. Print het Werkmodel Hermeneutische cirkel uit en vul deze in met een medestudent aan de hand van de volgende casus.

er

ij

Werkmodel Hermeneutische cirkel <

Casus

U

itg ev

Theoriebron Aandacht voor seksualiteit <

Hermeneutische cirkel

Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting <

Bram is achtentwintig jaar en geboren met het Prader-Willi-syndroom. Hij heeft een matig verstandelijke beperking. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij twee jaar was. Hij heeft nog twee oudere zussen. Door gedragsproblemen is hij op zijn vijfde uit huis geplaatst en heeft hij in verschillende instellingen gewoond. Zijn emotionele ontwikkeling is vergelijkbaar met een kind van vijf jaar. Met name zijn eetgedrag is momenteel het grootste probleem. Hij heeft geen enkele rem. Daarom zijn alle keuken- en voorraadkasten afgesloten. Hij heeft een aangepast dieet, een zogenaamd stippendieet waarbij Bram een maximaal aantal stippen per dag mag hebben. Elk product heeft de waarde van een of meer stippen. Sinds vier weken is er een nieuwe cliĂŤnt, Esther, op de leefgroep komen wonen. Een kwetsbare vrouw die nogal op zoek is naar mannelijke aandacht. Ze heeft haar oog laten vallen op Bram. Nu is Bram niet zo heel erg bezig met meisjes en verliefdheden, maar vooral met eten. Esther voorziet Bram van eten in ruil voor aandacht en waarschijnlijk ook intimiteit. Bram is in vier weken tijd vier kilo aangekomen.

21


Handvatten voor seksuele voorlichting

In gesprek met Bram heeft hij alleen gezegd dat hij het niet erg vindt dat Esther aan hem zit, want hij krijgt weleens iets te eten van haar.

Filmpje Vlaggensysteem <

Bekijk het Filmpje Vlaggensysteem en lees de Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting. Maak viertallen. Beoordeel de volgende situaties aan de hand van het vlaggensysteem. Beantwoord daarbij de zes vragen: 1. Is er wederzijdse toestemming? 2. Is er vrijwilligheid? 3. Is er gelijkwaardigheid? 4. Past het gedrag bij de leeftijd en ontwikkeling? 5. Kan het gedrag in deze omgeving en context? 6. Is er zelfrespect?

ct ie

Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting <

Vlaggensysteem

Ed u' A

Opdracht 16

fb

.v .

Reflectie Als je voor jezelf een hermeneutische cirkel in zou moeten vullen, wat zou je niet opschrijven? Oftewel: hoe gaan we om met de privacygevoelige informatie van cliĂŤnten? Spar met drie medestudenten over hoe je omgaat met de privacygevoelige informatie van cliĂŤnten. Neem daarbij je eigen grenzen als uitgangspunt.

Situatie 1

Een jongen van vijf zwiert na de gymles in de kleedkamer met zijn piemel. a. Beoordeel de situatie aan de hand van het vlaggensysteem. 1. 2.

ij

3.

er

4. 5.

itg ev

6.

b. Resultaat kleur vlag:

Situatie 2

U

Vier jongens van tien storen herhaaldelijk andere kinderen en maken seksueel getinte gebaren naar twee meisjes.

c. Beoordeel de situatie aan de hand van het vlaggensysteem. 1. 2. 3.

22


Handvatten voor seksuele voorlichting

4. 5. 6.

Situatie 3

fb

.v .

d. Resultaat kleur vlag:

Een jongen van vijftien laat zijn penis zien voor de webcam aan zijn vriend.

ct ie

e. Beoordeel de situatie aan de hand van het vlaggensysteem. 1. 2. 3.

5. 6.

Ed u' A

4.

f. Resultaat kleur vlag:

Situatie 4

ij

Jongen en meisje van vijftien strelen elkaar in een kleedhokje.

er

g. Beoordeel de situatie aan de hand van het vlaggensysteem. 1.

2.

itg ev

3. 4. 5. 6.

U

h. Resultaat kleur vlag:

23


Handvatten voor seksuele voorlichting

Situatie 5 Meisje van zestien stuurt naaktfoto's van iemand anders door. Beoordeel de situatie aan de hand van het vlaggensysteem.

.v .

i.

1. 2.

fb

3. 4. 5.

j.

Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting <

Ernstige en/of meervoudige verstandelijke beperking en dan?

Een ernstige verstandelijke beperking, vastgesnoerd in de rolstoel en de hormonen die door het lijf gieren. En het incontinentiemateriaal geeft ook al niet veel ruimte. Lees de Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting.

Casus

Ed u' A

Opdracht 17

Resultaat kleur vlag:

ct ie

6.

er

ij

Arjan (25) heeft een ernstige verstandelijke beperking en is eenzijdig verlamd door een hersenbloeding. Hij heeft daarom een aangepaste rolstoel, waarin hij vastzit met een gordel. Zijn rolstoel heeft een werkblad. Het 'voordeel' hiervan is dat hij ook niet continu met zijn hand in zijn broek zit. Arjan laat wel vaker negatief gedrag zien, door op zijn handen te bijten en aan zijn haren te trekken. Als je tijdens het verzorgingsmoment zijn billen wast, zie je dat Arjan een erectie krijgt.

itg ev

Brainstorm met elkaar hoe je met deze situatie omgaat. • Hoe zou je Arjan kunnen helpen om zijn spanning kwijt te raken? • Waar zouden de behoeften kunnen liggen van Arjan? • Waar liggen de grenzen?

U

Bespreek de uitkomsten in de groep en geef aan hoe jij met deze situatie om zou gaan.

24


Handvatten voor seksuele voorlichting

Artikel Draaiboek Wijzer in de liefde <

In Nederland mag iedereen zelf weten welke kleding hij draagt. Er mag op straat gezoend worden en je mag hand in hand lopen met wie je wilt. Dat is niet overal in de wereld zo. Jonge asielzoekers moeten hierop voorbereid worden. Aan de hand van de methode Wijzer in de liefde wordt seksuele voorlichting geboden aan groepjes (jonge) asielzoekers en/of vluchtelingen.

.v .

Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting <

Wijzer in de liefde

Lees de Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting. Bekijk het Artikel Draaiboek Wijzer in de liefde. Zoek les 1 Kennismaken met seksualiteit op en ga naar de werkvorm Vraag maar raak (pagina 10).

fb

Opdracht 18

ct ie

Maak een groepje van zes, zo mogelijk groepen van alleen jongens en alleen meisjes. Teken op een flap-over een hoofd en een romp. Om de beurt wordt de tekening verder aangevuld door een lichaamsdeel of iets anders erbij te tekenen. Dit gaat zo verder totdat het lichaam compleet is. a. Is de tekening bloot gebleven of heeft iemand kleding getekend?

Ed u' A

b. Wat zou het kunnen betekenen als deelnemers alleen een hoofd of een lichaam met bedekkende kleding tekenen?

c. Hoe zou je dit bespreekbaar maken in een groep jonge asielzoekers?

d. Welke negen lessen worden er behandeld in het lespakket Wijzer in de liefde? 1. 2.

ij

3.

er

4. 5. 6.

itg ev

7. 8. 9.

U

e. Wat kun je doen als jongeren de Nederlandse taal onvoldoende beheersen?

25


Handvatten voor seksuele voorlichting

Internet is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Ook cliënten weten hoe het werkt. Al overzien zij niet altijd hun acties. Of zijn de verwachtingen niet helemaal reëel. Lees de Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting en beantwoord de volgende vragen in tweetallen.

a. Wat zorgt voor dubbele handelingsverlegenheid bij hulpverleners als het gaat om internet en seksualiteit?

fb

Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting <

Whats app nu weer?

.v .

Opdracht 19

ct ie

b. Wat vraagt het gebruik van de digitale communicatiemiddelen van de gebruikers?

Ed u' A

c. De directe lijntjes tussen personen via de digitale weg kunnen veel impact hebben op cliënten. Wat vinden ze vaak lastig?

er

ij

d. Om op een juiste manier om te gaan met internet en sociale media heb je verschillende vaardigheden en randvoorwaarden nodig. Welke?

U

itg ev

e. Er zijn verschillende apps beschikbaar om cliënten te helpen bij het omgaan met internet en ook bij het ondersteunen van seksualiteit. Ga op zoek naar minimaal vier verschillende apps en geef daarbij kort aan hoe het werkt.

26


Problemen bij seksualiteit

Problemen bij seksualiteit

.v .

Inleiding

ct ie

Leerdoelen

fb

Seksualiteit hoort bij het leven, maar het is niet vanzelfsprekend. Op het gebied van seksualiteit, intimiteit en relaties kunnen er problemen en veel vragen zijn. Ook verwachtingen die in 'het echte leven' anders blijken. De invloed van televisie en sociale media is groot op de beeldvorming van seksualiteit. Niet iedereen kan het onderscheid tussen werkelijkheid en fictie maken. Daarnaast komt grensoverschrijdend gedrag veelvuldig voor. Wat kun je tegenkomen als hulpverlener en wat doe je dan?

U

itg ev

er

ij

Ed u' A

Je kunt mogelijke seksuele problemen bij cliënten beschrijven. Je kunt hier als hulpverlener een inschatting van maken. Je kunt beschrijven wat seksuele intimidatie en seksueel geweld inhoudt. Je kunt aangeven hoe dit te signaleren als hulpverlener en hoe je hier op een professionele wijze mee omgaat. • Je kunt beschrijven welke problemen er op het gebied van seksualiteit kunnen voorkomen bij cliënten binnen verschillende doelgroepen. • Je kunt beschrijven wat wordt bedoeld met seksuele intimidatie en seksueel geweld. • Je kunt uitleggen wat je moet doen bij het vermoeden van seksueel geweld/misbruik. • Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met ongewenste intimiteiten en hoe je daarmee om moet gaan.

(On)gewenste seksuele intimidatie?

Opdracht 20

Filmpje Verkracht onder toezicht <

Droevige wereld De reportage van Zembla Verkracht onder toezicht is een heftig kijkje achter de deuren van zorginstellingen. Bekijk het Filmpje Verkracht onder toezicht en bespreek na afloop met elkaar de uitzending met de volgende stellingen: a. Seksueel misbruik is een onzichtbaar probleem. b. Je moet het probleem durven zien, want het komt overal voor. c. Begeleiders zijn soms daders, vaker zijn medecliënten de dader.

27


Problemen bij seksualiteit

d. Omdat er te weinig aandacht is voor seksualiteit in de opleiding van hulpverleners is het nog zo'n groot probleem. e. Seksueel misbruik gaat niet over seks maar over misbruik.

.v .

f. Hulp voor de dader is een ondergeschoven kindje.

Opdracht 21

Sommige cliënten smeren graag met ontlasting, dat hoort bij hun ontwikkelingsfase. Vergelijk het met baby's of kleine kinderen tot een jaar of twee. Het komt voor dat cliënten daarop worden aangesproken of zelfs voor worden gestraft. Ze worden boos toegesproken of krijgen een romper aan die tot bovenaan is dichtgeritst. Lees de Theoriebron Seksuele ontwikkeling en de Theoriebron Problemen bij seksualiteit en beantwoord de volgende vragen.

ct ie

Theoriebron Problemen bij seksualiteit <

Probleemgedrag bij EMB

a. Welk basisbehoefte heeft een cliënt met een zeer ernstig verstandelijke beperking die functioneert op het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van een eenjarige?

Ed u' A

Theoriebron Seksuele ontwikkeling <

fb

g. Een instelling moet eerst zelf onderzoek doen na een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag, voordat de politie wordt ingeschakeld.

b. Hoe ontdekt een eenjarige zichzelf en de wereld om zich heen?

itg ev

er

ij

Jasper heeft een zeer ernstige verstandelijke beperking en zit vaak met zijn hand in zijn broek en smeert geregeld met ontlasting. De hulpverleners zijn het zat om hem continu te corrigeren en ook om het elke keer schoon te maken. Sinds vier weken draagt Jasper een antismeerpak onder zijn kleding. Sindsdien schreeuwt hij meer en smeert hij meer met zijn eten. Het team raakt gefrustreerd door het gedrag van Jasper. Het lijkt van kwaad tot erger te gaan.

U

c. Hoe kijk jij naar de situatie? En wat zou je kunnen doen om Jasper te helpen in zijn behoeften?

28


Problemen bij seksualiteit

Opdracht 22

Signalen Seksueel grensoverschrijdend gedrag, intimidatie, geweld. Het kan niet. Het een is nรณg erger dan het andere. Wat kun je als hulpverlener doen? En welke signalen zijn er waar je op moet letten? Lees de Theoriebron Problemen bij seksualiteit en beantwoord de volgende vragen.

.v .

Theoriebron Problemen bij seksualiteit <

ct ie

b. Wanneer is er sprake van seksueel geweld?

fb

a. Wanneer spreek je over seksuele intimidatie? Omschrijf het in je eigen woorden.

Ed u' A

c. Welk onderscheid in seksueel geweld kun je maken? Noem er minimaal vier.

d. Bij welke signalen van seksueel misbruik gaan de alarmbellen rinkelen van een hulpverlener? Twee niet-heldere signalen:

er

ij

e. Drie heldere signalen:

f. Wat doe je als er signalen zijn van seksueel misbruik? Welke stappen neem je?

U

itg ev

1.

2. 3. 4. 5.

Opdracht 23

Filmpje Intieme grenzen <

Intimiderende ouderen Begeleiden van seksualiteit in de ouderenzorg is niet meer gericht op voorlichting. De meeste ouderen weten wel hoe het werkt. Ze hebben immers al een heel leven achter zich. Wat wel veel voorkomt en een onderschat probleem is, is de seksuele intimidatie in de ouderenzorg. Hoe ga je daarmee om? Bekijk het Filmpje Intieme grenzen.

29


Problemen bij seksualiteit

Ga aan de hand van de volgende casussen met twee medestudenten in gesprek. Wat zou je doen in de volgende situaties?

Casus

.v .

Tijdens het afwassen staat meneer De Kleine plotseling achter je en grijpt je bij je borsten.

Casus

ct ie

fb

a. Wat zou je doen?

Tijdens het wassen blijft meneer De Wit je indringend aanstaren en je ziet af en toe een klein glimlachje bij hem.

Casus

Ed u' A

b. Wat zou je doen?

Meneer Aziz heeft een eenzijdige verlamming. Je moet hem van zijn bed in zijn rolstoel helpen. Daarna moet je de voetsteunen nog even goed zetten. Dat is altijd een moment dat meneer Aziz extra alert is‌ jij moet daarvoor namelijk even iets voorover buigen.

er

ij

c. Wat zou je doen?

itg ev

Casus

Meneer Karels maakt door zijn ziekte ongecontroleerde bewegingen. Maar zijn handen raken wel vaak je borsten en je billen.

U

d. Wat zou je doen?

30


Problemen bij seksualiteit

Casus Je wordt geroepen: ‘Zuster, zuster … ik heb een stijve!’

fb

.v .

e. Wat zou je doen?

Casus

Opdracht 24

Bekijk allereerst het Filmpje Genderjongen Mick, een jongen die geboren is als meisje. Het kan gebeuren dat een cliënt naar je toekomt die zich niet thuis voelt in zijn of haar lichaam. Dat is een heftige vraag voor de persoon, maar dat kan ook veel vragen oproepen bij groepsgenoten. Daarom ga je met drie medestudenten een informatiefilmpje maken over genderdysforie. Lees daarvoor eerst de Theoriebron Aandacht voor seksualiteit. Beantwoord de volgende vragen in het filmpje van minimaal drie en maximaal zes minuten. Het filmpje is geschikt voor verschillende doelgroepen. • Wat is genderdysforie? • Hoe wordt het ook wel genoemd? • Op welke manieren kunnen mensen met genderdysforie daaraan uiting geven? • Hoe ga je om met iemand met genderdysforie, bekeken vanuit normen en waarden?

U

itg ev

er

Filmpje Genderjongen Mick <

Anders dan anderen

ij

Theoriebron Aandacht voor seksualiteit <

Ed u' A

f. Wat zou je doen?

ct ie

Meneer De Vries is erg veranderd in zijn gedrag door een CVA. Hij mist de innerlijke rem. Nu heeft hij een telefoonnummer uit de krant gebeld en vervolgens staat er een betaalde vrouw op de stoep in een strak leren pakje en op hoge hakken.

31


Ethische dilemma's

Ethische dilemma's

.v .

Inleiding

fb

Een ethisch dilemma is een keuzeprobleem, waarbij twee (ethische) waarden tegen elkaar worden afgewogen. Een dilemma dwingt tot het maken van een keuze: of het een of het ander. Maar het biedt ook de mogelijkheid om stil te staan en je af te vragen: doen we het juiste en doen we de dingen op de juiste manier?

Leerdoelen

er

ij

Ed u' A

ct ie

Je kunt ethische dilemma’s ten aanzien van de ondersteuning van cliënten op het gebied van seksualiteit bespreekbaar maken. • Je kunt benoemen binnen welke wettelijke kaders de grenzen liggen ten aanzien van de ondersteuning op het gebied van seksualiteit. • Je kunt vanuit verschillende normen, waarden en overtuigingen seksualiteit op een neutrale manier bespreekbaar maken. • Je kunt ethische dilemma's op het gebied van seksualiteit bespreken.

itg ev

Zo veel mensen, zo veel overtuigingen.

Opdracht 25

U

Theoriebron Ethische dilemma's en wetgeving rondom seksualiteit <

32

Wet- en regelgeving Praten over seksualiteit hoort bij het takenpakket van een hulpverlener. Je hebt te maken met de maatschappelijke context en wat er is vastgelegd in de wet. Lees de Theoriebron Ethische dilemma's en wetgeving rondom seksualiteit en beantwoord de volgende vragen. a. Wat mag je wel en wat mag je niet als hulpverlener bij het ondersteunen van cliënten op het gebied van seksualiteit? Wel:


Ethische dilemma's

b. Niet:

fb

.v .

c. Welke rechten voor de mens zijn er op het gebied van seksualiteit? Geef twee voorbeelden.

Opdracht 26

Verschillend

Ed u' A

ct ie

d. Stel, je bent aan het koken en een cliënt komt naar je toe en zegt dat ze een kind wil. Zo uit het niets. Het is de eerste keer dat ze hierover begint. Wat doe je?

Jouw achtergrond en jouw verhaal, dat ken je wel. Maar wat weet je eigenlijk van andere culturen, religies en overtuigingen? En hoe kun je daar rekening mee houden als hulpverlener? Zoek in tweetallen uit – aan de hand van de volgende situaties – wat belangrijk is om te weten in het begeleiden van deze cliënten rondom seksualiteit.

Situatie 1

itg ev

er

ij

Daniël is een man van 24 jaar met Indonesische roots, maar ook met een licht verstandelijke beperking en een autisme spectrum stoornis. Hij heeft verder alleen zussen. Zijn moeder wil heel graag dat hij kinderen krijgt. Hij is namelijk de enige stamhouder en dat is heel belangrijk. In Indonesië was dat misschien niet zo'n probleem geweest. Daar had hij op de Kampong wellicht een meisje zwanger kunnen maken. Maar hij woont op een woongroep met vijf anderen en 24-uursbegeleiding in Nederland.

Situatie 2

U

Mevrouw Den Ouden heeft de ziekte van Alzheimer. Haar man woont nog in het oude huis, zij is opgenomen in het verpleeghuis. Haar man komt om de dag op bezoek. Zij wil niets meer van hem weten, maar zoekt veel contact met vrouwelijke cliënten op de afdeling. 's Nachts kruipt ze weleens bij een andere vrouw in bed, waar ze dicht tegenaan gaat liggen. De andere vrouwen stellen dit niet op prijs.

33


Ethische dilemma's

Situatie 3

.v .

Fatima komt van oorsprong uit het Atlasgebergte (Marokko) en sinds drie jaar woont ze in Nederland. In de tweede week dat ze in Nederland was, heeft ze een auto-ongeluk gehad met ernstige gevolgen. Ze is lichamelijk vrijwel hersteld, maar ze moet leren leven met hersenletsel. Haar vader heeft bepaald met wie zij gaat trouwen en dat gebeurt over drie weken ook. Ze woont bij haar ouders en krijgt twee keer in de week twee uur ambulante begeleiding. Dit wordt waarschijnlijk gestopt na het trouwen.

fb

Situatie 4

Situatie 5

ct ie

Arjan (22) kampt al jaren met verslavingsproblematiek, zowel gokken als drugsgebruik. Hij heeft hierdoor een psychose doorgemaakt. Na de crisisopname krijgt hij ambulante begeleiding om zijn leven op de rit te krijgen en te houden. Hij woont nog bij zijn ouders, drie broers en een zusje en heeft een reformatorische achtergrond. Sinds twee maanden heeft hij verkering en hij wil dat zijn vriendinnetje blijft slapen.

Ed u' A

Door ernstig seksueel misbruik is Charissa bang voor mannen. Misschien is panisch wel een beter woord. Ze wil niet wonen op een gemengde woongroep en ze wil geen begeleiding van mannen. Van haar mogen alle mannen de wereld uit. Ze woont wel op een gemengde woongroep en er werkt één mannelijke hulpverlener. Wat is belangrijk om te weten in het begeleiden van deze cliënten rondom seksualiteit?

Opdracht 27

ij

Werken in de zorg is onlosmakelijk verbonden met keuzes maken. Daarbij kan er sprake zijn van ethische dilemma’s. Dat zijn niet de makkelijkste situaties. Het gaat namelijk altijd over normen en waarden, met de nodige emoties. Gebruik Werkmodel Stappenplan Moreel beraad en houd een moreel beraad met je studiegenoten. Kies daarvoor één ethisch dilemma uit. Maak daarvoor gebruik van eigen inbreng of kies een voorbeeldsituatie:

itg ev

er

Werkmodel Stappenplan Moreel beraad <

Moreel beraad

Situatie 1 Sanne heeft een autismespectrumstoornis en is onbedoeld zwanger. Ze wil het kind graag houden. De vraag is of zij voor het kind kan zorgen. Wat nu?

Situatie 2

U

Het vermoeden bestaat dat Patrick behoorlijk in de knoop zit met zijn seksuele behoeftes. Met hulpverleners wil hij er niet over praten. Via Facebook verstuurt hij seksueel getinte berichten naar allerlei vrouwen. Het is wachten op de eerste aangifte van stalking en ongewenste seksuele intimidatie. Of niet?

34


Ethische dilemma's

Situatie 3

Opdracht 28

Alle tinten grijs

HĂŠ psst, heb jij het boek gelezen? Heb jij de film gezien? Nee, dat hoef je mij niet te vertellen. Dat mag je wel voor jezelf houden. O, hihi, ik bedoel het boek en de film Vijftig tinten grijs. Nee, ik heb het zelf niet gelezen. Ik ken namelijk alle verhalen al van mijn collega.

ct ie

Werkmodel Alle tinten grijs <

fb

.v .

Carlijn is een jonge meid van 19 jaar met hechtingsproblematiek. Ze woont in een eigen studio en sluit aan bij een groep van zes huisgenoten. Ze lijkt zich aangetrokken te voelen tot Peter, jouw collega. Je vermoedt dat ze verliefd is op hem. Je meldt dit aan Peter en hij herkent het. Jullie bespreken het in het team en als team wordt unaniem besloten om de afstand tussen Peter en Carlijn groter te maken. Carlijn heeft dit door. Het maakt haar heel boos en vervolgens staat de politie op de stoep. Carlijn heeft aangifte gedaan van seksueel misbruik door Peter.

Ed u' A

Verdeel de klas in een grijze groep en een gekleurde groep. De grijze groep is de verdedigende partij. De gekleurde groep is de kritische partij.

U

itg ev

er

ij

Lees het Werkmodel Alle tinten grijs en voer met elkaar de discussie of het normaal is om elk weekend de bodem van de fles te bereiken en seks te hebben met mensen waar je de naam niet van kunt onthouden. Doe dit op een respectvolle manier door vragen te stellen en de mening goed te beargumenteren. De gekleurde groep begint met vragen stellen. Jullie mogen even overleggen wat jullie willen vragen. De grijze groep begint met het verdedigen van hun stelling. Jullie mogen eerst overleggen hoe jullie tegen de situatie aankijken.

35


Reflectie

Reflectie Opdracht 29

Reflectie op de lesstof

fb

.v .

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

ct ie

b. Wat wist je al?

Opdracht 30

Ed u' A

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ij

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

itg ev

er

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

U

Opdracht 31

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

36


Reflectie

.v .

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Opdracht 32

fb

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

ct ie

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed u' A

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

U

itg ev

er

ij

c. Kan je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

37


Theoriebron Aandacht voor seksualiteit

.v .

Theoriebron Aandacht voor seksualiteit Inleiding

Ed u' A

ct ie

fb

Het is best lastig om seksualiteit op een serieuze manier met cliënten bespreekbaar te maken. Maar het is belangrijk om er aandacht aan te besteden, om te voorkomen dat het een taboe wordt of dat er op een ongewenste manier met seksualiteit wordt omgegaan. Een veilig klimaat is voor iedereen van belang. Wat wordt bedoeld met een veilig klimaat? En hoe kun je een veilig klimaat realiseren?

Hartstikke verliefd!

ij

Wat is een veilig klimaat?

U

itg ev

er

Seksualiteit is een enorm gevoelig, intiem en kwetsbaar onderwerp. Het is iets heel moois, maar het kan ook kapotgemaakt worden of al beschadigd zijn. Een veilig klimaat houdt in dat er openheid heerst over seksualiteit, maar ook over gevoelens in het algemeen. Tegelijkertijd is seksualiteit een onderwerp dat bij veel cliënten leeft en waar ze veel vragen over hebben. Juist daarom is het creëren van een veilig klimaat belangrijk; een klimaat waarin vragen vrij staat. Om een dergelijk veilig klimaat te creëren is het belangrijk dat jij als hulpverlener uitstraalt dat alles bespreekbaar is. Veel cliënten horen namelijk vooral wat ze niét mogen, zonder dat ze weten wat, waar en hoe het dan wél mag. Als hulpverlener geef je ondersteuning bij het vormgeven van de eigen seksualiteit van de cliënt.

38


Theoriebron Aandacht voor seksualiteit

Aandacht voor seksualiteit

fb

.v .

Seksualiteit kan de kwaliteit van leven verhogen. Dus aandacht besteden aan seksualiteit? Ja! Want als dit niet gebeurt, bestaat de kans dat seks een taboe en een verboden onderwerp wordt. Het kan ook zijn dat er in het geheim over seks gesproken wordt of dat er verkeerde denkbeelden ontstaan over seksualiteit. Dit is met name een risico bij mensen met een (licht) verstandelijke beperking. Een visie over seksualiteit is van belang met: • beeldvorming over seksualiteit • duidelijke regels • grenzen op het gebied van (praten over) seksualiteit • gevolgen bij het overtreden van de regels en grenzen.

ct ie

Praten over seksualiteit is nodig. Niet alleen tussen de hulpverlener en de cliënt, maar ook tussen hulpverleners onderling en eventueel met andere betrokkenen, zoals ouders en/of wettelijk vertegenwoordigers.

Seksuele aspecten en identiteit

Ed u' A

Seksualiteit is veel meer dan alleen 'de daad'. Een goede beeldvorming is nodig. Hoe kijkt de cliënt naar seksualiteit, wat is zijn of haar verwachting? Maar ook wat zijn de wensen en verlangens? Seksualiteit heeft verschillende aspecten: • gevoelens: fantaseren, aantrekkelijk vinden, verliefd worden • gedrag: vrijen, seks hebben of alleen lichaamsgebonden beleving (basale behoefte), bijvoorbeeld bij ernstig meervoudig beperkten • identiteit.

ij

De seksuele identiteit kan heteroseksueel, homoseksueel of biseksueel zijn. • Heteroseksuelen voelen zich seksueel aangetrokken tot mensen van het andere geslacht. • Homoseksuelen voelen zich aangetrokken tot mensen van hetzelfde geslacht. Bij vrouwen wordt er vaak gesproken over lesbiennes, bij mannen over homo's. • Biseksuelen vallen zowel op vrouwen als op mannen.

er

Tegenwoordig wordt de afkorting lhbt steeds vaker gebruikt voor de groep lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders.

U

itg ev

In het verkeerde lijf Mensen met genderdysforie voelen zich niet (helemaal) thuis in hun eigen lijf. In de volksmond wordt ook vaak gesproken over transgenders. Het verschilt per persoon hoe hij of zij omgaat met genderdysforie. Sommigen trekken af en toe kleding aan van het andere geslacht. Anderen doen het dagelijks. En soms kom je heel extravagante uitingen tegen. Maar dat heeft niet altijd met transgendergevoelens te maken. Het kan ook te maken hebben met een kunstzinnige uitingsvorm. Steeds vaker kom je transseksuelen tegen. Zij kunnen niet leven met het geslacht waarmee ze geboren zijn. Na vaak een langdurig traject van psychologisch onderzoek kan een geslachtsveranderende operatie volgen. Maar niet elke transseksueel wil of kan een geslachtsaanpassing ondergaan.

39


Theoriebron Aandacht voor seksualiteit

Normen, waarden, religie, cultuur

.v .

Je neemt jezelf mee in het werk. Dat betekent dat jij ook je eigen normen en waarden meeneemt, een levensovertuiging en een cultuur. Maar ook je kennis en kunde. Dat heeft invloed op je handelen. Wees je daarvan bewust. Maar het gaat niet om jouw levensverhaal, jouw normen en waarden en je eigen (seksuele) levensgeschiedenis. Het gaat om het verhaal van de ander, de cliënt.

fb

Het is daarom niet professioneel om over je eigen seksualiteit te praten. Je maakt alleen het onderwerp bespreekbaar. Houd het algemeen en sluit aan bij de achtergrond van de cliënt. Je bent als begeleider (vaak) een rolmodel. Het is niet de bedoeling om jouw privéleven als voorbeeld te gebruiken. Wees bijvoorbeeld ook voorzichtig met het laten zien van privéfoto's van bruiloften en kinderen. Het blijft inschatten of de cliënt er wel of niet mee om kan gaan.

ct ie

Het is een kunst om je eigen leven te relativeren ten opzichte van het leven van de ander. 'Het gaat om het verhaal van die ene, unieke cliënt en wij dienen present te zijn.' (Holistische mensvisie)

Ed u' A

Gelukkig zijn

Maak duidelijk dat er meer is in het leven dan huisje-boompje-beestje. Je kunt met een vriend gelukkig zijn, maar ook alleen, of met je familie. Met een latrelatie, zonder seks of met incidentele seks kan het leven ook prettig zijn.

U

itg ev

er

ij

En gaat de vraag of wens van de cliënt voorbij jouw grens? Schakel dan een collega in, overleg en maak het bespreekbaar in het team. Soms gaan vragen zelfs voorbij aan de visie van de instelling. Zoek dan naar mogelijkheden buiten de instelling.

40


Theoriebron Seksuele ontwikkeling

.v .

Theoriebron Seksuele ontwikkeling Inleiding

Ed u' A

ct ie

fb

Vanaf de geboorte is er al sprake van seksuele ontwikkeling. De hechte emotionele band tussen ouders en kind zorgt voor een veilige omgeving van waaruit het kind het eigen lichaam en vervolgens de wereld kan ontdekken.

Veilig hechten!

Normale seksuele ontwikkeling in vogelvlucht

er

ij

In de leeftijdsfase van 0-6 jaar ontdekken en onderzoeken kinderen het eigen lichaam en worden ze nieuwsgierig naar het lichaam van anderen. Vanaf het tweede jaar spelen kinderen meer spelletjes. Vanaf vier jaar worden ze gevoeliger voor sociale regels.

U

itg ev

De leeftijdsfase van 6-12 jaar gaat al richting puberteit. Kinderen onderzoeken nog steeds hun eigen lichaam en gevoelens ĂŠn dat van anderen, alleen nu buiten het gezichtsveld van volwassenen. Gevoelens van schaamte ontstaan (niet meer bloot of douchen in het bijzijn van anderen) net als gevoelens van verliefdheid. Ook treden de eerste lichamelijke veranderingen op. Vanaf 12 jaar wordt er gesproken over de puberteit, die duurt tot ongeveer 19 jaar. De jongeren worden zelfstandiger en maken zich los van hun omgeving. Ze worden nieuwsgieriger naar seksualiteit. Vanaf het tiende jaar kan het lichaam al veranderen. Meisjes krijgen onder andere borsten, lichaamsbeharing begint te groeien en het lichaam groeit door. Ook worden pubers vruchtbaar en gaan ze seksuele relaties aan.

41


Theoriebron Seksuele ontwikkeling

Baby's ontdekken hun lichaam (0-3 jaar)

.v .

De basisbehoefte van een baby bestaat uit slapen, eten en affectie. Het liefdevolle verzorgen geeft veiligheid en geborgenheid. Een baby ontwikkelt een emotionele band met de ouders. Deze vertrouwensband is enorm belangrijk in het verdere leven van een kind. Dit wordt hechting genoemd. Het is de basis voor een gezonde, emotionele en lichamelijke ontwikkeling.

fb

Baby's raken eerst vertrouwd met geuren en kleuren. Zij ervaren lichamelijkheid en intimiteit door aanraken en liefkozen. Een baby ervaart het verschil tussen prettig huidcontact (strelen) en onprettig huidcontact (vieze luier). Verder verkennen ze alles met de mond en neus. Vanaf een maand of vier ontdekken ze hun handen en voeten en tenen.

ct ie

Babyjongetjes pakken vanaf een maand of zes hun geslachtsdelen vast. Zij kunnen al een erectie krijgen, maar zij hebben er geen seksuele fantasieĂŤn bij. Meisjes ontdekken hun geslachtsdelen vanaf negen maanden. De aanrakingen gebeuren nog niet doelbewust, maar voelen wel prettig aan. Vanaf een jaar zitten kinderen min of meer bewust aan hun geslachtsdelen. Dat wordt auto-erotisch gedrag genoemd.

Ed u' A

Peuters en kleuters ontdekken zichzelf (3-6 jaar) Vanaf drie jaar weten kinderen of ze een jongen of een meisje zijn. Soms denken ze dat dit later nog kan veranderen. Kinderen in de peuter-/kleuterfase ontdekken hun lijf en dat van anderen: hoe het eruit ziet en aanvoelt. Ze kunnen alle lichaamsdelen benoemen en weten wat je ermee kunt. Ze willen alles weten, dus ook waar de kindertjes vandaan komen. En ze moeten nog leren wat gewenst en ongewenst gedrag is. Er is nog geen schaamtegevoel. Kinderen zitten dus rustig aan hun geslachtsdelen in gezelschap of laten het zien in het openbaar.

itg ev

er

ij

In deze leeftijdsfase is het belangrijk dat kinderen de sociale regels leren, wat wel of niet toelaatbaar gedrag is. Geef hun in deze leeftijdsfase ook informatie over het lichaam, waaronder de verschillen tussen jongens en meisjes. En laat hen hun lichaam op een prettige manier ervaren voor een goed lichaamsbesef. Het bewust zijn van de eigen sekse is een basisvoorwaarde voor latere seksuele voorlichting. Daarnaast is een zeker lichaamsbesef een voorwaarde om (later) te kunnen genieten van seksualiteit.

Vanaf zes jaar is meer privacy gewenst (6-9 jaar)

U

Kinderen leren steeds meer sociaal gewenst gedrag te laten zien, gericht op (de eigen) privacy. Je ziet bijvoorbeeld dat ze de wc-deur op slot doen of een handdoek om zich heen slaan bij het omkleden. Kinderen worden zich bewuster van hun eigen identiteit en ook de mening van anderen. Ze gaan zich vergelijken met de ander. Vriendschappen nemen toe en worden intensiever. Jongens vinden meisjes in deze leeftijdsfase vaker 'stom' en 'kinderachtig'. Meisjes vinden de jongens vaak 'wild' en 'stoer'. De eerste verliefdheden ontstaan ook, maar er is nauwelijks lichamelijk contact. Geen handjes vasthouden, niet zoenen en ze brengen zelden tijd met elkaar door zonder anderen erbij.

42


Theoriebron Seksuele ontwikkeling

Het lichaam verandert (9-12 jaar)

.v .

Vanaf zeven jaar begrijpen kinderen dat de geslachtsdelen een seksuele functie hebben en dat je geslachtsgemeenschap moet hebben om zwanger te worden. Vanuit nieuwsgierigheid spelen kinderen in deze leeftijdsfase nog 'doktertje' met leeftijdsgenootjes. Het zijn vrijwillige ervaringen.

fb

Na de eerste lichamelijke ervaringen met anderen, begint rond het tiende levensjaar het lichaam te veranderen. Dit brengt onder invloed van hormonen de nodige onzekerheden met zich mee.

ct ie

Meisjes beginnen borsten te krijgen en bredere heupen. Het schaam- en okselhaar begint te groeien en de menstruatie komt op gang. Bij jongens begint de puberteit rond hun twaalfde met de groei van de geslachtsdelen. Zij krijgen een groeispurt en schaam- en okselhaar begint te groeien, evenals baardgroei. De stem wordt lager door de groei van het strottenhoofd.

Ed u' A

De interesse in seksualiteit neemt toe, maar dat verschilt sterk per kind. Ze krijgen soms pornografische beelden (per ongeluk of expres) te zien. En ze beginnen seksuele fantasieĂŤn te krijgen.

Zelfbeeld bij pubers

Jongeren worden zich in de puberteit bewust van de mening van anderen en gaan zich vergelijken met anderen. Ze vormen zich nu ook een zelfbeeld. Bij 8% van de jongens en 14% van de meisjes is dit een negatief zelfbeeld.

ij

De meeste pubers worden voor het eerst verliefd. Als jongeren zich aangetrokken voelen tot hun eigen seksegenoten, ontdekken ze dat vaak op deze leeftijd.

U

itg ev

er

Jongeren met een chronische ziekte of een beperking kunnen zich door veel medisch-lichamelijke aandacht en functionele aanrakingen een soort object voelen. Zij hebben de ervaring dat aanrakingen horen bij onderzoek door artsen en ze ervaren een afstandelijke lichaamsbeleving. Hierdoor lijkt hun gevoel soms uitgeschakeld als zij aangeraakt worden.

Jong en een verstandelijke beperking CliĂŤnten met een verstandelijke beperking hebben vaak een lijf dat net zo functioneert als leeftijdsgenoten. Baardgroei en menstruatie komen op gang, ze krijgen een zaadlozing, alles werkt net zoals bij ieder ander. Hun lichaam past dus bij hun kalenderleeftijd, maar hun gedrag en begrip past meer bij hun sociaal-emotionele niveau. Er zijn uitzonderingen. Bij sommige meisjes met het downsyndroom of spina bifida begint de puberteit eerder en komt de menstruatie eerder op gang. Bij kinderen met het Prader-Willi-syndroom verloopt de lichamelijke ontwikkeling trager en bij mensen met het fragiele-X-syndroom zijn de geslachtsdelen vergroot.

43


Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

.v .

Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

fb

Inleiding

itg ev

er

ij

Ed u' A

ct ie

Cliënten hebben soms verkeerde denkbeelden over seksualiteit. Een voorbeeld is dat twee jongvolwassen cliënten met een licht verstandelijke beperking bij een hulpverlener komen en aangeven dat het maar niet lukt om zwanger te worden, terwijl ze het wel heel veel geprobeerd hebben. Na een enkele vraag van de hulpverlener blijkt dat het stel dacht dat 'het' via de navel moest (waargebeurde situatie!). Anderen hebben een verknipt beeld van seksualiteit, door het kijken naar niet-realistische films en/of het kijken naar porno. Daarom is het heel belangrijk dat de hulpverlening aandacht heeft voor de ontwikkeling van cliënten op het gebied van seksualiteit, waarbij de communicatie afgestemd is op hun niveau en manier van denken.

Niet iedereen vraagt om hulp, zeker niet als het over seksualiteit gaat.

U

Voorlichting Voordat je allerlei informatie geeft over seksualiteit, is het nodig dat je weet wat de vraag is van de cliënt. Sluit aan bij het (sociaal-emotionele) niveau van de cliënt. Geef vooral de informatie waar de cliënt om vraagt. Bouw dit stapsgewijs op en geef niet alle informatie over intimiteit en seksualiteit in een keer. Houdt daarbij rekening met de achtergrond van de cliënt en geef aan wat normaal is. Veel cliënten halen hun informatie

44


Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

.v .

van internet, soaps of sociale media. Wees hierop alert en geef sturing aan wat de cliënt daarmee doet. Vertel ook hoe waarheidsgetrouw die informatie is, welke mogelijkheden en welke risico's aan vooral sociale media zitten. Als je een antwoord niet weet, vertel dan dat je het uit gaat zoeken. En kom daar ook op terug.

Begeleiding en ondersteuning

ct ie

fb

Cliënten kunnen allerlei vragen hebben over seksualiteit. Van 'Hoe moet ik dingen te weten komen over seks?' tot 'Waar vind ik iemand?' En 'Help mij om duidelijk te krijgen wat ik wil op het gebied van seksualiteit en hoe geef ik mijn grens aan?'. Hoe ondersteun je cliënten met allerlei vragen rondom seksualiteit? • bij kinderen en jongeren door educatie • bij volwassenen door ondersteuning (en zo nodig educatie, als dit nog niet gebeurd is op jongere leeftijd) • door aan te sluiten bij de individuele leerstijl van de cliënt.

Ed u' A

Onderwerpen die bij seksuele voorlichting aan bod komen zijn onder andere zelfverzorging, autonomie en fysiologie, zelfregie (empowerment, aangeven van grenzen), relationele en sociale vaardigheden en rechten en gelegenheid. Onder gelegenheid wordt verstaan dat je met de cliënt praat over de (sociale) context. Waar kun je bijvoorbeeld wel en niet masturberen?

er

ij

Ondersteuning is meer dan voorlichting. Het gaat om vorming en uitzoeken hoe je aansluit bij de vragen van een cliënt. Het gaat dan om bijvoorbeeld: • inzicht aanreiken Bijvoorbeeld: wanneer weet je of iemand je 'meer dan leuk' vindt? • woorden laten geven aan seksualiteit of gevoelens • duidelijk maken wat wettelijk toegestaan is (grenzen en kaders) en wat sociaal aanvaardbare normen en waarden zijn • waarden laten aangeven • (leren) aangeven van grenzen en wensen Wat vindt de cliënt fijn en wat niet? Ga daarbij uit van de draagkracht en draaglast van de cliënt.

U

itg ev

Communicatie Luisteren is het eerste wat je moet doen als hulpverlener in gesprek met de cliënt. Luister en zoek, stel open en geen suggestieve vragen. Maak duidelijk dat de cliënt de baas is over het gesprek. Ook de cliënt moet leren communiceren over seksualiteit. In het contact met de hulpverlener, maar ook met een partner. Praten over wat iemand fijn vindt en weten wat de ander fijn vindt, is niet vanzelfsprekend. Sterker nog, het moet benoemd worden in gesprekken. Het komt voor dat een cliënte tijdens het vrijen doet wat haar vriendje wil, omdat 'het toch zo hoort' met allerlei mogelijke risico's en vervelende gevolgen. Seksualiteit is geen verplichting. Ook dat mag gezegd worden tegen cliënten.

45


Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

In contact met cliënten

fb

.v .

Seksualiteit is een kwetsbaar en intiem onderwerp dat je niet met iedereen bespreekt. Dat doe jij niet, dat wil een cliënt ook niet. Daarom is het belangrijk in het contact met cliënten dat je respectvol bent: • Bied een luisterend oor. • Waardeer het vertrouwen dat de cliënt je geeft. • Wees je bewust van je non-verbale communicatie. Als je laat blijken dat je iets lastig vindt om te bespreken, zal de cliënt een volgende keer minder snel de vraag stellen. • Lachen en giechelen mag, uitlachen vanzelfsprekend niet. Maar samen lachen werkt ontspannend.

ct ie

Bedenk daarbij of het gespreksonderwerp in de situatie past of vraagt om een privégesprek.

In gesprek met cliënten (met autisme) Gesprekken over seksualiteit bij mensen met autisme vraagt soms een iets andere benadering, omdat mensen met autisme informatie anders verwerken. Zij kunnen je boodschap heel letterlijk nemen. Een aantal tips op een rijtje: • Geef op vragen een concreet en duidelijk antwoord. • Check of de informatie begrepen wordt. • Gebruik ook vooral geen beeldspraak, metaforen of verhullende taal. • Maak geen grapjes over het onderwerp. • Sluit je in je woordgebruik aan bij de cliënt, maar gebruik wel taal waar je jezelf ook prettig bij voelt. Gebruik geen straattaal. Bijvoorbeeld: Gebruik het woord 'piemel' in plaats van 'penis', maar zeker geen l*l.

Ed u' A

Website Voor een veilig thuis <

Als een cliënt steeds met dezelfde vraag naar je toekomt, kan er een andere vraag achter zitten. Probeer dan te achterhalen wat 'de vraag achter de vraag' is, eventueel in overleg met anderen.

er

ij

Als in een gesprek een cliënt iets loslaat over een negatieve ervaring, reageer dan rustig en laat de cliënt zelf vertellen. Overleg vervolgens met collega's en meld het zo nodig. Dat kan via het Meldpunt Veilig Thuis. Bekijk de Website Voor een veilig thuis voor meer informatie over welke hulp en ondersteuning Veilig Thuis kan bieden.

itg ev

Informatie van cliënten In gesprekken delen cliënten veel privacygevoelige informatie met jou als hulpverlener. Wees je bewust van je professionele houding. Als een cliënt je vraagt de gegeven informatie geheim te houden en het aan niemand door te vertellen, wees dan voorzichtig en beloof dit niet (meteen).

U

Niet alle informatie hoeft met iedereen die bij de cliënt betrokken is gedeeld te worden. Je kunt hierin de wens van de cliënt grotendeels volgen. In het zorgdossier kun je bijvoorbeeld vermelden dat je een gesprek over seksualiteit hebt gehad met de cliënt, zonder op de details in te gaan. Bij ernstige zaken kan een hulpverlener niet in z'n eentje de cliënt helpen. Beloof dan helemaal geen geheimhouding, maar beloof openheid over de acties die je onderneemt. Zeg tegen de cliënt aan wie jij wat vertelt en wat er met de informatie gebeurt.

46


Theoriebron Cliënten begeleiden op het gebied van seksualiteit

Hulp(middelen) Jouw begeleiding begint en stopt bij het praten over seksualiteit. Maar daarmee is de cliënt soms nog niet voldoende geholpen. Dan is het je taak om de cliënt door te verwijzen naar gespecialiseerde instanties of hulp in te roepen van een seksuoloog. Een seksuoloog kan bijvoorbeeld hulpmiddelen adviseren. Edusex is een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van seksualiteit voor verschillende doelgroepen. Zij hebben voorlichtingsmateriaal en geven ook trainingen om te leren omgaan met seksuele behoefte van mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk de Website Edusex voor meer informatie hierover. Ook is er Stichting SAR (Stichting Alternatieve Relatiebemiddeling). Dat is een stichting met medewerkers die seksuele hulp verlenen aan mensen met een beperking. Zij helpen overigens geen mensen met een ernstige verstandelijke beperking.

ct ie

fb

.v .

Website Edusex <

Seksueel overdraagbare aandoeningen

Ed u' A

Een cliënt kan een soa oplopen, zonder dat hij daar iets van merkt. Het hoeft niet met klachten gepaard te gaan, maar het kan grote gevolgen hebben voor de gezondheid van de cliënt als het niet op tijd behandeld wordt. Een soa wordt veroorzaakt door een virus of bacterie in lichaamsvloeistoffen, zoals bloed en sperma. Tijdens onveilige seks kan de besmetting overgedragen worden aan de ander. Symptomen zijn jeuk, branderig gevoel, pijn in de onderbuik, afscheiding, blaasjes, bultjes, bloedverlies, beestjes, irritatie, pijn, roodheid, schilfertjes, wratjes, zweertjes of geen klachten.

er

ij

De meest voorkomende soa's zijn: • chlamydia • herpes • genitale wratten • gonorroe • hiv • syfilis • hepatitis B.

U

itg ev

Het grotendeel van de soa's geneest gemakkelijk na medische hulp. Hoe eerder een soa wordt ontdekt, hoe beter. Bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking zie je vrijwel geen soa's, omdat zij geen gemeenschap hebben.

47


Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting

.v .

Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting Inleiding

Ed u' A

ct ie

fb

Het hoort bij het vak van hulpverlener om cliënten bij hun seksualiteit te ondersteunen. De opmerking ‘Seksualiteit niet van toepassing' in een ondersteuningsplan is dus geen optie. Het is meer dan alleen seksueel contact. Het heeft ook te maken met lichaamsbesef, lichaamsbeleving en sensaties.

Hoe kijk je naar jezelf en naar de ander?

ij

Hermeneutische cirkel

itg ev

er

De hermeneutische cirkel is een hulpmiddel om een inschatting te maken hoe: • de emotionele draagkracht • het verstandelijke niveau • de sociale ontwikkeling • de vaardigheden • de achtergrond • eventuele opmerkelijke gebeurtenissen zich tot elkaar verhouden in het leven van iemand met een verstandelijke beperking.

U

Deze methodiek helpt je om een cliënt met een verstandelijke beperking in zijn totaal te leren zien en daardoor beter te leren begrijpen. Aan de hand van deze methodiek kun je ook een seksuele hulpvraag van een cliënt verduidelijken. Met de hermeneutische cirkel is het mogelijk om: • een seksueel voorlichtingsprogramma op te stellen, dat afgestemd is op de cliënt • mogelijk grensoverschrijdend gedrag beter te begrijpen en een antwoord hierop te bieden • de cliënt respectvoller te benaderen.

48


Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting

Onderwerpen hermeneutische cirkel De hermeneutische cirkel bestaat uit een aantal onderwerpen. Bekijk het Werkmodel Hermeneutische cirkel.

.v .

Werkmodel Hermeneutische cirkel <

Levensgeschiedenis

fb

Elke persoon neemt zijn eigen levensverhaal en achtergrond mee. Dit is van invloed op het zelfbeeld en de identiteit. Denk daarbij aan de opvoeding, bijzondere gebeurtenissen, seksuele voorlichting, afkomst, milieu en cultuur.

ct ie

Lichamelijke ontwikkeling

Elke leeftijd brengt andere vragen met zich mee op het gebied van seksualiteit en relatievorming. Het is nodig om rekening te houden met de leeftijdsfase waarin iemand zit. Op lichamelijk gebied doorlopen mensen met een verstandelijke beperking in het algemeen dezelfde ontwikkeling als mensen zonder beperking.

Ed u' A

Verstandelijke ontwikkeling

De verstandelijke ontwikkeling gaat bij mensen met een verstandelijke beperking niet gelijk op met de lichamelijke ontwikkeling. Wat begrijpt iemand wel en wat niet? Sluit daarop aan.

Emotionele ontwikkeling

er

ij

Wat is de emotionele draagkracht van iemand? Het gaat dan om wat een cliënt aankan. Bij een laag emotioneel niveau is het moeilijker om adequaat aangepast gedrag te vertonen. Ook is het belangrijk om te weten hoe empathisch de cliënt is. In hoeverre is hij in staat om zich in te leven in een ander?

Sociale ontwikkeling

U

itg ev

Hoe gaat de cliënt met een ander om? Is er sprake van (experimenteel) contact met anderen? Hoe zien de sociale contacten eruit? Heeft de cliënt bijvoorbeeld vrienden? En hoe verloopt het contact met de familie? Welk voorbeeld heeft de cliënt (gehad), 'uit wat voor een nest’ komt de cliënt? Het maakt verschil of de ouders getrouwd zijn met elkaar en er nog broers/zussen zijn. Of dat de moeder verschillende partners heeft gehad en dat er sprake is van verschillende halfbroers/-zussen. Ook is het belangrijk om na te gaan welke invloed de sociale contacten hebben (gehad) op de (seksuele) identiteit van de persoon. Psychiatrische aandoeningen, verslaving en medicatie kunnen ook invloed hebben op seksualiteit. Het kan leiden tot seksuele klachten. Klachten die vervolgens kunnen leiden tot frustraties, gevoelens van eenzaamheid en een negatief zelfbeeld.

49


Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting

De hermeneutische cirkel toepassen

Vlaggensysteem

Het Vlaggensysteem is een methode die wordt toegepast om gezond seksueel gedrag te stimuleren. Ook draagt het bij aan het voorkomen en terugdringen van seksueel grensoverschrijdend gedrag onder kinderen en jongeren. Het biedt handvatten om seksueel gedrag adequaat te beoordelen, bespreekbaar te maken en om op de juiste wijze te reageren. Het Vlaggensysteem wordt met name gebruikt voor kinderen tussen nul en achttien jaar en is ook te gebruiken voor mensen met een verstandelijke beperking. Vanuit zes verschillende criteria worden verschillende gedragingen aangeduid met een vlag: • Groene vlag: gedrag is aanvaardbaar. • Gele vlag: gedrag is licht seksueel grensoverschrijdend. • Rode vlag: gedrag is ernstig seksueel grensoverschrijdend. • Zwarte vlag: gedrag is zwaar seksueel grensoverschrijdend.

Ed u' A

Artikel Het Vlaggensysteem <

ct ie

fb

.v .

Wie is de cliënt met een verstandelijke beperking en hoe kun je hem begeleiden bij vragen over seksualiteit? Kan de cliënt deze vragen onder woorden brengen of kopieert hij wat hij ziet vanuit zijn omgeving? Om inzicht te krijgen in wie de cliënt is, moet je de persoon begrijpen. Ieder mens heeft een eigen verhaal. Het is zoeken naar het levensverhaal van de cliënt, waarbij je gebruik kunt maken van de Hermeneutische cirkel: 1. Plaats de persoon in de context, het gaat om zijn eigen verhaal vanuit zijn eigen belevingswereld. 2. Zoek naar specifieke momenten en gebeurtenissen die bepalend zijn voor de beeldvorming van de cliënt. Het gaat om het verband tussen het geheel en delen van een (levens)verhaal wat zorgt voor begrip. 3. Neem het perspectief van de cliënt als uitgangspunt. Door in de schoenen van de ander te gaan staan, zet je je eigen vooronderstellingen even opzij.

ij

De zes criteria zijn: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, leeftijds- en ontwikkelingsadequaat, contextadequaat/passend bij de situatie en zelfrespect.

itg ev

er

Daarnaast geeft het vlaggensysteem adviezen over de pedagogische reactie op seksueel gedrag voor hulpverleners. Lees de informatie over het Vlaggensysteem in het Artikel Het Vlaggensysteem.

Praten over seks

U

De methode Praten over seks is ontwikkeld door Paulien van Doorn en Anja Janssen om mensen met een verstandelijke beperking te ondersteunen bij hun seksuele ontwikkeling. Het doel van deze methode is om cliënten bewust te laten worden van de eigen wensen, interesses en mogelijkheden. Ook biedt het informatie, normen en waarden, grenzen en regels op maat. En dat in de breedste zin: van lichaamsbesef tot geslachtsgemeenschap. Het start vanuit de beleving en ervaring van mensen met een matige tot licht verstandelijke beperking. De ontwikkelaars van de methode gaan ervan uit dat mensen met een beperking over het algemeen meer kwetsbaar en afhankelijk zijn van anderen. Door autonomie en veerkracht te stimuleren kunnen cliënten beter omgaan met stress, wat zorgt voor meer zelfvertrouwen en ontwikkeling van sociale vaardigheden. De begeleiding is gericht op de sterke kanten van de persoon, die beter leert omgaan met zijn kwetsbaarheid.

50


Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting

De methode bestaat uit een begeleidersboek, een werkmap voor cliënten, stickers en een sekswoordenboek.

.v .

Wijzer in de liefde

fb

Voor seksuele voorlichting aan en seksuele vorming van jeugdige asielzoekers en nieuwkomers is er het lespakket 'Wijzer in de liefde'. Voor een goede ontwikkeling op het gebied van seksualiteit, zijn behalve kennis ook een gezonde houding en bijbehorende vaardigheden belangrijke voorwaarden. Nederlandse jongeren krijgen veel informatie aangeboden via school, media en internet. Jonge asielzoekers en vluchtelingen hebben een inhaalslag te maken op dit terrein.

Ed u' A

ct ie

Het lespakket bestaat uit negen lessen, waaronder kennismaking met seksualiteit, vriendschap en relaties, seksuele ontwikkeling en weerbaarheid. Bij het aanbieden van deze methode moet je rekening houden met een aantal randvoorwaarden, waaronder de belangrijkste: privacy, culturele verschillen en veiligheid. Maar denk ook aan voldoende tijd en continuïteit. Het spreken van een gemeenschappelijke taal is belangrijk. Als de jongeren de Nederlandse taal voldoende beheersen, kan de methode worden aangeboden in het Nederlands. Als jongeren onvoldoende Nederlands begrijpen, kan de voorlichting individueel, in taalgroepjes of met een tolk gegeven worden.

Boys R Us

Boys R Us is een methodiek om de weerbaarheid te vergroten van jongens van tien tot vijftien jaar. Het doel is het ‘bewustmaken van het belang van veilige, prettige, gewenste en gelijkwaardige seksuele en relationele contacten’. Het draagt dan ook bij aan de seksuele gezondheid van de genoemde doelgroep.

U

itg ev

er

ij

Boys R Us is een groepsspel waarbij jongens moeten nadenken over hun houding en opvattingen over seksualiteit. Ze doen ook kennis op over seksualiteit. En ze oefenen hun communicatieve vaardigheden. In het spel komen vier levensgebieden van jongens voor: meisjes, de omgeving, vrienden en ‘ik’. Bij het spel voeren de spelers opdrachten uit. Een speler moet bepaalde keuzes motiveren, antwoorden geven op kennisvragen, meningsvragen of bijvoorbeeld meedoen aan een rollenspel. De andere deelnemers beoordelen de inbreng van de speler. Wanneer zij de inbreng als ‘goed’ bestempelen, krijgt de speler een ‘fiche’. Degene met de meeste fiches heeft gewonnen. Een hulpverlener is spelleider om ook de gesprekken te kunnen begeleiden.

Girls’ talk

Girl’s talk is een methodiek om gezond seksueel gedrag en gezonde interactiecompetenties te bevorderen. De methodiek is bedoeld voor meisjes tussen de veertien en achttien jaar, met diverse etnische achtergronden en een vmbo-opleiding of lager. De methode is vooral gericht op het uitwisselen van ervaringen en het versterken van vaardigheden op het gebied van interactie. Girl’s talk bestaat uit een spel, discussievormen, creatieve opdrachten, reflectieopdrachten en lichaamsgerichte oefeningen. Met deze vormen raken de deelnemers vertrouwd met elkaar.

51


Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting

.v .

Het begin van het programma bestaat voornamelijk uit kennisoverdracht over seksuele gezondheid van vooral meisjes. Daarna is er meer aandacht voor het omgaan met seksualiteit, verschillende opvattingen en het aanbieden en onderzoeken van oplossingsstrategieën. Ook is er aandacht voor het leren vormen van een mening op het gebied van seksuele risico’s, seksuele gezondheid én het leren aangeven van grenzen en wensen. Girls’ talk is geschikt voor het (buurtgerichte) jeugdwelzijnswerk, de jeugdzorg, de residentiële jeugdhulpverlening en de middelbare school.

fb

Let’s talk

Ed u' A

ct ie

Let’s talk is geschikt voor jongeren van twaalf tot negentien jaar. De methode wordt ingezet om jongeren bewust te maken over hun houding en opvattingen op het gebied van weerbaarheid, genderrollen en seksualiteit. Door met elkaar op een respectvolle manier in gesprek te gaan wordt er gewerkt aan de seksuele gezondheid. Let’s talk bestaat uit beeldfragmenten over vijftien thema’s. De thema’s zijn: eerste keer, flirten/versieren, kijk op seksualiteit, maagdelijkheid, partnerkeuze, religie/cultuur, safe seks, sekserollen, seksuele intimidatie, seksuele oriëntatie, seksuele voorlichting, sociale omgeving, vreemdgaan, wensen en grenzen en zelfbeeld. De hulpverlener bepaalt zelf welke thema’s relevant zijn voor zijn of haar doelgroep. Dit geldt ook voor de werkvormen en de beeldfragmenten. De bespreking van een thema duurt dertig tot zestig minuten.

Internet en sociale media

itg ev

er

ij

Seksualiteit is een lastig bespreekbaar onderwerp, maar gelukkig is alles erover te vinden op internet. De nieuwe generatie jongeren weet de weg beter op sociale media en internet dan hun hulpverleners. Dat zorgt voor dubbele handelingsverlegenheid bij hulpverleners: de kennis van digitale media is beperkt en seksualiteit is een lastig onderwerp. De directe lijntjes via Twitter en WhatsApp hebben voor cliënten vaak veel impact die ze niet altijd kunnen inschatten. Van alleen een Ja- of Nee-antwoord kunnen ze onzeker worden en een reactie die even op zich laat wachten kan zorgen voor vragen als: hij is toch mijn vriend, waarom reageert hij niet? Sociale media zijn prettige communicatiemiddelen, je hoeft maar op een knop te drukken en je hebt er een vriend bij. Maar het vraagt ook inzicht en relativeringsvermogen van de gebruikers.

Competenties en valkuilen voor internetgebruik

U

Om goed om te kunnen gaan met internet en sociale media heb je verschillende competenties en randvoorwaarden nodig, namelijk: • meerdere dingen tegelijk kunnen (multitasken) • snel kunnen schakelen • experimenteren • kunnen netwerken • kunnen scannen, beelden kijken en juist interpreteren. Deze competenties zijn voor veel cliënten uit verschillende doelgroepen lastig. Zij lopen het risico overvraagd en overprikkeld te worden. Velen hebben moeite met het begrenzen van zichzelf, zelfreflectie en het onderscheid tussen fictie en werkelijkheid. Daarnaast zijn ze

52


Theoriebron Handvatten voor seksuele voorlichting

makkelijk te beĂŻnvloeden. Ze kopiĂŤren wat ze zien en gaan dat normaal vinden. En dan is het nog maar de vraag of ze de betekenis van woorden begrijpen. Seksueel getinte woorden nemen ze klakkeloos over, zonder te beseffen wat ze zeggen.

U

itg ev

er

ij

Ed u' A

ct ie

fb

.v .

Ook sociale aspecten zijn lastig voor hen. Ze zien het perspectief van de ander niet (empathisch vermogen) en ze hebben moeite met sociaal inzicht en schaamtegevoel. Jongeren (met het nog niet volledig ontwikkelde puberbrein) of cliĂŤnten met een licht verstandelijke beperking kunnen bijvoorbeeld hun kleren uittrekken voor de webcam als iemand het vraagt, zonder na te denken, zonder besef van de impact.

53


Theoriebron Problemen bij seksualiteit

.v .

Theoriebron Problemen bij seksualiteit Inleiding

Ed u' A

ct ie

fb

Twintig jaar geleden werd er niet gepraat over seksualiteit, maar 'problemen' werden gewoon opgelost. Als iemand moest leren masturberen werd dat geregeld. De maatschappelijke moraal is inmiddels veranderd: de cultuur is strenger en angstiger geworden. Er wordt meer aandacht besteed aan het voorkomen van seksueel misbruik. In deze theoriebron wordt ingegaan op wat wordt verstaan onder seksueel geweld/misbruik en welke signalen hierop kunnen wijzen. Ook komt het hebben van aandacht voor seksualiteit aan bod om problemen te kunnen begeleiden en/of vragen te kunnen beantwoorden van cliënten.

ij

Droomvrouw gezocht.

er

Gedragsproblemen bij ernstig meervoudige beperkingen

itg ev

Seksualiteit is niet het eerste waar je aan denkt bij gedragsproblemen. Vooral bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen die zich niet kunnen uiten, wordt hier vaak aan voorbijgegaan. Maar ook zij kunnen seksuele gevoelens en behoeftes hebben en daar begeleiding bij nodig hebben. Deze achterliggende vraag wordt vaak niet herkend door hulpverleners. De onwetendheid zorgt ook voor onjuiste begeleiding.

U

Hulpverleners moeten zich bewust zijn van de seksuele ontwikkelingsfase van cliënten. Wat is de vraag van de cliënt? Welke behoeftes zijn er bij de cliënt? Om antwoord te vinden moet je goed observeren. Het is zoeken naar de betekenis van signalen, die de cliënt laat zien. Dit kunnen soms kleine signalen zijn, zoals een versnelde ademhaling, verwijde pupillen, onrustig gedrag, dwingend zijn of angstig zijn.

54


Theoriebron Problemen bij seksualiteit

Website Dating assistent <

ct ie

Boekje Eerste hulp bij dating <

Het valt niet mee om de droomman of droomvrouw te vinden. Al helemaal niet als je kwetsbaar bent of een beperking hebt. Waar vinden ze leuke mannen/vrouwen? Hoe leggen ze contact? En hoe houden ze de verkering 'aan'? Vaak gaat een verstandelijke beperking samen met gebrekkige sociale vaardigheden en een vertraagde emotionele ontwikkeling. Als je aan een jongen of man uit een kwetsbare doelgroep vraagt hoe hun droomvrouw eruit ziet, is dat zelden een mooi, lief meisje met het syndroom van Down. Er wordt veel vaker gedroomd over een slanke vrouw met blauwe ogen, grote borsten, lang blond haar en rood gestifte lippen. Natuurlijk moet ze ook lief zijn en goed voor de man zorgen.

Ed u' A

Website Eerste hulp bij dating <

fb

Droomman/-vrouw gezocht

.v .

Lichaamsbeleving is voor veel cliënten met een ernstig meervoudige beperking helemaal niet zo prettig. Ze verslikken zich vaak, wassen en aankleden doet soms pijn als gevolg van spasmen of een dwangstand van een gewricht. Het is belangrijk om cliënten prettige lichaamservaringen aan te bieden, zoals: • kijken in de spiegel (tijdens de verzorging) • meer aandacht en tijd (tijdens de verzorging) • privacymomenten aanbieden waarin cliënten kunnen masturberen, als ze daar behoefte aan hebben.

Er zijn organisaties en instellingen die zich bezighouden met contactbemiddeling en het organiseren van sozen, vrijetijdclubs en inloophuizen voor mensen met een verstandelijke beperking. Meer informatie over daten voor verstandelijk beperkte jongeren vind je op Website Eerste hulp bij dating. Het Boekje Eerste hulp bij dating kun je samen met een cliënt gebruiken bij de zoektocht naar een partner. Een website voor contactbemiddeling is bijvoorbeeld Website Dating assistent.

ij

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

U

itg ev

er

De term 'normaal seksueel gedrag' is subjectief en komt overeen met wat normaal gevonden wordt binnen een cultuur, maatschappij, gezin of groep. Gezond seksueel gedrag is gedrag wat niet schadelijk is voor het eigen lichaam of psychosociaal welzijn. Er is sprake van ongezond seksueel gedrag bij een schadelijk of zorgwekkend risico voor de (seksuele) ontwikkeling. Bij 'licht grensoverschrijdend gedrag' kun je denken aan bijvoorbeeld de broek laten zakken in het openbaar of seksueel getinte opmerkingen maken tegen anderen (hulpverleners). Afleiden of het gedrag benoemen en begrenzen is nodig. Welk gedrag acceptabel of toelaatbaar is en wat niet moet nog (aan)geleerd worden. Denk bij 'zwaar grensoverschrijdend seksueel gedrag' aan bijvoorbeeld een jongen die een vrouw bij haar borsten grijpt of een meisje dat sigaretten wil in ruil voor seksuele handelingen. Dit gedrag moet afgeleerd en beslist bijgestuurd worden door er consequenties, een waarschuwing of een straf aan te verbinden. Bij ‘ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag’, zoals seksuele handelingen met een minderjarige door een meerderjarige, ook al stemde de minderjarige er zelf mee in, is ingrijpen noodzakelijk. Verbied het gedrag, verbind er sancties of straf aan en zorg voor begeleiding om herhaling te voorkomen.

55


Theoriebron Problemen bij seksualiteit

Seksuele intimidatie

Seksueel geweld

ct ie

fb

.v .

Seksuele intimidatie is: ‘ongewenst verbaal en lichamelijk gedrag dat opzettelijk seksueel van aard is of op die manier wordt ervaren’. Het gaat bij seksuele intimidatie dus niet alleen om wat de dader met zijn gedrag of woorden bedoelt, maar ook hoe het slachtoffer dit gedrag van de ander interpreteert en ervaart. Sommige mensen vinden het bijvoorbeeld niet erg wanneer anderen intieme vragen stellen op de opleiding of het werk. Wanneer de waardigheid van de ontvanger aangetast wordt, of wanneer zij zich bedreigd voelen, gaat het wel om seksuele intimidatie. Voorbeelden zijn: iemand langdurig aanstaren, arm om de schouder leggen, iemand vastpakken, seksueel getinte opmerkingen maken, iemand proberen te zoenen, seksueel getinte mailtjes, appjes, sms’jes of briefjes sturen, seksueel getinte of pornografische plaatjes tonen, seksueel getinte gebaren maken en/of intieme vragen stellen over iemands privéleven.

Ed u' A

Seksueel geweld legt de ander, met geweld of dwang, een seksuele daad of seksuele praktijken op zonder toestemming van de ander. Seksueel geweld omvat eveneens ongewenste intimiteiten en daden met een seksuele lading. (Definitie Govers & Willems, 2008)

U

itg ev

er

ij

Er is sprake van seksueel geweld of seksueel misbruik als het slachtoffer gedwongen wordt seksuele handelingen te verrichten of te ondergaan die hij of zij niet wil. Het slachtoffer ondergaat deze handelingen onder emotionele druk, overwicht, dwang, psychisch of fysiek geweld of dreiging van de dader. Je kunt verschillende vormen van seksueel geweld onderscheiden: • ongewenste intimiteiten of seksuele intimidatie: opmerkingen of aanrakingen met seksuele bijbedoelingen, ongewenste seksueel getinte of seksistische uitingen. Dat kan ook online gebeuren, denk aan sexting waarbij foto's of filmpjes ongewenst worden doorgestuurd. • aanranding: gedwongen seksueel contact zonder geslachtsgemeenschap, zoals ongewenste aanrakingen, betasten, ongewenst kussen en uitkleden • verkrachting: gedwongen seksueel contact met geslachtsgemeenschap • vrouwenmishandeling: vrouwen worden met geweld gedwongen een man zijn zin te geven in het seksuele contact. Mannenmishandeling in huiselijke kring komt ook voor, maar in mindere mate. • seksuele kindermishandeling: een kind wordt gedwongen tot seksueel contact door één of meer volwassenen • geweld of agressie tegen homoseksuele mannen of vrouwen vanwege hun geaardheid.

Seksuele grensoverschrijding en de cijfers

Artikel Seksuele grensoverschrijding <

Seksueel geweld is een geweldsvorm, die net als seksueel misbruik valt onder het paraplubegrip 'seksuele grensoverschrijding'. Het omvat alle vormen van seksueel getinte en ongewenste handelingen. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat seksueel misbruik veel voorkomt bij mensen met een verstandelijke beperking en ouderen. Rutgers WPF heeft de feiten in beeld gebracht over seksuele grensoverschrijding. Zie hiervoor het Artikel Seksuele grensoverschrijding. Daaruit blijkt dat 17% van de meisjes en 5% van de jongens tussen de 12-25 jaar te maken hebben gehad met gedwongen seksuele dingen.

56


Theoriebron Problemen bij seksualiteit

Signaleringstaak van de hulpverlener

fb

Er zijn verschillende signalen bij seksueel geweld/misbruik:

.v .

Ronduit schokkend is het cijfer van vrouwen met een verstandelijke beperking, waarvan 72% te maken heeft gehad met seksuele grensoverschrijding. Van de mannen met een verstandelijke beperking heeft 44% te maken gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag.

ct ie

Niet-heldere signalen: • indirecte signalen: gedrags-, lichamelijke-, en omgevingssignalen, zoals angst, agressie en broekplassen • vage spontane onthulling: een schijnbaar onbeduidende of onschuldige uitspraak die op iets anders kan wijzen.

Ed u' A

Heldere signalen: • directe signalen Duidelijk bewijs, zoals een soa of zwangerschap, dat er seksueel contact is geweest of er seksuele handelingen zijn verricht met een slachtoffer dat minderjarig of wilsonbekwaam is. Iemand is wilsonbekwaam als hij informatie niet kan begrijpen en afwegen, maar ook de gevolgen van zijn besluit niet begrijpt en/of overziet en/of geen besluit kan nemen. • duidelijke (spontane) onthulling Een cliënt vertelt over het seksueel misbruik. • waarneming door derden Iemand ziet het seksueel misbruik of hoort het van iemand die het heeft gezien.

Gedragscode en meldcode

ij

Alle instellingen in de welzijnssector hebben een gedragscode. Daarin is vastgelegd hoe alle betrokkenen zich behoren te gedragen. Maar dat is helaas geen garantie dat iedereen zich ook zo gedraagt. Het is de basis die duidelijk maakt wat wel en niet hoort.

er

Als je als hulpverlener een 'niet-pluis gevoel’ hebt en misschien zelfs seksueel geweld/misbruik vermoed, is het belangrijk om iets te doen en stappen te ondernemen.

U

itg ev

Stappen van de meldcode: • Stap 1: In kaart brengen van signalen. • Stap 2: Overleggen met een collega en eventueel raadplegen van Veilig Thuis (het adviesen meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling) of een deskundige op het gebied van letselduiding. • Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n). • Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en bij twijfel altijd Veilig Thuis raadplegen. • Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden. Vanaf 1 januari 2019 geldt ook de eis dat er een afwegingskader in stap 5 van de meldcode moet zijn. Hiermee kunnen professionals beoordelen of er sprake is van (een vermoeden van) ernstig huiselijk geweld of ernstige kindermishandeling. Tot 1 januari 2019 geldt voor professionals gewoon de bestaande meldcode.

57


Theoriebron Ethische dilemma's en wetgeving rondom seksualiteit

.v .

Theoriebron Ethische dilemma's en wetgeving rondom seksualiteit

fb

Inleiding

Ed u' A

ct ie

Op een neutrale manier praten over seksualiteit, omdat het onbelangrijk is hoe je er zelf over denkt. Dat is één. Daarnaast ben je als professional betrokken bij mensen die vragen hebben en/of problemen ervaren met seksualiteit. Er is een maatschappelijke context van wat is toegestaan en er is het een en ander vastgelegd in de wet.

ij

Wat is er vastgelegd in de wet?

er

Wet- en regelgeving

itg ev

Op het gebied van seksualiteit is er (gelukkig) van alles vastgelegd in de wet. Zo mag je als hulpverlener geen seksuele handelingen verrichten met een cliënt. Het enige wat je mag is seksualiteit bespreekbaar maken.

U

Daarnaast zijn er de Rechten voor de Mens: • Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van vrouwen Dit gaat over de onaantastbaarheid van het lichaam. Anderen mogen zich niet, tegen je wil, bemoeien met jouw lijf. • Recht op gezondheid en lichamelijke integriteit Dat houdt seksuele en reproductieve vrijheid in. Er mag dus geen verplichte anticonceptie of sterilisatie opgelegd worden tegen de wil van de cliënt.

58


Theoriebron Ethische dilemma's en wetgeving rondom seksualiteit

Praten en doorverwijzen

fb

.v .

Hulpverleners mogen alleen maar práten over seks met een cliënt. Dat betekent dat je niet met je handen aan iemand mag komen. Je mag geen kleren uitdoen. Cliënten met meervoudige beperkingen leren hoe ze kunnen masturberen is ook een stap te ver. Praten over seks kun je wel ondersteunen met visueel materiaal. Via afbeeldingen kan de cliënt bijvoorbeeld aangeven welke plekken hij prettig vindt als het aangeraakt wordt en welke niet. Als er meer vragen zijn, die jij niet kunt beantwoorden met praten en visuele afbeeldingen, dat verwijs je de cliënt door naar de huisarts, een seksuoloog of SAR.

ct ie

Primaire drift

Ed u' A

Cliënten met een ernstige verstandelijke beperking zijn cognitief niet in staat om te fantaseren of een relatie aan te gaan. Bij hen spelen alleen primaire driften. De omgeving vraagt om begrenzing van die driften. Maar de cliënt heeft geen geweten ontwikkeld. Het geweten wordt namelijk pas op vierjarige leeftijd gevormd. Schaamtegevoel komt nog later. Voor deze doelgroep zijn de hulpverleners en betrokkenen het externe geweten. Cliënten met een ernstige verstandelijke beperking kunnen zichzelf ook wel anaal stimuleren. Zij kunnen smeren met ontlasting om seksuele opwinding op te wekken. Hoe je omgaat met de seksualiteit van cliënten met een ernstig meervoudige beperking bespreek je met het hele team, het liefst multidisciplinair. Er moet een goed begeleidingsplan worden opgesteld, waarin ook de grenzen duidelijk staan vermeld. Bied duidelijkheid aan de cliënt waar en wanneer hij wel mag masturberen. Het advies van seksuologe Ellen Suykerbuyk is maximaal een keer per dag tijd en ruimte geven, ter voorkoming van verslaving met meer frustraties tot gevolg.

ij

Hulpverlener als lustobject

U

itg ev

er

Je wilt werken met mensen. Dat vraagt een bepaalde professionaliteit en afstand, maar je bent ook belangrijk in het leven van een ander. En dan kan het zomaar gebeuren dat cliënten jou wel erg leuk vinden. Wat doe je dan? En wat doet het met jou? Het allerbelangrijkste is: maak het bespreekbaar! In eerste instantie met je collega's en leidinggevende. Maar ook: • Bespreek en bewaak de grenzen, ook zeker jouw grenzen. Sommige cliënten geef je misschien wel een nachtzoen, en anderen bewust niet. • Geef voorlichting op het niveau van de cliënt. • Met welke doelgroep heb je te maken? Je gaat anders om met dak- en thuislozen en hun avances, dan met mensen met een ernstige verstandelijke beperking. • Wat gebeurt er, wanneer gebeurt het en wat doe jij in de begeleiding? Wat doe jij anders dan collega's bijvoorbeeld (zelfreflectie). • Blijf de professional. Jij bent degene die het hoofd koel moet houden.

59


Theoriebron Ethische dilemma's en wetgeving rondom seksualiteit

Ethische dilemma's Seksualiteit kan heel ingewikkeld zijn. Cliënten met gevoelens, wensen en eigen regie willen soms meer dan ze (aan)kunnen. En zo kunnen er allerlei problemen zijn die voortkomen uit 'normale' wensen van cliënten met 'andere' mogelijkheden. Van kinderwens tot ongewenst zwanger, er kunnen allerlei ethische dilemma's zijn waar geen eenduidig antwoord op te geven is.

.v .

Werkmodel Stappenplan Moreel beraad <

fb

Een ethisch dilemma is een keuzeprobleem, waarbij twee (ethische) waarden tegen elkaar worden afgewogen. Bij ethische dilemma's maak je gebruik van het Stappenplan moreel beraad. Zie het Werkmodel Stappenplan moreel beraad voor een beschrijving van deze stappen.

Hulpverleners zullen niet snel vragen naar de seksuele identiteit van cliënten. Wie begint er bijvoorbeeld over homoseksualiteit? Nu is homoseksualiteit in Nederland geen onbekend verschijnsel en het krijgt ook steeds meer sociale acceptatie binnen zorginstellingen. Bij vragen ga je het gesprek niet uit de weg en kun je gebruikmaken van de Instrumentenbox Seksuele diversiteit. Deze kun je vinden op de Website Digitale Instrumentenbox seksuele diversiteit.

Ed u' A

Website Digitale instrumentenbox seksuele diversiteit <

ct ie

Gesprek aangaan over seksuele identiteit

Kinderwens

er

ij

De kinderwens is een veelvoorkomend ethisch dilemma. Zowel in de gehandicaptenzorg, maar ook in de maatschappelijke opvang, asielzoekerscentra en de geestelijke gezondheidszorg. Het is onmogelijk om één antwoord te geven op de vraag: Wat doe je met de kinderwens van een cliënt? Je kunt wel vragen naar het waarom. Welke gedachten en verlangens liggen erachter? Romantiek – roze wolk en knuffelen, of erbij willen horen – gelijk aan anderen willen zijn, of een doel geven aan het leven – je bent niet meer alleen en je bent belangrijk voor die ander. Soms zijn er ouders van cliënten die zeggen dat ze graag opa en/of oma willen worden.

U

itg ev

Kenniscentrum Vilans geeft vijf tips om cliënten met een kinderwens te helpen bij het maken van een goede keuze: 1. Neem de cliënt serieus. 2. Bied alle ruimte om over het vraagstuk te praten. 3. Ga met elkaar in gesprek. 4. Bekijk het van meerdere kanten. 5. Betrek anderen erbij.

60


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.