Verslag rondetafelbijeenkomst burgerparticipatie 15 juni 2017 dbm def

Page 1

Verslag Round Table over Burgerparticipatie

Op 15 juni 2017 organiseerde Facilitating Company een rondetafel inspiratie-event over de toegevoegde waarde en aanpak van burgerparticipatie voor en door gemeentes New World Campus te Den Haag


Waarom deze Round Table en voor wie bestemd? Waarom deze RTB?

Deelnemers aan de discussie:

Omdat burgers steeds vaker mee willen praten over wat ze belangrijk vinden in hun woonomgeving. En omdat gemeentes beseffen dat het betrekken van burgers bij specifieke beleidsvraagstukken leidt tot draagvlak voor nieuwe initiatieven. Vraag en aanbod om burgers te betrekken bij gemeentelijke vraagstukken komen steeds dichter bij elkaar.

Onderstaande personen hebben deelgenomen aan de eerste rondetafelbijeenkomst over Burgerparticipatie:

Maar hoe doe je het precies? Hoe krijg je een representatieve vertegenwoordiging van de inwoners van je gemeente aan tafel? Hoe zorg je ervoor dat iedereen bijdraagt? Hoe zorg je ervoor dat de verschillende belangen elkaar versterken? Deze en vele andere vragen zijn aan bod gekomen tijdens de Round Table Burgerparticipatie die Facilitating Company organiseerde op 15 juni 2017.

• • • • • • •

Aanpak. Alle deelnemers hebben vooraf één stelling en één vraag ingediend om samen over te discussiëren. Tijdens de sessie zijn de top 3 stellingen en vragen behandeld. Met behulp van de online tool meetingsphere zijn de overige stellingen en vragen behandeld.

Verschillende disciplines en/of rollen waren vertegenwoordigd: beleidsadviseur, gemeenteraadslid, wethouder, ondernemer, actieve burger, vertegenwoordiger burgerinitiatief en externe adviseurs:

• • • •

Inge Deckers (Gem. Uden) Harry Bouquet (Gem. Uden) Remco Glas (Gem. Velsen) Marieke Overduin (Gem. Veenendaal) Nick v. Egmond (Gem. Kaag en Brasem) Jacqueline de Wijs (Gem. Den Haag) Heleen van Ginkel (Gem. Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk) Charlotte Bos (St. Duurzaam Den Haag) Josine Quist (JOSINE Projectmngt.) Casper Witteman (MOOOF & Motus) Danny v/d Boom (Facilitating Company)

Gespreksleider en documenters: Frans van Rheenen, Jeffrey Jouvenaar en Hans de Jonge (Facilitating Company)


Stelling 1: Stelling 1. Jonge mensen (20-30) zijn nauwelijks mee te krijgen bij participatie trajecten. Het merendeel van de deelnemers onderschrijft deze stelling. Jongeren hebben vaak een andere focus die meer gericht is op de levensfase waarin zij zich bevinden, zoals studie, werk, carrière en kinderen. Toch is er de overtuiging dat wanneer er wordt gewerkt met minder ‘traditionele’ vormen, de jongeren weldegelijk bereid zijn om mee te praten, zolang het niet een structureel beslag legt op hun tijd.

Nick van Egmond Conclusie:

De doelgroep jongeren ook betrekken bij de organisatie, en het werven van deze Je zou de doelgroep specifieker moeten deelnemers bij de burgerparticipatie, bij benaderen. Online kan je ze goed bereiken vorm en tijdstip. en met andere middelen, zoals Transitie De jongeren opzoeken en “binnenhalen”. Cinema hebben we goede ervaringen. De vorm daadwerkelijk aanpassen aan de doelgroep. Zorg dat je ze in je team hebt. • Wijze van benaderen zal je dus af Over je eigen ego heen stappen. moeten stemmen op de doelgroep Knelpunten zijn: (Charlotte); • Tijd en tijdstip • Het probleem is wel herkenbaar, aangeven “what is in it for me” helpt wel • Betrokkenheid, relevantie en consequenties; voor deze doelgroep (Harry); • Wat is de referentie van succes, kwaliteit • Waar en hoeveel, daar vooral vooraf over nadenken; of kwantiteit? (Casper); • Woordgebruik is van belang. Dat luistert • Het is ook helemaal afhankelijk van het heel nauw, niet paternalistisch, dus niet: thema (Jacqueline); • “gebruiken” • Je kunt ze aanspreken op hun individuele • “kom je verhaal maar doen”. talenten.


Stelling 2 Stelling 2. Als je verantwoordelijkheid krijgt of draagt (denk aan participatiesamenleving en bevorderen vrijwilligerswerk) impliceert dat ook zeggenschap. Zeggenschap impliceert het geven van ruimte, waarbij de gemeente toezicht heeft op het algemene belang. Het loslaten bij participatie betekent het loslaten binnen de kaders waarin het kan. Kan je van iedere burger verwachten verantwoordelijk om te gaan met zeggenschap waarin deelname het eigen belang overstijgt? Wellicht in nieuwe werkvormen. • • •

Communicatie en taalniveau kan beperkend zijn, je raakt ze kwijt. De lijsten bij participatie zijn geen wensenlijst, boodschappenlijst, bestellijst of verlanglijst, het is een initiatieflijst. Gewicht is afhankelijk van het thema (vergelijk een verkeersoplossing versus een onderwerp als tafeltje-dek-je), het is altijd maatwerk specifiek op materie en onderwerp. Hierbij is niet alles “open”, je kan ook specifiek sturen. Een goede toolbox voor participatie is van groot belang.

Charlotte Bos •

• •

• •

Belangrijk is om vooraf aan te geven wat de speelruime is om op zoek te gaan naar de meest optimale belangen van het project. In Velsen waren vier groepen die zaken beïnvloeden: College, Raad, Ambtelijk apparaat en Burgers. Het beheersen van invloeden vraagt wel om een andere organisatie, omdat bij het managen van een politieke agenda een goede timing de sleutel naar succes is. Daarbij zijn de ambtenaren “onder” de politiek het meest frustrerend (informele macht). De horizon van de politiek is echter ook beperkt (4 jaar).


Stelling 3: Stelling 3. Ambtenaren willen wel veranderen, maar het bestuurlijke apparaat houdt veel tegen. Participatieve veranderingen lijken eerder evolutionair van aard dan disruptief. Enerzijds is een andere manier van werken een proefondervindelijk leerproces dat tijd kost. Anderzijds geeft de bestuurlijke structuur niet altijd voldoende ruimte om te kunnen leren en ondernemen. In een free zone is het mogelijk om te experimenteren en mogen fouten worden gemaakt. Vrijheid is van belang bij burgerparticipatie, maar wel binnen kaders.

Remco Glas Conclusies na stellingen in ĂŠĂŠn woord

Inzicht, Rollen, Aanname(s), Betrouwbaarheid, Leren Delen, Belangen, Breed, IPRE, Burgerbeesten, Vrijheid Creativiteit en

Marieke Overduin

Free zones.


Vraag 1: Vraag 1: Bij participatieprojecten waar de belangen tussen bewoners en andere partijen erg ver uit elkaar liggen, zien we dat er geworsteld wordt met de afweging tussen eigen belang en algemeen belang. Kan je daarop sturen en hoe? Kan je je participatieproces zo inrichten dat dit geen issue meer is? Hoe doe je dat?

Inge Deckers

Openheid is de sleutel tot een succesvolle participatie. De basis bestaat uit het goed in beeld brengen van de belangen.

Er wordt veel controle aangegeven als beheersinstrument.

De dialoog begint vaak vanuit de eigen ervaring en inbreng, waarbij het eigen belang een prominente rol speelt.

Door naar elkaar te luisteren en de dilemma’s te uiten formuleer je het gezamenlijk belang, een wezenlijke en wederkerende basis in de dialoog.

Meer praten en ordenen van kansen en ideeën, ranken en daarmee aan de slag. Uitgaan van kansen in plaats van angsten.

Het gaat om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen en stap voor stap verder te gaan en uiteindelijk samen tot besluitvorming te komen met respect voor elkaar.

Daar waar verschillen niet overbrugbaar zijn, is de rol van de gemeente belangrijk om vooraf duidelijkheid over te hebben over inspraak en besluitvorming.


Vraag 2: Vraag 2: Het is bij besluitvormingsprocessen, die moeten leiden tot gedragen plannen, van belang dat de gemeenteraad en/of de bestuurders een andere rol innemen in het proces. Zij zijn vooraf kaderstellend, kunnen informatie geven tijdens het proces en kunnen dit zelfs faciliteren, maar zij nemen niet nogmaals, nadat er door de betrokkenen is besloten, een besluit nemen. (Dit is een kanteling). Welke aanpak biedt de beste kansen voor deze kanteling? Het is taak dat zeker de raad zich gaat bezighouden met de voorkant. De raad geeft vooraf een mandaat. Participatie heeft vrijheid nodig.

Harry Bouquet • •

Wanneer een raad achteraf nog een keer de plannen torpedeert, is dat het einde van participatie. Vooraf dus vastleggen hoe een besluitvormingstraject eruit komt te zien en aan de achterkant van het proces blijven vasthouden aan de uitgangspunten die gekozen zijn.

Vooraf kaders geven en dan ook ècht loslaten aan de participatie. Hoe krijg je daarbij de ruimte van de raad? Gemeente Uden gaat niet meer naar de raad, de uitkomst van de participatie gaat rechtstreeks naar het College. Als de uitkomst van de burgerparticipatie dan wordt “teruggedraaid” is dat een politiek besluit en geen ambtelijk besluit, College dient dat dan ook te communiceren. Per wijk en per participatie is er altijd maatwerk, dus niet kopiëren.


Vraag 3: Vraag 3: Burgerparticipatie is slechts een onderdeel van integrale beleidsvorming, waarin een optimale afweging wordt gemaakt tussen alle belanghebbenden. De veel interessantere vraag is: Hoe organiseer je integrale beleidsvorming? Er bestaan geen gemakkelijke antwoorden op complexe vraagstukken. Ook hier niet.

Heleen van Ginkel

In een speelveld met veel belanghebbenden is het vooral belangrijk dat mensen en organisaties bij elkaar worden gebracht.

Daar heb je verbinders voor nodig die niet inhoudelijk zijn gericht, maar focus hebben op het proces van beleidsvorming.

Jacqueline de Wijs

Casper Witteman


Overige stellingen 4 t/m 7 (online discussie) Stelling 4). Burgerparticipatie is een wassen neus! Het vraagt kennis en expertise waar de meeste bewoners/organisaties niet over beschikken. Burgerparticipatie, een politiek geladen truttenwoord, is zeker geen wassen neus. Om samen te werken, verbindingen te leggen en vertrouwen te krijgen, is andere kennis nodig dan inhoudelijke. Burgerparticipatie heeft niet tot doel om het werk uit te laten voeren door burgers, maar, om te weten wat mensen belangrijk vinden, begrip te krijgen voor elkaar, en samen oplossingsrichtingen te (onder)zoeken. Stelling 5). De overheid is een tamelijk gesloten wereld met een eigen cultuur die onvoldoende aansluit op de samenleving. Nog veel gemeentelijke organisaties zijn geketend door de structuur waarin ze zich bevinden. Er wordt nog veel gehandeld vanuit wetten, regels en richtlijnen en dat besluitvormingsproces is bijna niet uit te leggen aan betrokkenen. De overheid doet zijn best om dit te veranderen. Nut en noodzaak van participatie begint gestalte te krijgen en meer dan elders wordt op lokaal niveau de aansluiting en samenwerking georganiseerd.

Stelling 6) Het bouwen van een community voor de lange termijn heeft alleen zin als je hem vitaal kan houden. De samenstelling van de community kan wisselen, maar de vitaliteit is nodig voor de continuĂŻteit. Het is altijd lastig om het vliegwiel draaiende te houden, omdat deelnemers tussentijd vaak focus verliezen of andere prioriteiten hebben. Afhankelijk van het doel en de wensen kan een community ook zinvol zijn voor de korte termijn. Stelling 7) Best Persons (doorslaggevende personen) zijn de sleutel tot succes bij burgerparticipatie. Mensen kunnen niet worden opgeleid tot Best Persons, maar ze kunnen wel worden opgespoord. Voor het in beweging zetten van een initiatief spelen Best Persons een belangrijke rol. Zonder deze kartrekkers lopen processen moeizamer. Je kunt ze niet opleiden maar wel goed begeleiden in hetgeen ze nodig hebben om die beweging te creĂŤren. Het is wel goed om juist ook de mensen te zoeken die zich minder laten horen ter voorkoming van een te eenzijdig beeld.


Overige stellingen 8 t/m 10 (online discussie) Stelling 8). Dorpsraden zijn nuttig maar hinderen brede participatie. Dorpsraden vertegenwoordigen weliswaar een brede gemeenschap, maar in welke mate is de mening van een dorpsraad representatief? Dorpsraden kunnen juiste een belangrijke rol spelen in het verbreden van de participatie door zelf niet alleen over de inhoud te gaan, maar ook over de wijze hoe je het beste de inwoners kunt betrekken. Stelling 9). Participatie is een modetrend. Als gemeente zijn we toch de experts, waarom zullen we dan samenwerken. Het gaat toch goed zo? De vraag is om welke expertise het gaat. Bewoners betrekken bij projecten die hen direct aangaan en waarin zij een belang hebben, is geen aan mode onderhevige ontwikkeling. Wel kun je nadenken over de complexiteit van vraagstukken en de wijze waarop je hen betrekt. Het samen opstellen van plannen leidt tot een groter draagvlak en ook een betere instandhouding na realisatie. Burgers voelen zich meer betrokken en bewaken hierdoor ook het eindresultaat op de langere termijn.

Stelling 10). Zonder verdere ondersteuning in uren en geld direct aansluitend aan een G1000-oploop, zal een G1000 na verloop van tijd doodbloeden. Een G1000 of Burgertop is een begin. Het traject daarna en de 'inbakening' in een organisatie is veel belangrijker om de voortgang te kunnen borgen. De kunst is om die energie vast te houden. De gemeente als faciliterende partner in kennis, ondersteuning en het leggen van verbindingen is daarbij een belangrijkere incentive dan geld.

Josine Quist


Overige vragen 4 t/m 7 (online discussie) Vraag 4). Hoe daag je mensen uit om tot een community te horen? De vraag is of uitdagen een juiste manier is om mensen te bewegen. Het is het gemeenschappelijke wat je deelt met anderen, waarbij men op zoek is naar gelijke interesses of belangen. Daarnaast is de wijze waarop je kunt deelnemen aan een community van belang. Denk aan laagdrempelige vormen van betrekken. Voor de een is dat een digitaal platform, voor de andere een gemeenschapshuis. Het moet in ieder geval aansluiten op de belevingswereld van de mensen. Vraag 5). Hoe waarborg je dat je de juiste mensen bereikt en juiste input ophaalt? Door vooraf goed na te denken over wat het doel is. Wie behoort tot de doelgroep? Hoe ga je de doelgroep betrekken en wat zijn de verwachtingen ten aanzien van inbreng en resultaat. Het is belangrijk dat de juiste communicatiekanalen worden aangesproken en dat de taal van de groep wordt gesproken. Benader daarvoor een aantal mensen uit de doelgroep zelf en vraag hen om advies.

Vraag 6). Hoe kan men nu zorgen dat inwoners zelf ideeĂŤn en plannen gaan uitwerken? Een deel heeft te maken met eigenaarschap. Op het moment dat een inwoner zelf richting wil geven aan zijn/haar ideeĂŤn, voelt deze zich meer betrokken wanneer ook ruimte wordt gegeven. Dat wil niet zeggen de gemeente volledig kan loslaten, omdat de gemeente staat voor het algemene belang. Vooraf afspreken wat de speelruimte is of waar de verantwoordelijkheden liggen, kan duidelijkheid geven en vooral achteraf frustratie voorkomen. Het elkaar tijdig en volledig te informeren en open te communiceren is bijna randvoorwaardelijk. Vraag 7). Hoe schaal je bewonersinitiatieven op en krijg je substantieel meer impact? Waarom zou je op willen schalen? En waarom moet de impact groter zijn? Groter is niet altijd beter...Sommige initiatieven beginnen klein en groeien langzaam groter, sommige initiatieven blijven klein en hebben voor een kleine groep mensen een grote impact. Lenen zich daarvoor. Vaak weten andere bewoners niet welke initiatieven er al lopen in hun gemeente.


Overige vragen 4 t/m 7 (online discussie) Er is geen allesomvattend overzicht van participatieve initiatieven, waarin doel, contactpersonen en wetenswaardigheden zijn beschreven. Het zichtbaar maken draagt bij aan de impact. Vraag 8). Hoe om te gaan met de scheidslijn bewoner / professional? Toelichting: we merken steeds meer dat bewoners bepaalde initiatieven starten en sommige bewoners van vrijwilliger meer professional worden (zzp-ers) en op den duur verwachten dat de gemeente gaat betalen voor advies- en / of procesdiensten. Vraag of je dit zondermeer kunt doen. Als gemeente zal men veel meer het sociale kapitaal binnen een gemeente kunnen benutten. Het zijn allemaal bewoners, die belang bij een onderwerp in hun stad hebben. Samenwerking wordt bevorderd en de betrokkenheid schiet omhoog. En als je een vraag stelt aan inwoners, komt er zowaar antwoord. Hoe leuk, hoe gaaf.

Danny van den Boom Evaluatie na afloop in ĂŠĂŠn woord

KISS, Wens, Procesvereenvoudiging,

Vervolg, TIPS,

Doorgeven, Multi inzetbaar, Potentie, Uitwisselen, Overtuigingsdrang, Overzijde, DOEN!, Groeimodel en BORREL


Over Facilitating Company Facilitating Company heeft een uitgebreide ervaring bij het opzetten en faciliteren van interactieve burgerparticipatieprogramma’s, onder meer voor de gemeentes Uden, Den Haag, Velsen, Haaren en Renkum. De G1000 van Uden (de tweede G1000 in Nederland ooit) is een levendige burgerbeweging geworden, waarbij burgers door de gemeente gefaciliteerd worden om gezamenlijke doelen te realiseren om de leefbaarheid in en de gezelligheid van de stad te verbeteren.

Hans de Jonge

Kijk voor meer informatie over onze ervaringen met burgerparticipatie op onze site: www.facilitatingcompany.nl

Frans van Rheenen

Jeffrey Jouvenaar


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.