Ezechiel

Page 149

vereist worden; zie 1 Tim. 4:12; Tit. 2:7. Van de geestelijke klederen der ganse kerk, zie Ps. 45:14; Hoogl. 4:11; Matth. 22:11; Rom. 13:14; 2 Cor. 5:3; Gal. 3:27; Ef. 4:24; Col. 3:10; Openb. 3:4,5,18, en Openb. 16:15, en Openb. 19:8, enz. # Mt 22.11 Ro 13.14 2Co 5.3 Ga 3.27 Eph 4.24 Col 3.10 Re 3.4,5 # Re 3.18 16.15 19.8 in dewelke zij gediend

hebben, want die zijn een heiligheid; Dat is, zeer heilig. Versta, de klederen, of kamers, die beide heilig waren, daarom moesten zij de heilige klederen van hun dienst daar afleggen en laten. en zij zullen

andere klederen aantrekken, en naderen tot hetgeen voor het volk is. Dat is, in deze plaatsen in het buitenste voorhof, gelijk in het voorgaande gezegd, dat voor het gemene volk is, zullen zij met andere klederen moeten komen.

15. Als hij nu de maten van het binnenste huis geeindigd had, zo bracht hij mij uit, den weg naar de poort, die den weg naar het oosten zag, Hebreeuws, welker aangezicht was enz. en hij mat ze rondom henen. Versta, de oostpoort mat hij met den muur in zijn vierkant, die rondom de gehele plaats van dit ganse nieuwe gebouw ging, in het oosten, noorden, zuiden en westen; dat is, hij mat den gansen omgang van het oosten af. Zie boven Ezech. 40:5. 16. Hij mat de oostzijde Hebreeuws, wind alzo in het volgende dat is, de zijde, die tegen den oostenwind gelegen was. met

het meetriet; vijfhonderd rieten, met het meetriet, Of, naar, van, en zo in het volgende. rondom. Langs henen de ganse zijde. Alzo in het volgende.

17. Hij mat de noordzijde, vijfhonderd rieten, met het meetriet, rondom. 18. De zuidzijde mat hij, vijfhonderd rieten, met het meetriet. 19. Hij ging om naar de westzijde, Hebreeuws, der zee. en hij mat vijfhonderd rieten, met het meetriet.

20. Hij mat het aan de vier zijden; het had een muur rondom henen, de lengte was vijfhonderd rieten, en de breedte vijfhonderd, om onderscheid te maken tussen het heilige en onheilige. Hebreeuws, heiligheid. Versta, tussen het geestelijke of kerkelijke en wereldlijke of burgerlijke, dat is, tussen het ganse heilig begrijp zie onder Ezech. 43:12, en de stad met haar toebehoren. Zie onder Ezech. 48:15, gelijk er ook nog onderscheid was tussen het heiligdom en de plaatsen van het volk. Zie boven Ezech. 42:14. EzechiĂŤl 43

1. Toen leidde hij mij tot de poort, de poort, die den weg naar het oosten zag. 2. En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel kwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis Of, geluid, gedruis. van vele wateren, Of, grote; vergelijk boven Ezech. 1:24, waar de majesteit Gods, als een rechter, zich vertoonde, gelijk hier integendeel tot een teken van genade en weldadigheid, als die wederkwam om in zijn huis te wonen, en dat volkomenlijk te herstellen en te zegenen; zie het volgende. en de aarde werd

verlicht

van

Zijn

heerlijkheid.

Hebreeuws, gaf licht, of, blonk; vergelijk Openb. 18:1, en Openb. 21:23, en zie Jes. 60:19,20, enz.; Matth. 4:16; Hand. 13:47; 2 Cor. 3:18, en 2 Cor. 4:6, enz. Enigen verstaan dat het licht gesteld wordt tegen de wolk van het Oude Testament. Zie 1 Kon. 8:10,11,12. # 1Ki 8.10,11,12

3. En alzo was de gedaante van het gezicht, Of, het was als de gedaante van het gezicht. dat ik zag, gelijk het gezicht, dat ik gezien had, toen ik kwam, om de stad te verderven; Dat is, toen mij God zond om het verderf van Jeruzalem in zijnen naam te verkondigen, waarop het verderf zekerlijk zou volgen. Zie boven Ezech. 9, Ezech. 10, en vergelijk Jer. 1:10. De profeet wil zeggen dat dezelfde God zich hier


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.