1Koningen

Page 1

1 Koningen 1 Koningen 1

1. De koning David nu was oud,

Te weten, omtrent zeventig jaren. Want met zijn dertigste jaar begon hij te regeren, en hij regeerde veertig jaren; zeven in Hebron en drie en dertig in Jeruzalem, 2 Sam. 5:5, en onder 1 Kon. 2:11. wel bedaagd; Hebreeuws, in dagen gekomen; dat is, was van goeden ouderdom. Zie Gen. 18:11. en zij

dekten hem met klederen, doch hij kreeg gene warmte. Hebreeuws, hem werd niet warm.

2. Toen zeiden zijn knechten tot hem: Dat is, raadsheren, officieren, voornaamste hovelingen. Zie Gen. 20:8. Laat ze mijn

heer den koning een jonge dochter, een maagd zoeken, die voor het aangezicht des konings sta, Dat is, diene. Zie deze manier van spreken Deut. 1:38, en Deut. 10:8; 1 Sam. 16:22; 1 Kon. 12:6, en vergelijk onder 1 Kon. 1:4,15. en hem

koestere; en zij slape in uw schoot, Zie deze manier van spreken ook 2 Sam. 12:3, en Micha 7: 5, en vergelijk Deut. 13:6, mitsgaders de aantekeningen. Men meent dat dit geschied is nadat hij haar getrouwd had.

dat mijn heer de koning warm worde. 3. Zo zochten zij een schone jonge dochter in alle landpalen van Israel; en zij vonden Abisag, een Sunamietische, Zo genoemd, omdat zij was van de stad Sunem, gelegen in den stam van Issaschar, aan de zuidzijde van het gebergte Gilboa. Zie Joz. 19:18, en 2 Kon. 4:8.

en brachten ze tot den koning. 4. En de jonge dochter was bovenmate schoon, en koesterde de koning, en diende hem; doch de koning bekende ze niet. Zie Gen. 4:1.

5. Adonia

Die nu de oudste was van Davids zonen. Want Amnon en Absalom waren dood, gelijk ook Chileab, zo men meent. Zie van deze 2 Sam. 3:3,4,5. nu, de zoon van

Haggith, Zie van deze ook 2 Sam. 3:4. verhief zich, zeggende: Ik zal koning zijn; en hij bereidde zich Om een koninklijk gevolg en trein te hebben; gelijk ook Absalom gedaan had, 2 Sam. 15:1. Vergelijk onder, de aantekeningen op 1 Kon. 14:27.? wagenen en ruiteren, en

vijftig mannen, lopende voor zijn aangezicht. 6. En zijn vader had hem niet bedroefd Te weten, om hem daarover te bestraffen. van zijn dagen, Dat is, binnen zijn leven.

zeggende: Waarom hebt gij alzo gedaan? En ook was hij zeer schoon van gedaante, Zie Gen. 6:2. en Haggith had hem gebaard na Absalom. Die uit een andere vrouw, met name Ma채cha, geboren was; 2 Sam. 3:3. 7. En zijn raadslagen Hebreeuws, woorden. Hetwelk ook alzo genomen wordt Num. 31:16; Ezech. 38:10. waren met Joab, Dat is, hij hield raad met dezen, om te beter tot zijn voornemen te geraken. den zoon van

Zeruja, en met Abjathar, den priester; die hielpen, Hebreeuws, en hielpen achter Adonia; dat is, hielpen en volgden Adonia. Alzo 2 Sam. 2:10, en onder 1 Kon. 16:21, enz. volgende Adonia.

8. Maar Zadok, de priester, en Benaja, de zoon van Jojada, en Nathan, de profeet, en Simei, en Rei, en de helden, die David had, waren met Adonia niet. Hebreeuws, Adoniahu. Alzo onder 1 Kon. 1:9, enz.

9. En Adonia slachtte

Te weten, om een statelijken maaltijd in zijn inhuldiging te houden. Het woord slachten wordt ook alzo genomen Gen. 31:54; 1 Sam. 28:24. schapen en runderen, Dat is, klein en

en gemest vee bij den steen Zoheleth, die bij de fontein Rogel is; Of, En-Rogel. Zie van deze fontein Joz. 15:7, en Joz. 18:16. en groot vee. Zie Gen. 26:14.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.