1
Het Hof van Roksem en zijn Eernegemse lenen Bij de opsomming van de eigendommen van Hellijn V van Steelant in Eernegem vermeldt Antoon Verbeke een leen van het Oosthof te Koekelare. Het was een stuk grasland van negen gemeten. Het werd het Hof van Roksem genoemd. De auteur verwondert er zich over dat dit achterleenhof onder de Eernegemse bezittingen van de familie vermeld werd, vermits het op Roksems grondgebied lag.1 Lenen vormden een overblijfsel uit de feodale maatschappij. Het systeem bezegelde een persoonlijke band tussen een leenheer en zijn leenmannen. In ruil voor het afleggen van de leenhulde, waarin de leenman beloofde zijn leenheer bij te staan met raad en daad, ontving de leenman een leen, meestal een stuk grond, als bron van inkomen. Het was dit zakelijke element dat ervoor zorgde dat de feodaliteit in Vlaanderen tot 1797 bleef bestaan. Toen werd het door de Franse Revolutie afgeschaft. In een leenhof beschikte de leenheer over een foncier, meestal een stuk grond met de hoeve erop, dat hij ofwel zelf bewerkte ofwel verpachtte. Van zo’n leenhof hingen lenen af, die in bezit waren van leenmannen. Dergelijke lenen werden na de dood van de leenman niet onder alle kinderen van het gezin verdeeld, maar gingen over op de oudste zoon. Ook de leenheer bleef bepaalde rechten op de lenen uitoefenen. Zo kreeg hij een verheffingsgeld – een vaste som van 10 pond parisis of de grootste opbrengst van één van de eerste drie jaren – bij de leenverheffing van elke nieuwe leenman. Een leenman kon zijn leen verkopen, maar in dat geval maakte de leenheer aanspraak op de tiende penning, m.a.w. één tiende van de verkoopprijs. De negen gemeten van het Hof van Roksem vormden het foncier van dit leenhof. Het lag “anden waterganc” – de Bourgognevaart – op Roksems grondgebied, maar van de acht achterlenen die bij het hof hoorden, situeerden er zich zeven op Eernegems grondgebied. Op 10 januari 1502 vermeldde Hellijn V van Steelant de zeven Eernegemse lenen in een register dat hij zelf ondertekende.2 Hij noemde het zelf “myne(n) hove in Roocxhem twelke ic houde(nde) ben van mijn jonck(eere) antheunis van mondmorency heere vander cappele als van zynen hove te couckelae(re) twelke hy houde(ende) es vande burch van brugghe”. Handtekening van Hellijn V van Steelan(d)t ter afsluiting van het register met de opsomming van de lenen van zijn twee leenhoven, namelijk het Hof van Roksem en het Goed ter Calve.
1 2
A. VERBEKE, Eigendommen van Hellijn V van Steelant, - Ernigahem, 2008, nr. 1, p. 15. BRA, Mélanges Généraux, 393.