MVO Magazine nr 2 2021

Page 1

MAGAZINE MVO zet

Nr. 2 2021

feiten en cijfers

soja op een rij

Zelfregulering voedselveiligheid onderzocht Transvetzuren verleden tijd: een terugblik Exportwaarde oliën- en vettensector stijgt naar 12,3 miljard euro (+16%) 20

MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

1


Het belang van feitelijke informatie De maatschappelijke en politieke aandacht voor het klimaat is groot. We zien daarbij onder andere een groeiende aandacht voor de link tussen sojaproductie en ontbossing. Op nationaal en op Europees politiek terrein lopen er diverse discussies en initiatieven die als doel hebben om ontbossing in onze aanvoerketens te voorkomen. Waardevolle initiatieven waar we als MVO uiteraard aan bijdragen. Zo mengen we ons in de d ­ iscussies over de Mercosur onderhandelingen, de nieuwe due diligence wet- en regelgeving, de herziening van de REDII vanuit de Europese Commissie, en het nationale IMVO-beleid.

Inhoud DUURZAME ONTWIKKELING

Factsheet soja VOEDING EN GEZONDHEID

Transvetzuren verleden tijd: een terugblik

10 - 11

VOEDSEL- EN DIERVOEDERVEILIGHEID

Innovatie voor on-site screening van oliën en vetten

Het is dan ook niet verwonderlijk dat er regelmatig rapporten verschijnen van NGO’s of artikelen o ­ pduiken in de (social)media over soja en ontbossing. Helaas blijken deze artikelen of rapporten vaak niet volledig of op onderdelen zelfs onjuist. Om tot goede wet- en regelgeving te komen en ook als basis voor het MVO-beleid en onze contacten met de overheid, de politiek en met maatschappelijke organisaties, is het belangrijk dat we als betrokken ketenpartij feitelijke en betrouwbare informatie delen.

Zelfregulering voedselveiligheid onderzocht

In een nieuwe factsheet over duurzame soja (zie pagina 5)) geeft MVO de meest recente feiten en cijfers weer over de teelt, de import en het gebruik van sojabonen en sojameel. Nederland is bij de import van ­duurzame soja koploper in Europa en speelt een belangrijke rol bij de verduurzaming van de teelt in de ­producerende landen.

BUKOM: de keten in het klein

Als MVO zijn we daar samen met onze leden ruim 15 jaar geleden mee begonnen. We zullen ons daarvoor blijven inzetten op basis van de juiste feiten.

5

6-7 12 - 13

ALGEMEEN

Exportwaarde oliën- en vettensector stijgt naar 12,3 miljard euro (+16%)

4 8-9

Inspiratie en een quiz voor jonge professionals

14 - 15

Bijzondere ledenvergadering MVO

16

Kort nieuws

17

Frans Claassen, directeur MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten Louis Braillelaan 80 2719 EK Zoetermeer info@mvo.nl 2

MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

MVO Magazine is een digitale uitgave van MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten en is bestemd voor leden en externe relaties. Voor meer informatie zie: www.mvo.nl 3


ALGEMEEN

DUURZAME ONTWIKKELING

Exportwaarde oliën- en vettensector stijgt naar 12,3 miljard euro (+16%)

Nieuwe MVO-factsheet over duurzame soja

De Nederlandse im- en export van oliezaden, oliën, vetten en aanverwante producten is - zowel in ­volume als in waarde - in 2020 wederom sterk gestegen. Bijna alle productcategorieën: oliezaden, ­plantaardige oliën en vetten, dierlijk vet, UCO’s (gebruikte oliën en vetten), biodiesel en lecithine, laten groei zien. Daarmee is de betekenis van de oliën- en vettenindustrie voor de Nederlandse economie ­verder toegenomen. Dit blijkt uit een analyse van MVO op basis van de cijfers van Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie. Export België. De importcijfers laten een aanzienlijke waardeDe totale export stijgt in 2020 met 16% naar 12,3 mil- stijging zien: van 12,7 miljard euro in 2019 naar 14,9 jard euro. In volume stijgt de export ook met 16%. De miljard euro in 2020. Deze stijging is te verklaren door belangrijkste exportlanden voor de oliën- en vettenin- stijgende prijzen maar ook door 12,5% volumegroei dustrie zijn onze naaste buurlanden: Duitsland (35%), (20,2 miljoen ton in 2019; 22,7 miljoen ton in 2020). België (20%) en het Verenigd Koninkrijk (VK) (10%). De export naar het VK (inclusief Noord-Ierland), dat Voor de MVO-rapportage Handelscijfers 2020 klik hier. als gevolg van de Brexit in deze cijfers is aangemerkt als een niet-EU-land, vertegenwoordigt een Totale import en export 2020 t.o.v. 2019 waarde van 1,3 miljard euro. 25.000.000

Import De MVO-industrie importeert een breed scala aan oliezaden, oliën, vetten en aanverwante producten (waaronder biodiesel, UCO’s en lecithine) uit meer dan 100 landen wereldwijd. Belangrijke leveranciers zijn Indonesië, Maleisië, de Verenigde Staten (VS), Brazilië, Oekraïne, Duitsland en 4

22.696.202 20.167.226

20.000.000

15.000.000

14.927.002

12.349.998 12.000.000

12.836.195

10.654.474

9.000.000

12.704.816

10.000.000

6.000.000

5.000.000

3.000.000

0

0

2019

Import waarde (x 1.000 euro)

Import volume (x ton)

2020

Export waarde (x 1.000 euro)

Export volume

Ook biedt de factsheet een overzicht van de verschillende internationale en Nederlandse duurzaamheids­ initiatieven. Daarnaast bevat de factsheet de belangrijkste punten uit de MVO-positie over duurzame grondstoffen, waaronder soja. MVO benadrukt dat juiste en volledige data niet alleen van belang zijn bij duurzaamheidsdiscussies zoals bijvoorbeeld n.a.v. het recente WWF-rapport, maar ook van groot belang zijn met het oog op de komende EU-Mercosur discussies. Een juist zicht op het aandeel duurzame soja in de Europese en Nederlandse markt is eveneens belangrijk om samen met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties verder te werken aan maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van ontbossing of andere schadelijke landconversie.

14.926.471

15.000.000

In een nieuwe factsheet over duurzame soja geeft MVO de meest recente feiten en cijfers weer over de teelt, de import en het gebruik van sojabonen en sojameel, wereldwijd, in Europa en in Nederland.

FACTSHEE T

FACTSHEET

Duurzame soja

MVO bevordert de teelt en het gebruik van duurz ame soja voor de produ oleochemie en biodiesel. ctie van voeding, dierv Samen met ketenparti oeders, jen, overheden en maat werken we op nationaal, schappelijke organisatie Europees en mondiaal s nivea u aan maatregelen die gericht gaan van ontbossing of zijn op het tegenandere schadelijke landc onversie. Ook steunen over mensenrechten en we internationale afspr sociale omstandighede aken n. De kern • Nederlandse en Europe Import sojabonen en sojam se sojahandelaren onders teunen het eel 2020 Amazone Soja Morato x 1.000

rium en importeren sinds 2008 geen soja uit ontbost Amazonegeb 250.000 ied. • 99% van alle voor de Nederlandse markt geïmp 31% 200.000 orteerde soja is afgedekt met RTRS-certific aten voor duurzame en ontbossingsvrije productie van soja. 150.000 • Binnen het Soft Comm odities Forum werken 60% 100.000 handelaren samen om ontbossing en landco nversie tegen te gaan 9% in de Cerrado. • Het importvolume 50.000 van soja in Nederland en de EU is al jaren stabiel. De groei van de sojaproductie en mogel 9% 15% 0 28% sojabonen ijke ontbossing, heeft geen betrekking sojabonen sojameel op de EU of Nederland, totaal China EU27 maar voorziet in de Overig Bron : Oil World sterk toenemende vraag Wereld (overig) vanuit Azië. EU27 • Nederland is bij de import van duurzame soja koploper in Europa en speelt een belangrijke De teelt van sojabonen rol bij de verduurzamin in de EU ligt op 2,9 miljoen g van de teelt in ton. Dat is minder de producerende landen dan 1% van het wereld . volume. De EU27 had in 2020 een marktaandeel van 15% in de wereld wijde sojabo importnen:16 8.073 van soja (meel en bonen) Soja (bron: Oil World). In 2020 el: 66.968 importsojame eerde de EU27 De sojaplant is een eenjar bonen en 16,2 miljoen totaal:235.041 15,0 miljoen ton sojaig gewas dat vooral geteeld ton sojameel (bron: MVO Trade Statistics). wordt in Noord- en Zuid-Amerika totale import (meel en De . Het persen van sojabo bonen) is de afgelopen nen levert sojaschroot vijf jaar voor de EU en (~80%) en sojaolie (~20% Nederland nagenoeg ) op. Het eiwitrijke sojasc gelijk geblev en. Gemiddeld import hroot (sojameel) is een belangrijke gronds eert zowel de EU als Nederland evenve tof voor diervoeders. Sojaol el sojabonen uit de VS ie wordt gebruikt als uit Brazilië. China in de keuken, maar vooral is met een aandeel van verwerkt in levensmidde 60% de grootste import len zoals margarieur van sojabonen nes, soepen, mayonaise ter wereld gevolgd door en chocolade (34%), diervo de EU (9%) (bron: Oil World) eders (29%) en als . De groei van de grondstof voor duurza sojaproductie heeft geen me biobrandstof (29%). betrek king op de EU of Nederl Het restant (8%) wordt gebruikt voor technische and, maar beantwoordt met name toepassingen en energi aan de sterk toenemende e (bron: Fediol). vraag vanuit Azië. ton

Wereldhandel

De vraag naar soja neemt als gevolg van de groei van de wereldbevolking en de economische welvaart mondiaal toe. In de afgelopen 20 jaar is de wereldwijde productie van sojabonen verdubbeld tot 361 miljoen ton in 2020. De Verenigde Staten en Brazili ë zijn de grootste sojaproducenten, gevolg d door Argentinië. Vooral voor Zuid-Amerika biedt dit belangrijke kansen zoals economische groei en werkgelegenheid. Met veel andere partijen vindt MVO dat uitbreiding van de teelt niet gepaard mag gaan met ontbossing of verlies van waardevolle natuur en biodive rsiteit. Er moet daarna ast ook aanda cht zijn voor de sociale conseq uenties voor arbeiders en de lokale bevolking.

Nederland

Nederland importeerde 4,4 miljoen ton sojabo nen en 2,4 miljoen ton sojameel in 2020 (bron: MVO Trade Statistics). Het overgrote deel van de Nederlandse import wordt doorgevoerd naar ons omringende landen. Volgens de IDH European Soy Monito r over 2018, verbruikte de Nederlandse veehou derij in dat jaar 2,2 miljoen ton sojameel. Daarnaast werd ongeve er 1 miljoen ton sojam eel in de vorm van dierlijke producten (voorn amelijk vlees) geimporteerd en 2,1 miljoen ton geëxporteerd. Volgen s IDH werd in 2018 1,1 miljoen sojameel in Nederland geconsumee rd. De Nederlandse vraag naar soja vanuit de diervoederindustrie is rond 0,5% van de sojabo nen die in de wereld worden gebruikt (bron: Nevedi).

U kunt de factsheet hier downloaden.

(x ton)

MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

5


VOEDSEL- EN DIERVOEDERVEILIGHEID

Fraudebeheersing als aspect van voedsel- en diervoederveiligheid heeft zowel een publiek als een privaat belang. Vanwege dit gezamenlijke belang is vier jaar geleden het Publiek-Private Samenwerking (PPS)-project ‘Snelle on-site screening op authenticiteit van oliën, vetten en afgeleide producten voor food en feed’ van start gegaan. In het project werkten Wageningen Food Safety Research (WFSR) samen met MVO en VERNOF en aangesloten bedrijven en laboratoria aan de ontwikkeling van een nieuwe screeningsmethode. WFSR bracht de wetenschappelijke expertise in die nodig is om een nieuwe methode te ontwikkelen. De bedrijven die via MVO en VERNOF deelnamen, leverden kennis van de producten, monstermateriaal en bijbehorende resultaten van standaard kwaliteitsanalyses. Laagdrempelig innoveren Yannick Weesepoel was namens WFSR verantwoordelijk voor de wetenschappelijke innovatie: “Een PPS-project biedt bedrijven de mogelijkheid om laagdrempelig bij te dragen aan innovatie. Door samen te werken met meerdere private partners en met cofinanciering vanuit Topsector Agri & Food zijn de financiële risico’s voor de deelnemende partijen laag. Hierdoor kunnen laagtechnologische oplossingen een stap verder worden gebracht voor implementatie in de routinewerkzaamheden van bedrijven.”

een hoger niveau getild. We hebben een screenings­ methode ontwikkeld waarmee oliën, vetten en afgeleide producten met behulp van een optische scanner op locatie kunnen worden gescreend op authenticiteit. Dat heeft een apparaat opgeleverd dat klein en dus draagbaar is en bovendien heel snel uitsluitsel geeft. In plaats van monsters naar een laboratorium te moeten sturen, kan het bedrijf zelf bij ontvangst of zelfs al in het land van oorsprong de lading screenen. Frauduleuze toevoegingen en onbedoelde verontreinigingen kunnen hiermee sneller worden ontdekt.”

Nieuwe methode Yannick Weesepoel: “In dit project was deze formule succesvol en hebben we de ‘oude techniek’ naar

Voordelen De vernieuwing is niet bedoeld om contaminanten of pesticiden in heel lage concentraties op te sporen,

6

Yannick Weesepoel (Foto: WUR)

Innovatie voor on-site screening van oliën en vetten

maar helpt bedrijven om eventuele fraude met oliën en vetten bijvoorbeeld door vermenging, beter te beheersen. Daarmee kan de veiligheid en integriteit van het voedsel van producent tot consument beter worden gegarandeerd. Voor bedrijven draagt het snel en vroeg opsporen van mogelijke issues bij aan het voorkomen van economische schade door bijvoorbeeld terughaalacties. Het vroegtijdig opsporen van fraude-issues is ook belangrijk met het oog op het maatschappelijk vertrouwen in de voedsel- en diervoederveiligheid. Innovatieve beslismodellen Tijdens het project is niet alleen hardware ontwikkeld. Ook zijn er innovatieve beslismodellen ontwikkeld om onbekende afwijkingen op te sporen: de zogeheten ‘One-Class Classification’ algoritmen. Hiervoor zijn databases aangelegd om verschillende olie- en vetproducten te kunnen benchmarken. De database bevat gegevens van producten van verschillende MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

fabrikanten, raffinaderijen en seizoenen. Yannick Weesepoel: “De nieuw ontwikkelde methode bestaat dus uit drie onderdelen die ook als individuele tools inzetbaar zijn: een draagbare scanner, een raamwerk voor innovatieve beslismodellen en databases met spectrale informatie van verschillende producten. Dat maakt de uitkomsten van dit project breed inzetbaar voor de sector.” Hoe verder? De scanner is nu in principe gereed voor toepassing in de praktijk, al is momenteel nog slechts een ­prototype beschikbaar. Een aantal bedrijven uit de oliën- en vettenindustrie heeft aangegeven belangstelling te hebben. Samen met WFSR wordt gekeken hoe de ontwikkelde oplossingen kunnen worden geïmplementeerd naar de wensen van de eind­ gebruikers. Voor meer informatie over dit PPS-project kunt u contact opnemen met Irma Schönherr via schonherr@mvo.nl. 7


ALGEMEEN

BUKOM: de keten in het klein Al ruim 40 jaar is Bukom specialist op het gebied van industriële reiniging, afvalmanagement en ­recycling van plantaardige oliën en vetten. Met plantaardige raffinaderijen en tankopslagbedrijven als belangrijkste klanten, verwerkt en bewerkt de onderneming de reststoffen uit het raffinageproces.

Daarnaast voert Bukom reinigingen uit. Rest- en afvalproducten worden in de eigen f­ abriek opgewerkt tot een bruikbaar product en afgezet als biobrandstof of biomassa. Het bedrijf is daarmee een toonbeeld van hoe een circulaire e ­ conomie werkt. Bijproducten die onder GMP+ vallen (soapstocks, gums) worden verwerkt tot vetzuren voor diervoeders. Dit gebeurt in een separaat proces zodat techniek en feed gescheiden blijven. Ontzorgen Algemeen directeur Sjoerd Wasserval is sinds 2019 8

werkzaam bij Bukom Service BV een van oorsprong familiebedrijf. Wasserval: “We doen alles in eigen beheer en hebben daardoor de controle over het ­volledige proces. Hierdoor kunnen we de beste ­kwaliteit en service garanderen en onze klanten volledig ontzorgen op het gebied van het reinigen van tanks, het recyclen van de restproducten en het afvalmanagement. We hebben een gesloten keten weten te creëren van reiniging tot en met verwerking, en het eventueel terugbetalen van de klant voor de restproducten. Dat maakt ons uniek. We verenigen in feite drie typen bedrijven.”

Samenwerking Het optimaal laten samenwerken van deze drie bedrijfsonderdelen is cruciaal. Wasserval: “Het zijn van een reinigingsbedrijf, een recyclingbedrijf én een handelsmaatschappij, zorgt ervoor dat je goed moet zijn in drie takken van sport. Het betekent ook dat je de onderdelen als keten moet benaderen. Niet toevallig is dit exact dezelfde keten als die MVO omvat. Wij komen bij alle typen bedrijven uit de MVO-achterban over de vloer en zijn in feite de ogen en oren van de markt. Hoe meer we weten van de bedrijven uit de ­keten, en begrijpen wat hun uitdagingen zijn, hoe beter we ze van dienst kunnen zijn en onze bedrijfsvoering daarop kunnen afstemmen. Als je opereert als keten ben je beter in staat kennis te delen en te optimaliseren. Dat geldt voor MVO als ketenorganisatie, maar in het klein ook voor Bukom.” Waarde toevoegen Het bedrijf heeft 75 medewerkers en vestigingen in Ridderkerk en Heerhugowaard, maar werkt voor plantaardige raffinaderijen in heel Europa. Wasserval: “Ook daarin volgen we onze klanten. Daarbij kiezen we er niet voor om het goedkoopste werk te leveren, Bukom is een deskundige partner als het gaat over kwaliteit, flexibiliteit en klantgerichtheid. Het bedrijf heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan. De processen vinden plaats onder strikte regels van de diverse certificeringen, zoals ISO 9001, VCA-Petrochemie, REDcert-EU, GMP+ en het VIHB.

maar om de meeste waarde toe te voegen. We optimaliseren onze processen continu en zoeken bijvoorbeeld steeds weer nieuwe oplossingen voor het reinigen zodat het restproduct zo waardevol mogelijk blijft. De stoffen die na reiniging van tanks, silo’s en leidingsystemen overblijven, verwerken en verkopen we. Van de opbrengst profiteert de klant dan ook. We hebben klanten voor wie het leeghalen en reinigen van de tank uiteindelijk meer waarde oplevert dan wat het reinigen kost.” Uitdaging Het verder optimaliseren van het terugwinnen van olie uit gebruikte producten is daarmee tevens de grootste uitdaging voor de toekomst. Wasserval: “We moeten zorgen dat de keten zoveel mogelijk gesloten blijft zodat alle restproducten opnieuw kunnen worden gebruikt. Er zal, ook in Nederland, steeds meer vraag komen naar restproducten, bijvoorbeeld voor de productie van biodiesel. Op dit moment gaan er veel restproducten naar het buitenland omdat ze niet goed gezuiverd kunnen worden en vanwege de ­diverse regelingen die dat aantrekkelijk maken. Als we in Nederland meer biodieselfabrieken gaan bouwen zullen we alle restproducten goed kunnen gebruiken. Daarom zullen we er met elkaar voor moeten zorgen dat we de restproducten die bij de ­raffinaderijen vrijkomen volledig kunnen verwerken. Het overwinnen van de (technische) beletsels die hier een rol spelen, zie ik als een van de belangrijkste uitdagingen waar we voor staan.” Meer informatie over Bukom op hun website.

MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

9


VOEDING EN GEZONDHEID MVO als succesvol pionier

Transvetzuren verleden tijd: een terugblik Per 1 april 2021 is de Europese wetgeving van kracht die bepaalt dat er maximaal 2% industrieel geproduceerde transvetzuren in het vet van een consumentenproduct mag zitten. De maatregel heeft tot doel voedingsmiddelen gezonder te maken. Nederland was voorloper bij het terugdringen van transvetzuren. Al ruim voordat deze wetgeving er kwam, bracht de Nederlandse industrie op eigen initiatief de hoeveelheid transvetzuren in voedingsmiddelen terug tot zeer lage niveaus. De oliën en vettenindustrie is daar onmiddellijk mee begonnen toen werd ontdekt dat transvetzuren ongezond zijn. Inmiddels krijgen we al jaren vrijwel geen industriële transvetzuren meer binnen. Maar wat is daar aan vooraf gegaan? Omstreeks 1980 De consumptie van transvetzuren in Nederland is circa 15 gram per dag. Over het effect op de gezondheid is weinig bekend. 1987, gezondheidseffecten Wetenschappers Mensink en Katan doen, met steun vanuit Unilever, voor het eerst onderzoek naar de gezondheidseffecten van transvetzuren. Zij ontdekken dat transvetzuren het LDL-cholesterolgehalte verhogen en het HDL-gehalte verlagen. Dit verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. In 1993 wordt dit 10

bevestigd door professor Willett na onderzoek in de Verenigde Staten. 1994, een prestatie Margarinefabrikanten verwijderen in korte tijd de transvetzuren bijna volledig uit hun producten. Een prestatie, want voor het vervangen van transvetzuren door gezonde vetzuren moest de methode die werd gebruikt voor het harden van oliën worden aangepast. 2003, de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling De levensmiddelenproducenten die veel oliën en ­vetten in hun producten verwerken zijn op dat ­moment nog niet zo ver. Daarom richt MVO de Task

Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling op. De Task Force bestaat uit vertegenwoordigers van sectoren die het transvetzurengehalte in hun producten kunnen verlagen, zoals bakkerijgrondstoffen en -producten, aardappelproducten, frituurvetten en snacks. De Task Force streeft naar een reductie van transvetzuren zonder dat het gehalte aan verzadigde vetzuren stijgt en zonder dat dit ten koste gaat van de functionele eigenschappen (smaak, houdbaarheid, consistentie) van de producten. De Task Force gaat aan het werk met het opbouwen van kennis over herformulering, het behalen van zelf afgesproken doelen en monitoring, en met communicatie gericht op producenten en campagnes (zoals de campagne Verantwoord Frituren). 2010, de resultaten In 2010 rondt de Task Force haar werkzaamheden succesvol af. De gemiddelde inname van transvet­ zuren in Nederland is gedaald tot 0,8 energieprocent en voldoet aan de aanbeveling van de Gezondheidsraad van een maximum inname van 1 energieprocent per dag. Heden, EU volgt NL Gemiddeld krijgt een Nederlander per dag nog slechts 0,3 procent van de calorieën aan transvetzuren b ­ innen, zo blijkt uit de Nationale Voedselconsumptie­peiling 2012 - 2016. Van die hoeveelheid transvet­zuren in de Nederlandse voeding is ruim de helft van dierlijke oorsprong. Het algemene voedings­advies voor het eten van halfvolle of magere zuivel en ­minder (vet) vlees zorgt ervoor dat ook MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

Nieuwe wetgeving en etikettering Met de nieuwe wetgeving kunnen consumenten in alle Europese landen ervan uitgaan dat het transvetzuurgehalte in de voedingsmiddelen laag is. Er zijn twee soorten transvetzuren, dierlijke en industriële. Dierlijke transvetzuren ontstaan in het maagdarmkanaal van herkauwers, en zijn dus aanwezig in melkvet, kaas, roomboter, runden lamsvlees. Industriële transvetzuren kunnen ontstaan bij het harden van oliën. Door nieuwe hardingstechnieken is deze vorming van transvetzuren echter laag. De nieuwe wetgeving maakt oude wetgeving overbodig die stelt dat het hardingsproces op het etiket vermeld moet worden. de inname van dierlijke transvetzuren verder wordt teruggedrongen. Toekomst, inname wereldwijd laag Andere Europese landen slaagden er (nog) niet in dit Nederlandse voorbeeld te volgen. Daarom is op Europees niveau nu een maximumlimiet vastgesteld van 2 gram industrieel geproduceerde transvetten per 100 gram vet in voedingsmiddelen die bestemd zijn voor de consument (Verordening (EU) 2019/649). Ook in de rest van de wereld wordt er onder auspiciën van de WHO nog hard gewerkt om het transvetzuurgehalte verder terug te dringen. Voor meer informatie over vetten en gezondheid kunt u contact opnemen met Janneke van der Bijl of Nicole Vervaet via voeding@mvo.nl.

11


VOEDSEL- EN DIERVOEDERVEILIGHEID Private borging voedselketens

Zelfregulering voedselveiligheid onderzocht De oliën- en vettenindustrie staat voor een veilige en transparante oliën- en vettenketen. Daarbij speelt zelfregulering in de vorm van eigen voedselveiligheidssystemen een belangrijke rol. In het kader van het project ‘Private Borging Voedselketens’ zijn de systemen in alle voedselproducerende ketens, ­waaronder oliën- en vetten, geanalyseerd. De resultaten van dit project zijn onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd. Aanleiding voor het project was de zogeheten fipronilaffaire uit 2017 waarbij een schadelijke insecticide werd aangetroffen in eieren. De affaire leidde tot de oproep van minister Schouten (LNV) en minister Bruins (VWS) aan alle partijen in de plantaardige en dierlijke voedselproducerende ketens om, in navolging van de eiersector, te analyseren hoe de voedselveiligheid is geborgd en zo nodig met verbeteracties te komen. Alle sectoren samen Specialist Voedsel- en diervoederveiligheid Ron van Noord vertegenwoordigde MVO in de werkgroep die in het leven werd geroepen door FNLI, CBL en LTO Nederland, en die werd voorgezeten door Bart Jan Krouwel, voormalig voorzitter van de Taskforce ­Voedselvertrouwen. Aan deze werkgroep deden alle

12

sectoren (zuivel, vlees, vis, groente en fruit, akkerbouw, oliën en vetten, kruiden en specerijen) mee. Ron van Noord: “Door samen te werken met alle sectoren, en ervaringen en informatie met elkaar te delen konden branches van elkaar leren en werd duidelijk waar de kwaliteit en voedselveiligheid naar een hoger plan kon worden gebracht.” Internationale kwaliteitsstandaarden Er bleken soms grote verschillen te bestaan tussen sectoren. Ron van Noord: “De oliën- en vettenketen heeft de lat hoog liggen. Wij profiteren ervan dat een deel van de bedrijven in onze keten multinationals zijn die werken volgens hoge internationale kwaliteitsstandaarden. Alle leden leren hiervan. Het resultaat is dat al onze leden gecertificeerd zijn volgens een door Ketenborging.nl erkend voedselveiligheidsschema”.

Dekkingsgraad MVO heeft een hoge dekkingsgraad van lidmaatschap binnen de gehele keten. Ron van Noord: “Dat is een belangrijk gegeven, en mede een gevolg van het feit dat vrijwel alle bedrijven uit onze sector destijds verplicht waren aangesloten bij het Productschap MVO. De bedrijven ervaren duidelijk de meerwaarde van samenwerking op het vlak van voedsel- en diervoederveiligheid en het is daarom goed te constateren dat de dekkingsgraad van de private ketenorganisatie MVO alleen nog maar is gestegen.” Bouwen aan vertrouwen Hoewel de MVO-keten zeer professioneel opereert en de standaard hoog ligt, blijft het belangrijk om samen met de leden alert te blijven op alle ontwikkelingen en te kijken waar verbeteringen wenselijk zijn. Nu het project ‘Private Borging Voedselketens’ is afgerond, zullen zowel de sectoren als de overheid (NVWA en ministeries) blijven samenwerken aan stimulering en versterking van zelfregulering. Dat gebeurt onder meer in het onderling (keten)overleg tussen de NVWA en de sectoren. Ron van Noord: “Het delen van kennis en ervaringen tussen sectoren onderling en met de overheid blijft belangrijk. Evenals het delen van informatie en het versterken van vertrouwen tussen bedrijfsleven en overheid.” Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Ron van Noord via noord@mvo.nl of 06 10 72 40 89.

MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

Ron van Noord

13


ALGEMEEN Online YOF-workshop 25 juni 2021

Inspiratie en een quiz voor jonge professionals

benieuwd wie het meeste weet van onze bedrijven en producten. Op deze manier kunnen we het onderdeel netwerken toch een beetje vormgeven en laten zien wat er in de sector speelt en wat ons verbindt. De winnaar zal worden beloond met een leuke prijs.” Het programma op 25 juni a.s. start om 14.00 uur en duurt tot 15.30 uur. Ingeschreven YOF-leden ontvangen een persoonlijke uitnodiging voor de workshop. De inschrijving voor de workshop sluit op 7 juni. Voor meer informatie of aanmelding kunt u t­ erecht bij Stephania via rivera@mvo.nl.

Hoe word je een jonge ondernemer in de oliën- en vettensector? Hoeveel weet je eigenlijk van de ­sector? En wat zijn nieuwe inspirerende ontwikkelingen op het gebied van oliën en vetten uit de ­voedingswetenschap? MVO-medewerkers Stephania Rivera Tamayo en Astrid klein Breteler hebben voor de volgende bijeenkomst van de Young Oils and Fats (YOF) een programma samengesteld, dat ook online interessant en leuk is. De workshop bestaat uit twee inhoudelijke presentaties, maar heeft ook een ontspannende com-

14

ponent. Voorafgaand aan de workshop ontvangen de deelnemers thuis een pakketje waarin alles zit wat ze voor de workshop nodig hebben. Ondernemen Stephania: “We hebben Timo van Dorland bereid gevonden te vertellen over zijn persoonlijke ervaringen als jonge ondernemer in de oliën- en vettensector. Timo is de oprichter en directeur van Sigma Oil Seeds (SOS), een van de jongste bedrijven die lid zijn van MVO. SOS is een producent, importeur en distributeur van biologische oliën, vetten en derivaten. Tijdens de workshop vertelt Timo van Dorland wat hem ertoe heeft gebracht om ondernemer te worden en wat hij tegenkwam op zijn inspirerende reis in de sector.”

Wetenschap Astrid: “Vervolgens maken we kennis met een nieuwe ontwikkeling uit de voedingswetenschap en krijgen we een introductie in de wereld van insectenoliën door Dr. Daylan Tzompa-Sosa. Daylan werkt als voedingswetenschapper bij de Universiteit van Gent en heeft veel ervaring in de academische wereld, de agribusiness en de voedingsindustrie, en veel kennis van o.a. insectenoliën en -vetten. Op dit moment doet ze onderzoek naar de toepassing van insectenolie in voedingsmiddelen.” Quiz Astrid: “Een van de doelstellingen van de YOF: het vergroten en onderhouden van je netwerk, blijkt online toch wat lastiger dan bij een netwerkborrel bijvoorbeeld. Mensen gaan online toch minder makkelijk met elkaar in gesprek. Daarom sluiten we de workshop af met een quiz over de sector. We zijn erg

MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

Young Oils and Fats (YOF) is een netwerk voor jonge professionals die werkzaam zijn in de oliënen vettenindustrie. Het netwerk bestaat momenteel uit meer dan 90 geïnteresseerde deelnemers van verschillende bij MVO aangesloten bedrijven. Het doel van de YOF is om jonge professionals in onze branche te informeren en inspireren. ­Geïnteresseerden die jonger zijn dan 35 jaar kunnen zich kunnen zich inschrijven voor YOF door een e-mail te sturen naar Stephania Rivera Tamayo via rivera@mvo.nl.

15


KORT NIEUWS

KORT NIEUWS

Online MVO Academy 15 juni 2021

Aankondiging bijzondere Ledenvergadering MVO Zoals tijdens de Algemene Ledenvergadering van MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten op 18 maart 2021 is aangegeven, heeft het bestuur van MVO het voornemen om aan de statuten van de vereniging een artikel toe te voegen inzake de gedragscode voor de leden. Het bestuur zal de beoogde aanpassingen ter goedkeuring aan de leden voorleggen in een Bijzondere Ledenvergadering die op 15 juni 2021 wordt gehouden. Gezien het grote belang van deze aanpassing, verzoekt het bestuur de leden van MVO vriendelijk doch dringend om deze Bijzondere Ledenvergadering bij te wonen: conform de statuten dienen dergelijke aanpassingen

16

door een grote meerderheid van de leden te worden goedgekeurd. Deze Bijzondere Ledenvergadering zal (online) plaatsvinden op dinsdag 15 juni 2021, van 15.00 -15.30 uur.

Ook dit jaar organiseert MVO de 4-daagse cursus ‘Oliën en Vetten’ online. De coronamaatregelen laten het niet toe om de cursus fysiek te houden. Gelukkig leert de ervaring van vorig jaar dat we het ook prima online kunnen organiseren, uiteraard met een aangepast programma. De ruim 25 deelnemers uit binnen- en buitenland hebben net twee dagen les gehad over de keten van dierlijke en plantaardige oliën en vetten, duurzaamheidsonderwerpen, de grootte van de sector en de basis van raffineren en modificeren. De komende lesdagen staan o.a. in

het teken van de wetgeving, gezondheid, functionaliteit, diervoeding, energie en oleochemie. De cursisten moeten daarbij ook zelf aan de slag. Ze leren in hun eigen keuken hoe je van een olie een smaakvolle margarine maakt, en gaan een waar gebeurde case van de NVWA uitpluizen in kleine groepen. Voor meer informatie over de MVO Academy kunt u contact opnemen met Jolanda van Roon via roon@mvo.nl.

MVO MAGAZINE NR 2 - 2021

FNLI start campagne voor eerlijke energieheffing

Nederlanders tanken steeds meer biobrandstof Diesel wordt in Nederland steeds vaker vervangen door duurzamere oplossingen zoals biobrandstoffen gemaakt uit afvalstoffen. Het doel is om de CO2-uitstoot in vervoer naar beneden te brengen. Brandstofleveranciers hebben een jaarlijks oplopende verplichting om hernieuwbare energie te leveren aan de Nederlandse vervoersmarkt. In 2020 bedroeg die jaarverplichting 16,4% van de totale brandstoflevering. De leveranciers rekenen af bij de NEa

Alle leden ontvangen op korte termijn een formele uitnodiging en de bijbehorende stukken via e-mail. Indien gewenst, is het mogelijk hiervan een papieren versie te ontvangen. Stuurt u daartoe een verzoek per e-mail naar office@mvo.nl.

met verhandelbare brandstofeenheden, zogenaamde HBE’s. De HBE-rapportage van maart jl. laat zien dat de jaarverplichting ruim gehaald is. Inclusief spaarsaldo bestond bijna 20% van de totale brandstofleveringen uit hernieuwbare energie.

Om de energietransitie in de levensmiddelenindustrie te realiseren is een eerlijker inrichting van energieheffingen en -subsidies nodig. Door de disbalans in de huidige systematiek van heffingen en subsidies wordt het voor voedingsmiddelenbedrijven moeilijker om hun duurzaamheidsambities waar te maken, vindt de FNLI. Meer informatie hierover in deze video.

17


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.