

















Highlights


Digitale werkplek
2025: Thuis of toch weer naar kantoor?
Pagina 20



Datacenters en energie: Belang voor transitie
steeds groter
Pagina 34











Highlights
Digitale werkplek
2025: Thuis of toch weer naar kantoor?
Pagina 20
Datacenters en energie: Belang voor transitie
steeds groter
Pagina 34
Gert-Jan de Boer van aaZoo vertrouwt op Comstor voor de levering en ondersteuning van Cisco-beveiligingsoplossingen Pagina 12
ChannelConnect Spotlight is een rubriek waarin we personen, diensten of bedrijven die recent in het nieuws zijn geweest, extra in de schijnwerper zetten. De rubriek biedt ze een platform om dieper in te gaan op hun verhalen, prestaties en visies.
ChannelConnect Spotlight – de propositie
» Deelnemers aan Spotlight zijn 1 week lang zichtbaar op een prominente plek op de homepage van ChannelConnect,
» Een artikel van 300 – 400 woorden geschreven door onze redactie,
» Een post op de LinkedIn-pagina van ChannelConnect met link naar het artikel,
» 1 week lang een vermelding in de ChannelConnect-nieuwsbrief,
» Interviewtekst is ook beschikbaar voor eigen website en socials. GEEF
‘
Arnold is hoofdredacteur van ChannelConnect
Reageren? Mail naar arnold.lefebre@imediate.nl
Digitale soevereiniteit’ – het klinkt als iets waar vooral Europese ministers en beleidsmakers zich mee bezighouden, maar in de praktijk raakt dit ook mkb’ers in Hoorn, Hasselt of Hengelo. Want wie zijn bedrijfsdata in de cloud zet, wil natuurlijk zélf bepalen wie er wel of niet bij kan.
Digitale soevereiniteit betekent namelijk niets meer of minder dan dat je controle hebt over je eigen digitale gegevens - zónder buitenlandse pottenkijkers.
Dat klinkt logisch, maar de praktijk is weerbarstig. Want terwijl Europese bedrijven – klein én groot – worstelen met wet- en regelgeving rond privacy en databeheer, proberen Amerikaanse techgiganten hun cloudoplossingen een Europees sausje te geven. Neem Amazon Web Services (AWS), dat begin juni zijn ‘European Sovereign Cloud’ aankondigde. Compleet met Europese directie, Europese regels, en - jawel - een datacenter in Brandenburg. Alles om de indruk te wekken: deze cloud is van, voor en door Europa.
Maar als iets eruitziet als een worst, ruikt als een worst, maar nog steeds uit Texas komt... is het dan een Europese Bratwurst?
Volgens privacy-experts is het antwoord simpel: zolang een cloudprovider valt onder Amerikaanse wetten zoals de CLOUD Act en FISA, kán de Amerikaanse overheid toegang eisen tot die data – ongeacht waar die fysiek staat. Dus ook als die netjes in Noord-Holland of Zuid-Duitsland is opgeslagen. Het ‘soevereine’ label verandert daar niets aan.
Critici noemen dit fenomeen dan ook ‘sovereignty washing.’ Mooie woorden, Europese vlaggetjes, en persmomenten met koffie en koekjes, maar onder de motorkap blijft de infrastructuur Amerikaans. Voor mkb’ers die hun klantendata, intellectueel eigendom of gevoelige informatie in de cloud opslaan, is dat geen detail. Het bepaalt mede of je voldoet aan AVG-verplichtingen, of je je sectorregels respecteert en – niet onbelangrijk – of je bij een datalek wel of niet met lege handen achterblijft.
Tegelijkertijd zijn er (nog) nauwelijks volwaardige Europese alternatieven die qua schaal, betrouwbaarheid en integratie kunnen concurreren met Google, Microsoft of AWS. Dus blijven we hangen in een ongemakkelijke afhankelijkheid, waarbij we hopen dat de juristen van de Europese Commissie en die van Silicon Valley het onderling wel zullen uitvechten.
Wat kunnen mkb’ers wél doen? Kiezen op basis van feiten, niet op basis van logo’s of landenvlaggetjes. Vraag door: waar staan mijn data fysiek? Wie beheert de infrastructuur? Welke wetgeving is op dit platform écht van toepassing’? Wie als mkb’er serieus werk maakt van dataveiligheid, moet verder kijken dan de buitenkant van het datacenter. Europees vlaggetje? Mooi. Europese zeggenschap? Dát is waar het echt om draait.
Ik wens je veel leesplezier!
38
Tijdens de Nationale
Datacenter Dag presenteerde Dutch Data Center Association (DDA) de jubileumeditie van het rapport State of the Dutch Data Centers. Als extra service vind je bij deze ChannelConnect-editie een exemplaar van dit rapport.
16
Tijdens DattoCon Europe 2025 in Dublin deed Kaseya diverse strategische aankondigingen voor msp’s. Belangrijkste onderwerpen waren investeringen in Europa, de lancering van een eigen SIEM-oplossing en AI-gedreven optimalisaties binnen het platform.
40
Eind juni opende Vertiv in Frankfurt een nieuwe academie: een centrum voor opleiding en bijscholing. Hier deelt de leverancier kennis over datacenteroplossingen met eigen medewerkers en professionals bij marktpartijen.
12
In samenwerking met Comstor en Cisco biedt aaZoo managed security-oplossingen die inspelen op de actuele dreigingen in de markt, met een sterke focus op zero trust, automatisering en threat intelligence.
Scan de QR-code om je aan te melden voor de nieuwsbrief of ga naar onze website. Volg ons ook op:
Scan de QR-code om je aan te melden voor de nieuwsbrief of ga naar onze website. Volg ons ook op:
SPECIAL NETWORK & INFRASTRUCTURE
MKB – IT EXPERT PANEL
CISCO & COMSTOR
RNT RAUSCH
NAAS-MODEL STEEDS
POPULAIRDER
VERTIV
WATCHGUARD & CYGLASS
ChannelConnect is hét platform voor de IT-dienstverlener met focus op het mkb. ChannelConnect informeert zijn lezers dagelijks via het magazine, de Dossiers, de website ChannelConnect.nl, de e-mailnieuwsbrief en via de sociale mediakanalen.
ChannelConnect is hét platform voor de IT-dienstverlener met focus op het mkb. ChannelConnect informeert zijn lezers dagelijks via het magazine, de Dossiers, de website ChannelConnect.nl, de e-mailnieuwsbrief en via de sociale mediakanalen.
In 2025 verschijnt het magazine zes keer, waarvan drie Dossiers met de onderwerpen Telecom & UC, Security & Privacy en Datacenter & Cloud. Rond deze onderwerpen worden de zogenoemde Grotetafelgesprekken georganiseerd.
In 2024 verschijnt het magazine vier keer. Daarnaast brengen we vier keer een Dossier uit met de onderwerpen Datacenter & Cloud, Telecom & UC, Security & Privacy en Cloudtransformatie. Rond deze onderwerpen worden de zogenoemde Grotetafelgesprekken georganiseerd.
ADRES iMediate BV
Arendstraat 33b 1223 RE Hilversum
ADRES iMediate BV Arendstraat 33b 1223 RE Hilversum Telefoon: 035 646 5800 redactie@channelconnect.nl
Telefoon: 035 646 5800 redactie@channelconnect.nl
UITGEVER
Joost Driessen
UITGEVER
Joost Driessen
HOOFDREDACTEUR
Arnold le Fèbre
HOOFDREDACTEUR
Arnold le Fèbre
EINDREDACTIE
Marcel Debets
EINDREDACTIE
Marcel Debets
WEBREDACTIE
WEBREDACTIE
Arnold le Fèbre, Cas Spiertz
Arnold le Fèbre, Marcel Debets
REDACTIE & MEDEWERKERS
REDACTIE & MEDEWERKERS
Mels Dees, Cas Spiertz, Marcel Debets, Wally Cartigny, Martijn Vet
Michiel van Blommestein, Eric Cordes, Mels Dees, Cas Spiertz, Hans Steeman, Martijn Vet
VORMGEVING & DTP
MANAGER CLIENT SERVICES
Tim van den Berg
Laura Vermeulen
COVER FOTOGRAFIE
ART DIRECTION
Steven van Kooijk
Rik van den Berg
ADVERTENTIE- EXPLOITATIE
Tarik Lahri tarik.lahri@imediate.nl
VORMGEVING & DTP
Tim van den Berg, Martin Wolber
COVER FOTOGRAFIE
Mitchel van der Heide mitchel.vanderheide@imediate.nl
Jasper Bosman
DRUK
ADVERTENTIE- EXPLOITATIE
Vellendrukkerij BDU, Barneveld
Tarik Lahri (tarik.lahri@imediate.nl)
Mitchel van der Heide (mitchel.vanderheide@imediate.nl)
DRUK
Vellendrukkerij BDU, Barneveld
CHANNELCONNECT IS EEN UITGAVE VAN:
CHANNELCONNECT IS EEN UITGAVE VAN:
ChannelConnect mag niet worden gereproduceerd, geheel noch gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming vooraf van de uitgever. ChannelConnect is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. ChannelConnect is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden, welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. ChannelConnect behoudt zich het recht voor om ingezonden materiaal zonder kennisgeving vooraf geheel of gedeeltelijk te publiceren.
ChannelConnect mag niet worden gereproduceerd, geheel noch gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming vooraf van de uitgever. ChannelConnect is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. ChannelConnect is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden, welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. ChannelConnect behoudt zich het recht voor om ingezonden materiaal zonder kennisgeving vooraf geheel of gedeeltelijk te publiceren.
Lezersservice
Lezersservice Voor onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief kunt u zich (gratis) aanmelden via de website: www.channelconnect.nl Hier kunt u dagelijks terecht voor nieuws, achtergronden, marktcijfers, opinie en video-interviews. Voor het wijzigen van adresgegevens en/of overige vragen kunt u contact opnemen met onze abonnementen-administratie via: redactie@channelconnect.nl of 035 646 5800
ChannelConnect, ISSN 2211-825X
Voor onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief kunt u zich (gratis) aanmelden via de website: www.channelconnect.nl Hier kunt u dagelijks terecht voor nieuws, achtergronden, marktcijfers, opinie en video-interviews. Voor het wijzigen van adresgegevens en/of overige vragen kunt u contact opnemen met onze abonnementen-administratie via: redactie@channelconnect.nl of 035 646 5800 ChannelConnect, ISSN 2211-825X
Elke werkdag is op channelconnect.nl het actuele nieuws uit het IT-kanaal te lezen. Schrijf je daar ook in voor onze gratis nieuwsbrief.
Cyberbeveiligingswet weer uitgesteld
van de Nederlandse organisaties
weet nog niet hoe ze AI concreet moeten inzetten of stelt de implementatie ervan door angst uit.
Dat blijkt uit onderzoek van AI Opener. Samen met de partners Trojan Monkeys, AI Ready, Artific en Een Stukje organiseert het bedrijf de campagne De AI-uitstellers.
“Iedereen zegt: ‘We moeten iets met AI’, maar ondertussen verdwalen bedrijven in commissies, whitepapers en tool-wildgroei,” zegt Radboud Langenhorst, medeoprichter van AI Opener. “De realiteit is: medewerkers zijn allang begonnen met AI – zonder toezicht, zonder beveiliging, vaak met gratis tools van over de grens. Hoog tijd om dat in goede banen te leiden.”
De campagne bestaat uit diverse online video’s die ingaan op waarom bedrijven AI-uitstelgedrag vertonen. Zoals de manager die plechtig voorstelt om “een commissie op te richten”, terwijl zijn team al maanden AI-tools gebruikt.
De wetsvoorstellen voor de Cyberbeveiligingswet en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten zijn recent aangeboden aan de Tweede Kamer.
De aanvankelijke planning om de wetten in het derde kwartaal van 2025 te laten ingaan, is bijgesteld. De regering streeft er nu naar om beide wetten in het tweede kwartaal van 2026 in werking te laten treden. Beide voorstellen vormen de nationale implementatie van respectievelijk de Europese NIS2-richtlijn (Network and Information Security) en de CER-richtlijn (Critical Entities Resilience). Deze richtlijnen zijn gericht op het versterken van de digitale weerbaarheid en de fysieke beveiliging van vitale infrastructuren binnen de Europese Unie.
Tot het moment van inwerkingtreding zijn organisaties nog niet wettelijk verplicht te voldoen aan de bepalingen uit de NIS2- en CER-richtlijnen. Wel hebben organisaties in sommige gevallen al rechten op basis van de NIS2-richtlijn, zoals het ontvangen van ondersteuning bij incidenten door een Computer Security Incident Response Team (CSIRT).
Ondanks het uitstel adviseert de Rijksoverheid organisaties om nu al te starten met voorbereidingen. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) biedt hiervoor praktische handvatten en een uitgebreide FAQ.
Gebruik tweefactorauthenticatie verdubbeld
Steeds meer bedrijven nemen maatregelen om hun klanten of medewerkers veilig te laten inloggen op hun IT-systemen, websites en apps. Het gebruik nam toe van 26% in 2017 naar 61% in 2024. Het gebruik van tweefactorauthenticatie door kleinere bedrijven met 10 tot 50 werknemers is zelfs bijna verdrievoudigd: van 29% in 2017 naar 76% in 2024. Dat blijkt uit de Cybersecuritymonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Zowel grote als kleine bedrijven gebruiken steeds vaker veilige manieren om te loggen. Zo maakt 97% van de bedrijven met 250 of meer werknemers in 2024 gebruik van tweefactorauthenticatie, tegen 57% van de bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen. Het gebruik van veilige manieren om in te loggen is bij kleinere bedrijven wel sneller gestegen. Ondanks alle genomen maatregelen blijven cybersecurityincidenten plaatsvinden. Grote bedrijven hebben vaker cyberincidenten dan kleine bedrijven, maar bij alle bedrijfsgroottes daalde het aantal bedrijven met incidenten. In 2017 gaf nog bijna 40% van de grootste bedrijven (250 of meer werknemers) aan in het jaar daarvoor een incident door een aanval van buitenaf te hebben gehad, in 2024 was dat nog maar 1%.
‘Europees perspectief essentieel voor weerbare infrastructuur’
Nu bijna alle Nederlandse huishoudens voorzien zijn van glasvezel, moet de sector de bakens verzetten naar nieuwe urgente uitdagingen. Dat stelt de Fiber Carrier Association (FCA) in haar jaarrapport ‘Glasvezel in Stad en Land 2025’.
Met 8,26 miljoen glasvezelaansluitingen die inmiddels beschikbaar zijn, is de grote verglazing van Nederland grotendeels voltooid. Maar volgens de FCA dienen zich nu nieuwe prioriteiten aan: digitale soevereiniteit, AI-infrastructuur, quantum computing, cybersecurity en investeringen in intercontinentale zeekabelverbindingen.
“Glasvezelnetwerken zijn en blijven een absolute basisvoorwaarde voor goed functionerende digitale samenlevingen en economieën. Die afhankelijkheid zal in de toekomst alleen maar toenemen,” aldus Andrew van der Haar, directeur van de FCA. “Nederland heeft andere Europese landen veel te bieden als het gaat om kennis en kunde bij de uitrol van glasvezel. Maar sinds kort zijn ook het veiligheidsaspect en vragen rondom digitale soevereiniteit belangrijker geworden.”
De Nederlandse IT-sector levert een groeiende bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product (BBP), met bijna 100.000 IT-bedrijven die eind 2024 goed waren voor 4,4% van het totale bedrijfsleven. Dat blijkt uit het Jaarbeeld 2024 van Topsector ICT, waarin de voortgang van Nederland op het gebied van digitalisering wordt belicht. Een belangrijke mijlpaal in 2024 was de lancering van de eerste zelfstandige Kennis- en Innovatieagenda (KIA) Digitalisering. Hiermee worden alle digitale innovatieprogramma’s voor het eerst gebundeld, wat de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid versterkt. Binnen deze agenda worden momenteel twee actieprogramma’s ontwikkeld: AI/Data en Cybersecurity Technologies. Beide worden later dit jaar gepresenteerd aan de Tweede Kamer. Volgens de Digital Economy and Society Index (DESI) staat Nederland bovenaan in Europa wat betreft digitale vaardigheden, met een score van 54,5%. Tegelijkertijd laat de Network Readiness Index een daling zien – van plaats zes naar lager – vooral vanwege een lage score op de categorie ‘mensen’. Dit wijst op een aanhoudend tekort aan IT-professionals. Om dit tekort aan te pakken, werd in 2024 een uitvoeringsstrategie gepresenteerd binnen de Human Capital Agenda ICT. Deze richt zich onder meer op versterking van het IT-onderwijs, het stimuleren van zij-instromers en bijscholing, en het verbeteren van randvoorwaarden voor digitale loopbanen.
Amsterdam blijft belangrijke hub voor datacenters
De regio Amsterdam blijft internationaal gezien een aantrekkelijke locatie voor datacenterinvesteringen, ondanks beleidsmatige beperkingen en een tekort aan ruimte en stroomcapaciteit. Dat blijkt uit de meest recente Data Center Trends Q1 2025 van vastgoedadviseur CBRE.
In het eerste kwartaal van dit jaar stegen de prijzen voor datacenterruimte in Amsterdam met 18% ten opzichte van een jaar eerder – de op twee na sterkste stijging wereldwijd. Ter vergelijking: het wereldwijde gemiddelde kwam uit op 3,3%. De prijsstijging wordt volgens CBRE veroorzaakt door een combinatie van aanhoudende vraag en structurele schaarste. De regio Amsterdam maakt deel uit van de zogenoemde FLAP-markten (Frankfurt, Londen, Amsterdam, Parijs) en is een belangrijke vestigingsplaats voor colocatie-datacenters die clouddiensten, AI-toepassingen en hyperscale workloads ondersteunen. De vraag naar capaciteit neemt toe, terwijl uitbreidingsmogelijkheden onder druk staan door onder meer beperkte netcapaciteit, schaarste aan geschikte locaties en regelgeving. Zo geldt er voor de gemeente Amsterdam een bouwstop voor nieuwe datacenters tot eind 2035.
Schneider Electric ontwikkelt AI-ecosysteem
Schneider Electric heeft een meerjarig initiatief aangekondigd voor de ontwikkeling van een nieuw ecosysteem rond kunstmatige intelligentie (AI), gericht op energiebeheer en duurzaamheid.
De kern van het initiatief wordt gevormd door zogenoemde agentische AI, waarbij digitale ‘agents’ samenwerken met menselijke experts en bestaande IT-systemen. Deze aanpak moet leiden tot slimmere en beter geïntegreerde oplossingen voor energieoptimalisatie en CO2-reductie.
Het project wordt geleid door Julien Picaud, sinds kort aangesteld als Head of Product Management. Hij krijgt de verantwoordelijkheid over de verdere ontwikkeling van de softwareplatforms van Schneider Electric, inclusief het integreren van technologieën uit de overname van duurzaamheidsadviseur EcoAct.
Volgens het bedrijf moet het toekomstige AI-ecosysteem functioneren als een digitale coördinatielaag voor organisaties die hun energie- en duurzaamheidsstrategie willen automatiseren of verfijnen. Door AI in te zetten in adaptieve workflows kunnen bedrijven volgens Schneider Electric snellere en onderbouwde beslissingen nemen over hun energieverbruik, emissiebeheer en verduurzamingstrajecten.
Cisco versnelt doorbraak quantumcomputing met nieuwe chip
Cisco heeft het prototype van een nieuwe quantumnetwerkchip gepresenteerd, die het samen met de Universiteit van Californië Santa Barbara (UCSB) heeft ontwikkeld.
Quantumnetwerken verbinden meerdere kleine quantumcomputers met elkaar en moeten de basis vormen van het quantuminternet. Dankzij deze innovatie zou quantumcomputing binnen een vijftal jaar al kunnen doorbreken, in plaats van enkele decennia volgens de meest gangbare voorspellingen.
Daarnaast kondigt Cisco ook de opening aan van zijn Cisco Quantum Labs, een nieuw onderzoekscentrum in Santa Monica, waar wetenschappers en ingenieurs moeten gaan werken aan quantumnetwerktechnologieën.
“Met onze aanpak kunnen we het algemene gebruik van impactvolle quantumcomputingtoepassingen versnellen van tientallen jaren naar slechts 5 tot 10 jaar,” aldus Jan Heijdra, Field CTO Security bij Cisco Nederland.
Citrix dicht kritieke kwetsbaarheid in NetScaler
Citrix heeft een beveiligingsupdate uitgebracht voor NetScaler ADC en NetScaler Gateway om een kritieke kwetsbaarheid (CVE-2025-6543) te verhelpen.
Het lek zit in het geheugenbeheer en maakt het mogelijk voor aanvallers om controle over het systeem te krijgen of een Denial of Service te veroorzaken. Voorwaarde is dat het systeem als Gateway of virtuele server is geconfigureerd— een instelling die in veel omgevingen standaard is.
Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) kwalificeert de kwetsbaarheid als High/High en meldt dat er inmiddels meldingen zijn van actief misbruik op niet-gepatchte systemen. Ook het Digital Trust Center (DTC) roept organisaties op om de door Citrix verstrekte beveiligingsupdates zo snel mogelijk toe te passen.
NetScaler wordt in veel omgevingen gebruikt als toegangspoort voor remote werken en load balancing, onder meer in combinatie met Citrix Virtual Apps and Desktops. Vooral IT-dienstverleners en beheerders van managed infrastructuren doen er verstandig aan te controleren of klanten gebruik maken van getro en configuraties.
Google lanceert Gemini CLI
Google heeft een nieuw AI-hulpmiddel aangekondigd dat via de command line interface (CLI) te gebruiken is: Gemini CLI. De tool is open source, draait lokaal en geeft toegang tot het Gemini 2.5 Pro-model. Daarmee kunnen ontwikkelaars en IT-professionals AI-functies aanroepen zonder tussenkomst van een webinterface. De CLI werkt na inloggen met een persoonlijk Googleaccount en biedt toegang tot een groot contextvenster van maximaal 1 miljoen tokens. Volgens Google is de tool bedoeld voor een breed scala aan taken, van codegeneratie en foutanalyse tot het verwerken van informatie of automatiseren van handelingen. De broncode is beschikbaar via GitHub.
Voor organisaties met interne ontwikkelteams—zoals msp’s en IT-dienstverleners—kan dit relevant zijn. De CLI is lokaal te draaien en daarmee mogelijk interessanter voor partijen die controle willen houden over hun werkomgeving en liever niet volledig afhankelijk zijn van cloudgebaseerde tools.
De gebruikslimieten liggen relatief hoog: 60 verzoeken per minuut en maximaal 1.000 per dag. Dit kan met name aantrekkelijk zijn voor ontwikkelaars die de tool frequent inzetten, bijvoorbeeld in CI/CD-pijplijnen, interne tooling of ondersteunende scripts voor infrastructuurbeheer.
Vertiv breidt vloeistofkoelingsdiensten uit
Vertiv heeft de uitbreiding van de Vertiv CoolChip CDU (Coolant Distribution Units)-serie aangekondigd, met de lancering van Vertiv CoolChip CDU 70, Vertiv CoolChip CDU 100 en Vertiv CoolChip CDU 600 in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. De nieuwe modellen zijn ontworpen voor retrofit- of greenfield datacenteromgevingen, met in-rack- en in-row-configuraties, en vloeistof-naar-lucht en vloeistof-naar-vloeistof technologieën. De Vertiv CoolChip CDU-serie maakt deel uit van Vertivs aanbod voor vloeistofkoeling en het bredere Vertiv 360AI-portfolio van stroom-, koel- en servicesoplossingen die de uitdagingen van AI-implementaties aanpakken.
TD SYNNEX Benelux kondigt samenwerking aan met Object First
TD SYNNEX heeft een distributieovereenkomst aangekondigd met Object First, de ontwikkelaar van Ootbi (Out-of-the-Box-Immutability).
Met deze samenwerking biedt TD SYNNEX partners in België, Nederland en Luxemburg de Ootbi-oplossing van Object First. “We zijn verheugd om Object First toe te voegen aan ons portfolio en hun innovatieve opslagoplossingen aan onze partners aan te bieden,” aldus Noureddine Laoulichki. “Gegevensbescherming en weerbaarheid tegen ransomware zijn topprioriteiten voor onze klanten, en de plug-andplay-aanpak van Ootbi biedt een krachtig antwoord voor Veeamgebruikers in de Benelux”
In een wereld waarin cyberaanvallen steeds geavanceerder worden en het aantal incidenten toeneemt, kiezen steeds meer organisaties voor gespecialiseerde partners die niet alleen technologie leveren, maar ook strategie en automatisering bieden. aaZoo wil zo’n partner zijn. In samenwerking met Comstor en Cisco biedt het bedrijf managed security-oplossingen die inspelen op actuele dreigingen, met een sterke focus op zero trust, automatisering en threat intelligence.
Tekst: Marcel Debets | Fotografie: iMediate/Steven van Kooijk
Gert-Jan de Boer, technisch directeur van aaZoo, ziet de urgentie bij klanten toenemen: “Security is al jaren een topprioriteit, maar waar het vroeger ging om firewalls en MFA, zie je nu een verschuiving naar identity protection en integrale strategieën. Veel bedrijven hebben wel losse oplossingen, maar geen overzicht of samenhang. Dat is waar wij het verschil willen maken.”
aaZoo is een gespecialiseerde IT-dienstverlener met een scherp afgebakende focus op networking en security. Het bedrijf richt zich primair op organisaties met 50 tot 1000 werkplekken en werkt zowel direct voor eindklanten als in onderaannemerschap voor andere IT-dienstverleners zoals onder andere Proximus NXT en Arcus IT.
“Onze klanten hebben vaak wel een IT-afdeling of een breed IT-ecosysteem, maar missen specialistische kennis op netwerk- en securitygebied. Wij vullen dat gat, soms als directe partner, soms als specialist binnen het grotere geheel,” zegt De Boer.
Vertrouwen op Cisco en Comstor aaZoo werkt al sinds zijn oprichting intensief met Cisco. De keuze voor deze technologiepartner komt voort uit de persoonlijke achtergrond van de oprichters, die al vroeg met Cisco-oplossingen werkten en zich in de loop der jaren verder specialiseerden. De samenwerking met distributeur Comstor loopt al ruim 18 jaar en speelt volgens De Boer een essentiële rol.
“Comstor is een echte Cisco-specialist. Ze denken met ons mee, checken onze kitlists, hebben technische mensen in huis en korte lijnen met
Cisco zelf. Die driehoek aaZoo-Comstor-Cisco heeft voor ons een grote meerwaarde. Zeker nu Cisco steeds meer opschuift naar software- en platformgebaseerde oplossingen.” In de praktijk betekent de samenwerking met Comstor meer dan alleen logistiek. De distributeur denkt actief mee over projectopzet, licentiestructuren en technische validatie. “Wat prettig is, is dat je bij Comstor niet telkens hoeft uit te leggen hoe Cisco in elkaar zit,” zegt De Boer. “Ze begrijpen de stack, kunnen alternatieven aandragen als iets niet beschikbaar is, en schakelen snel met Cisco zelf als dat nodig is. Dat maakt het voor ons eenvoudiger om met klanten in gesprek te blijven, omdat wij ons kunnen focussen op de inhoud.”
Van projectorganisatie naar managed service provider
Net als veel andere dienstverleners begon aaZoo als projectorganisatie. De afgelopen jaren maakte het bedrijf een strategische draai naar managed services. “Die transitie was nodig,” zegt De Boer. “Je kunt niet
blijven schommelen tussen pieken en dalen. Inmiddels draaien we vrijwel alleen nog maar op langlopende contracten van drie tot vijf jaar.” Onder de noemer Secure Operations biedt aaZoo een zelfontwikkelde managed SNOC-dienst - een Security Network Operations Center dat zowel netwerk- als endpoint-activiteit monitort. Deze dienst wordt niet alleen direct aan eindklanten geleverd, maar ook whitelabel aan andere IT-dienstverleners die hun klanten security monitoring willen bieden zonder zelf een SOC op te bouwen. De SNOC is gebaseerd op Cisco XDR en integreert met oplossingen van Cisco zelf, maar ook met andere securityproducten zoals Microsoft Defender en CrowdStrike. Dat open karakter is geen toeval. “Cisco weet dat de markt breed is. Toen XDR op de markt kwam, had het platform betere integraties met CrowdStrike dan met hun eigen producten. Dat zegt iets over de veranderende mindset binnen Cisco: het draait nu om samenwerking en openheid,” zegt De Boer. aaZoo is aangesloten bij brancheorganisatie Cyberveilig Nederland
AIGP Certified AI Governance Professional
CNIS2 Certified NIS2 Professional
BIO Certified Bio Professional Foundation/Practitioner
OSCP OffSec PEN-200
OSEE OffSec EXP-401
CEH Certified Ethical Hacker v13 AI
TSTC is een gerenommeerd IT opleidingsinstituut en erkend specialist in informatiebeveiliging en cybersecurity trainingen.
TECHNICAL SECURITY TRAININGEN
CEH Certified Ethical Hacker
CHFI Computer Hacking Forensic Investigator
CPENT Certified Penetration Testing Professional
SSCP Systems Security Certified Professional
OSCP Offensive Security Certified Professional
SECURITY MANAGEMENT TRAININGEN
CISSP Certified Information Systems Security Professional
CISM Certified Information Security Manager
CISA Certified Information Systems Auditor
CRISC Certified In Risk And Information Systems Control
C|CISO Certified Chief Information Security Officer
PRIVACY TRAININGEN
CIPP/E Certified Information Privacy Professional / Europe
CIPM Certified Information Privacy Manager
CIPT Certified Information Privacy Technologist
CDPO Certified Data Protection Offi cer
CLOUD SECURITY TRAININGEN
CCSP Certified Cloud Security Professional
ISO TRAININGEN
ISO 27001 Foundation
ISO 27001 Lead Implementer
ISO 27001 Lead Auditor
ISO 27005 Risk Manager
ISO 27001 Privacy Management
en heeft daardoor nauwe contacten binnen de nationale cybersecurity community. Daardoor wisselt het bedrijf automatisch threat intelligence uit met nationale bronnen. “Dat stelt ons in staat om direct aan te haken op actuele dreigingen en snel te schakelen als het nodig is. In een tijd waarin incidenten steeds sneller gaan, is dat essentieel,” zegt De Boer.
Automatisering als krachtmiddel
Een van de kernpunten in de aanpak van aaZoo is automatisering, maar dan wel gebaseerd op complete zichtbaarheid. “Schaalbaarheid en snelheid zijn essentieel geworden. Traditionele SOC’s focussen vooral op endpoints, maar netwerk detectie voegt cruciale context toe aan elk incident,” legt De Boer uit. “In onze Secure Operations-dienst kunnen we bij een ransomwaredetectie direct endpoints in quarantaine plaatsen, Indicators of Compromise blokkeren in firewalls en acties uitvoeren in andere securityoplossingen. Maar door netwerkanalyse kunnen we ook de initiële besmetting opsporen en zien welke systemen daadwerkelijk gecompromitteerd zijn. Alles automatisch. Zo verklein je de impact op je klant.”
Dat geldt ook voor identity protection. De Boer: “We zien een duidelijke trend: criminelen proberen steeds vaker via identiteit binnen te komen. Niet via malware, maar gewoon door in te loggen met gestolen accounts. Daarom kijken
De inzichten van aaZoo sluiten nauw aan bij de conclusies uit het Talos Year in Review 2024, het jaarlijkse overzicht van Cisco’s eigen threat intelligencetak. Een aantal trends springt eruit:
• 60% van alle aanvallen draait om identiteit. Hackers kopen of stelen credentials en loggen gewoon in.
• Verouderde kwetsbaarheden blijven populair. Bugs zoals Log4j en zelfs Shellshock uit 2014 worden nog steeds actief misbruikt.
• Multi-factor-authenticatie faalt vaak. Omdat het niet goed is ingericht of omdat gebruikers overmoedig klikken op pushmeldingen.
• Onderwijs en zorg zijn kwetsbare sectoren. Vanwege hun beperkte middelen en grote hoeveelheden gevoelige data.
• Ransomware-aanvallen blijven effectief. LockBit blijft marktleider, gevolgd door nieuwkomer RansomHub.
• AI wordt ingezet voor phishing en automatisering, maar nog niet voor geavanceerde aanvallen.
De trends benadrukken het belang van een strategische, geautomatiseerde aanpak waarbij identiteit, segmentatie en integratie centraal staan. “Security is geen kwestie meer van een paar producten neerzetten. Het is een proces, een aanpak, en het moet slim en schaalbaar zijn,” meent De Boer.
wij bij multifactor-authenticatie niet alleen naar tokens of apps, maar ook naar locatie, device, tijdstip en gedrag. Cisco Duo en de nieuwe Identity Intelligence-functies in XDR helpen ons daar enorm bij.”
Cisco XDR speelt hierin een centrale rol. Het platform is gebouwd om gegevens uit meerdere bronnen – endpoints, netwerken, cloudomgevingen en identiteitsplatforms – te combineren en te correleren. “Juist dat maakt het krachtig,” legt De Boer uit. “Netwerkdetectie biedt mogelijkheden die endpoint-tools simpelweg missen - denk aan lateral movement, of command & control communicatie. We krijgen niet alleen meldingen, maar kunnen ook verbanden leggen tussen netwerkgedrag en endpoint-activiteit, en automatisch passende acties in gang zetten.”
Volgens aaZoo is het open karakter van Cisco XDR cruciaal. “Je kunt integreren met third-party-oplossingen, wat essentieel is omdat klanten
“Schaalbaarheid en snelheid zijn essentieel geworden”
zelden volledig ‘Cisco-only’ zijn. Wij zorgen dat alle componenten in de keten samenwerken – of het nou gaat om een Microsoft Defender-agent, een Palo Alto-firewall of een Meraki-netwerk.”
Zero trust als uitgangspunt aaZoo ontwerpt al jaren netwerken volgens zero trust-principes. Dat betekent dat gebruikers, apparaten en applicaties continu worden gecontroleerd, en toegang alleen wordt verleend op basis van strikte regels. “We behandelen interne werkplekken als een soort gastnetwerk,” zegt De Boer. “In combinatie met microsegmentatie en oplossingen zoals Cisco ISE of Meraki Access Manager kunnen we gedetailleerde toegang controleren.”
De Boer verwacht dat de komende jaren vooral in het teken zullen staan van consolidatie en automatisering. “Klanten willen minder losse tools, meer overzicht, en vooral: rust. Onze missie is om dat voor elkaar te krijgen, samen met partners als Comstor en Cisco. Security blijft een wapenwedloop,” besluit De Boer. “Maar wie zijn processen slim inricht, kan sneller reageren dan de aanvaller.” ◾
Kaseya deed tijdens DattoCon Europe 2025 in Dublin diverse strategische aankondigingen voor msp’s. Belangrijkste onderwerpen waren aanzienlijke
investeringen in Europa, de lancering van een eigen SIEM-oplossing en AI-gedreven optimalisaties binnen het platform. Tekst: Marcel Debets
De openingskeynote van het event was ingeruimd voor de nieuwe CEO van Kaseya, Rania Succar. Succar werkte eerder onder meer voor Intuit, Google, McKinsey en Merrill Lynch. Haar aanstelling gaat gepaard met een significante investering van 100 miljoen dollar in de EMEA-regio (zie kader), waarbij Kaseya ruim 200 ontwikkelaars extra gaat inzetten voor productontwikkeling en ondersteuning van lokale partners.
Introductie van Kaseya SIEM
Een opvallende lancering was de nieuwe eigen Security Informa-
tion and Event Management-oplossing: Kaseya SIEM. Deze oplossing, geïntegreerd in de Kaseya 365-suite, biedt beveiligingsfunctionaliteit speciaal gericht op msp’s en mkb-bedrijven. De oplossing integreert endpoint- en cloudtelemetrie van RocketCyber en SaaS Alerts. Daarnaast ondersteunt Kaseya SIEM Managed Detection and Response (MDR), wat moet zorgen voor snelle detectie en reactie op bedreigingen. CPO Jim Lippie kreeg de handen op elkaar door zijn aankondiging dat de dienst in de initiële fase wordt aangeboden voor 1 euro per gebruiker per maand.
Afschaffen van high watermark pricing
Tijdens zijn presentatie kondigde Lippie aan dat Kaseya definitief afscheid neemt van het zogeheten high watermark pricing-model. In dat model worden msp’s gefactureerd op basis van het hoogste aantal gebruikers of endpoints dat ze in een bepaalde periode hebben afgenomen, ook als dat aantal tijdelijk was. Voor veel dienstverleners leidde dit tot frustratie en onverwachte kosten, vooral in situaties waarin klantbehoeften snel fluctueren.
Kaseya introduceert daarom een nieuw prijsmodel op basis van een minimum commitment. Partners spreken een ondergrens af voor het aantal gebruikers of apparaten, waarover ze maandelijks gefactureerd worden. Extra gebruik wordt aanvullend in rekening gebracht, maar zonder dat tijdelijke pieken automatisch de nieuwe ondergrens vormen. Volgens Lippie sluit deze aanpak beter aan bij de manier waarop msp’s zelf hun diensten factureren, en draagt het bij aan meer voorspelbaarheid, margeverbetering en vertrouwen.
Rania Succar: We investeren honderden miljoenen in Europa
Tijdens haar eerste publieke optreden als CEO van Kaseya, op DattoCon Europe in Dublin, gaf Rania Succar een duidelijk signaal af: Europa wordt een speerpunt. Ze kondigde aan dat het bedrijf honderden miljoenen dollars investeert in lokale engineeringteams, datacenters en partnerondersteuning. Volgens Succar staat het mkb voor grote uitdagingen zoals personeelstekorten en technologische complexiteit. Daarin speelt de msp een sleutelrol. “Zonder de juiste partner haalt het mkb nooit het maximale uit technologie.”
Succar brengt ervaring mee van Intuit, waar ze AI-gedreven oplossingen ontwikkelde voor kleine bedrijven. Die ervaring wil ze inzetten om Kaseya’s platform klantgerichter en innovatiever te maken. Dat begint met betere onboarding, duidelijke facturatie en meer integratie tussen tools. Ook wordt de merkarchitectuur gestroomlijnd, zodat het portfolio eenvoudiger te begrijpen is. AI vormt een belangrijke pijler in de nieuwe strategie. Succar ziet veel kansen om operationele taken zoals onboarding en ticketrouting te automatiseren. Dankzij de schaal van Kaseya – honderdduizenden mkb-klanten via partners – beschikt het bedrijf over waardevolle data om zinvolle AI-oplossingen te ontwikkelen.
Om nieuwe producten sneller te laten landen, zet Kaseya in op scherpe introductieprijzen. “Maar uiteindelijk willen we gekozen worden op basis van de waarde die we leveren,” zegt Succar. Haar belofte: meer luisteren, sneller leveren en transparanter communiceren. “We groeien als community. Als we kennis delen en samenwerken, brengen we het mkb echt vooruit.”
AI-gedreven optimalisatie met Kaseya 365 Ops
Een andere belangrijke lancering was Kaseya 365 Ops, voorgesteld door Nadir Merchant. Dit nieuwe platform bevat geïntegreerde functies zoals PSA, documentatie, offertebeheer, automatische facturatie en wachtwoordbeheer.
Met behulp van AI-gedreven automatiseringen verwacht Kaseya dat msp’s maandelijks tot 160 uur aan werk kunnen besparen.
Frank DeBenedetto, GTM General Manager Backup bij Kaseya, presenteerde belangrijke updates rondom Datto’s backup- en business continuity-oplossingen. De populaire Datto ALTO 5 werd opnieuw gelanceerd met een verhoogde opslagcapaciteit van 2TB voor dezelfde prijs als de eerdere 1TB-versie. Daarnaast kondigde
DeBenedetto een algemene prijsverlaging van 10 procent aan op nieuwe Datto BCDR-contracten en de herintroductie van het populaire “pause-and-extend”-beleid, waarmee abonnementen tijdelijk kunnen worden gepauzeerd als een klant vertrekt. Voor nieuwe partners werd het BCDR Fast Track-programma gelanceerd, inclusief gratis appliances en een forse korting op diensten en onboarding.
Infrastructurele verbeteringen
Gray Knowlton, Executive Vice President R&D bij Kaseya, lichtte toe dat het bedrijf belangrijke verbeteringen aanbrengt in zijn infrastructuur. De komende periode wordt geïnvesteerd in cloud-native architecturen via platforms zoals AWS, Azure en GCP. Kaseya mikt hiermee op een betrouwbaarheid van 99,9
procent. Daarnaast kondigde Fulton aan dat er meer aandacht komt voor het minimaliseren van onderhoudsvensters tijdens kantooruren en dat er nieuwe lokale datacenters geopend zullen worden, waaronder een strategische investering in Duitsland.
Tijdens de diverse presentaties werd de nadruk gelegd op klantgerichtheid en het faciliteren van groei en operationele efficiëntie voor msp’s. Rania Succar benadrukte dat Kaseya’s toekomststrategie gebaseerd is op klantgerichte innovatie en het leveren van meetbare resultaten voor msp’s en hun klanten. Dit wordt ondersteund door uitgebreide investeringen in AI-technologieën en operationele verbeteringen om partners te helpen hun diensten efficiënter en winstgevender aan te bieden. ◾
Met ruim 7.000 bezoekers en een stijging van 14 procent ten opzichte van vorig jaar, laat Cybersec Europe zien dat de belangstelling voor cybersecuritythema’s blijft toenemen. In Brussel kwamen op 21 en 22 mei securityspecialisten, beleidsmakers en eindgebruikers samen voor een programma gericht op actuele dreigingen, regelgeving en technologische innovatie. Tekst: Marcel Debets
De vierde editie van het evenement vond opnieuw plaats in Brussels Expo. De organisatie koos dit jaar nadrukkelijk voor meer inhoudelijke diepgang, met sessies voor zowel strategische als technische doelgroepen. Ook op de beursvloer waren ontwikkelingen zichtbaar: van startups tot gevestigde leveranciers, met veel aandacht voor AI, dataprivacy en compliance.
De officiële opening werd verzorgd door Matthias Diependaele, Vlaams ministerpresident en onder meer verantwoordelijk voor Economie
en Digitalisering. Zijn aanwezigheid benadrukte het belang dat overheden hechten aan digitale weerbaarheid – en aan samenwerking tussen publieke en private partijen.
De Europese dimensie van cybersecurity kwam tijdens meerdere sessies aan bod. Mario Beccia, Team Leader Cybersecurity bij de Europese Commissie, lichtte het beleid rond de NIS2richtlijn toe. Hij wees op de verplichtingen die deze regelgeving met zich meebrengt voor zowel organisaties als lidstaten. Ook het tempo waarin implementatie
nodig is, kreeg aandacht: bedrijven zullen de komende maanden maatregelen moeten nemen om aan de eisen te voldoen.
AVG en digitale rechten in de spotlight
Een van de opvallendste sprekers was Max Schrems, privacyjurist en oprichter van NOYB. Hij besprak de naleving van de AVG en pleitte voor meer transparantie bij grote technologiebedrijven. Volgens Schrems is het probleem niet de regelgeving zelf, maar het ontbreken van consistente handhaving. Zijn lezing trok veel belangstelling, mede vanwege de actualiteit van het onderwerp. Nieuw dit jaar was het zogeheten Tech Theater, een aparte programmalijn gericht op developers, ethical hackers en security engineers. Hier werden live demo’s, deep dives en expert talks gepresenteerd, vaak
“Met de Capture The Flag-wedstrijd konden deelnemer technische kennis testen in een realistische context”
met een nadruk op hands-on vaardigheden en concrete scenario’s.
Een ander nieuw onderdeel was de Capture the Flag (CTF)-wedstrijd, waarbij teams in competitieverband digitale kwetsbaarheden moesten opsporen. Het doel: zo snel mogelijk verborgen ‘vlaggen’ vinden door systeemfouten of configuratieproblemen te detecteren. Deelnemers waren enthousiast om zo technische kennis te testen in een realistische context.
De beursvloer bood plaats aan een breed scala aan aanbieders – van leveranciers van threat intelligence en e-mailbeveiliging tot partijen die zich richten op compliance en risicomanagement. Daarbij viel op dat de thema’s NIS2 en DORA sterk vertegenwoordigd waren, evenals het toenemende gebruik van AI binnen securityoplossingen. Volgens exposanten groeit de behoefte aan concrete tools om inzicht te krijgen in dreigingen en kwetsbaarheden, maar ook om aan wet- en regelgeving te voldoen. Security wordt steeds vaker als integraal onderdeel van bedrijfsvoering benaderd, niet alleen binnen IT, maar ook binnen juridische, financiële en operationele afdelingen.
“Het probleem bij de AVG is niet de regelgeving zelf, maar het ontbreken van consistente handhaving”
Max Schrems, NYOB
Hoewel het zwaartepunt nog altijd bij Belgische en Nederlandse bezoekers ligt, neemt de internationale component toe. De organisatie meldt deelnemers uit Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk. Daarmee ontwikkelt Cybersec Europe zich tot een regionaal platform met een bredere uitstraling dan voorheen.
Cybersecurity binnen organisaties
Tijdens de beurs werd duidelijk dat cybersecurity inmiddels een onderwerp is dat in steeds meer organisaties breed wordt gedragen. Niet alleen IT-teams, maar ook directies, compliance-afdelingen en externe toezichthouders zijn betrokken bij vraagstukken rond beveiliging en weerbaarheid. Dat heeft invloed op de manier waarop oplossingen worden gekozen, geïmplementeerd en beheerd.
Cybersec Europe fungeert daarbij als plek voor uitwisseling, reflectie
en ontmoeting tussen verschillende disciplines, in een vakgebied waar de technische en beleidsmatige realiteit elkaar steeds vaker raken.
Volgende edities
De eerstvolgende editie – gericht op de Nederlandse markt – vindt plaats op 10 en 11 september 2025 in de Jaarbeurs Utrecht. Dit evenement wordt gecombineerd met Data Expo. Als mediapartner is ChannelConnect hierbij aanwezig en bovendien zullen het Security & Privacy Dossier en het ChannelConnect-septembernummer prominent zichtbaar zijn tijdens beide evenementen. Daarna keert Cybersec Europe terug op 20 en 21 mei 2026 in de Brussels Expo. Voor beide evenementen wordt gewerkt aan een verdiept inhoudelijk programma, met onderwerpen als AI in cybersecurity, beveiliging van OT-omgevingen en de impact van Europese regelgeving op diverse sectoren. ◾
Nederland voert nog altijd de lijst aan als het gaat om thuiswerken, maar
sommige bedrijven roepen hun medewerkers terug naar kantoor. Tegelijkertijd investeren organisaties flink in AI-assistenten en duurzamere IT. De digitale werkplek blijft veranderen. Tekst: Martijn Vet
In 2023 werkte ruim de helft van alle Nederlandse werknemers wel eens thuis: precies 52 procent, zo blijkt uit CBS-cijfers. Nederland staat daarmee bovenaan in Europa (zie kader). De meeste Nederlandse medewerkers én werkgevers lijken tevreden met hybride werken.
Tegelijkertijd zien we dat vooral in Amerika bedrijven verlangen dat medewerkers weer fulltime naar kantoor komen. Uit onderzoek van KPMG blijkt zelfs dat meer dan 80 procent van de CEO’s wereldwijd verwacht dat hun medewerkers binnen drie jaar volledig terugkeren naar kantoor.
Terwijl Nederlandse bedrijven vasthouden aan hybride werken, investeren zij wel flink in nieuwe techno-
logieën om hun medewerkers beter te ondersteunen. Verschillende ontwikkelingen bepalen hoe de digitale werkplek er in 2025 uitziet.
Koerswijziging in hybride werken?
Nederlandse bedrijven lijken vastbesloten om vast te houden aan hybride werken. Thuiswerkers komen gemiddeld drie dagen per week naar kantoor, vooral op dinsdag en donderdag. Deze verdeling is opmerkelijk stabiel: ook in 2020
was de verhouding thuis versus kantoor al 2:3.
Maar internationaal waait er een andere wind. Bedrijven als Amazon, JP Morgan en Dell vinden dat mensen vijf dagen in de week op kantoor moeten verschijnen.
In Nederland blijven bedrijven echter voorzichtig. Het KPN-onderzoek Monitor Hybride Werken toont wel aan dat 70 procent van de werknemers nog altijd een werkplek heeft die niet goed is toegerust
De digitale werkplek van 2025 wordt gekenmerkt door snelle innovatie op het gebied van AI, beveiliging en duurzaamheid
Nederland Europese koploper thuiswerken
voor thuiswerken. Een kwart heeft geen verstelbaar bureau, evenveel mensen missen een tweede scherm en een vijfde heeft nog steeds geen fatsoenlijke bureaustoel. Voor IT-dienstverleners liggen hier duidelijk nog kansen.
Cloud-first wordt de standaard Microsoft 365 en Google Workspace zijn niet meer weg te denken uit de kantooromgeving, maar we zien ook groei in virtual desktop-oplossingen en cloud-based opslag. De voordelen zijn duidelijk: eenvoudiger beheer, automatische updates en betere schaalbaarheid. Voor veel bedrijven is de cloud ook een manier om kosten te beheersen, vooral in onzekere economische tijden.
Wat nieuw is, is de trend naar consolidatie van leveranciers. Microsoft Teams voegde vorig jaar bijvoorbeeld applicatie- en bestandsondersteuning toe, waardoor gebruikers minder verschillen-
Nederland neemt een koppositie in op het gebied van thuiswerken onder de EU-lidstaten. In 2022, het recentste jaar waarover internationale cijfers beschikbaar zijn, werkte een meerderheid van de werkenden in Nederland in meer of mindere mate thuis. Vooral het percentage werkenden dat aangeeft soms thuis te werken, is in Nederland relatief hoog. Daarentegen is in andere landen met veel thuiswerkers, zoals Zweden, Finland, Luxemburg en Ierland, het percentage dat meestal thuiswerkt hoger.
de tools nodig hebben. Deze trend lijkt door te zetten. Voor IT-dienstverleners betekent dit dat ze klanten kunnen helpen bij het vereenvoudigen van hun digitale werkplekportfolio, met als resultaat lagere kosten en betere gebruikerservaringen.
De traditionele benadering van beveiliging - een veilige omgeving binnen de firewall - werkt niet meer in de hybride werkplek. In plaats daarvan zien we een sterke opkomst van Zero Trust-modellen. Het principe is simpel: vertrouw niemand en niets totdat het geverifieerd is. Zero Trust is geen hype meer, maar
een operationele noodzaak. Het Nationaal Cyber Security Centrum adviseert organisaties al om voor deze aanpak te kiezen. Ook Amerikaanse overheidsinstellingen moeten streven naar Zero Trustimplementatie. Voor de digitale werkplek betekent dat strengere authenticatie, betere monitoring van gebruikersgedrag en risicogebaseerde toegangscontroles. Unified endpoint management wordt hierbij belangrijk: elk apparaat dat toegang wil tot bedrijfsdata moet voldoen aan strenge beveiligingseisen.
De CrowdStrike-storing van juli 2024, waarbij massaal Windows-
computers crashten door een foutieve update, toont aan hoe belangrijk robuuste endpoint-beveiliging is. Organisaties die goed voorbereid waren, ondervonden veel minder problemen.
AI-assistenten breken echt door 2024 was het jaar waarin AI-assistenten eindelijk echt doorbrak op de werkplek. Microsoft Copilot staat voorop, maar ook andere aanbieders komen met vergelijkbare oplossingen. AI helpt bij het automatiseren van repetitieve taken, het samenvatten van documenten en het verbeteren van besluitvorming. Microsoft rapporteert dat hun eigen verkoopteam bij regelmatig gebruik van Copilot aanzienlijk productiviteitswinst behaalt.
Maar zorgen zijn er ook. Meer dan een derde van de werknemers voelt zich overweldigd door de AI-ontwikkelingen. Daarnaast zijn er veel
28 procent van werkend Nederland ervaart stress door slecht werkende IT-apparatuur en software, en de hierdoor verloren productiviteit. Dit blijkt uit onderzoek van het Tilburgse IT-bedrijf Aces Direct onder meer dan 1.000 werkende Nederlanders, die werkzaam zijn in organisaties met 250 tot 1200 medewerkers. Een kwart (26%) ervaart regelmatig technische problemen of uitdagingen tijdens het thuiswerken.
zorgen over het lekken van gevoelige bedrijfsgegevens en andere privacygevoelige informatie. Veilig gebruik van AI-tools en duidelijke gebruikersrichtlijnen staan hoog op de agenda.
Duurzaamheid als must-have Duurzaamheid in IT verandert van een positieve onderscheidende factor naar simpelweg de standaard. Dat blijkt ook uit de toenemende aandacht voor circulaire IT-oplossingen.
Organisaties kiezen steeds vaker voor refurbished hardware in plaats van nieuwe apparatuur. Ook energie-efficiënte oplossingen worden belangrijker, van energiezuinige processors tot LEDmonitoren en zelfs accessoires met zonnecellen.
Cloud-oplossingen spelen hier een rol in. Veel datacenters draaien inmiddels volledig op hernieuwbare
Investeer nu in een toekomstbestendige
digitale werkplek, en leg een basis voor succes in de komende jaren
energie, wat de CO2-uitstoot van digitale werkplekken verder verlaagt. Virtuele werkplekken zorgen er ook voor dat lokale apparaten minder belast worden, wat bijdraagt aan een langere levensduur van hardware.
Microsoft heeft zich gecommitteerd om in 2030 CO2-negatief, waterpositief en zero-waste te zijn. Voor IT-dienstverleners wordt het steeds belangrijker om duurzaamheid mee te nemen in hun advies aan klanten.
Medewerkerservaring
De focus verschuift van technologie naar gebruikerservaring. Zestig procent van de technologie- en bedrijfsleiders geeft aan dat het verbeteren van de werknemerservaring een topprioriteit is. Maar dit gaat niet meer zonder kritisch naar de kosten te kijken.
Digitale platformen werken hard aan het verenigen van werkplekken
en het verbonden houden van alle werknemers, ongeacht waar ze werken. Het antwoord ligt in betere samenwerkingstools, maar ook in training en ondersteuning.
De toekomst is hybride, veilig en duurzaam
De digitale werkplek van 2025 wordt gekenmerkt door stabiliteit in het hybride werken, maar ook door snelle innovatie op het gebied van AI, beveiliging en duurzaamheid.
Voor IT-dienstverleners liggen er volop kansen om klanten te helpen bij deze transitie.
Het draait niet alleen om het implementeren van nieuwe technologieen, maar ook om het adviseren over de juiste keuzes en het ondersteunen van medewerkers bij veranderingen. Organisaties die nu investeren in een toekomstbestendige digitale werkplek, leggen de basis voor succes in de komende jaren. ◾
Ruim helft Nederlanders werkt weleens thuis
In 2023 werkten ruim 5 miljoen mensen soms of meestal thuis, 52 procent van alle werkenden. In geen enkele EUlidstaat is dit percentage hoger. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS.
De meeste mensen die thuis werken, werkten soms thuis, dat wil zeggen hooguit de helft van hun gebruikelijke arbeidsduur. Tussen 2021 en 2023 steeg dit met bijna 700 duizend, tot 3,8 miljoen. Tegelijkertijd daalde het aantal mensen dat meestal thuiswerkt met ruim 600 duizend, tot 1,3 miljoen. Het totale aantal thuiswerkers groeide daardoor van 5,0 miljoen in 2021 naar 5,1 miljoen in 2023. Maar doordat het totale aantal werkenden sneller toenam, daalde het deel dat thuiswerkt van 54 procent in 2021 naar 52 procent in 2023.
Mensen met een ict-beroep of met een creatief of taalkundig beroep werken het meest thuis. In 2023 deden 9 op de 10 van hen dat meestal of soms. Ook relatief veel managers werkten thuis, maar zij deden dat vooral soms. In dienstverlenende beroepen en in transport of logistieke beroepen werd het minst thuisgewerkt.
Gemiddeld 15 uur per week thuis
In 2023 werkten thuiswerkers gemiddeld bijna twee volledige werkdagen (15 uur) per week thuis. Dat is iets minder dan de helft van al hun gewerkte uren. Opgeteld maakten alle thuiswerkuren bijna 20 procent uit van de gewerkte uren door alle werkenden. Zelfstandigen werkten relatief veel thuis: 30 procent van al hun gewerkte uren. Bij werknemers was dat iets meer dan 17 procent.
Barco heeft onlangs zijn nieuwste innovatie gelanceerd, de ClickShare Hub. ChannelConnect sprak met Christophe Vande Kerckhove, Channel Manager Benelux bij Barco, en Jo Claes, Technical Sales Engineer bij distributeur Exertis, over de achterliggende strategie, de rol van partners en de kansen voor het kanaal. Tekst: Marcel Debets
De afgelopen jaren heeft videoconferencing een enorme vlucht genomen, dat is geen verrassing. “Sinds de pandemie zijn we definitief in een hybride werkomgeving beland,” vertelt Vande Kerckhove. “Daarbij wordt het kantoor steeds meer een ontmoetingsplaats. Mensen komen er samen om te brainstormen, te overleggen of elkaar te inspireren – en juist dan wil je dat de technologie hen ondersteunt in plaats van tegenwerkt.”
Hoewel veel organisaties al flink hebben geïnvesteerd in vergadertechnologie, is de praktijk vaak weerbarstig. “We merken dat er nog steeds veel frustratie is over het gebruik van conferencingtools,” zegt Claes. “Microfoons die echoën, deelnemers die elkaar niet goed verstaan… dat haalt de e ciëntie volledig onderuit.” Barco’s nieuwste antwoord op die uitdagingen is de ClickShare Hub, een modulair draadloos videoconferentiesysteem met diepgaande integratie in Microsoft Teams Rooms. Daarmee bouwt het bedrijf voort op
zijn ervaring met draadloze presentatie- en conference-systemen.
Van BYOM naar modulaire videoruimte “ClickShare is ooit begonnen met draadloos presenteren via een USB-button,” blikt Vande Kerckhove terug. “In 2020 kwam daar draadloos conference bij op basis van het BringYour-Own-Meeting principe waarbij de laptop van de gebruiker als tool gebruikt wordt. Wat we nu zien, is dat organisaties, sterk gedreven door Microsoft, ook kiezen voor een vaste set-up in de ruimte – room-based systemen dus. ClickShare Hub combineert het beste van die werelden.” De nieuwe oplossing is modulair en op maat samen te stellen. Organisaties kunnen klein beginnen en desgewenst uitbreiden. De basis is de ClickShare hub, een MTR-apparaat op Android met in eerste instantie ook draadloze deelmogelijkheden. Deze hub kan worden gekoppeld aan schermen, camera’s en andere hardware. Dankzij de nauwe samenwerking met Microsoft biedt Click-
Share Hub volgens Barco eenvoud in gebruik, veiligheid en beheerbaarheid. “De ClickShare Hub is technisch helemaal klaar voor de nieuwste generatie software en updates,” zegt Claes. “Denk aan ondersteuning voor Microsoft Teams Rooms Pro, centrale device management via de Pro Management Portal, en regelmatige firmware-updates.”
Geen technische drempel
Een van de belangrijkste speerpunten van de ClickShare Hub is eenvoud –niet alleen voor gebruikers, maar ook voor het kanaal. “Er mag geen technische drempel zijn op het moment dat je wilt gaan vergaderen,” benadrukt Vande Kerckhove. “Het moet gewoon werken. Elke dag opnieuw. Daar draait het om.”
Die eenvoud geldt ook voor de reseller, vult Claes aan: “We hebben in het kanaal te maken met partijen die een breed portfolio beheren en voortdurend nieuwe technologie moeten bijbenen. Exertis ziet het als zijn rol om resellers te begeleiden in die ontwikkelingen – met trainingen, demonstraties en ondersteuning bij implementaties. Zo kunnen zij de eindklant optimaal adviseren.” Dat advies gaat verder dan alleen de ClickShare Hub. “In veel gevallen leveren we een totaalscenario,” zegt Claes. “Denk aan schermen, bevestigingssystemen, bekabeling, audio-oplossingen.”
Open ecosysteem, agnostisch platform
Hoewel de ClickShare Hub in de eerste fase wordt gelanceerd als Microsoft Teams Room-oplossing, is het systeem op termijn niet gebonden aan één platform. “Bring Your Own Meeting’ blijft een essentieel uitgangspunt,” zegt Vande Kerckhove. “Gebruikers moeten de vrijheid hebben om hun eigen conferencingtool te kiezen in functie van hun doel – of dat nu Teams is, Zoom, Webex, Google Meet, of andere oplossingen.”
Die flexibiliteit maakt ClickShare aantrekkelijk voor organisaties met gemengde IT-omgevingen, zoals bij fusies of binnen internationale teams. Claes: “We merken dat er veel vraag is naar platform-agnostische oplossingen. Dat is precies wat deze oplossing biedt.”
Barco werkt er bovendien aan om het BYOM-principe ook binnen ClickShare Hub te integreren. “Vanaf 2026 komt er een firmware-update die dat mogelijk maakt,” zegt Vande Kerckhove. “Dat betekent nog meer vrijheid voor de eindgebruiker.”
Voorbereid op de toekomst
De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Besturingssystemen veranderen, Microsoft voert updates versneld door, en gebruikers verwachten steeds meer van hun vergaderervaring. “De levensduur van AV-apparatuur
“Het succes van een oplossing wordt niet alleen bepaald door de technologie”
Christophe Vande Kerckhove
wordt korter,” waarschuwt Claes. “Wat drie jaar geleden cutting-edge was, is vandaag vaak al verouderd.” Daar speelt Barco op in met een actief updatebeleid en een duidelijke duurzaamheidsstrategie. “We leveren elk kwartaal firmware-updates die nieuwe functionaliteit toevoegen en beveiliging verbeteren,” zegt Vande Kerckhove. “Daarnaast bieden we een aantrekkelijk trade-in-programma. Klanten kunnen oudere apparatuur inruilen – ook als die van een ander merk is – en profiteren van financiële voordelen bij de overstap naar ClickShare.”
Kansen voor het kanaal
Voor resellers en integratoren betekent de komst van de ClickShare Hub een kans om hun positie te versterken. “Er komt een golf aan nieuwe investeringen,” voorspelt Claes. “Niet alleen vanwege technologische veroudering, maar ook omdat hybride werken vraagt om slimme, flexibele vergaderruimtes. Met ClickShare Hub kunnen partners klanten daarin optimaal begeleiden.” Barco en Exertis benadrukken dat samenwerking daarin cruciaal is. “Het succes van een oplossing wordt niet alleen bepaald door de technologie,” besluit Vande Kerckhove. “Het gaat erom hoe die technologie wordt aangeboden, geïmplementeerd en ondersteund. Daarin hebben we elkaar als fabrikant, distributeur en reseller keihard nodig.” ◾
Tijdens het allereerste Tech Dinner van Evolve IP kwamen medio juni diverse toonaangevende resellers uit heel Nederland samen op het hoofdkantoor in Rotterdam. Het exclusieve event bood waardevolle inzichten in de nieuwste trends en marktontwikkelingen binnen cloudcommunicatie.
De middag en vroege avond van het Evolve IP Tech Dinner stonden in het teken van inspirerende presentaties, succesverhalen en open gesprekken, met als doel
om samen de toekomst van cloudcommunicatie vorm te geven. Op het programma stonden onder meer trendpresentaties, partnercases, een product roadmap, een interactieve Q&A en technische sessies – allemaal gericht op leren, verbinden en samen groeien.
Global Sales Director Jamie Hughes kijkt tevreden terug op de bijeenkomst: “Het was een geslaagde dag die de technische experts van onze white label-partners samenbracht. We konden dieper ingaan op actuele marktontwikkelingen, praktijk- en succesverhalen delen en in gesprek gaan met branchegenoten en onze eigen specialisten. Dit event draaide om het versterken van partnerschappen, het opdoen van relevante kennis en het verbinden met andere techprofessionals die de toekomst van cloudcommunicatie mede bepalen.”
Ontdek hoe Evolve IP uw business kan versterken en ga naar evolveip.nl
Over Evolve IP
Strategisch partner
Michael Vermeulen, Partner Manager bij Evolve IP, benadrukt dat het event specifiek was bedoeld voor technische professionals. “Als internationale specialist in cloud collaboration zijn we meer dan een leverancier. We positioneren ons nadrukkelijk als strategisch partner en laten dat ook zien in de manier waarop we samenwerken,” aldus Vermeulen.
“Voor de technische achterban van onze partners was dit dé kans om het Evolve IP-team persoonlijk te ontmoeten, relaties op te bouwen en alvast een kijkje te nemen in de nieuwste innovaties en ontwikkelingen binnen ons portfolio. Een combinatie van expertise, inhoudelijke gesprekken en volop netwerkmogelijkheden – met als extra ingrediënt goed eten en drinken – bleek een geslaagd recept voor een toekomstgerichte en inspirerende bijeenkomst.”
Evolve IP levert een internationaal carrier-grade Unified Communications-platform met geïntegreerde white-label remote workforce-technologieën. Het ‘work anywhere’-concept stelt partners in staat om barrières in de communicatiemarkt te doorbreken met toonaangevende oplossingen van wereldwijde technologieaanbieders. Partners kunnen hiermee uniforme, klantgerichte oplossingen leveren, ondersteund door een uitgebreid duurzaamheidsprogramma.
Het partnerecosysteem kent veel partijen. In elke editie van ChannelConnect belichten we de activiteiten van een ITdienstverlener. Deze keer is dat ValueIT, dat inmiddels zes jaar bestaat en gevestigd is in Eindhoven. Tekst: Mels Dees
ValueIT, het bedrijf van Frank van Tuyl, Michiel Coolen en Robert van Gulik, is ontstaan uit een duidelijke overtuiging: IT moet niet groter of ingewikkelder worden gemaakt dan nodig is. “Wat wij merken is dat zeker de wat grotere IT-bedrijven Ferrari’s naar binnenrijden, terwijl een eenvoudigere maar degelijke auto vaak meer dan voldoet.”
In de filosofie van Van Tuyl moet technologie value for money leveren, effectief zijn en vooral passen bij de behoefte van de relatie. Met dertig jaar ervaring in de IT besloten Van Tuyl , Coolen en Van Gulik in 2019 hun eigen koers te varen. Het bedrijf begon klein, met een duidelijke regionale focus. “Inmiddels telt het bedrijf dertien medewerkers,” geeft Van Tuyl aan. Hij legt uit dat indien nodig extra personeel wordt ingehuurd.
De werving van nieuwe collega’s blijkt in de huidige krappe arbeidsmarkt, en zeker in de regio Eindhoven waar veel bedrijven om ITtalent vechten, een uitdaging. Van Tuyl herkent echter ook kansen. “We hebben heel goede contacten met het MBO en HBO. We hebben een drietal afstudeerders gehad die ook hier zijn blijven hangen.” Dat jonge mensen willen blijven, zegt volgens hem veel over de sfeer binnen het team, en de kansen die medewerkers krijgen.
“Uiteindelijk spelen wij ook een adviserende rol”
Breed portfolio, brede klantenbase De keuze van ValueIT om een breed dienstenpakket aan te bieden – van telefonie tot cloudbeheer en alles daartussenin – is bewust. “Wij doen alles behalve het programmeren,” zegt Van Tuyl , die daarmee bedoelt dat ValueIT geen software ontwikkelt, maar zich richt op ondersteuning, beheer, security en implementatie. Die aanpak zorgt ervoor dat medewerkers steeds met verschillende technologieën en klantvragen bezig zijn. “Het brengt ook met zich mee dat de medewerkers een afwisselende baan hebben,” erkent hij. En dat is iets dat in een technische omgeving juist aantrekkelijk is voor jonge, leergierige krachten. Wat relaties betreft is ValueIT breed inzetbaar en de geografische nabijheid is tegenwoordig minder belangrijk. ValueIT bedient dan ook relaties door heel het land.
Adoptie van telecomdiensten
De groei van ValueIT heeft ook geleid tot verdieping in telecomdiensten. Oorspronkelijk werkte het bedrijf hiervoor samen met een externe partner, maar toen die leverancier afhaakte, moest Van Tuyl besluiten of hij het zelf wilde oppakken. Dat deed hij, met succes. “Ik heb mensen laten certificeren en ben een intensieve samenwerking aangegaan met Dstny als leverancier. We trekken samen met hen op en zij hebben
ons heel goed ondersteund. En dat loopt heel goed.” Wel hield hij een achterdeurtje open. “Als het na een jaar niet zou bevallen, of het zou niet goed in ons portfolio passen, dan wil ik dat deze activiteit overgeheveld wordt naar Dstny.”
Omarmen van innovatie
Hoewel Van Tuyl van huis uit net-
werkspecialist is en jarenlang met switches, routers en andere infrastructuur werkte, omarmt hij telecom nu van harte. De scheidslijn tussen IT en telecom vervaagt volgens hem steeds verder. “Het netwerk moest ineens bepaalde toestellen ondersteunen en dan merk je hoe afhankelijk telefonie is geworden van IT.” Dat proces vindt
hij interessant om te volgen. “De techniek erachter zal nog wel complex zijn, maar de interface is tegenwoordig net zoals het water dat uit de kraan komt.”
Het omarmen van nieuwe technologie deed Van Tuyl ook bij de opkomst van cloud en SaaS. “Wij zetten al vroeg in op AI,” blikt hij terug. Van Tuyl ziet dat ook aanbieders zoals Dstny experimenteren met slimme toepassingen, zoals een virtuele telefoniste op basis van kunstmatige intelligentie. Zulke ontwikkelingen volgt hij vol belangstelling op de voet. “Dat zijn innovaties die zomaar over acht of tien jaar standaardoplossingen kunnen zijn.”
Partner als trusted advisor
Security is vanaf het begin een belangrijk speerpunt geweest voor ValueIT. Al in het tweede jaar behaalde het bedrijf de ISO 27001-certificering. “Het is zo belangrijk voor ons, dat we eigenlijk sinds de start al daarmee bezig zijn,” zegt Van Tuyl . Hij verwacht dan ook weinig problemen. Behalve dan, dat nog steeds niet duidelijk is hoe de Nederlandse wetgeving van de Europese NIS2-richtlijn eruit komt te zien. “Uiteindelijk spelen wij op het hele brede gebied van ITsecurity voor onze relaties ook een adviserende rol. Wij zijn hun trusted advisor.” ◾
Keynote Speakers such as:
Cyber attacks are an increasing threat in today’s digital landscape. Cybersec Netherlands is the platform where experienced cybersecurity professionals connect to share knowledge and address real-world security challenges.
Organizations across all sectors gain practical insights to improve their cyber resilience and safeguard critical operations. Collaboration is key— because we are stronger together.
Register for free.
Onur Korucu
Cybersecurity & Data Protection Strategist Forbes Tech Council Member
Bert Hubert Founder of PowerDNS | Public Technologist advisor on Cyber & Ethics
Kelvin Rorive Chief Information Security Officer CCRC
Pieter Jansen
Cybersecurity Entrepreneur | Partner at CTRL+ALT+INVEST
Pim Takkenberg General Manager at Northwave Investigation & Innovation
Jake Moore Global Cybersecurity Advisor at ESET
Police Digital Forensics Officer
Marthe & Florianne
Cybersecurity (Operations) Manager & Risk & Compliance Manager, NS Cybersecurity
Fleur van Leusden
Chief Information Security Officer (CISO) Host of CISO Praat (Cybersecurity Podcast)
Kaseya/Datto heeft zijn 365portfolio uitgebreid met Ops, een suite met vijftig vooraf ingebouwde automatiseringen. Daarmee speelt het bedrijf in op de behoefte van msp’s om processen efficiënter, consistenter en schaalbaarder in te richten. Hans ten Hove van Kaseya legt het uit. Tekst Marcel Debets
Voor veel managed service providers is automatisering een strategische noodzaak. Taken als klantonboarding, toegangsbeheer en softwareconfiguraties zijn arbeidsintensief, foutgevoelig en dragen weinig bij aan de meerwaarde die je als msp aan klanten wilt leveren. De combinatie van personeelsschaarste, hogere klantverwachtingen en groeiende complianceeisen dwingen om deze processen verder te stroomlijnen.
Volgens Hans ten Hove, Area Vice President Continental Europe van Kaseya, is de tijd rijp om automatisering serieuzer aan te pakken. “We hebben gekeken naar de handelingen die het meeste tijd kosten of de grootste risico’s opleveren. Juist daar kun je veel winnen, qua efficiëntie en kwaliteit.”
De nieuwe Opsvariant van Kaseya 365 bevat vijftig vooraf geconfigureerde automatiseringen, gericht op operationele taken die bij vrijwel elke msp terugkomen. Het pakket is opgebouwd rond Kaseya’s bestaande platform, waarin inmiddels meer dan tweeduizend interne koppelingen zijn gerealiseerd tussen tools als RMM, Autotask en IT Glue.
“Een ransomwaremelding in RMM kan automatisch een ticket aanmaken in Autotask,” geeft Ten Hove als voorbeeld.
“Die koppeling kan meteen de juiste documentatie ophalen en indien nodig een herstelactie starten. Alles zonder dat iemand van scherm hoeft te wisselen.”
Kaseya 365
De 365lijn bestaat nu uit drie suites: Endpoint, User en Ops. Elk van deze pakketten bevat meerdere toepassin
gen en een bijbehorende set automatiseringen. De selectie is gebaseerd op gebruiksdata van tienduizenden Kaseyapartners wereldwijd.
Naast operationele winst is er volgens Ten Hove nog een andere reden waarom automatisering hoog op de agenda staat: druk op marges. “Veel msp’s nemen genoegen met een marge die eigenlijk veel groter zou kunnen zijn. Door taken te standaardiseren en te automatiseren, ontstaat ruimte om te groeien zonder dat je personeelskosten exponentieel toenemen. Dat maakt je model schaalbaarder en minder kwetsbaar.”
“Door automatisering kun je groeien zonder hogere personeelskosten”
Kaseya combineert automatisering bovendien met dataanalyse via zijn eigen AIengine, CooperAI. Deze tool kijkt naar het gebruik van Kaseyaoplossingen in duizenden omgevingen en doet aanbevelingen voor optimalisatie. Die suggesties worden inmiddels in de praktijk door veel partners toegepast. “Automatisering is de basis,” zegt Ten Hove. “Maar AI kan helpen om nóg slimmer te werken. Door te leren van anderen zie je sneller waar je processen kunt verbeteren of waar handwerk onnodig is geworden.”
Met de introductie van Kaseya 365 Ops wil het bedrijf de stap naar geautomatiseerde, schaalbare mspdienstverlening verder versnellen. “De uitdagingen in deze markt vragen om slimme oplossingen. Daarin kunnen automatisering en AI elkaar versterken. Efficiëntie is de sleutel,” besluit Ten Hove. “En die sleutel leveren wij mee, standaard ingebouwd. ◾
Vrijwel alle leveranciers in het kanaal kennen een partnerprogramma. In elke editie van ChannelConnect zetten we recente veranderingen binnen de verschillende programma’s op een rij.
Brian Moats, verantwoordelijk voor het partnerbeleid bij Broadcom, licht toe hoe het bedrijf de afgelopen anderhalf jaar zijn partnerstrategie heeft aangepast. Volgens hem draait alles om het ondersteunen van klanten in hun innovatie, door samen te werken met de juiste partners.
Moats benadrukt in een blog-post dat het bedrijf zich blijft richten op partners die in staat zijn om het volledige potentieel van VMware Cloud Foundation (VCF) te benutten. Het is volgens hem essentieel dat partners bereid zijn te investeren in de benodigde expertise en middelen. Eerder wees Moats er al op dat Broadcom zich richt op het erkennen en belonen van partners die over de kerncompetenties beschikken waarop klanten vertrouwen voor hun succes met VCF. De huidige aanpak is volgens hem het resultaat van een uitgebreide evaluatie van het partnernetwerk. Daaruit is naar voren gekomen dat Broadcom het aantal partners dat VMware-oplossingen mag verkopen in de regio’s Amerika, Azië-Pacific en Japan zal reduceren.
“Deze beslissing stelt ons in staat om ons te concentreren op het verdiepen van relaties met partners die
zich hebben bewezen,” zegt Moats. Hij verwijst daarbij naar factoren zoals historische prestaties, technische expertise en het vermogen om te investeren in de dienstverlening die klanten verwachten.
Geen ‘Registered’-niveau meer Een andere verandering is dat het Broadcom Advantage Partner Program wordt teruggebracht van vier naar drie niveaus: Pinnacle, Premier en Select. Het Registered-niveau komt te vervallen. Moats legt uit dat dit besluit is genomen omdat het overgrote deel van de klantimpact afkomstig is van partners die binnen de bovenste drie niveaus opereren. Voor partners in de hogere segmenten worden de eisen aangescherpt. Pinnacle-partners moeten bijvoorbeeld beschikken over de status van Expert Advantage Professional Services Partner, waarmee zij hun geavanceerde vaardigheden in het implementeren van VCF aantonen. Een alternatief is het onderhouden van een gespecialiseerde praktijk gericht op het midden- en kleinbedrijf, die schaalbare adoptie ondersteunt.
Zowel Pinnacle- als Premierpartners dienen daarnaast te beschikken over toegewijde verkoop- en technische medewerkers, zodat zij klanten gedurende de gehele levenscyclus kunnen ondersteunen. Ook wordt van hen verwacht dat zij gezamenlijke businessplannen met VMware opstellen, met als doel een betere afstemming en wederzijds resultaat. Alle partners dienen bovendien actief te blijven en in goede reputatie te verkeren. Moats zegt in zijn artikel, dat Broadcom begonnen is met het afbouwen van relaties met partners die niet langer aan de minimale eisen voldoen of onvoldoende betrokken zijn. “Dit is essentieel om
de integriteit van ons partnernetwerk te behouden,” schrijft Moats. “We willen dat elke klantinteractie gebaseerd is op competentie en betrokkenheid.”
Partners moeten resultaat leveren
De veranderingen in het partnerlandschap betekenen dat sommige klanten zullen overstappen naar een nieuwe partner. De groep partners die met Broadcom doorgaat, krijgt volgens Moats een grotere verantwoordelijkheid en moet aan hogere normen voldoen. “We vertrouwen deze geselecteerde groep een breder klantenbestand toe en verwachten dat ze uitblinken, op schaal opereren en resultaat leveren.”
De nieuwe structuur van het programma biedt partners volgens Moats de kans om zich te onderscheiden. “Met meer klantmogelijkheden krijgen zij een relevantere en invloedrijkere rol binnen de VMware-business,” zegt hij. “We investeren in degenen die investeren in het succes van onze klanten.”
MinIO, aanbieder van high-performance objectopslag voor AI, lanceerde uitbreidingen op het partnerprogramma.
MinIO heeft zijn wereldwijde partnerprogramma vernieuwd om beter aan te sluiten op de toenemende vraag naar objectopslag, die mede wordt gedreven door AI-toepassingen. Volgens marktonderzoeksbureau IDC groeit de markt voor objectopslag richting een waarde van meer dan 20 miljard dollar eind 2025.
Het vernieuwde programma bevat volgens MinIO uitgebreidere incentives voor omzetgroei, meer trainingen, ondersteunende materialen en nieuwe partnerniveaus. Het bedrijf richt zich hierbij op systeemintegratoren, appliance- en cloudpartners, distributeurs, wereldwijde integrators, platformleveranciers en technologiepartners.
Mike Marinchak, Vice President Global Partner Sales bij MinIO, ziet het nieuwe programma als een kans voor partners om in te spelen op de groeiende behoefte aan schaalbare opslagoplossingen. De introductie van MinIO AIStor eind 2024 speelt daarin een centrale rol. Volgens MinIO wordt met de vernieuwde opzet meer waarde geboden voor partners en klanten, mede dankzij extra investeringen in het wereldwijde partnerkanaal.
Vier pijlers in programma
Het vernieuwde programma is gebaseerd op vier pijlers. De eerste is marktvraag. Partners zouden volgens het bedrijf kunnen meeliften op de wereldwijde adoptie van MinIO, waaronder een actieve Slack-community met 33.000 leden, ruim 52.000 GitHub-sterren (een indicatie van populariteit onder ontwikkelaars), 6.000 forks, en prestaties van AIStor die lineair zouden schalen binnen één namespace.
De tweede pijler is bundeling. Door MinIO AIStor te combineren met standaard opslaghardware en aanvullende diensten, zouden partners hun verkoopkansen aanzienlijk kunnen vergroten en de gemiddelde orderwaarde verhogen.
De derde pijler betreft het abonnementsmodel. Dit biedt volgens MinIO voorspelbare, terugkerende inkomsten met margepotentieel tijdens de volledige klantrelatie – ook bij verlengingen, up-sell en cross-sell.
Tot slot biedt het bedrijf ondersteuning bij dealregistratie, trainingen en certificering. Via de MinIO Academy zijn er meerdere opleidingsniveaus voor sales, technische en geavanceerde vaardigheden, elk met een bijbehorende badge. Deze trainingen zijn toegankelijk via het partnerportaal.
Datacenters worden gezien als een van de grootste belasters van het Nederlandse elektriciteitsnet. Uit onderzoek van RaboResearch blijkt dat deze stroomslurpers op langere termijn juist van groot belang kunnen zijn voor de energietransitie. Dankzij datacenters kunnen energieprojecten van de grond komen en hun restwarmte is bruikbaar voor bedrijven en huizen. Tekst: Wally Cartigny
Datacenters maken doorgaans constant gebruik van veel elektriciteit waardoor ze het stroomnet zwaar belasten. Daardoor worden ze gezien als belangrijke veroorzakers van netcongestie. Volgens analist energietransitie Owen Thomson van RaboResearch hoeft die situatie echter helemaal niet zo te blijven. Datacenters die in dienst staan van banken of ziekenhuizen moeten weliswaar stabiel draaien, maar voor veel andere doeleinden is flexibiliteit mogelijk. Door servers op bepaalde tijden uit te schakelen en stroomcapaciteit te vragen buiten piek
momenten, kunnen datacenters het stroomnet ontlasten. Sommige datacenters hebben hier al afspraken over gemaakt met energiebedrijven en netbeheerders. Contractueel kan worden vastgelegd wanneer een datacenter het net mag belasten. Daarnaast kan een datacenter deelnemen aan zogeheten congestiemanagement, waarbij een netbeheerder op bepaalde momenten aangeeft dat vraag of aanbod van stroom omlaag moeten.
Bijdrage aan projectontwikkeling Tot zover de datacenters als probleem,
Het Deense Copenhagen Infrastructure Partners (CIP) is met zijn uitvoeringspartner Copenhagen Offshore Partners (COP) betrokken bij het energieproject Zeevonk in Nederland. Samen met Vattenfall realiseert COP een offshore windpark van 2 GW en een drijvend offshore zonnepark van 50 MWp, gelegen op 62 km uit de Nederlandse kust. Het project moet in 2029 operationeel zijn. Een aanzienlijk deel van de elektriciteit die door het offshore wind- en zonnepark wordt opgewekt, zal in een grootschalige elektrolysefabriek in de haven van Rotterdam worden omgezet in groene waterstof. Een mooi project om bij aan te sluiten, vond Google. Daarom is de internetgigant een mega-overeenkomst aangegaan voor de afname van elektriciteit via Zeevonk. Google gaat in Nederland 250 MW windenergie afnemen om zijn lokale datacenters gedurende 15 jaar van stroom te voorzien. De overeenkomst bevat een optie om de afname te verhogen tot 500 MW. Keld Bennetsen, Senior Vice President en Europe Market Lead bij COP zegt daarover: “Dit is een belangrijke mijlpaal voor de toekomst van de energietransitie in Europa. We hebben dynamische oplossingen nodig om onze klimaat- en hernieuwbare doelstellingen te bereiken. Het Zeevonk-project doet precies dit, eerst met de dynamische structuur van het project zelf en nu met deze overeenkomst voor de afname van elektriciteit met Google.”
met daarbij ook oplossingen voor de energiesector. Want datacenters bieden ook heel grote energiekansen volgens het onderzoek. Bijvoorbeeld voor de financiering van grote energieprojecten. Niet door daar zomaar een zak geld naartoe te brengen, maar door een PPA (Power Purchase Agreement) af te sluiten met ontwikkelaars van bijvoorbeeld wind- en zonneparken. Thomson wijst erop dat dergelijke projecten moeite hebben om hun businesscase rond te krijgen omdat er niet voldoende zekerheid van stroomafname is. Als bijvoorbeeld de hyperscale datacenters in ons
Een andere interessante kans die datacenters bieden voor de energietransitie, is het hergebruik van hun restwarmte (zie het kader over Aalsmeer). Datacenters produceren voortdurend restwarmte die in theorie te gebruiken is om via warmtenetten woningen en andere gebouwen te verwarmen. Hartstikke energiebesparend en goed voor het milieu, alleen ook best lastig te realiseren. Voor de aanleg en werking van warmtenetten zijn onder meer een passende infrastructuur en voldoende zicht op afname noodzakelijk. De laatste jaren zijn er in Nederland al aardig wat projecten op dit gebied gesneuveld omdat ze te ingewikkeld en vooral veel te duur bleken.
Restwarmte datacenter succesvol hergebruikt
In Aalsmeer gebruiken een potplantenexporteur, zwembad met sporthal en een kindcentrum sinds 2019 een deel van de beschikbare restwarmte van een nabijgelegen datacenter van NorthC. Het datacenter krijgt in ruil voor de restwarmte koude terug en bespaart daarmee op elektriciteitsgebruik voor koeling. Het datacenter heeft veel meer restwarmte beschikbaar (in totaal 4 MW) en levert deze in de toekomst mogelijk ook aan andere partijen.
De restwarmte van het datacenter wordt als bron gebruikt voor de warmtepompen van de afnemers. Deze restwarmte wordt aangevoerd op een temperatuur van ongeveer 20 graden Celsius. Vervolgens komt het water retour met circa 10 graden Celsius. Elektrische warmtepompen in elk gebouw brengen de warmte op de juiste temperatuur.
Voor het project is vooraf een gezamenlijke businesscase gemaakt, waarin de deelnemer met het grootste profijt de zwaarste lasten draagt. De deelnemers rekenen op een terugverdientijd van tussen de 7 en 11 jaar. Ook bekijken ze mogelijkheden om nieuwe partijen aan te laten sluiten. Dat is mede belangrijk voor de continuïteit, in een situatie waarin één van de deelnemende partijen stopt met het restwarmteproject.
land bereid zijn om een langjarig contract af te sluiten, dragen ze daarmee significant bij aan de ontwikkeling van hernieuwbare elektriciteitsproductie. ◾
Warmtewet helpt datacenters
Volgens het onderzoek van RaboResearch kan de ontwikkeling van warmtenetten in een versnelling komen na de inwerkingtreding van de nieuwe Warmtewet. In die wet krijgen onder andere publieke warmtebedrijven meer regie over de ontwikkeling van projecten waardoor die vlotter van de grond kunnen komen. Het gebruik van restwarmte als energiebron krijgt bovendien meer prioriteit in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de Regionale Energiestrategieën (RES). Dat is goed nieuws voor datacenters in ons land. Want daar waar stakeholders wél in staat blijken om gezamenlijk restwarmteprojecten van de grond te tillen, dragen de resultaten positief bij aan de voorgenomen energietransitie. In samengaan met flexibele afspraken met stroomleveranciers kan zo de energiebehoefte van datacenters definitief verschuiven van probleem naar oplossing voor de maatschappij.
Tien jaar Dutch Data Center Association (DDA) werd eind juni gevierd in de Heineken Experience in Amsterdam. Managing Director Stijn Grove blikte terug op de begintijd. “Het idee om een brancheorganisatie voor datacenters op te richten, ontstond in een tijd waarin digitale infrastructuur nog geen vanzelfsprekend thema was op overheidsagenda’s.” Tekst: Mels Dees
De organisatie richt zich vanaf de oprichting op drie pijlers: energie en duurzaamheid, onderwijs en werkgelegenheid, en de digitale economie. Grove benadrukte hoe belangrijk het was dat de sector destijds die focus koos. “Focus heeft ons veel gebracht. Vooral in het begin. Energie, onderwijs, economie – dat zijn de kerngebieden waarin we echt iets konden betekenen.”
Manager Public A airs Laura Beukers, inmiddels vier jaar werk-
“We moeten naar de fase waar onze rol vanzelfsprekend is”
zaam voor DDA, ging tijdens het evenement in op het maatschappelijk debat over datacenters. Dat laaide in de afgelopen jaren op. “We moesten ineens veel meer uitleggen over thema’s als energiegebruik en waterverbruik.” Die uitleg werpt vruchten af, stelde Beukers. “Ministeries begrijpen nu beter wat we doen en waarom het belangrijk is voor de economie.”
Het jaarlijks rapport State of the Dutch Data Centers, dat samen met onderzoeksbureau Pb7 wordt uitgebracht, is een concreet voorbeeld van die inspanning. “Dit jaar was het bijna 100 pagina’s,” vertelt ze. “Het laat goed zien hoe de markt zich ontwikkelt. Dat onze bevindingen letterlijk worden overgenomen in overheidsdocumenten is het beste bewijs dat we impact hebben.” (Zie ook pagina 38.)
Tijdens het jubileumevent kreeg Stijn Grove uit handen van Mitchel van der Heide (links) en Tarik Lahri (rechts) van ChannelConnect een cadeau overhandigd: een levensgrote cover van de DDAjubileumspecial, die te vinden was in de afgelopen editie van ChannelConnect.
Kickstart Europe als toonaangevende beurs Een van de grootste publiekssuccessen van de DDA is het jaarlijkse event Kickstart Europe, dat inmiddels is uitgegroeid tot een van de belangrijkste Europese bijeenkomsten in de sector. Zoë Derksen, Manager Marketing, PR & Events, legde uit hoe bijzonder die groei is geweest. “In 2018 begonnen we met 250 mensen. Nu zitten we over de 2000. En het unieke is: het is een evenement voor én door het netwerk.”
Ook op het gebied van duurzaamheid is er veel gebeurd. Erik Barentsen blikte terug op het eerste initiatief rond restwarmte. “In 2017 boden we onze warmte aan. Het idee was simpel: gebruik energie twee keer. Maar al snel ontdekten we dat het niet zo makkelijk was. Er moet ook een warmtevraag zijn. En daar liep het spaak. Die warmtevraag wordt niet voldoende gestimuleerd in Nederland. Het is frustrerend, want we hebben honderden megawatts beschikbaar aan restwarmte, maar het beleid loopt achter.”
Andrew van der Haar, verantwoordelijk voor onder meer de ener-
“Ministeries begrijpen nu beter wat we doen en waarom het belangrijk is voor de economie”
gie-efficiëntiemaatregelen, vulde aan: “Wat we hebben geleerd is dat we als sector al veel doen, maar dat het zichtbaar maken van die inspanningen cruciaal is. Samen met toezichthouders hebben we nu een werkbare methode ontwikkeld om die besparingen goed te rapporteren. Dat is echt een doorbraak.”
Het gesprek verschoof daarna naar onderwijs en werkgelegenheid. Van der Haar zag daar een groot gat dat gedicht moest worden. “Binnen het onderwijs was nauwelijks aandacht voor onze sector. Je had opleidingen voor ICT, programmeren, maar niets over datacenterbeheer, fysieke installaties, onderhoud. We hebben nu MBO-opleidingen opgezet, keuzevakken geaccrediteerd gekregen. Vorig jaar schreven we 206 certificaten uit. Dat is echt een verschil.”
Nederland staat stil
Toen het gesprek richting toekomst
verschoof, stelde Kees Verhoeven, voormalig lid van de Tweede Kamer (D66), een centrale vraag: wat zijn de strategische keuzes die Nederland nu moet maken? Michiel Eielts, voorzitter van het bestuur van DDA, was duidelijk: “Als je kijkt naar AI, naar robotisering, naar digitalisering in brede zin, dan staat de wereld niet stil. Maar Nederland wél. En dat is zorgelijk. We moeten de randvoorwaarden creëren zodat we kunnen blijven innoveren. Dat vraagt om lef, beleid en samenwerking.”
Managing Director Stijn Grove vulde aan: “Ik zie een positieve kans. We kunnen bijdragen aan het oplossen van netcongestie, we kunnen versnelling brengen in de energietransitie. Maar we moeten wél erkend worden als infrastructuur. Op dit moment zitten we nog te vaak in de uitlegfase. We moeten naar de fase waar onze rol vanzelfsprekend is.”
Tijdens de Nationale Datacenter Dag presenteerde Dutch Data Center Association (DDA) de jubileumeditie van het rapport State of the Dutch Data Centers. Het rapport biedt een uniek overzicht van tien jaar datacenterontwikkeling in Nederland en laat zien hoe de sector is gegroeid tot fundament van de digitale economie. Als extra service vind je bij deze ChannelConnect-editie een exemplaar van dit rapport. We zetten de belangrijkste conclusies en bevindingen op een rij.
De digitale infrastructuur is de ruggengraat van onze digitale economie. In een rapport van het Ministerie van EZK wordt aangeduid dat de welvaartsbijdrage van de digitale infrastructuur 25 miljard euro bedraagt. Daarnaast maakt de digitale infrastructuur (waar datacenters een groot onderdeel van zijn) ook welvaart in de bredere zin mogelijk. Een hoogwaardige, betrouwbare, en veilige digitale infrastructuur faciliteert innovatieve en e ciënte bedrijfsprocessen en dienstverlening. Kortom, alle sectoren in Nederland profiteren van een sterke datacentersector.
5900
In 2024 werkten er ruim 5.900 mensen in Nederlandse datacenters
Neutral Data Centre Pact te behalen
From Boom to Bottlenecks
De jubileumeditie van het jaarlijkse rapport State of the Dutch Data Centers heeft dit jaar als thema: ‘From Boom to Bottlenecks’. Dit thema weerspiegelt niet alleen de successen van de afgelopen tien jaar, maar ook de noodzaak om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor de toekomst. Datacenters zijn geen randverschijnsel meer, maar fundamenteel voor innovatie, economische veerkracht en digitale autonomie. Het DDA-marktrapport wordt samengesteld op basis van onderzoek onder leden van de Dutch Data Center Association, in samenwerking met Pb7 Research. Het rapport zoomt in op trends, investeringen, duurzaamheid, regionale groei en de impact van opkomende technologieën zoals AI. Kees Verhoeven, adviseur Digitale Transformatie bij de DDA: “Een robuuste digitale in-
infrastructuur draagt ook bij aan de nationale soevereiniteit. Een goed functionerend systeem dat snelle verbindingen en veilige dataopslag garandeert, versterkt de internationale concurrentiepositie en de strategische autonomie van Nederland. Datacenters op eigen grondgebied bieden meer grip op onze data en maken ons minder afhankelijk van buitenlandse aanbieders. In een wereld die steeds meer gedomineerd wordt door technologie en die bovendien steeds meer geopolitieke spanningen kent, is dit van grote maatschappelijke meerwaarde.”
AI en schaalvergroting
De Nederlandse datacentermarkt blijft groeien, zo blijkt uit het rapport, ondanks aanhoudende uitdagingen rondom netcongestie en vergunningstrajecten. In 2024 bereikte het totale colocatievermogen 924 megawatt. Voor 2025 verwacht de sector een recordinvestering van meer dan €1,4 miljard. Steeds vaker bouwen datacenterexploitanten schaalbare colocatiecampussen die inspelen op de snelgroeiende vraag naar rekenkracht voor AI- en cloudtoepassingen. Tegelijkertijd verliezen enterprise datacenters terrein; organisaties kiezen steeds vaker voor colocatie of cloud infrastructuur.
De groei verschuift richting regio’s zoals
Groningen, Zuid-Holland en Noord-Brabant
Regionale groei
Hoewel de Metropoolregio Amsterdam (MRA) nog altijd goed is voor circa 70% van de colocatiecapaciteit, verschuift de groei richting regio’s zoals Groningen, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Daar is vaak meer netcapaciteit beschikbaar, liggen vergunningstrajecten minder complex en sluit het aanbod beter aan op lokale economische ecosystemen.
Duurzaamheid
Nederlandse datacenters zetten belangrijke stappen op het gebied van duurzaamheid. Het gemiddelde Power Usage E ectiveness (PUE) wordt in 2025 geschat op 1.25, waarmee Nederlandse datacenters zich scharen onder de Europese koplopers qua e ciënt energieverbruik. Daarnaast geeft 55% van de datacenteroperators aan te investeren in datathermie (hergebruik van restwarmte). Ook neemt de inzet op lokale groene stroom via Power Purchase Agreements (PPA’s) toe, evenals deelname aan netstabilisatieprogramma’s.
Vooruitgang op klimaatdoelen
De meeste datacenters liggen op schema om de doelstellingen van het Climate Neutral Data Centre Pact te behalen. Maar liefst 99,9%
van de ondervraagde datacenters maakt gebruik van groene stroomcontracten. Omdat de elektriciteitsmix niet op elk moment van de dag volledig groen is, verwacht 81% van de datacenters in 2030 volledig op hernieuwbare energie te draaien. 64% van de nieuwe faciliteiten voldoet al aan de PUE-norm van maximaal 1.30. Innovatieve technologieën zoals Direct Liquid Cooling en batterijsystemen worden onderzocht of al toegepast, en op termijn waterstof en SMR’s (Small Modular Reactors) ook.
Arbeidsmarkt en inclusie
In 2024 werkten er ruim 5.900 mensen in Nederlandse datacenters; dit aantal groeit naar verwachting door tot 7.710 in 2030. De sector zet steeds vaker in op samenwerkingen met onderwijsinstellingen en investeert in diversiteit en inclusie. ◾
Het rapport State of the Dutch Data Centers - ‘From Boom to Bottlenecks’ is bijgesloten bij deze editie van ChannelConnect. Geen rapport? Geen nood, een digitale versie vind je via dutchdatacenters.nl/publicaties
Eind juni opende Vertiv in Frankfurt een nieuwe academie: een centrum voor opleiding en bijscholing. Hier deelt de leverancier kennis over datacenteroplossingen met eigen medewerkers en professionals bij marktpartijen. Tekst: Mels Dees
Deze academie is een duidelijk bewijs van onze investering in training op topniveau,” zegt Phil Cullerton, Vice President & General Manager EMEA Service bij Vertiv in gesprek met ChannelConnect. De trainingsfaciliteit heeft volgens hem een bredere functie dan enkel kennisoverdracht.
“Het gaat om het opbouwen van een sterk ecosysteem waarin bedrijven, leveranciers en klanten nauw
samenwerken. De vraag is groot: we hebben voor het hele komende jaar dagelijks trainingen gepland.”
Peter Lambrecht, Vice President Sales EMEA bij Vertiv, plaatst deze ontwikkeling in het bredere kader van veranderende marktdynamiek. Volgens hem speelt het traditionele resellerkanaal slechts een beperkte rol in de fysieke bouw van een datacenter. “De rol van VAR’s begint pas echt in de white space,” zegt hij.
“Daar komen infrastructuur en IT samen, zeker nu we op chipniveau zijn gaan koelen.”
Ook het fysieke ontwerp van datacenters is in beweging. “De white space wordt kleiner, terwijl de grijze ruimte juist toeneemt,” legt Lambrecht uit. “Er is simpelweg meer infrastructuur nodig. We noemen dat densificatie: niet alleen de racks, maar ook stroom en schakelruimtes worden compacter en krachtiger ingericht.”
Vloeistofkoeling noodzakelijk
De technologische veranderingen gaan snel. “Binnen een paar jaar kunnen we dichtheden zien oplopen tot 1 megawatt per rack,” zegt Lambrecht. “Een datacenter van 10 megawatt past dan in één kamer. Maar je hebt drie keer zoveel ruimte nodig voor ondersteunende systemen.”
Cullerton merkt op dat vloeistofkoeling nu noodzakelijk is geworden. “Door de hitte van moderne chips moeten we direct op de chip koelen. Dat was vroeger niet nodig. Toen kon je het nog met lucht doen.” Lambrecht vult aan: “We deden de eerste vloeistofkoeling al in 1965, voor IBM. Dat was de start van alles.”
Datacenterindustrie zoekt talenten Lambrecht vergelijkt de onzichtbare kracht van datacenters met het alledaagse gebruik van smartphones:
“Als je honderd mensen vraagt wat dit is, zullen ze allemaal zeggen: een smartphone,” zegt hij, terwijl hij een smartphone toont. “Maar als je hen vervolgens vraagt hoe het werkelijk werkt, heeft niemand een idee. In feite is het misschien wel het domste apparaat dat er is.”
Volgens Lambrecht zit de échte intelligentie ergens anders: in de datacenters waar alle rekenkracht vandaan komt. “En als je diezelfde
Die groeien met ons mee in het vak.”
Datacenters worden vaak nog gezien als anonieme gebouwen. Maar volgens Lambrecht zijn het technische faciliteiten die vergelijkbaar zijn met een hotel. “Net zoals je in een hotel een bed en stroom wilt, willen klanten in een datacenter betrouwbare infrastructuur en energie.”
Modulaire datacenters
Volgens Cullerton verandert de industrie razendsnel. “De focus ligt nu op snelheid en kosten. Vroeger bouwde je een datacenter met bakstenen. Nu zetten we alles op een
“De vraag is groot: we hebben voor het komende jaar dagelijks trainingen gepland”
honderd mensen vraagt wat een datacenter is, dan zullen er 98 het niet weten,” stelt hij. Het laat zien hoe fundamenteel datacenters zijn voor onze digitale wereld — en hoe onzichtbaar ze nog altijd zijn voor het grote publiek. De sector kampt met een aanzienlijk tekort aan gekwalificeerde professionals om te voldoen aan de groeiende vraag van de digitale economie.
Ook middelbare scholen
“Niet iedereen hoeft ingenieur te zijn,” benadrukt hij. “We begeleiden ook mensen vanuit de middelbare school met technische opleidingen.
betonnen plaat en zijn we in maanden klaar.”
De tijd waarin je zes maanden kon wachten tot je infrastructuur op z’n plek stond is voorbij. “De investering in IT is zo groot, dat je het vanaf dag één moet benutten. Daarom bouwen wij nu modulaire datacenters,” legt hij uit. Ook geografisch veranderen de keuzes. Het gaat al lang niet meer alleen om Frankfurt, Londen, Amsterdam en Parijs. “AI-training hoeft niet in een datacenter Frankfurt. Dat kan ook op de Noordpool. De toepassingen komen later dichter bij de gebruiker.” Lambrecht ziet dezelfde trend.
“Vergeet de traditionele hubs. Denk aan Oost-Duitsland, de Nordics, of het Midden-Oosten. De beschikbaarheid van duurzame energie is daarbij ook een belangrijke drijfveer.”
Samenwerking essentieel Partners zijn en blijven onmisbaar voor Vertiv. “Bij een liquid cooling project hebben we sterke synergiën nodig om oplossingen snel en soepel te implementeren,” zegt Cullerton. “We gebruiken directe, partneren hybride strategieën, afhankelijk van de regio.”
Lambrecht beaamt dat samenwerking essentieel is. “Operators werken zelden met één partij. Wij zorgen ervoor dat onze infrastructuur naadloos samenwerkt met die van anderen. Training is een kernonderdeel van de strategie geworden.” Er is geen universiteit waar je leert hoe je een datacenter bouwt, zegt Lambrecht. “Daarom moet het bedrijfsleven zelf investeren in opleiding.” Cullerton: “Om deze uitdaging in zo’n dynamische sector aan te pakken, zijn proactieve maatregelen nodig, zoals vroege ontwikkelingsprogramma’s en voortdurende training voor medewerkers, klanten en partners. We hebben een verantwoordelijkheid naar de sector toe.” Lambrecht besluit: “IT en infrastructuur komen eindelijk samen. Deze industrie evolueert en partners zijn de sleutel. We hebben iedereen nodig.” ◾
De snelle opkomst van AI dwingt datacenters tot een herziening van de infrastructuur. Huidige koeling- en stroomvoorzieningen zijn niet altijd opgewassen tegen de toenemende vraag naar vermogensdichtheid. Vertiv en NVIDIA komen nu met een referentiearchitectuur. Tekst: Marcel Debets
Deze architectuur moet datacenters voorbereiden op AI-intensieve toepassingen. De oplossing ondersteunt vermogensdichtheden tot 142 kW per rack met een nieuwe benadering van schaalbare infrastructuur. Het hart van deze samenwerking is het NVIDIA GB300 NVL72-platform: een AI-superstack voor het verwerken van grote hoeveelheden data. Vertiv ontwikkelde hiervoor een energiezuinige en flexibele infrastructuurarchitectuur voor stroom en koeling, inzetbaar als kant-en-klaar ontwerp. Via integratie in NVIDIA Omniverse als SimReady 3D-modellen, kunnen gebruikers een digital twin creëren van hun infrastructuur, optimaliseren en testen voorafgaand aan fysieke implementatie. Deze aanpak met digital twins maakt realtime samenwerking mogelijk tussen IT-, facilitaire en engineeringteams. Bovendien zou het de doorlooptijd van ontwerp tot realisatie moeten verkorten, met minder risico’s en lagere kosten. Het concept past in de trend waarin digitale en fysieke werelden steeds meer in elkaar overvloeien, en waarin virtueel testen en valideren een
essentieel onderdeel is geworden van de infrastructuurcyclus.
Antwoord op de AI-uitdaging AI-workloads stellen datacenters voor nieuwe uitdagingen op het gebied van vermogensdichtheid, warmteontwikkeling en schaalbaarheid. De referentiearchitectuur van Vertiv speelt hierop in met vloeistofkoeling, hybride koelopties en een geoptimaliseerd energiepad dat een tot 70 procent hogere energie-efficiëntie zou moeten kunnen opleveren. Het systeem ondersteunt 800 VDC-architecturen en is schaalbaar tot racks van 1 MW of meer.
De toepassing van vloeistofkoeling is logisch omdat traditionele luchtkoeling bij zulke vermogens niet effectief genoeg meer is. Door direct-to-chip-koeling en andere vloeistoftechnologieën in te zetten wordt de warmte efficiënter afgevoerd. Handig is ook dat dit tegelijk ruimtewinst in het rack zelf ople-
vert. Dat maakt de oplossing energie-efficiënt, en volgens Vertiv ook compact en flexibel inzetbaar, zelfs in bestaande faciliteiten.
Samenwerking met visie
“We helpen klanten om hun AIdatacenters digitaal te optimaliseren vóór de eerste fysieke bouwstap,” zegt Scott Armul, Executive Vice President, Global Portfolio & Business Units, en die rol verantwoordelijk voor onder meer R&D. Dion Harris, Head of Data Center Product Marketing van NVIDIA, voegt toe: “Onze samenwerking brengt het beste van twee werelden samen: de AI-capaciteit van NVIDIA en de koel- en stroomexpertise van Vertiv.”
De twee bedrijven werken al langer samen aan infrastructuuroplossingen voor AI en high-performance computing (HPC). Hun gezamenlijke roadmap richt zich op het versnellen van innovatie en implementatie. Zo wordt er gewerkt aan
AI-workloads zorgen voor uitdagingen op het gebied van vermogensdichtheid
nieuwe standaarden zoals 800 volt DC-architecturen die nodig zijn om toekomstige vermogensniveaus boven de 1 megawatt per rack te ondersteunen.
De referentiearchitectuur doet zijn best om ontwerpvrijheid met praktische toepasbaarheid te combineren. Het systeem is wereldwijd inzetbaar en wordt ondersteund door Vertivs internationale netwerk van servicetechnici, zegt de fabrikant.
De modulaire opzet maakt het geschikt voor uiteenlopende toepassingen, van edge-omgevingen tot grootschalige AI-installaties. Voor colocatieproviders en hyperscaleoperators is het ook een manier om sneller in te spelen op de toenemende vraag naar AI-capaciteit, zonder telkens opnieuw het wiel te hoeven uitvinden.
Duurzaamheid is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Door het gebruik van hogere koelwatertemperaturen en efficiënte stroomconversie zou het energieverbruik aanzienlijk moeten worden teruggebracht. De oplossing kan daar-
Digital twins maken het mogelijk om de impact van ontwerpkeuzes te analyseren
mee aan zowel operationele als ecologische optimalisatie bijdragen, zodat organisaties strengere duurzaamheidscriteria aankunnen, en daarbij hun energie- en exploitatiekosten verlagen.
Infrastructuur wordt vaak beschouwd als een belemmering, maar kan juist een bepalende factor worden in AI-strategieën. Door de samenwerking met NVIDIA wil Vertiv zich positioneren als een partner in de transitie naar AI-gedreven IT-omgevingen. Voor datacenters die werken aan de integratie van nieuwe AI-workloads, kan deze aanpak een concreet startpunt bieden.
Met de referentiearchitectuur willen de bedrijven laten zien dat AI-ready infrastructuur een ontwikkeling is die nu al plaatsvindt, door het inte-
greren van ontwerp en uitvoering, en technologieën die volgens beide bedrijven inspelen op de eisen van high-performance computing. Via het gebruik van digitale tweelingen en simulaties wordt het mogelijk om al in een vroeg stadium de impact van ontwerpkeuzes te analyseren. Denk aan thermische prestaties, energieverbruik, of ruimtebeslag. Dat kan de voorspelbaarheid vergroten en maakt het onderbouwen van investeringen gemakkelijker.
De samenwerking tussen Vertiv en NVIDIA is volgens de bedrijven een voorbeeld van de trend dat de kloof tussen IT en facilitaire infrastructuur kleiner wordt. Integrale ontwerpen en gezamenlijke roadmaps creëren ruimte voor nieuwe manieren om datacenters op te zetten en om AI-ambities om te zetten in uitvoerbare infrastructuurprojecten. ◾
ALEX WESSEL
Vorige functie:
Ga naar ChannelConnect.nl en blijf op de hoogte van de laatste transfers en vacatures in het ICT-kanaal.
Operations Director, nLighten
Nieuwe functie:
Chief Operations O cer (COO), Leaseweb
Leaseweb heeft Alex Wessel benoemd tot Chief Operations O cer (COO). In deze functie gaat hij leiding geven aan de gecentraliseerde teams op het hoofdkantoor, waaronder de afdelingen voor bedrijfsbrede beleidslijnen, procedures, beveiliging en projectmanagement.
Daarnaast zal Wessel nauw samenwerken met operationele directeuren binnen de internationale Leaseweb-organisatie om de servicekwaliteit wereldwijd te versterken. Zijn focus ligt op standaardisatie en het creëren van een consistente klantervaring over alle locaties heen. Wessel begon zijn loopbaan als Technisch O cier bij de Koninklijke Marine, waar hij een sterke operationele basis legde. Daarna was hij onder meer actief bij Global Switch, waar hij verantwoordelijk was voor technisch onderhoud en incidentmanagement op de Amsterdamse campus. Hij bekleedde vervolgens leidinggevende operationele functies bij EdgeConneX in Amsterdam, Brussel en Barcelona en leidde teams in meerdere landen bij nLighten, waaronder Nederland, België, Spanje en Zwitserland.
Vorige functie:
President, QuickBooks bij Intuit
Nieuwe functie:
Chief Executive O cer (CEO), Kaseya
Kaseya heeft Rania Succar benoemd tot Chief Executive O cer. Succar brengt ruime ervaring mee in het leiden van snelgroeiende technologiebedrijven, met een sterke focus op productinnovatie, klantgerichtheid en schaalbare bedrijfsvoering.
Voor haar komst naar Kaseya was Succar werkzaam bij Intuit, waar zij als President van QuickBooks leiding gaf aan een wereldwijde organisatie gericht op MKB-financiën en digitalisering.
In haar nieuwe rol als CEO van Kaseya zal Succar zich richten op het versnellen van de wereldwijde groei, het versterken van de MSP-community en het verder integreren van Kaseya’s IT Complete-platform.
ASHLEY SCHUT
Vorige functie:
Channel Sales Manager, ESET Nederland
Nieuwe functie:
Channel Accountmanager, Arctic Wolf
Na een periode van zeven jaar bij ESET Nederland maakt Ashley Schut per 1 september de overstap naar het Amerikaanse cybersecuritybedrijf Arctic Wolf, waar zij aan de slag gaat als Channel Accountmanager.
Schut begon haar carrière bij ESET in 2018 als Solution Advisor. In de jaren die volgden bekleedde zij verschillende functies, waaronder Head of MSP en later Channel Sales Manager. In die laatste rol was zij verantwoordelijk voor de aansturing van het channelteam en het ontwikkelen en verankeren van strategische segmentbenaderingen binnen de partnerorganisatie.
In haar nieuwe rol bij Arctic Wolf gaat Schut zich richten op de uitbouw van het partnerkanaal in de Benelux, met een duidelijke focus op proactieve monitoring en het minimaliseren van digitale risico’s.
Vorige functie:
Chief Digital O cer, Molex Nieuwe functie:
Global Chief Information O cer (CIO), Vertiv
Vertiv heeft de benoeming aangekondigd van Mike Giresi als Global Chief Information O cer (CIO). In deze rol wordt Giresi verantwoordelijk voor het stimuleren van AI-adoptie, cybersecurity, productbeveiliging en het verbeteren van productiviteit en klantervaring via digitale innovatie.
Giresi brengt meer dan dertig jaar ervaring in IT met zich mee, waarvan ruim twintig jaar in leidinggevende posities. Voor zijn overstap naar Vertiv was hij Chief Digital O cer bij Molex. Eerder vervulde hij CIO-rollen bij onder andere Aramark, Royal Caribbean Cruises, Tory Burch, Direct Brands en Godiva Chocolatier.
VAN
Vorige functie:
Director Service Line Unified Operations, HSO
Nieuwe functie:
Chief Operations O cer (COO), Fellowmind
Fellowmind, Microsoft-businesspartner en specialist in digitale transformatie, heeft Arie Martin van den Akker benoemd tot Chief Operations O cer (COO).
Met meer dan twintig jaar ervaring in operationeel management en IT-projecten krijgt hij een sleutelrol in het versterken van het klantbedieningsmodel en het realiseren van Fellowminds groeistrategie binnen het Microsoft-ecosysteem.
In zijn nieuwe functie gaat Van den Akker nauw samenwerken met de Business Line Leads en het Managed Services Team. Zijn opdracht is helder: Fellowmind verder ontwikkelen van implementatiepartner tot strategisch businesspartner voor haar klanten en prospects.
Vorige functie:
Onder meer Managing Director bij Microsoft
Nederland, CEO Fellowmind
Nieuwe functie:
Chief Executive O cer
Nederland, Sopra Steria
Sopra Steria, voorheen bekend als Ordina, heeft Ernst-Jan Stigter aangesteld als Chief Executive O cer (CEO) Nederland.
In deze rol is Stigter verantwoordelijk voor het verder versterken van de marktpositie van Sopra Steria in Nederland, als onderdeel van de bredere Europese strategie van de Franse technologische multinational. Stigter brengt uitgebreide ervaring mee uit eerdere leidinggevende functies bij onder meer Microsoft en Fellowmind, en was tevens actief als voorzitter van brancheorganisatie NLdigital. Zijn expertise in digitale transformatie en zijn vermogen om technologische innovatie te verbinden met mensgericht leiderschap sluiten nauw aan bij de ambities van Sopra Steria.
Vorige functie:
VP France Operations Strategy, Schneider Electric
Nieuwe functie:
Chief Sustainability O cer, Schneider Electric
Schneider Electric heeft per 1 juni Esther Finidori aangesteld als Chief Sustainability O cer. In deze rol treedt zij toe tot het Executive Committee en krijgt zij de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en implementeren van een vernieuwde duurzaamheidsstrategie die de zakelijke relevantie van Schneider Electric versterkt.
Finidori brengt een ruime ervaring en bewezen leiderschap mee op het gebied van duurzaamheid. Binnen
Schneider Electric was zij eerder actief als VP France Operations Strategy, waar zij onder meer verantwoordelijk was voor beïnvloedingsstrategieën, commerciële strategie, sales excellence en circulaire economie-initiatieven. Daarvoor bekleedde zij diverse andere duurzaamheidsfuncties, waaronder die van Group Environment VP. Voor haar toetreding tot Schneider Electric in 2016 werkte Finidori als environmental consultant, gespecialiseerd in klimaatverandering en de energietransitie.
Op ChannelConnect Personalia deel jij je carrièrestap met de rest van Nederland. Heb jij een nieuwe functie?
Mail dan je gegevens, inclusief foto in hoge resolutie naar redactie@channelconnect.nl Zie voor meer personalia onze website channelconnect.nl
In onze nieuwe rubriek Achter de schermen zetten we de spotlights op de mensen die normaal uit het zicht blijven, maar onmisbaar zijn voor een soepel verloop van iedere werkdag. In deze editie maken we kennis met Danny Hu els en Marvin Yard, respectievelijk Team Leader Outbound en Assistant-Team Leader Outbound bij Westcon/Comstor.
Wat zijn jullie rollen rol bij Westcon-Comstor?
“Als Team Leader Outbound bij Westcon/Comstor sturen wij dagelijks een team aan dat verantwoordelijk is voor het tijdig en correct verzenden van orders. Wij bewaken de voortgang, signaleren en verhelpen knelpunten en stemmen af met zowel interne LDC-afdelingen als externe partijen, waaronder planning, sales, logistics support en transport. Daarnaast zorgen wij ervoor dat medewerkers begeleid worden en voeren kwaliteitscontroles uit. Ook helpen wij bij het verbeteren van processen op basis van data en operationele inzichten.”
Wat is het leukste aan jullie baan?
“De afwisseling tussen aansturen, oplossen en verbeteren. Wij werken in een dynamische omgeving waar je direct invloed hebt op de logistieke processen én het resultaat voor de klant. Daarnaast geeft het ons veel voldoening om ons team te begeleiden en te motiveren om samen steeds e ciënter te werken.”
Welke misvatting hebben mensen vaak over jullie werk?
“Dat het alleen om het verzenden van orders gaat. In werkelijkheid draait het om constante coördinatie, het aansturen van mensen en het verbeteren van processen. Het is veel meer dan alleen uitvoerend werk, wij
staan dagelijks klaar voor externe hulp en aanvragen van WestconComstor-medewerkers over alle regio’s wereldwijd. We moeten snel schakelen bij last minute wijzigingen, terwijl we ook oog houden voor kwaliteit, deadlines én ons team. Die balans vraagt dagelijks om scherpte en flexibiliteit.”
Wat is het meest uitdagende probleem dat jullie ooit hebben moeten oplossen?
“Dat was in de periode waarin het dak van onze vervoerder TNT/FedEx was ingestort. Hierdoor konden we even geen gebruik maken van onze vaste vervoerder. We moesten snel schakelen en onze dagelijkse processen volledig aanpassen. In die tijd hebben we een alternatieve vervoerder ingeschakeld en zijn we erin geslaagd om zendingen buiten ons reguliere systeem toch volledig traceerbaar te versturen.”
Hoe blijven jullie up-to-date met alle technologische ontwikkelingen?
“We blijven up-to-date door het volgen van trainingen en regelmatig overleg met collega’s. Daarnaast houden we actief nieuwe tools en technologieën in de gaten die onze logistieke processen kunnen optimaliseren.”
Als je niet in de IT had gewerkt,
wat zou je dan hebben gedaan?
Danny Hu els: “Mijn grote droom was een carrière bij Defensie, specifiek bij de Luchtmobiele Brigade. Helaas moest ik die ambitie door een zware blessure opgeven. Vervolgens ben ik bij Westcon-Comstor aan de slag gegaan, waar ik inmiddels al 11 jaar met veel plezier en passie werk.”
Marvin Yard: “Als Westcon-Comstor niet op mijn pad was gekomen, had ik wellicht een klus- en aannemersbedrijf gehad. Ook ik werk na 11 jaar nog steeds met veel plezier binnen dit bedrijf.”
Wat is buiten je werk je grootste passie?
Danny Hu els: “Mijn grootste passies zijn voetbal (met name FC Utrecht), Formule 1 en vooral het genieten van mooie momenten met mijn vriendin en vrienden.”
Marvin Yard: “Mijn grootste passies zijn voetbal en muziek.” ◾
Naam: Danny Hu els
Leeftijd: 30
Functie: Team Leader Outbound – LDC The Netherlands
Naam: Marvin Yard
Leeftijd: 39
Functie: Assistant-Team Leader Outbound – LDC The Netherlands
Verschijning: 11 september
Deze uitgave zal prominent zichtbaar zijn op Cybersec Netherlands
Er zijn ook nog enkele plekken beschikbaar voor het Security & Privacy Grotetafelgesprek op donderdag 14 augustus!
Geïntereseerd om deel te nemen in het dossier? Of aan te schuiven bij het Grotetafelgesprek?
Mail dan snel naar: sales@channelconnect.nl