
7 minute read
Roof Belgium mei 2025
by Embuild
Mortelé & Zoon renoveert station van Oostende met traditionele zinktechnieken
Voor wie regelmatig de Belgische kust bezoekt, vormt het station van Oostende wellicht een bekend gezicht. Het neoclassicistische gebouw krijgt binnenkort een nieuwe bestemming en wordt daarom grondig gerenoveerd. Dakbedrijf Mortelé & Zoon uit Bredene mocht de dakwerken verzorgen, mét respect voor de historische materialen en technieken.
Het station van Oostende en het aangrenzende Hotel Terminus Maritime behoren samen met het Thermae Palace tot de bekendste historische gebouwen van Oostende. Het stationsgebouw, een ontwerp van de Gentse architecten Otten en Seulen, werd tussen 1907 en 1913 gebouwd. Het gebouw is opgetrokken in het verlengde van de sporen en de centrale ingang van het gebouw is haaks op de sporen ingeplant, uitkijkend richting het stadscentrum.
Tegen het station is het voormalig "Hotel Terminus Maritime” aangebouwd, een voormalig hotel dat begin vorige eeuw vooral bedoeld was voor reizigers die met de trein aankwamen in Oostende en daags nadien de overzet wilden nemen naar Engeland. Sinds het verdwijnen van heel wat ferry’s uit Oostende kende het hotel steeds minder succes en het sloot uiteindelijk de deuren. De NMBS, de eigenaar van het hotel, zette het te koop en de stad Oostende kocht het gebouw over in 2018. Het kreeg aanvankelijk een tijdelijke invulling. Onder andere de kantoren van Theater aan Zee werden er gedurende enkele jaren in ondergebracht, maar nu krijgt het gebouw een nieuwe bestemming en dus wordt het helemaal gerenoveerd.

Specialist in rustieke dakbedekkingen
Voor de dakwerken schakelde hoofdaannemer Artes Woudenberg de Bredense dakwerker Mortelé & Zoon in. “Wij zijn namelijk gespecialiseerd in rustieke dakbedekkingen en verdiepen ons steeds verder in de verschillende zinktechnieken”, legt zaakvoerder Dries Mortelé uit. “Mijn vader, die helaas in 2021 overleden is, heeft het bedrijf 28 jaar geleden opgericht. Aanvankelijk deed hij allerlei soorten dakwerken, maar sinds ik in het bedrijf gestapt ben, zijn we ons steeds meer gaan specialiseren in rustieke dakbedekkingen en oude technieken.
We werken heel veel met methodes van vroeger, maar we doen hier aan de kust ook veel werken aan villa’s en plaatsen daar dan bijvoorbeeld oude Boomse pannen, oude tegelpannen of andere recuperatiematerialen. Door de jaren heen hebben we zo ook heel veel technische kennis over oude bouwmethodes opgebouwd, en dus is het logisch dat men bij ons komt aankloppen voor de renovatie van dit gebouw.”
Grondige restauratie
Hoofdaannemer Artes Woudenberg nam de volledige exterieurrestauratie voor zijn rekening. Dit omvatte alle gevels, het buitenschrijnwerk en alle daktimmerken in metaal en hout. Ook de dakvoet werd op verschillende plaatsen vernieuwd om de stabiliteit van de constructie te verzekeren. Toen die werken klaar waren, werd Mortelé & Zoon erbij gehaald voor de dakwerken. Een uitdagende opdracht, want het gebouw bevat zowel zinken daken als natuurleien die afgewerkt zijn met horizontale en verticale membrons in zink.
De membron in zink is een product dat is ontworpen om de rand van een dak waterdicht af te dekken, terwijl het tegelijkertijd een esthetische uitstraling biedt.
Links en rechts van de centrale ingang van het stationsgebouw liggen twee vierkante torens met mansardedaken in natuurleien, terwijl op de verbindingsstukken van het centrale gebouw naar de torens zinken roevendaken liggen, ook wel daken in tasseau genoemd.

“We hebben hier het volledige dak onder handen genomen,” vervolgt Dries Mortelé. “Van zowel het hoofdgebouw als van de torens aan de zijkanten. Aangezien het om een beschermd gebouw gaat, moesten we dat doen met het nodige respect voor de gebruikte materialen en het uitzicht van het gebouw. In overleg met het Agentschap Erfgoed hebben we gekozen voor materialen en technieken die zo goed mogelijk aansloten bij de originele bouwmethodes.
Daar waar het kon hebben we de bestaande natuurleien behouden, maar de beschadigde leien hebben we uiteraard vervangen door nieuwe. We hebben de zinken bekleding op het platte dak volledig vernieuwd. Niet via de methode van de staande naad, maar opnieuw via de minder toegepaste tasseau-techniek.
Voorts hebben we nog de ossenogen onder handen genomen, de natuurleien op de torens hersteld en al het zinkwerk op de torens vernieuwd. Overal kwamen nieuwe bakgoten en ook nieuwe, op maat gemaakte, afvoerbuizen. Tot slot hebben we nog ladderhaken aangebracht en de voorbereidende werken voor de bliksemafleiders uitgevoerd.”

Respect voor geschiedenis
Dat respect voor de origineel gebruikte materialen en technieken is geen evidentie bij zinkwerken.
“Gelukkig konden we rekenen op de technische ondersteuning van VMZINC en Defrancq,” vervolgt Dries Mortelé. “Deze renovatie was trouwens een van de laatste projecten die technisch adviseur Jo Dewulf van Defrancq heeft begeleid.
De meest uitdagende elementen waren ongetwijfeld de membrons, de zinken elementen ter hoogte van de noordbomen en aan de bovenzijde van het leienwerk. We hebben getracht om de oorspronkelijke membrons zo goed mogelijk na te maken. Defrancq heeft ons hierbij uitstekend geholpen! Dat was een heel tijdrovend proces, waarbij we verschillende types en formaten hebben uitgetest.
Om zeker te zijn dat het plooiwerk geschikt zou zijn, had Defrancq zelfs een maquette van de dakconstructie gemaakt, waarop we de verschillende modellen hebben uitgeprobeerd. Dat leerde ons bijvoorbeeld ook dat er initieel te weinig houtwerk voorzien was om al het zink te kunnen bevestigen. Die maquette is dus heel goed van pas gekomen.
Na onze test zijn dan enkele modellen gemaakt van het vlakke element, dat de ruimte tussen de natuurleien en de noordboom uitvult. Deze elementen worden rechtstreeks vernageld op de houten constructie, maar daar waar de membrons vroeger aan elkaar gelast waren, hebben we nu gekozen voor een systeem waarbij ze enkel bovenaan vastgezet worden. Zo kunnen ze langs de onderzijde vrij over elkaar bewegen en kan het zinkwerk meer uitzetten. Dat is ook nodig, want we hebben vastgesteld dat bij de oorspronkelijke membrons de lasnaden op veel plaatsen opengesprongen waren.
Dat is dus een kleine aanpassing die we in samenspraak met het Agentschap erfgoed hebben aangebracht, maar ze verandert niets aan het uitzicht van het gebouw. Een andere kleine wijziging ten opzichte van het origineel is dat we het zinkwerk zo onzichtbaar mogelijk bevestigd hebben. Vroeger keek men daar niet naar. Het zink werd gewoon vernageld en op de koppen van alle nagels werd nadien gewoon een laagje soudure aangebracht.”
Meer duurzaamheid
“Zowel de vlakke elementen, als de gerolde stukken die op de noordbomen kwamen, zijn volledig op maat gemaakt van dit project, met zink van VMZINC. Sommige onderdelen bevatten zelfs 50 plooitjes, die stuk voor stuk handmatig aangebracht werden.
Geen evidente klus dus! Voor de rest hebben we gewerkt op de oorspronkelijke houten dakconstructie en we hebben getracht om zo veel mogelijk van de originele leien te bewaren. We merken dat de tendens naar meer duurzaamheid ook in de dakenwereld steeds meer doordringt. Wij doen bijvoorbeeld ook vaak werken in Brugge en daar krijgen we steeds meer de vraag om de nokken van de daken vast te leggen met kalkmortel, zodat ze later kunnen losgemaakt worden zonder risico op beschadigingen.”

Uitdagend werk
Dergelijke historische restauraties zijn geen alledaags werk, maar als dakwerker geeft het wel veel voldoening.
“Wij hebben hier als mensen van de streek aan één van de mooiste gebouwen van Oostende mogen werken, uiteraard zijn we als team fier dat ze hieraan mogen meewerken. Maar het is ook uitdagend werk, dat motiveert! We hebben dit jaar bijvoorbeeld ook twee stagiairs, waaronder één die bij ons werkt via het systeem van duaal leren. Voor die jongen is dat natuurlijk een gedroomde leerschool. Hij kan hier wat geld verdienen, maar tegelijk wordt hij hier ook echt uitgedaagd. Dit is geen routineklus, maar technisch uitdagend werk. Hij leert hier iedere dag nieuwe materialen en technieken kennen, waardoor geen twee dagen dezelfde zijn. Voor zo’n jonge gast is dat natuurlijk heerlijk. Het is bovendien een kerel met een goeie attitude. Hij is niet bang om de handen uit de mouwen te steken en hij wil echt bijleren. Zo’n jonge mensen zijn broodnodig in ons vak, dus we zijn blij dat we hen via dit soort prestigeprojecten ook kunnen opleiden.”
Meer weten?