
6 minute read
Brussels OXY-project brengt urban mining in de praktijk
Uit de omvorming van het iconische Muntcentrum in hartje Brussel tot het multifunctionele OXY-gebouw zijn heel wat interessante lessen over urban mining te leren. Bij deze grootschalige renovatie waren twee architectenbureaus betrokken (Binst Architects en DDS+), Rotor, een Brusselse coöperatieve die zich toelegt op het hergebruik van bouwmaterialen, en Cordeel als hoofdaannemer. Dit artikel werd geschreven in het kader van het onderzoekproject Circulaire Sloopteams, waarvan Embuild Vlaanderen de trekker is.
Opdrachtgever Whitewood had uit een eerder project in Brussel geleerd dat een volledige sloop omwille van de stedelijke regelgeving nooit een omgevingsvergunning zou krijgen. Dat stimuleerde hen om een uitgebreid onderzoek te doen naar de hergebruikmogelijkheden van het bestaande gebouw. Laurent Withofs, project manager bij Whitewood: “Het zit trouwens in het DNA van Whitewood om duurzaam en innovatief te zijn. Urban mining maakt hier onmiskenbaar onderdeel van uit”. Al in de wedstrijdfase werd SuReal betrokken, een adviesbureau dat zich specifiek richt op duurzaamheidsoplossingen voor de bouw- en ontwikkelingssector. SuReal beïnvloedde een aantal ontwerpbeslissingen, zoals de keuze voor het gevelmateriaal (koper met verlaagde CO2-voetafdruk omwille van de demonteerbaarheid), het maximale behoud van de bestaande betonnen structuur en een horizontale uitbreiding in CLT (Cross Laminated Timber).
Hergebruikpotentieel verder onderzoeken
Na de competitiefase deed Rotor verder onderzoek naar het hergebruikpotentieel van alle materialen en elementen in het gebouw. Olivia Noël, projectmanager bij Rotor, vertelt: “Een van de lessen die we uit het project leerden, is dat het veel efficiënter is om vooral energie en tijd te stoppen in elementen die in de scope van het nieuwe ontwerp zitten. Zeker bij grote projecten kan het onderzoek bij de start beter toegespitst worden op een beperkte set van parameters.”
Materialen met asbest of andere gevaarlijke stoffen werden niet in de inventaris opgenomen. Materialen met een beperkte materiële waarde maar een bijzondere esthetische kwaliteit of architectuurhistorische waarde werden dan weer wel opgenomen. Bij de analyse van het hergebruikpotentieel hield Rotor ook rekening met de ontmantelingskosten en een percentage verlies.
Concrete circulaire doelstellingen
Als concrete circulaire doelstelling werd vooropgesteld dat ongeveer 89% van het bestaande gebouw (percentage in gewicht, funderingen inclusief) behouden zou blijven. Daarnaast was het de ambitie dat 4 tot 6% van de bouwmaterialen uit hergebruik zouden komen. Bovendien werden er ook doelen rond gerecycleerde en biogebaseerde materialen vooropgesteld.
De travertijn wandbekleding, betondallen van het dak, de granieten kolombekleding, binnendeuren en oude technische installaties kregen een nieuwe bestemming binnen het gebouw. Materialen zoals verhoogde vloeren en terrastegels werden uit andere projecten gehaald. Het glas van de jaren 70 werd hergebruikt door samen te werken met AGC, een producent die de materialen recycleerde en opnieuw smolt om glas met een verminderde koolstofvoetafdruk te produceren. De aluminium gevel kon niet worden gerenoveerd omdat zij niet aan de huidige normen van brandveiligheid, akoestiek en isolatie kon voldoen maar de gevelelementen kregen een andere bestemming als verlichtingsarmaturen.
Als concrete circulaire doelstelling werd vooropgesteld dat ongeveer 89% van het bestaande gebouw behouden zou blijven.


Expert in selectief slopen
“Sloopaannemer De Meuter was vanaf de start van de uitvoering bij het project betrokken. Dat is een must wanneer je dergelijke ambities om te recupereren en hergebruiken hebt”, vertelt Jordy Wauman, hoofdprojectleider bij Cordeel. “Sloopaannemers kunnen het hergebruikpotentieel heel goed beoordelen, want zij zitten steeds aan de bron.”
“Selectief slopen en ontmantelen vergt meer knowhow en tijd – en heeft dus ook een hogere kostprijs – dan gewone sloop. Momenteel is het vaak ambachtelijk werk. Wellicht zullen we in de toekomst snellere en kostenefficiëntere manieren vinden om dit uit te voeren. Bovendien verlopen de ontmantelings-, ruwbouw- en afwerkingsfasen tegelijk. Dat maakt de coördinatie heel complex”, aldus Wauman.
Een tweede uitdaging was het materialenbeheer. Bij een dergelijk project in hartje Brussel is er geen ruimte om de meeste materialen voor hergebruik ter plaatse te stockeren. Cordeel regelde na akkoord van de opdrachtgever een aparte opslaglocatie voor de materialen. “Dat was niet in de oorspronkelijke planning voorzien maar bleek onontbeerlijk”, verklaart Wauman.

" De circulaire marktplaats is nog volop in ontwikkeling, wat betekent dat juiste recupmaterialen niet altijd op tijd worden gevonden. " dit uit te voeren. Bovendien verlopen de ontmantelings-, ruwbouw- en afwerkingsfasen tegelijk. Dat maakt de coördinatie heel complex”, aldus Wauman.
Beschikbaar én geschikt
Ook de beschikbaarheid van recupmaterialen kan een hinderpaal vormen. De circulaire marktplaats is nog volop in ontwikkeling, wat betekent dat de juiste recupmaterialen niet altijd op tijd worden gevonden.
De geschiktheid van materialen was een andere uitdaging. “Vele materialen bleken in theorie geschikt voor hergebruik maar de praktijk bleek complexer. Voor materialen die moeten zorgen voor de nodige waterdichtheid en brandweerstand, zijn certificeringen nodig”, vertelt Laurent Withofs. “Vaak hebben we die certificering niet of voldoet ze niet meer aan de huidige regelgeving.”
De circulaire marktplaats is nog volop in ontwikkeling, wat betekent dat juiste recupmaterialen niet altijd op tijd worden gevonden.
CIRCULAIRE UITDAGINGEN IN EEN NOTENDOP
Het OXY-project toonde aan dat de implementatie van urban mining en selectieve sloop een aantal belangrijke uitdagingen met zich meebrengt. Hergebruik mag geen extraatje in een project zijn. Het moet van bij de start deel uitmaken van het project. De integratie van hergebruikte materialen in een ontwerp vergt immers heel wat tijd en voorbereidend onderzoek. Het was ook essentieel vanaf het prille ontwerp een expert in hergebruik en materiaalmakerij en vanaf het begin van de uitvoering een gespecialiseerde sloopaannemer te betrekken.
Nadien moeten de circulaire doelstellingen continu worden opgevolgd. Bij het OXY-project gebeurde dit door middel van maandelijkse circulariteitsvergaderingen met alle betrokken partijen en de continue betrokkenheid van Rotor als gespecialiseerde opvolger. Een locatie buiten de werf om, waar materialen tijdelijk gestockeerd en/of verwerkt kunnen worden vooraleer ze terug naar de werf gaan, blijkt vaak onontbeerlijk. Tegelijk hangt hier ook een kostenplaatje aan.
Omdat de beschikbaarheid van de recupmaterialen niet altijd gegarandeerd is, moet je voldoende alternatieven en flexibiliteit inbouwen. Bij het OXYproject zorgde het wegvallen van een lot verhoogde vloeren ervoor dat de doelstellingen niet werden gehaald. Een digitaal platform met een reservatiesysteem voor recupmaterialen zou daarvoor een oplossing kunnen bieden.