richtte hij op 22-jarige leeftijd zijn eigen bedrijf op: ‘Controle- en Expeditiebedrijf J.A. Rijsdijk’. In 1971 startte hij zijn eigen stuwadoorsbedrijf in conventioneel stukgoed: ‘Interstevedoring’. De opkomst van de container ging ten koste van het traditionele stukgoed en hij maakte de overstap naar de overslag van granen, kolen en ertsen. Van het Rotterdams Havenbedrijf echter kon hij geen kadelengte krijgen, zodat hij noodgedwongen met drijvende kranen moest gaan werken. Het bleek echter dat met dergelijke kranen de schepen sneller gelost konden worden, en ze konden tevens overal in de havens worden ingezet. Door de ontwikkelingen zag hij zich genoodzaakt een nieuwe kraan te laten bouwen, met een forse capaciteit, die meteen de grootste van de Rotterdamse haven moest worden.
Figee zou een kraan bouwen met een vluchtbereik van 9 tot 25 meter, de kraancabine kreeg een vaste opstelling, de grijper bevond zich minimaal 13,5 meter boven het ponton en kon in een keer 13 ton behappen. Terwijl Slob een ponton van 35 meter lang en 16 meter breed zou leveren. In het voorjaar van 1980 werden de onderdelen van de kraan op een ponton geladen en van Haarlem naar Sliedrecht versleept. Op 27 juni 1980 mocht Jans dochter Carolien de drijvende kraan dopen, en die kreeg de naam TAURUS, hetgeen stier betekent, het sterrenbeeld van Jan, daar was dus over nagedacht. Daarna werd de in donker geel en rood geschilderde kraan naar Rotterdam gesleept en tien dagen later lag de TAURUS bedrijfsklaar in de Rotterdamse haven. Een aantal kranten kwam met het nieuws dat de drijvende kraan de grootste capaciteit van de Rotterdamse haven had.
Pa Leenders in actie bij zijn zelfgebouwde modellen. FOTO: LEO SCHUITEMAKER
Bij een zandoverslagbedrijf in de Spaanse Polder zag Jan een kraan die hem wel aanstond, een Figee-kraan, gebouwd in Haarlem, een bedrijf dat goed stond aangeschreven. Jan legde contact, en Figee zou de kraan gaan leveren, terwijl Slob in Sliedrecht de ponton zou kunnen leveren. Jan Rijsdijk was laaiend enthousiast over de kraan, die in een keer dertien ton kon behappen. Het enige dat hem ontbrak, was geld, want het ging om een totale investering van 3,4 miljoen. Jan bedacht een oplossing en hij kon in samenwerking met zijn grootste klanten en tenslotte ook banken, het benodigde geld bijeen krijgen, en zo kon op 6 augustus 1979 het startsein voor de bouw worden gegeven.
De door Theo Leenders gebouwde drijvende kraan TAURUS is te bewonderen in het Binnenvaartmuseum.We zijn de familie Leenders bijzonder dankbaar voor het vertrouwen dat in de vereniging wordt gesteld.
DRIJFKRAAN GEMINI Terwijl de TAURUS nog maar net in bedrijf was, onderhandelde Jan Rijsdijk al weer over een volgende kraan, die echter nog groter moest worden. Jan wilde een kraan die bij een bereik van dertig meter zestien ton kon heffen en die tevens zevenhonderd ton massagoed in één uur kon pakken. De kraan, die zo´n zesenhalf miljoen moest gaan kosten, werd gefi-
nancieerd door Harry Nefkens, eigenaar en aandeelhouder van Figee. Op zaterdag 14 februari 1981 mochten de tweelingdochters van Nefkens, Josine en Isabel, de nieuwe kraan GEMINI dopen, ook een sterrenbeeld, dat tweeling betekent. Die dag vertelde Jan Rijsdijk met trots dat op dat moment zijn vloot uit zes drijvende kranen bestond met een totaal hefvermogen van 51 ton. Met zijn flexibele binnenvaart 2016/3
57