6794

Page 1


MIJ Doelgericht adverteren? 1. Knip op de stippellijn 2. Draai 180째

Elma Multimedia B.V.B.A. | Bedrijvenlaan 1 | B-2800 Mechelen | Tel. +32 (0)15 55 88 88 | www.elma.be | info@elma.be


#architectuurincompetitie

Wij zien vooral kansen… Voor u ligt ‘Architectuur in competitie’, het eerste van twee publicaties n.a.v. het Architectencongres van NAV - editie 2016. Deze uitgave brengt de ‘verloren ontwerpen’ van een aantal architecten terug tot leven. Het gaat om ontwerpen die met veel inventiviteit en enthousiasme vorm kregen in de loop van een architectuurcompetitie, maar het jammer genoeg niet haalden. De volledige bibliotheek met meer dan 100 ingezonden verloren projecten vindt u op www.architectuurincompetitie.be. Een tweede uitgave, de ‘tien aanbevelingen voor een succesvolle organisatie van architectuuropdrachten in de private en publieke sector’, bevat de visie van NAV over het thema van dit congres. We goten deze in een aparte publicatie om makkelijker te kunnen verspreiden onder opdrachtgevers en andere stakeholders. U vindt alvast een exemplaar hierbij. Extra exemplaren kan u aanvragen via de website. Onder architectuurcompetities verstaan we niet alleen de ontwerpwedstrijden in het kader van de wetgeving overheidsopdrachten. Ook daarbuiten immers, en dat zowel in de privé- als in de openbare sector, ontpoppen veel procedures zich tot architectuurcompetities. Zijn we daar met NAV tegen? A priori niet. Competities scherpen de creativiteit aan en scheppen kansen voor minder ervaren, veelbelovende bureaus. A posteriori zien we ons echter genoodzaakt om kanttekeningen te maken bij de manier waarop heel wat van die competities in de praktijk worden aangepakt. Op die manier is het in Vlaanderen voor architecten vaak pendelen tussen kans en kansspel. NAV ziet echter vooral kansen in het verschiet om het tij ten goede te keren. Een eerste kans is de nieuwe Europese richtlijn uit 2014 over de gunning van overheidsopdrachten. Daarin legt Europa de nadruk op duurzame ontwikkeling. Ze maakt zo de baan vrij om projecten minder op basis van het criterium prijs te beoordelen en meer op basis van andere criteria zoals waardecreatie (innovatie en duurzaamheid) en kwaliteit. Onze overheid heeft de deadline van april 2016 om dit in Belgische wetgeving om te zetten helaas niet gehaald. Maar wij hebben als beroepsvereniging onze suggesties in dit verband overgemaakt en volgen het dossier nauwlettend verder op. Een tweede kans betreft de nieuwe Vlaams Bouwmeester, die in september 2016 aan de slag moet gaan. Na de hetze rond het ontslag van Peter Swinnen besliste de Vlaamse overheid om de functie te heroriënteren. Het Team Vlaams Bouwmeester zal in de toekomst meer een begeleidend orgaan zijn dan een jurerend. De instelling kan zo opdrachtgevers bijvoorbeeld helpen bij het opstellen van een degelijk bestek. We hopen dat de bouwmeester op die manier zijn voorbeeldfunctie voor opdrachtgevers beter in de praktijk omzet. We hopen ook dat dit ruimer ingang kan vinden dan enkel in de Open Oproep. In afwachting van deze twee scharniermomenten hebben we met deze publicatie alvast een genuanceerd beeld trachten te schetsen, van pro’s en contra’s, van hefbomen en valkuilen. Maar leest u deze uitgave vooral ook als een ode aan onze architecten, die elke dag het beste van zichzelf geven. Voor alles liggen vooral zij aan de oorsprong van onze in het buitenland geprezen, rijke Vlaamse architectuurcultuur. Hen komt dan ook alle hulde toe. Veel leesplezier,

Kati Lamens

Nationaal voorzitter NAV 3

© Jelle Vermeersch


www.wienerberger.be


#architectuurincompetitie

Porotherm PLS Lambda en Eco-brick: een droomhuwelijk Slankere wanden, zonder in te boeten aan draagkracht of isolatie _ De Eco-brick hoeven wij u niet meer voor te stellen. Deze duurzame en gebruiksvriendelijke Terca/Desimpel gevelsteen is lichter en tot 3,5 cm smaller dan een traditionele gevelsteen. Daardoor beschikt u over meer ruimte om te isoleren of meer woonruimte. Maar combineert u deze innovatieve topper met de nieuwe keramische binnenmuursteen Porotherm PLS Lambda, dan gaat u nog een stap verder.

Met een uitzonderlijk lage lambda-waarde (λ = 0,185 W/mK) scoort de Porotherm PLS Lambda uitstekend op thermisch vlak. Het resultaat? Een dunner isolatiepakket, zonder in te boeten aan draagkracht. De combinatie met de Eco-brick levert een wandopbouw op die tot 4,5 cm slanker is dan gebruikelijk, maar die wel dezelfde isolatiewaarde (U-waarde) kan voorleggen.

Het verschil aangetoond

tot 4 4,5 cm plaatswinst plaa

1

4

2

5

3

6

1

PLS Lambda

2

Isolatie

3

Eco-brick

4

Po orotherm Thermobrick

5

Iso olatie

6

Tra aditioneel formaat

“Deze innovatieve combinatie maakt wanden tot 4,5 cm slanker.”

5


VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY / REVUE PROFESSIONNELLE POUR ARCHITECTES & CONSULTANTS

DRIEMAANDELIJKS VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY www.dimension.be


#architectuurincompetitie

Inhoud

3 /

Edito Wij zien vooral kansen...

7 / Inhoud 8 / Het congresprogramma 10 / Architectuur in competitie

Pendelen tussen kans en kansspel Interviews met architecten en opdrachtgevers

12 / Vraag het aan… 16 / Architectuurwedstrijden: unieke kans of

noodzakelijk kwaad?

20 / Overheidsopdrachten in België: iedereen verliest 24 / Ontwerpwedstrijden in de privésector:

voordelen en pijnpunten

28 / Hoe kwaliteit garanderen bij publieke

bouwprojecten?

38 / Studeren op een helling

Architect: Abscis Architecten Project: Université de Fribourg

40 / Geen mens op het Rogierplein Architect: BUUR Project: Rogierplein Brussel

42 / Er was geen openbare bekendmaking van de gunning… Architect: Cuypers & Q architecten Project: Gemengd gebouw Sint-Jans-Molenbeek

44 / Appartementen voor aparte mensen

Architect: Dhooge & Meganck architectuur Project: Domus Aurea

46 / Witte kubus doet jury twijfelen

Architect: Gino Debruyne en Architecten Project: De Succursale

48 / Een museum als billboard Architect: OFFICE9 Project: museum Helsinki

50 / De zee, het kind en het badwater

Architect: Architectenbureau Serck Project: zwembad Oostende

32 / De bibliotheek van verloren

projecten

Een selectie

34 / Goede punten voor materiaalkeuze en

toegankelijkheid Architect: A2D Architects Project: Léger

36 / Dit gebouw moest geen demonstratieopdracht

52 / Een verrijking voor ons bureau

Architect: Stramien & Souto de Moura Project: Zeevaartschool Antwerpen

54 / Partners 65 / Colofon

worden Architect: a2o architecten, Atelier Kempe Thill Project: Havenhuis Antwerpen

7


#architectuurincompetitie

In 1999 riep Vlaanderen de functie van Vlaams Bouwmeester in het leven. Het moest de kwaliteit van de architectuur in Vlaanderen de hoogte instuwen en de toekenning van opdrachten objectiever laten verlopen. Met resultaat: vandaag benijdt het buitenland ons om onze rijke architectuurcultuur. Ontwerpwedstrijden zoals de Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester hebben de creativiteit aangescherpt aan en zijn een springplank gebleken voor beloftevolle jonge ontwerpers. Maar vandaag bestaan in Vlaanderen, naast de Open Oproep, architectuurcompetities in allerhande maten en vormen, zowel in privĂŠ- als in overheidsopdrachten. En die worden niet allemaal even oordeelkundig op poten gezet. Op dit congres stellen we een aantal goede praktijken voor in de vorm van tien concrete aanbevelingen. Zo kunnen we vermijden dat architectuurcompetities tot onnodige economische en intellectuele verliezen leiden.

8


#architectuurincompetitie

Programma 13u30 Ontvangst 14u00 Welkom De bibliotheek van verloren projecten: een vat vol verhalen Arch. Kati Lamens (voorzitter NAV)

Een zelfreflectie over het beroep van architect (video) Arch. Julien De Smedt (JDS Architects) Prof.-ir.-arch. Leo Van Broeck (BOGDAN & VAN BROECK) Ir.-arch. Gino Debruyne (Gino Debruyne & Architecten)

In retrospect: 30 jaar architectuur in Vlaanderen en Europa Arch. b0b Van Reeth (Vlaams Bouwmeester van ‘99 tot ‘05) Christian Rapp (stadsbouwmeester Antwerpen)

Zijn architectuurcompetities een garantie voor kwaliteit en duurzaamheid? Wim De Vilder (Congres spokesman)

Panelgesprek Ir.-arch. Delphine Bostoen Ir.-arch. Edith Wouters Ir.-arch. Patrick Lootens

(Architecten Groep III) (TEEMA architecten) (POLO Architects)

15u10 Pauze 15u50 Is gratis het nieuwe normaal? (video)

Key Note: Architectuur vanuit research, niet vanuit het beeld Ir.-arch. Alfredo De Gregorio (De Gregorio & Partners)

10 aanbevelingen voor een succesvolle organisatie van architectuuropdrachten in de private en publieke sector Arch. Karel De Mulder (A2D Architects) Arch. Jo Berben (a2o architecten) Ir.-arch. Peter Leroy (STRAMIEN) Ir.-arch. Jos Leyssens (Licence To Build)

Panelgesprek Lode Waes Ir.-arch. Hans Demolder Peter Lacoere Jan Wouters

Slotconclusie: NAV ziet vooral kansen Arch. Kati Lamens (voorzitter NAV)

(CEO Vanhaerents Investment) (Hoofd Studie & Coördinatie Bouwprojecten Facilitair Bedrijf) (directeur projecten SoGent) (Diensthoofd architectuur Woonhaven Antwerpen)

17u25 Even alles laten bezinken… Slik de namiddag door, praat en geniet van een uitgebreide netwerkreceptie

9


#architectuurincompetitie

Architectuur in competitie Pendelen tussen kans en kansspel

10


#architectuurincompetitie

Nieuwbouw wzc & dvc Sint-Pieters Molenwijk (uit de bibliotheek van verloren projecten) Architect: THV Licence to Build - DJGA

11


#architectuurincompetitie

Bart Verheyen STRAMIEN

Danny Windmolders

Hubert Bijnens AROgroup-architectuur

Hugo Vanderstadt Eco-Housing, Het Autonome Huis

Architectenbureau FCS

Karel De Mulder A2D architects

Lieven Achtergael Architecten Achtergael

Leo Van Broeck BOGDAN & VAN BROECK

Stijn Wille Ingenieur Architect Stijn Wille

David Dhooge & Saar Meganck Dhooge & Meganck Architectuur

Damiaan Vanhoutte & Benny Govaert Govaert & Vanhoutte architects

Vraag het aan... 12


#architectuurincompetitie

Dat er nog heel wat vragen heersen over het wedstrijdverloop in België en alles wat daarbij komt kijken, moge duidelijk wezen. Zo kunnen we ons afvragen of een deelname aan een ontwerpwedstrijd überhaupt zinvol is. Of nadenken over hoe we ontwerpwedstrijden willen optimaliseren. En welke tip geef je aan iemand die zijn eerste wedstrijd aanvat? We schotelden deze vragen voor aan 10 architecten. WAAROM IS HET AL DAN NIET ZINVOL OM ALS ARCHITECTENBUREAU AAN ONTWERPWEDSTRIJDEN DEEL TE NEMEN? Bart Verheyen STRAMIEN Tijdens een ontwerpwedstrijd moet je steeds op korte termijn tot de essentie van een ontwerpvraagstuk doordringen. Het is bijgevolg een interessante testcase voor jezelf en voor je bureau om je eigen overtuiging en visie te toetsen aan een concrete ontwerpvraag waarmee ook andere bureaus bezig zijn. Dat zorgt ervoor dat er (minimaal) een platform of discussie ontstaat over de wedstrijdvoorstellen. Het moet dan wel effectief kunnen gaan over de essentie. Helaas beoordeelt een jury niet altijd de inhoud van een ontwerp. (Te) vaak gaat het om het beeld. Ook terugkoppeling naar én tussen de kandidaten is essentieel.

Danny Windmolders Architectenbureau FCS Het voornaamste doel van ontwerpwedstrijden is de kwaliteit van de bebouwde omgeving verhogen. Het is dus niet alleen zinvol om aan wedstrijden deel te nemen om werk te genereren, maar ook om deze ambitie mee waar te maken. Maar wedstrijden worden nogal eens misbruikt om de opdracht aan een

goedkoop werkend architectenbureau toe te wijzen en dit onder het mom van kwaliteit. Op basis van referenties en concepttekening(en) zou men ook al een oordeel moeten kunnen vormen, op voorwaarde dat de jury vakbekwaam en onafhankelijk is.

Hubert Bijnens AROgroup-architectuur Om tegenwoordig interessante en zelfs oninteressante opdrachten toe te wijzen - opdrachten worden immers niet langer meer gegund - hebben overheden en private ontwikkelaars de gewoonte ontwikkeld om architecten eerst te vragen gratis hun werk te doen om nadien met dat werk vaak respectloos om te gaan. Het ontwerp is de essentie van ons werk en dat moeten we gratis geven tijdens een wedstrijd. Vraag eens aan een notaris om gratis een proefakte op te stellen of aan een advocaat om een proefpleidooi te geven alvorens de opdracht finaal toe te wijzen …

Hugo Vanderstadt Eco-Housing, Het Autonome Huis Als je als architectenbureau projecten wil realiseren met grote maatschappelijke waarde, is een wedstrijd de enige goede formule. Dé voorwaarde is wel dat de evaluatie van het project objectief gebeurt op basis van de maatschappelijke relevantie. Daarom zijn er drie

onafhankelijke jury’s nodig die elk een derde van de punten geven. Ten eerste een volksjury (de gebruikers), ten tweede een politieke jury (de financiers) en ten derde een professionele jury (architecten).

Karel De Mulder A2D architects Deelnemen aan architectuurwedstrijden is nuttig en noodzakelijk om projecten van grotere schaal en nieuwe programma’s te kunnen binnenhalen. Een wedstrijddeelname motiveert daarenboven het architectenteam. Soms leidt het ook tot het verwerven van projecten waar het ereloon niet zo sterk onder druk staat als in de gewone vrije markt.

Leo Van Broeck BOGDAN & VAN BROECK Een deelname is enkel zinvol als de wedstrijd zinvol en goed voorbereid is. Is de projectdefinitie juist? Men kan geen goed antwoord geven op een foute vraag. Is de vergoeding correct in verhouding tot het gevraagde? Men zou voor het aspect ‘zich wat investeren’ niet lager mogen gaan dan 50% van een normaal ereloon. Een schetsontwerp (normaliter 10% van het ereloon) zou dus per bureau minstens 5% van een normaal ereloon moeten opleveren. Idem voor het voorontwerp. If you pay peanuts, you get monkeys. Maar ook het ambitieniveau telt: zetelen er voldoende competente mensen in de jury? 13


#architectuurincompetitie

Lieven Achtergael Architecten Achtergael Deelname aan ontwerpwedstrijden is zeker zinvol omdat de meest interessante architectuuropdrachten worden gegund via wedstrijden.

Damiaan Vanhoutte & Benny Govaert Govaert & Vanhoutte architects Soms is een deelname zinvol, soms niet. We zijn een relatief klein bureau (15 medewerkers) en hebben ook zonder wedstrijden een druk bestaan. Wedstrijden voor projecten waarvan we overtuigd zijn dat we een verschil kunnen maken en dat we een goede kans tot slagen hebben, vinden we altijd interessant.

Stijn Wille Ingenieur Architect Stijn Wille Het is zinvol omdat tijdens wedstrijdontwerpen nieuwe ontwerpof andere inzichten opborrelen die de algemene ontwerpkwaliteit van een bureau ten goede komen. Meer dan bij reguliere projecten wordt bij wedstrijden tijd besteed aan het concept.

David Dhooge & Saar Meganck Dhooge & Meganck Architectuur Een architectuurwedstrijd is voor vele bureaus een manier om aan andersoortige of grootschaligere opdrachten te komen. Doordat de competitie speelt, worden architecten op scherp gesteld, waardoor de algemene kwaliteit van een project stijgt. Dat laatste punt is afhankelijk van de inschrijvers, maar evenveel van de jury en de onafhankelijkheid ervan.

FORMULEER 1 CONCRETE TIP OM DE PROCEDURE VAN ONTWERPWEDSTRIJDEN TE OPTIMALISEREN. Bart Verheyen STRAMIEN De opdrachtgever (of de wedstrijdprocedure) moet beter begeleid worden. Vaak wordt er te veel gevraagd van de ontwerpers waardoor de investering ten opzichte van de 14

slaagkans onhoudbaar groot wordt. Een verloop van de wedstrijd in twee fases is alvast een pluspunt. Daarnaast moeten er én een duidelijke omschrijving én een beperking zijn van het in te dienen materiaal, dat een ervaren en vakkundige jury vervolgens beoordeelt.

Karel De Mulder A2D architects

Danny Windmolders Architectenbureau FCS

Meer inzetten op visie en concept, minder op papierwerk en op juridische aspecten. Dus minder defensief geformuleerde en veeleer op ambitieniveau toegesneden wedstrijdbestekken. Maak een centrale Vlaamse database met portfolio’s (ook gebruikt door de bouwmeester) en stop met concrete domme referentiefiches op te vragen. Beperk het papierwerk in fase 1.

Er worden momenteel verschillende uiteenlopende procedures gevolgd. De meeste opdrachtgevers kiezen voor de goedkoopste formule (duurste formule voor de architecten), wat leidt tot gratis wedstrijden. Men zou moeten komen tot één gestandaardiseerde procedure; met twee fases (selectie en wedstrijd), én een vergoeding voor de geleverde prestaties.

Hubert Bijnens AROgroup-architectuur Een ontwerpwedstrijd zou steeds in twee fasen moeten verlopen. De eerste fase omvat de keuze van een zeer beperkt aantal kandidaten uit de gestelde kandidaturen. In de tweede fase werken deze 3 tot 5 bureaus hun ontwerp verder uit mits een forfaitair voldoende hoog budget voor het gepresteerde werk. Dat zou een percentage kunnen zijn van de ramingskost. Bouwheren die willen kiezen uit verschillende gepersonaliseerde ontwerpen, zullen daarvoor moeten betalen.

Hugo Vanderstadt Eco-Housing, Het Autonome Huis De preselectie is nu te veel en eenzijdig gebaseerd op ervaring en omzet. Om te voorkomen dat de preselectie de grote bureaus te veel bevoordeelt, is het van belang dat iedereen kan deelnemen aan een voorafgaande ideeënwedstrijd. Voor het gekozen project moet dan eventueel verplicht een partner gekozen worden die ervaring heeft met dergelijke grootschalige projecten. Met andere woorden: we moeten de conceptiefase loskoppelen van de realisatiefase.

Beperk het aantal deelnemers in de wedstrijdfase en breng het in te leveren product terug tot de essentie.

Leo Van Broeck BOGDAN & VAN BROECK

Lieven Achtergael Architecten Achtergael Opdrachtgevers moeten hun dossiers beter voorbereiden.

Damiaan Vanhoutte & Benny Govaert Govaert & Vanhoutte architects Laat ontwerpen anoniem indienen zodat de jury een blind tasting moet ondergaan. Alleen op deze manier kan je onpartijdig en los van alle politiek de juiste keuzes maken als jury.

Stijn Wille Ingenieur Architect Stijn Wille Deelnemers aan ontwerpwedstrijden moeten verplicht vergoed worden voor hun werk.

David Dhooge & Saar Meganck Dhooge & Meganck Architectuur Vraag minder specifieke referenties op maat van het project want daardoor vallen veel bureaus vaak onmiddellijk uit de boot, ondanks hun kwaliteit of competentie. Het is niet omdat een bureau nog geen drie gelijkaardige referenties met uitvoeringsattesten kan voorleggen dat het daarom de opdracht niet kwalitatief kan uitvoeren. Daardoor zet je veel bureaus buitenspel, waardoor steeds dezelfde bureaus hetzelfde programma realiseren. Stel duidelijke doelstellingen (deliverables) en bied een billijke vergoeding aan voor de gevraagde prestaties.


#architectuurincompetitie

WELKE TIP ZOU U GEVEN AAN EEN JONGE ARCHITECT DIE VAN PLAN IS OM VOOR HET EERST DEEL TE NEMEN AAN EEN ONTWERPWEDSTRIJD?

Lieven Achtergael Architecten Achtergael

Bart Verheyen STRAMIEN

Damiaan Vanhoutte & Benny Govaert Govaert & Vanhoutte architects

Ga tot de essentie, maar doseer zowel je aantal deelnames als je energie.

Bekijk goed de spelregels en wie er in de jury zetelt. Weeg eerst je kansen af.

Danny Windmolders Architectenbureau FCS

Stijn Wille Ingenieur Architect Stijn Wille

Neem deel aan een wedstrijd voor een kleinschalig project dat binnen de eigen capaciteiten valt. Bijkomend: als het ereloon een criterium is, dien dan een gebruikelijk en gangbaar ereloontarief in.

Niet twijfelen, maar “If you’re going to try, go all the way. Otherwise, don’t even start.”

Hubert Bijnens AROgroup-architectuur

Laat je niet afleiden door het gegeven van de wedstrijd. Maak een persoonlijk project, wie er ook meekijkt of meespeelt. Ontwikkel een eigen, onderbouwde visie en formuleer die zo helder mogelijk. Vergeet niet dat er vaak ook leken in de jury zetelen.

Kies voor een ontwerp dat past binnen de capaciteit en de competentie van jouw kantoor. Het is niet altijd een geschenk, noch voor de bouwheer, noch voor de architect, om een opdracht te krijgen waar de architect niet klaar voor is. Groeien moet natuurlijk kunnen maar springen in het onbekende heeft reeds veel ellende voortgebracht. Een ontwerpwedstrijd winnen is één zaak, het ontwerp realiseren iets anders.

Kies een wedstrijd binnen jouw capaciteit. Omring je met goede professionele partners.

David Dhooge & Saar Meganck Dhooge & Meganck Architectuur

Redactiebureau Palindroom

Hugo Vanderstadt Eco-Housing, Het Autonome Huis Contacteer een groot studiebureau en zeg dat je al het werk voor het voorontwerp zelf zal doen. Als je de wedstrijd wint, geef je de uitvoering vervolgens grotendeels in handen van het studiebureau.

Karel De Mulder A2D architects Lees goed en herhaaldelijk het programma van eisen en de gestelde vraag.

Leo Van Broeck BOGDAN & VAN BROECK Doe nooit gratis werk en probeer geen werk binnen te halen door goedkoop te zijn qua ereloon.

15


#architectuurincompetitie

Architectuur足 wedstrijden: unieke kans of noodzakelijk kwaad?

16

Te realiseren project NSH Hasselt van UAU Collectiv i.s.m. Jaspers-Eyers Architects, Architectenbureau Michel Janssen, Democo en Kumpen.


#architectuurincompetitie

In architectenkringen zijn architectuurwedstrijden

met zich meebrengen? We vroegen het aan drie

ontwerpcompetities mooie kansen. Als je wint, zet je meteen een aantal stappen vooruit, terwijl je anders een aantal jaar zou moeten werken om dezelfde status te bereiken. Maar heel vaak krijg je niets of te weinig betaald maar het maken van het wedstrijdontwerp, en als er dan al sprake is van een vergoeding dekt ze nooit volledig alle kosten. Waarom we ons toch zo vaak engageren voor ontwerpwedstrijden? Omdat we verliefd geworden zijn op een project. Als je een mooie opdracht misloopt, kan het verdriet dan ook zeer groot zijn. Alsof je vriendinnetje het net heeft uitgemaakt… “

ervaringsdeskundigen: Massimo Pignanelli (UAU

Financieel risico

dikwijls voer voor discussie. Bieden ze unieke kansen of brengen ze jonge bureaus net in de problemen? Komen ze de architecturale kwaliteit ten goede of wordt er te veel geselecteerd op basis van prijs? En hoe moet je omgaan met de financiële risico’s die ontwerpcompetities onvermijdelijk

Collectiv), Peter Bernaerts (Dertien12) en Raf Snoekx (De Gouden Liniaal Architecten). Ontwerpcompetities zijn voor heel wat Vlaamse architectenbureaus dagelijkse realiteit. ‘Maar is iedereen altijd even enthousiast over die wedstrijdcultuur?’, vroegen we ons af. “Wij zijn alvast voorstander”, geeft Peter Bernaerts aan. “Architectuurwedstrijden lopen als een rode draad doorheen ons portfolio. Via wedstrijden kom je in contact met interessante, gevarieerde programma’s die je anders misschien nooit zou kunnen realiseren. Het is enorm interessant en motiverend om bijzondere gebouwen met een mix aan functies in elkaar te puzzelen. Zo hebben we als jong bureau bijvoorbeeld al een moderne topsporthal kunnen realiseren, een belangrijke mijlpaal die ons een enorme impuls gegeven heeft.” Ook Raf Snoekx benadrukt dat de groei en ontwikkeling van zijn bureau grotendeels te danken is aan (het winnen van) architectuurwedstrijden. “Om als jong bureau zonder referenties een publiek gebouw of een andere bijzondere realisatie te kunnen ontwerpen, ben je simpelweg afhankelijk van wedstrijden. Bovendien houden ze je scherp omdat je gedwongen wordt om alles op alles te zetten. Zo kan je als architect grenzen verleggen.”

zeker als je na weken hard labeur te horen krijgt dat je ontwerp niet weerhouden is. Bij Massimo Pignanelli is er dan ook sprake van een haat-liefdeverhouding: “Zeker voor jongere architecten bieden

Zoals hierboven aangestipt, worden architecten vaak niet of te weinig vergoed voor het aanleveren van een ontwerp. Deelnemen aan wedstrijden is per definitie verlieslatend. Een financiële slag om de arm houden, is dan ook aangewezen. “Bij UAU Collectiv voorzien we steeds een budget voor ontwerpcompetities”, vertelt Massimo. “We winnen gemiddeld zeven op de tien wedstrijden.

“Alle architecten klagen over wedstrijden, maar iedereen doet mee” Massimo Pignanelli

Toch kunnen architectuurwedstrijden ook teleurstelling met zich meebrengen, 17


#architectuurincompetitie

Een kwestie van geluk zou je denken, maar er zit meer achter. Vooraleer we meedoen, onderzoeken we hoe groot onze kansen zijn. En als we twee achtereenvolgende keren niet winnen, nemen we de tijd om opnieuw wat reserve op te bouwen. Zeker niet evident, want de passie is zo groot dat het niet altijd makkelijk is om mooie kansen te laten schieten!” Ook De Gouden Liniaal gaat doorgaans zeer berekend te werk als het aankomt op architectuurwedstrijden. “Uiteindelijk is het een kwestie van pre- en nacalculatie. Quasi elke opdracht is interessant en verleidelijk, maar het aantal werkuren ligt altijd een stuk hoger dan vooraf begroot. Als een wedstrijd voldoet aan onze criteria (bijvoorbeeld goede jurering) durven we het risico iets sneller te nemen, maar over het algemeen zijn we toch vrij voorzichtig”, aldus Raf Snoekx. Peter Bernaerts en zijn collega’s bij Dertien12 volgen hun buikgevoel bij het inschatten van de financiële risico’s, al mag de intuïtie het nooit volledig overnemen: “Soms moet je het ingecalculeerde aantal werkuren durven overschrijden als een bepaalde wedstrijd unieke kansen met zich meebrengt.

Tips voor architecten

Bevorderlijk voor de kwaliteit?

Massimo Pignanelli: “Durf al eens buiten de lijntjes kleuren om de jury te verrassen met een surplus. En denk gezien het financiële risico goed na aan welke wedstrijden je deelnemeemt.”

Het uiteindelijke doel van ontwerpcompetities is de architecturale kwaliteit bevorderen. Maar is dit ook altijd het geval? Of schieten sommige opdrachtgevers dat doel net voorbij? “Op ontwerpniveau komen architectuurwedstrijden de kwaliteit ten goede omdat je als architect wordt uitgedaagd om alles uit de kast te halen”, meent Raf Snoekx. “Maar als de opdrachtgever zich laat betoveren door de spectaculaire renderings die in de wedstrijdfase circuleren, bestaat de kans dat hij de intrinsieke kwaliteit van het project wat uit het oog verliest. Het is van belang om verder te kijken dan de manier waarop een ontwerp gepresenteerd wordt en een oordeel te vellen op basis van cruciale aspecten zoals het concept, het plan en de meerwaarde voor de uiteindelijke gebruikers. Voor opdrachtgevers is het hoe dan ook interessant om zeer uiteenlopende vertalingen van hun beoogde programma te krijgen, zodat ze er finaal het beste project kunnen uitpikken.” Massimo Pignanelli is het volledig eens met deze visie en onderstreept dat er een belangrijke correlatie bestaat met

Raf Snoekx: “Wees selectief en tracht de (financiële) realiteit te laten primeren op de verleidingskracht van interessante programma’s.” Peter Bernaerts: “Werk op je eigen schaal en verlies je niet in je enthousiasme. Mik eerst op kleinere wedstrijden die een beperkte tijdsinvestering vragen en bouw zo geleidelijk aan mooie referenties op.”

Maar het is voortdurend afwegen. Aangezien het gemiddeld drie à vier jaar duurt voor de uitvoeringsfase aanbreekt, is de financiële return niet onmiddellijk beschikbaar. Als architect moet je dus steeds het bredere plaatje zien en op lange termijn kunnen denken.”

“Via wedstrijden kom je in contact met interessante, gevarieerde programma’s die je anders misschien nooit zou kunnen realiseren” Peter Bernaerts (links)

© Klaas Verdru

18


#architectuurincompetitie

het vooropgestelde ereloon. Als de focus van de opdrachtgever te veel op het financiële aspect ligt, zal de uiteindelijke kwaliteit lager liggen, stelt hij: “Soms is een bepaald ontwerp ietsje duurder maar kwalitatief stukken beter (bijvoorbeeld doordat het een hele buurt opwaardeert) en wint toch de goedkopere variant, waarna het project in de praktijk niet blijkt te werken. We snappen wel dat prijs een cruciale (en objectief meetbare) parameter is, maar het architecturale niveau moet in principe altijd overheersen. Een correcte verloning zou helpen, want nu moeten we voortdurend bezorgd zijn of we er niet te veel tijd en energie insteken, waardoor je in zekere zin toch met de rem op werkt. Als je er voluit voor kan gaan, kom je hoe dan ook tot een beter resultaat.”

Suggesties ter verbetering Tijd voor de hamvraag: zijn er binnen de Vlaamse wedstrijdcultuur zaken die voor verbetering vatbaar zijn? Een goede jurering blijkt voor onze architecten alvast een absolute must. “Soms dien je een vuistdik dossier in waar je maandenlang aan gewerkt hebt en mag je het niet eens gaan toelichten. Terwijl dat jury’s net helpt om een gefundeerd oordeel te vellen”, weet Massimo Pignanelli. Ook Peter Bernaerts

Tips voor opdrachtgevers Massimo Pignanelli: “Voorzie een hogere financiële tegemoetkoming als je het onderste uit de kan wil halen. Bereid wedstrijddossiers goed voor en zorg voor een heldere projectdefinitie.” Raf Snoekx: “Laat voldoende ruimte voor dialoog met de kandiderende ontwerpers, want daar begint elk succesvol project uiteindelijk bij.” Peter Bernaerts: “Formuleer duidelijke en transparante criteria, zodat architecten weten op welke aspecten ze beoordeeld zullen worden. Het ereloon mag daarbij zeker niet overheersen.”

“Als de opdrachtgever zich laat betoveren door de spectaculaire renderings die in de wedstrijdfase circuleren, bestaat de kans dat hij de intrinsieke kwaliteit van het project uit het oog verliest” Raf Snoekx (links) © Bart Geurts

en Raf Snoekx hechten veel belang aan mondelinge verdediging: “We vinden het contact met de opdrachtgevers net het allerbelangrijkste omdat je enkel zo de bestaande behoeften, gevoeligheden en aandachtspunten kan vertalen naar een gepersonaliseerd ontwerp. Tenzij er sprake is van een minutieuze schriftelijke projectdefinitie opteren we dus steeds voor opdrachten waarbij rechtstreeks contact met de opdrachtgever mogelijk is.” Andere verzuchtingen zijn de bezoldiging en de juryverslagen, die vaak aan de magere kant zijn. “Als je een wedstrijd organiseert gaat het om de architecturale kwaliteit en dan staat daar gewoon een correct ereloon tegenover”, stelt Peter Bernaerts. “Voorts zijn de juryverslagen niet altijd even uitgebreid of gefundeerd, en dat kan best frustrerend zijn. Als je niet als winnaar uit de bus komt, wil je er als architect tenminste iets uit leren met het oog op de toekomst.” Raf Snoekx haakt hierop in door te benadrukken dat een architectuurwedstrijd zeker niet te vrijblijvend mag zijn. “Het mag geen gemakkelijkheidsoplossing zijn om architectenbureaus voor weinig of geen

geld inspanningen te laten leveren en zo tot een ontwerp te komen dat ‘goed genoeg’ is. De meest correcte procedure lijkt ons een selectiefase waarin men zich met een minimum aan inspanning kandidaat kan stellen (bijvoorbeeld een korte motivatienota), waarna drie à vijf bureaus tegen bezoldiging een offerte en een ontwerp mogen indienen.” Massimo Pignanelli stipt tot slot aan dat de voorwaarden tot deelname soms veel te streng zijn, waardoor jonge, minder ervaren ontwerpers a priori uit de boot vallen. “Terwijl zij toch evengoed hun vak kennen en prima ideeën kunnen hebben! De macht van de opdrachtgevers is groot, en daar stellen we ons als architecten misschien te weinig vragen bij. We klagen allemaal over wedstrijden, maar iedereen doet mee. Niemand heeft het lef om te weigeren, want dan val je uit de boot. En zo dragen we in zekere zin zelf bij aan onze onzekere situatie en de uitholling van ons metier.”

Tim Janssens, Redactiebureau Palindroom

19


#architectuurincompetitie

Alain Sagne secretaris G30

Jacques Timmerman voorzitter G30

20

Overheids­ opdrachten in BelgiÍ: iedereen verliest


#architectuurincompetitie

Bij haar streven naar goed opdrachtgeversschap vond NAV een partner in de G30. De twee beroepsverenigingen schreven een gemeenschappelijke nota i.v.m. de omzetting van de Europese richtlijn omtrent overheidsopdrachten. Doel is enerzijds om een meer systematische integratie van duurzame kwaliteit en de levenscycluskost te bekomen. Anderzijds is er een noodzaak om de procedures voor overheidsopdrachten zo efficiënt en performant mogelijk laten verlopen. Twee strijdpunten waarbij het schoentje op meerdere plekken knelt. “Je moet kunnen winnen of verliezen zonder daarbij je bureau in gevaar te brengen,” klinkt het. Ruim 40 Belgische bureaus maken deel uit van de G30. De vereniging bevordert duurzame en kwalitatieve architectuuren stedenbouwpraktijken en wil daarnaast de beroepspraktijk in België en Europa verbeteren. Daarom formuleert ze regelmatig aanbevelingen aan onder meer de overheid. Over de manier waarop ze opdrachten gunt, bijvoorbeeld. In 2014 en 2015 nam G30 een enquête af bij zijn leden die zich specifiek richtte op feiten en cijfers over de werkelijke kosten van een deelname aan openbare aanbestedingen in België, met 2013 als referentiejaar. De resultaten bleken op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. De G30 formuleerde daarom 8 aanbevelingen (zie kaderstuk) aan het adres van de bevoegde Belgische autoriteiten die mede op basis daarvan een richtlijn voor overheidsopdrachten opstelden.

De vrije markt als keurslijf voor een vrij beroep “In de nieuwe richtlijn vinden we noodzakelijke verhelderingen terug, maar helaas ook nog heel wat hiaten,” steekt voorzitter Jacques Timmerman van wal. “Het voornaamste: onvoldoende positieve discriminatie van intellectuele diensten. Doodzonde, me dunkt. Europa creëert al eeuwenlang (meer)waarde door onderzoek en intellectuele reflectie, maar laat nu wel de kans liggen om intellectuele diensten de speciale behandeling te schenken die ze verdienen. Waarom? De immer ‘vrije markt’-ingesteldheid …”

Alain Sagne, secretaris bij de G30, legt de vinger meteen op de wonde. “Sinds de discussie over een richtlijn die dateert van begin 2000, heerst een groot debat over intellectuele diensten. Zelfs de parlementaire rapporteur die ijverde voor een speciale behandeling slaagde niet in zijn opzet. Vanuit het ‘vrije markt en concurrentie’-standpunt wil men de situatie zo makkelijk mogelijk maken voor de klant. Maar wie is de klant binnen een architecturale context? Ons metier heeft een brede invloed op zowel mens als maatschappij. Daarom moeten we verder kijken dan enkel de verwerving van een project en rekening houden met de volledige levenscyclus, naar duurzaamheid en kost. Niet zozeer de liberale opvattingen vormen het probleem, dan wel de extreme invulling van het vrije marktmodel in de benadering van overheidsopdrachten. In het bijzonder voor het aanleveren van intelectuele diensten, waardoor de essentie van het beroep van architect, en ook bij uitbreiding andere vrije beroepen, in gedrang komt.”

Kortetermijndenken De G30 stelt dat bij offertes voor ontwerpdiensten de aandacht vooral naar de kosten van de architectuurprestaties gaat, eerder dan naar de kosten van de hele levenscyclus van het gebouw. Een foutieve gang van zaken, vindt Timmerman. “De levenscyclus van een gebouw bedraagt vanuit economisch perspectief om en bij de 30 jaar.

Slechts 25% van de totale levens­ cycluskost omvat het deel van de totale bouwkosten, waarvan de globale studiekosten gemiddeld 10% inhouden. Anders gezegd: de studiekosten van het ontwerpteam vertegenwoordigen gemiddeld 2,5% van de levencycluskost van een gebouw of infrastructuur. De overige kosten zoals onderhoud zijn goed voor 75 % van de totale kost. Het is daarom van groot belang dat je in het begin van het bouwproces zwaar kan doorwegen op die 75 % door duurzame reflectie en een sterke focus op meerwaarde en kwaliteit.” Enkel rekening houden met de bouw­kosten en kiezen voor de laagst mogelijke prijs, zijn duidelijk nefast voor de duurzaamheid en de kosten op lange termijn voor de maatschappij. Daarnaast krijgt innovatie een stevige knauw als de overheid onvoldoende ruimte biedt aan vernieuwing en beknibbelt op de kosten van de levenscyclus. “Het budgettaire dogma is helaas te veel gericht op korte termijn, het beleid wil immers onmiddellijke resultaten. Het politieke aspect van deze problematiek maakt ook duidelijk dat alternatieve mogelijkheden voor nieuwe en andere beleidskeuzes aanwezig zijn ,” stelt Sagne.

You win some, you lose some Ontwerpers zijn in staat, en ontegensprekelijk de hoofdactoren, om de overheid concreet te helpen bij het implementeren van innovatief ruimtelijk beleid, zo stelt de G30. Architecten in het 21


#architectuurincompetitie

bijzonder bezitten door hun opleiding en ervaring de noodzakelijke capaciteiten en het ruimtelijk inzicht die essentieel zijn om doelstellingen van duurzame meerwaarden en kwaliteit te benaderen.

probleem. “Op zowel nationaal als regionaal niveau beschikt de overheid vaak over noch de mankracht noch de competenties om een MEAT adequaat te evalueren.”

Een deelname staat echter synoniem voor een investering in tijd en in middelen. Een realiteit die de G30 niet wil veranderen. Logischerwijze zullen er bij overheidsopdrachten altijd winnaars én verliezers zijn, dat beseft Timmerman. “Winnen of verliezen is eigen aan een deelname aan overheidsopdrachten of wedstrijden. Dat is niet het punt. Wel moeten er voldoende middelen en faciliteiten zijn zodat je kan winnen of verliezen zonder dat je daarbij je bureau in gevaar brengt. Verliezen zonder een minimale vergoeding voor het geleverde conceptueel denkwerk is gewoonweg vreemd en onlogisch.”

Preselecties a.u.b.

Concurrentievrijheid versus laagste kost Het werk van een architect of ingenieur moet een bepaald niveau halen, zowel op het vlak van duurzaamheid als op het vlak van kwaliteit. Vanzelfsprekend, horen we u denken. “Minder vanzelfsprekend is dat je als opdrachtgever met die stelling in het achterhoofd én vrijheid van concurrentie eist én werk aan de laagst mogelijke prijs verwacht,” aldus Timmerman. “We moeten streven naar concurrentievrijheid waarbij leefkwaliteit en duurzaamheid van tel zijn.” Sagne merkt vooruitgang in de nieuwe richtlijn wat betreft de implementatie van de economisch meest voordelige offerte (most economically advantageous tender : MEAT) versus de laagste kost. “Helaas staat in de richtlijn niet specifiek vermeld dat architecturale diensten die de gebouwde omgeving en verschillende generaties beïnvloeden, altijd gekozen moeten worden via het MEAT-principe.” Timmerman vult aan: “Omdat intellectuele diensten niet opgenomen zijn in de Europese richtlijn, moet je andere criteria in ogenschouw nemen wil je tot kwalitatieve en duurzame ontwerpen komen. Daarom hebben we met de G30 acht aanbevelingen opgesteld.” Sagne onderstreept nog een bijkomend 22

De afgelopen jaren verliep 70 % van de aanbestedingen in België volgens de open procedure in één ronde zonder preselectie. Bureaus die deelnemen moeten dan uitgewerkte projecten voorleggen waardoor ze een grote economische aderlating riskeren. Daarnaast pompen ook de openbare diensten aanzienlijke sommen in het evaluatieproces. Volgens de G30 bestaat er nochtans een specifieke procedure voor het verwerven van architectuurdiensten: de wedstrijd. Evenwel wordt deze procedure zelden gebruikt (1 tot 4% van alle aanbestedingen). Specifiek ijvert de G30 voor een tweestappenselectie, legt Timmerman uit. “De eerste selectie gebeurt op basis van een korte visienota en enkele duidelijk vooropgestelde criteria waardoor er een shortlist kan ontstaan van 3 tot 5 kandidaten. In deze fase is er dus sprak van een beperkte investering in tijd en manuren. Het verlies blijft dan binnen de perken. In stap twee ontvangen alle deelnemers een adequate vergoeding voor een meer uitgewerkte ontwerpstudie en voorstel van aanpak. Dergelijk systeem functioneert prima in Frankrijk en Duitsland. Waarom dan niet in België?”

Financiële waanzin Tijd voor wat cijfers. In 2014 schotelde de G30 zijn leden een vragenlijst voor over financiële kwesties in 2013. We lijsten de resultaten even op. In 2013 investeerde elk G30-lid die deelnam aan de steekproef gemiddeld €23.627 personeelskosten in elke wedstrijd verbonden aan een openbare aanbesteding. Samen goed voor 4,3 miljoen euro. Deze cijfers werden bepaalt op een gemiddelde uurkost van €55,00/uur (excl. btw). Maar ook de openbare opdrachtgevers moesten kosten dragen voor de evaluatie.

Een raming van de personeelskosten daarvoor resulteert in €47.142. Aan elke wedstrijd nemen gemiddeld 6 bureaus deel. Die kanshebbers investeren tezamen bijna €142.000 personeelskosten. Voeg daarbij de kost van de opdrachtgever en je komt uit op het bedrag van circa €189.000. Of bijna de helft van de gemiddelde opdrachtwaarde inzake erelonen voor ontwerpopdrachten (ongeveer €400.000 voor opdrachten boven de wettelijke minimumeis voor bekendmaking van aankondigingen van overheidsopdrachten in 2012). In 2013 bedroeg het percentage van geselecteerde offerteaanvragen 19%, wat vergelijkbaar is met dat van de vorige jaren. Meer dan 10% van de offerteaanvragen waaraan architecten deelgenomen hebben, zijn in de loop van de procedure gestopt door de betrokken autoriteiten nadat de offertes werden ingediend. Dit betekent dat aanzienlijk veel tijd tevergeefs geïnvesteerd werd en vaak niet vergoed. In slechts 30% van de gevallen werden architecten vergoed voor de creatie van uitgewerkte projecten, en het bedrag van de vergoeding was in slechts 16% van de gevallen significant ( tenminste 75% van de bestede tijd was gedekt).

Nood aan referentiesysteem De G30 ijvert voor een adequate vergoeding via een erkend referentiesysteem. Timmerman: “Architecten en ingenieurs moeten samen een document opstellen dat op transparante wijze een gemiddeld correcte compensatiekost stipuleert. Op het ogenblik dat een overheid bij de publicatie van een overheidsopdracht of wedstrijd een compensatie naar voor schuift voor een studie, kan je mee op basis van dit gegeven bepalen of je al dan niet deelneemt. Solidariteit en transparantie bij alle actoren is van essentieel belang bij het bepalen van die gemiddelde kostprijs. Helaas doen we dat nu niet en zijn er nog steeds bureaus die streven naar hun magnum opus: qua budget kan en mag dan alles. Daarnaast beseffen we dat een dergelijk referentiesysteem moeilijk te rijmen valt met de mindset van een vrije markt.”


#architectuurincompetitie

De vereniging wil ook dat de overheid in fase 2 van een aanbestedingsprocedure en bij het opeisen van gedetailleerde plannen een correcte vergoeding vastlegt. “De essentiele kwaliteit van een ontwerp kan je al beoordelen op basis van een beperkte schetsstudie,” vindt Timmerman. Wil men meer gedetailleerde plannen, dan moeten ook bijkomende middelen en een vergoeding ter beschikking zijn. Gelet op het systeem van een shortlist betekent dat ook voor de opdrachtgever een beperkte uitgave. “Daarenboven willen we kost wat kost cherry picking voorkomen en onze intellectuele eigendom beschermen.”

Hetzelfde doel De richtlijn moedigt de toepassing van elektronische aanbestedingsprocedures aan, die zowel voor architecten als voor de openbare opdrachtgevers tijdbesparend moet werken. Daarnaast introduceert de nieuwe richtlijn ook een nieuwe procedure voor de aankoop van

innovatieve diensten: een Innovation Partnership. “In deze procedure kan de overheid partners selecteren binnen een competitief kader en hen een innovatieve oplossing op maat laten creëren. Maar hoe definieer je innovatie? Een moeilijke denkoefening, maar in essentie blijft een ontwerpstudie per definitie een creatief en innovatief gegeven,” stelt Timmerman. Zowel Sagne als Timmerman halen het systeem in Zwitserland aan als good practice. Het ontwerp dat er de voorgestelde gemiddelde prijs het dichtst benadert, is winnaar. “Op die manier bekom je een betere balans tussen kwaliteit en kostprijs.” zijn beide heren het volmondig eens. “En daarvoor moeten we durven samenwerken. Niet enkel de architecten en ingenieurs als intellectuele dienstverleners, maar ook de aannemers en overige bouwteamleden. Er is vooruitgang op dat vlak, kijk maar naar de samenwerking in bouwteamverband en ook de nieuwe

BIM-evolutie biedt mogelijkheden. De overheid, privéontwikkelaars, aannemers, ingenieurs en architecten streven uiteindelijk allemaal samen hetzelfde doel na: innovatieve, duurzame en goede gebouwen maken voor de eindgebruikers. We zien de toekomst dan ook positief tegemoet,” besluiten Sagne en Timmerman.

Kevin Moens, Redactiebureau Palindroom

Op basis van onderzoek bepaalde de G30 vier belangrijke problemen aangaande openbare architectuuropdrachten in België. 1. De kosten van openbare aanbestedingen zijn groter dan nodig 2. De opvatting van de selectiecriteria is te eng 3. Te veel opdrachten verlopen via de open procedure en te weinig via architectuurwedstrijden 4. Overheidsopdrachten zijn riskanter dan ze zouden mogen zijn

G30 formuleerde acht aanbevelingen aan de overheid inzake de Europe richtlijn voor overheidsopdrachten 1. Meer duidelijkheid en stabiliteit in het proces van openbare aanbestedingen 2. Efficiëntere procedures naast een sneller evaluatieproces 3. Duidelijke opdrachtvoorwaarden en selectiecriteria bepalen voor het starten van een aanbesteding 4. Opstellen van een referentiesysteem met integratie van de kosten van de levenscyclus en van het innovatief karakter 5. Gebruik maken van de architectuurwedstrijd, die gunstig voor een uitstekend ontwerp 6. Gedetailleerde ontwerpplannen vergoeden, ofwel ze niet eisen 7. Voor een adequate vergoeding zorgen volgens een erkend referentiesysteem 8. Waken over de kwaliteit en de goede praktijken via een onafhankelijke instantie www.g30.be

23


#architectuurincompetitie

Ontwerp­wedstrijden in de privÊsector: voordelen en pijnpunten

24

Resiterra1: Het te realiseren project Janseniushof (Leuven) van Resiterra, ontworpen door De Gregorio& Partners en Conix RDBM Architects.


#architectuurincompetitie

wel doen, hoe gaan ze dan te werk? Wat met

programma wensen te zien in het ontwerp. We verwachten van de deelnemers een krachtig, innovatief ontwerp dat durft statements te maken, maar tegelijk ook rekening houdt met de economische realiteit, de locatie en de doelgroep.”

het financiële plaatje en hebben ze ervaring

Gunningscriteria en “de klik”

Private opdrachtgevers schrijven niet zo vaak een ontwerpwedstrijd uit. Maar, als ze het

met PPS-projecten? We vroegen enkele projectontwikkelaars om hun licht te laten schijnen over deze thema’s. De selectie van een architect verloopt bij de meeste projectontwikkelaars op min of meer dezelfde wijze. “Wij nodigen doorgaans een vijftal bureaus uit die we zelf selecteren. We vragen hen om hun referenties en hun kantoor voor te stellen. Op basis daarvan weerhouden we één architect,” zegt Eric Van Hoof, directeur van Resiterra. “Onze keuze gebeurt ook op basis van een selectieprocedure en de gunningscriteria,” voegt Marc Vanhees, commercieel directeur van Democo, eraan toe. Beiden geven aan dat ze niet vaak een ontwerpwedstrijd uitschrijven. Bij ABS Bouwteam hebben ze dat voor het project Domus Aurea in Gent wel gedaan. “Normaal kiezen we een bureau op basis van de architecturale stijl, de kennis die we hebben over een kantoor, vorige samenwerkingen en referenties,” zegt Anton Gonnissen, managing director van ABS Bouwteam. “Omdat ik zelf architect ben, kan ik goed beoordelen welk kantoor het best aansluit bij welk project. Daarbij is mijn keuze altijd gebaseerd op architecturale kwaliteiten, nooit op geld. Voor Domus Aurea vond ik het, gezien de uitzonderlijke ligging en de zeer diverse mogelijkheden van de site, een opportuniteit om vier bureaus een oplossing te laten ontwerpen. Dat was een enorme verrijking.” Vanhaerents zegt enkel te werken met kwalitatief hoogstaande architecten. “De keuze van de architect wordt gemaakt per project, omdat wij het belangrijk vinden de juiste architect op de juiste locatie voor het juiste programma te bepalen.

De selectie gebeurt dus niet lukraak. Elke architect kent zijn specifieke specialisatie en daar maken wij graag optimaal gebruik van. Voor complexe (PPS-) projecten maken wij vaak gebruik van een ervaren masterplanner, aangevuld met een aantal jonge bureaus. De ervaring leert ons dat dit een interessante mix kan zijn om tot de meest uitdagende ontwerpresultaten te komen,” stelt Lode Waes, CEO van Vanhaerents. “Wij schrijven zelf een aantal bureaus aan waarvan we weten dat ze voor dit specifieke project de skills hebben. We gaan hierbij altijd zeer pragmatisch te werk, in die zin dat we de wedstrijd beperkt proberen te houden, een duidelijke projectdefinitie meegeven en ook duidelijk aangeven wat wij als ontwikkelaar qua

Om in aanmerking te komen, moeten de ontwerpen voldoen aan de gunningscriteria. “Het ereloon is daarbij belangrijk, maar ook BIM, duurzaamheid, enzovoort,” zegt Marc Vanhees van Democo. Bij Resiterra kijken ze verder. Erik Van Hoof: “Het is in eerste instantie belangrijk dat er een goede ‘klik’ is tussen beide partijen. Vastgoedontwikkelingen zijn langlopend, dus een goede relatie tussen architect en opdrachtgever is uitermate belangrijk. Maar, natuurlijk spelen referenties, architectuurstijl, kostenbewustheid en technische onderlegdheid ook zeker mee.”

Vergoeding niet-geselecteerde architecten De vergoeding, of beter het ontbreken ervan, is een heikel punt voor de nietwinnende architecten. Ze stoppen veel tijd en geld in ontwerpwedstrijden, om nog maar te zwijgen over de intellectuele investering. “Bij ons hangt de vergoeding voor een groot stuk af van de prestaties die geleverd moeten worden. Wij vragen

Marc Vanhees (Democo)

Het gerealiseerd project EEBIC (Anderlecht) van Democo, ontworpen door Styfhals & Partners.

25


#architectuurincompetitie

Het project Janseniushof (Leuven) van Resiterra, ontworpen door De Gregorio & Partners en Conix RDBM Architects dat momenteel gerealiseerd wordt.

een engagement van de architecten om zelf een bepaald risico te dragen om hen zo te motiveren om een zo goed mogelijk ontwerp neer te leggen dat beantwoordt aan de gunningscriteria. We werken vaak met een succesfee,” aldus Marc Vanhees van Democo. Vanhaerents werkt ook met een beperkte vergoeding. Lode Waes: “Wij voorzien altijd een vergoeding voor de verliezende deelnemers. De vergoeding is beperkt omdat wij steeds op basis van beperkte documentatie onze beslissing nemen. Er wordt van de architecten geen volledig uitgewerkt dossier verwacht.” Anton Gonnissen van ABS Bouwteam is niet te spreken over opdrachtgevers die deelnemende architecten niet vergoeden. “Ik vind het ronduit schandalig wanneer architecten niet betaald worden voor hun inspanningen. Projectontwikkelaars die zo met de deelnemende bureaus omgaan, noem ik graag ‘stofzuigerverkopers’. Ze zijn enkel in het economische aspect van hun product geïnteresseerd. Niemand hoeft een lijn op papier te zetten zonder betaald te worden. We hebben alle deelnemende bureaus voor ons project een behoorlijk bedrag aangeboden. Ik vind dat ook niet meer dan normaal. Los van het financiële vind ik het ook belangrijk dat de deelnemende dossiers gelijkwaardig naar buiten konden komen zodat iedereen de schoonheid van elk ontwerp kan waarderen. Het is jammer dat onze collega-projectontwikkelaars niet veel aandacht aan de niet-geselecteerde ontwerpen schenken.” 26

Tips voor debutanten Voor debutanten is een wedstrijd vaak een sprong in het onbekende. Hoe komen ze beter voorbereid aan de start, hoe voorkomen ze de typische beginnersfouten? “Het is het verstandigste als architecten die voor de eerste keer aan een wedstrijd willen deelnemen, daarvoor samenwerken met een groter bureau dat het klappen van de zweep al kent”, suggereert Marc Vanhees van Democo. Anton Gonnissen van ABS Bouwteam gaat verder op de vergoeding van architecten: “Beginnende architecten moeten zorgvuldig uitzoeken hoe alles in zijn werk gaat en welke parameters beoordeeld

Eric Van Hoof (Resiterra)

worden. En ze zouden alleen akkoord mogen gaan als er op zijn minst een vergoeding voor de gepresteerde uren en de energiekosten is. Als ze dat niet doen, vernietigen ze hun eigen markt.” Lode Waes (Vanhaerents) snijdt het thema van de PPS-projecten aan: “Wij zijn van mening dat een jong bureau heel veel kan leren door te starten met een deelname aan PPS-projecten waarbij ze ervaring kunnen opdoen door samen in een team met een doorwinterde masterplanarchitect te werken.”

PPS-projecten “Wij zijn inderdaad gewend om in team

Lode Waes (Vanhaerents)

Het gerealiseerde project Militair Hospitaal (Oostende) van Vanhaerents, ontworpen door Beel & Achtergael.


#architectuurincompetitie

aan PPS-wedstrijden deel te nemen, waarbij een team vaak bestaat uit meerdere architectenbureaus, diverse studiebureaus, een landschapsarchitect, een aannemer en een ontwikkelaar,” legt Lode Waes (Vanhaerents) uit. “Dat is een interessante procedure omdat alle vakgebieden van bij de start samen aan tafel zitten en geen enkel aspect eenzijdig wordt benaderd. Voor de aanbestedende overheid geeft dit het voordeel dat zij een ontwerp ontvangen dat niet enkel de stedenbouwkundige, maar zeker ook de markteconomische toets doorstaan heeft. Al te vaak wordt deze laatste toetssteen vergeten bij traditionele architectuurwedstrijden, waardoor een project er vaak veelbelovend uitziet, maar dikwijls geen slaagkansen heeft omwille van het gebrek van toetsing aan de markt.” Ook Democo staat hier positief tegenover en doet maximaal mee aan dit type wedstrijden. Marc Vanhees: “De selectie van het aantal kandidaten mag nauwer gebeuren tot maximaal 3 partijen aangezien deze procedures erg veel energie vergen en de kosten snel hoog oplopen. Een vergoeding voor de verliezende partij is wenselijk, aangezien de opdrachtgever ook ver uitgewerkte dossiers ontvangt.” Resiterra neemt zelden deel aan PPS-projecten. “Ik begrijp deze insteek wel, maar gezien de zware concurrentie en de vele stedenbouwkundige lasten die dikwijls aan dergelijke projecten worden opgelegd, loont het meestal niet meer om hier als projectontwikkelaar aan mee te doen,” vindt Eric Van Hoof. ABS Bouwteam heeft dan weer minder ervaring met PPS-projecten. “Maar ze zijn wel enorm belangrijk. Ik heb het gevoel dat sinds de bankencrisis het elan er wel wat uit is omdat er gewoon geen geld meer is. En toch vind ik dat de overheid moet klaarstaan om het privaat initiatief aan te zwengelen. Als ze geen alliantie aangaan met de private sector zijn ze op termijn gedoemd om hun gebouwen af te breken, wat zeer zonde zou zijn,” besluit Anton Gonissen.

Redactie: Michel Van den Bosch

Anton Gonnissen (ABS Bouwteam)

Het te realiseren project Domus Aurea (Gent) van ABS Bouwteam, ontworpen door Govaert & Vanhoutte

27


#architectuurincompetitie

Architectuur van algemeen belang Hoe kwaliteit garanderen bij publieke bouwprojecten? 28

Te realiseren stadsgebouw aan de Oude Dokken, Gent Architect: Xaveer De Geyter Architects


#architectuurincompetitie

Publieke opdrachtgevers spelen een grote rol in de ontwikkeling van kwalitatieve en betekenisvolle architectuur. Maar wat betekent die kwaliteit precies en hoe kan een bouwheer die garanderen via de bestaande procedures en wedstrijdconcepten? Drie experts getuigen. Er zijn in België een aantal goede instrumenten om kwaliteit te garanderen bij publieke projecten. Denk aan het Team Vlaamse Bouwmeester met de Open Oproep-procedure, de Brusselse en Antwerpse stadsbouwmeesters, de stadsontwikkelingsbedrijven in grote steden zoals Antwerpen en Gent, of regionale en stedelijke kwaliteitskamers. Toch ontsnapt een deel van de overheidsaanbestedingen nog aan kwaliteitscontrole, zoals lokale organisaties die het ereloon als belangrijkste criterium naar voor blijven schuiven, een veel te laag ereloon voorzien of overdreven specifieke referenties vragen. Er zijn nochtans genoeg goede voorbeelden en richtlijnen, zoals het convenant architectuurwedstrijden NAV uit 2011. (Noot: dit was een voorloper van het huidige handvest met tien aanbevelingen, dat u terugvindt op www.architectuurincompetitie.be)

gebruikers?” Zeker dat laatste is belangrijk, vindt Veronique Claessens, directeur technische diensten bij Stad Genk: “Die projectdefinitie moet tot stand komen in samenspraak met mensen die het project later ook gebruiken. Als zij dat project anders zien, kom je later toch in de problemen. Wij betrekken gebruikers meer en meer, vooral bij masterplannen en grote ruimtelijke projecten. Wat minstens even belangrijk is: de begeleiding. Als stad moet je, ook nadat het bureau is aangesteld, toch sterk de regie over het proces in handen houden.”

“Ook private bouwwerken zijn van publiek belang” Om aan zo’n projectdefinitie te komen, moet een bouwheer zelf wel perfect weten wat hij of zij wilt. “Want wat doen kleinere steden en

gemeentes nu vaak? Ze bellen naar andere gemeentes of steden en kopiëren bestekken en procedures van elkaar,” zegt Danny Windmolders, architect en stedenbouwkundige bij architectenbureau FCS en voormalig nationaal voorzitter van NAV. “Er wordt te weinig ingezet op specifiek vooronderzoek door bureaus die zich daarin specialiseren. Zo’n kleine gemeente bouwt ook maar één keer in een generatie een groot project zoals een sporthal of een gemeentehuis. Dan heb je professionele hulp nodig.” Veronique Claessens vult aan: “Wij ondersteunen onze buurgemeentes waar we kunnen, maar Genk stelt als grote stad ook nog altijd procesbegeleiders aan voor ingewikkelde projectdefinities.” Een andere oplossing voor kleinere gemeentes zonder specialisatie zijn kwaliteitskamers, zoals in Sint-Truiden, Lommel en Peer. Zo’n opzet kost natuurlijk ook energie, inzet en geld. Danny Windmolders: “Maar de politici in zo’n gemeente moeten vooral vertrouwen op de architecten en stedenbouwkundigen die ze in dienst nemen en vertrouwen op hun expertise. Die wordt vaak overruled omwille van politieke belangen. Door zo’n kwaliteitskamer met bijvoorbeeld plaatselijke architecten,

Projectdefinitie als basis Regel 1 uit dat wedstrijdconvenant luidt als volgt: ‘Vooraleer van start te gaan met een architectuurwedstrijd zullen we als opdrachtgever een goede projectdefinitie uitwerken die door de deelnemers gerespecteerd moet worden.’ Alles begint dus bij een goede projectdefinitie. Maar wat staat daar dan juist in? “Een goede projectdefinitie gaat verder dan de functionele opsomming van vierkante meters per deelruimte en de technische prestatie-eisen,” zegt Peter Lacoere, directeur projecten bij sogent. “Ze dient ook - en vooral - weer te geven wat het verwachtingspatroon en de noden zijn van de opdrachtgever: welke uitstraling moet het gebouw krijgen, wat zijn de verwachtingen van de

Gerealiseerd project sporthal te Genk - Architect TV BEL bvba - Ney & Partners nv - ©Stijn Bollaert

29


#architectuurincompetitie

Werf Energyville te Genk - Waterschei Architect: Atelier Kempe Thill - ©Stad Genk

een afgevaardigde van de Vlaamse Bouwmeester en externen, heb je misschien toch wat meer gewicht. Al hangt dat ook af van gemeente tot gemeente.” “Voor eigen bouwopdrachten draagt het lokale bestuur inderdaad zelf verantwoordelijkheid en oefent ze rechtstreekse impact uit op de kwaliteit van een project, maar dat ligt veel moeilijker voor de vele private bouwwerken. Een bestuur durft maar zelden een vergunning te weigeren omwille van mineur architecturaal niveau,” zegt Lacoere. “Weinig stedenbouwkundig ambtenaren durven dat te motiveren, terwijl het nochtans - zeker wat de buitenkant van het bouwwerk betreft, materie van algemeen publiek belang is. Een goede voorafgaandelijke begeleiding door de stedenbouwkundige ambtenaar om het project in kwalitatieve zin op te krikken, kan daarin niet voldoende benadrukt worden. Er is vaak nog veel bespreekbaar voor de bouwheer in dit deel van het traject. Dit vereist wel een constructieve ingesteldheid en ambtelijke cultuur van dialoog. Meer dus dan het louter toetsen van alle normering en wetgeving.” 30

Objectief beoordelen? Overheidsaanbestedingen voor bouwprojecten evolueren weg van een focus op ereloon, ook een aandachtspunt in het convenant voor architectuurwedstrijden. Toch wordt er tegen die regel nog vaak gezondigd. En hoe integreer je dat ereloon dan wél in een opdracht? “Het ereloon dient een gunningscriterium te zijn, maar van secundaire orde,” vindt Peter Lacoere. “De opdrachtgever kan zelf een prijsvork meegeven in zijn opdrachtbestek om te vermijden dat het grote verschillen tussen de deelnemers teweeg brengt.” Het is volgens hem ook aangewezen om met voorselecties te werken – na een algemene oproep – waardoor slechts een beperkte groep ontwerpers het volle ontwerpwerk levert en moet vergoed worden. Op die manier kan het bestuur per kandidaat een groter bedrag uittrekken. “Wij leggen op voorhand ook de erelonen vast, waarbij deelnemende bureaus een korting of surplus mogen geven, maar toch binnen een bepaalde vork,” zegt Veronique Claessens. “Zo vermijd je al extreem lage erelonen waar je later toch problemen mee hebt.”

Volgens Danny Windmolders mag ereloon echter nooit een criterium zijn. En toch zijn er wedstrijden waar hij aan deelneemt waar erelonen voor 40 procent meegerekend worden. Daar wordt dan nog eens erg veel werk voor gevraagd. “En wordt er dan uiteindelijk objectief beoordeeld?” vraagt hij zich af. “Soms is de samenstelling van de jury niet eens bekend of zitten er geen deskundigen in. Projecten waar mijn bureau vorig jaar aan meedeed zijn trouwens telkens toegewezen aan het bureau dat met het laagste ereloon inschreef. Dat kan geen toeval zijn. Bij een van die projecten won een bureau dat inschreef met een ereloon van 6,3 procent, stabiliteit, technieken, EPB en veiligheid inbegrepen. Terwijl je daar minstens 8 procent voor nodig hebt.”

Weg met plan van aanpak Het ereloon kan dus geen vooraanstaande plaats innemen, maar is vaak het meest objectieve criterium. Wat moet er dan in de plaats komen? Peter Lacoere: “Een gunning moet gebeuren op basis van een voorstel waarbij de kwaliteitsaspecten, de duurzaamheid, de kostprijs en de realiteitsgraad van de raming gewogen worden.” Veronique Claessens: “Wij laten nu sowieso vage dingen eruit zoals een plan van aanpak.


#architectuurincompetitie

Dan krijg je een hoop theorie en een mooie planningstabel die al achterhaald is wanneer de werken starten. Wij werken wel met referentieprojecten om te achterhalen hoe bureaus met een bepaalde problematiek omgaan. Dan vragen we meestal ook een toelichting van de offerte ter plaatse, daar haal je heel veel informatie uit.” Het voorleggen van referentieprojecten wordt regelmatig bekritiseerd, omwille van het nadeel voor kleinere bureaus. Die hebben misschien wel goede ideeën, maar missen bewijskracht. “Dat is natuurlijk dubbel,” zegt Claessens daarop. “Het draait immers niet enkel om het ontwerp van een gebouw. Wij werken in Genk aan een paar echt grote projecten, van 10 tot 15 miljoen euro. Ervaring met de opvolging van zo’n project blijft daarbij toch erg belangrijk. Wij adviseren jonge architecten om zich te associëren met een groot bureau, zodat ze zelf die ervaring opbouwen met grote projecten.”

Beste ontwerper of beste ontwerp? Is het voor een publieke opdrachtgever van belang om op zoek te gaan naar de juiste ontwerper, of eerder naar het juiste ontwerp voor je project? Lacoere kiest voor het laatste. “Het draait niet om welke ontwerper het best een tekst kan uitschrijven. De beste visietekst leidt zelden - later - tot het best denkbare ontwerp. Ontwerpers moeten doen waar ze goed in zijn: ontwerpen en hun kunnen daarin aantonen. En de opdrachtgever moet meteen zien waar het om gaat: het ontwerp en niet de naam die eraan kleeft.” Claessens is het daar niet mee eens. “Je moet zoeken naar een bureau of team dat weet hoe het een bepaalde vraag moeten interpreteren en dat tussen de lijnen kan lezen, een proces kan begeleiden. Ik denk dat er soms te obsessief met ‘het beeld’ wordt gewerkt. Belangrijk is wat er achter zit, want uiteindelijk is een ontwerp snel aangepast en bijgestuurd, maar je hebt wel een bureau nodig dat zo’n opdracht kan vertalen naar de realiteit.”

Jeroen Schreurs, Redactiebureau Palindroom

Gerealiseerd project hostel H te Runkst (Hasselt) Architect: Architectenbureau FCS - © Willem Verhaeg.

31


#architectuurincompetitie

32


#architectuurincompetitie

De bibliotheek van verloren projecten

Een selectie

Teller bibliotheek van verloren projecten (2 mei 2016)

# projecten: 97 # werkuren: 47075 Voor alle projecten, zie www.architectuurincompetitie.be Bouwen van een nieuwe ge誰ntegreerde campus Howest te Kortrijk (uit de bibliotheek van verloren projecten) Architect: BURO II &33 ARCHI+I


#architectuurincompetitie Architect: A2D Architects Project: Léger

Goede punten voor materiaal­ keuze en toe­gankelijkheid A2D architecten besteedde in 2013 een volle maand aan het ontwerp van 26 sociale woningen met gemeenschapslokaal in Brussel. De passiefnorm stond voorop bij het Léger-project. Matador uit Brussel won de wedstrijd en kreeg uiteindelijk het ontwerp in handen.

34


#architectuurincompetitie

“Om het dichte programma te realiseren kozen we ervoor om op de gelijkvloerse verdieping 12 appartementen op binnen­tuinniveau te voorzien, twee appartementen komen aan de straatkant,” aldus A2D. Via een gemeenschappelijke passerelle worden de 16 appartementen op de verdieping omsloten. Liften zijn niet gewenst en A2D slaagt erin bijna alle appartementen toegang te geven vanaf de eerste verdieping.

Optimale lichtinval Voor het ontwerp ging A2D Architects een samenwerking aan met IRS, Erbeko en D+A Consult. De schakeling van woonheden vormt het concept voor het Léger-project. De 1- tot 4-slaapkamerappartementen genieten allen van voldoende lichtinval en privacy.

In de oriëntatie naar de omgeving toe geeft A2D optimale lichtinval en zon aan de appartementen voor ouderen, deze grenzen aan de binnentuin. De leefruimtes van de overige appartementen hebben allen een dubbele oriëntatie. De terrassen hiervan sluiten aan op de passerelle. Op de eerste verdieping boven de doorgang naar de straat voorziet A2D een groot gemeenschappelijk terras. Dat sluit aan bij de gemeenschappelijke ruimtes en krijgt extensieve groenaanleg.

de jury ook het gemeenschapslokaal in het midden van het volume, dat het eenvoudig toegankelijk maakt. In het juryrapport komen ook enkele negatieve punten aan bod: zo heeft de jury zijn twijfels bij de oriëntatie tegenover de aansluitende rijhuizen. Het meer dat twintig koppen tellende team van A2D architects zet hoog in op duurzaamheid. Het Tervuurse bureau specialiseert zich in interieur, architectuur en urbanisme. Ze doen regelmatig mee aan wedstrijden.

Twijfels over oriëntatie Het juryrapport deelt positieve punten uit voor de materiaalkeuze, die aansluit bij de bestaande wijk. Het binnenplein en de trappen en passerelles maken dat de bewoners elkaar kunnen ontmoeten, of net genieten van hun privacy. Verder looft

Redactiebureau Palindroom

35


#architectuurincompetitie Architect: a2o architecten, Atelier Kempe Thill Project: Havenhuis Antwerpen

Dit gebouw moest geen demonstratie足 opdracht worden De wedstrijd voor het nieuwe havengebouw van Antwerpen dateert al van 2008. a2o-architecten en Atelier Kempe Thill uit Rotterdam bundelden de krachten voor hun ontwerp en belandden ermee in de top 5. Het gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen koos uiteindelijk voor een architecte met al vele internationale projecten op haar conto. Het Havenhuis van wijlen Zaha Hadid nadert de oplevering, maar de wedstrijd zindert nog na. 36


#architectuurincompetitie

Het ontwerp van a2o en Atelier Kempe Thill houdt rekening met de historische context van de oude brandweerkazerne om een gebouw voor de toekomst te ontwerpen. Hun oplossing bouwt letterlijk verder op het bestaande. Door de brandweerkazerne te spiegelen op het gebouw willen ze een architecturaal icoon creëren en tegelijk de dialoog met de stad aangaan. “De nieuwbouw lijkt op het eerste zicht ingetogen en eenvoudig, maar vormt van dichtbij een stralende, fascinerende diamant,” klinkt het bij de ontwerpers.

behoudt de flexibiliteit binnen de interne organisatie. De constructie van de nieuwbouw blijft eenvoudig door een volledige staalstructuur te bekleden met lichte vloeren. De gevel van de omgekeerde brandweerkazerne krijgt een tweede huid, een open gevel met een zonwerend scherm van wisselende mazen dat aan de achterliggende glasgevel hangt. De geïntegreerde brugconstructie leidt de krachten af naar de vier hoeken van het gebouw. Die hoeken brengen de lasten over naar kolommen in de fundering.

Tweede huid

Geen demonstratieopdracht

In hun plannen krijgt het bestaande gebouw een volledige renovatie, maar het blijft een complex met een binnenkoer. Het eenvoudige grondplan

De stapeling op het bestaande gebouw zorgt ervoor dat de voetprint gelijk blijft. Dat is voordelig voor de kosten en fasering. Met het ontwerp tracht het

team de maatschappelijke verankering op meerdere niveaus te realiseren: een aangename en toegankelijke werkplek voor de 440 personeelsleden van het havenbedrijf. Het duurzame ontwerp respecteert het natuurlijk klimaat door optimaal met licht- en luchtkwaliteit om te gaan. “Dit gebouw moest geen demonstratieopdracht worden van architectuur anno 2008. Dit gebouw moet de creatie zijn van een plek waar de haven zich de wereld toe-eigent, met als voorwaarde handeldrijven.” a2o en Atelier Kempe Thill wilden hun liefde voor het ontwerp delen met de Antwerpenaren, maar het mocht niet baten.

Redactiebureau Palindroom

37


#architectuurincompetitie Architect: Abscis Architecten Project: UniversitĂŠ de Fribourg

Studeren op een helling Een rechtenfaculteit tegen een Zwitserse bergflank? Abscis Architecten verzamelde enkele ingenieursbureaus rond zich en realiseerde een transparant volume met respect voor licht en zicht op de omgeving. Het ontwerp werd niet weerhouden, maar blijft een sterk staaltje architectuur.

38


#architectuurincompetitie

Dit ontwerp stelde de tijdelijke vereniging rond Abscis, Le Groupement Brunny Ingenieurs Conseils en Ingenieursbureau N. Provoost voor een enorme uitdaging: de bergflank in Zwitserland waarop het gebouw is ingeplant, zorgt voor een hoogteverschil van zeven meter. In het ontwerp wordt dat hoogteverschil overbrugd door gebruik te maken van hellingen en grastrappen. De functies van het programma structureren de topografie en morfologie. Zowel verticale als horizontale relaties zijn daarvoor van belang volgens Abscis.

Schaduwstudie Centraal komt een landschappelijke trap, de patio’s aan weerskanten van deze trap voorzien de leeszalen van voldoende dag­­licht. “Via eenvoudige schaduwstudies konden we dit tijdens het ontwerpproces

reeds testen en optimaliseren,” klinkt het bij Abscis. De centrale bibliotheek met leeszalen verbindt de twee bovengrondse volumes, zo wordt die het hart van de faculteit.

Complexe topografie Een lager kantoorvolume aan de straatzijde gaat in dialoog met de meergezinswoningen op de bergflank. Tegen de spoorweg komt een gebouw met leslokalen en aula’s, dat dankzij zijn groter volume in relatie staat met de spoorweg en het postgebouw. Dat gebouw met leslokalen en aula’s fungeert ook als poortgebouw. Van hieruit wordt de campus ontsloten naar het station en de stad. Aan de hand van een model wordt gestreefd naar de bewaring van licht en zicht voor de omgeving, zonder dat het nieuwe gebouw daaraan afbraak doet. En dat desondanks de complexe topografie.

Intimiteit Op vlak van materialen streeft Abscis naar eenheid en samenhang. Een betonstructuur en een gladde transparante aluminium gordijngevel bestendigen dit. De verschillende gevels aan de buitenzijde worden opgevuld met transparante en gesloten delen. Overtrokken met een grootschalige aluminium maaswerk, creëert het gebouw zo een zekere intimiteit. Het verzorgt ook het thermisch comfort. Het gesloten overhangende aulavolume wordt bekleed met ruitvormige aluminium panelen, die de vorm en de grootte van het maaswerk van de buitengevels overnemen en refereren naar de gestructureerde gevelelementen aan het hoofdgebouw van de campus.

Redactiebureau Palindroom

39


#architectuurincompetitie Architect: BUUR Project: Rogierplein Brussel

Geen mens op het Rogierplein Op het Rogierplein in hartje Brussel verschijnt momenteel een UFO van XDGA. Tegen 2017 moet het project klaar zijn. Toen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken in 2006 de wedstrijd uitschreef, gaf ook BUUR een visitekaartje af. Het ‘menselijke project’ haalde het niet, maar het Leuvense bureau staat nog steeds voor de volle 100% achter zijn ontwerpvoorstel. 40


#architectuurincompetitie

Het eigenzinnige ontwerp dateert al van een decennium geleden, maar BUUR blikt graag terug. “Het ontwerp vertrekt vanuit de vaststelling dat het Rogierplein op dat moment een wezenloze non-place was. Gefragmenteerd over meerdere niveaus en als druk kruispunt en multimodaal stadion vormde het eerder een stedelijk litteken dan een stedelijk plein.”

The Human Body Het ontwerp omhelst een geïntegreerde artistieke stedelijke interventie: de ruimte zelf wordt een artistieke ervaring, een nieuwe bezienswaardigheid in de hoofdstad en een plek die haar gebruikers verwelkomt en een indruk nalaat. Naast het optimaliseren en faciliteren van de verschillende stromen,

zowel bovengronds als ondergronds, en een heldere wisselwerking tussen de verschillende niveaus, plaatst het ontwerpteam centraal op het Rogierplein The Human Body. Een opvallend kunstwerk van de gerenommeerde kunstenaar Jaume Plensa. The Human Body is ongeveer 35 meter hoog en bepaalt de maat van de architectuur: het lichaam neemt de dimensie aan van een volwaardig gebouw. The Human Body staat daar waar het plein zich opent naar de ondergrond. Het kunstwerk verenigt zo de bovengrond en de ondergrond tot een publieke ruimte. De vorm van dit artistieke gebouw is herkenbaar voor iedereen. De menselijke aanwezigheid op

het plein wordt er vormgegeven.

Zwart-wit “Ons wedstrijdvoorstel was zwart-wit, je was ervoor of ertegen. Het voorstel kreeg een eervolle vermelding en bleef alleszins niet onbesproken,” aldus BUUR. Het winnende ontwerp van XDGA deelt volgens BUUR veel van hun inzichten. “Kiezen voor een luifel vormt een meer evidente optie. XDGA is bovendien een uitstekend bureau dat zich inzet in Brussel, we kunnen dus wel leven met de keuze, al zou het natuurlijk bijzonder boeiend geweest zijn om ons ontwerpvoorstel te realiseren.”

Redactiebureau Palindroom

41


#architectuurincompetitie Architect: cuypers & Q architecten Project: Gemengd gebouw Sint-Jans-Molenbeek

Er was geen openbare bekend­ making van de gunning‌ Ei zo na mocht cuypers en Q architecten Sint-Jans-Molenbeek verblijden met een gemengd project dat een antwoord moest bieden op een uiteenlopend eisenprogramma. De passiefbouw met huisvesting, een sportuitrusting, structuur voor kinderonthaal en ondergrondse parking ging uiteindelijk naar BOGDAN & VAN BROECK.

42


#architectuurincompetitie

Cuypers & Q focust zich op de sociale interacties in het gebouw. Beleving staat centraal dankzij een centrale route via de trappen. De verschillende programmaeisen vertaalt het bureau in lagen. Iedere bouwlaag krijgt haar eigen karakter, maar blijft toch diagonaal verbonden om de sociale cohesie te bevorderen. Zo ontstaan verschillende doorzichten die de ruimtelijkheid onderstrepen. Vooral in de publieke zone zijn deze duidelijk.

Drempelloze verbinding De publieke zone geeft bezoekers de kans rustig te wachten of anderen in de sportzalen te observeren. De hal fungeert als publiek ontvangstplein en maakt zo een drempelloze verbinding met de omgeving. “De gevel is dieper geplaatst

op straatniveau. Zo ontstaat er een verbrede stoep die de inkom markeert en bezoekers toestaat veilig en droog het gebouw te betreden,” aldus cuypers & Q. Vanaf de bovenste bouwlaag daalt het privacyniveau mee met de trappen. Op de bovenverdieping komen enkele woningen. Die krijgen een collectieve tuinzone en genieten mee van de groene ruimte rond de kinderopvang. De woningen en kinderopvang worden in houtmassiefbouw opgetrokken. Dat staat garant voor een lichte en duurzame structuur. De verdiepingen eronder krijgen verschillende sportzalen. Daaronder komt een dubbelhoge sportzaal die tot onder het terreinniveau zakt. In de kelder komt een ondergronds parking.

Stimulerende omgeving De organisatie van het gemende gebouw is doordacht. Het ontwerp is volgens cuypers & Q meer dan een stapeling van lagen. “Onze grote ambities inzake duurzaamheid willen een levensvatbaar gebouw maken dat een stimulerende omgeving vormt voor alle gebruikers en bezoekers.” Het ontwerp voldoet aan de Passiefhuis-standaard, is CO2-neutraal en wekt een deel van de benodigde energie zelf op. Cuypers & Q tast in het duister wat betreft de reden voor niet-gunning: “Er was geen openbare bekendmaking en de oplossingen van de andere teams zijn ons tot op heden niet duidelijk.” Redactiebureau Palindroom

43


#architectuurincompetitie Architect: Dhooge & Meganck architectuur Project: Domus Aurea

Appartementen voor aparte mensen Dhooge & Meganck architectuur spendeerde in 2015 600 uren creatieve energie aan het Domus Aurea-project in de Vlaanderenstraat in Gent. De wedstrijd van ABS bouwteam trok vier bureaus aan die vier uiteenlopende projecten indienden. Het residentiĂŤle nieuwbouwproject op de site van de vroegere Belfius Bank ging uiteindelijk naar Govaert en Vanhoutte. Dat bureau speelde met de gulden snede om een strakke stapeling te bekomen.

44


#architectuurincompetitie

Voor dit project creëerde Dhooge & Meganck een bijzondere beleefwereld. Zo kreeg het totaalconcept een multimediale ondersteuning, waaronder een eigen kortverhaal (‘APPARTEMENTEN/APARTE MENSEN’), met daarbij een soundscape.

Collectiviteit “Het project concurreert niet met andere vastgoedprojecten in de binnenstad, de sterkte komt vanuit het anders zijn binnen een van de puurste kunstvormen, de architectuur,” stelt Dhooge & Meganck. Het bureau zorgt binnen die sterke identiteit voor een verhoogde collectiviteit. Stedelijke co-housing met doorgroeimogelijkheden, samenwonen onder één dak. Daar gaat het kortverhaal APPARTEMENTEN / APARTE MENSEN over. “Een groep mensen die onafhankelijk wonen maar toch met elkaar verbonden

zijn. Zoals alle mensen behoren tot een familie, enkelen tot een serviceclub of een sportclub, zo behoren er een klein aantal tot de kern van het Domus Aurea.” Bij het kortverhaal hoort een soundscape, waarin Greet Samyn (Klara) voorleest op muziek van Alain Van Zeveren.

Gent, klimaatstad Verder wil het Domus Aurea van Dhooge & Meganck een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit en duurzaamheid van de stedelijke omgeving. De toegepaste principes van het PassiefhuisPlatform en de Trias Energetica passen binnen Gent Klimaatstad. De stad stelt hoge ambities inzake duurzaamheid, meer dat de wet voorschrijft. Het lichtgevende ontwerp integreert ook het ‘Gent OCMW LevensLoopbestendig Design-label’ (GOLLD) en wil een nieuwe

trend zetten door hoge ambities inzake collectiviteit te formuleren. De collectieve daktuinen en overdekte botanische tuin bestendigen dit. De messing-in-glasluiken en naadloze terrazzo gevelbekleding geven het project een uniek karakter.

Correcte wedstrijd Geen gratuite experimenten bij Dhooge & Meganck, hun Domus Aurea is een perfect berekende bouwkundig correcte constructie. “We hebben een project kunnen uitwerken dat onze ambitie als architectenbureau toont, dat sterk inspeelt op de context en de tijdsgeest. Voorts was de organisatie van ABS bouwteam een toonbeeld van hoe een architectuurwedstrijd correct en constructief kan verlopen.”

Redactiebureau Palindroom

45


#architectuurincompetitie Architect: Gino Debruyne en Architecten Project: De Succursale

Witte kubus doet jury twijfelen Met een Open Oproep in 2009 wilde gemeenschapsinstelling De Zande in Wingene zijn capaciteit uitbreiden. De gemeenschapsinstelling vangt jonge delinquenten op en begeleidt hen uitvoerig. Tegenover het hoofdgebouw van De Zande stond een leegstaand gebouwencomplex, geschikt om verbouwd en gerenoveerd te worden tot opvangplaats voor drie of vier bijkomende leefgroepen. Gino Debruyne en architecten belandde in de top vijf, maar osar ging met de opdracht aan de haal. 46


#architectuurincompetitie

Het uitgebreide programma van eisen vormde een uitdaging: De Zande vroeg per leefgroep eigen sanitair op de kamer en voldoende leefruimte voor de jongens. In de onthaalgroep voorzag de gemeenschapsinstelling bijkomende isolatiecellen met apart, vast sanitair. De tuinomgeving moest uitnodigen tot ravotten en spelen, maar ook een plek zijn om tot rust te komen.

Compact ontwerp De gedetailleerde eisen van gemeenschapscentrum De Zande goot Gino Debruyne in een helder en

functioneel ontwerp. De buitengevels moeten optimaal geconserveerd worden, de binnenkant ondergaat het tabula rasa-principe. Het bureau lost de programma-eisen in door in te spelen op het maximale behoud van het landschappelijk karakter en de site. De herbestemming van de bestaande gebouwen gebeurt met een compact ontwerp. De beperkte footprint behoudt het overzicht op de omgeving.

Daar had de jury enkele bedenkingen bij. Ze vonden de kubus te prominent aanwezig op de site. Het idee van Gino Debruyne werd, ondanks een gedetailleerde kostenberekening, te duur bevonden. Volgens het architectenbureau kostte het uitendelijk gerealiseerde project nagenoeg evenveel. “Het was een leerrijk ontwerpproces van een toch wel vrij complexe en boeiende opgave,� besluit Gino Debruyne en architecten.

Te duur? Gino Debruyne stelt in het ontwerp een witte kubus in een groene zone centraal.

Redactiebureau Palindroom

47


#architectuurincompetitie Architect: OFFICE9 Project: museum Helsinki

Een museum als billboard Het stadsbestuur, de Solomon R. Guggenheim Foundation en Finland schreven een grote internationale architectuurwedstrijd uit voor een nieuw museum in Helsinki. De organisatoren wensten een museum te organiseren dat de 21ste eeuw schetst, maar dat ook een nieuwe architecturale landmark voor Finland vormt.

48


#architectuurincompetitie

Nadat Frank Gerhy tekende voor de musea in Bilbao en Abu Dhabi, gaf de Guggenheim Foundation in Helsinki iedereen een kans. Het jonge Brusselse bureau OFFICE9 stuurde een ontwerp in, dat net als 1700 andere anonieme internationale inzendingen in de prullenmand belandde. Een elfkoppig panel kreeg de gewichtige taak om een winnaar aan te duiden: Moreau Kusunoki Architectes uit Parijs.

Dwars Johan Cool en Lotte Mattelaer van OFFICE9 zonden een gewaagd concept in: ze plaatsen het museum niet parallel aan de waterkant, maar planten het dwars

in. Het gebouw maakt zo de verbinding tussen het Tahititornin Vuori -park en de Zuidhaven van Helsinki. Het 200 meter lange concept vormt een langgerekte brug. “Door het gebouw 90 graden naar het water te draaien, kijkt de 200 meter lange façade uit op de stad en het achterland richting de zee,” aldus OFFICE9. Het nieuwe Helsinki Guggenheim Museum van OFFICE9 presenteert zich als een museumwand aan de inwoners van Helsinki en haar bezoekers. “Het museum toont zich als een billboard aan de stad, waarmee de Guggenheim Foundation communiceert met de gemeenschap.”

Geen beoordeling Het omvangrijke project gaat naar Moreau Kusunoki Architects uit Parijs. Hun ontwerp bestaat uit zwarte paviljoenen met concave daken. De paviljoenen zijn verbonden door middel van patio’s, een uitkijktoren maakt het concept compleet. De internationale wedstrijd eindigde voor OFFICE9 zonder beoordeling, het concept raakte niet voorbij de eerste ronde. Het bureau werkt gestaag verder en heeft al waardevolle projecten in binnen- en buitenland mogen uitvoeren.

Redactiebureau Palindroom

49


#architectuurincompetitie Architect: Architectenbureau Serck Project: zwembad Oostende

De zee, het kind en het badwater Opmerkelijke scheuren brachten in 2014 het brutalistische zwembad van de stad Oostende in gevaar. Een renovatie van het complex uit de jaren 70 drong zich daardoor op. Via een Open Oproep kwam Architectenbureau Serck bij de laatste vijf kanshebbers terecht. De Vlaamse Bouwmeester liet optekenen dat hij geen finaal ontwerp verwachtte, maar een verkennend en ontwerpend onderzoek. De volledige procedure werd echter stopgezet.

50


#architectuurincompetitie

Met enkele chirurgische ingrepen bracht Serck het zwembad opnieuw tot leven. Zo verbinden ze het zwembad terug met het aangrenzende voetgangersgebied. En moedigen ze de spontaniteit aan door de publieke ruimte open te maken.

Betonkennis Onroerend Erfgoed gaf een gunstig advies voor het ontwerp dat de brutalistische sfeer in ere houdt. Het looft de eigen betonkennis van Serck, dat het zichtbeton wist te bewaren. De waardering voor de geschiedenis en oorspronkelijke architectuur in combinatie met een duurzaamheidsvisie gaven de doorslag voor de Erfgoedconsulent van West-Vlaanderen. De renovatie maakt vooral plaats voor iedereen. Routineuze baantjestrekkers,

zonnekloppers, jonge kinderen, het zwembad in Oostende krijgt zo de ambitie mee een plek voor iedereen te zijn. Een biologische inloopzwemvijver van 25 meter met ploeterbad en oevers voor watergewenning geven het zwembad terug karakter. Houten zonneterrassen met een glooiende ligweide in de duinen, het onontbeerlijke petanqueveld: alles was voorzien in het ontwerp van Serck. De uitgebreide samenwerking tussen architectenbureau Serck, P. Bilquin, Land 9 en FernandezAbascal Murazabal samen met ARTEX en Ingenium mocht helaas niet baten.

Monddood

er niets over. Het verzoek van Serck om het juryrapport bleef onbeantwoord. In ‘De Zee, het kind en het badwater’ (dS 19/01/16) nam Koen van Synghel de kwestie op: “Het gebrek aan vertrouwen in de meerwaarde van een publiek architectuurdebat in Oostende doet denken aan het revolutionair Rusland, waar Stalin de avant-garde monddood maakte. Stalinistische architectuur is niet zo’n gevaar, maar in Oostende dreigt de valkuil van de publiek-private samenwerking. Onder het mom van efficiëntie en degelijk bestuur vergeet men dan gauw dat alles begon bij de ambitieuze vraag naar een gerenoveerd zwembad én een innovatieve, toeristische attractiepool.”

Naar verluidt ging de voorkeur van de stad naar het ontwerp van Bel Architecten, maar buiten een krantenartikel verscheen

Redactiebureau Palindroom

51


#architectuurincompetitie Architect: Stramien & Souto de Moura Project: Zeevaartschool Antwerpen

EEN verrijking voor ons bureau De Hoge Zeevaartschool in Antwerpen was toe aan een grondige renovatie: het internationale programma van de school smeekte immers om uitbreiding. Stramien en Souto de Moura uit Portugal gingen in 2014 aan de slag met het historische gebouw uit 1932. Hun ontwerpvisie was gestoeld op respect, verwantschap en helderheid. De tandem Atelier Kempe Thill en aNNo architecten kwam uiteindelijk als winnaar uit de bus. 52


#architectuurincompetitie

Respect, verwantschap en helderheid: deze elementen brengt Stramien tot uiting door een L-vormig volume toe te voegen aan het bestaande gebouw. Zo ontstaat een gesloten binnenplein, dat de samenhang en intimiteit verhoogt. “Het geheel plaatsen we op een doorlopende sokkel die oud en nieuw met elkaar verenigt. In deze sokkel brengen we auditoria en ontmoetingsruimten onder die dienst doen als bindingsfactor voor de school.”

Oud & nieuw Het gevelontwerp voor de nieuwbouw is helder en uitgesproken. Op die manier onderscheidt Stramien het nieuwe en het bestaande. De ‘pakketbootarchitectuur’ van het bestaande gebouw vindt aansluiting bij de transparantie van de nieuwe gebouwen. Zo laten Stramien en Souto de Moura twee eenheden samengaan.

In het ontwerp pakken de architecten eveneens de omgeving grondig aan. Het voorplein wordt in ere hersteld en auto’s verdwijnen in de nieuwe ondergrondse parking. Het bovenliggende voorplein heeft uitzicht op de stad en de Scheldebocht.

Verrijking Voor Stramien was de samenwerking met Eduardo Souto de Moura een bijzondere ervaring die in een verrijking voor het bureau resulteerde. “Ons wedstrijdontwerp is het resultaat van een intensieve en respectvolle samenwerking tussen Antwerpen en Porto, twee steden met een wereldhaven en een historische verbinding met de scheepvaart.”

Gebrek aan overleg

een deel van het historische gebouw wordt gesloopt. “Een riskante maar blijkbaar verstandige keuze, gezien op die manier compacter en budgetvriendelijker gebouwd kan worden. Dit toont aan dat in overheidswedstrijden een gebrek heerst aan intensief overleg tussen de betrokken partijen tijdens de ontwerpfase. Zowel gebruikers, financiers en diensten van onder meer Erfgoed hebben een terechte, zeer bepalende rol bij de beoordeling. Toch zijn zij tijdens de conceptvorming niet of nauwelijks betrokken waardoor draagvlak, aftoetsing en overleg in dergelijke wedstrijden te weinig aan bod komen,” besluit Stramien.

Redactiebureau Palindroom

Het winnende ontwerp is volgens Stramien een compacte oplossing waarbij 53


#architectuurincompetitie

PARTNERS 54

Pannenhuisstraat Lier (uit de bibliotheek van verloren projecten) Architect: Architektenburo Jef Van Oevelen


#architectuurincompetitie

PROJECT: IVV Sint-Vincentius, Gent ARCHITECT: Architectenbureau De Vloed, Destelbergen

LICHT TOT LEVEN BRENGEN Intelligent en esthetisch design

Daglicht en verse lucht zijn essentieel voor een gezond binnenklimaat. Met zijn nieuwe modulaire lichtstraten biedt VELUX gebouwen een overvloed aan daglicht, een intelligente ventilatie en uitstekende energie­prestaties. Dankzij het unieke, elegante modulesysteem wordt alles perfect volgens de specificaties van de klant gemonteerd en vergt het ter plaatse een zeer korte installatietijd.

De slanke profielen en het effen buitenoppervlak zorgen voor een elegant uitzicht. De aandrijvingen van de ventilatiemodules en rolgordijnen zitten verborgen in de dunne profielen, zodat er visueel geen onderscheid is tussen de vaste en ventilatiemodules. Wat u tekent is exact wat u krijgt.

Hoge energie-efficiëntie Met energie-efficiënte beglazingen bieden de modulaire lichtstraten van VELUX een van de laagste globale U-waarden voor frames en beglazingen op de markt (1,4 W/m²K met een standaard dubbele beglazing en slechts 1,0 W/m²K met een standaard driedubbele beglazing voor zowel vaste als ventilatiemodules). Bovendien toont

een beoordeling van hun levenscyclus aan dat ze een beter ecologisch profiel hebben dan de traditionele aluminium lichtstraten. De profielen bestaan uit een gepultrudeerd composiet van glasvezel en polyurethaan.

On-site ondersteuning VELUX biedt gedurende het volledige project gespecialiseerde on-site ondersteuning. Op basis van elk bouwproject helpt het architecten en studiebureaus bij het vinden van de beste oplossing om te voldoen aan de wensen van de bouwheer. Alle technische documentatie is off- en online beschikbaar voor de planning, gemakkelijke specificaties, designontwikkeling… www.modulairelichtstraten.velux.be 55


#architectuurincompetitie

Project: Markthal, Rotterdam Architect: MVRDV (Nederland)

Goed isoleren bespaart en levert op tegelijkertijd Met Kooltherm isolatie van Kingspan bouwt en verbouwt u future proof. Gebouwen zijn goed voor 40% van Europa’s energiegebruik. Onze isolatieplaten hebben de hoogste isolatiewaarde, zijn milieuvriendelijk én bieden optimale ontwerpvrijheid. Zo helpen ze het energieverbruik van gebouwen te reduceren. 56

Laten we er niet omheen draaien: met traditionele isolatiematerialen als minerale wol of EPS wordt het steeds lastiger om gebouwen te realiseren die zuinig in gebruik zijn zoals BEN woningen. Dat hebt u ongetwijfeld al gemerkt. Hoe scherper de eis, hoe dikker u moet bouwen met traditionele isolatie en hoe meer u in de knel komt met de detaillering. Het kan ook anders. Met de hoogwaardige harde isolatieplaten Kingspan Kooltherm. Daarmee haalt u met gemak de hoogste isolatiewaarde én behoudt u uw ontwerpvrijheid. Slanker bouwen levert meer vierkante meters op maar ook meer daglicht en dus meer comfort. Met de Kooltherm isolatieplaten van

Project: JuBi torens, Den Haag Architect: Kollhoff (Duitsland)

Kingspan Insulation kunt u slanker bouwen, de standaardconstructie behouden en hebt u geen problemen met lastige aansluitingen. Zo voorkomt u dure aanpassingen aan funderingen en kozijnen en vallen de materiaalkosten lager uit. Heeft u echt ruimte tekort dan is er Kingspan Optim-R, The Next Generation Insulation. Optim-R heeft een extreme isolerende werking en is gebaseerd op vacuüm technologie. Hierdoor isoleert Optim-R Met een lambda waarde van 0,007 W/m•K tot wel 5 keer beter dan traditionele isolatiematerialen waardoor al met slechts 6 cm Optim-R op passiefhuis niveau gebouwd wordt. www.kingspaninsulation.be


#architectuurincompetitie

Project: Music Academy, Frankrijk Architect: Dominique Coulon & associés

Rigitone, akoestiek in haar mooiste vorm Om in te spelen op de moderne bouwtrends waarin ontwerpers steeds strengere eisen qua akoestisch comfort moeten kunnen invullen, ontwikkelde Gyproc geperforeerde oplossingen met elk een eigen esthetisch aspect, gekoppeld aan een uitmuntende akoestische absorptiegraad.

Dit vertaalt zich in twee productlijnen. Enerzijds de Gyptone-platen met de gemakkelijk af te voegen 4xABAkantvorm die na afwerking een naadloos plafondoppervlak geeft met een modulaire vlakverdeling. Anderzijds de Rigitone-platen met rechte boorden voor plafonds met een doorlopend naadloos uniform perforatiepatroon over de ganse oppervlakte. Sinds kort zijn deze Rigitone-platen uitgerust met de Activ’Air-technologie, een innovatieve technologie die een oplossing biedt voor het verbeteren van de kwaliteit van onze binnenlucht.

instellingen, hospitalen, burelen en woningen. De Rigitone Activ’Air akoestische plafonds verminderen de nagalmtijden* en waarborgen een betere spraakverstaanbaarheid. De Activ’Air technologie die verwerkt zit in deze Rigitone-producten elimineert tot 70% van de formaldehydeconcentratie in de binnenlucht en combineert akoestisch comfort met een beter leef- en werkcomfort. Het geluid dat heen en weer kaatst tussen twee

*

wanden waardoor er snel opeenvolgende echo’s

Rigitone Activ’Air akoestische plafonds zijn de referentie op het gebied van akoestisch comfort in scholen,

veroorzaakt worden.

www.spraakmakendeplafonds.be 57


#architectuurincompetitie

Architectenbureau FP Architectes & fotograaf Filip Dujardin

Een uitzonderlijke dakbaan voor een uitzonderlijk ontwerp Het project van het Buurthuis van de Sint Antonius-wijk in Vorst (Brussel) heeft de ambitie om als bruggenbouwer te functioneren in de wijk, dit zowel door de aangeboden faciliteiten als door zijn identiteit binnen de publieke ruimte. 58

De integratie van dit project binnen het stedelijk netwerk laat een interactie toe met de omgeving langs de drie zijden van het perceel. Voor de werken was het een verlaten plek, een gevoel dat nog versterkt werd door de blinde tuinmuur. Het resultaat was dat de buurtbewoners deze ruimte niet benutten en dat het stedelijk meubilair al gauw aftakelde. Het nieuwe gebouw geeft opnieuw vitaliteit en dynamiek aan dit vroeger verwaarloosde hoekje. De indeling van het vroegere buurthuis wordt grotendeels in de huidige

plannen hernomen om zo dicht mogelijk bij het idee van restauratie te blijven. Het geheel van drie woongelegenheden en de nieuwe polyvalente zaal zijn gegroepeerd in een enkele constructie op de hoek van de Paduastraat en de Monnikenstraat. Een iconisch ontwerp dat een heel eigen identiteit verleent aan het Buurthuis in het stedelijk netwerk. Het nieuwe hoekgebouw is verdeeld over vier niveaus. Het gelijkvloers herbergt de nieuwe polyvalente zaal welke visueel ge誰ntegreerd wordt binnen de publieke ruimte. Het zichtbare dak werd uitgevoerd in Derbigum速 WW met groendak. Zowel van op het Sint-Antoniusvoorplein als van in de Monnikenstraat heeft men een duidelijk zicht op de MQSA wat het samenhorigheidsgevoel binnen de wijk versterkt. www.derbigum.be


#architectuurincompetitie

Project: AZ Jan Palfijn, Gent Architect: THV Boeckx – Arch&Teco – Bontinck

Leef gezond, woon gezond, werk gezond Continu en gecontroleerd ventileren

Renson streeft een gezond binnenklimaat na waar het aangenaam vertoeven is. Elke dag ontwikkelen we innovatieve en duurzame oplossingen voor gezond en comfortabel wonen en werken. Want met een luchtkwaliteit die binnen vaak tot 10x slechter is dan buiten, is het hoog tijd om daar even bij stil te staan.

Continu en gecontroleerd ventileren is een must, zeker in steeds beter geïsoleerde en luchtdicht afgewerkte huizen, kantoren, scholen en zieken­huizen. Of het nu gaat om renovatie of nieuwbouw, welke energie-eisen vooropgesteld worden, hoe gebruiks- en onderhoudsvriendelijk een ventilatiesysteem moet zijn en hoe verse lucht het liefst aangevoerd wordt, voor elk project biedt Renson een geschikte oplossing aan op maat van de bewoners of gebruikers.

Gratis natuurlijke koeling Door de opwarming van de aarde neemt koeling een steeds grotere hap uit het energiebudget. Nochtans is het mogelijk om de binnentemparatuur gratis naar beneden te krijgen dankzij natuurlijke,

ventilatieve koeling. Nachtelijke, koele luchtstromen die binnenkomen via lamellenroosters verdrijven de warmte uit de lucht en de bouwmaterialen en zorgen zo voor natuurlijke afkoeling.

Oververhitting voorkomen Grote glaspartijen garanderen voldoende daglicht, maar de uitdaging bestaat erin om binnenvallend zonlicht onder controle te houden. Vaste luifels boven de ramen verstoren het uitzicht naar buiten niet, terwijl de laagstaande zon tijdens de wintermaanden toch voor gratis warmte zorgt. Windvaste buitendoekzonwering houdt zonnestralen dan weer tegen nog voor ze het glas bereiken. En dat terwijl het zicht naar buiten behouden blijft. www.renson.be 59


#architectuurincompetitie

Project: politiebureau, Borgloon Architect: Architectenbureau a2o

Architectenbureau a2o heeft samen met bouwbedrijf Kumpen het winnende ontwerp gemaakt in een PPScompetitie voor een nieuw te bouwen politiebureau in Borgloon (Limburg, België). Het nieuwe complex zal deels worden gebouwd op het terrein van het huidige bureau, deels op het aangrenzende braakliggende perceel. De nieuwbouw wordt meteen aangegrepen voor de combinatie met een brandweerpost. 60

OPEN BIM bleek onmisbaar Dankzij BIM hadden wij het winnende ontwerp OPEN BIM geeft alle betrokken partijen een constante, gecentraliseerde toegang tot het 3D-model van een project. Elke partij heeft zo een beter overzicht van het project, wat zorgt voor minder miscommunicatie. Dankzij de 3D-visualisatie en de efficiënte werkwijze, hebben a2o en Kumpen gekozen voor OPEN BIM in de vorm van ARCHICAD en Solibri.

Wie goed kijkt, kiest voor ARCHICAD Met ARCHICAD werkt u eenvoudig, efficiënt en snel aan alle soorten bouwkundige BIM-modellen, van ontwerp tot uitvoering. Dankzij een unieke performance biedt het volledige

creatieve vrijheid zonder praktische beperkingen. ARCHICAD is de beste BIMmodelleersoftware op het gebied van visualisatie, documentatie, uitwisseling en samenwerking.

Vertrouwen is goed, checken is beter Solibri Model Checker is een onmisbare tool in ieder BIM-proces. Het geeft inzicht in de kwaliteit van BIM-modellen én legt issues tot in detail bloot. Vergelijk modellen, waarbij probleemgebieden helder worden gevisualiseerd. Communiceer vervolgens alle issues met anderen. Geen enkele andere software biedt deze kwaliteitsgarantie terwijl u het gebouw ontwerpt, bouwt en beheert. www.kubusinfo.be


#architectuurincompetitie

BELGIUM

ARCHITECT @WORK

THE NETHERLANDS

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

ARCHITECT @WORK

SWITZERLAND

ITALY

LUXEMBOURG

ARCHITECT@WORK, dat inmiddels in 14 landen een spin-off kreeg, biedt de architect een zo compleet mogelijk overzicht van de meest vernieuwende producten in de bouwwereld. In 2016 en 2017 worden er nieuwe edities in Rome, Barcelona, Stockholm, Istanbul en Toronto gelanceerd.

SPAIN

FRANCE

DENMARK

UNITED KINGDOM

SWEDEN

GERMANY

TURKEY

AUSTRIA

CANADA

ARCHITECT@WORK In een op maat van de architect uitgetekend standenconcept door Creative Fo(u)r beschikken alle exposanten over exact dezelfde ruimte, in modules met telkens vier hoekstanden. Het doel daarvan is enkel innovatieve zaken in de kijker te zetten. De architect kan deze noviteiten op een minimum aan tijd en op een beperkte ruimte bekijken en ontdekt zo wat voor hem of haar écht belangrijk is. Elke editie loopt onder een vooraf bepaald thema waar diverse seminars aan gekoppeld worden. Ook

tal van organisaties, waaronder het NAV als één van de belangrijkste partners, zijn aanwezig met eigen aanspreekpunten, waar de architect terecht kan. ARCHITECT@ WORK is een totaalevenement waar architecten net die informatie aangereikt krijgen, waarmee ze een verlengstuk breien aan hun creativiteit. Naar de eigen klanten toe worden ze via de opgedane kennis tegelijkertijd een nog betere voorschrijver. www.architectatwork.com

61


#architectuurincompetitie

U de creativiteit, Wij uw bijstand en zeker­ heid, Samen de grootste professionaliteit Met veel verwondering en respect staan wij telkens weer te kijken van de grote creativiteit en vakkennis die blijkt uit de talloze prachtige projecten die ons door jullie worden toegestuurd.

abrupte confrontatie tussen creativiteit en realiteit steeds weer te overbruggen. En dus willen wij, EUROMAF, jullie tot slot nogmaals bedanken voor de aangename samenwerking.

Jullie kunstzinnigheid brengt kleur in onze opgave, het verzekeren, dat soms in schril contrast staat met het artistieke van het ontwerpen.

Wij bieden u graag onze bijstand en zekerheid, zodat u zich zonder zorgen

kan concentreren op uw CREATIEVE OPDRACHT. www.euromaf.be

De voor jullie soms droge en complexe verzekeringsmaterie is nochtans van groot belang indien er iets fout loopt. Wij staan u dan ook preventief bij, van bij de aanvang van elk project, om zo op de meest efficiënte manier alle risico’s in te dekken en u financiële zekerheid te bieden. In al deze jaren zijn we erin geslaagd een nauwe band te scheppen met de ontwerpers om in dialoog de soms

Ont-werpen zomaar weg-werpen ? Architecten weten reeds van tijdens hun opleiding dat ze geen inspanning mogen schuwen om hun projecten optimaal voor te stellen. Het is trouwens de architectenwereld zelf die de lat zo hoog legt om op die wijze een uitzonderlijk kwaliteitsniveau te behalen. De geleverde inspanningen om tot een waardevol project te komen en waarmee

ook de opdrachtgever kan worden overtuigd, zijn enorm. Daarvan is de nietarchitectenwereld zich onvoldoende of zelfs helemaal niet bewust. We spreken hierbij niet enkel over de intellectuele inspanning – die we niet alleen mogen verwachten, maar zelfs eisen van een architect – maar vooral over de

materiële en niet te onderschatten fysieke inspanningen die worden geleverd door de architecten en hun medewerkers. Niet zelden wordt de nachtrust herleid tot een absoluut minimum of wordt die zelfs onbestaande om het project op de best mogelijke wijze te presenteren tegen de deadline aan. Want het niet halen van deze deadline betekent onherroepelijk een totaal verlies van inspanningen en project. AR-CO weet als geen ander hoe zwaar deze inspanningen kunnen doorwegen op de rentabiliteit van een bureau, maar anderzijds ook hoe broodnodig voor het voortbestaan. We zijn dan ook voorstander van het bepalen van een trapsgewijze filtering in de kandidaturen met een proportionele vergoeding voor de geleverde inspanning. AR-CO is niet enkel uw verzekeraar maar is er steeds voor alle architecten ! www.ar-co.be

Project: politiekantoor, Aalst Architect: architectenbureau Daelman en Buro Nero

62


#architectuurincompetitie

onder zorgen? CEA BELGIUM, ONZE MEERWAARDE ALS utopie...

GESPECIALISEERD MAKELAAR CEA BELGIUM is een makelaar gespecialiseerd in de beroepsaan­s­prakelijkheidsverzekering van architecten.

kheidsverzekering Wet Breyne

s essionals

ect r !

r ctor.

an g.

e

e

Door deze specialisatie zijn wij een echte toegevoegde waarde in uw relatie met uw verzekeraar zonder dat onze tussenkomst met extra kosten gepaard gaat. Wij ondervragen alle verzekeringsmaatschappijen om u de meest efficiënte oplossing aan te bieden op vlak van dekking en kostprijs. Dit is onze constante manier van werken voor de verzekering van uw beroepsaansprakelijkheid in een abonnementspolis of een polis enige werf. Uiteraard zorgen wij voor het dagelijks beheer van de verzekeringscontracten en de aanpassing ervan om de evolutie van uw activiteiten te volgen. Daarnaast zorgen wij voor het nazicht van uw jaarlijkse aangifte en de bijhorende afrekening. Ook leggen wij sterk de nadruk op een persoonlijke gespecialiseerde begeleiding en onze

juridische dienstverlening. Bij CEA BELGIUM werken verschillende juristen met allemaal een achtergrond in de advocatuur. We ondervinden in de contacten met onze klanten dat zij ook meer en meer geconfronteerd worden met juridische vragen. Daarom komen wij vaak al tussen bij de redactie van de architectuurovereenkomst en ook wanneer er zich een schadegeval aandient, zijn wij er om uw belangen te verdedigen. Wij beogen dat u zich kan bezighouden met uw projecten en engageren er ons toe dat dit op verzekeringsvlak zorgeloos kan verlopen. www.cea-belgium.be

Protecting professionals, zowel deelnemers als winnaars CEA BELGIUM Notarisstraat 66 B-1050 Brussel T +32 (0)2 761 94 00 F +32 (0)2 761 94 01 info@cea-belgium.be FSMA : 00000740

Protect is een onafhankelijke Belgische nicheverzekeraar met familiale roots die sinds 1990 maatwerkpolissen uitwerkt die de beroepsaansprakelijkheid van meer dan 6500 architecten en ingenieurs dekt. Protect onderscheidt zich door u niet alleen een goede verzekeringsdekking aan te bieden, maar door architecten en ingenieurs ook te willen ondersteunen en beschermen in de dagdagelijkse activiteiten. Zo stellen wij u een gratis juridische studiedienst ter beschikking, delen we graag onze kennis door seminaries, nieuwsbrieven en een up-to-date webstek. Protect staat voor doelgerichte gepersonaliseerde verzekerings­ oplossingen. Gesteund op een grondige

kennis van de sector en gedreven door een sterke persoonlijke benadering, want dat vinden we belangrijk. Verzekeringen zijn meer dan een koele overeenkomst tussen personen. En onze 50 mede­ werkers weten waarover ze praten, want ze zijn specialist in uw vakdomein. www.protect.be

Rebecca Ramboer CEO Protect

63


#architectuurincompetitie

64


#architectuurincompetitie

Colofon Deze publicatie verschijnt naar aanleiding van het Architectencongres, een initiatief van NAV, de Vlaamse Architectenorganisatie. Donderdag 2 juni 2016 - Handelsbeurs Gent

NAV Willebroekkaai 37 - 1000 Brussel Tel. 02 212 26 99 www.nav.be info@nav.be Voor een terugblik op het congres, zie www.architectencongres.be Voor actuele informatie, zie www.architectuurincompetitie.be

Projectbegeleiding: Pieter De Groote (NAV) / Charlene Ghyselinck (NAV) / Kris Baetens (NAV) / ir.-arch. Julie Alboort (NAV) / Hans Wynant (NAV) / NAV-voorzitter arch. Kati Lamens / ir.-arch. Peter Leroy (STRAMIEN) / arch. Karel De Mulder (A2D Architects) / ir.-arch. Jos Leyssens (Licence to Build) / arch. Jo Berben (a2oarchitecten) / arch. Luc Vanhout (Architects in Motion) / Staf Bellens en Colette Demil (CD Media).

Main Partner: Wienerberger

Partners: Architect@work / Derbigum / Gyproc / Kubus / Renson / Velux / Kingspan Insulation

Insurance Partners: Protect / AR-CO / EUROMAF / CEA BELGIUM

Mediapartners: Elma Multimedia / Dimension / Architectura.be / Bouw & Wonen

Logistieke partners: Uitgeverij Elma (lay-out en drukwerk publicatie) / Redactiebureau Palindroom (redactie) / Comma Merkenmarketeers (grafisch concept) / Twice Entertainment (eventbegeleiding) / Captains of Printing (drukwerk) / 66°Noord (video) / Ally GrahpX (website) / Brasserie Ha’ (catering).

65


#architectuurincompetitie

1

66


Cassia, de spraakmaker onder de gevelstenen Wisselend uiterlijk, blijvend karakter _ De Cassia gevelsteen is een buitenbeentje waarmee gevels een hyperindividuele identiteit aangemeten krijgen. Dat is in eerste instantie te danken aan het aparte formaat. De Terca gevelsteen meet 495 x 95 x 48 mm en is dus bijna een halve meter lang. Een tweede exclusief kenmerk is de afwerking van de zijden. Waar de ene zijde ruw geschaafd is, heeft de andere een gebroken structuur. Door de twee zicht-

“Unieke kleuren voor een unieke steen.” www.wienerberger.be

zijden te combineren in het gevelvlak, bekom je een gevel die elke monotonie schuwt. De reliëfverschillen gaan hand in hand met een boeiende, voortdurend wisselende dans van licht en schaduw. Dat effect wordt nog eens extra in de hand gewerkt door de kleurnuances. De Cassia is verkrijgbaar in vier varianten: Shadow, Bruin, Zwart Grafiet en Rood


MAIN PARTNER

PARTNERS

Insurance partners

MEDIA PARTNERS

Studentenrestaurant campus Middelheim – Antwerpen (uit de bibliotheek van verloren projecten) Architect: lava architecten


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.