Gedreven door de kritiek dat de diversiteit aan ruimtegebruik nogal eens vergeten wordt en dat de negatie leidt tot exclusie stelt het onderzoek als doel een antwoord te formuleren op volgende vierdelige vraagstelling: “Is de diversiteit aan ruimtegebruik van verschillende groepen gebruikers in de publieke ruimte daadwerkelijk zichtbaar? Indien de diversiteit zichtbaar is in het stedelijk weefsel, is er dan een correlatie met de fysieke werkelijkheid? Indien er een relatie is met de fysieke werkelijkheid, kunnen fysieke randvoorwaarden dan het ruimtegebruik beïnvloeden? En is het vervolgens mogelijk om aan de hand van deze fysieke randvoorwaarden een ruimtelijke strategie te formuleren voor de publieke ruimte op maat van de bevolking waarbij exclusie vermeden wordt?” Er werd getracht een antwoord te formuleren op de deelvragen aan de hand van een casestudy in Historisch Molenbeek.