WOENSDAG 23 DECEMBER 2015
55
Burgemeester Grootenboer | Dominee Oorschot | Natuurbeschermer Krijn Tanis | Oud-burgemeester Van Velzen | De teamchef en de wijkagent | Stand van de kunst | Oud-huisarts Bron | Klaas Baas
Ds. C. Oorschot:
“Geen cultuurschok, wel een mentaliteitsverandering” Het is al weer ruim tien jaar dat dominee C. Oorschot en zijn vrouw in Stellendam wonen. Maar het was in 2005 niet de eerste keer dat ze zich hier vestigden. In 1977 kwamen ze er ook wonen. Het gezin verhuisde erheen toen vader als kandidaat Oorschot een beroep aannam dat de Hervormde gemeente van Stellendam op hem had uitgebracht en hij hier in het ambt bevestigd werd. Het was dus zijn eerste predikantsplaats. Vijf jaar heeft hij deze kerkelijke gemeente gediend. Een periode waarin hij het dorp en zijn inwoners goed heeft leren kennen. En natuurlijk ook Goeree-Overflakkee als eiland. Drieëntwintig jaar nadat hij Stellendam en omgeving verlaten had, kwam hij er terug. Niet meer als gemeentepredikant, maar op de kop van het eiland werd hij wel - en is hij nog steeds - volop actief in het pastoraal werk. In totaal ligt er een tijdspanne van ruim 38 jaar tussen zijn komst in 1977 en nu. In die bijna veertig jaar is er nogal wat veranderd. En tijdens een gezellig gesprek in de huiskamer van dominee en mevrouw Oorschot gaat het daarover. Over veranderingen die de predikant in het dorp en op het eiland zich heeft zien voltrekken. In het dorpsleven, op het eiland, maar ook op kerkelijk terrein. Plaatselijk Als het over Stellendam zelf gaat, is hier in de vorige eeuw ontzettend veel veranderd, weet ds. Oorschot. “Ik spreek niet over een cultuurschok, maar wel over een mentaliteitsverandering. Voor de watersnoodramp heerste hier armoede en leek het dorp eigenlijk nauwelijks mee te tellen. Het hoorde niet bij Goeree, maar ook niet bij Flakkee, waar het op ‘t uiterste puntje lag. Het dorp was duidelijk op zichzelf aangewezen. Dat veranderde na de watersnoodramp. Toen hier na de wederopbouw ook de Haringvlietsluizen werden aangelegd, waren het de Stellendammers die van wanten wisten, die werken konden en wilden. En toen het sluizencomplex gereed was, waren het de Stellendammers die dit hadden gebouwd. Dat bracht een mentaliteitsverandering met zich mee. Men werd zelfbewuster. De Stellendammer werd trots op zijn afkomst en daarmee ook op zichzelf. Toen ik hier in 1977 kwam, kenden ze in Stellendam drie soorten mensen: Stellendammers, eilanders en overkanters. De Stellendammers deugden allemaal, tussen de eilandbewoners zaten ook wel goede, maar van de overkant deugde er niet één. Anno 2015 is dit natuurlijk allemaal niet meer zo. Veel
De overkant is heel dichtbij gekomen
oudere dorpsbewoners die het zo voelden zijn ons ontvallen en veel nieuwkomers die van buitenaf kwamen dachten zo niet. Maar het is wel een belangrijke verandering die in de achterliggende decennia door Stellendam is heengegaan.” De zelfbewuste houding die ds. Oorschot tegenkwam toen hij in Stellendam predikant werd, trok ook aanvankelijk een spoor op hoe de prediking werd ontvangen die de nieuwe predikant bracht, herinnert hij zich. “Ik bracht een prediking waarin van de mens niets overblijft. Dat je bekeerd moet worden. Maar dit werd echt niet zo gewaardeerd. Velen wáren al bekeerd, vonden ze. ‘Liever vandaag nog weg dan morgen’, zeiden ze over me. Toch is de Heere juist daarin gaan werken. Ik kwam met de boodschap: ‘Alzo zegt de Héére!’ en Zíjn Woord heb ik steeds neergelegd, waarbij ik zwaar tilde aan een goede exegese. En het ging veranderen in de gemeente. De kerk werd steeds voller, tot overvol toe, benauwend soms zelfs. Maar de Heere werkte!” En waar ze aanvankelijk niet zo blij met me waren, kwam er zelfs een tijd dat de mensen in onderlinge gesprekken zeiden: ‘ja, dit of dat is écht zo, want de dóminee zegt het’. Maar”, voegt hij er lachend aan toe, “dán is het tijd dat je als dominee vertrekt…” Eilandelijk Verder kijkend dan Stellendam heeft ds. Oorschot ook op het eiland het nodige zien veranderen. Allereerst door de ontsluiting van het eiland. “Daardoor is ‘de overkant’ heel dichtbij gekomen en zijn de invloeden ervan óver het eiland gekomen. Het ‘dorpsdenken’ is hierdoor op de achtergrond gekomen. Enerzijds verlies je daar bepaalde waarden mee, anderzijds levert het winst op.” Maar ook de voortgezet onderwijs scholen hebben het eiland beïnvloed, zegt ds. Oorschot. “Leerlingen van de diverse dorpen komen daar bij elkaar, dorpen ontmoeten er elkaar als het ware en brengen elkaars eigenheden naar elkaar toe. Ook dat brengt een ontwikkeling teweeg. En de moderne communicatiemiddelen beïnvloeden natuurlijk héél de samenleving enorm.” Maar te midden van alles wat verandert, is er ook iets wat blijft, constateert de predikant. “Je merkt dat er iets eilandelijks is. Vooral de laatste tijd, als er dingen zijn waarmee het eiland goed scoort, zich onderscheidt, bijvoorbeeld de vertegenwoordiging op de Klimaattop in Parijs, dan proef je een gemeenschappelijk gevoel van trots. Een soort samenbindend eilandersgevoel. Hoewel ik natuurlijk geen echte eilander ben, merk ik dat ook bij mezelf wel. En dat is een waarde waarvan ik denk dat die op Goeree-Overflakkee zeker blijven zal.” Zorgen Op de vraag of er ook zaken zijn die ds. Oorschot reden tot zorg geven, knikt hij instem-
mend. “Niet alle ontwikkelingen die je op het eiland af ziet komen, met name op de kop van het eiland, zijn even heilzaam. Ik heb toen ik in 1977 hier kwam gewaarschuwd dat als alle recreatieve ambities die men toen al had tot uitvoering zou brengen we een halve eeuw later een goddeloos eiland zouden hebben. En zie maar wat er nu gebeurt: de hele secularisatie is niet meer te stuiten.” Maar ook op kerkelijk erf zijn er ontwikkelingen die de predikant zorgen baren. “Zie bijvoorbeeld hoeveel jongeren een eigen ‘way of life’ erop nahouden. In de kerk zitten ze gewoon hun tijd uit, terwijl hun leefwijze buiten de kerk ligt. Op den duur haken ze af, want ze willen in eigen leven zélf de dienst uitmaken. Anderen trekken juist naar vrije groepen en denken dáár bevrediging te vinden. Maar ook hier is ‘t niet anders dan zelf heer en meester te willen zijn, een eigen invulling willen geven aan hoe je de Heere dient. Eveneens zorgelijk. Maar let wel: er zijn, zeker de laatste jaren, juist ook veel jongeren in de kerk die zich duidelijk betrokken weten bij Gods Woord, daarover vragen hebben en daar serieus mee bezig zijn!” Vanzelf komt ook de kerkelijke scheuring van 2004 ter sprake. Een gebeurtenis die ook voor ds. Oorschot uiterst ingrijpend was, en nog is, en waar zijn gezondheid merkbaar onder geleden heeft. “In de ontwikkelingen in het Samenop-weg proces kon ik echt niet mee. Ik was er gewoon allergisch voor. Over de nieuw te vormen PKN heb ik aanvankelijk zelfs uitspraken gedaan waarop ik naderhand terug ben gekomen. Ik moest leren zien: de Heere staat erboven en doet ‘t toch anders dan ik denk of vind. De Heere werkt ook in de PKN. En: we dienen dezelfde God!” Toekomst Wil ds. Oorschot ook nog iets zeggen met het oog op de toekomst? “Deze is mijns inziens niet zo rooskleurig”, geeft hij aan. “Steeds meer christelijke waarden en normen worden ook van de overheid met voeten getreden en zij die overeenkomstig het Woord van God willen leven, krijgen het steeds moeilijker. Als voorbeelden noem ik de trouwambtenaren, verpleegsters die niet mee willen en kunnen werken aan de uitvoering van abortus en euthanasie, aan winkelpersoneel en winkeliers die op zondag niet werken willen. Er zijn nog veel meer zaken te noemen. Let maar op het recente bericht in het Reformatorisch Dagblad dat PvdA en VVD christenen willen pesten. Ook op ons eiland zullen we steeds meer de gevolgen van de secularisatie ondervinden. Maar, sprak onze Heere eens: heb goede moed want Ik heb de wereld overwonnen. Daarom: door dit alles heen horen we de voetstappen van de Heiland, Die komt om Zijn Rijk te vestigen waarin Hij Alles zal zijn in allen en alle tranen van de ogen zal afwissen.”