14
WOENSDAG 14 AUGUSTUS 2013
Varia
Na 43 jaar bij hetzelfde bedrijf met pensioen Kleine wereld “Je wereld wordt wel klein, hé” zegt mijn vriendin als ik enthousiast vertel over de eerste dorsende combine van dit jaar. En dat valt moeilijk te ontkennen. Het is (nog) niet zo dat ik wekenlang het eiland niet afkom, maar er zijn wel weken waarop ik niet meer dan één keer van het eiland kom. Dat betekent dat mijn leven zich meer en meer afspeelt op GoereeOverflakkee. En dat was nog niet zo lang geleden wel anders. Toen woonde ik in Gouda, liep stage in Den Haag, werkte als bijbaantje in Rotterdam en om te chillen zoefde ik met de trein naar Amsterdam. Door school, stages en werk leerde ik iedere keer weer nieuwe mensen kennen praatte. En op een festival praatte ik met idealisten over wereldvrede en aanverwante zaken. Tegenwoordig gaan de meeste gesprekken over het weer en andere dagelijkse ongemakken. Dan ontstaan er dit soort gesprekken:
Hans Abrahamse (r.) verlaat na 43 jaar het Bommelse aardappelwasbedrijf, Huib Wolfert (l.) neemt zijn functie over.
DEN BOMMEL - Vroeger, en eigenlijk is dat nog niet eens zo lang geleden, was het vrij normaal als je veertig jaar bij hetzelfde bedrijf werkte. Tegenwoordig is het een zeldzaamheid. Tot één van die zeldzaamheden hoort ook het dienstverband van Hans Abrahamse. Per 1 augustus jl. ging hij met pensioen, na niet minder dan 43 jaar lang te hebben gewerkt bij Handelsonderneming en Wasbedrijf Zuidwest Nederland B.V. (HOW) in Den Bommel. Als het aan Abrahamse had gelegen had hij nog jaren door blijven werken, zo ontzettend graag deed hij zijn werk, zo zeer hield hij van het bedrijf waar hij jarenlang bedrijfsleider was, en zo plezierig was ook de onderlinge band en samenwerking met zijn collega’s. Daarom stopte hij er zes jaar geleden bewust niet mee, toen daar al wel de mogelijkheid voor was. Maar inmiddels is hij bijna 67, en daarmee werd ‘t - het kabinetsbesluit om tot die leeftijd door te blijven werken vooruitlopend - toch tijd om terug te treden. Zij het met pijn in het hart: “Weet je, m’n werk was m’n hobby, en dat zal ik missen…”, zo verwoordde hij het kort en duidelijk. Door Hans Villerius
Slechts één jaar heeft Abrahamse een andere werkgever gehad, toen hij na de Hogere Landbouwschool gevolgd te hebben, bij Cebeco Handelsraad werkzaam werd in zijn geboorteplaats Rotterdam. Agrarisch Flakkee kwam in beeld toen hij in Dirksland verkering kreeg en tijdens de zomervakanties met veel genoegen bezig was op de akkers op het eiland en in het loonbedrijf van zijn toekomstige schoonvader. Daarnaast heeft hij stage gelopen bij de Gebroeders Struik op boerderij Koornlust te Stellendam. Toen er bij Aardappel Wasbedrijf Den Bommel een vacature kwam, solliciteerde Abrahamse hiernaar en werd hij aangenomen. Het begin van een lange carrière, bij een bedrijf dat toen nog niet zo heel lang bestond. In de beginjaren was het daarom best wel zwaar. Pionieren eigenlijk: uitvinden welke activiteiten wel of niet lucratief genoeg waren om op in te blijven steken, maar vooral ook het opbouwen en onderhouden van goede zakenrelaties. “Vertrouwen
en gunning zijn voor ons bedrijf heel belangrijke zaken”, benadrukt Abrahamse. Export Het vroegere Aardappelwasbedrijf Den Bommel, destijds een zelfstandig bedrijf, is nu honderd procent eigendom van Aardappelgroothandel Nedato. Het bedrijf, gevestigd op bedrijventerrein Bosland in Den Bommel, bestaat nu 45 jaar en is gespecialiseerd in het verwerken en verhandelen van kleine aardappeltjes, tot een grootte van veertig millimeter. “Aardappelen van deze omvang werden vroeger weggegooid, eenvoudig omdat ze niet rendabel waren”, vertelt Abrahamse. “In het gunstigste geval werden ze voor veevoer gebruikt. Omdat we dit toch zonde vonden, zochten we naar alternatieven, bijvoorbeeld de conservenindustrie”. Hiervoor werd aanvankelijk markt gevonden in Engeland. Abrahamse bezocht ambassades, kredietinstellingen en fabrieken in Engeland en wist het nodige vertrouwen te winnen om zaken te gaan doen. Maar voor het exporteren van de producten bleken de benodigde certificaten moeilijk te verkrijgen. “Dat is op den duur toch gelukt, wat we goeddeels te danken hebben aan de inspanningen van de Dirkslandse Leen Rottier, van de Plantenziektekundige Dienst, wiens naam ik daarom graag met ere noem.” Na verloop van jaren werd de handel met Engeland minder en werd vooral met Duitsland en België zaken gedaan. Dat is nog steeds het geval. Zo komen de potjes ‘Hele aardappeltjes, extra klein’ van conservenfabriek Scana Noliko - die een paar honderd ton aardappelen per dag verwerkt - grotendeels van HOW vandaan. Verwerking Het leveren van producten aan de conservenhandel gaat echter niet zomaar. Daar gaat een heel traject aan vooraf. Dat begint al bij het lossen van vers gerooide, maar ook wel geïmporteerde, aardappeltjes in de verscheidene bunkers die HOW hiervoor heeft staan. Daarvandaan zorgt een intern transportsysteem ervoor dat het product verder wordt verwerkt. In een soort wasstraat worden de aardappels ontdaan van klei en andere soorten vuil, dat meteen naar buiten wordt afgevoerd. Vervolgens wordt in een bad - met gebruikmaking van zout, tegenwoordig met klei - het soortelijk gewicht van de aardappeltjes bepaald. Glazige exemplaren gaan nog steeds als veevoer de deur uit. Alleen de aard-
appelen met een laag zetmeelgehalte gaan naar de conservenindustrie, en die met een hoog zetmeelgehalte naar fritesfabrieken als Aviko en Farmfrites, waar ze verwerkt worden tot pommes parisiennes, aardappelschijfjes, e.d. Bij HOW wordt er nauwlettend op toegezien dat de aardappels met onder de schil dezelfde productkleur bij elkaar terechtkomen, ongeacht het aardappelras. Want geschild en in glazen potten verpakt, moet in de winkel het product dezelfde kleur hebben. De in het Bommelse bedrijf verwerkte aardappeltjes worden er ook weer in bunkers opgeslagen. Het ‘afval’ (klei, zand, strootjes, e.d.) dat vanuit de wasstraat naar buiten werd getransporteerd, wordt afgevoerd naar en uitgespreid over een weids natuurlijk terrein achter het bedrijf. Met de nodige waterpartijen houden zich hier graag ettelijke ganzen en andere watervogels op, maar schapen, koeien en paarden grazen hier graag. Op deze wijze draagt HOW - met een totale bedrijfsoppervlakte van ca. twaalf hectare - in Den Bommel meteen bij aan een natuurlijke omgeving aan zowel de zuidrand van de Molendijk als de gehele zuidwesthoek van het dorp. Opvolger Zoals gezegd, verlaat Hans Abrahamse het bedrijf node. Een afscheid in de vorm van een receptie of iets dergelijks wilde hij uitdrukkelijk niet. Hij staat niet graag in de belangstelling en gaf er dan ook de voorkeur aan om zonder tamtam afscheid te nemen. Wel heeft hij persoonlijk afscheid genomen van leveranciers en afnemers. Ook dit interview heeft hij zelf niet gezocht, eigenlijk liever niet gewild zelfs, maar zijn collega’s hadden dit voor hem ‘gearrangeerd’… Hans’ opvolger is de 52-jarige Huib Wolfert uit Den Bommel, die ook alweer 35 jaar aan HOW verbonden is. De administratieve kant van het werk zal door Nedato worden overgenomen, evenals de voorgesprekken met grotere bedrijven. Samen met de andere collega’s zal Huib de dagelijkse gang van zaken in het Bommelse aardappelwasbedrijf blijven runnen. Binnen in het bedrijfsgebouw getuigt alles van orde en degelijkheid. Een uitstraling die HOW al jarenlang typeert. Momenteel worden er de installaties voor een deel vernieuwd, zodat na de zomervakantie het productieproces meteen volledig kan worden hervat. Alleen…, voortaan zonder Hans Abrahamse.
Er zijn wel weken waarop ik niet meer dan één keer van het eiland kom “Pff, ik stond wel vijf minuten stil toen ik vanaf de Haringvlietbrug de N59 op draaide. Zo, echt waar. Dat is balen en dat nog wel met deze hitte. Ja, wat is het warm hé. Heb je trouwens gezien dat het huis van die en die te koop staat. Enzovoorts, enzovoorts.” Op zich is er volgens mij weinig mis met dit soort ‘small talk’ maar we gaan er niet de wereld mee redden. (Met praten op festivals trouwens ook niet.) Ik leef in een klein wereldje en wordt er meer en meer zelf onderdeel van. Daarover nadenkend schoot me een fragment te binnen van het KRO-programma de Reünie. Hierin wordt met een schoolklas teruggeblikt op de schooljaren en het levensverloop van de leerlingen. Begin dit jaar was er een schoolklas uit Oude-Tonge in de uitzending. Daarin vraagt de presentator, naar aanleiding van het kleine aantal scheidingen in de groep, zich af waarom de mensen in Oude-Tonge wel begrijpen dat ze bij elkaar moeten blijven en in de rest van Nederland niet. Vanuit de schoolbanken klinkt een ontnuchterend antwoord: “Er zijn hier niet veel verleidingen en iedereen weet het ook meteen als je scheef gaat.” Een laag percentage scheidingen, dat is waar een kleine wereld groot in kan zijn.
De Pastorie aan het Weespad te Ooltgensplaat. Foto ingestuurd door Nel Hokke.