19 minute read

Thema 13 Inleiding recht

HOOFDSTUK1 INTRODUCTIE

Stel je eens voor dat er geen regels in het verkeer zijn en geen regels die vernieling en diefstal verbieden. Misschien heeft dat wel leuke kanten, maar waarschijnlijk wordt het al gauw een grote chaos. Uit ervaring weten we dat het noodzakelijk is om regels te hebben. We moeten weten hoe we met elkaar behoren om te gaan in het verkeer, maar ook bijvoorbeeld op het werk en thuis.

De regels die voor iedereen in Nederland gelden, zijn vastgelegd in onze wetsregels. Die noemen we samen het Nederlandse recht. Dat recht geldt natuurlijk op Nederlands grondgebied. Iemand die daar een strafbaar feit begaat, valt onder het Nederlandse strafrecht en wordt in Nederland berecht. In bepaalde situaties geldt het Nederlandse recht zelfs buiten Nederland.

De wetsregels zijn bedacht en vastgelegd door onze volksvertegenwoordigers en door de regering. Samen met hun ambtenaren zijn ze de landelijke overheid.

Als je wilt begrijpen welke soorten regels er zijn en voor wie ze gelden, is het verstandig met dit thema aan de slag te gaan. Daarmee wordt het eenvoudiger de thema’s Strafrecht, Strafvordering en Overige wet- en regelgeving te volgen.

Inhoud thema

In dit thema worden de volgende onderdelen behandeld.

Recht

Een overzicht van soorten regels die we in Nederland hebben en voor wie de regels gelden.

Rechtspraak in Nederland

Basisinformatie over de rechtsprekende macht. Deze ‘macht’ spreekt ‘recht’ als regels onduidelijk zijn of worden overtreden.

Begrippenlijst

Een overzicht met alle belangrijke begrippen uit het thema en een omschrijving van elk begrip. Alle begrippen uit deze begrippenlijst kun je oefenen met behulp van de begrippentrainer in de digitale leeromgeving.

SVPB-exameneisen

De SVPB geeft voor dit thema geen exameneisen.

Opdracht 1 De wetgevers

Staatsinrichting Nederland Regering en kabinet

a. Wetsregels gelden op het hele Nederlandse grondgebied en zijn bedacht en vastgelegd door onze volksvertegenwoordigers en de regering.

Lees de informatie bij 'Staatsinrichting Nederland'. In welke twee organen zitten de volksvertegenwoordigers die we hebben gekozen om regels te maken die gelden op het hele Nederlandse grondgebied?

b. Lees de informatie bij 'regering en kabinet'.

Wie vormen samen de regering?

Opdracht 2 Het Nederlandse grondgebied

a. Wat hoort volgens jou bij het Nederlandse grondgebied? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist. het vasteland Curaçao de Noordzee en het luchtruim daarboven de Zeeuwse eilanden en de Waddeneilanden het water binnen onze grenzen, zoals meren, rivieren en kanalen het luchtruim boven het Nederlandse grondgebied een smalle strook water (12 zeemijlen = 22,2 km) langs onze kust en het luchtruim daarboven

b. Waar geldt het Nederlandse recht ook buiten het Nederlandse grondgebied, denk je? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist. In auto’s en vrachtwagens met een Nederlands kenteken die in het buitenland rijden. In gebieden in het buitenland waar veel Nederlanders wonen. Aan boord van vaartuigen die in Nederland zijn geregistreerd. Aan boord van luchtvaartuigen die in Nederland zijn geregistreerd.

HOOFDSTUK2 RECHT

2.1 Inleiding

Het gedrag dat we van iedereen verwachten, is opgeschreven in regels. Regels worden ook wel ‘recht’ genoemd. De regels zijn nodig om onze samenleving leefbaar te maken en te houden.

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat een wetsregel is. • Je kunt het verschil tussen publiekrecht en privaatrecht beschrijven. • Je weet dat strafrecht een onderdeel is van publiekrecht en kunt de twee belangrijkste wetboeken uit het strafrecht benoemen.

2.2 Geschreven recht

Als een regel voor iedereen en overal op Nederlands grondgebied geldt, noemen we die regel een‘wetsregel’ .Andereregelsgeldenalleenineenbepaaldeprovincie,eenbepaaldegemeente of een bepaald waterschap. Die regels noemen we ‘verordeningen’ .

Wetsregels

Regels die zijn opgeschreven in wetboeken noemen we geschreven recht. Uit het geschreven recht moeten beveiligers een aantal wetsregels kennen en kunnen toepassen. Een wetsregel is een geschreven regel die is gemaakt door de landelijke overheid en geldt voor iedereen en overal op Nederlands grondgebied. Voorbeelden zijn: de Grondwet, de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, de Wet wapens en munitie en de Opiumwet.

Publiekrecht en privaatrecht

Als we kijken naar voor wie de regels gelden, verdelen we geschreven recht in publiekrecht en privaatrecht.

Opdracht 1 Geschreven recht

a. Een wetsregel is een regel die is gemaakt door de overheid en geldt voor en overal op

grondgebied.

b. Wat is het belangrijkste verschil tussen een wetsregel en een verordening?

c. Een ander woord voor ‘regels’ is

d. In welke twee ‘rechten’ wordt geschreven recht verdeeld?

2.3 Publiekrecht

Het publiekrecht regelt de algemene belangen van onze samenleving. Het gaat over regels waarvan de meeste mensen vinden dat ze voor onze samenleving belangrijk zijn. Publiekrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen een burger en de overheid en tussen overheden onderling.

De regels uit het publiekrecht gelden voor iedereen. Overtreding van een regel is geen zaak tussen een dader en een slachtoffer, maar tussen een dader en de samenleving. Iedereen (dus ook de overheid) moet zich aan de regels uit het publiekrecht houden.

Een overtreder van een regel kan door een officier van justitie - als vertegenwoordiger van de Nederlandse samenleving - voor de rechter worden gebracht. Als de rechter vindt dat de officier van justitie voldoende bewijs heeft geleverd, kan hij de overtreder straffen.

Strafrecht als onderdeel van het publiekrecht

Een van de onderdelen van het publiekrecht is het strafrecht. Van het publiekrecht zijn alleen delen van het strafrecht examenstof voor beveiligers.

De wetboeken uit het strafrecht

De basis van het strafrecht is vastgelegd in twee wetboeken:

Opdracht 2 Publiekrecht

a. Wanneer kan een rechter een straf opleggen als een regel uit het publiekrecht wordt overtreden?

b. Het publiekrecht geldt voor iedereen / mensen die een wetsregel overtreden

2.4 Privaatrecht

Als twee mensen het met elkaar oneens zijn, regelen ze dat meestal wel met elkaar. Daar hebben ze de overheid niet voor nodig. Toch komt het vaak voor dat mensen een conflict over privézaken niet samen kunnen oplossen. Dan kan de rechter worden gevraagd over het conflict een uitspraak te doen. De uitspraak van de rechter is bindend. Dit betekent dat beide partijen zich aan de uitspraak moeten houden.

Hetprivaatrechtregeltderechtsverhoudingentussenburgersonderlingenwordtdaaromook wel ‘burgerlijk recht’ of ‘civiel recht’ genoemd. Een burger kan in het privaatrecht ook een bedrijf of een instelling zijn. De regels uit het privaatrecht gelden, net als de regels uit het publiekrecht, voor iedereen.

Het privaatrecht is géén examenstof voor beveiligers.

Opdracht 3 Privaatrecht

a. Wanneer kan een rechter een uitspraak doen over een regel uit het privaatrecht?

b. De regels uit het privaatrecht gelden voor iedereen / mensen met de Nederlandse

nationaliteit

2.5 Samenvatting

Geschreven recht

• InNederlandhebbenwehetgedragdatwevaniedereenverwachtenopgeschreveninregels. • Als een regel voor iedereen en overal in Nederland geldt, noemen we een regel een

‘wetsregel’ . • Regels die alleen gelden in een bepaalde provincie, een bepaalde gemeente of een bepaald waterschap, noemen we ‘verordeningen’ . • Regels worden ook wel ‘recht’ genoemd. • Als we kijken naar voor wie de regels gelden, verdelen we geschreven recht in: – publiekrecht – privaatrecht.

Publiekrecht

• Publiekrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen een burger en de overheid en tussen overheden onderling. • Strafrecht is een onderdeel van het publiekrecht. • De basis van het strafrecht is vastgelegd in twee wetboeken: – Wetboek van Strafrecht – Wetboek van Strafvordering.

Privaatrecht

Privaatrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling.

2.6 Test je kennis

In de digitale leeromgeving staat de opdracht 'Test je kennis' waarin het onderwerp van dit hoofdstuk centraal staat. Maak de test en stel vast of je dit hoofdstuk kent.

HOOFDSTUK3 RECHTSPRAAKINNEDERLAND

3.1 Inleiding

De overheid heeft veel belangrijke taken, waaronder rechtspreken. Om te voorkomen dat de overheid haar macht gaat misbruiken, zijn de belangrijkste taken van de overheid zo veel mogelijk gescheiden. Die scheiding wordt de 'trias politica' genoemd. De rechtspraak maakt deel uit van de trias politica.

Leerdoelen

• Je kunt de drie belangrijkste taken van de overheid benoemen. • Je kunt het begrip ‘rechtsstaat’ beschrijven. • Je kunt de drie rechtscolleges en hun belangrijkste taken benoemen. • Je kunt het verloop van een strafrechtzaak globaal beschrijven.

3.2 Trias politica

De landelijke overheid heeft drie belangrijke taken: • regels maken • regels uitvoeren • recht spreken.

Regels maken

De wetgevende macht wordt gevormd door de Eerste en Tweede Kamer (samen het parlement) en de regering. Zij maken de wetten waaraan iedereen zich moet houden.

Regels uitvoeren

De uitvoerende macht is de regering die met ambtenaren van de landelijke overheid, zoals de politie en boa’s zorgt dat de wetten worden uitgevoerd en nageleefd.

Rechtspreken

Als de regels niet duidelijk zijn of worden overtreden, moet er recht worden gesproken. De rechtsprekende macht bestaat uit rechters. Zij hebben de taak recht te spreken als: • een burger of een organisatie een regel heeft overtreden (publiekrecht) of • burgers een conflict met elkaar hebben en er samen niet uitkomen (privaatrecht).

Gescheiden machten

Om te voorkomen dat de overheid haar macht misbruikt, zijn de belangrijkste taken van de overheid zo veel mogelijk gescheiden. Deze scheiding in drie 'machten' wordt triaspolitica genoemd.

Iemand die in de Tweede Kamer zit en regels maakt(wetgevendemacht),magbijvoorbeeld niet tegelijkertijd recht spreken als rechter. Een politieman die moet zorgen dat regels worden nageleefd (uitvoerende macht), mag niet straffen als iemand een regel overtreedt. Alleen rechters mogen straffen.

Opdracht 1 Trias politica

a. Wat houdt de trias politica in?

b. Waarom zijn de belangrijkste taken van de overheid gescheiden in drie machten?

c. Verbind elke macht uit de linkerkolom met de juiste omschrijving in de rechterkolom.

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechtsprekende macht Rechters en raadsheren

De Eerste en Tweede Kamer (samen het parlement) en de regering.

De regering met ambtenaren van de landelijke overheid

3.3 Nederland een rechtsstaat

De rechtsstaat

Nederland is een rechtsstaat. Dit betekent dat iedereen, burgers en overheid, zich moet houden aan de geldende geschreven regels (het recht). Dit is vastgelegd in onze belangrijkste wet: de Grondwet. Iemand die zich niet houdt aan een regel uit een wet of een verordening, kan door de overheid worden gestraft.

De rechtsprekende macht

Om te kunnen straffen heeft de overheid rechters die bepalen óf en hoe er gestraft wordt. Dit valt onder het strafrecht. Bijeenstrafzaakwordtiemandverdachtvanhetplegenvan een strafbaar feit. De verdachte wordt daarom door het Openbaar Ministerie voor de rechter gebracht. Dit doet een openbare aanklager: de officier van justitie.

Naast straffen kunnen rechters ook een uitspraak doen in situaties waarin twee burgers het niet met elkaar eens zijn. De meeste rechtszaken (ruim 70 %) gaan over conflicten tussen mensen onderling of tussen mensen en de overheid. Dit valt onder het privaatrecht.

Nederland kent ongeveer 2500 rechters en raadsheren die – met hun medewerkers - per jaar tussen 1,5 en 2 miljoen rechtszaken behandelen. Rechters zijn onafhankelijk en onpartijdig. Ze luisteren naar de betrokken partijen, advocaten, deskundigen en getuigen. Ze bestuderen bewijsmateriaal en gaan zo nodig persoonlijk op de plaats kijken waar een strafbaar feit heeft plaatsgevonden.

In strafzaken beoordeelt de rechter of iemand schuldig is en gestraft moet worden. In zaken die onder het privaatrecht vallen, beoordeelt hij wie er gelijk heeft.

Opdracht 2 Nederland een rechtsstaat

a. Wat zijn twee belangrijke kenmerken van een rechtsstaat? Iedereen, burgers en overheid, moet zich houden aan de geldende geschreven regels. Iedereen moet zich houden aan de geldende geschreven regels, behalve de wetgevende macht. Personen die deel uitmaken van een van de drie machten, kunnen niet gestraft worden. Iemand die zich niet houdt aan een regel uit een wet of een verordening, kan door de overheid worden gestraft.

b. Waarom is een onafhankelijke en onpartijdige rechter belangrijk?

c. Dat Nederland een rechtsstaat is, is vastgelegd in de wet.

Opdracht 3 De Grondwet

De Nederlandse Grondwet

a. Ga naar de website van de Nederlandse Grondwet en beantwoord de volgende vragen. b. In de Grondwet is vastgelegd dat iedereen in Nederland grondrechten heeft.

In welke twee soorten grondrechten worden die onderverdeeld?

1.

2.

c. Wat is het doel van klassieke grondrechten?

d. Geef een voorbeeld van een klassiek grondrecht.

e. Wat is het doel van sociale grondrechten?

f. Geef een voorbeeld van sociale grondrechten.

3.4 De rechtscolleges

De rechtsprekende macht kent drie verschillende rechtscolleges: • De rechtbank (11 x) • Het gerechtshof (4 x) • De Hoge Raad der Nederlanden (1 x).

De rechtbank

Rechtszaken worden altijd als eerste bij de rechtbank behandeld. Bij de rechtbank zijn er verschillende rechters voor het behandelen van rechtszaken: • De ‘meervoudige kamer’ , waar drie rechters samen rechtspreken. Zij behandelen zaken over ernstige misdrijven. Een van de rechters is de president van de rechtbank. Hij doet uitspraak, ook namens de andere twee rechters.

• De politierechter behandelt eenvoudige zaken waarbij de officier van justitie een maximale gevangenisstraf eist van één jaar. • De kinderrechter behandelt strafzaken tegen strafrechtelijk minderjarigen (verdachten tussen de 12 en 18 jaar). • De economische rechter behandelt economische delicten. • De kantonrechter behandelt onder andere: – in het privaatrecht: ontslag, loonconflicten en consumentenzaken – in het strafrecht: beroepsprocedures verkeersboetes, strafprocedures voor stroperij en allerlei overtredingen zoals te hard rijden, wildplassen en vandalisme.

In een rechtszaak kan zowel de verdachte als de officier van justitie in hoger beroep gaan bij een gerechtshof, wanneer hij het niet eens is met de uitspraak van de rechter.

Het gerechtshof

Als iemand het niet eens is met de uitspraak van de rechter, mag hij één keer in hoger beroep. Dan gaan rechters van het gerechtshof de zaak opnieuw behandelen en opnieuw uitspraak doen. In het strafrecht kan dat vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging, dezelfde straf of een hogere straf zijn. De rechters bij een gerechtshof heten raadsheren. Nederland kent vier gerechtshoven waar bijna alle hogerberoepszaken van de rechtbank worden behandeld.

De Hoge Raad

Soms is iemand het ook met de uitspraak in hoger beroep niet eens. Dan kan hij onder bepaalde voorwaarden bij de HogeRaad in cassatie. Zijn advocaat moet dan van mening zijn dat het recht niet goed is toegepast. Bij cassatie wordt de zaak niet opnieuw behandeld. De raadsheren van de Hoge Raad onderzoeken of de raadsheren van het gerechtshof het recht goed hebben toegepast. Als dat zo is, blijft het vonnis zoals het is. Anders wordt het vonnis vernietigd (= cassatie). Een ander gerechtshof krijgt vervolgens opdracht om de zaak opnieuw te behandelen.

De Hoge Raad der Nederlanden (dit is de officiële naam) is het hoogste rechtscollege in Nederland en bevindt zich in Den Haag.

Rechtbank

Aantal

11

Watwordtbehandeld

Wie spreken recht Openbare aanklager Hoe heet de uitspraak

Alle zaken uit het privaat- en publiekrecht Rechters

Officier van justitie Vonnis

Gerechtshof

4

Hogerberoepszaken van de rechtbank

Raadsheren

Advocaat-generaal Arrest

Hoge Raad

1

Cassatiezaken

Raadsheren

Niet van toepassing Arrest

Opdracht 4 De rechtscolleges

a. In welke drie rechtscolleges is de rechtsprekende macht verdeeld? de Eerste Kamer de Hoge Raad de rechtbank het gerechtelijk college het gerechtshof

b. Rechtscolleges plaatsen we in een bepaalde volgorde. Geef het rechtscollege waar alle zaken het eerst worden behandeld een 1 enzovoort.

Gerechtshof

Hoge Raad

Rechtbank

c. Welke zaken behandelt het gerechtshof?

d. Als iemand het niet eens is met de uitspraak van de rechter, mag hij keer in hoger beroep. Dan gaan rechters van het de zaak opnieuw behandelen en opnieuw uitspraak doen. In

het strafrecht kan dat

straf of een , ontslag van rechtsvervolging, dezelfde

straf zijn.

e. Wat betekent ‘cassatie’?

f. De Hoge Raad behandelt strafzaken / hogerberoepszaken / cassatiezaken

3.5 Strafrecht

Het Openbaar Ministerie (OM) maakt deel uit van de rechterlijke macht. De taak van het OM is hetopsporenenvervolgenvanstrafbarefeitenentoezichthoudenopdeuitvoeringvanstraffen. Bij zaken die vallen onder het privaatrecht (= civiele zaken) speelt het OM geen rol.

Bij het OM werken officieren van justitie. Zij vertegenwoordigen de Nederlandse bevolking. Een officier van justitie leidt het politieonderzoek in een strafzaak en beoordeelt de resultaten daarvan.

Op basis van het politieonderzoek heeft de officier van justitie de keuze uit drie conclusies: 1. Er is onvoldoende bewijs en de verdachte wordt niet vervolgd. Er volgt dan geen rechtszaak. 2. Er is voldoende bewijs, maar het gaat om een licht strafbaar feit. De officier van justitie besluit om de verdachte niet voor de rechter te brengen. De zaak wordt anders opgelost, bijvoorbeeld door het opleggen van een boete of een taakstraf waarmee een rechtszaak wordt ‘afgekocht’ . Sinds 2004 mag ook een officier van justitie lichte straffen opleggen. 3. Er is voldoende bewijs en de officier van justitie legt de zaak voor aan de rechter.

De strafzaak

Als een officiervanjustitie besluit om een zaak voor de rechter te brengen, stuurt hij de verdachte een dagvaarding. Dat is een officiële uitnodiging om voor de rechter te verschijnen. Er volgt dan een rechtszaak en de rechter doet een uitspraak.

De uitspraak

De rechter kan het volgende uitspreken: • vrijspraak • een veroordeling en dus een straf • ontslag van rechtsvervolging

Er is voldoende bewijs, maar de rechter vindt de dader niet strafbaar, omdat een strafuitsluitingsgrond van toepassing is.

Straffen

Als een dader wordt gestraft, heeft een rechter daar goede redenen voor. Hij wil met een straf iets bereiken, namelijk een van de volgende doelen of een combinatie daarvan: • beveiligen van de maatschappij • verbeteren van de gestrafte

• voorkomen dat anderen hetzelfde gaan doen • slachtoffers het gevoel geven dat het strafbare feit niet door de samenleving wordt geaccepteerd en daarom wordt bestraft.

Bij straffen wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdstraffen en bijkomende straffen. De hoogte van de straf wordt door de rechter bepaald. Hij mag niet méér straf geven dan de maximumstraf die voor een bepaald strafbaar feit wettelijk is vastgelegd.

Een rechter houdt altijd rekening met de achtergronden van de dader en met de omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd.

Opdracht 5 Strafrecht

De strafrechtzaak

a. Bekijk de video over de strafrechtzaak en beantwoord de volgende vragen. b. Wat is Piet als hij door de politie wordt aangehouden? dader verdachte crimineel

c. Wie leidt het onderzoek naar wat er precies is gebeurd? de rechter de officier van justitie de politie

d. Wie voert het onderzoek uit? de politie de advocaat van Piet de familie van het slachtoffer

e. Piet moet voor de meervoudige kamer van de rechtbank verschijnen. Welke zaken worden daar behandeld?

f. Wie bevinden zich in de rechtszaal?

g. In het vonnis heeft de rechter drie mogelijkheden. Welke zijn dat?

1.

2.

3.

3.6 Samenvatting

Trias politica

• De overheid heeft drie belangrijke taken: – regels maken. – regels uitvoeren. – rechtspreken. • Om te voorkomen dat de overheid haar macht misbruikt, zijn de taken gescheiden (trias politica).

Nederland een rechtsstaat

• Iedereen, burgers en overheid, moet zich houden aan de geldende geschreven regels van de overheid. • Rechters bepalen óf en hoe er gestraft wordt (in het strafrecht). • Naast straffen kunnen rechters ook een uitspraak doen in situaties waarin twee burgers het niet met elkaar eens zijn (in het privaatrecht). De rechter beoordeelt dan wie er gelijk heeft. • Rechters zijn onafhankelijk en onpartijdig.

De rechtscolleges

• De rechtsprekende macht kent drie verschillende rechtscolleges: – de rechtbank (11 x) – het gerechtshof (4 x) – de Hoge Raad der Nederlanden (1 x) • Rechtszaken worden altijd als eerste bij de rechtbank behandeld. • Hoger beroep wordt bij het gerechtshof behandeld.

Strafrecht

• Als een officier van justitie besluit om een zaak voor de rechter te brengen (in het strafrecht), volgt een rechtszaak en de rechter doet een uitspraak. • De rechter kan het volgende uitspreken: – vrijspraak. – een veroordeling en dus een straf – ontslag van rechtsvervolging. • Als een dader wordt gestraft, heeft een rechter daar goede redenen voor: – beveiligen van de maatschappij. – verbeteren van de gestrafte.

– voorkomen dat anderen hetzelfde gaan doen. – slachtoffers het gevoel geven dat het strafbare feit niet door de samenleving wordt geaccepteerd en daarom wordt bestraft.

3.7 Test je kennis

In de digitale leeromgeving staat de opdracht 'Test je kennis', waarin het onderwerp van dit hoofdstuk centraal staat. Maak de test en stel vast of je dit hoofdstuk kent.

3.8 Praktijkopdrachten

In de digitale leeromgeving staan praktische opdrachten, waarin het onderwerp van dit hoofdstuk centraal staat. Overleg met je docent welke opdracht(en) je gaat maken.

BEGRIPPENLIJST

Alle begrippen uit deze begrippenlijst kun je oefenen met behulp van de begrippentrainer in de digitale leeromgeving.

Advocaat-generaal

Openbaar aanklager bij het gerechtshof.

Cassatie

Onderzoek door de raadsheren van de Hoge Raad waarbij wordt nagegaan of de raadsheren van het gerechtshof het recht goed hebben toegepast. Als dat zo is, blijft het arrest van het gerechtshof zoals het is. Anders wordt het arrest vernietigd (= cassatie). Een ander gerechtshof krijgt vervolgens opdracht om de zaak opnieuw te behandelen.

Civiel recht

Wordt ook wel burgerlijk recht of privaatrecht genoemd. Recht dat wordt toegepast als partijen een conflict niet met elkaar kunnen oplossen en een uitspraak van een rechter vragen.

Gerechtshof

Rechtscollege dat zaken in hoger beroep behandelt.

Geschreven recht

Regels die zijn vastgelegd in wetten en verordeningen.

Hoge Raad

Hoogste rechtscollege waar cassatie wordt behandeld.

Hoger beroep

Een zaak die is behandeld bij de rechtbank wordt opnieuw behandeld door de meervoudige kamer van het gerechtshof. De raadsheren doen opnieuw een uitspraak (vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging, dezelfde straf of een hogere straf).

Kinderrechter

Een alleensprekende rechter die alle soorten strafzaken tegen strafrechtelijk minderjarigen behandelt.

Officier van justitie

Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal. Hij leidt het opsporingsonderzoek. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek besluit hij de zaak te seponeren, een transactie aan te bieden of te dagvaarden. Bij een strafzitting vertelt hij welke feiten volgens hem bewezen zijn en welke straf of maatregel daarvoor moeten worden opgelegd.

Openbaar Ministerie

Onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Geeft leiding aan het opsporingsonderzoek van de politie, vervolgt verdachten, brengt strafvonnissen ten uitvoer en informeert de rechter.

Overheid

Landelijk, provinciaal of gemeentelijk bestuursorgaan met openbaar gezag.

Politierechter

Een alleensprekende rechter die alle soorten strafzaken tegen een meerderjarige verdachte behandelt waarvoor maximaal twaalf maanden gevangenisstraf zal worden geëist.

Privaatrecht

Recht dat de rechtsverhoudingen regelt tussen burgers onderling.

Publiekrecht

Recht dat de rechtsverhoudingen regelt tussen de overheid en burgers en tussen overheden onderling.

Recht

Vastgelegde regels die in de samenleving van een land of regio gelden.

Rechtbank

Rechtscollege waar elke rechtszaak als eerste wordt behandeld.

Rechterlijke macht

Rechters van de verschillende rechtscolleges.

Rechtscolleges

Verzamelnaam voor rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad.

Strafrecht

Onderdeel van het publiekrecht, dat gaat over wat wel en niet mag, wat wel en niet moet, straffen die we kunnen krijgen en hoe gehandeld moet worden als we regels overtreden.

Trias politica

De scheiding van de drie machten.

Uitvoerende macht

De ambtenaren van de overheid.

Verordening

Een geschreven regel die is gemaakt door een provinciale of gemeentelijke overheid of door een waterschap.

Vonnis

Uitspraak bij de rechtbank.

Wetboek van Strafrecht

Wetboek waarin is vastgelegd wat strafbaar is, welke maximale straf op een strafbaar feit van toepassing is en wie strafbaar is.

Wetsregel

Geschreven regel van de landelijke overheid die geldt voor iedereen en overal op Nederlands grondgebied.

Wetgevende macht

De regering (koning en ministers) en de Staten-Generaal (volksvertegenwoordiging).

THEMA 14 WETBOEK VAN STRAFRECHT