Raam en Deur editie 5-2021

Page 1

Jaargang 23 nr 5 - 2021

vakblad voor raam-, deur- en geveltechniek, van ontwerper tot verwerker

De Zalmhaven in Rotterdam Elementgevels monteren op 200 meter hoogte

RD 4 2021_Cover.indd 1

14-10-21 13:27


Glasvervangend ventilatieluik DucoGrille NightVent

RC2

Intensief ventileren met groot debiet

Manueel of motorisch

Optioneel inbraakwerend

We inspire at www.duco.eu

26062009_DUCO_RaamEnDeur.indd 51 adv_Duco.indd 1

27/09/2021 08:14 15-10-21 11:14


VOORWOORD

Brandveiligheid Het is een onderwerp waarover we in Raam en Deur met enige regelmaat schrijven: brandveilig heid in woningen en appartementen en in andere gebouwen. Van brandveilige gevelmaterialen, vluchtroutes in woon of zorgcomplexen tot noviteiten van producenten die brandveilig wonen centraal stellen en verbeteren. Ook laat de redactie regelmatig kennisspecialisten aan het woord over recente ontwikkelingen of hun visie op de brandveiligheid in Nederlandse woningen. In deze uitgave van Raam en Deur besteden we wederom aandacht aan brandveilig wonen. Zoals in onze serie over het Politiekeurmerk Veilig Wonen, daarin staan deze keer rookmelders centraal. Met ingang van 1 juli 2022 zijn rook melders namelijk ook verplicht in alle woningen en appartementen die voor 2003 gebouwd zijn. Die verplichting geldt nu in het Bouwbesluit alleen nog voor nieuwbouw, woningen die vanaf 2003 zijn gebouwd. Een goede ontwikkeling, zo menen betrokkenen van verschillende organisaties – maar ook een uitdagende. Grote vraag is namelijk hoe je in iedere woning en appartement rookmelders opgehangen krijgt. Duidelijk is in ieder geval dat we in de maanden tot 1 juli volgend jaar als particuliere woning

COLOFON Raam en Deur vakblad voor raam , deur en geveltechniek, van ontwerper tot verwerker. www.raamendeuronline.nl Verschijning 6x per jaar Uitgave Plancommunicatie Postbus 61 NL 5258 ZH Berlicum Tel. +31 (0)73 503 88 32 E mail: info@plancommunicatie.nl Uitgever Edgar Molijn Redactie-adres Raam en Deur Postbus 61 NL 5258 ZH Berlicum Tel. +31 (0)73 503 88 32 E mail: raamendeur@plancommunicatie.nl Redactie Hans Fuchs, Arie Grevers, Geert Hilferink, Edgar Molijn Eindredactie: Metttaal, Maarten Ettema

bezitter of corporatie via verschillende campagnes herhaaldelijk gewezen gaan worden op nut en noodzaak van goed geplaatste rookmelders. Ook in ons thema artikel over dorpels komt brand veiligheid aan de orde. Zo biedt een recent geïntro duceerde valdorpel niet alleen geluidsisolerende en energiebesparende voordelen, ook het weglekken van koude rook onder de deur door wordt dankzij de valdorpel voorkomen. En daarmee wordt de vlucht route langer rookvrij en dus veilig gehouden. Jacques Mertens, onze columnist van ingenieurs bureau Peutz, duikt in de norm NEN 6075 en de vele vragen die deze Europese norm nog oproept. De regels rondom de toelaatbare lekkage van rook uit een ruimte bij brand blijken ingewikkelder dan veel mensen in de bouwbranche denken. Al met al weer voldoende interessants om te lezen deze editie, waarin we ook een mooi project uitlichten en een familiebedrijf portretteren. Ik wens u veel leesplezier. Edgar Molijn Hoofdredacteur Raam en Deur

Wilt u bereik en impact via Raam en Deur? Neem dan contact op met Molijn Sales Support Edgar Molijn Postbus 61 NL 5258 ZH Berlicum Tel. +31 (0)73 503 35 44 E mail: raamendeur@molijnsalessupport.nl E mail advertentiebestanden: traffic@molijnsalessupport.nl

Opgave en vragen over abonnementen België: Abonnementenland Ambachtenlaan 21 Unit 2A B 3001 Heverlee Tel. +32 (0)28 08 55 23 Fax +32 (0)28 08 70 05 Website: www.bladenbox.be voor abonneren of www.aboland.be voor adreswijzigingen en opzeggingen. Jaarabonnement buitenland € 93,

Vormgeving Inpladi bv bureau voor idee en creatie, Cuijk

Beëindigen abonnement: Opzeggingen dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperi ode in ons bezit te zijn. Prijswijzigingen voor behouden.

Druk Veldhuis Media bv, Raalte Opgave en vragen over abonnementen Nederland: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel. +31 (0)251 25 79 24 Fax +31 (0)251 31 04 05 Website: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereik baar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Jaarabonnement € 77, excl.btw.

Off- en online plaatsingen van Close-Ups, Advertenties, Advertorials en Columns De inhoud van zowel Close Ups, advertenties, advertorials en columns zijn samengesteld door of namens adverteerders of derden en wordt door Plancommunicatie niet beoordeeld op de juistheid, volledigheid en rechtmatigheid daarvan. Plancommunicatie en redactie aan vaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de inhoud hiervan.

baar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en redacteuren verklaren dat deze uit gave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en redacteuren op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de off en online informatie. Uitgever en redacteuren aan vaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die geba seerd zijn op bedoelde informatie. De weder partij wordt met nadruk aangeraden deze infor matie niet geïsoleerd te gebruiken maar af te gaan op zijn professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controlereren. ISSN 1389 6873

: @RD_redactie

: @RD_banen

Copyrights Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op welke wijze dan ook of worden opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of open

5/2021

RD4-2021_Voorwoord.indd 3

I

3

14-10-21 13:28


INHOUDSOPGAVE

Bouwplaats

Zalmhaventoren verlangt testen op 750 pascal De skyline van Rotterdam heeft een nieuw hoogste punt: de Zalmhaventoren. Voor de montage van de prefab gevels – met daarin beglaasde aluminium Schüco kozijnen van Rollecate – werd een hijsloods ingezet. In de top van de toren monteerde Rollecate de elementgevel van de penthouses, het restaurant en de technische ruimte. Op de weg naar beneden diende de hijsloods als platform voor de montage van de hoekgevelbeplating.

8 Familiebedrijf

De kracht van familiebedrijf Timmerfabriek Olofsen in Harderwijk Bij Timmerfabriek Olofsen staat innovatie en vernieuwing in dienst van kwaliteitsverbetering en continuïteit. Dat betekent automatisch dat er ook geld verdiend moet worden. Maar niet omgekeerd. Dat denken is van meet af aan verankerd in het familiebedrijf. Het is te zien op de foto uit de oude doos, aan de inrichting van de fabriekshallen en aan het pionierschap bij de ontwikkeling van software.

14 POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN (DEEL 14)

Verplichte rookmelder gaat levens redden Is de aanwezigheid van rookmelders op iedere woonverdieping voor nieuwe en bestaande woningen al sinds 2008 een vereiste voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen, in het Bouwbesluit geldt dit alleen voor woningen die na 2003 zijn gebouwd. Dat gaat veranderen, want per 1 juli 2022 zijn rookmelders verplicht in álle woningen en appartementen.

20 Op de cover In de rubriek Bouwplaats: De Zalmhaven Rotterdam Elementgevels monteren op 200 meter hoogtes. Lees verder op pagina 8

Voorwoord vakblad voor raam-, deur- en geveltechniek, van ontwerper tot verwerker

De Zalmhaven in Rotterdam Elementgevels monteren op 200 meter hoogte

RD 4 2021_Cover.indd 1

Beeld cover: Rollecate, Hans Fuchs 4

I

3

Jaargang 23 nr 5 - 2021

14-10-21 13:27

Postbox Berichten uit de markt

6

Bouwplaats Zalmhaventoren verlangt testen op 750 pascal

8

Column ‘Kaal scheidend bouwdeel’ Jacques Mertens, senior adviseur laboratorium bij Peutz

13

Familiebedrijf De kracht van familiebedrijf Timmerfabriek Olofsen in Harderwijk: ‘Ouderwets zaken doen met nieuwe machines’ Close-Up BUVA BUVA neemt Holonite over. Veel synergievoordelen voor klanten

14

18

POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN (DEEL 14) Verplichte rookmelder gaat levens redden 20

2021/5

RD 5-2021 Inhoud.indd 4

19-10-21 10:59


INHOUDSOPGAVE

Kozijnonderhoud

Duurzaam bouwen vereist meer kozijnonderhoud Almaar duurzamer bouwen heeft de prestaties van kozijnen verbeterd – en vergroot tegelijk de vraag naar onderhoud. Kozijnen werden zwaarder, met meer glas en dikkere profielen. Bij Kozijn Service Nederland merken ze dat goed, aldus algemeen directeur Jordi van Laar: “Dat toegenomen gewicht verlangt meer onderhoud.” Bijkomend effect: monteurs werken steeds meer samen en met hulpmiddelen, zoals een tilhulpkraan. Toch blijft kozijnonder houd in de eerste plaats vakwerk.

26 Brandveiligheid

Brandwerendheid binnendeuren onvoldoende, wat nu? Op verzoek van Raam en Deur gaat columnist Jacques Mertens, senior adviseur laboratorium bij Peutz, dieper in op brandveiligheidsdilemma’s. Dit doet hij aan de hand van een casus die hij met zijn team tegenkwam. Over een praktijk die vaak weerbarstiger is dan de theorie.

32 Trends: Dorpels

Dorpelproducenten innoveren samen met kozijnfabrikanten Hoewel kleur en uitstraling zeker een rol spelen bij de ontwikkeling van nieuwe dorpels en onderdorpels, richten de meeste fabrikanten zich vooral op andere innovaties en verbeteringen. Zoals recycling en circulariteit, materiaalgebruik en slimme maatwerk oplossingen. Nagenoeg alle fabrikanten innoveren in samenwerking met hun klanten.

38 Close-Up DUCO Ventilatieconcepten op maat voor onderwijsgebouwen Kozijnonderhoud Duurzaam bouwen vereist meer kozijnonderhoud Advertorial Select Windows Kunststof kozijnen op maat

25

Brandveiligheid Brandwerendheid binnendeuren onvoldoende, wat nu?

32

Advertorial Renson Grote raampartijen smeekten op buitenzonwering in moderne villa

Branchepagina VMRG

37

Dossier Circulair Marsroute naar kringloopgevel in 2050 44

38

Trends: Hang-en-sluitwerk Lagere footprint door productie in Nederland

43

26

30

Trends: Dorpels Dorpelproducenten innoveren samen met kozijnfabrikanten

46

5/2021

RD 5-2021 Inhoud.indd 5

I

5

19-10-21 10:59


POSTBOX

Kegro ontzorgt bestelling individuele deur Deurenfabrikant Kegro Deuren heeft een nieuwe service in het leven geroepen: Kegro’s Enkele Deurenservice. Bij een bestelling voor een individuele deur door een zakelijke klant (corporatie bijvoorbeeld) neemt de deurenfabrikant uit Groesbeek het hele proces over en ont zorgt daarmee de klant. Na de bestelling verzorgt Kegro de inmeting en bepaalt in overleg de overige specificaties. Vervolgens wordt de deur in de fabriek geproduceerd en voorzien van het standaard Kegro hang en sluitwerk, waarna de deur desgewenst op locatie wordt afge hangen. De deur bespaart de vakman een hoop werk en de bewoner veel overlast en rommel.

Prijs voor schuifdeur van Reynaers

Slimmere warmtepompen van DUCO Ventilatiespecialist Duco presenteerde deze maand tijdens de vakbeurs Energie in ‘s Hertogenbosch maar liefst vier slimme warmtepompconcepten. Primeur was de compacte WTW unit DucoBox Energy Comfort. Installateurs besparen met dit toestel op installatietijd door de handige kopieerfunctie voor de software, waardoor bij seriematige woningbouw inregelen een fluitje van een cent wordt. Een andere primeur die Duco toonde was de Duco RoofFan, een drukgestuurde dakventilator die zorgt voor de collectieve afvoer binnen Duco’s Vraaggestuurde Natuurlijke Ventilatiesystemen – leverbaar in twee uitvoeringen met een maximum debiet van 1800 of 3000 m3/u.

Het nieuwe schuifdeursysteem van Reynaers Aluminium – MasterPatio – is gelauwerd met de prestigieuze Red Dot Award. Hans van der Looij, sales en marketing manager van Reynaers is trots op de toekenning: ‘De markt heeft behoefte aan slanke aanzichten en minimalistische gevelelementen. Het nieuwe schuifdeursysteem is ook nog eens geschikt om grote schuifelementen mee te maken van vloer tot plafond.’ Het systeem is wat je noemt state of the art, zowel in design als in technische specificaties. De hoge iso latiewaarde en cradle to cradlecertificering maken het systeem geschikt voor passief bouw. Het systeem is leverbaar tot een hoogte van 3,60 meter met middenstijlen van 50 millimeter.

Norm rookmelders voor woonfuncties herzien Vanaf 1 juli 2022 is het verplicht om in iedere woning in Nederland rookmelders op te hangen – niet alleen in nieuwbouw woningen maar ook in bestaande bouw. Mede daarom is de norm NEN 2555 ‘Brandveilig heid van gebouwen – Rookmelders voor woonfuncties’ herzien. Er vinden onder meer wijzigingen plaats met het oog op verbreding van de eisen naar bestaande bouw; het koppelen van rookmelders; alarmering voor doven en slechthorenden; veiligheids aspecten; onderhoud en vervanging. Commentaar indienen kan tot 1 januari 2022 via normontwerpen.nen.nl. Meer informatie: Marc Mergeay, consultant Bouw & Installaties, 015 2690367, mb@nen.nl.

6

I

2021/5

RD 5-2021 Postbox.indd 6

19-10-21 10:58


POSTBOX

Reynaers Projectprijs 2021 voor Het Kleine Krikhaar Architect Dennis Weerink van Reitsema & Partners bouwde zijn eigen woonhuis in het Twentse Geesteren. Op de plek van een oude schuur zette hij een woning op een betonnen plint met een markante gevel, met aluminium gevelelementen waaronder een opvallende schuifpui van 4,5 meter hoog, geproduceerd door Gevelbouwer OWK samen met Reynaers Aluminium. Over de winnaar van de Reynaers Projectprijs 2021 schreef de jury: ‘De detailleringen van het woonhuis zijn bijna surrealistisch: eenduidig en met heel precieze aansluitingen. Het dakraam lijkt naadloos in het dakvlak geplaatst, het slanke gevelsysteem van de enorme glazen patio met hoge schuifdeuren geeft een bijzondere kwaliteit aan de woonruimte.’

VMRG publiceert ‘Kwaliteitseisen 2022’ De vereniging van gevelbouwers VMRG heeft de nieuwste kwaliteitseisen – die gesteld worden aan het VMRG Keurmerk – online geplaatst. De eisen zijn aangepast aan de Wet kwaliteits borging voor het bouwen (Wkb) die per 1 juli 2022 van kracht wordt. Ook zijn er aanpassin gen op het gebied van oppervlaktebehandeling, sandwichpanelen, interne kwaliteitsbewaking en gebogen aluminium delen. Architecten schrijven het VMRG Keurmerk voor om zeker te zijn van kwaliteitsgevels. Alle gevelbouwers aangesloten bij de VMRG hebben het VMRG Keurmerk. Vind de eisen op www.vmrg.nl/kwaliteitseisen

Dit jaar ruim 70.000 nieuwe woningen Om precies te zijn 71.500 woningen, dat verwacht uitgever Bouwkennis aan nieuw opgeleverde woningen in 2021. De komende jaren, zo is de prognose, zal dat aantal telkens met enkele duizenden stijgen. Dat is goed nieuws voor zowel de bouw als voor woningzoekenden, zeker omdat het aantal nieuwe woningen vorig jaar nog was gedaald, onder meer door de PFAS en stikstofcrisis. Opmerkelijk is dat, terwijl projectontwikke laars profiteren van de groei, corporaties achterblijven. Momenteel lijken zij de kat uit de boom te kijken en af te wachten wat een nieuw kabinet voor hun sector in petto heeft.

Weer fysiek ontmoeten op Polyclose 2022 19, 20 en 21 januari 2022, Gent Langzamerhand komt de beurswereld weer tot leven na bijna twee jaar coronacrisis. Zo zal tijdens de twintigste Polyclose de beursvloer weer wemelen van de laatste snufjes uit de wereld van de raam , deur , zonwering , gevel en toegangstechniek. Zo belooft Polyclose aandacht voor de – mede door Covid – snelgroeiende markt van terrasoverkappingen, zowel voor de particu liere markt als de horeca. Ook een trend zijn steeds grotere raampartijen, en daarmee innovaties in zonwering. En denk aan isolatie en ventilatie en de opmars van digitale toegangstechniek – om een paar trends te noemen waar de beurs mee uitpakt. Polyclose is exclusief voor professionele bezoekers. Gratis te bezoeken, vooraf aanmelden verplicht. Zie www.polyclose.be

Productnieuws? Bedrijfsnieuws? Branchenieuws? Mail naar: raamendeur@plancommunicatie.nl

5/2021

RD 5-2021 Postbox.indd 7

I

7

19-10-21 10:58


BOUWPLAATS Tekst Hans Fuchs Beeld Rollecate; Hans Fuchs

Zalmhaventoren verlangt testen op 750 pascal

Elementgevels monteren op 200 meter hoogte

De skyline van Rotterdam heeft een nieuw hoogste punt: de Zalmhaventoren. Voor de montage van de prefab gevels – met daarin beglaasde aluminium Schücokozijnen van Rollecate – werd een hijsloods ingezet. In de top van de toren monteerde Rollecate de elementgevel van de penthouses, het restaurant en de technische ruimte. Op de weg naar beneden diende de hijsloods als platform voor de montage van de hoekgevelbeplating. Nog een paar maanden en dan vindt de officiële oplevering van de Zalmhaventoren plaats. Met zijn top van 215 meter is het ontwerp van Dam & Partners Architecten momenteel de hoogste woontoren van de Benelux. De toren op steenworp afstand van de Rotterdamse Erasmusbrug bestaat uit een hoge transparante plint met onder meer entree, kantoren en een sportschool. In het middendeel bevinden zich 256 appartementen, met bovenin vier verdiepingen met zes penthouses en een panoramarestaurant. Op het restaurant staat een terugwijkende kroon uit glas, met daarin de gebouwtechniek. Op het dak van die transparante kroon tikt een spitse, 13 meter tellende naald op ijle hoogte de 215 meter aan. De Zalmhaventoren is onderdeel van De Zalmhaven, dat verder bestaat uit een lager bouwdeel met twee torens van 70 meter hoogte, naar ontwerp van KAAN Architecten. Deze torens – Zalmhaven II en III – liggen aan een nieuw openbaar park aan de Gedempte 8

I

De Zalmhaven Rotterdam Opdrachtgever Zalmhaven CV (AM en Amvest Vastgoed) Aannemer BAM Bouw en Techniek Grote projecten, Bunnik Architect hoge toren Dam & Partners Architecten, Amsterdam Architect laagbouw KAAN Architecten, Rotterdam Leverancier prefab Byldis, Veldhoven Leverancier hijsloods Civiele Technieken deBoer, Nieuwegein Gevelpuien Rollecate, Staphorst Montage Byldis, Veldhoven; Rollecate, Staphorst

Zalmhaven. In beide torens bevinden zich 196 appartementen en 33 eengezinswoningen, inclusief gedeelde daktuin en parkeergarage.

Prefab gevelelementen mét puien De Zalmhaven is een project van Ontwikkelingscombinatie CV (Amvest en AM) en wordt gebouwd door BAM Bouw en Techniek – Grote Projecten. Gevelomvang van het project: circa 3700 vierkante meter elementgevel (800 elementen), 384 balkonpuien en circa 1100 vierkante meter vliesgevel (plint). Engineering en productie van de elementgevel, puien en vliesgevel waren in handen van Rollecate, dat ook de montage van de vliesgevel in de plint, de balkonpuien en de elementgevel in de top van de Zalmhaventoren uitvoerde. Projectleider Jack Kooijman van Rollecate: “De dubbelglas kozijnen voor de 256 appartementen in de toren monteerden we bij Byldis in Veldhoven in de prefab betonnen

2021/5

RD5-2021 Bouwplaats.indd 8

19-10-21 11:02


BOUWPLAATS

Speciaal profiel voor Zalmhaven II en III

Voor de twee kleinere torens van De Zalmhaven werd een speciaal nieuw profiel ontworpen met een grote koker aan de buitenzijde. Aan het profiel werden extra vattingen geëxtrudeerd, zodat dichtingsfolies en bevestigingsankers direct opgenomen konden worden. Ook werd het kozijnprofiel zo ontwikkeld dat de gevelbeplating erop bevestigd kon worden. De diepte van het profiel werd afgestemd op toepassing van tripelglas. Zalmhaven II en III kregen zonwerend tripelglas met een U-waarde van 0,6W/m2K, een LTA van circa 64 procent en een ZTA van circa 37 procent. Daarnaast moesten beglazing en pui worden afgestemd op een geluidseis van RW a (ctr) = 43 (-2-4).

I

5/2021   9

RD5-2021 Bouwplaats.indd 9

19-10-21 11:02


BOUWPLAATS

Modulair en herbruikbaar Spectaculair, maar geen primeur – een hijsloods werd in Rotterdam al twee keer eerder ingezet: bij de bouw van de Delftse Poort (1989) en het Erasmus MC (2013). Slim aan de hijsloods van de Zalmhaventoren is de opbouw uit modulaire standaardelementen.

“ In dit project zijn we, testend en onderzoekend, over grenzen heen gegaan” Dat maakt de hijsloods demontabel en herbruikbaar in volgende bouwprojecten – waarvoor de loods op maat kan worden aangepast. De hijsloods van de Zalmhaventoren staat op vier grote stalen kolommen. De vijzelconstructie waarmee de hijsloods omhoog en omlaag beweegt, staat op de funderingspoer. Bij de beweging omhoog, worden telkens stalen kolomdelen van zes meter toegevoegd.

gevelelementen voor de toren. Dat ging om zo’n 1750 ramen, waarvan 860 draaivalramen. In de betonelementen zit soms maar één raam, soms vier of vijf. Daar zit geen vast patroon in. Dat aantal wordt bepaald door de plaatsing van de verschillende soorten huur- en koopwoningen in de toren.” In de Zalmhaventoren is gebruikgemaakt van een Schüco AWS 75-profiel met een speciaal gemaakte extrusie. Kooijman: “Het pro-

fiel is in dit project voorzien van een lip aan de binnenzijde, voor een goede aansluiting op het beton.”

750 pascal Rollecate monteerde in de prefab delen ook de 3D-hoekelementen met één hoekkozijn, voorzien van een speciaal hoekprofiel. Kooijman: “De architect verlangde een rank hoekaanzicht, een wens die wij moesten

I

10   2021/5

RD5-2021 Bouwplaats.indd 10

19-10-21 11:02


BOUWPLAATS

combineren met de hoge eisen aan de dichtingen die voortkwamen uit de hoogte van de Zalmhaventoren. Er werd getest op 750 pascal – voor gebouwen hoger dan 150 meter geldt als minimum die toetsingsdruk van 750 pascal. Dat resulteerde in ramen en balkonpuien met extra aandacht voor de rubberdichtingen en een beslagconfiguratie, zoals die in Nederland nog niet eerder zijn geproduceerd. In dit project zijn we, testend en onderzoekend, over grenzen heen gegaan.”

Balkonpuien De Zalmhaventoren heeft op elke verdieping acht balkonpuien, met twee verschillende breedtes. Ook die werden door Rollecate geëngineerd en geproduceerd. Kooijman: “In een door de BAM gehuurde hal aan de Keileweg in het Merwe-Vierhavensgebied zijn onze puien en de stelkozijnen van de kozijnleverancier op plateaus voorgemonteerd, met twee plateaus per verdieping. Voor ons lag bij deze balkonpuien de uitdaging in het samenbrengen van de grote verdiepingshoge deuren en de eis van 750 pascal.”

Montage op de bouwplaats Terwijl de montage van de gevels van de 215 meter hoge Zalmhaventoren in handen was van Rollecate, verzorgde Byldis Façades de montage van de laagbouw (met ‘herenhuizen’ van vier bouwlagen) en de twee torens van 70 meter hoog. Met een montageteam van zes tot acht monteurs realiseerde het bedrijf uit Veldhoven de montage van de puien met een snelheid van vijf tot zes dagen per verdieping. De Byldis-puien werden op de bouwplaats op het grijze beton gemonteerd. Daarna volgde het isoleren en het monteren van de gevelbeplating.

Hijsloods Voor de bouw van de Zalmhaventoren en de montage van de gevel­ elementen werd gebruikgemaakt van een hijsloods, die een bouw- en montagesnelheid van één verdieping per week mogelijk maakte. Als een mobiele fabriekshal werd de hijsloods iedere week omhoog gevijzeld voor de bouw van een volgende verdieping. Jack Kooijman: “In de hijsloods zorgde één bovenloopkraan voor het naar boven hijsen van de prefab geveldelen en de balkonpuien, met een hijskabel van meer dan 200 meter. Op hoogte werd de doorlooptijd van de bouw bepaald door die hijstijden. Met een tweede kraan in de hijsloods kon BAM de balkonpuien monteren, met een speciaal door ons ontwikkeld montageframe.” Voor het gebruik van een hijsloods werd gekozen vanwege de hoogte van de Zalmhaventoren, de krappe binnenstedelijke bouwplaats en de veiligheid. Houten vlonders en een rubberen slabbe aan de onderkant van de hijsloods voorkwamen dat tijdens de bouw materialen en gereedschappen naar beneden konden vallen.

Elementgevel De zes penthouses, het restaurant en de technische ruimte van de Zalmhaventoren kregen een volledig transparante elementgevel. De aluminium elementen met glas werden met acht tot tien elementen tegelijk op T-bokken naar boven gehesen. Jack Kooijman: “De bovenste vier verdiepingen van de toren – de penthouses – zijn vanuit de hijsloods voorzien van de elementgevel. Daarboven springt de gevel een meter terug, daar ligt het twee verdiepingen hoge restaurant. Hier zijn over de volle gevelhoogte vier elementen van 2,40 meter aangebracht met een door BAM beschikbaar gestelde schaarhoogwerker.” Voor de elementgevel van de penthouses werden bij Schüco in Duitsland geluidsmetingen uitgevoerd aan de woningscheidende wanden. Kooijman: “Daarna is dat ook in het werk nog eens getest. We hebben hier het vloerranddetail toegepast dat we ontwikkelden voor de elementgevel van het RAI-hotel in Amsterdam.”

Hijsloods in cabriostand Voor de montage van de elementgevel van de technische ruimte in de top van de toren, werd de hijsloods in de ‘cabriostand’ gezet. Om de kroon te kunnen bouwen, moest over een lengte van twintig meter het dak van de hijsloods open. Kooijman: “Dit deel van de elementgevel werd omgekeerd opgebouwd. We hebben van onderop elementen hydraulisch opgevijzeld naar het hoogste punt, om daarna de onderliggende elementen te plaatsen.”

Sinds september is de hijsloods bezig met de weg terug naar beneden. In deze fase voert Rollecate de laatste werkzaamheden aan de toren uit: de montage van de hoekgevelbeplating, in een tempo van twee verdiepingen per dag. Tegelijkertijd worden momenteel de vliesgevels van het kantoorgebouw gemonteerd. Geplande officiële oplevering van De Zalmhaven is maart 2022.

I

5/2021   11

RD5-2021 Bouwplaats.indd 11

19-10-21 11:02


Klaar voor de toekomst Maak kennis met de nieuwe generatie hoogwaardige én duurzame producten

BOSTIK PREMIUM Een revolutionair concept met een breed gamma aan Premium en Aware producten voor de bouw. Premium staat voor innovatie met de allerbeste kwaliteiten, een lange levensduur en de beste oplossing voor alle toepassingen. Aware staat voor duurzaamheid, BREEAM en bewustzijn. Bouw als professional bewust mee aan een betere wereld. Samen met Bostik klaar voor de toekomst!

Kijk voor meer informatie op www.bostikpremiumaware.com

adv_Bostik.indd 1

15-10-21 11:15


COLUMN

‘ Kaal scheidend bouwdeel’ TECTUS® HET KOMPLEET VERDEKTE SCHARNIERENSYSTEEM

Uit reacties van onze opdrachtgevers blijkt regelmatig dat NEN 6075 niet zo simpel is als het lijkt. Ook de testmethode – omschreven in de Europese norm – leidt nog steeds tot vragen, terwijl die in feite ‘slechts’ deuren betreft. In die norm blijft de discussie beperkt tot de vraag wat deel uit­ maakt van de deur. Dat is dus niet alleen het deurblad maar ook het kozijn. En de aansluiting van dat kozijn op de wand waarin, want zonder die wand blijft de deur niet overeind. In de Europese norm is dit terug te vinden door de definities goed te lezen. Voor Sa wordt de toelaatbare lekkage uitgedrukt als func­ tie van de naadlengte. Daarbij staat (verderop, bij de uitvoering van de test) tevens welke naden worden meegeteld: de aansluiting tus­ sen vaste en beweegbare delen maar niet de drempel, en de naad tussen kozijn en wand. Voor S200 is het eenvoudiger: daarbij wordt alleen gekeken naar de totale lekkage van de gehele constructie. Maar dan de NEN 6075. Hier komen we niet weg met alleen de definities goed lezen. Want een simpele ‘wand’ staat daar niet. Wel een ‘scheidend bouwdeel’ en zelfs een ‘kaal scheidend bouw­ deel’. Iets als een wand (of bijvoorbeeld een vloer) lijkt dan als scheidend bouwdeel te kunnen worden aangemerkt. Een wand die ‘alleen maar een wand’ is, dus zonder zaken als deuren en door­ voeringen, is dan een kaal scheidend bouwdeel. En neem de defi­ nitie van een naad: dat is de afsluiting tussen (onder andere) twee scheidende bouwdelen. Die bouwdelen mogen dan strak tegen elkaar aanzitten of door een dunne (wat is dun?) luchtlaag worden gescheiden. Helder, lijkt het. Laten we dat eens loslaten op de rookdoorlatendheid van een wand, gemakshalve een wand zonder toeters en bellen – geen doorvoeringen, geen deur. En laten we de rookdoorlatendheid bepalen op basis van de lekkage, niet op basis van de brand­ werendheid. Via NEN 6075 hoofdstuk 5.3 komen we dan in hoofdstuk 6.9 voor het ‘kale scheidende bouwdeel’ oftewel de wand – er is geen hoofdstukje ‘wand’, dat zou te simpel zijn. Onduidelijk is of dat kale scheidende bouwdeel dan in- of exclu­ sief de naden langs de randen is, maar aangenomen mag worden dat de naden afzonderlijk moeten worden gemeten. Daarvoor kun je immers terecht in hoofdstuk 6.7. We moeten dus de lekkage van de wand zelf bepalen, en die van de naad. Dus moet de rookdoorlatendheid voor Sa en S200 worden gemeten en getoetst aan de grenswaarden. Bij naden is daarbij in NEN 6075 een toelaatbare lekkage per strekkende meter gegeven. Dat lijkt logisch: meer naad, meer lekkage. Bij een wand niet, daar geldt alleen een toelaatbare lekkage van 20 m3/h. Hoe groot mag die wand dan zijn? Even groot als getest? Of mag, als tijdens de test een kleinere lekkage is bepaald, de wand in praktijk ook groter zijn dan getest? Interessante vragen, maar je hebt al snel een goede adviseur (die ook goed op de hoogte moet zijn van de testmethode) nodig voor de eindconclusie. Misschien een interes­ sant onderwerp om eens een groter artikel aan te wijden!

Voor hoogwaardige woonkamer- en objektdeuren voor zowel stomp als opdek concepten.

TECTUS® 〉 belastbaar vanaf 60 – 300 kg 〉 voor stompe- en opdekdeuren 〉 comfortabele 3D verstelling 〉 model varianten voor speciaal gebruik

www.simonswerk.com

SIM_Anz-2021_Tectus-Motiv1_NL_halb_91x267_RZ.indd 1

RD 3-2021 Column Peutz Mertens.indd 13

Jacques Mertens Senior adviseur laboratorium bij Peutz

17.02.21 15:25

I

5/2021   13

15-10-21 11:07


FAMILIEBEDRIJF Tekst Arie Grevers Foto’s Marjolein Ansink

De kracht van familiebedrijf Timmerfabriek Olofsen in Harderwijk:

‘Ouderwets zaken doen met nieuwe machines’

Bij Timmerfabriek Olofsen staat innovatie en vernieuwing in dienst van kwaliteitsverbetering en continuïteit. Dat betekent automatisch dat er ook geld verdiend moet worden. Maar niet omgekeerd. Dat denken is van meet af aan verankerd in het familiebedrijf. Het is te zien op de foto uit de oude doos, aan de inrichting van de fabriekshallen en aan het pionierschap bij de ontwikkeling van software. Op vrijdagavond 23 september 2016 krijgt Olof Jan Olofsen een telefoontje: zijn timmerfabriek staat in lichterlaaie. Er lijkt een voortijdig einde te komen aan de geschiedenis van het bedrijf die officieel begon in 1913 met de inschrijving in het handelsregister – al is Olof Jan, de vierde generatie op rij, ervan overtuigd dat ook eerdere generaties Olofsen het timmerambacht uitoefenden. Wie in 2017 dacht dat het einde oefening was, rekende buiten de waard. En die was in dit geval het ondernemerschap van Olof Jan. Tijdens de kredietcrisis had hij al geïnvesteerd in nieuwe machines en na de brand is de fabriek compleet nieuw ingericht. Binnen vier

maanden rolden de houten kozijnen, ramen, deuren, hefschuifpuien, vouwwanden, dakkapellen en houtskeletbouwelementen weer uit de fabriek om met de eigen vrachtauto te vertrekken richting bouwplaatsen in een straal van 100 kilometer rond de fabriek in Harderwijk – zwaartepunt ’t Gooi, Amsterdam en de Veluwe. Overigens ook tijdens de herinrichting van de fabriek kon Olof Jan zijn klanten blijven bedienen doordat hij met eigen personeel gebruik mocht maken van de faciliteiten van een collega. Die klanten bestaan uit de particulier die voor een nieuw raampje aan de deur klopt , de zzp’er, de middelgrote aannemer die onder meer voor projectontwikkelaars en woningcorporaties bouwt, renoveert en restaureert, en ten slotte de vastgoedonderhoudsbedrijven. Qua omvang van de werken kun je denken aan alles tussen de honderd en een miljoen euro.

Groeien hoeft niet Zoals het nu gaat kan het wat Olof Jan betreft nog jaren doorgaan. Groeien hoeft niet. “Met twintig medewerkers in vaste dienst kan ik het prima rooien. Ik begrijp niet waarom het altijd groter moet. Als iedereen doet wat hij nu doet, verdienen we allemaal een goede boterham.” De omvang van het bedrijf is ook afgestemd op wat Olof Jan kan behappen. Twee dagen in de week komt er een medewerker die hem

I

14   2021/5

RD 5-2021 Familiebdrijf.indd 14

15-10-21 10:25


FAMILIEBEDRIJF

Geheel links: Jan Olofsen, de opa van de huidige directeur Olof Jan. Zijn huwelijk met de dochter van de baas legde de kiem voor Timmerfabriek Olofsen.

Na de brand in 2016 zijn de ruime fabriekshallen opnieuw ingericht met moderne machines.

bijstaat met de administratie. Verder heeft hij alle touwtjes stevig in handen. Hij stuurt de productie aan, calculeert en onderhoudt de contacten met de klanten. En als het nodig is, springt hij bij in de productie. Hij kan alle machines bedienen en draait zijn hand niet om voor opsluit- en spuitwerk. Dat komt hem op zo’n zestig werkuren per week te staan. Wordt het bedrijf groter dan moet er weer een managementlaag tussen directie en werkvloer komen. En dat past volgens Olof Jan niet bij het karakter van het familiebedrijf. “We hebben een platte organisatiestructuur. De deur van mijn kantoor staat altijd open. Bovendien ken ik alle medewerkers bij naam, vaak ook hun echtgenotes en ben ik op de hoogte van de thuissituatie.”

Geen opvolger in familie Als Olof Jan aangeeft dat het bedrijf nog jaren voort kan op de wijze zoals dat nu gaat, zal dat waarschijnlijk niet onder leiding van een Olofsen zijn. Want Olof Jan heeft geen opvolger in de familie. Hij zal de komende jaren op zoek moeten naar een overnamekandidaat die past in de traditie van de onderneming. “We zijn een familiebedrijf dat een betrouwbare partner is voor de opdrachtgevers en vinden continuïteit van werk voor onze werknemers belangrijk. Ik hecht aan behoud van die kenmerken mocht het bedrijf in andere handen overgaan.”

De afkortinrichting is onlangs vernieuwd.

Vier generaties oud Al eerder in de geschiedenis van het bedrijf stond er een ander dan een Olofsen aan het roer. De oprichters waren namelijk twee broers die Van Werven heetten. Er hangt een zwart-witfoto aan de wand in het kantoor van Olof Jan. Vijf mensen zijn geportretteerd in een entourage van een – voor die tijd – goed geoutilleerde machinale werkplaats. De onderhanden werkstukken tegen de wand wijzen op een breed inzetbaar timmerbedrijf. Olof Jan: “Als het zo uitkwam moest er ook een doodskist geleverd worden.” De twee mannen met pet zijn de gebroeders Van Werven. De overige drie zijn werknemers. Een van hen, de jongeman helemaal links geleund tegen de lintzaag is Jan Olofsen, de opa van Jan Olof. Hij trouwde met de dochter van de baas en nam de zaak over van de Van Wervens. Zo is Olofsen de bedrijfsnaam geworden. Twee zonen uit dit huwelijk, Piet en Jan stappen in de voetsporen van pa Jan. En Piet is de vader van Olof Jan.

Computerpionier Piet is nog niet uit beeld, ook al laat hij zich zelden zien op de zaak. Olof Jan: “Hij zit vooral thuis en verricht calculatiewerk – bij gebrek aan andere hobby’s, zegt Olof Jan. Volgend jaar wordt hij 79 jaar en dan heeft hij er precies zestig dienstjaren opzitten. Calculeren is zijn 5/2021

RD 5-2021 Familiebdrijf.indd 15

I

15

15-10-21 10:25


FAMILIEBEDRIJF Precisie en kwaliteit zie je terug in de behandeling van de detaillering en de materiaalkeuze. Dat betekent onder meer: geen gevingerlast kozijnhout toepassen.

passie. De meesten van zijn generatie kunnen dat alleen op papier, maar hij calculeert al veertig jaar op de computer. Hij was, wat je noemt, een computerpionier die zijn steentje heeft bijgedragen aan de softwareontwikkeling van Matrix. Hij was klant nummer één van de twee studenten die dit bedrijf hebben opgericht en is meegegroeid met de ontwikkelingen op het terrein van de automatisering. Vandaag de dag werkt hij met eigentijdse software. “Die studenten zijn allang met pensioen; mijn vader nog niet.”

Voortdurend verbeteren Vooroplopen in de ontwikkelingen is ook voor Olof Jan leidraad in het bedrijfsbeleid. “Je hoeft niet de allereerste te zijn, maar je moet wel vooroplopen bij vernieuwingen anders heb je het nakijken. Dat geldt zeker voor het machinepark. Wij doen graag zaken met de Italiaanse firma Saomad. Ik ben er gaan kijken en de eigenaar van de fabriek is

een technicus, geen verkoper. Hij wil zijn machines voortdurend verbeteren. Niet alleen om geld te verdienen, maar vooral uit passie voor het vak. Ook dat kun je wat mij betreft een eigenschap van een familiebedrijf noemen. Zoals wij voortdurend bezig zijn met de kwaliteit van onze producten van hout is hij dat met zijn machines. Ik heb hier ook wel vertegenwoordigers gehad die beginnen met de vraag: ‘Wat denk je te gaan investeren?’ Dat is voor mij de verkeerde vraag en einde oefening. Wat wil je gaan maken met de machine? Daar gaat het om – en die houding vond ik bij Saomad.”

Drie keer verhuisd Het bedrijf is nu gevestigd aan de Nobelstraat op het industrieterrein in Harderwijk. Dat is de derde locatie in deze gemeente sinds de oprichting bijna 110 jaar geleden. Als alle oude bedrijven was ook Olofsen aanvankelijk gevestigd in de bebouwde kom. Dicht bij de

Niet verrassend en conform een van de gouden regels: het transport naar de bouwplaatsen voert Olofsen uit met eigen vrachtwagen en chauffeur in vaste dienst.

I

16   2021/5

RD 5-2021 Familiebdrijf.indd 16

15-10-21 10:25


FAMILIEBEDRIJF

Een van de gouden regels bij Olofsen: houd alles in eigen hand! Dat geldt ook voor onderhoud en reparatie aan de houtbewerkingsmachines.

In het magazijn liggen forse voorraden beslag en hout in alle voorkomende doorsnedes. Geen overbodige luxe in een tijd van snel stijgende prijzen.

Handmatig spuitwerk behoort spoedig tot het verleden bij Olofsen. De plannen voor de aanschaf van een spuitrobot liggen klaar.

klanten, zogezegd. Daarna volgde de verhuizing naar de rand van de bebouwing, toen nog in de weilanden tussen de koeien. Maar Harderwijk groeide en allengs stond het bedrijf weer midden tussen de woningen. Dat maakte twintig jaar geleden de stap naar het industrieterrein noodzakelijk.

Geen vingerlashout Olof Jan levert alleen buitenkozijnen uit volhout meranti en ook wel mahonie. Gevingerlast kozijnhout is taboe. “Voor een binnendeurkozijn kan het wel maar in de buitengevel is bij ons alles volhout. Elke vingerlas is een verzwakking van het hout. Het zijn immers allemaal stukken hout die apart werken en dat zie je op den duur.” Kwaliteit draagt Olofsen hoog in het vaandel, zoveel is duidelijk. Dat is een van de redenen waarom hij graag alles in eigen hand met eigen mensen uitvoert. In zijn fabriek geen uitzendkrachten en op de bouwplaatsen hangt een van zijn medewerkers deuren en ramen af als de klant daarom vraagt. Maar bij voorkeur gebeurt dat natuurlijk in de fabriek. Alleen kost het hem, zoals vele van zijn collega’s, moeite om de vakmensen te vinden voor openstaande vacatures. Dat geldt voor mensen in de productie en ook voor het middenkader. “Een calculator kan bij ons morgen aan de slag. Maar tot op heden heeft niemand zich gemeld. Dat wordt helemaal lastig als mijn vader besluit te stoppen.”

Er is een aparte hal ingericht voor de productie van houtskeletbouwelementen.

Gouden regels Belangrijkste lessen die van generatie op generatie zijn doorgegeven in het familiebedrijf en gouden regels voor goed ondernemerschap bij Olofsen: alles in eigen hand houden, voorop lopen bij nieuwe ontwikkelingen, eerst sparen dan kopen, geen schulden bij de bank en mond-tot-mondreclame werkt het best. “Gewoon ouderwets zaken doen”, zegt Olof Jan. 5/2021

RD 5-2021 Familiebdrijf.indd 17

I

17

15-10-21 10:26


CLOSE UP

BUVA neemt Holonite over

Veel synergievoordelen voor klanten

Op 30 augustus nam BUVA Holonite over. Een overname

Solide partij

die synergie gaat creëren, stellen algemeen directeur

Het werd dat laatste. Paul Konings noemt de overname een heel goede zaak voor Holonite: “BUVA heeft een duurzame langetermijn­ visie en biedt financiële zekerheid. Zo kunnen ook wij onze plannen op lange termijn uitrollen.” Rien Wisse onderstreept de lange geschiedenis van beide bedrijven: “BUVA bestaat 75 jaar, Holonite al meer dan een halve eeuw. We zijn beide bewezen solide en ons samengaan resulteert in een solide partij. We waren concurrenten, nu staan we samen sterk. Niet voor niets is onze slogan naar alle medewerkers toe: We are stronger together.”

Rien Wisse van BUVA en algemeen directeur Paul Konings van Holonite eensgezind. Konings typeert BUVA als ‘van oudsher een ijzerwaren- en gereedschapshandel en later fabrikant’, Holonite als ‘een echt mkb-maak­ bedrijf’: “Die twee bij elkaar, dat levert iets moois op.” Naar de markt blijven BUVA en Holonite onder hun eigen naam zelfstandig opereren. Rien Wisse: “We waren concurrenten, nu staan we samen sterk.” De reacties uit de markt waren onverdeeld positief, aldus Wisse en Konings, toen eind augustus bekend werd dat Holonite verder gaat onder de vleugels van BUVA. ‘Het beste voor Holonite’, ‘een prachtige versteviging’, klonk het uit de branche en de markt. De overname door BUVA volgde toen Holonite afgelopen zomer in de etalage werd gezet door de toenmalige investeerder-eigenaar. Paul Konings: “De vraag was vervolgens: gaan we over naar een volgende investeerder – of misschien beter naar een strategische partner?”

Synergie Rien Wisse en Paul Konings zien uit de overname op meerdere fronten synergie ontstaan. Die synergie gaat zich – voor beide bedrijven en voor hun klanten – openbaren in de productiecapaciteit, logistiek en productontwikkeling. Een plus een is hier drie, stelt Konings: “BUVA is van oudsher een ijzerwaren- en gereedschaps­ handel en later fabrikant, Holonite is een echt mkb-maakbedrijf. Die twee bij elkaar levert echt iets moois op. Bij Holonite bijvoorbeeld gebeurt de productontwikkeling vanuit het maken. Dat is de kracht van Holonite. Bij BUVA draait de productie om de systemen die het bedrijf voert en aanbiedt. Die verschillende achtergronden zijn van waarde voor de ander.”

I

18   2021/5

RD5-2021 Close-Up BUVA.indd 18

19-10-21 11:04


BUVA homecare systemen, tel. +31(0)180 697500, info@buva.nl, www.buva.nl

CLOSE UP

Complementair “Voor onze klanten is de toegevoegde waarde dat de bedrijven elkaar aanvullen en samengaan”, aldus Wisse. “We zijn complementair. BUVA heeft een glasvezelversterkte dorpel, Holonite een composietstenen onderdorpel. Holonite introduceert binnenkort een dorpel met folie die met houten deuvels bij het opsluiten van het kozijn meegeschilderd wordt, waarna de folie eraf gaat – dat is voor BUVA mogelijk ook interessant. Bij BUVA zijn we al ver met de dorpel voor aluminium kozijnen.” En ook de C2C Silver certificering van Holonite, noemt Wisse interessant: “C2C certificering is binnen BUVA uitvoerig bestudeerd. Wij zijn benieuwd of wij met de leereffecten van Holonite dit proces binnen BUVA verder vorm kunnen geven.”

BUVA en Holonite

Opereren in Europa Ook de gezamenlijke reikwijdte in Europa neemt door de overname flink toe, verwachten Konings en Wisse. Als het gaat om kozijnen en onderdorpels, gelden in Europa hoge luchtdichtheidswaardes. Wisse: “Die haal je niet in België, Duitsland en Frankrijk, waar in feite een borstel onder de deur zit. Onze onderdorpels uit een ander materiaal, zijn echt Nederlandse producten, ontwikkeld vanuit de eisen aan isolatie en dichting en toegankelijkheid, ook met rolstoel. Europees is er steeds meer interesse voor die producten.” De meeste synergie denken Wisse en Konings te realiseren bij de onderdorpels voor kunststof kozijnen: “Kijk in Europa en wereldwijd – daar bouwt men met kunststof en aluminium.” Holonite ziet dankzij het verbond met BUVA ook Europees meer kansen: “Holonite heeft behalve onderdorpels uit composiet ook interessante producten waarmee je de gevel kunt pimpen – dat doen we nu bijvoorbeeld al in Engeland, waar men deze producten graag inzet om in de gevels kaders te realiseren. Onze nieuwe band met BUVA kan ook daar van toegevoegde waarde zijn: We are stronger together.”

BUVA en Holonite hebben een gezamenlijke jaaromzet van 65 miljoen euro en bieden werkgelegenheid aan bijna 250 mensen, waarvan twee derde bij BUVA, dat vanaf drie bedrijfslocaties opereert: het hoofdkantoor in Barendrecht, BUVA Composites in Middelburg (dorpelproductie) en BUVA InDoor Service (binnendeurenfabriek) in Nieuwerkerk aan den IJssel. BUVA is bouwpartner voor de bouwsector en marktleider op gebied van hangen-sluitwerk en dorpels. Het hoofdkantoor van Holonite staat in Tholen, waar het bedrijf composietstenen onderdorpels en standaard bouwelementen voor de bouw produceert. Het bedrijf is daarnaast in bouwprojecten actief als partner en adviserende partij. Holonite-producten zijn C2C Silver gecertificeerd. Bij Holonite in Tholen werken 71 mensen.

52021

RD5-2021 Close-Up BUVA.indd 19

I

19

19-10-21 11:04


POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN (DEEL 14) Tekst Geert Hilferink Beeld Netwerk Nationale Brandpreventieweken; CCV; 123RF; Geert Hilferink

Vanaf 1 juli 2022 in alle woningen een vereiste

Verplichte rookmelder gaat levens redden

Rookmelders hebben een uiterste houdbaarheidsdatum, in de regel tien jaar. Die datum staat altijd op de rookmelder.

Is de aanwezigheid van rookmelders op iedere woonverdieping voor nieuwe en bestaande woningen al sinds 2008 een vereiste voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen, in het Bouwbesluit geldt dit alleen voor woningen die na 2003 zijn gebouwd. Dat gaat veranderen, want per 1 juli 2022 zijn rookmelders verplicht in álle woningen en appartementen. Die algehele verplichting is ‘bijzonder goed nieuws’ voor de organisaties die bewoners al jaren stimuleren om rookmelders in huis te plaatsen – van Brandweer Nederland tot de Nederlandse Brandwonden Stichting en de Vereniging Eigen Huis. Ook het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) reageert verheugd op de wetswijziging.

“Het belang dat wij hechten aan rookmelders in huis blijkt wel uit de verplichting ervan voor het behalen van het PKVW-certificaat. Voor een brandveilige woning zijn rookmelders essentieel omdat ze bewoners tijdig kunnen waarschuwen. Daarom juichen wij deze wetswijziging ook zeker toe en kijken we de komende maanden samen met andere partijen hoe we via campagnes in zoveel mogelijk woningen rookmelders geplaatst kunnen krijgen”, zegt Susanne Schat, adviseur woninginbraken/Politiekeurmerk Veilig Wonen van het CCV.

Doelgroepen informeren Ook het Netwerk Nationale Brandpreventieweken besteedt in de campagne ‘Rookmelders redden levens’ aandacht aan de verplichting. In dit netwerk werkt de Nederlandse Brandwonden Stichting samen met Brandweer Nederland, het Instituut Fysieke Veiligheid, de 25 veiligheidsregio’s, het ministerie van Justitie en Veiligheid, het Verbond van Verzekeraars en het NiBHV. “Het doel van deze samenwerking is om brand en brandwondenslachtoffers te voorkomen. Bij de uitvoe-

Het is belangrijk om de rookmelders in huis regelmatig stofvrij te maken en te testen of ze nog goed werken.

20

I

2021/5

RD 5-2021 Politiekeurmerk Veilig Wonen.indd 20

19-10-21 11:05


POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN (DEEL 14)

ring van de campagnes werken we ook weer samen met allerlei organisaties die de doelgroepen kunnen bereiken”, zegt Christel von Reeken, coördinator Inhoudelijke Programma’s en Public Affairs van de Nederlandse Brandwonden Stichting.

Risico verkleinen Staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken, die het voorstel om het Bouwbesluit te wijzigen begin vorig jaar indiende, motiveerde zijn plan toen als volgt: “De meeste slachtoffers van brand vallen door het inademen van rook. Rookmelders redden dus mensenlevens. Uit TNO-onderzoek uit 2019 blijkt dat, daarom wil ik het Bouwbesluit op dit punt aanpassen en rookmelders niet alleen verplicht stellen voor nieuwbouw maar ook voor bestaande bouw.” Uit gegevens van de overheid blijkt dat tussen 2008 en 2017 jaarlijks gemiddeld 31 mensen om het leven kwamen door woningbranden. Toch had drie jaar geleden niet meer dan 72 procent van alle Nederlanders een rookmelder in huis. Door alle woningen in ons land op iedere woonetage van minimaal één rookmelder te voorzien, kan het aantal dodelijke slachtoffers teruggedrongen worden tot achttien per jaar, becijferde TNO in 2019.

Minder dan helft werkt Von Reeken plaatst een kanttekening bij die cijfers over de aanwezigheid van rookmelders. “In 2018 hing in 71,9 procent van alle woningen een rookmelder en dat was iets meer dan drie jaar daarvoor. Uit onderzoek in 2015, toen in 70 procent van de woningen een rookmelder hing, weten we dat slechts 45 procent daarvan ook echt werkte en dat 35 procent werkte én op de juiste plek hing.” Bij brand kan al binnen een paar minuten een niet-overleefbare situatie ontstaan. “We zien bovendien dat branden zich tegenwoordig veel sneller ontwikkelen dan vroeger. En we weten uit recent onderzoek van de Brandweeracademie dat de rook die daarbij vrijkomt veel dodelijker is. Dat komt onder andere door het gebruik van materialen zoals polyurethaanschuim in meubilair.”

Geen reuk tijdens slaap “Rook bevat veel giftige gassen waardoor je al binnen enkele minuten in een diepe bewusteloosheid kunt belanden. Hoe sneller je een brand ontdekt, des te meer tijd en kans heb je om je huis veilig te verlaten”, zo waarschuwt ook Brandweer Nederland op zijn website. “Als je slaapt, ruik je niets, je neus werkt niet. Alleen je gehoor werkt nog. Als je wasdroger kortsluiting maakt en brand veroorzaakt, word je van de rooklucht dus niet wakker.” Ook John Kersemakers, bouwkundig kennisspecialist van het Kernteam Wonen van de Vereniging Eigen Huis, onderstreept het gevaar van rook: “Ik krijg regelmatig van brandweerlieden te horen dat ze bij een woningbrand de bewoners achter de voordeur aantreffen. Die zijn er dan net niet in geslaagd om tijdig de woning te verlaten en in de vaak giftige en verstikkende rook omgekomen.” De vereniging van woningeigenaren met zo’n 800.000 leden benadrukt al vele jaren het belang van rookmelders in woningen. “Via onze website, nieuwsbrieven en andere kanalen besteden we de komende maanden veel aandacht aan de naderende verplichting in woningen van voor 2003.”

Andere eisen Hoewel de verplichting voor rookmelders voor alle woningen gaat gelden, verschillen de eisen waaraan de rookmelders moeten voldoen wel tussen bestaande bouw en nieuwbouw. Sinds 2003 eist het Bouwbesluit dat in woningen die nieuw opgeleverd worden op iedere

Voor het plaatsen van een rookmelder is de juiste plek essentieel. Zo hangt deze rookmelder weliswaar aan het plafond, maar te dicht bij de muur. Aanbevolen wordt een afstand van minimaal 50 centimeter.

Veilige vluchtroute Volgens PKVW-adviseur Hans Schelvis is de algehele verplichting voor het toepassen van rookmelders een goede ontwikkeling, maar houdt het brandveilig maken van woningen niet op na deze maatregel. “Het is een belangrijk besluit, maar om ervoor te zorgen dat het nog veiliger wordt, moet ook gekeken worden naar een veilige vluchtroute. Als de bewoners gewaarschuwd zijn door de melder, is het zaak dat ze veilig en snel naar buiten kunnen. Het toepassen van een vluchtvriendelijke deur met een draaiknopcilinder is een mogelijkheid, mits daardoor de inbraak­ werendheid niet verslechtert. Of simpelweg een vaste plaats voor een reservesleutel, uiteraard niet zichtbaar van buitenaf. Bewoners grijpen dan nooit mis. Het Politiekeurmerk noemt de vluchtvriendelijke deur als aanbeveling.”

woonetage minimaal één rookmelder hangt, die is aangesloten op het elektriciteitsnetwerk (220 volt). Ook moeten deze melders voorzien zijn van een accu die bij stroomuitval de werking overneemt. Tevens moeten de verschillende rookmelders in huis geschakeld zijn. Dus als de rookmelder op zolder afgaat, moeten de melders op de eerste etage en begane grond ook afgaan. Daarmee wordt voorkomen dat bewoners die beneden zitten de melder op zolder niet horen en andersom.

Voor iedereen bereikbaar Rookmelders die per 1 juli 2022 in bestaande woningen moeten hangen hoeven daarentegen niet op het elektriciteitsnetwerk aangesloten te zijn en ze hoeven ook niet geschakeld te zijn. “Zo kunnen

I

5/2021   21

RD 5-2021 Politiekeurmerk Veilig Wonen.indd 21

19-10-21 11:05


POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN (DEEL 14)

Door op iedere verdieping minimaal één rookmelder aan het plafond te monteren, vergroten bewoners hun overlevings­ kansen bij brand aanzienlijk.

bewoners hun woning makkelijk en relatief goedkoop brandveiliger maken”, zegt PKVW-adviseur Hans Schelvis. Hij is al vele jaren actief binnen het PKVW en werkte al met het eerste handboek voor bestaande bouw dat in 1998 verscheen en waarin rookmelders ook al verplicht waren. “Natuurlijk bieden deze rookmelders niet de duurzaamheid en het gemak van de systemen die in nieuwbouw worden toegepast, maar dankzij die minder zware eisen zijn rookmelders wel voor iedereen bereikbaar en betaalbaar. En dat is belangrijk. Er zijn geen echt slechte rookmelders op de markt. Dus of je nu tien euro uitgeeft of het dubbele, áls je maar een rookmelder ophangt. Er zijn al pakketten van vier rookmelders voor nog geen 25 euro. Daarmee verbeter je de brandveiligheid van je woning enorm. En daar gaat het om.” Von Reeken: “Wij pleiten voor rookmelders met een batterij die tien jaar meegaat. Te vaak zien wij een door brand volledig verwoeste woning of zelfs dodelijke slachtoffers, waarbij de rookmelder niet is afgegaan omdat de batterij leeg was. Met een speciale batterij heb je

Verschillende rookmelders Er zijn verschillende soorten rookmelders op de markt. De optische rookmelder werkt op basis van infrarood. In de rookmelder zit een lichtgevoelige cel. De infrarode lichtbundel wordt door de lichtgevoelige cel opgevangen. Als de lichtbundel wordt verstoord, klinkt een alarmsignaal. Rook is zo’n verstoring. Voor ruimtes waarin snel lichte rookvorming kan ontstaan, zoals de keuken tijdens het koken of de garage bij het starten van de motor van de auto is een thermische rookmelder geschikt. Deze reageert als de temperatuur in korte tijd snel stijgt of erg hoog wordt. Brandweeracademie adviseert overigens ook in deze ruimten optische rookmelders op te hangen, omdat die eerder rook detecteren en in alarm gaan. Alleen als die echt niet buiten de rook of damp geplaatst kunnen worden, zijn thermische rookmelders een goed alternatief. Voor optimale veiligheid kunnen de verschillende rookmelders in huis draadloos gekoppeld worden. Als één melder in huis afgaat door rook, dan gaan ook de andere melders die gekoppeld zijn af. Bewoners worden daarmee dus eerder gewaarschuwd. Slimme rookmelders geven niet alleen een luid alarmsignaal, maar sturen ook een pushbericht naar je smartphone en kunnen daarbij aangeven waar in huis rook geconstateerd is of waar de temperatuur extreem is gestegen.

De meeste slachtoffers bij een woning­ brand vallen door het inademen van de giftige rook die vaak al binnen enkele minuten ontstaat.

na de aanschaf tien jaar geen omkijken meer naar de batterij. En daarna moet de rookmelder sowieso vervangen worden omdat de levensduur ophoudt.”

Uiterste houdbaarheidsdatum Met die laatste stelling is Kersemakers van de Vereniging Eigen Huis het eens. “Wat veel mensen niet weten is dat rookmelders een uiterste houdbaarheidsdatum hebben. Die staat ook op de melder zelf. Vaak is dat maximaal tien jaar. Door rookmelders te kopen die voorzien zijn van een accu die tien jaar meegaat is de bewoner in een keer van alle gedoe af. Het enige wat hij of zij moet doen, is een paar keer per jaar met de stofzuiger langs het optische kamertje gaan om vervuiling tegen te gaan.” Daarmee voorkomen bewoners dat ze wakker worden gepiept omdat de batterij bijna leeg is of het alarm afgaat omdat er stof in de rookmelder zit. “Ik kom bij inspecties vaak openstaande rookmelders zonder batterijen tegen. De lege batterij is er dan uit gehaald omdat de melder ’s nachts piepte en de bewoner is vergeten om er een nieuwe in te doen. Ook dat risico loop je niet als je voor zo’n accu kiest die even lang meegaat als de rookmelder zelf.”

Juiste plek in de woning Een andere uitdaging die Kersemakers ziet is het goed plaatsen van de rookmelders in huis. “Mensen verstoppen de melder soms in een hoekje van het plafond omdat hij dan niet zo opvalt. Maar in een hoek circuleert de lucht niet, dus de rook komt daar ook niet snel. Daarom is aandacht voor de juiste plaatsing van de rookmelders minstens zo belangrijk in de communicatie. Daar gaan wij de komende maanden dan ook veel aandacht aan besteden richting onze leden.” Brandweer Nederland adviseert ook nadrukkelijk op welke plekken de melders moeten hangen. “Op iedere verdieping tenminste één rookmelder in de hal en op de overloop. De melders moeten minimaal 50 centimeter van de hoek of muur geplaatst worden en niet op de tocht of dicht bij de mechanische ventilatie hangen. Als de slaapkamers op een andere ruimte dan de overloop uitkomen, moet ook die ruimte voorzien worden van rookmelders.” Op www.rookmelders.nl is eenvoudig te vinden hoeveel en wat voor soort rookmelders nodig zijn en waar ze wel of juist niet geplaatst moeten worden.

Extra veiligheid Voor meer veiligheid raadt Brandweer Nederland aan om ook rookmelders op te hangen in iedere slaapkamer, woonkamer en andere verblijfruimtes en de ruimtes waar de wasmachine en of -droger staan en elektrische

I

22   2021/5

RD 5-2021 Politiekeurmerk Veilig Wonen.indd 22

19-10-21 11:05


POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN (DEEL 14)

In de campagne ‘Rookmelders redden levens’ vraagt het Netwerk Nationale Brandpreventieweken aandacht voor de rookmelderplicht in alle woningen en appartementen per 1 juli 2022.

apparaten worden opgeladen zoals laptops, smartphones en e-bikes. Met name die laatste groep vormt een groot gevaar. “Als lithium-ion batterijen in oplaadbare apparaten in brand vliegen, staat je kamer binnen de kortste keren vol zeer giftige rookgassen en grote hoeveelheden roet. Dan hebben we het eerder over seconden dan over minuten. Dus elke seconde dat je eerder weet dat er brand is, geeft kostbare tijd om veilig buiten te komen. Rookmelders zijn daarin echt van levensbelang. En dat geldt nog sterker voor mensen die minder mobiel zijn en dus meer vluchttijd nodig hebben”, zegt Von Reeken namens de Nederlandse Brandwonden Stichting.

Grote uitdaging Behalve ervoor zorgen dat ook de resterende 30 procent van alle woningen worden voorzien van rookmelders, zien de partners van het Netwerk Nationale Brandpreventieweken een andere grote uitdaging op hun pad. “Dat zijn al die huishoudens die wel een rookmelder hebben, maar waar hij niet werkt of niet op de juiste plaats hangt. Dan heb je dus schijnveiligheid en blijkt ineens maar een heel klein percentage van 35 procent een werkende rookmelder op de juiste plaats te hebben”, zegt Von Reeken. Op www.rookmelders.nl wordt woningeigenaren dan ook heel gericht geadviseerd waar de rookmelders wel en niet te plaatsen. “Zo vaak horen we nog, ‘ja, ik had wel een rookmelder, maar die lag op de kast, want ik moest de batterij vervangen’. Of dat hij nog in de verpakking zat omdat ze geen tijd hadden gehad hem op te hangen. Daarom adviseren we in onze campagnes dan ook uitsluitend rookmelders te gebruiken met een tienjarige batterij. En op de rookmelder te noteren wanneer je

Gevolgen voor corporaties De verandering van de regelgeving heeft gevolgen voor alle woningeigenaren waarvan de woning voor 2003 is gebouwd. Voor alle particuliere eigenaren, maar ook voor alle woningcorporaties. Om met name deze groep, maar ook de industrie daarvoor de tijd en gelegenheid te geven, geldt de verplichting per 1 juli 2022. In de volgende uitgave besteedt Raam en Deur aandacht aan hoe corporaties omgaan met die komende verplichting.

hem geplaatst hebt. Dan heb je er buiten het maandelijks testen en regelmatig afstoffen tien jaar lang geen omkijken meer naar. Wel zo makkelijk én veilig.” In veel woningen de praktijk: openstaande rookmelders of melders die op een kast liggen zonder batterijen erin. Verwijderd omdat de batterij leeg is en de bewoner is vergeten er een nieuwe in te doen.

Doven en slechthorenden Iedereen die wel eens een rookmelder heeft gehoord, kent de indringende en harde pieptoon die door merg en been gaat. Voor doven en slechthorenden die dat alarm niet kunnen horen, zijn er speciale rookmelders op de markt die gebruikmaken van een strobe die felle lichtflitsen geeft en een trilplaat die onder het hoofdkussen gelegd kan worden. “Ik werk al ruim 20 jaar als inbraakpreventieadviseur, ook voor het PKVW, maar kende die speciale rookmelders niet”, zegt Wim van Schaijk van Bernhezer Inbraakpreventie en zelf slechthorend. “Mijn audioloog wees me op de mogelijkheid en bij navraag bleek mijn zorgverzekering de kosten van die speciale rookmelder gewoon te vergoeden. Tot aan de installatie toe.” Volgens Van Schaijk zijn mensen met een beperkt gehoor een vergeten groep als het gaat om brandveilig wonen. “Ook binnen het PKVW. Er wordt wel gekeken of er rookmelders aanwezig zijn en of ze werken, maar er wordt niet gekeken of de bewoners ze ook goed kunnen horen. Daar liggen nog volop kansen en uitdagingen want je wilt het uiteindelijk voor iedereen brandveilig maken.” Ook de Brandwonden Stichting vraagt in zijn campagnes aandacht voor een goede hoorbaarheid van de rookmelders. Von Reeken: “Niet alleen voor doven en slechthorenden die eventueel speciale rookmelders moeten aanschaffen, maar ook voor horenden; zorg ervoor dat je de rookmelder altijd kunt horen, ook bij gesloten tussendeuren ’s nachts. Test dat ook eens. Hoor je ze niet? Plaats dan altijd koppelbare rookmelders die ook in de andere kamers afgaan.”

5/2021

RD 5-2021 Politiekeurmerk Veilig Wonen.indd 23

I

23

19-10-21 11:05


Uniek in deursluittechniek - sinds 1932 fabrikant van geruisloze deursluitoplossingen Deuropeningbegrenzers, voor zowel het afremmen als begrenzen van uw deuren Het esthetisch fraaiere alternatief voor een stormketting Voor de meest voorkomende deursituaties zijn er diverse bevestigingsets Voorkomen schade aan mens en materiaal bij een storm of baldadigheid

Uitvoeringen leverbaar tot maximaal 300 kg deurgewicht Naast verzinkte en gelakte uitvoeringen, ook in RVS type 304 of type 316 Als optie ook met mechanische vastzetting op de eindpostie leverbaar

Als de deur snelheid dreigt te ontwikkelen door een windvlaag of baldadigheid, dan zal de begrenzer ervoor zorgen dat de deur afgeremd en begrensd wordt.

DICTATOR Productie B.V.  info@dictator.nl

Emmeloord

+31 (0)527 613456 www.dictator.nl

Windstabiele allrounder met designfactor. WAREMA voorbouw-screen Pure met easyZIP-geleiding – Textiel zonwering met hoge windstabiliteit (tot 150 km/u) – Made in Germany – Stijlvolle beschaduwing van grote glasoppervlakke dankzij filigrane geleiderails en kleine kastvorm – Maximale ontwerpvrijheid voor stoffen en kleuren

Der SonnenLicht Manager

Meer informatie op: www.warema.nl

adv_24.indd 1

15-10-21 11:18


DUCO levert totaaloplossingen voor frisse scholen

Ventilatieconcepten op maat voor onderwijsgebouwen In de onderwijssector liggen volop kansen voor verduur­

Vraaggestuurd en fluisterstil

zaming van schoolgebouwen. Grote uitdaging voor

Het centrale ventilatiesysteem voor scholen maakt gebruik van de drukgestuurde dakventilator DUCO RoofFan in combinatie met CO2gestuurde Intelli Air Valve regelkleppen en zelfregelende ZR-ventilatieroosters met 5Pa regeling voor specifieke toepassingen in scholen. Geraerts: “Met dit systeem kunnen scholen lokaal ventileren, dus enkel waar en wanneer dat nodig is én in de juiste hoeveelheid. Deze ventilatieoplossing is fluisterstil dankzij een geluiddempende dakopstand en dakdoorvoerkoker en geluiddempers in het kanaal, gekoppeld aan een slimme aansturing.” Het decentrale ventilatieconcept voor scholen maakt gebruik van vraaggestuurde ventilatie in ieder gewenst klaslokaal, met een DUCOBox Silent Connect die geïntegreerd wordt in het verlaagd plafond. Geraerts: “Door het geringe aantal luchtkanalen blijven de installatiekosten hier tot een minimum beperkt.”

onderwijsbestuurders: die panden transformeren tot frisse, toekomstbestendige scholen die ook gewapend zijn tegen corona. DUCO Ventilation & Sun Control ontwikkelde speciaal voor onderwijsgebouwen twee natuurlijke ventilatieconcepten – centraal en decentraal. En ook voor passieve koeling van het binnenmilieu kunnen scholen bij DUCO terecht – voor effectieve buitenzonweringsystemen en voor efficiënte en veilige zomernachtventilatie. In oktober vorig jaar, midden in de coronapandemie, stond het plots zwart-op-wit: in heel veel klaslokalen is de luchtkwaliteit ronduit slecht. Het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen (LCVS) concludeerde in zijn rapport dat de ventilatie in 11 procent van de schoolgebouwen niet voldoet aan de normen. Kleine kanttekening bij dat getal: data over de kwaliteit van het binnenmilieu van enkele duizenden schoolpanden (51 procent ) werden niet tijdig aangereikt en bleven zo in het rapport buiten beeld.

Verduurzamen biedt kansen Ook Richard Geraerts, Verkoopleider Nederland van DUCO Ventilation & Sun Control ziet dat het in de praktijk op veel scholen slecht gesteld is met de luchtkwaliteit. Bij DUCO schat men dat op 80 procent van de scholen de kwaliteit van het binnenmilieu problematisch is. Geraerts: “Anders dan in de woningbouw, is het belang van goede ventilatie in scholen lange tijd onderschat. Er is een achterstand. Tegelijkertijd staat de onderwijssector momenteel voor de opgave van het verduurzamen van schoolpanden. Dat biedt kansen om tegelijk de ventilatieproblematiek in leslokalen aan te pakken. Wij krijgen van technische groothandels steeds vaker de vraag naar eenvoudige en solide totaaloplossingen voor een goede ventilatie op scholen. Die vraag is vaak gekoppeld aan het verzoek om in een verduurzamingstraject vroeg in te stappen, zodat wij een integrale oplossing kunnen aanreiken voor de ventilatie.”

Twee ventilatieconcepten voor scholen Die integrale oplossing heeft DUCO, in de vorm van twee voor scholen op maat gesneden natuurlijke ventilatieconcepten. Richard Geraerts: “We hebben bij DUCO twee gemakkelijk te integreren oplossingen met vaste componenten uit ons productportfolio. Speciaal voor scholen op zoek naar een beter binnenmilieu ontwikkelden wij een centraal ventilatieconcept met een klepregeling per lokaal en een drukgestuurde dakventilator. Daarnaast bieden we een decentraal ventilatiesysteem met twee fluisterstille mechanische afvoerboxen per lokaal.”

DUCO, tel. +32 58 330033, info@duco.eu, www.duco.eu

CLOSE UP

Koeling aan de gevel Behalve de twee ventilatieconcepten biedt DUCO scholen ook twee ventilatieve koeloplossingen: zomernachtventilatie en buitenzonwering. Richard Geraerts: “Ook over deze manier van ventileren krijgen wij steeds meer vragen uit de markt – aangejaagd door de almaar warmere zomers en toenemende temperatuurpieken. Die vertalen zich in schoolgebouwen met hun vele glas aan de gevels onmiddellijk in hoge binnentemperaturen. Ons nachtventilatiesysteem biedt scholen de mogelijkheid om ’s nachts veilig en intensief te ventileren, waarbij de koelte van de nacht wordt opgeslagen in de thermische massa van het schoolgebouw.” Ook buitenzonwering van DUCO kan worden ingezet bij de regulering van de binnentemperatuur. Richard Geraerts: “Externe zonweringsystemen houden op natuurlijke wijze de opwarming van gebouwen tegen en verlagen de koellast tot wel 30 procent.”

Wat zijn de normen? De grenswaarde voor ‘schoolgebouwen bestaande bouw’ (met vergunningsverlening tot 2012) is maximaal 1200 ppm CO2, omgerekend een capaciteit voor luchtverversing van 6 dm3/s/persoon. Voor gebouwen met vergunningverlening vanaf april 2012 geldt het Bouwbesluit nieuwbouw 2012. In deze gebouwen moeten klaslokalen voldoen aan de grenswaarde van 950 ppm CO2, wat overeenkomt met een luchtverversing van 8,5 dm3/s/persoon. Om scholen in de gelegenheid te stellen de ventilatieproblematiek aan te pakken, stelde de overheid in 2020 360 miljoen euro subsidie beschikbaar. Bron: Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen (LCVS): Beeld van ventilatie op scholen in het funderend onderwijs in Nederland

I

5/2021   25

RD 5-2021 DUCO Close-Up.indd 25

19-10-21 11:05


KOZIJNONDERHOUD Tekst Hans Fuchs Beeld Kozijn Service Nederland

Waarom geen APK voor kozijnen en ventilatieroosters?

Duurzaam bouwen vereist meer kozijnonderhoud Almaar duurzamer bouwen heeft de prestaties van kozijnen verbeterd – en vergroot tegelijk de vraag naar onderhoud. Kozijnen werden zwaarder, met meer glas en dikkere profielen. Bij Kozijn Service Nederland merken ze dat goed, aldus algemeen directeur Jordi van Laar: “Dat toegenomen gewicht verlangt meer onderhoud.”

Kozijnen en roosters Kozijn Service Nederland repareert merk- en materiaalonafhankelijk en onderhoudt kozijnen uit aluminium, hout en kunststof, en reinigt ventilatieroosters. Dat doet het bedrijf voor particulieren maar ook voor woningcorporaties, vve’s en namens grote onderhoudsbedrijven.

Bijkomend effect: monteurs werken steeds meer samen en met hulpmiddelen, zoals een tilhulpkraan. Toch blijft kozijnonderhoud in de eerste plaats vakwerk. Levensduurverlenging, dat is misschien wel het beste synoniem voor kozijnonderhoud. En uitgerekend de toegenomen duurzaamheid van kozijnen maakt onderhoud belangrijk, stelt Jordi van Laar van Kozijn Service Nederland: “Bij een klassiek kozijn kun je ervan uitgaan dat de eerste storingen na een jaar of tien optreden. De afgelopen jaren was er een verschuiving van naar buiten draaiende ramen naar draaikiepramen. En het gewicht van het glas en de profielen is toegenomen, om tegemoet te komen aan de steeds hogere eisen op het gebied van luchtdichtheid en isolatie. Bij kozijnen met tripelglas en zwaardere profielen zoals die nu worden opgeleverd, verwachten wij die eerste storingen al na vijf jaar.”

APK voor kozijnen Van Laar ziet daarom wel iets in een APK voor hedendaagse kozijnen – en ventilatieroosters: “Je brengt je auto ieder jaar naar de garage voor een keuring. Dat vinden we allemaal vanzelfsprekend. Waarom dan geen APK voor kozijnen en roosters bij nul-op-de-meterwoningen, waar energiepresteren draait om isolatie, ventilatie en goed sluitende kozijnen? Dat gaat nog wel eens fout in deze woningen. Koppel dit type woning daarom aan een contract voor onderhoud, jaarlijks, aan kozijnen en roosters.”

Situatie aan de gevel Ook detaillering en toepassing aan de gevel hebben hun weerslag op het functioneren van het kozijn. Van Laar: “Neem een kozijn dat een belasting van 120 kilo aan kan. Als een architect zo detailleert dat de belasting 119,9 kilo is, is er volgens de geteste prestaties van het kozijn niets aan de hand. Behalve natuurlijk als dat kozijn geplaatst wordt aan een gevel met bijvoorbeeld een zware windlast, of aan zee ligt of het op andere manieren flink te verduren krijgt. Wij zien vaak dat de werkelijkheid aan de gevel anders is dan de klinische tests aan de hand waarvan de belastbaarheid van een kozijn wordt bepaald. Het element en de toepassing worden getest, niet de situatie aan de gevel.”

I

26   2021/5

RD 5-2021 Kozijnonderhoud.indd 26

19-10-21 11:08


KOZIJNONDERHOUD

Onderdelen vinden Soms heeft het onderhoud aan kozijnen wel iets weg van werken aan oldtimers, stelt Van Laar: “Bij oude kozijnen is het soms knap lastig om nog de juiste onderdelen te vinden. Oud is in dit geval vanaf zo’n 25 jaar.” Bij Kozijn Service Nederland zijn diverse mensen op kantoor de hele dag met niets anders bezig dan over de hele wereld zoeken naar dergelijke onderdelen: “Iedere kozijnenfabrikant vindt zelf het wiel uit – met zijn eigen, unieke onderdelen. Als een fabrikant afscheid neemt van een bepaald kozijn en daar geen onderdelen meer voor levert, benaderen wij opkopers met restpartijen – of we vinden eigenhandig een alternatief dat ook past. In onze werkplaats kunnen we dat voorbereiden. En in de volledig uitgeruste servicewagens met stellingen en bankschroef kunnen de monteurs ter plaatse frezen, schroefdraad tappen en noem maar op.”

Renovatie van hardhouten schuifpui In een grootschalig appartementencomplex in Den Haag waren de bestaande hardhouten schuifpuikozijnen nog van goede kwaliteit. Maar het hang- en sluitwerk (hef- en schuifsysteem) was versleten. Het een-op-een uitwisselen van het beslag was niet mogelijk. Kozijn Service Nederland zocht de oplossing in een alternatieve aanpak: de schuifdeuren werden gedemonteerd, uitgefreesd en voorzien van sponninglatten. Daarna werd een nieuw hef- en schuifmechanisme gemonteerd. Het vervangen van de complete kozijnen was hierdoor niet nodig – dat scheelde tijd, kosten en overlast voor de bewoners.

“ Een klassiek kozijn heeft na tien jaar de eerste storing – bij kozijnen met tripelglas en zwaardere profielen verwachten we dat al na vijf jaar” Hoge ‘first time fix’ De roep om jaarlijks onderhoud voor nul-op-de-meterwoningen komt uit de mond van de algemeen directeur van een bedrijf dat het meeste werk haalt uit losse storingen en niet per se uit is op langlopende contracten met vaste partners, zoals sommige onderhoudsbedrijven in de branche: “Wij bellen liever een jaar na een onderhoudsklus nog eens op om te vragen of er weer behoefte is aan controle en onderhoud aan het eerder gerepareerde of onderhouden kozijn. Onze klanten waarderen die vrijheid en wij ook.” Fundament voor die manier van werken is een database met alle informatie over eerder door Kozijn Service Nederland onderhouden of gerepareerde kozijnen. Van Laar: “We gebruiken die data voor vergelijkbare kozijnen die we voor het eerst zien. Daardoor is onze first time fix (het percentage opdrachten dat dat direct tot een goed einde wordt gebracht) heel hoog – bij particulieren ruim 70 procent en bij partners soms wel 98 procent.”

Afstellen De basis van de hoge percentages ligt volgens Van Laar ook in het vakmanschap van de monteurs. Bij gebrek aan een erkende opleiding schoolt het bedrijf zijn eigen mensen. Gedeelde achtergrond van die monteurs: hands on technische knowhow: “De ene monteur heeft ervaring als automonteur, de ander is een goede timmerman. Wat ze allemaal hebben: gevoel voor het oplossen van problemen met kozijnen.” Het leeuwendeel van het werk van de monteurs is het afstellen van kozijnen. Opdrachtgevers geven vaak aan dat de rubbers de boosdoener zijn. Maar dat is meestal niet zo, aldus Van Laar: “Over het algemeen is verzakking de oorzaak van problemen rond tocht, vocht en bediening, ontstaan door achterstallig onderhoud.” De monteurs werken vaker samen en krijgen ook steeds meer hulpmiddelen. Bij het afstellen van de scharnieren moet soms het glas eruit. Steeds vaker is dat tripelglas, dat nu eenmaal zwaarder is dan dubbelglas. Van Laar: “Ook bij schuifpuien maken onze monteurs tegenwoordig regelmatig gebruik van een tilhulpkraan met zuignappen voor bijvoorbeeld het tripelglas.”

Vervangen van draai- en kiepbeslag Voor hang-en-sluitwerk van bestaande draai- en kiepramen dat niet meer past, ontwikkelde Kozijn Service Nederland per materiaalsoort een eigen renovatiesysteem. Het bedrijf stelde voor draai- en kiepramen uit hout, kunststof en aluminium separate sets samen waarmee vrijwel alle oude ramen te herstellen zijn. Hierbij wordt dan wel rondom het beslag vervangen en vernieuwd door een nieuw systeem.

I

5/2021   27

RD 5-2021 Kozijnonderhoud.indd 27

19-10-21 11:08


T 0180 69 75 00 | E info@buva.nl

BUVA BLUESMART TOEGANGSBEHEER VAN NU EN VOOR DE TOEKOMST

RD 5-2021 Kozijnonderhoud.indd 28 adv_Buva.indd 1 Adv-Raam&Deur_BUVA-blueSmart_def.indd 1

19-10-21 11:08 29-03-2113:42:30 13:02 27-1-2021


KOZIJNONDERHOUD

.nl

2113:42:30 13:02

Afdichtingsrubbers Iedere kozijnproducent vindt zelf het wiel uit – met alle unieke onderdelen die daarbij horen. Dat geldt ook voor de afdichtingsrubbers. Fabrikanten verbeteren hun kozijnen bovendien door de jaren heen – met dus vaak ook nieuwe rubbers. Gevolg voor de onderhouds- en reparatiemarkt: een enorme variatie aan afdich-

tingsrubbers. Zijn originele rubbers niet meer voorhanden, dan zoekt Kozijn Service Nederland in het eigen assortiment een passend (origineel) alternatief. Daarbij kan het bedrijf teruggrijpen op meer dan 5000 soorten rubber profielen. Zit daar geen passend exemplaar tussen dan wordt op maat een profiel geproduceerd.

Nieuwe pensluiting In de bestaande aluminium schuiframen van een hotel waren de oude pensluitingen niet meer leverbaar. Kozijn Service Nederland liet een nieuwe pensluiting produceren, door een gespecialiseerde fabrikant, op basis van de gegeven maten. De hogere productiekosten werden terugverdiend door een snellere montagetijd.

5/2021

RD 5-2021 Kozijnonderhoud.indd 29

I

29

19-10-21 11:08


ADVERTORIAL

Samenwerken met Select Windows en GevelNed

Kunststof kozijnen op maat Select Windows is een toonaangevende marketingorganisatie in de kunststof kozijnen branche die vertegenwoordigd wordt door lokale ondernemers; onze partners. Select Windows partners adviseren en monteren onder andere mooie kunststof kozijnen voor elke type woning aan particulieren woningbezitters in Nederland.

Maatwerk kozijnen voor particuliere woningbezitter

Nieuw softwarepakket

Select Windows levert kozijnen aan de kozijnspecialisten die zich als partner aan het bedrijf verbonden hebben. Dit zijn ondernemers met verschillende achtergronden: bouwbedrijven, glas- en montageen verkoopbedrijven. Maar allemaal staan ze dicht bij de eindklant en denken ze mee over kozijnoplossingen voor de specifieke woonwensen van consumenten. Commercieel directeur Amanda Knol: “Wij kunnen voor iedere woningstijl een passend kunststof kozijn maken. Dat maatwerk is mogelijk dankzij onze samenwerking met vaste partners zoals Schüco, Pilkington, Verosol en zusterbedrijf ColorNed. En dankzij een volledig gedigitaliseerd productieproces, waarmee wij in onze eigen fabriek in Nederland de kunststof profielen verwerken tot hoogwaardige kunststof kozijnen in iedere gewenste maat, indeling en uitvoering.”

Een sprong voorwaarts in dat maatwerk wordt momenteel voorbereid. De vraag naar kunststof kozijnen stijgt snel. Daarom hebben we voor onze Select Windows-partners nieuwe software in ontwikkeling, die nog gebruiksvriendelijker is dan ons huidige systeem. Daarmee calculeren de partners sneller een maatwerkoplossing inclusief offerte voor hun eindklant. De kozijnconfiguratie zoals die digitaal wordt samengesteld, kan in de fabriek één-op-één geproduceerd worden.

adv_SelectWindows.indd 30

Duurzaam renoveren met het Energie Kozijn De roep om duurzaamheid in de bouw, vanuit de branche zelf en door de overheid, resulteert bij het productiebedrijf van Select Windows (GevelNed) in nieuwe, innovatieve producten. Energieneutraal bouwen en verbouwen verlangt een nieuwe standaard op het gebied van isolatieprestaties. Mede daarom is het duurzame Energie Kozijn ontwikkeld en in het verlengde

15-10-21 11:09


ADVERTORIAL Select Windows biedt naast inkoopvoordeel in de eigen kunststof kozijnen fabriek en bij onze huisleveranciers van A-merken voor verschillende producten rondom de woning, ook ondersteuning op management en marketing en streeft samen met haar partners een win-win situatie na.

Profiteer als partner van Select Windows mee van: • Eigen fabricage van A-kwaliteit kunststof kozijnen op basis van Schüco systemen CT70 Accent en LivIng Variant • Innovatieve producten en voortdurende productverbeteringen • Ondersteuning op basis van soft-franchise; inkoop, verkoop, marketing en management • Beschermd verzorgingsgebied • Ontzorging op gebied van management en marketing en schaalvoordelen • A-merken voor uitbreiding assortiment producten rondom de woning Voor meer informatie, bel ons op 088-97 22 400. Scan deze code voor meer informatie over ons partnerprogramma.

Productie Select Windows Kozijnen in Zwaag

GevelNed biedt Select Windows partners

daarvan de Select Windows Energie Hefschuifpui. Aan de basis van deze innovaties staat het Schüco LivIng-profiel. Dit diepe kozijnprofiel heeft de Select Windows fabriek GevelNed samen met Schüco ontwikkeld en volledig toegesneden op de Nederlandse woningmarkt.

Wij zoeken sterke ondernemers voor ons partnernetwerk! De combinatie Select Windows en GevelNed levert aan bouwbedrijven, aannemers en montage- en verkoopbedrijven verspreid over heel Nederland. Een langdurige, intensieve samenwerking staat centraal. Ter versterking van de landelijke dekking wordt er momenteel gezocht naar partners in Zeeland, regio Eindhoven, regio Utrecht en Zuid Limburg.

adv_SelectWindows.indd 31

• • • • •

Maatwerk kunststof kozijnen van A-kwaliteit Productinnovaties als Hollandse Hoek, 100% Houtnerfstructuur Inhouse foliëring in 150 kleuren en structuren Leverbetrouwbaarheid van 99% Gedigitaliseerd proces van offerte tot productie

SelectWindows.nl GevelNed.nl De Compagnie 7, 1689 AG Zwaag T 088 97 22 400

Select Windows en kunststof kozijnen fabriek GevelNed zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. GevelNed produceert kunststof kozijnen, ramen, deuren en schuifpuien op basis van Schüco profielen voor de Select Windows Groep. De productie is voornamelijk ingericht op maatwerk voor de Nederlandse particulieren huiseigenaar. De recent uitgebouwde, moderne fabriek in Zwaag is grotendeels computer gestuurd. Vanaf de planning en order intake tot en met het instellen van de diverse machinegestuurde onderdelen in het productieproces wordt er gebruik gemaakt van slimme software. Dit resulteert in een zeer efficiënt productiesysteem, minimaliseert fouten en heeft een zeer hoge leverbetrouwbaarheid tot gevolg. Doordat kleurbedrijf ColorNed ook tot de familie behoort, kunnen we kozijnen leveren in 150 kleuren, waaronder LIGNA in Hollandse trendkleuren waardoor de kozijnen niet te onderscheiden zijn van hout.

15-10-21 11:09


BRANDVEILIGHEID Tekst Jacques Mertens Foto’s stock; Peutz De deurtypes die de oude vervangen zijn eveneens aan een brandtest onderworpen. En met succes. De foto toont de laboratoriumopstelling aan het begin van een dergelijke test.

Praktijkvoorbeeld: koper wil bewijsstukken dat gebouw aan alle eisen voldoet

Brandwerendheid binnendeuren onvoldoende, wat nu? Op verzoek van Raam en Deur gaat columnist Jacques Mertens, senior adviseur laboratorium bij Peutz, dieper in op brandveiligheidsdilemma’s. Dit doet hij aan de hand van een casus die hij met zijn team tegenkwam. Over een praktijk die vaak weerbarstiger is dan de theorie. Op papier lijkt de (brand)veiligheid van gebouwen prima geregeld. De Woningwet, het Bouwbesluit en recent de Omgevingswet en het Besluit Bouwwerken Leefomgeving zijn er immers niet voor niets. En, eerlijk is eerlijk, in de meeste gevallen is het resultaat ook een veilig gebouw, zelfs als hier en daar de eisen niet helemaal worden gehaald. Maar toch worden de adviseurs van Peutz vaak betrokken bij gebouwen waar ondanks alle goede bedoelingen nog het een en ander aan schort. Een goede oplossing vinden is vaak een uitdaging. Met name bij bestaande gebouwen.

Vraag van de klant Het praktijkvoorbeeld gaat over een gloednieuw gebouw dat recent is opgeleverd en in gebruik genomen. Het staat te koop. Een buiten­ landse investeerder heeft interesse, maar wil er eerst zeker van zijn dat alles tiptop in orde is. De investeerder laat dus een aantal specia­ 32

I

listen, elk op hun eigen werkterrein, een due diligence-onderzoek uit­ voeren. Bij Peutz hebben we in dat kader de brandwerendheid van velerlei voorzieningen beoordeeld, denk aan diverse doorvoeringen, types wandopbouw, aansluitingen tussen wanden, vloeren en gevel en de brandwerende deuren. Daarnaast is gekeken naar het brandgedrag van afwerkingsmaterialen en van de gevel. De beoordeling was op paper eenvoudig: in feite was de vraag om van elk product en elke constructie waar de bouwregelgeving een (brand) veiligheidseis stelt het ‘certificaat’ te controleren: komt de daarop vermelde prestatie overeen met de eis en klopt de wijze van toepas­ sing? Om het verhaal leesbaar te houden zal ik me beperken tot de brandwerende deuren in het gebouw. Dat zijn er een paar honderd – van zo’n vijftien verschillende types.

Classificatie in plaats van certificatie Eerst maar eens het bestek erbij pakken, dat biedt immers een goed overzicht van alle toegepaste fabricaten, types en afmetingen. En de locatie in het gebouw. Ook mooi: in het bestek staat zelfs dat van brandwerende voorzieningen (dus ook de deuren) een certificaat moet worden overhandigd. Voor een brandwerende deur zou je ‘certi­ ficaat’ kunnen vervangen door ‘classificatie met daarin het toepas­ singsgebied’, zoals overigens ook het Bouwbesluit dat vraagt. Het was nieuwbouw tenslotte. Gemakshalve heb ik het verder dus over de classificatie en niet over certificatie.

2021/5

RD 5-2021 Brandveiligheid.indd 32

19-10-21 11:10


BRANDVEILIGHEID

Voor de goede orde: certificatie gaat een stuk verder. Dan wordt bij­ voorbeeld ook de productie jaarlijks door een aangewezen instantie (notified body) gecontroleerd.

Misvatting Al met al lijkt het dus geen al te lastige klus, maar dat blijkt al snel een misvatting. Dat heeft vooral te maken met die classificaties: die zijn er niet – in elk geval niet in het dossier van de aannemer. Bij navraag blijkt dat ook de leveranciers niet de goede (dus geldige of van toepassing zijnde) classificaties van de brandwerende deuren kunnen overhandigen. Er is dus geen bewijs dat de toegepaste deu­ ren daadwerkelijk de vereiste brandwerendheid waarmaken. Op dat moment neemt het onderzoek een wending. Het is niet langer een papieren studie, maar het wordt een veel complexer bouwkundig onderzoek.

Inventarisatie Eerst wordt tijdens een rondgang in het gebouw geïnventariseerd welke deuren er precies zijn geplaatst. Als snel blijkt dat er op meerdere plaatsen modificaties zijn uitgevoerd. Zo zit in gangen een brede taats­ deur die bestaat uit twee smalle deurbladen die op de kopse zijde tegen elkaar zijn gemonteerd. Kan natuurlijk goed gaan, maar enig bewijs – vind hier maar eens een test van – is er niet. Of plaatsing van een inbouwdranger in plaats van een ooit geteste opbouwdranger. Ook hier: kan goed gaan, maar vanzelfsprekend is dat niet. Ook komen we dubbele deuren tegen met een nogal forse naad in de middenaanslui­ ting. Als zo’n naad meer dan 6 millimeter breed is (en dat was het geval) kun je in feite niet eens de brandtest beginnen omdat al vóór het starten van de oven niet aan een van de criteria (vlamdichtheid) wordt voldaan. Formeel faalt de test zodra die wordt gestart. Als bekend is welke deurbladen zijn toegepast, welke kozijnen, welke afmetingen, welke afdichtingen etc., proberen we nog één keer om aan de hand van bijvoorbeeld de resultaten van eerder uitgevoerde brandtesten vast te stellen welke deuren en kozijnen ‘goedgekeurd’ zouden kunnen worden. Het resultaat is nogal teleurstellend: de meeste gevallen hebben een zodanige afwijking van een geteste situatie dat we niet direct een positieve conclusie kunnen trekken. Interessant daarbij is overigens dat inmiddels verschillende rappor­ tages van andere adviseurs zijn opgedoken waarin de geconstateerde afwijkingen de revue passeren. Dat betreft dan deels rapportages die ten behoeve van het project zijn opgesteld en deels meer algemene rapportages die zijn opgesteld voor deurenleveranciers. En, u begrijpt het al, blijkens die rapportages zou aan de gestelde brandwerend­ heidseisen worden voldaan.

Geen enkel risico Terug naar de investeerder. De investeerder wil geen enkel risico lopen, ook niet juridisch. Hij stelt zich op het standpunt dat er offici­ ële certificaten, dus classificaties, op tafel moeten komen voor tot de koop wordt overgaan. Deskundigenverklaringen, hoe mooi vormgege­ ven ook, worden niet geaccepteerd. Je weet immers nooit hoe over zo’n document over een jaartje of wat wordt gedacht, terwijl een Europese classificatie geldig blijft. Dat standpunt laat in feite maar twee mogelijkheden over. Ofwel van de deuren wordt alsnog een classificatie opgesteld, met daarbij een toepassingsgebied dat past bij de situatie in het gebouw. Daarvoor moet er wel ‘testbewijs’ zijn, zo is dat vastgelegd in de Europese classificatienorm. Ofwel de deuren worden vervangen door exempla­ ren waarvoor al een classificatie beschikbaar is. Dat is overigens lastiger dan het lijkt, want vaak zal ook het kozijn moeten worden

vervangen. Kortom: beide mogelijkheden zijn niet erg aantrekkelijk. Niet alleen zijn er flinke kosten mee gemoeid, maar het gebouw moet ondertussen ook gewoon in gebruik blijven. De eerste optie biedt weinig soelaas – als die classificaties opgesteld konden worden was dat waarschijnlijk al eerder gedaan. Blijft over: vervanging. Om de overlast in het gebouw zoveel mogelijk te beperken wordt besloten om van elk deurtype waarvan geen geldige classificatie beschikbaar is (of alsnog kan worden opgesteld) een deur mét kozijn uit het gebouw te verwijderen. Deze opstelling onderwerpen we in het laboratorium aan een brandtest. Als die test slaagt kan er een classi­ ficatie worden opgesteld en hoeft er aan de andere deuren van het­ zelfde type niets meer te gebeuren. De hoop is dat de testen met goed gevolg worden uitgevoerd en er dus geen deuren vervangen hoe­ ven te worden. Behalve natuurlijk de geteste deuren, een brandtest is immers een typisch voorbeeld van destructief onderzoek.

I

5/2021   33

RD 5-2021 Brandveiligheid.indd 33

19-10-21 11:10


Garagedeuren slimmer openen

High-tech

3

Garagedeuraandrijving SupraMatic 4 tot 75 % sneller*

NIEUW: Smart Home-systeem Hörmann homee voor appbediening van garagedeuren, deuren en veel meer**

Hörmann BlueSecur-app voor bediening via smartphone van garagedeuren en deuren

Wist u dat onze vergrendeling voor houten ramen zeer efficiënt is? De TITAN Comfort paddenstoelnok geeft meer comfort voor uw klanten én is eenvoudig in gebruik voor u: ➊ Automatische tolerantiecompensatie door traploze hoogteverstelling. ➋ Aanzienlijk minder afstelbewerkingen in de productie en montage. ➌ Een perfect beveiligd raam, aangepast aan al uw wensen.

* Vergeleken met de Hörmann ProMatic 3 ** Meer informatie over Hörmann homee en compatibele apparaten vindt u op www.hormann.nl

www.hormann.nl

www.siegenia.com/nl/houtoplossingen

Motief 403-21 RD 5-2021 Brandveiligheid.indd 34

19-10-21 11:10


BRANDVEILIGHEID

Omdat, ook als er meer deuren van hetzelfde type zijn gebruikt, er toch vaak kleine verschillen zijn (afmetingen, wel of geen dranger etc.) is er bij de selectie van de te testen deuren steeds rekening mee gehouden dat de betreffende deur, eventueel in combinatie met een daartoe aanvullend op te stellen extended application, zoveel mogelijk (en liefst alle) andere deuren van dat type dekt. Dit heeft geleid tot een stuk of twaalf testen. Helaas werd de vereiste brandwerendheid – inclusief de voor een extended application vereiste overwaarde – in slechts enkele gevallen vastge­ steld. Meestal werd dus, ondanks de mooie deskundigenverklaringen niet aan de eisen voldaan. Hoewel een van de geslaagde deuren de test met de hakken over de sloot heeft gehaald, konden hierdoor toch een stuk of 500 deuren worden gehandhaafd. Zo zie je dat een test niet altijd alleen geld kost, maar ook tot een flinke besparing kan leiden. Dat verreweg de meeste deuren niet aan de eisen voldeden (door­ gaans ook niet ‘bijna’) is natuurlijk uitermate teleurstellend en roept allerlei vragen op. De belangrijkste zijn: hoe gaan we nu verder en vooral kunnen we dit in de toekomst voorkomen?

Andere deuren Om te zorgen dat de vervangende deuren en kozijnen nu wél bewezen aan de gestelde eisen voldoen, wordt contact opgenomen met diverse fabrikanten in de hoop dat de gezochte deuren (brandwerendheid, afmetingen, wijze van ophanging, inbouwdranger etc.) inmiddels mét classificatie op de markt zijn. De meeste fabrikanten hebben inder­ daad wel diverse types die met classificatie kunnen worden geleverd, maar dan bijvoorbeeld niet in de gevraagde afmetingen of alleen met een opbouwdranger en niet met een inbouwdranger. Er zijn ook fabrikanten die er stellig van overtuigd zijn dat ze aan de vraag kunnen voldoen. Ze hebben immers in het verleden door een adviseur een uitgebreide rapportage op laten stellen met daarin het grootst denkbare toepassingsgebied. In die rapportage is dan bijvoor­ beeld rekening gehouden met het direct en uitgebreid toepassingsge­ bied zoals omschreven in de Europese normen, terwijl ook is gekeken wat NEN 6069 mogelijk maakt. Dat is een goed begin. Bij nadere bestudering van de rapporten blijkt echter dat de onderbouwing te

wensen overlaat. Trouwe lezers van mijn column in dit blad weten dat ik er steeds voor pleit dat deskundigenverklaringen (of welke naam ze ook dragen) worden opgesteld door daadwerkelijk ter zake kundigen, zoals mensen die echt veel testen zien. En dit is dus waarom ik daarop blijf hameren. Hoe dan ook: een classificatie is niet beschikbaar en kan op basis van de beschikbare documenten niet worden opgesteld. Uiteindelijk zijn dus deuren geselecteerd waarvan verwacht wordt dat die aan alle gestelde eisen zullen voldoen. Bij de selectie is zoveel mogelijk getracht de toegepaste kozijnen als uitgangspunt mee te nemen, zodat met wat geluk (lees: geslaagde testen) alleen de deur­ bladen vervangen hoeven te worden. Dat scheelt gedoe, tijd en kosten. De deuren zijn vervolgens elk aan een brandtest onderworpen, deze keer met succes, het kan dus wel! De foto van de laboratorium­ opstelling toont het begin van een dergelijke test. Op basis van de testen (en in een aantal gevallen een extended application) zijn de benodigde classificaties opgesteld. Ten slotte zijn de betreffende deurbladen en in een enkel geval ook het kozijn vervangen. Eind goed, al goed. Toch?

Kan het ook anders? Dit leerzame voorbeeld is grotendeels echt gebeurd. In feite was het hele onderzoek niet nodig geweest als de documentatie beter op orde was. Laten we eens kijken welke oorzaken een rol hebben gespeeld en of dat in de toekomst niet handiger kan. Het begint met het bestek. De eisen zijn daarin meestal wel goed over­ genomen (‘een brandwerendheid van 30 minuten’ etc.). In combinatie met de kozijnstaten weet je dan in feite voldoende om een deur met bijbehorend kozijn te bestellen. Maar vaak is niet alleen het doel (de genoemde brandwerendheid) maar ook het middel (deur XX van fabri­ kant YY) omschreven. Of staat in het bestek dat de kozijnen van ZZ-hout moeten zijn gemaakt. In die gevallen wordt al snel gekozen voor het middel ‘de constructie zoals omschreven’, zonder goed na te gaan of dat ook voldoet aan het doel, de vereiste brandwerendheid. Uiteindelijk is die constructie toch voorgeschreven in het bestek? Dat kan zijn, maar dat betekent niet automatisch dat aan de in dat bestek genoemde eis wordt voldaan. Het zou immers zo maar kunnen dat de prestatie van de deur bij een test zodanig tegenvalt dat niet aan de brandveiligheidseisen wordt voldaan, zoals bleek in ons voorbeeld.

Deur inclusief kozijn Zorg er dus voor dat in het bestek de eisen goed zijn omschreven én dat in het bestek is vermeld dat een geldige en van toepassing zijnde Europese classificatie moet worden meegeleverd. Bedenk daarbij dat het steeds gaat om een deur inclusief het kozijn. Dat begint overi­ gens al bij de architect, niet elk kozijn dat er mooi uitziet kan zo maar worden toegepast. Laat vervolgens het bestek ook door bijvoor­ beeld de betrokken brandveiligheidsadviseur controleren. Bij de ople­ vering is het dan eenvoudig om te bevestigen dat de toegepaste deu­ ren inderdaad aan de eisen voldoen. Ook deze laatste controle kan prima door de brandveiligheidsadviseur worden uitgevoerd. Voor de andere brandveiligheidsvoorzieningen geldt natuurlijk hetzelfde als voor de deuren. Inderdaad, er gaat wat meer werk zitten in het voortraject en de selectie van de toe te passen producten. Maar daar staat tegenover dat het vervolgtraject veel soepeler verloopt. Dus ja, het kan anders. Dat is niet eens lastig, het vraagt vooral een andere insteek van de betrokkenen. Zodra die andere insteek gemeengoed is geworden kunnen we afsluiten met ‘Eind goed, al goed’!

I

5/2021   35

RD 5-2021 Brandveiligheid.indd 35

19-10-21 11:10


DÉ SPECIALIST VOOR PERSONEEL BINNEN DE GEVELBRANCHE WWW.GEVELPERSONEEL.NL GEVELPERSONEEL.NL CASTELLASTRAAT 26 6512 EX NIJMEGEN

www.deventer-profielen.nl

adv_36.indd 1

T I E

Op zoek naar een flexibele oplossing van uw personeelsprobleem? Wij beschikken over ervaren monteurs en productiemedewerkers. Neem contact met ons op en ontdek hoe wij u verder kunnen helpen.

+31 (0)24 204 95 81 WWW.GEVELPERSONEEL.NL INFO@GEVELPERSONEEL.NL

Bouwen aan gezonde en geluidwerende leefomgevingen In een gezonde en geluidwerende leefomgeving voelen we ons allemaal energiek en in balans. Met DEVENTER dichtingsprofielen in ieder kozijnsysteem is dit niet de ideale onbereikbare wereld. Het is de werkelijkheid die eenvoudig te realiseren is. Of het nu gaat over het voldoen aan de gestelde geluidseisen of het bereiken van een zo optimaal mogelijke geluidwerendheid en een aangename akoestiek.. DEVENTER biedt de oplossing! Als specialist van dichtingsprofielen adviseren wij, afhankelijk van de situatie, over het bouwen van geluiddichte gebouwen door middel van exact passende en uitvoerig geteste dichtingsprofielen. Bereik meer voor elk (geluidsbelast) project, neem contact met ons op en voorkom tegenvallende geluidwerende prestaties.

15-10-21 11:21


VMRG NIEUWS Einsteinbaan 1, Postbus 1496, 3430 BL Nieuwegein T: 030.605.36.44, E: info@vmrg.nl, I: www.vmrg.nl De informatie op deze pagina is afkomstig van de VMRG en kwam tot stand buiten de verantwoordelijkheid van de Raam en Deur redactie

VMRG Kwaliteitseisen 2022 klaar voor de Wet Kwaliteitsborging

Vanaf 1 oktober 2021 staan de nieuwste VMRG

Wkb

Kwaliteitseisen en Adviezen weer online. De eisen worden

In het hoofdstuk over Oppervlaktebehandeling (hoofdstuk 5) is een aantal wijzigingen doorgevoerd rondom de invloed van het klimaat op de duurzaamheid en is de opbouw van coatings duidelijker toege licht. Bij Sandwichpaneelconstructies (hoofdstuk 9) zijn voorwaarden voor het tapen van sandwichconstructies opgenomen en het hoofd stuk is aangepast aan de huidige praktijk. De hoofdstukken 13 en 14 die de bouwplaats betreffen zijn respectievelijk aangepast aan de huidige werkwijze en er zijn wijzigingen doorgevoerd die noodzakelijk zijn in het kader van de Wkb. In 2020 zijn de VMRG Voorwaarden aangepast. Deze aanpassingen zijn ook doorgevoerd in de VMRG Garantie en Aansprakelijkheidsregeling (hoofdstuk 18).

voortdurend aangepast aan nieuwe normen en regelgeving en aan de laatste stand der techniek. Zo is de nieuwe 2022 versie aangepast aan de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die per 1 juli 2022 van kracht gaat. Ook zijn er aanpassingen op het gebied van oppervlaktebehandeling, sandwichpanelen en zijn er twee nieuwe hoofdstukken toegevoegd over interne kwaliteitsbewaking en gebogen aluminium delen.

Nieuwe hoofdstukken

De VMRG Kwaliteitseisen zijn de eisen die gesteld worden aan het VMRG Keurmerk. Het VMRG Keurmerk wordt door architecten voor geschreven in bestekken om zeker te zijn van kwaliteitsgevels. Gevels en gevelelementen die geleverd worden door bedrijven met dit keur merk voldoen gegarandeerd aan de eisen die te vinden zijn op de VMRG website www.vmrg.nl/kwaliteitseisen Deze bedrijven worden hierop ook door een onafhankelijke organisatie gekeurd. Alle gevel bouwers die aangesloten zijn bij de VMRG hebben het VMRG Keurmerk.

Het hoofdstuk over Interne Kwaliteitsbewaking (23) is zo opgesteld dat het optimaal aansluit bij de Wkb. Verder is een nieuw hoofdstuk (24) toegevoegd over gebogen (geïsoleerde) aluminium delen voor ramen, deuren en vliesgevels. Vanuit zowel de bedrijven die profielen buigen, als vanuit de gevelbouwers was er behoefte aan specifieke kwaliteitseisen voor deze delen. Vanaf 1 oktober 2021 staan de eisen voor 2022 online. Officieel gaan deze eisen pas in per 1 januari 2022. Het staat een gebruiker vrij om de VMRG Kwaliteitseisen 2022 nu al van toepassing te verklaren.

www.vmrg.nl/kwaliteitseisen

5/2021

RD5-2021 VMRG.indd 37

I

37

15-10-21 11:05


TRENDS DORPELS Tekst Geert Hilferink Foto’s Buva; Elton; Maco; Venster Techniek; DTS Innodeen; Holonite

Dorpelproducenten innoveren samen met kozijnfabrikanten

‘ Kozijn zonder dorpel is geen sluitend systeem’ Hoewel kleur en uitstraling zeker een rol spelen bij de

Bouwopgave en renovatie

ontwikkeling van nieuwe dorpels en onderdorpels, rich-

Ludo Schennink, commercieel manager van DTS Innodeen ziet de nieuwbouw- en renovatieopgave als logische oorzaak van de groei, die ook zijn bedrijf doormaakt. “De vraag naar bouwproducten groeit over de hele linie, daar gaan onze dorpels ook in mee. En aan die groei komt voorlopig geen einde gezien de behoefte aan nieuwe woningen en de verduurzaming van de bestaande voorraad.” Ook fabrikanten als Holonite, Venster Techniek en Elton constateren blijvende groei binnen hun dorpelassortimenten. “Wij zijn met onze dorpels vooral actief in de renovatie en daar spelen isolatie en de energiehuishouding een belangrijke rol”, zegt Lion Houkes, manager marketing en sales support van Elton. “Niet alleen voor de toegangs­ deuren, maar ook steeds meer voor binnendeuren. Daar spelen wij op in met ons dorpelprogramma.”

ten de meeste fabrikanten zich vooral op andere innovaties en verbeteringen. Zoals recycling en circulariteit, materiaalgebruik en slimme maatwerkoplossingen. Nagenoeg alle fabrikanten innoveren in samenwerking met hun klanten. Een ronde langs enkele dorpelproducenten leert dat de vraag naar dorpels de afgelopen jaren hard is toegenomen. “De groei is echt enorm. Dorpels vormen momenteel de grootst groeiende product­ categorie binnen ons bedrijf”, zegt Tom Meeuwissen, hoofd productontwikkeling van Buva, dat recent collega-bedrijf Holonite heeft overgenomen. Ook bij Maco is de vraag naar dorpels al jaren erg groot. “De groei zet ieder jaar weer door. Ook dit jaar verwachten we weer meer dorpels te verkopen dan in 2020”, aldus Robert Vossers, product­ manager dorpels van Maco.

Samen met klant ontwikkelen De meeste fabrikanten doen hun productontwikkeling voor een groot deel hand in hand met de klanten. “Onze dorpels zijn onderdeel van een kozijn en daarom is het belangrijk om samen met de timmerfa­ brikanten en profielhuizen te kijken naar de kozijnen die zij ontwik­ kelen. Hoe kunnen we onze dorpels daar optimaal op laten aanslui­

I

38   2021/5

RD 5-2021 Dorpels.indd 38

19-10-21 11:11


TRENDS DORPELS

ten en zorgen voor de juiste detaillering?”, aldus Thomas Keizer, productontwikkelaar van Venster Techniek. De fabrikant biedt dorpels voor houten en kunststof kozijnen. “Vooral de vraag naar kunststof groeit, daarin hebben we ook dorpels voor hef­schuifsystemen.” Het valt Keizer op dat de timmerfabrieken die ook kunststof aan hun assortiment hebben toegevoegd vaak willen dat het er ook echt mooi uitziet. “Ook daarvoor zoeken we dan in overleg met die klant naar een goede oplossing.”

Onderdeel van systeem De nauwe samenwerking met klanten bij de ontwikkeling van dorpels is volgens Schennink te verklaren door de veranderde behoefte van de klanten. “Koos vroeger de architect het hang­en­sluitwerk, de bouw vraagt nu veel meer om complete systemen. Dus kozijnen inclusief glas, hang­en­sluitwerk, dorpels en eventuele andere onderdelen.” Hij ziet parallellen met de auto­industrie. “Ook daar gaat de produc­ tie steeds meer toe naar assemblage van vooraf samengestelde onderdelen en systemen – net als op de bouw.”

Efficiënte processen Dat is een ontwikkeling waarop ook Holonite graag inspeelt. “Wij gaan ons de komende periode vooral richten op het verder ontzorgen van onze klanten, zodat dat zij efficiënt en snel kunnen werken met onze oplossingen”, zegt Patrick Zevenbergen, manager verkoop van Holonite. “Zeker grote klanten hechten meer waarde aan producten waarmee zij hun processen nog efficiënter kunnen inrichten dan aan een iets lagere inkoopprijs.” Meest recente innovatie die Holonite op de markt bracht is daar een goed voorbeeld van: het opsluiten van de dorpel in het productiepro­ ces. “We hebben zorgvuldig gekeken naar de opsluitmethode die klanten willen. Uiteindelijk hebben we gekozen voor houten deuvels. Niet alleen omdat iedere timmerfabriek die standaard op voorraad heeft, maar ook omdat bij kunststof deuvels het risico groter is dat ze kapot gedrukt worden. Behalve een kwalitatieve ontwikkeling dus ook een efficiënte”, aldus Zevenbergen, die meldt dat Holonite deze innovatie de komende maanden verder gaat uitrollen.

Wind- en waterdicht Maco merkt ook duidelijk de toenemende marktbehoefte aan comple­ tere systemen. “Ons voordeel is dat we bijna al die onderdelen kun­ nen leveren”, aldus Vossers. “Behalve de deurdorpels bieden we ook dichtingen, raamdorpels, sloten en beslag. We merken dat steeds meer klanten meer producten dan alleen de dorpels afnemen – vooral in ons hef­schuifassortiment.” Daarbij speelt een goede wind­ en waterdichting een belangrijke rol. Vossers: “Omdat wij naast de dorpels voor de hef­schuifsystemen ook de middendichting en het beslag aanbieden, kan de klant vertrouwen op een compleet wind­ en waterdicht systeem. Ons hef­schuifsys­ teem haalt tijdens testen de norm van 600 pascal.”

Eigen testruimte Die voorwaarde is ook bij Buva belangrijk. “Met name in kunststof zie je dat die afdichting de laatste jaren steeds belangrijker is geworden. Naarmate we met onze gebouwen hoger de lucht in gaan, worden de eisen strenger. Samen met onze klanten kunnen we in onze eigen testruimte elementen en gevels testen van maximaal vier bij vier meter. Als onderdeel van een element worden hier al onze dorpels uitvoerig getest. Daarmee bieden we onze klanten oplossingen die bewezen aan de prestatie­eisen voldoen”, zegt Meeuwissen.

Rookdicht ook zonder onderdorpel Elton introduceert dit najaar de nieuwe EllenMatic Slim Soundproof, een geluidswerende valdorpel met een siliconen afdichting. “Deze nieuwe valdorpel is zowel in binnen- als in inpandige woningentreedeuren te gebruiken, net als de reguliere EllenMatic Soundproof”, zegt Lion Houkes, manager marketing en sales support van Elton. De Ellenmatic Slim Soundproof valdorpel is Sa-geschikt. Houkes: “Dat betekent dat de valdorpel voorkomt dat koude rook onder de deur door kan komen. Daar zijn tot op heden geen eisen voor opgenomen in het Bouwbesluit, maar als de Omgevingswet gaat gelden, wordt die Sa-certificering wel als eis opgenomen.” Die bescherming tegen het lekken van koude rook zorgt voor veilige vluchtwegen en houdt de brand langer binnen de ruimte waar die woedt. “Dat is belangrijk voor bijvoorbeeld zorginstellingen of appartementencomplexen waar galerijen rookvrij moeten blijven.” Dankzij de automatische scheefstelling voor oneffen vloeren zorgt de valdorpel altijd voor een naadloze afdichting tussen ondergrond en deur.

Volgens Schennink is een kozijn zonder onderdorpel niet compleet. “Je hebt een dorpel nodig om het tot een wind­ en waterdicht geheel te krijgen. Zonder dorpel geen CE­keurmerk dus geen oplossing voor de eindklant.”

“Dorpels zijn de snelst groeiende productcategorie binnen ons bedrijf”– Tom Meeuwissen, Buva Steeds meer gemak Maco biedt drie verschillende concepten binnen het dorpelprogramma. Complete Fix, Simply Fix en Fast Fix. “Daarbij biedt Complete Fix het meeste gemak voor de klant. Na het doorgeven van de maten, leveren wij de dorpel compleet gemonteerd met neut en alle bijbehorende onderdelen. De klant hoeft de dorpel alleen nog maar te bevestigen”, zegt productmanager Vossers, die merkt dat steeds meer klanten voor dat concept kiezen. “Het scheelt ze veel tijd in de montage.” Met Simply Fit levert Maco de bestelde dorpel als bouwpakket, maar wel op maat gemaakt. “Daarbij zijn alle onderdelen voorgeboord zodat de dorpel snel gemonteerd en bevestigd kan worden.” Bij Fast Fix worden de dorpels op handelslengte geleverd, samen met een clickprofiel met neuten en bijbehorende onderdelen.

5/2021

RD 5-2021 Dorpels.indd 39

I

39

19-10-21 11:11


TRENDS DORPELS

Aluminium kansrijke toevoeging Buva heeft de afgelopen jaren volop geïnvesteerd en geïnnoveerd in dorpels voor houten en kunststof kozijnen. “We hebben voor kunststof negen verschillende IsoStone dorpels van glasvezelversterkt composiet waarmee we voor ieder profiel een oplossing hebben. En ook voor de houtmarkt heeft Buva een nagenoeg compleet aanbod”, aldus hoofd productontwikkeling Tom Meeuwissen. Reden voor Buva om in 2022 een derde loot aan de stam toe te voegen. “Dan gaan we ook voor de aluminium kozijnenmarkt dorpels produceren. Dat willen we voorzichtig en stap voor stap doen, maar we zien aluminium als een waardevolle toevoeging voor ons dorpelprogramma.” Ook voor die markt wil de fabrikant nauw samenwerken met de systeemhuizen. “Bij veel aluminium kozijnen valt er op het gebied van luchtdichting nog veel te verbeteren. Vanuit onze kennis en ervaring kunnen we daarvoor samen met de systeemhuizen oplossingen ontwikkelen.” Daarnaast verwacht Buva dat klanten zullen profiteren van de synergie tussen het bedrijf en overnamepartner Holonite. “We zijn ervan overtuigd dat we samen mooie initiatieven zullen ontwikkelen waarvan zowel onze klanten als wijzelf kunnen profiteren.”

Aansluiting en maatvoering Om die prestatienormen te behalen, moeten kozijn­ en profielleverancier en dorpelproducent samen zor­ gen voor een naadloze aansluiting. Dat betekent dat de maatvoering zorgvuldig ingeregeld moet zijn. Veel fabrikanten hebben daarin de afgelopen jaren volop geïnvesteerd. “We hebben daarvoor onze online besteltool uitge­ breid”, legt Vossers uit. “Door die tool te koppelen met onze cnc­machine gaat de bestelling van de klant direct ons systeem in en kan het product, na een interne check, vrijwel direct gepro­ duceerd worden. Dat werkt niet alleen heel snel, de fout­ kans is ook nog eens nihil.” Daarnaast wil Maco door het verder

Een deurdorpel voor een naar binnen draaiende toegangsdeur.

40

I

Samen met het kozijn en de afdichtingen moeten de dorpels zorgen voor een goede lucht- en waterdichting.

koppelen van softwaresystemen nog efficiënter samen gaan werken met timmerfabrikanten.

Bestelgemak en snelle levering Bij de meeste producenten kunnen de verschillende raam­, deur­ en valdorpels eveneens online besteld worden. Zo heeft Venster Tech­ niek een portal ontwikkeld waarin bestellingen geplaatst kunnen wor­ den waarna de klant direct de actuele levertijd kan zien. “Mocht er even geen voorraad zijn of iets anders spelen waardoor de levertijd langer is dan gewoonlijk, da ziet de klant dit direct. Net als onze medewerkers van de binnendienst. Daardoor kunnen we snel schake­ len”, legt Keizer uit. Ook de productie is aangesloten op het portal waardoor orders veel sneller verwerkt kunnen worden. Volgens Patrick Zevenbergen van Holonite kunnen bedrijven niet meer om dergelijke vormen van serviceverlening heen. “Het zijn onderdelen van je bedrijfsvoering die steeds belangrijker worden omdat klanten daardoor makkelijker kunnen werken.”

Verantwoord gebruik van grondstoffen en hergebruik van restmateriaal is voor alle fabrikanten steeds belangrijker. Zo zijn er al dorpels verkrijgbaar die tot 90 procent uit gerecycled materiaal bestaan en die volledig te hergebruiken zijn.

2021/5

RD 5-2021 Dorpels.indd 40

19-10-21 11:11


TRENDS DORPELS

Waarde toevoegen Holonite wil zich vooral gaan richten op het bieden van toegevoegde waarde aan de timmerfabrieken en de profielhuizen. “Deze meerwaarde zit hem in diverse elementen – zoals de voormontage van aluminium profielen, maar denk ook aan snelle levering, maatwerk en bestellingen en leveringen per dagdeel. Daarmee kan een timmerfabriek eenvoudig per dagdeel de planning van de montage aansturen”, zegt Patrick Zevenbergen, manager verkoop van Holonite. Met zijn brede assortiment dorpels kan Holonite de klant goed bedienen. Wat kenmerkend is voor Holonite: zij garanderen op hun standaard dorpelsystemen een korte levertijd van vijf tot negen werkdagen. Zevenbergen: “Vanuit onze Premaxlaagreliëfdorpels van composietsteen voor houten kozijnen hebben we de afgelopen vijf jaar andere systemen ontwikkeld: onze Trimax-serie waaronder de Trimax-Hybride-dorpels vallen, alle gemaakt van vezelversterkt composiet.” Holonite composietstenen dorpelsystemen zijn cradle to cradle gecertificeerd en daarnaast is Holonite medeoprichter van de C2C bouwgroep, die bestaat uit bouwgerelateerde fabrikanten die de circulaire economie omarmen.

Omdat de detaillering in de aansluiting met de kozijnen erg nauw komt, werken veel dorpel­­­fabrikanten intensief samen met profielhuizen en timmerfabrikanten.

Verduurzamen Een andere trend is het verantwoord gebruik van materialen en grondstoffen en het verduurzamen van productieprocessen. “Wij hebben ons ten doel gesteld om continu slimmer en flexibeler te werken in ontwikkeling en productie zodat we onze capaciteit duurzaam kunnen vergroten”, zegt Meeuwissen. Ook het hergebruik van materialen als neuten en vulblokken ligt onder het vergrootglas: “Daarmee kunnen we materialen en productieafval hergebruiken als grondstof voor nieuwe producten. En ook gaan we kijken hoe we de hitte die de machines produceren kunnen terugwinnen. Van die duurzame productie profiteren onze klanten uiteindelijk ook.”

Bij de meeste producenten zijn de verschillende raam-, deur- en valdorpels online te bestellen en snel leverbaar.

Inspelen op behoefte

Cradle to cradle

Voor Venster Techniek zijn marktontwikkelingen en klantbehoefte belangrijke ingrediënten bij de ontwikkeling van nieuwe dorpels en services, vertelt productontwikkelaar Thomas Keizer. “Zo hebben we oplossingen ontwikkeld voor houten kozijnen met zwaarder kozijnhout en dikkere vleugels. Daarvoor was nog geen gemeenschappelijke normering, maar wel behoefte aan goede dorpels.” Eind dit jaar brengt de fabrikant een nieuwe dorpel voor houten kozijnen op de markt. “Dat wordt de opvolger van ons EEFDsysteem, met verbeterde isolatie, ontwatering en waterhuishouding – drie belangrijke kenmerken voor onderdorpels.” Volgens Keizer wordt bij een lekkage dikwijls direct naar de dorpel gewezen. “Vaak onterecht want bij een lek komt er water het systeem binnen en dat water belandt uiteindelijk op de dorpel. Maar is het kozijn wel juist geplaatst en doen alle dichtingen hun werk wel goed? Bij wind- en waterdichting komen alle details heel nauw en een klein foutje kan al tot een lek leiden. Mede daarom leveren wij onze dorpels compleet afgewerkt bij de klant, inclusief alle materialen en montagehandleiding.”

Afgelopen zomer werd DTS Innodeen opnieuw cradle to cradle gecertificeerd, vertelt de trotse commercieel manager Ludo Schennink. “Wij willen uitblinken in de manier waarop wij omgaan met de materialen. We willen onze klanten duurzame en verantwoorde oplossingen bieden die toekomstbestendig zijn.” Volgens Schennink wordt de Nationale Milieudatabase leidend in de bouw. “Wil je als leverancier mee dan moeten jouw producten in die database terechtkomen. Daarin speelt onze cradle to cradle-certificering een belangrijke rol.” Bij de vraag hoe de fabrikant optimaal kan recyclen wordt ook gekeken naar restafval van lange lengtes en andere materialen die bij de productie overblijven. “Daarmee zijn we vanaf de start van onze dorpelproductie al nadrukkelijk bezig.” DTS Innodeen biedt vier dorpelconcepten aan: Indoor, Timber, Reflex en Varipro. “Daarmee bieden we oplossingen voor binnen, houten kozijnen, de renovatie- en herstelmarkt en kunststof en aluminium kozijnen. Volledig circulair en ze bestaan al tot 90 procent uit gerecycled materiaal.”

I

5/2021   41

RD 5-2021 Dorpels.indd 41

19-10-21 11:11


Easy-Ent®A-Slide In navolging van de EEFS voor houten kozijnen komt Venster Techniek nu met een innovatieve oplossing voor de kunststof markt, de EEAS! Onze nieuwste onderdorpel is vanaf november beschikbaar voor Gealan. In de toekomst ook voor andere profielhuizen.

Voordelen van Easy-Ent®A-Slide (EEAS) Zeer hoge thermische isolatie Profielhuis specifieke oplossing Compleet gemonteerd product Hoge mate wind- en waterdichtheid door specifieke details

EEAS, DE NIEUWSTE DORPEL VOOR KUNSTSTOF HEFSCHUIFDEUREN Ericaweg 9, 7021 PB Zelhem | 0314 625 933 | info@venstertechniek.nl

MOEILIJK BEREIKBARE RAMEN, MAKKELIJK BEDIENBAAR GEMAAKT

MACO E-BESLAG Het raam bedienen met de hand EN via pulsschakelaar Via een druk op de knop het raam in valstand Elektromechanische aandrijving Onzichtbaar ingebouwd

m a c o.e u

adv_42-43.indd 42

18-10-21 11:24

Raam&


Grote raampartijen smeekten om buitenzonwering in moderne villa Aangename binnentemperaturen zonder afbreuk te doen aan het strakke design van de woning Een recente, ultramoderne nieuwbouwvilla, strak wit pleisterwerk en grote raampartijen: alles om zorgeloos en comfortabel te kunnen wonen. Zo dachten ook de eigenaars toen ze er 7 jaar geleden introkken. Helaas moesten ze al snel op zoek naar de juiste ingreep om het op warme dagen binnenshuis toch aangenaam fris te houden. Binnen genieten ze dan wel van veel daglicht, maar pal op de zuidkant vangen de grote ramen helaas ook de volle zon én de warmte die daarmee gepaard gaat.

kwam hier dus als geroepen. Met de doekkast en zijgeleiders in dezelfde kleur structuurlak afgewerkt, dankzij de schroefloze geleiders en een kleinere onderlat, valt de voorgemonteerde doekzonwering hier zelfs amper nog op. Voor na-installatie op strakke woningen met ‘minimal windows’ is dit dan ook het gat in de markt, met een minimale impact op de woning en de architectuur. Zeker voor grote ramen, aangezien je met een kleinere doekkast toch die grotere oppervlakken kan coveren.”

Aan doekzonwering dachten de eigenaars wel al bij de bouw van hun woning, maar uiteindelijk lieten ze zich dat afraden uit schrik voor een povere windbestendigheid bij de grote oppervlakken. Het zonwerend glas zou de zon wel voldoende weren, werd hen voorgehouden. Dat bleek al snel niet het geval en ook andere ingrepen (binnengordijnen, zonwerende folie op het glas, …) boden geen soelaas. En dus kwamen ze vorig jaar uiteindelijk toch terug bij doekzonwering uit.

“Niet alleen qua look&feel, maar ook op het vlak van installatie betekent deze nieuwe Fixscreen een flinke stap voorwaarts,” geeft Luc Boonen nog mee. “Hiermee kunnen we de doekkast perfect apart bevestigen vooraleer de geleiders op hun plaats te monteren. Dat je ook de nieuwe onderlat voortaan ter plaatse kan (de)monteren scheelt een pak in het gewicht bij installatie van grote screens.”

“Enige probleem,” herinnert installateur Luc Boonen zich de vraag waarmee de eigenaars bij hem kwamen aankloppen, “waren de smalle raamprofielen van de minimal windows. Van de bestaande doekzonwering op de markt zouden de zijgeleiders sowieso voor het glas uit komen, en dat had voor deze woning echt zonde geweest. Met amper 2 cm zichtbaar raamprofiel, waren de klassieke Renson Fixscreens (met zijgeleiders van 3,5 cm breed) in dit geval geen optie geweest. De ‘Fixscreen Minimal’ met z’n 2 cm brede zijgeleiders

adv_42-43.indd 43 Raam&Deur_Advertorial_A4_0921.indd 1

De eigenaars merken dankzij hun keuze voor doekzonwering in ieder geval ook echt een verschil in huis. “Van zodra de zon nu op het raam schijnt, laten ze de doekzonwering neer. En daarmee blijft het er zelfs op hete zomerdagen aangenaam in huis. “Om dan nog maar te zwijgen van het grote voordeel dat je dankzij de transparantie steeds het zicht naar buiten blijft behouden,” besluiten ze. www.renson.eu

18-10-21 11:24 24/09/2021 11:01


DOSSIER CICULAIR Tekst Hans Fuchs Beeld circulairegeveleconomie.com; Hans Fuchs

Routekaart Circulaire Geveleconomie

Marsroute naar kringloopgevel in 2050 De gevelindustrie in 2050 compleet circulair, dat is wat de overheid verlangt. Maar: krijgt de branche dat wel voor elkaar? En zo ja, hoe dan? Pilots en proeftuinen op gebied van circulariteit en CO2-reductie zijn er volop, maar van opschaling en verbreding is meestal geen sprake. Nu is er de Routekaart Circulaire Geveleconomie: een mogelijke marsroute, tot 2030, op weg naar een gevelbranche met gesloten kringlopen. Namens de VMRG is Monique Fledderman betrokken bij de transitie naar de circulaire geveleconomie: “Opschalen en de

Verkenning van een circulaire toekomst Kan de gevelindustrie binnen dertig jaar de slag maken naar een volledig circulaire economie? Een consortium van partijen onder leiding van Alba Concepts onderzocht het in ‘Verkenning produ­ centenverantwoordelijkheid voor de gevelbouw’ (2020). Bij die verkenning was ook de gevelbranche betrokken: de branche­ verenigingen Vereniging Kunststof Gevelelementenindustrie (VKG), Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche (VMRG), Neder­landse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBvT), Vakgroep Vlakglas en Algemene Branchevereniging (VHS, hang­en­sluitwerk) dachten mee over een circulaire toekomst en producentenverantwoordelijkheid daarbij.

breedte zoeken vraagt om producentenverantwoordelijkheid – en zorgen dat circulaire initiatieven marktrijp zijn.” De cijfers liegen er niet om: maar liefst 40 procent van het materiaalverbruik en afval in Nederland komt uit de bouw. Dat moet anders, vindt de overheid. En rap. In de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie van het rijk staan de doelen voor de bouw van morgen en overmorgen. De bouw mag in 2030 – dat is over acht jaar en een paar weken – nog maar de helft van de primaire grondstoffen verbruiken. Twintig jaar later, in 2050, moet de bouw voor het volle pond circulair zijn. Dat zijn stevige doelen, ook voor een branche waarin circulariteit aan betekenis wint en het wemelt van de vernieuwing zoals materiaalpaspoorten, de- en remontabel ontwerpen, urban mining, de emissieloze bouwplaats en initiatieven als de Leidraad Circulair Ontwerpen en de Verificatieregeling Circulair Slopen.

Transitie? Jein! 100 procent circulariteit in 2050, dat vraagt om een enorme transitie in de gevelbranche. Is die transitie haalbaar? Jein, zouden ze in Duitsland zeggen – een samenvoeging van ja en nein. Op z’n Hollands: ja, maar. In het vorig jaar verschenen verkennende onderzoek naar producentenverantwoordelijkheid voor de gevelbouw concludeerde een consortium van partijen en brancheorganisaties dat de potentie voor een circulaire geveleconomie groot is. Tegelijkertijd constateert het onderzoek dat de Nederlandse gevelindustrie volledige circulariteit in 2050 met de huidige middelen alleen bereikt door de ‘rest’- CO2-uitstoot (lees: de niet-behaalde CO2-doelen) te compenseren – en dat alleen met de inzet en ondersteuning van nieuwe, nog te ontwikkelen technieken. Uit het rapport: “De circulaire gevelindustrie is dus afhankelijk van de (nog niet bekende) mogelijkheden om de laatste circa 20 procent van de CO2-reductie van de gevelportefeuille te realiseren.” 44

I

Routekaart en traject De bevindingen uit het verkennende onderzoek zijn recentelijk uitgemond in de Routekaart Circulaire Geveleconomie. De kaart wijst mogelijke wegen naar een al voor 50 procent circulaire geveleconomie in 2030. Dat is over net iets meer dan acht jaar, een oogwenk in een industrietak die historisch gezien moeite heeft met breed innoveren en vlot opschalen.De Routekaart toont wel die weg naar de breedte, naar dat oh zo noodzakelijke opschalen, stelt

Routekaart Circulaire Geveleconomie

ROADMAP

2020

20202030

2021

2022

PRODUCT(ONTWERP) & ORGANISATIE

2023

inrichten collectief retoursyste em productenverantwoordelijkheid & avv ▪ collectief landelijk retoursystee m ▪ entiteiten en organisatie ▪ samenwerking toeleveranc iers, sloopbedrijven, urban mining, logistiek ▪ tooling bewijslast materiaalstr omen bedrijven

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

uitvoering producentenverantwo ordelijkheid ▪ Evalueren en bijstellen waar nodig en mogelijk

De Routekaart Circulaire Gevel­ economie somt alle activiteiten op die volgens de gevelbranche moe­ ten worden uitgevoerd om een cir­ culaire geveleconomie te realise­ ren. Dat vereist volgens de Routekaart actie op drie fronten: product(ontwerp); organisatie, financiering en waarde; en over­ heid en regelgeving. De route­ kaart vermeldt de collectieve acti­ viteiten waarover afspraken zijn gemaakt in het Ketenakkoord, maar ook de facultatieve project­ matige activiteiten waarover partijen nadere afspraken maken en/of projecten initiëren. De routekaart noemt ook de kansen om de tran­ sitie te stimuleren of te versnellen via overheid of regelgeving. kwaliteitsborging en certificerin g ▪ borging kwaliteit materiaal en product ▪ kaders beoordeling en toetsing (kwaliteitseisen) ▪ ontwikkeling certificering sregeling circulaire prestaties bedrijven (i.s.m. instituten) ontwerpatelier demontage & opschaling ▪ schone ontmanteling ▪ scheiding bouwplaats ▪ demontagetechnieken en processen ▪ demontage en losmaakbaa rheid ▪ standaard details

ontwerpatelier adaptieve gevel ▪ lange levensduur en renovatie ▪ hergebruik en opwaarderin g ▪ binnenklimaat en energieleve ring ▪ standaard details

ontwerpatelier?

FINANCIERING & WAARDE

formats & financiering businessm odellen ▪ gevel met certificaat circulaire prestaties ▪ gevel met full-service contract ▪ gevel-als-een-service ▪ contractfinanciering

borging behoud van waarde & certificering ▪ aansluiting op vormvrij gevelpaspo ort ▪ aansluiting op restwaardeb epaling gevel ▪ aansluiting op conditiesco res gevel ▪ certificering gevel?

gestandaardiseerde contractmo dellen ▪ product-dienst: ontwerprealisatie▪ onderhoudscontracten facilitymana & onderhoud gement

circulair taxatiemodel ▪ aansluiten of ontwikkelen

INSTITUTIONEEL KADER

sturing en stimulering

▪ AVV: behoud materiaal (EU) recycling naar de gevel ▪ AVV: tarief differentiatie hoogwaardig circulair ▪ subsidies opdrachtgevers (o.a. MIA/VAMIL, SEEH) ▪ fiscaal: belasting CO2 (milieu-impa ct) ▪ fiscaal: belasting arbeid recycling

ontwerpatelier: barrières wet- & regelgeving ▪ veranderende prestatie-ei sen ▪ auteursrechten architecten bij ‘vormverandering’ ▪ aanbestedingsrechtelijke splitsing van gevel ▪ goederenrecht: afscheiding van gebouwbestanddelen

0-meting 1-meting circulariteit & CO impact 2 circulariteit potentieel & haalbaarheid CO2 impact Roadmap, onder voorbehoud van wijzigingen & afspraken Projecten ( ) door branches en/of bedrijven zijn facultatief

2-meting circulariteit CO2 impact

3-meting circulariteit CO2 impact

Bron: circulairegeveleconomie.com

2021/5

RD 5-2021 Dossier Ciculair.indd 44

19-10-21 11:13


28

DOSSIER CICULAIR

Wegen naar een circulaire geveleconomie Het verkennende rapport van Alba Concepts en de vijf branche­ verenigingen uit de gevelindustrie doet een aantal aanbevelingen om de slag te maken naar een circulaire geveleconomie. Het rapport zet onder andere in op brancheoverstijgende samenwerking tussen sloopbedrijven, urban miners en toeleveranciers, en op een optimalisatie van demontageprocessen – onder andere door het bedenken van opschaalbare demontagetechnieken. Ook retour­ systemen en scheiding op de bouwplaats moeten worden geoptimaliseerd, al dan niet met nieuwe partners in de keten tussen terugname en hergebruik van producten. Ontwerpateliers Ook op ontwerpniveau zijn slagen te maken, aldus het onderzoek. De verkenning pleit voor ontwerpateliers voor praktijkgericht onder­ zoek naar ‘losmaakbaarheid’ van elementen, producten en compo­ nenten, verknoopt met nieuw te ontwikkelen circulaire standaard­ details. Die standaardisering zou ook effectief kunnen zijn in contractmodellen voor product-dienstcombinaties, in alle fases van de levensduur van gebouw en product: van ontwerp en uitvoering tot onderhoud en beheer. Betere businesscase Heel belangrijk: de circulaire businescase moet beter, middels formats en standalone onderhoudscontracten, mogelijk ook met een certificeringsysteem op basis van een grondstoffenpaspoort voor de

2029

2030

ntwerpatelier?

meting culariteit 2 impact

Monique Fledderman, die namens het VMRG van meet af aan betrokken is bij het traject naar de circulaire geveleconomie: “Als het om circulariteit gaat, bleef het in de bouw tot op heden overwegend bij de proeftuin, de verkenning, de pilot, pioniers die vol innovatiedrang circulaire projecten aanjagen – met als einddoel overwegend het welslagen van die proeftuin, verkenning en pilot zelf. In de Routekaart hebben we de adviezen uit de verkenning verwerkt, waar ze, samen met de input vanuit de vijf gevelbranches, iets meer handen en voeten hebben gekregen. Met deze routekaart laat de gevelbranche zien: Dit is wat we willen.”

Naar een Ketenakkoord Binnenkort staat de consultatie Ketenakkoord Circulaire Gevel­­­­­­­­economie gepland, uitmondend in een breedgedragen ketenakkoord dat door alle partijen onderschreven wordt. Fledderman: “Aan de ene kant streven we naar het Ketenakkoord met producenten­ verantwoordelijkheid, waarbij we voor alle producenten vastleggen hoe zij aan de circulaire geveleconomie bijdragen – via retour­ systemen, terugname, de gevel-als-dienst en andere oplossingen. Aan de andere kant is er de Routekaart, vanuit de branches zelf, facultatief. De kaart schetst de zoektocht naar formats om de vele initiatieven van de enkelingen breed neer te zetten voor de hele branche. De breedte opzoeken, het opschalen, wordt daarbij gedragen door producentenverantwoordelijkheid. En door aan de projectkant in te zetten op haalbaarheid, op marktrijpe initiatieven.” En waar liggen dan de meeste kansen, om die breedte te realiseren? Fledderman: “De meeste kansen zie ik grofweg aan de voorkant en de achterkant in de levensduur van een product. Aan de voorkant moeten we een product in de gevel zoveel mogelijk circulair krijgen, aan de achterkant gaat het erom door hergebruik een zo hoog

gevel op component-, element-, en materiaalniveau. Daarbij moet de (rest)waarde worden meegenomen. Een circulair taxatiemodel kan de waarde van circulaire gevels en gebouwen inzichtelijk maken. Wet- en regelgeving Ook (fiscale) stimulerende maatregelen kunnen bijdragen aan de circulaire geveleconomie, bijvoorbeeld met een mix van belasting­ heffing op milieueffecten en lagere belasting op arbeid. Ook ziet het rapport kansen in meesturen op nieuwe of herziene wet- en regel­ geving op het gebied van circulaire bouw- en geveleconomie. Bron: Onderzoeksrapport ‘Verkenning producentenverantwoordelijkheid voor de gevelbouw’, 2020

mogelijk circulariteit te scheppen. Taai en moeilijk is daarbij nu nog, dat veel technisch weliswaar oplosbaar is, maar dat financiering en businessmodel niet goed passen bij de uitvraag.” Momenteel wordt er hard overlegd over het Ketenakkoord. Fledderman: “Daarbij gaat het om de vraag: krijgen we alles op lijn?” Is de consultatie een harde dobber? Fledderman: “Er wordt bewogen – maar pas als het Ketenakkoord getekend is, is het getekend.”

Retoursystemen: de praktijk Goed functionerende retoursystemen zijn een cruciaal onderdeel van een circulaire geveleconomie. Veel is al gerealiseerd. Nieuwe alumingevels bestaan tegenwoordig voor 55 procent uit gerecy­ cled materiaal, aldus de VMRG. Binnen de VKG (kunststof) wordt gewerkt met het VKG Recyclesysteem, dat leden verplicht mee te draaien in de recycleketen van end of life-producten. En: de markt levert sinds kort ook al 100 procent gerecyclede kunststof kozijnen. De NBvT onderstreept dat hout een hernieuwbare grondstof is – bij duurzaam bosbeheer stammend uit een onuit­ puttelijke bron. Houten gevelelementen voorkomen CO2-emissies en CO2 blijft gedurende de gehele levensduur van het gevelpro­ duct in de keten opgeslagen. Vlakglas Recycling Nederland (VRN) zamelt ieder jaar ruim 80.000 ton vlakglasafval in. Meer dan 99 procent daarvan is grondstof voor nieuw glas. Bron: circulairegeveleconomie.com

I

5/2021   45

RD 5-2021 Dossier Ciculair.indd 45

19-10-21 11:13


TRENDS: HANG- EN SLUITWERK Tekst Hans Fuchs Beeld EVVA; dormakaba; AMI; Siegenia

Trends in hang-en-sluitwerk

Lagere footprint door productie in Nederland Brandveiligheid, duurzaamheid en milieu, excessief gestegen containerprijzen, schaarste aan grondstoffen en onderdelen: dat zijn actuele thema’s binnen de hang-en-sluitwerkbranche. Op nieuwe eisen reageert de branche voornamelijk met doorontwikkelingen van bestaande producten – de vloed aan nieuwe producten voor slimme deuren daargelaten. Toch komen er ook echt vernieuwende mechanische producten op de markt, vertelt directeur Arjen Koole van de Algemene Branchevereniging VHS: “Het is mooi om te zien dat er nog veel partijen zijn die werkelijk innoveren.” Arjen Koole ziet de innovatiekracht van de branche onder meer in mechanische cilindersystemen die worden ontwikkeld en doorontwikkeld voor gebruik in woningbouwprojecten: “Daar wordt om uitbreidbaarheid, aanpasbaarheid en flexibiliteit gevraagd, om alle deuren in een complex te kunnen integreren.” Ook op het gebied van de veiligheid ziet Koole in deze hoek de nodige innovaties: “Neem de opbouw van de cilinder en de sleutels, met andere dan stiftprofielen, met een ander profiel dan de ouderwetse kam.”

Meer productie in Nederland Ook een trend: partijen verplaatsten hun productie naar Nederland en laten hun producten niet meer vervaardigen in bijvoorbeeld Azië. Redenen zijn de excessief gestegen containerprijzen en de schaarste aan grondstoffen en onderdelen, constateert Koole: “Bedrijven gaan naar ‘zelf doen’, en dat kan ook omdat die kennis en dat vakwerk hier zit en toeneemt. Nederland heeft een solide maakindustrie.”

De verplaatsing van de productie naar Nederland heeft een positief neveneffect merkt Koole op: “De footprint van producten wordt veelal kleiner, omdat de transportbewegingen verminderen en zo de milieubelasting daalt.”

“Hoge containerprijzen en schaarste aan grondstoffen en onderdelen maken dat sommige partijen hun productie naar Nederland verplaatsen” Koole gelooft niet dat dit een tijdelijke trend is, die verdwijnt zodra de verhouding tussen transport- en loonkosten weer verandert: “Uiteraard blijft prijs een rol spelen, maar minder dominant verwacht ik. Milieu en circulariteit gaan een belangrijkere rol spelen, daarom vermoed ik dat deze verplaatsing van de productie geen tijdelijk fenomeen is – nog afgezien van het belang dat bedrijven hechten aan leveringszekerheid.”

Brandveiligheid Brandveiligheid is al heel lang een item binnen de hang-en-sluitwerkbranche. VHS-directeur Koole ziet de nodige ontwikkelingen op dit gebied: “Neem de eisen die nu gesteld worden aan appartementencomplexen waar bewoners in geval van brand via dichte galerijen moeten vluchten. Daar moeten voordeuren zelfsluitend zijn en wordt een deurdranger verlangd die automatisch sluit bij een brandmelding – om te voorkomen dat bij dat vluchten deuren open blijven staan en daardoor een brand zuurstof toegevoerd krijgt. Zo’n dranger is een goed idee, maar

Akura 44 EVVA introduceerde onlangs Akura 44, een mechanisch keersleutelsysteem dat dankzij een nieuwe modulaire opbouw – met minder componenten voor verschillende cilinderlengtes – flexibel is in te zetten. De producent uit Wenen ontwikkelde het keersleutelsysteem voor brede toepasbaarheid, maar met specifieke kenmerken voor gebruik in woningbouwcomplexen, waarbij alle deuren met één sleutel bediend kunnen worden. De op de woningbouw afgestemde korte cilinder is voorzien van geïntegreerde uitboorbeveiliging en heeft zes actieve en tien passieve blokkeerstiften. Akura 44 heeft in het assortiment ook een korte cilinder met een minimumlengte van 27 millimeter voor de buitenzijde van de deur. Omdat de cilinder nauwelijks uitsteekt, is er geen grip om

46

I

deze af te breken. Het mechanische keersleutelsysteem is te koppelen aan een elektronisch EVVA-systeem. Magnetische kopieerbeveiliging is desgewenst mogelijk, ter bescherming van gevoelige toegangspunten en het kopiëren van de sleutel en manipuleren van de cilinder.

2021/5

RD 5-2021 Trends Hang- en sluitwerk.indd 46

15-10-21 10:20


TRENDS: HANG- EN SLUITWERK

Vrijloopdeurdranger Speciaal voor de Nederlandse markt ontwikkelde dormakaba de deurdranger TS 99 FL K BG, een doorontwikkeling binnen de TS 99-deurdrangerserie, die inspeelt op de aanpassing in het Bouwbesluit van vorig jaar op het gebied van zelfsluitendheid van inpandige woningentreedeuren in appartementengebouwen die grenzen aan een gezamenlijke inpandige vluchtweg. Hier geldt nu de verplichting om vrijloopdeurdrangers toe te passen, bij nieuwbouw en bij aanpassing en verbouwing. Daarnaast eisen veel gemeenten dat de situatie door de brandweer visueel gecontroleerd moet kunnen worden. De TS 99 FL K BG kan gemonteerd worden aan de

hij mag de deur niet achter je sluiten als je gewoon even naar je buren loopt – zo’n dranger wil geen enkele bewoner. Het moet een vrijloopdranger zijn, die alleen geactiveerd wordt bij een brandmelding.”

Meer oog voor rook Koole constateert dat in de regelgeving rond brandveiligheid meer en meer gekeken wordt naar de effecten van rook en het beteugelen van de impact ervan: “We kijken als branchevereniging met onze leden hoe we op dat gebied onze producten verantwoord en correct in de markt kunnen brengen. In de praktijk is er bij brandwerende producten weinig handhaving. Aanpassingen van gemonteerd beslag zijn een punt van discussie, want brandwerende deuren en ramen worden in hun geheel getest en gecertificeerd, het vervangen van onderdelen is dan alleen onder strikte voorwaarden toegestaan. Wij hebben geen invloed op die handhaving. Voorheen nam de raam- en deurindustrie het voortouw met testen en het vinden van oplossingen. Nu zijn we vanuit onze branche aan het kijken hoe we op dit terrein bredere mogelijkheden kunnen realiseren en vanuit onze expertise de markt beter kunnen voorzien van goedgekeurde oplossingen en de voorlichting hierover, zodat de brandwerendheid in de praktijk ook echt zo duurzaam gerealiseerd wordt als in het ontwerp is vastgelegd.”

Naar een circulaire geveleconomie Samen met andere brancheorganisaties in de gevelsector is de VHS al enige tijd met de overheid in gesprek over het hergebruiken en recyclen van gevels en het scheiden van alle onderdelen aan die gevel. Dat mondde vorig jaar uit in de Routekaart Circulaire Geveleconomie. Binnen afzienbare tijd verwachten de branches een ketenakkoord te tekenen, waarmee zij samen met de overheid tussen nu en 2030 die circulaire geveleconomie in de steigers zetten. Maar hoe maak je hang-en-sluitwerk circulair? In de meeste gevallen bestaat hang-en-sluitwerk uit behoorlijk veel componenten, vaak met combinaties van materialen, zoals metaal en kunststof. “Het is complex om dat los te halen uit een gebouw dat het eind van zijn levensduur bereikt heeft”, beaamt Koole. Toch ziet hij kansen, zowel voor integraal hergebruik als voor het gesloten houden van kringlopen op grondstofniveau: “Dat zou handen en voeten kunnen krijgen met een collectief recyclingsysteem.”

Hoogwaardig hergebruik Belangrijke vraag bij die gesloten kringlopen is volgens Koole: hoe behoud je de kwaliteit van de grondstoffen en voldoe je aan de hoge kwaliteit die in certificeringen vaak verlangd wordt? “Hergebruik met behoud van kwaliteit of beter, die vraag ligt bij veel bedrijven

niet-scharnierzijde op de kozijnbovendorpel, aan de inpandige gangzijde van een voordeur. Zo hoeft de bewoner daarvoor niet de deur te openen. De TS 99 FL K BG heeft een terugligging van 50 tot 96 millimeter, de bekabeling loopt door het kozijn.

momenteel op tafel. Hoe houden we de cirkel gesloten en voegen we geen nieuwe grondstoffen meer toe, zoals dat in 2050 realiteit moet zijn? Ik verwacht dat het nog een aantal jaren zal duren voordat oplossingen overal in de praktijk zichtbaar worden.”

“Hang-en-sluitwerk loshalen uit een te slopen gebouw is complex” Cradle to cradle De leden van de VHS hebben maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheidsdenken inmiddels ook in de dagelijkse bedrijfsvoering geïntegreerd, aldus Koole: “We zien dat meerdere leden ook kijken naar de mogelijkheid om, in navolging van bijvoorbeeld AMI en BSW, een cradle to cradle-certificering te behalen.” Als het gaat om circulariteit is winst ook op een andere weg te behalen, aldus Koole: met sturen op de gebruiksduurzaamheid. Een langere levensduur van producten zorgt uiteraard voor minder milieubelasting. “Fabrikanten kijken dan naar de mogelijkheden om in de levensduurtesten cycli met veel meer herhalingen te halen, maar ook naar verbeteringen op het gebied van oppervlaktebehandeling van producten om bijvoorbeeld corrosie tegen te gaan. De winst is daar te halen in de samenstelling en het samenspel van de productonderdelen en de kwaliteit van het gebruikte materiaal – onderdelen worden slijtvaster gemaakt.”

Milieuprestatieverklaring Op Europees niveau is de certificering van slimme sloten in de maak. In 2021 komt er voor elektronische deursloten een Europese norm voor systemen als geheel, met eisen voor de mechanische en elektronische veiligheid van de componenten en cybersecurity. In Europa werken brancheverenigingen en bedrijven ook aan de verbetering van de milieuprestatieverklaring, vertelt Koole: “De huidige milieuprestatieverklaringen zijn in 2016 opgesteld. De afgelopen jaren heeft de industrie veel geïnvesteerd in verduurzaming van productie, maar vooral ook in het circulaire-ketendenken. Hierdoor kan de milieubelastingscore voor hang-en-sluitwerkproducten aanzienlijk dalen. Dat is, met de steeds strengere milieuprestatie-eis in Nederland, een waardevolle verbetering en levert een positieve bedrage aan de totaalscore op gebouwniveau.” 5/2021

RD 5-2021 Trends Hang- en sluitwerk.indd 47

I

47

15-10-21 10:20


TRENDS: HANG- EN SLUITWERK

Langdurige wind- en waterdichtheid Ook op het gebied van wind- en waterdichtheid zoekt de branche naar verbeteringen, vertelt Arjen Koole: “In de bouw is almaar meer aandacht voor energiebesparing en verduurzaming. Bij grote raampartijen, bijvoorbeeld de combinatie van schuifdeuren en raambeslag, zijn duurzaamheid en gebruiksgemak steeds belangrijker geworden. Je wilt als producent en als gebruiker een langdurige wind- en waterdichtheid. Het element, het sluitsysteem en de dichtingsprofielen, dat is het samenspel waar het dan om draait.”

Cradle to cradle-certificering AMI en BSW zijn bedrijven in de hang-en-sluitwerkbranche met een cradle to cradle-certificering. Het certificaat wordt toegekend aan bedrijven die breed verduurzamen aan de hand van de vijf pijlers: gezondheid van materialen, gebruik van gerecycled materiaal, inzet van hernieuwbare energie, waterbesparing in de productie en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

I

48   2021/5

RD 5-2021 Trends Hang- en sluitwerk.indd 48

15-10-21 10:20


TRENDS: HANG- EN SLUITWERK

I n Europa werken brancheverenigingen en bedrijven aan de verbetering van de milieuprestatie­ verklaring

I

5/2021   49

RD 5-2021 Trends Hang- en sluitwerk.indd 49

15-10-21 10:20


In de volgende Raam en Deur editie

Jaargang 23 nr 5 - 2021

vakblad voor raam-, deur- en geveltechniek, van ontwerper tot verwerker

Houten deuren, 10 mm groef:

EllenMatic Slim Soundproof De smalle variant van de EllenMatic Soundproof. Ideale valdorpel el voor enkele of dubbele toepassing in binnen- of toegangsdeuren of om te plaatsen naast een espagnolet.

De Zalmhaven in Rotterdam Elementgevels monteren op 200 meter hoogte

aandacht voor o.a.

• Polyclose 2022 • Brandveiligheid • Meerpuntssluitingen Stalen en aluminium minium deuren:

EllenMatic Ferro 2 / S2 De nieuwe generatie valdorpels voor stalen, aluminium of kunststof deuren. Passen onder vrijwel iedere deurdetaillering.

RD 4 2021_Cover.indd 1

Ferro-S2

Ferro 2

• Dicht naadloos af in iedere situatie! sitituatie! • Betrouwbare en bewezen mecha mechaniek, han niek, getest op meer dan 1 miljoen openen sluitbewegingen. Meer weten? • Voorzien van duurzame siliconen afdichting.

www.elton.nl

adv_50-51.indd 50

14-10-21 13:27

Persberichten en nieuws kunt u voor 10 november a.s. sturen naar raamendeur@ plancommunicatie.nl Interesse in de on en offline presentatie mogelijkheden? Bel +31 (0)73 503 35 44 of mail: raamendeur@ molijnsalessupport.nl

19-10-21 10:53


Trendkleur mat zwart: Veiligheidsbeslag serie Hamburg

Product afbeeldingen Speciaal attributen

Een veel voorkomend probleem: inbraken via de woningtoegangsdeur. De oplossing: SKG*** gekeurd veiligheidsbeslag van HOPPE! Met de serie Hamburg bieden wij een bijzonder aantrekkelijk design in de uitvoeringen knop-/krukgarnituur en kruk-/krukgarnituur – beide in de populaire trendkleur mat zwart (F9714M). Meer informatie gewenst? Vragen rondom de goede greep beantwoorden we graag onder telefoonnummer: +31 6 83692558. HOPPE AG • Am Plausdorfer Tor 13 • D-35260 Stadtallendorf • Tel. +49 6428 932-0 • Fax +49 6428 932-220 • www.hoppe.com • info.de@hoppe.com

adv_50-51.indd 51

19-10-21 10:53


High-end

3

SIEGENIA-beslagtechniek voor houten ramen en deuren: Authentieke perfectie. Voor veel mensen is hout niet zomaar een materiaal, het creëert duurzame authentieke perfectie. We delen deze mening al meer dan een eeuw en hebben voor u innovatieve oplossingen ontwikkeld om een duurzaam succes te behalen: ➊ Raamsystemen: voor de productie geoptimaliseerd TITAN-beslag dat automatisch de toleranties compenseert ➋ Deursystemen: het hele spectrum van moderne KFV-meerpuntssluitingen in een efficiënt modulair systeem ➌ Comfort-systemen: toekomstgerichte slimme thuisoplossingen voor het ruimtelijk comfort van morgen

SIEGENIA voor hout: www.siegenia.com/nl/houtoplossingen

48-adv-Siegena.indd adv_siegena.indd 1 1 193008 AZ Titan Holz_High end_NL_210x297_RZ.indd 1

04-06-20 11:14 10:05 15-10-21 12.03.20 18:47


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.