Duurzaam Gebouwd Magazine # 30

Page 81

Bijeenkomst

moest worden gevonden. Dat leidde tot een vernieuwende samenwerking met Ahrend, die al Cradle to Cradlecoatings toepast bij de eigen producten en ons hierbij heeft geholpen.” Ook voor Intermontage heeft het project geleid tot duurzame innovatie: naar aanleiding van dit project werd samen met Rendemint het project opgestart om bij dichte en volglazen binnenwanden voor de hoogst mogelijke Cradle to Cradle-certificering te gaan. Niettemin liep het project niet voor iedereen helemaal vlekkeloos. Martijn Gademan van meubelleverancier Ahrend: “We zijn een Cradle to Cradle gecertificeerde fabrikant, dus we dachten ‘kom maar op met die eisen’. Maar in het aanbesteding- en leveringsproces liepen we soms toch tegen problemen aan. Die werden overigens mede veroorzaakt door de grote tijdsdruk.” Het meest kritisch over de aanbestedings- en uitvoeringsfase was Pieter Minkelis van Hoogendoorn, verantwoordelijk voor de vaste interieurbouw. Dit had alles te maken met het feit dat juist bij het maatwerk van het vaste interieur de gangbare praktijk in de markt erg afwijkt van de PRP-criteria. Minkelis wees onder meer op het feit dat een nauw omschreven opdracht de handelingsvrijheid van een leverancier beperkt: “Wij merkten gedurende het traject dat er nauwelijks ruimte was voor onze eigen creativiteit. Daardoor is een dergelijke manier van werken voor ons niet het leukst. Want in het ideale geval kunnen we spelen met onze creativiteit en zelf oplossingen aandragen die een ontwerp nóg beter maken.” Toch kijkt Minkelis al met al tevreden terug op het project, dat hij ‘leerzaam’ noemt.

René de Klerk: “Leveranciers zijn verplicht de hoogstwaardigste vorm van hergebruik te faciliteren en dat vast te leggen in een ReNtry-document.”

Trots René de Klerk van Rendemint geeft aan dat het PRPtraject zoals dat gevolgd is bij de bouw van het TenneTkantoor onderdeel uitmaakt van een continu leerproces. “Binnen het bouwkundige interieur is uiteindelijk gebruikgemaakt van in totaal 433 ton aan grondstoffen zoals bleek uit de ReNtry-documenten”, vertelde De Klerk over de resultaten van de gevolgde ‘circulaire’ insteek.

De deelnemers aan de evaluatiebijeenkomst.

“Daarvan kan, na de gebruiksperiode van vijftien jaar binnen de huidige technologie nul procent geupcycled worden, zeven procent gelijkwaardig gerecycled worden en zal 78 procent gedowncycled worden.” De Rendemintman zette deze ogenschijnlijk ietwat tegenvallende percentages in perspectief. “Wanneer je weet dat bij dit project ‘slechts’ 15 procent van het materiaal op dit moment ‘thermisch gerecycled’ – oftewel verbrand – moet worden, dan denk ik dat we toch voorzichtig trots kunnen zijn. Na de gebruiksperiode wordt het ReNtry-document opnieuw beoordeeld tegen de dan geldende techniek. De percentages verbranden en downcycling zullen afnemen en recycling zal toenemen.” Dagvoorzitter Epema was het hier helemaal mee eens. “Dit is een mooi project, juist omdat het zo’n eerlijk project is. Je hoort tegenwoordig voortdurend marketingverhalen over de circulaire economie. We hebben daarom in dit project gekozen voor een zo concreet mogelijk instrument waarmee we de werkelijke opbrengst van de circulaire insteek kunnen meten. Die zeven procent recycling zet ons stevig met de benen op de grond. Want dát is op dit moment blijkbaar de daadwerkelijk haalbare stand van zaken. Het is mooi dat we dat percentage behaald hebben. Maar tegelijkertijd leert het ons dat we nog veel kunnen verbeteren.”

duurzaam gebouwd | juni 2015

81


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.