
4 minute read
Verdwenen horeca
Broodje Plo aan de Ganzenmarkt
Tekst: Arjan den Boer / Fotogra e:Ton van den Berg
Advertisement
Utrecht telt anno 2021 zo'n 1.000 horecazaken, een groei van 40% in de laatste 10 jaar. De coronacrisis heeft dat aantal (nog) niet substantieel verlaagd. Ondanks de groei zijn er in het afgelopen decennium natuurlijk veel zaken gestopt, van vertrouwde café's tot ambitieuze restaurants. De meeste indruk maakte echter de sluiting van Broodje Plo in 2017, een snackbar die iedereen kende. Wanneer was die zaak eigenlijk begonnen en wie was de naamgever?
De naamsbekendheid van Broodje Ploff was zo groot, dat alle lokale media in april 2017 over de sluiting berichtten. 'Social media ontploffte', volgens het AD. 'Toen ik het hoorde ging er een siddering door mijn lijf. Want Utrecht zal niet meer hetzelfde zijn', zei Gerard Ekdom in zijn ochtendshow op Radio 2. Joris Linssen schreef in de NCRV-gids: 'Als ik daar langs het raam liep, gooide de Chinese uitbaatster, oftewel frietkoter, er alvast een portie in.' Oscar van der Horst memoreerde liefdevol 'de plakkerige sigarettenautomaat', de 'mayonaise op je knokkels', de eeuwige 'knakworst op sterk water' en de gehaktballen die 'als vuilniszakken in een krap steegje' opgestapeld lagen.
Eerder hadden Ingmar Heytze en Ronald Giphart — toch geen culinaire onbenul — al over Broodje Ploff geschreven. Afgezien van de ruime openingstijden waren het de dikke huisgemaakte frites en de klassieke broodjes die Ploff geliefd maakten. 'De broodjes hier steken met kop en schouders uit boven al die gekke luxe broodjes van tegenwoordig', vond Hans Woortman van de drogisterij op de Neude. Hij was een van de middenstanders die hier al zo'n 30 jaar lang bijna dagelijks kwamen lunchen.
Naamgever
In 1986 — denkt hij — nam Leen van Ginkel de lunchroom aan de Ganzenmarkt 20 over van Nebbeling. Overigens had hier tot 1980 Toko Nijhoff gezeten. Bij zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel gaf Van Ginkel een naam op die al bestond, dus moest hij ter plekke een nieuwe bedenken. Het werd de bijnaam die hij had gekregen toen hij als slachter werkte: 'Ik was een grote jongen met een plofkop'. Zodoende werd het Broodje Ploff. Leen van Ginkel had na de slachterij eerst nog bij Snack Duck van Henk Kruys gewerkt in de 'patatstraat' van Hoog Catharijne.
Broodje Ploff was aanvankelijk alleen een broodjeszaak met als beleg bijvoorbeeld pekelvlees en lever (halfom), ei of paling. 'Maar iedereen vroeg friet', aldus Van Ginkel. Hij maakte die vers en bestelde daarvoor een aardappelsnijder van 12 millimeter in plaats van de gangbare 8 millimeter. Met deze dikke 'Vlaamse' frites wist Ploff zich te onderscheiden, net als met de openingstijden: 7 dagen per week van 10 uur 's ochtends tot 5 uur 's nachts (alleen op zondag eerder dicht). Broodje Ploff werd dé plek om na het uitgaan al dan niet dronken een vette bek te halen. 'Soms moest je er iemand uitgooien, maar ze luisterden toen wel want ze slikten nog geen pilletjes', volgens Leen.
Overdag was het publiek gemengd, 'van bankdirecteur tot putjesschepper'. Klanten kwamen uit het hele land, 'mensen uit Amsterdam en hele groepen padvinders uit het oosten', herinnert Van Ginkel zich. Eind 1991 al is hij gestopt. 'Ik was het zat, die lange dagen en nachten, en ik kreeg kinderen.' Sindsdien is hij nooit meer binnen geweest: 'Als ik ergens klaar mee ben, is het ook klaar'. Hij heeft nog bij de lunchroom van Vocking gewerkt aan de Steenweg en later bij een bloemenveiling. zaak beschikbaar stelde als coordinatiecentrum voor de hulpdiensten bij het fatale trapongeluk. Begin 2007 nam Melissa Ma de snackbar over. Zij was als tiener begonnen in de Chinese restaurants van haar ouders (niet in Utrecht) en had de middelbare hotelschool gevolgd. In de volgende tien jaar maakte Ma zich geliefd bij vaste klanten. De naam André Hazes bleef in rood-wit-blauw hoog boven het buffet gangen, maar er klonk minder volksmuziek dan vroeger. De ambachtelijke bereidingswijze van de frites bleef, al waren er wel eens klachten over het 'gruis' of al te veel saus. Ook de nachtelijke openingstijden werden gehandhaafd.
In 2017 besloot Melissa Ma op 43-jarige leeftijd om te stoppen wegens vermoeidheid en gezondheidsklachten door de lange dagen. Zoals velen vreesden kwam er iets 'hips' voor in de plaats. Het naastgelegen Ubica nam het pand over. Na enige tijd werd de winkelpui (oorspronkelijk uit 1911) fraai gerenoveerd en is er in 2020 eetcafé Twintig geopend. Niets herinnert meer aan de simpele snackbar van weleer. a

Vervolg en boek Verdwenen horeca
Dit was de laatste a evering in de serie 'Verdwenen horeca in Utrecht' van Arjan den Boer. In 2022 schrijft hij op deze plek over verdwenen winkels. Het thema verdwenen horeca wordt voorgezet door Ton van den Berg op Nieuws030, in januari te beginnen met Café De Wittevrouwenpoort. Samen maken Arjan den Boer en Ton van den Berg een bundeling in boekvorm. Hun boek Verdwenen horeca in Utrecht moet najaar 2022 verschijnen.