Een Amsterdams meisje van drie maanden duikt onder in de Bleiswijkse Dorpsstraat. Duitse soldaten houden het dorp in de gaten vanuit een houten uitkijktoren, waaronder een Wehrmacht-onderofficier met twee gezichten. Over Kruisweg vliegen talloze Britse bommenwerpers. Via de Rotte smokkelt het verzet wapens met een tuindersschuit naar Rotterdam. En tijdens de hongerwinter van ‘44 bedelen stadsbewoners om een maaltijd of wat aardappelschillen.
Dit boek verhaalt over de oorlogsjaren
én de bevrijding in Bleiswijk.