Vitale celstoffen synergie - Beheersen van

Page 1

VITALE CELSTOFFEN SYNERGIE Beheersen van belangrijke mechanismen bij

Kanker

Dr. Waheed Roomi, Dr. Aleksandra Niedzwiecki, Dr. Matthias Rath

Dr.
Rath Health Foundation

Vitale celstoffen synergie

Beheersen van belangrijke mechanismen bij kanker

1e uitgave

© 2023 Dr. Rath Health Foundation

Dr. M.Waheed Roomi | Dr. Aleksandra Niedzwiecki Ph.D. | Dr. Matthias Rath M.D.

Uitgeverij:

Dr. Rath Education Services B.V.

Postbus 656, NL-6400 AR Heerlen

Tel.: 0031-457-111 222

Fax: 0031-457-111 119

E-Mail: info@rath-eduserv.com

Internet: www.drrathbooks.com

Alle rechten voorbehouden. Uitgegeven door Dr Rath Health Foundation. Afzonderlijke pagina‘s van deze brochure mogen worden gekopieerd voor privé- en niet-commercieel gebruik. Elk direct of indirect commercieel gebruik van deze brochure of delen daarvan in welke vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming van de auteurs is ten strengste verboden.

Dr. Rath Health Foundation 3. Inhoud Inleiding 4 Ontwikkeling van een kankergezwel 5 Ontwikkeling van kanker 5 Standaard therapieën voor kanker en hun bijwerkingen 6 Benadering van cellulaire geneeskunde 8 Effectiviteit van micronutriënten bij kanker 9 Onderzoeksresultaten 10 Proliferatie van kankercellen 10 Invasie van kankercellen 16 Uitzaaiing van kanker 19 Angiogenese 25 Apoptose 28 Conclusie 31 Referenties 32

Inleiding

Kanker wordt veroorzaakt door abnormale en ongecontroleerde celgroei in combinatie met de verspreiding van cellen die onsterfelijk zijn door een genetische defect. Het is de meest gevreesde ziekte en de op één na belangrijkste doodsoorzaak in de westerse wereld, die mensen van alle leeftijden kan treffen. Elk jaar worden er bijna 1,4 miljoen nieuwe gevallen van kanker gediagnosticeerd. Hoewel er de afgelopen 20 jaar 25 miljard dollar is uitgegeven aan kankeronderzoek, is het aantal kankergevallen zelfs toegenomen en genezing nog niet in zicht.

Er zijn meer dan 100 verschillende soorten van deze ziekte, die vrijwel alle organen en weefsels kan aantasten. Kanker

kan zich bijna overal in het lichaam ontwikkelen en uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Dit proces wordt metastase genoemd. De kans om kanker te ontwikkelen is 50% bij mannen en 33% bij vrouwen. De meest voorkomende vorm van kanker bij mannen is prostaatkanker en bij vrouwen borstkanker. De meest voorkomende vormen van kanker bij zowel mannen als vrouwen zijn longkanker en darmkanker. Leukemie (bloedkanker) komt vaker voor bij kinderen.

Kanker vormt een enorme belasting voor patiënten, familie en de samenleving.

4.

Ontwikkeling van een kankergezwel

De pathologische criteria voor de diagnose van kanker zijn

• Ongecontroleerde celdeling en tumorgroei

• Invasie (invasie van tumorcellen in naburig weefsel/migratie)

• Metastase (verspreiding via de bloedbaan of het lymfestelsel naar andere organen)

• Angiogenese (vorming van nieuwe bloedvaten in de tumor)

• Defect in apoptose (geprogrammeerde celdood)

Het effectief beïnvloeden van ten minste één van de bovenstaande criteria kan de progressie (voortgang) van de kanker en uitzaaiing stoppen.

Ontstaan van kanker

• Chemische stoffen: milieufactoren, voedsel, lucht, water en beroepsmatige blootstelling.

• Straling: zonlicht, röntgenstraling

• Virussen (RNA en DNA): bijv. Epstein-Barr, hepatitis B en C, HPV (humaan papillomavirus)

Chemische factoren

Straling

Virussen

DNA-schade

Celvermeerdering

Invasie en metastase

Straling, chemicaliën en virussen staan bekend als mogelijke veroorzakers (triggers) van kanker bij mens en dier. Hoewel de veroorzakers heel verschillend kunnen zijn, is de cellulaire reactie altijd hetzelfde - er worden kankercellen gevormd.

Dr. Rath Health Foundation 5.
INITIATIE KANKER METASTASE PROMOTIE PROGRESSIE

De transformatie van normale cellen in kankercellen is een zeer complex proces en verloopt in drie fasen: Initiatie, Promotie en Progressie. Eerst reageren de promotors met het genetisch materiaal van de cel en veranderen of beschadigen het. Deze veranderde of beschadigde cellen verspreiden zich en vormen pre-neoplas-

tische cellen (pre-kanker cellen) voordat ze uiteindelijk kwaadaardige kankercellen worden. Bij een gevorderde ziekte breken de cellen los van de tumormassa en verspreiden zich via de bloedbaan en het lymfestelsel naar andere delen van het lichaam, zoals naar de hersenen, lever, nieren, longen en botten.

Standaard therapieën voor kanker en hun bijwerkingen

Miljarden dollars en euro’s zijn uitgegeven aan kankeronderzoek om de oorzaken en mogelijke genezingen te vinden. Maar ondanks deze uitgaven blijft het sterftecijfer door kanker stijgen. Hoewel standaardtherapieën voor een korte en beperkte tijd effectief zijn, slagen ze er nog steeds niet in kanker echt te genezen en kunnen ze zelfs leiden tot verslechtering van de levenskwaliteit van de patiënt. De keuze van de therapie hangt af van het type en de ernst van de ziekte.

• Infectie

• Ernstige bloedarmoede

• Chemotherapie

• Radiotherapie

• Chirurgische Therapie

Bijwerkingen

Þ• Nieuwe kankercellen

• Bloedingen

• Schade aan lever en nieren

• Overlijden

Tientallen jaren lang bestond kankertherapie voornamelijk uit chirurgie, chemotherapie en bestraling.

Operatie (chirurgische therapie): Chirurgische therapie bestaat uit het verwijderen van de tumor en het omliggende weefsel, om ervoor te zorgen dat er geen kankercellen achterblijven in het zieke gebied. Chirurgische verwijdering is echter niet geschikt voor meervoudige tumoren of tumoren die moeilijk te bereiken zijn. En zelfs ondanks chirurgische verwijdering kan het zijn dat niet alle kankercellen uit het aangetaste weefsel zijn verwijderd. Deze vermenigvuldigen zich dan opnieuw, zodat er onvermijdelijk een terugval optreedt, de kwaadaardige tumor terugkeert en zich verder verspreidt.

6.

Bestralingstherapie: Hierbij worden röntgenstralen gebruikt die niet alleen de kankercellen beschadigen, maar ook het gezonde weefsel, het genetische materiaal van de cellen en het immuunsysteem, waardoor uiteindelijk een nieuwe kanker kan ontstaan.

Chemotherapie: Hierbij worden sterk giftige chemicaliën rechtstreeks in de bloedbaan ingebracht om kankercellen te vernietigen. Deze stoffen kunnen echter geen onderscheid maken tussen gezonde en zieke cellen, zodat ook veel gezonde cellen worden vernietigd, vooral de cellen van het beenmerg (gevolg: ernstige bloedarmoede), het slijmvlies van het maagdarmkanaal (gevolg: ondervoeding, diarree, misselijkheid, braken, darmbloedingen), de haarzakjes (gevolg: haaruitval) en het immuunsysteem (gevolg: zwak immuunsysteem, infecties, zwakte en uitputting).

Bovendien leidt de cel-schade veroorzaakt door chemotherapie en bestraling, tot vernietiging van bindweefsel, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor uitzaaiingen van de kanker en voor infecties en bloedingen. De stoffen die voor chemotherapie worden gebruikt veroorzaken ook nier- en leverbeschadiging en lokken verdere kanker uit, waardoor uitzaaiing en uiteindelijk het overlijden van de

patiënt kan worden versneld. Chemotherapie is niet alleen zeer giftig, maar ook niet erg effectief, leidt tot resistentie tegen medicijnen, beschadigt het genetisch materiaal en verzwakt het immuunsysteem.

Een wetenschappelijk overzicht van klinische onderzoeken die tussen 1990 en 2004 werden uitgevoerd op 22 soorten kanker, toonde aan dat chemotherapie de 5-jaars overlevingskans met slechts 2,1% verhoogde en op verschillende soorten kanker zelfs helemaal geen effect had (Med. Oncology 2004; 16, 549-560). De kanker keerde zelfs terug, waardoor de overlevingskans drastisch daalde. Een definitieve genezing is niet in zicht.

Bovendien zijn de huidige kankertherapieën extreem kostenintensief en hebben ze geleid tot een explosieve stijging van de kosten voor gezondheidszorg. De enige begunstigde van deze situatie is de farmaceutische industrie, die niet alleen enorme winsten maakt met de verkoop van de medicijnen tegen kanker/ chemotherapie, maar ook nog eens met talloze andere preparaten en onderzoeksprocedures, die op hun beurt nodig zijn om de ernstige bijwerkingen van de kankermedicijnen te bestrijden.

Cellular HealtH ™

Benadering van cellulaire geneeskunde

Omdat er de afgelopen decennia geen effectieve behandelingen voor kanker zijn gevonden, is het noodzakelijk om de huidige benaderingen voort te zetten en nieuwe behandelstrategieën te ontwikkelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat 80% van de kankerpatiënten op zoek gaat naar alternatieve geneeswijzen. Dit is waar het werk van Dr. Rath en zijn collega’s om de hoek komt kijken, die een nieuw perspectief hebben gecreëerd voor natuurlijke beheersing van kanker op basis van cellulaire geneeskunde en synergie van micronutriënten.

Het uiteindelijke doel: het stoppen van de invasie en uitzaaiing van kanker. Metastase is de oorzaak van 90% van alle sterfgevallen door kanker.

Belangrijkste fysiologische doel: Vergroten van de stabiliteit en integriteit van de extracellulaire matrix (ECM) en het bindweefsel als natuurlijke barrière tegen de verspreiding van kankercellen.

Therapeutische aanpak: Remmen van ECM-verterende enzymen (MMP, uPA) in combinatie met een optimalisatie van collageenvorming en -structuur als basis voor de opbouw van een gezonde extracellulaire matrix en bindweefsel.

Toegepaste componenten: geselecteerde natuurlijke samenstellingen van micronutriënten in synergetische dosering, de micronutriëntensynergie (MS).

Werkingsmechanisme van de micronutriënten-synergie: natuurlijke stoffen hebben een gelijktijdige invloed op verschillende metabolische routes en kunnen daarom ook verschillende kankermechanismen tegelijkertijd aanvallen. Door activeren van andere biologische werkingsmechanismen, wordt de kans op resistentie of ontwijkende reacties verkleind.

8.

Micronutriënten-synergie

Vitamines

• Vitamine C

Aminozuren

• L-Lysine

• L-Proline

• L-Arginine

• N-Acetyl L-Cysteïne (NAC)

Mineralen

• Selenium

• Koper

• Magnesium

Polyfenolen

• Groene thee-extract (EGCG)

• Quercetine

Werkzaamheid van micronutriënten bij kanker

Het principe van micronutriënten-synergie is toegepast onder in-vitro (buiten het levende organisme) en in-vivo (in een levend organisme) omstandigheden in onderzoeken met kankerceltypes om het effect op belangrijke kankermechanismen te onderzoeken, d.w.z. proliferatie, groei, invasie, metastase, angiogenese en apoptose van tumorcellen.

Micronutriënten bleken effectief alle mechanismen gelijktijdig te beïnvloeden bij de onderzochte soorten kanker.

• Remming van tumorgroei/ celproliferatie

• Remming van invasie

• Remming van metastase

• Afremmen van angiogenese

• Op gang brengen van apoptose

Studieresultaten

Vermeerdering van kankercellen

Door de ononderbroken proliferatie (groei) van kankercellen ontstaan tumoren. We onderzochten het effect van micronutriënten op dit proces met behulp van verschillende kankerceltypen onder in-vitro omstandigheden. Er werden 45 verschillende menselijke kankerceltypen geselecteerd (carcinoom, sarcoom, leukemie) en vijf kankerceltypen afkomstig van muizen.

• Micronutriënten voorkomen de proliferatie van kankercellen onder in-vitro omstandigheden

Het effect van micronutriënten op de groei van menselijke melanoomcellen (A 2058) wordt getoond in afbeelding 1. De micronutriënten vertoonden een licht effect op de groei van deze kankercellen bij doses van 10 en 50 μg/ml. Bij doses van 500 en 1000 μg/ml werd een aanzienlijk sterker effect waargenomen, resulterend in een remming van de celgroei met 70%.

Effect van micronutriënten op de celproliferatie

Celproliferatie in %

Afbeelding 1

10.
ten
opzichte van de controlegroep
van
120 Controlegroep MS 10 µg/ml. MS 50 µg/ml. MS 100 µg/ml. MS 500 µg/ml. MS 1000 µg/ml. 100 80 60
melanoom A2058
*
MS = micronutriënten-synergie

Het remmende effect van micronutriënten op de proliferatie van kankercellen kon worden bevestigd met behulp van verschillende typen menselijke kankercellen - zie figuur tabel 1.

Kankerceltype

kanker

Tabel 1

Kankerceltype

Dr. Rath Health Foundation 11.
micronutriënten
Percentage remming van celgroei bij 1000 μg/ml
Percentage remming
bij 1.000 μg/ml Prostaattumor LNCaP 80% Chondrosarcoom SW-1353 39% Melanoom A2058 64% Alvleeskliertumor MIA PACA-2 38% Liposarcoom SW-872 61% Baarmoederhals-
HeLa 37% Osteosarcoom U2OS 60% Fibrosarcoom HAT1080 37%
50% Levercelcarcinoom SK-Hep-1 33% Borstkanker MBA-MB-231 50% Synoviaal carcinoom 28% Prostaattumor DU-145 47% Rhabdomyosarcoom 20% Baarmoederhals-
45% Longcarcinoom
20% Prostaattumor PC-3 40% Osteosarcoom MNNG 10%
van celgroei
kanker
Glioom A-172
DoTc2451
A-549

• Micronutriënten voorkomen de groei van kankercellen onder in-vivo omstandigheden.

Onze onderzoeksresultaten bewijzen dat micronutriënten de groei van kankercellen kunnen remmen onder in-vitro omstandigheden en werden bevestigd door de experimenten onder in-vivo omstandigheden.

In één experiment werd de vorming van tumoren op gang gebracht bij vrouwelijke testmuizen door onderhuidse injectie van 2x106 baarmoederhalskankercellen HeLa (xenograft-methode, een methode waarmee kwantitatieve uitspraken kunnen worden gedaan over de mate van uitzaaiing in een orgaan). De muizen werden vervolgens willekeurig verdeeld in twee groepen: De ene groep kreeg gewoon muizenvoer, de andere groep muizenvoer met 0,5% extra micronutriënten. Na vier weken werden de tumoren van de muizen verwijderd en histologisch onderzocht.

We ontdekten dat suppletie met micronutriënten de groei van de baarmoederhalskankertumoren (HeLa) met 59% remde, vergeleken met de controlegroep zonder suppletie (afbeelding 2). Histologisch onderzoek van de tumoren bevestigde ook een significante vermindering van de proliferatiemarker Ki67 (proliferatiemarker: geeft de cellen in het weefsel aan die zich vermenigvuldigen) in de tumoren van de muizen waarvan het voer was aangevuld met micronutriënten (afbeelding 3).

Suppletie met micronutriënten voorkwam de groei van baarmoederhalstumoren (HeLa) met 59%, vergeleken met de controlegroep.

12.
1.2 MS 0.5% 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0
Gemiddeld
Afbeelding 2
tumorgewicht (g)

Volgens immunochemische analyse van het tumorweefsel vertoonden de tumoren van de muizen die extra werden gevoed met micronutriënten, significant minder proliferatiemarker Ki67.

Controlegroep

Afbeelding 3

Er zijn ook xenograft-kankeronderzoeken met muizen uitgevoerd voor heel veel andere vormen van kanker. De resultaten in tabel 2 tonen de effectiviteit van de micronutriënten in het verminderen van tumorgroei.

Kankerceltype

Tabel 2

Vermindering van tumorgewicht bij voer aangevuld met micronutriënten, vergeleken met controlegroep

Dr. Rath Health Foundation 13.
MS
Darmkankercellen (HCT-116) 63% Melanoomcellen (A2058) 57% Prostaatkankercellen (PC-3) 53% Osteosarcoomcellen (MNNG) 53% Borstkankercellen (MDA-MB-231) 27% Neuroblastoomcellen 25%

• Micronutriënten voorkomen de groei van chemisch veroorzaakte tumoren

Op basis van deze bemoedigende resultaten voerden we in-vivo studies uit om de werkzaamheid van micronutriënten bij de ontwikkeling van chemisch veroorzaakte kankers in verschillende organen te onderzoeken.

Hiertoe onderzochten we het effect van micronutriënten op, ten eerste, het carcinogene proces veroorzaakt door N-methyl-N-nitrosourea (MNU) in de borstklieren van ratten, ten tweede op de ontwikkeling van longkanker in muizen blootgesteld aan urethaan en, ten derde, op de ontwikkeling van huidkanker in muizen blootgesteld aan DMBA (1,3-dimethylbutylamine).

A. Chemisch veroorzaakte borsttumoren

Micronutriënten voorkomen de ontwikkeling van borsttumoren veroorzaakt door N-methyl-N-nitrosourea (MNU).

Effecten van voedingssuppletie met micronutriënten op de tumorbelasting

Effecten van suppletie met micronutriënten op tumorgewicht

Tumorbelasting (Tumorwaarde per rat)

Gemiddelde = 18,3 Controlegroep

Tumorbelasting met 60.5% gedaald

4

Tumorgewicht met 78% gedaald

Gemiddelde = 7.22

Totaal tumorgewicht (in g)

5

Borstkankertumoren werden veroorzaakt bij vrouwelijke ratten door ze bloot te stellen aan de chemische stof N-methyl-N-nitrosourea (MNU). We ontdekten dat de muizen waarvan het voer was verrijkt met micronutriënten, slechts zes tumoren ontwikkelden in tegenstelling tot de controlegroep zonder micronutriënten, die 19 tumoren ontwikkelde.

14.
40 35 30 Kontrollgruppe Mikronährstoff-Mischung 25 20 15 10 5 0 50 40 30 20 10 0 Kontrollgruppe Mikronährstoff-Mischung
Afbeelding Afbeelding
Controlegroep Micronutriëntenmix Micronutriëntenmix

Bovendien vertoonden de tumoren in de met micronutriënten verrijkte groep een significant gewichtsverlies van 78% en was de tumorbelasting in deze groep 60,5% (afbeelding 4 en 5).

B. Chemisch veroorzaakte long- en huidtumoren

Long Controlevoer

Afbeelding 6

Huid Controlevoer

Afbeelding 7

Long

Huid

Nadat de muizen waren blootgesteld aan de chemische stof urethaan, werden ze in twee groepen verdeeld: de ene groep kreeg normaal voer (controlevoer), het voer van de andere groep werd extra verrijkt met 0,5% micronutriënten. Beide groepen ontwikkelden tumoren in de longen. De muizen met micronutriëntensuppletie ontwikkelden echter minder tumoren (figuur 6).

Op dezelfde manier hadden de muizen die blootgesteld waren aan DMBA en alleen het controlevoer kregen, veel huidtumoren (papillomen). In de muizengroep die microvoedingsstoffen kreeg, waren er echter weinig huidtumoren (afbeelding 7).

De resultaten van deze in-vivo studies laten duidelijk zien dat micronutriënten de ontwikkeling van kanker veroorzaakt door drie verschillende kankerverwekkende stoffen, in drie verschillende organen kunnen remmen.

Dr. Rath Health Foundation 15.
MS 0.5
MS 0.5

Invasie van kankercellen

De verspreiding van kankercellen in het lichaam vindt plaats via twee verschillende mechanismen, namelijk invasie en metastase. Invasie betekent de directe migratie en invasie van de kankercellen in het aangrenzende weefsel. We hebben het effect van micronutriënten op de invasie en migratie van kankercellen onderzocht in in-vitro studies.

• Microvoedingsstoffen kunnen de invasie van kankercellen door de extracellulaire matrix (matrigel) stoppen onder in-vitro omstandigheden

Deze figuur toont een typisch invasie-experiment met HT-1080 fibrosarcoomcellen als voorbeeld. Hiervoor werden invasiekamers met een laagje Matrigel gebruikt. Hiervoor worden de cellen direct op de speciale buisinzetstukken aangebracht en blootgesteld aan verschillende stoffen, in ons experiment aan verschillende concentraties micronutriënten. Na 24 uur konden de cellen die in staat waren de extracellulaire matrix te vernietigen en de matrigelbarrière te overwinnen onder de microscoop worden bekeken en geteld (afbeeldingen 8A en 8B).

8A

De resultaten laten duidelijk zien dat met toenemende concentraties van de micronutriënten (10 µg/ml, 100 µg/ml, 200 µg/ml en 1000 µg/ml) de invasie van melanoomcellen door de Matrigelbarrière werd geblokkeerd met 40%, 50%, 70% en 100%.

16.
120 100 80 60 40 20 0
Afbeelding
Invasie in % tov de controlegroep MS µg/ml Controlegroep MS 100 µg/ml MS 10 µg/ml MS 500 µg/ml Controlegroep 10 50 100 500 1000
Afbeelding 8B

Blootstelling aan micronutriënten resulteerde in volledige blokkering van invasie van alle tot dan toe geteste kankerceltypen (50 in totaal), afhankelijk van de dosering, wat een sterke anti-invasieve eigenschap van de micronutriënten aantoont. De resultaten voor geselecteerde typen kankercellen worden weergegeven in tabel 3.

Menselijke kankerceltypes

Borstkanker (MDA-MB231)

Borstkanker (MCF7)

Osteosarcoom (MMNG)

Alvleesklierkanker (MIAPaCa)

Prostaatkanker (LNCaP)

Baarmoederhalskanker (CCL2)

Longcarcinoom(A549)

Teelbalkanker (NT2/DT)

Synoviaalcarcinoom

Fibrosarcoom (HT1080)

Prostaatkanker (PC3)

Eierstokkanker (SKOV3)

Niercarcinoom (796-0)

Blaaskanker (T24)

Vereiste micronutriënten voor 100% preventie van invasie

100 µg/ml

100 µg/ml

100 µg/ml

500 µg/ml

500 µg/ml

500 µg/ml

500 µg/ml

500 µg/ml

1000 µg/ml

1000 µg/ml

1000 µg/ml

1000 µg/ml

1000 µg/ml

1000 µg/ml

Dr. Rath Health Foundation 17.
Tabel
3 VERHINDEREN VAN INVASIE

• Micronutriënten kunnen de migratie van kankercellen remmen onder in-vitro omstandigheden

Naast hun anti-invasieve eigenschappen, beperkten de micronutriënten ook het migratievermogen van de kankercellen. Dit wordt geïllustreerd in afb.9 aan de hand van het voorbeeld van fibrosarcoomcellen HAT-1080.

Kankercellen werden op speciale schijven gekweekt tot ze bijna met elkaar versmolten waren. Daarna werd een ononderbroken kras van 2 mm gemaakt van het oppervlak naar de onderkant van de schijf, waardoor de weg werd vrijgemaakt voor celmigratie.

De cellen op de schijven werden vervolgens gedurende 24 uur blootgesteld aan verschillende doses micronutriënten (afbeelding 9). De resultaten laten zien dat de celmigratie werd geremd wanneer de dosis micronutriënten werd verhoogd. Vergelijkbare resultaten werden ook verkregen met andere kankerceltypen.

18.
Afbeelding 9 Voor de krasproef MS 50
• g/ml
Krasproef MS
100 • g/ml
Controlegroep
MS 500 • g/ml
MS 10 • g/ml MS 1000 • g/ml

Kankermetastase

Voor uitzaaiing moeten de kankercellen zich kunnen losmaken van de tumormassa, en de bloedvaten en het lymfestelsel binnendringen om vervolgens met de bloedbaan verder gelegen organen te bereiken en daar uit te groeien tot een nieuwe tumor. Dit is de gevaarlijkste eigenschap van kanker, want 9 van de 10 kankerpatiënten overlijden niet aan hun primaire tumor, maar aan de uitzaaiingen. Conventionele geneeskunde kan echter uitzaaiing op de lange termijn niet stoppen.

Afbeelding 10

Kankercel maakt zich los van de tumormassa en komt in de bloedsomloop terecht.

Uitzaaiingen naar longen en lever, nieren, hersenen en botten.

Nadat we al eerder hadden aangetoond dat micronutriënten de invasie en migratie van tumorcellen kunnen remmen, hebben we verder onderzoek gedaan om te bepalen of micronutriënten ook metastase kunnen stoppen. We testten de werkzaamheid van micronutriënten onder in-vivo en in-vitro omstandigheden in verschillende processen in het lichaam die een directe of indirecte invloed hebben op het vermogen van kankercellen om uit te zaaien.

• Micronutriënten voorkomen metastase in longen, lever en milt onder in-vivo omstandigheden

Melanoom-B16FO-kankercellen werden via de staartader geïnjecteerd in vrouwelijke C57BL/6 muizen. We zagen dat de longmetastasen van melanoom met 63% afnamen bij muizen met suppletie van micronutriënten. Bij intraveneuze toediening van micronutriënten was het effect van micronutriënten op kankeruitzaaiingen zelfs nog groter, namelijk 86% (afbeelding 11A).

19.
Dr. Rath Health Foundation
Primaire tumor

We onderzochten ook het effect van micronutriënten op de verspreiding van melanoom naar andere organen. Nadat de melanoomcellen rechtstreeks in de milt van de muizen waren geïnjecteerd, werden de dieren verdeeld in twee groepen: de ene groep kreeg het standaard voer (controlegroep), de andere voer aangevuld met micronutriënten. De groep met micronutriënten vertoonde minder groei van de milttumor vergeleken met de controlegroep en ook minder uitzaaiingen naar de lever. Bovendien was er een afname van 55% in levermetastasen in de muizen met micronutriënten in vergelijking met de controlegroep (gebaseerd op het gemiddelde levergewicht van de groep) (afbeeldingen 11B en 11C).

• Micronutriënten hebben een positief effect op de stabiliteit en integriteit van de extracellulaire matrix, als belangrijke factor in de effectieve beheersing van metastase

De extracellulaire matrix en het basaalmembraan vormen een natuurlijke barrière voor de invasie en uitzaaiing van kankercellen. Daarom bestaan onze micronutriënten-synergiën ook uit geselecteerde natuurlijke componenten die nodig zijn voor de optimale aanmaak van collageen en extracellulaire matrix en die ook een remmend effect hebben op de enzymen die collageen vernietigen en de stabiliteit van de extracellulaire matrix in het weefsel verminderen.

Daarom onderzochten we het effect van micronutriënten op de controle van cruciale enzymen (MMP en uPA) die de aanzet geven tot vernietiging van de extracellulaire matrix bij kanker, en ook op de aanmaak van collageen en andere componenten van de extracellulaire matrix.

• Microvoedingsstoffen remmen de secretie van MMP-2 en MMP-9 in kankercellen

Het potentieel voor metastasering en invasie van kanker is het gevolg van verhoogde activiteit van matrixmetalloproteïnasen (MMP‘s), die behoren tot de zink-afhankelijke proteïnasen. Er is met name een directe correlatie tussen de secretie van MMP-2 of MMP-9 en de agressiviteit van de tumor in termen van groei en invasiviteit. Verhoogde MMP-waarden worden in verband gebracht met een slechte prognose bij veel menselijke kankers.

20.
Afbeelding 11
A B C

We onderzochten de invloed van micronutriënten op de secretie van MMP2 en MMP9 in verschillende kankerceltypen, waaronder carcinoom, sarcoom en leukemie. Met betrekking tot de secretie van MMP-2 en MMP-9 kunnen de kankerceltypen worden onderverdeeld in drie verschillende groepen:

1) die alleen MMP-2 afscheiden; 2) die alleen MMP-9 afscheiden; en 3) die zowel MMP-2 als MMP-9 afscheiden.

De secretie van MMP kan gemeten worden met zymografie (een methode om enzymen te bestuderen). Hierbij kan, na elektroforetische scheiding van MMP2 en MMP9, de activiteit van deze enzymen worden gedetecteerd. De MMP‘s verschijnen als lichtgevende strepen. De intensiteit van de gloed weerspiegelt de verschillende enzymniveaus. Onze resultaten toonden aan dat micronutriënten de vorming van MMP‘s in alle drie de kankercelklassen kunnen remmen, afhankelijk van de dosering.

Micronutriënten verhinderden de vorming van MMP-2 tot 100%, afhankelijk van de dosering

• Eierstokkanker

• Baarmoederhalskanker

• Synoviaal sarcoom

Micronutriënten verhinderden de vorming van MMP-9, afhankelijk van de dosering:

• Alvleesklierkanker

Micronutriënten verhinderden de vorming van MMP-2 en MMP-9, afhankelijk van de dosering:

• Fibrosarcoom

• Melanoom

Het voorbeeld van HT-1080 fibrosarcoomcellen, die behoren tot de kankerceltypen die beide MMP‘s afscheiden, laat zien dat micronutriënten de afscheiding van MMP9 en MMP2 kunnen remmen, afhankelijk van de dosering (zie afbeelding 12).

Het remmende effect van micronutriënten op de MMP-secretie werd bevestigd door in-vivo onderzoek, waaruit bleek dat er significant minder MMP-activiteit was in de tumoren van de dieren met micronutriënten vergeleken met de controlegroep.

Dr. Rath Health Foundation 21.
Afbeelding 12 MMP-9 MMP-2

• Microvoedingsstoffen verhogen de vorming van weefselinhibitoren van matrixmetalloproteïnasen (TIMP) onder in-vitro omstandigheden

Weefselinhibitoren van metalloproteïnasen (TIMP) spelen een cruciale rol in de homeostase (evenwicht) van de extracellulaire matrix (ECM) door de activiteit te reguleren van MMP-enzymen die de extracellulaire matrix afbreken. TIMP‘s staan bekend om hun vermogen om MMP-activiteit en daarmee tumorgroei en metastase te remmen. Veel onderzoeken suggereren echter dat TIMP‘s multifunctionele eiwitten zijn die ook verantwoordelijk zijn voor het reguleren van celgroei, apoptose, proMMP-2 activering en angiogenese.

1-Marker, 2-Controlegroep, 3-7 MS 50, 100, 250, 500, 1000μg/ml

Prostaatkankercellen (DU-145) werden samengevoegd met de micronutriënten. Er werden verhoogde niveaus van de natuurlijke metalloproteïnaseremmer (TIMP-2) gevonden in reactie op de dosering van de micronutriënten (afbeeldingen 13A en 13B). Een vergelijkbaar effect van de micronutriënten werd bevestigd in 25 verschillende menselijke kankerceltypen.

• Micronutriënten voorkomen de vorming van het enzym urokinase-type Plasminogeen activator (u-PA) onder in-vitro omstandigheden

Urokinase-type plasminogeen activator (uPA), ook bekend als urokinase, is een eiwitafbrekend (proteolytisch) enzym (proteïnase) dat in de bloedbaan circuleert en plasminogeen omzet in plasmine, een serineproteïnase, dat verschillende eiwitten in het plasma oplost (inclusief de enzymen die betrokken zijn bij het oplossen van de extracellulaire matrix) en vooral fibrinestolsels. Verhoogde hoeveelheden urokinase en verschillende andere componenten in het bloed worden daarom beschouwd als een aanwijzing voor de

22.
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Afbeelding 13A Afbeelding 13B Gemiddelde banddichtheid
Controle groep MS 50 µg/mL MS 100 µg/mL MS 250 µg/mL MS 500 µg/mL MS 1000 µg/mL
TIMP-2

kwaadaardigheid van een tumor. Er is aangetoond dat weefseldegradatie en de activering van plasminogeen invasie en dus metastase mogelijk maken. Wanneer de urokinase-activiteit verhoogd is, kan angiogenese worden verondersteld.

Micronutriënten verhinderden de vorming van u-PA in verschillende kankercellijnen, waaronder prostaat DU-145, zoals getoond in afbeelding 14A en 14B. Een vergelijkbaar remmend effect van micronutriënten op de vorming van u-PA werd waargenomen in 25 verschillende menselijke kankerceltypen.

1-Markers, 2-Controle, 3-7 MS 50, 100, 250, 500, 1000μg/ml

Afbeelding 14A

Afbeelding 14B

• Micronutriënten beïnvloeden de aanmaak van componenten van de extracellulaire matrix

We onderzochten het effect van micronutriënten op de aanmaak van belangrijke componenten van de extracellulaire matrix die betrokken zijn bij de ontwikkeling en progressie van tumoren.

Afbeelding 15

Dr. Rath Health Foundation 23.
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 CONTROLE GROEP MS
Controle groep 50 MS/mL 100 MS/mL 250 MS/mL 500 MS/mL 1000 MS/mL uPA-1 uPA-2
uPA-1 uPA-2 Gemiddelde banddichtheid

De resultaten van onze onderzoeken laten zien dat micronutriënten ook invloed hebben op de bindweefselomgeving van de tumor. Met fibrosarcomen als voorbeeld konden we aantonen dat de tumor van een dier uit de micronutriëntengroep een duidelijke, in de doorsnede zichtbare collageenrand had - in tegenstelling tot de tumor van een dier dat geen micronutriënten bij zijn voer had gekregen. Zo‘n vezelachtige rand vormt een natuurlijke barrière tegen het binnendringen van kankercellen in aangrenzend weefsel.

Enige tijd geleden ontdekten we dat een bepaalde muizenstam (GULO-/-), die net als mensen het vermogen had verloren om vitamine C op natuurlijke wijze in het lichaam te produceren, tumoren ontwikkelde zonder een afgebakende vezelachtige rand. Wanneer het voer van deze dieren echter werd aangevuld met micronutriënten, werden de aanmaak van collageen en de vorming van een dichte tumorgrens gestimuleerd, waardoor tumorgroei en metastase werden verminderd.

• Micronutriënten hebben invloed op collageen I, collageen IV en fibronectine in tumoren

Ons onderzoek naar de ontwikkeling van baarmoederhalskanker (HeLa) bij muizen heeft aangetoond dat de muizen die voer kregen met micronutriënten niet alleen kleinere tumoren hadden, maar ook dichter bindweefsel. Op de immunohistologische afbeelding van de tumor (afbeelding 16) is de overvloed aan collageen I, IV (collageen van het basaalmembraan) en fibronectine duidelijk zichtbaar in de groep met micronutriënten vergeleken met de controlegroep zonder micronutriënten.

24.
CONTROLE GROEP MS
Collageen I Collageen IV Fibronectine Afbeelding 16

Angiogenese

Angiogenese beschrijft de vorming van nieuwe bloedvaten uit bestaande bloedvaten en is een belangrijk onderdeel van zowel fysiologische (bijv. wondgenezing) als pathologische processen (bijv. tumorgroei). Angiogenese is betrokken bij tumorgroei, invasie en metastase. Het zorgt er niet alleen voor dat de tumor groter wordt, maar maakt ook de weg vrij voor uitzaaiing naar andere delen van het lichaam. Het voeden van kleinere tumoren tot 0,5 mm gebeurt door diffusie. Alle grotere tumoren hebben hiervoor echter nieuwe bloedvaten nodig.

De vorming van nieuwe bloedvaten is een complex proces waarbij verschillende groeifactoren, intracellulaire en extracellulaire signaalstoffen, maar ook de enzymatische afbraak van bindweefsel samenwerken om de vorming en uitbreiding van bloedvaten in het weefsel te vergemakkelijken.

• Micronutriënten hebben invloed op verschillende aspecten van angiogenese

Op basis van onze studies, die hadden aangetoond dat micronutriënten de secretie van MMP‘s en uPA kunnen remmen en tumorgroei kunnen beperken, onderzochten we het effect van micronutriënten op angiogenese. Hiervoor gebruikten we verschillende in-vitro en in-vivo proefopstellingen.

In-vivo

• Histologische beoordeling van tumorvascularisatie door subcutane injectie van cellen (MNNG xenograft) in testmuizen en expressie van angiogenese-bevorderende factoren (VEGF)

• Vorming van nieuwe bloedvaten in kippenembryo‘s (CAM assay = chorio-allantoic membrane assay - methode waarmee studies worden uitgevoerd met behulp van bevruchte/bebroedde vogeleieren)

• Vorming van capillaire buisjes door menselijke navelstreng-endotheelcellen (HUVEC)

In-vitro

• Vorming van groeifactoren, bijv. VEGF, angiopoëtine-2, bFGF, PDGD en TDGb-1 door U2OS-cellen

Dr. Rath Health Foundation 25.

Tumorvascularisatie onder in-vivo omstandigheden:

Xenografiestudies in testmuizen met menselijke osteosarcoomcellen MNNG-HOS laten zien dat tumoren in muizen met micronutriënten niet alleen 53% kleiner waren dan in de controlegroep, maar ook minder bloedvaten hadden (afbeelding 17).

Controlegroep 200x mag

Micronutriëntengroep 200x mag

Afbeelding 17

Controlegroep 400x mag

Micronutriëntengroep 400x mag

Zeer vasculair

Vorming van nieuwe bloedvaten onder in-vivo omstandigheden:

De CAM-test bij kippen en andere in-vivo testen toonden significante anti-angiogene (d.w.z. het afremmen van vaatvorming) activiteiten van de micronutriënten. We activeerden de vorming van nieuwe bloedvaten in kippenembryo‘s door ze bloot te stellen aan bFGF (basic fibroblast growth factor), een groeifactor waarvan bekend is dat deze angiogenese stimuleert. Vervolgens voegden we verhoogde doses micronutriënten toe. Afbeelding 20 toont een significante afname van het aantal bloedvaten van 22 (in embryo‘s die alleen bFGF kregen) naar 10 (in embryo‘s met micronutriënten). De hoeveelheid bloedvaten is relatief ten opzichte van het aantal nieuw gevormde bloedvaten (afbeelding 18).

Afbeelding 18

26.
30 25 20 15 10 5 0
Geen groeifactor bFGF bFGF bFGF + 250 µg/ml MS bFGF + 500 µg/ml MS
Gemiddeld aantal angiogene vertakkingen

Afgifte van pro-angiogene factoren:

Onze in-vitro studies toonden ook aan dat micronutriënten het vrijkomen van pro-angiogene factoren, zoals de signaalmolecule VEGF (vascular endothelial growth factor), angiopoëtine-2, bFGF, de groep van vier groeifactoren PDGF (platelet-derived growth factor) en de signaalmolecule TGFβ-1 in U2OS osteosarcoomcellen, kunnen verminderen.

Vorming van haarvaatjes:

Micronutriënten hadden ook effect op een ander aspect van angiogenese. Ze verhinderden namelijk de vorming van nieuwe bloedvatbuisjes in menselijke navelstreng-endotheelcellen (HUVEC). Om een bloedvat te vormen, moet de endotheelcel in staat zijn om het weefsel binnen te dringen met behulp van eiwitsplitsende enzymen en zich daar ophopen in de vorm van microscopische kleine kanaaltjes.

Controlegroep H&E

MS 100 µg/ml H&E

Afbeelding 19

Poriën (tussen de cellen)

Lumen (Binnenwand)

MS 10 µg/ml H&E

MS 500 µg/ml H&E

MS 50 µg/ml 100 x H&E

MS 1000 µg/ml 100 x H&E

Zoals getoond in afbeelding 19, kunnen endotheelcellen capillairen vormen in hun standaard omgeving, zichtbaar onder de microscoop als een dicht netwerk van donkere kanalen. Toen de endotheelcellen echter werden blootgesteld aan verschillende doses micronutriënten, werd afhankelijk van de dosering een remming van dit proces waargenomen. Bij micronutriëntenconcentraties van 500 µg /ml en 1000 µg /ml was er geen bloedvatvorming zichtbaar (afbeelding 19).

Dr. Rath Health Foundation 27.
Endotheelcel

Apoptose

Apoptose, ook wel geprogrammeerde celdood genoemd, is een complex proces dat in verschillende stappen in alle cellen plaatsvindt. Deze constante cyclus van nieuwvorming en afsterven vindt plaats in alle normale cellen, maar is volledig afwezig in kankercellen, waardoor ze onsterfelijk zijn. Het is precies dit gebrek aan apoptose dat kankercellen zo extreem gevaarlijk maakt, omdat in principe elke cel de mogelijkheid heeft om zich oneindig vaak te delen.

Apoptose verschilt van necrose door de kenmerkende morfologische en biochemische veranderingen. Deze omvatten het feit dat bij apoptose het chromatine dichter wordt, de cel krimpt en de asymmetrie van het membraan verloren gaat. Van de vele tests voor apoptose is er één gebaseerd op een bijzonderheid van de vroege stadia van apoptose, namelijk de activering van caspases (enzymen). Deze groep specifieke proteasen speelt een sleutelrol in apoptose (bijv. caspasen -3, -7, -8, -9, -10).

We onderzochten het effect van micronutriënten op het triggeren van apoptose in verschillende typen kankercellen onder in-vitro omstandigheden en met behulp van de Live Green Caspases Detection Method. Kankercellen werden gekweekt in het aanbevolen medium en behandeld met verschillende concentraties micronutriënten: 0, 100, 250, 500 en 1.000 µg / ml. Alle cellen werden blootgesteld aan Live Green Poly Caspases en vervolgens gefotografeerd en geteld onder een fluorescentiemicroscoop. De groengekleurde cellen vertegenwoordigden levensvatbare cellen, gele en oranje cellen vertegenwoordigden apoptose in een vroeg stadium en rode cellen vertegenwoordigden apoptose in een laat stadium.

28.
MS 50µg/ml MS 500 µg/ml Controlegroep MS 250µg/ml
MS 100 µg/ml
MS 1000 µg/ml Afbeelding 20

We ontdekten dat het op gang brengen van apoptose in de verschillende kankerceltypen onder toevoeging van micronutriënten, afhankelijk was van de dosering van de micronutriënten. Afbeelding 19 toont het effect van verschillende doseringen micronutriënten op het starten van apoptose in rhabdomyosarcoomcellen. Bij de hoogste dosering micronutriënten lijken alle cellen oranje, wat aangeeft dat de meeste van deze cellen dood zijn. Een kwantitatieve analyse van levende cellen, cellen in een vroeg stadium van apoptose en cellen in een laat stadium van apoptose wordt getoond in afbeelding 21, wat bevestigt dat micronutriënten effectief de natuurlijke celdood in kankercellen kunnen activeren.

Levend Apoptose in vroeg stadium Apoptose in laat stadium

Conclusie

Onze resultaten bewijzen dat micronutriënten zeer effectief zijn in het bestrijden en verhinderen van de belangrijkste mechanismen van kanker, wat een unieke kans biedt in het wereldwijde gevecht tegen kanker.

Dr. Rath Health Foundation 29.
80 120 60 40 100 20 0
% van de hoeveelheid cellen van de groep Controle groep MS 50 µg/ml MS 100 µg/ml MS 250 µg/ml MS 500 µg/ml MS 1000 µg/ml
Afbeelding 21

Referenties

• NCI: Cancer trends progress report-2009/2010 update. Accessed from http://progressreport.cancer.gov/doc_detail. asp?pid=1&-did=2007&coid= 729&mid= Accessed on April 26, 2010.

• Morgan, G., Ward, R., Barton, M. (2004) The contribution of cytotoxic chemotherapy to 5-year survival in adult malignancies. Clin Oncol 16(8): 549-560

• Rath, M. and Pauling, L.(1992) Plasmin-induced proteolysis and the role of apoprotein (a), lysine and synthetic analogs. Orthomolecular Med 7:17-23.

• Niedzwiecki, A., Roomi, M.W., Kalinovsky T, Rath M.(2010) Micronutrient synergy – a new tool in effective control of metastasis and other key mechanisms of cancer. Cancer Metastasis Rev 29(3):529-543.

• Roomi MW, Ivanov V, Netke S, Kalinovsky T, Niedzwieck A, Rath M. (2006) In vivo and in vitro Antitumor effect of ascorbic acid, lysine, proline and green tea extract on human melanoma cell line A2058, In vivo, 20, 25-32.

• Roomi MW, Kalinovsky T, Cha J, Roomi NW, Niedzwiecki A, Rath M (2015) Effect of NM on Immunohistochemical cancer markers in human cervical cancer HeLa cell tumor xenograft in female nude mice. Experimental & Therapeutic Medicine, 9, 294-302

• Roomi MW, Roomi NW, Ivanov V, Kalinovsky T, Niedzwiecki A, Rath M: Modulation of N-methyl –Nnitrosourea-induced mammary

tumors in Sprague-Dawley rats by combination of lysine, proline, arginine, ascorbic acid and green tea extract. Breast Cancer Research, 2005, 7:R291-R295.

• Roomi MW, Roomi NW, Kalinovsky T, Rath M, Niedzwiecki A: Chemopreventive effect of a novel nutrient mixture on lung tumorigenesis induced by urethane in male A/J mice. Tumori –2009;95:508-513

• Roomi MW, Roomi NW, Kalinovsky T, Ivanov V, Rath M, Niedzwiecki A Inhibition of 7, 12-dimethylbenzathracene-induced skin tumors by a nutrient mixture. Medical Oncology 2008; 25(3)

• Roomi, M.W., Kalinovsky, T., Niedzwiecki, A., Rath, M. (2011) Anticancer effects of a micronutrient mixture on melanoma: modulation of metastasis and other critical parameters on Melanoma/Book I, edited by (contact S. Bakic), InTech.

• Roomi, M.W., Ivanov, V., Kalinovsky, T., Niedzwiecki, A., Rath, M.(2006) Inhibition of pulmonary metastasis of melanoma B16FO cells in C57BL/6 mice by a nutrient mixture consisting of ascorbic acid, lysine, proline, arginine, and green tea extract. Exp Lung Res 32(10): 517-30.27

• Roomi, M.W., Kalinovsky, T., Roomi, N.W., Monterrey, J., Rath, M., Niedzwiecki, A. (2008) Suppression of growth and hepatic metastasis of murine B16FO melanoma cells by a novel nutrient mixture. Onc Rep 20: 809-817.

30.

• Cha J, RoomiMW, Ivanov V, Kalinovsky T, Niedzwiecki A , Rath M, (2013) Asorbate supplemention nhibit growth and metastasis od B16FO melanoma and 4T1 breast cancer cells in vitamin C-deficient mice. International J Oncology, 42, 55-64

• Chambers, A.F., Matrisian, L.M. (1997) Changing views on the role of matrix metalloprotenases in metastasis. J Natl Cancer Inst, 89(17): 1260-1270.

• Kleiner, D.L., Stetler-Stevenson, W.G. (1999) Matrix metalloproteinases and metastasis. Cancer Chemother Pharmacol, 43 suppl, 42s-51s.

• Liotta, L.A., Tryggvason, K., Garbisa, A., Hart, I., Foltz, C.M., Shafie, S. (1980) Metastatic potential correlates with enzymatic degradation of basement membrane collagen. Nature 284: 67-68.

• Stetler-Stevenson, W.G. (2001) The role of matrix metalloproteinases in tumor invasion, metastasis and angiogenesis. Surg Oncol Clin N Am 10: 383-392.

• Roomi, M.W., Monterrey, J.C., Kalinovsky, T., Rath, M., Niedzwiecki, A.(2010) Inhibition of invasion and MMPs by a nutrient mixture in human cancer cell lines: a correlation study. Exp Oncol 32: 243-248.

• Choong P.F and Nadesapillai AP (2003) Urokinase plasminogen activator system: A multifunctional role in tumor progression and metastasis. Clin Orthop Relat Res, 415, S46-S58.

• Roomi MW, Cha J, Kalinovsky T, Roomi NW, Niedzwiecki A, Rath, M. Effect of nutrient mixture on immunohistochemical localization of ECM proteins in human cervix cancer Hela cell tumor xenograft in female nude mice. Experimental & Therapeutic Medicine– Accepted 10/7/15

• Roomi, M.W., Roomi, N., Ivanov, V., Kalinovsky, T., Niedzwiecki, A., Rath, M. (2005). Inhibitory effect of a mixture containing ascorbic acid, lysine, proline, and green tea extract on critical parameters in angiogenesis. Oncol Rep, 14(4), 807-815.

Dr. Rath Health Foundation 31.

DR. RATH RESEARCH INSTITUTE

Het Dr. Rath Research Institute, gevestigd in Californië (VS), is de thuisbasis van toonaangevende wetenschappers op het gebied van geneeskunde, biochemie en voeding. Onder leiding van Dr. Aleksandra Niedzwiecki houdt het onderzoeksteam zich voornamelijk bezig met het bestuderen van synergieën tussen micronutriënten en de ontwikkeling van innovatieve benaderingen voor de gezondheid om een breed scala aan ziekten effectief te voorkomen en te bestrijden. Het onderzoek is gebaseerd op de baanbrekende ontdekkingen van Dr. Rath op het gebied van harten vaatziekten, kanker en andere belangrijke gezondheidsaspecten en wordt regelmatig gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften over de hele wereld.

www.drrathresearch.org

32.
Health Foundation 33.
Dr. Rath

WETENSCHAPPERS

Dr. Matthias Rath

Dr Rath is een arts en wetenschapper die wereldwijd bekend staat om zijn pionierswerk op het gebied van natuurlijke en cellulaire gezondheid. Hij is de grondlegger van cellulaire geneeskunde, een oorzaak-georiënteerde benadering van de rol van micronutriënten als biokatalysatoren in een verscheidenheid aan metabolische reacties op cellulair niveau, om te gebruiken in de klinische praktijk.

Dr. Aleksandra Niedzwiecki

Dr. Niedzwiecki is momenteel onderzoeksdirecteur van het Dr. Rath Research Institute. Zij is een vooraanstaand biomedisch onderzoeker bij de ontwikkeling van synergetische benaderingen van micronutriënten in diverse aspecten van gezondheid en ziekte. Haar werk op het gebied van cardiovasculaire gezondheid, kanker en infectieziekten heeft haar erkenning opgeleverd voor haar onderzoek naar de biochemische link tussen ziektes en tekorten aan micronutriënten.

Dr. M. Waheed Roomi, Diplomate American Board of Toxicology (DABT)

Dr Roomi behaalde zijn PhD in Biochemische Toxicologie aan de Universiteit van Surrey, Engeland, en is lid van het American College of Nutrition. Hij heeft diploma‘s van de American Board of Toxicology (DABT) en het American College of Nutrition (CNS). Dr Roomi werkte vijf jaar bij het Linus Pauling Institute in Palo Alto, Californië, voordat hij in 2000 als senior onderzoeker in dienst trad bij het Dr Rath Research Institute.

Disclaimer:

Deze informatie is uitsluitend bedoeld voor educatieve doeleinden en is geen medisch advies. Het is geen vervanging voor zorg door opgeleide medische zorgverleners. De Dr Rath Health Foundation houdt zich niet bezig met de uitoefening van de gezondheidszorg of het verstrekken van advies of diensten op het gebied van de gezondheidszorg.

34.

Andere informatiematerialen

U kunt meer brochures uit deze serie bestellen per telefoon 0031-457-111 222 of per e-mail: dr.rath@dr-rath-foundation.org

Alle publicaties zijn ook online beschikbaar onder de volgende QR-code:

CELLULAIRE GEZONDHEID EN COVID-19 – Vragen en antwoorden

Dit boekje geeft antwoord op belangrijke vragen over COVID-19, de huidige vaccins en hoe het implementeren van een op wetenschap gebaseerde natuurlijke aanpak kan helpen om de COVID-19 pandemie onder controle te krijgen.

DE ZIEKTE VAN LYME

In Europa worden jaarlijks meer dan 65.000 gevallen van de ziekte van Lyme officieel geregistreerd. Het werkelijke aantal gevallen van de ziekte van Lyme ligt echter aanzienlijk hoger, mogelijk zelfs vele malen hoger. Dit komt doordat de ziekte van Lyme een verscheidenheid aan symptomen vertoont die moeilijk te classificeren zijn. In deze brochure worden ze gedetailleerd beschreven en worden natuurlijke geneeswijzen uitgelegd.

VOEDINGSVEZELS

VOEDINGSVEZELS

6?????

Hoewel voedingsvezels onverteerbaar zijn voor het menselijk lichaam, hebben ze een positieve invloed op de gezondheid. Door direct en indirect verschillende stofwisselingsprocessen te beïnvloeden, kunnen ze beschermen tegen de ontwikkeling van bepaalde ziekten of bijdragen aan de behandeling ervan. Daarom moeten voedingsvezels altijd in aanmerking worden genomen als onderdeel van een gezondheidsbevorderende, gezonde en evenwichtige voeding.

PROBIOTICA

Deze brochure laat het enorme belang zien van de microbiota en de invloed ervan op talloze processen in het organisme. Zonder bacteriën zou de mens niet in staat zijn om de verschillende invloeden van het milieu, voeding, ziekteverwekkers, medicijnen, enz. te weerstaan.

Dr. Rath Health Foundation 35.
Dr. Rath Health Foundation CELLULAIRE GEZONDHEID en COVID-19 Vragen en antwoorden Dr. Aleksandra Niedzwiecki PhD, Dr. Matthias Rath, MD
Dr. Rath Health Foundation
Art. Nr. 6????? Art. Nr.
Dr. Rath Health Foundation DE ZIEKTE VAN LYME Dr. Anna Goc Dr. Aleksandra Niedzwiecki Dr. Matthias Rath Dr. Rath Health Foundation PROBIOTICA
Art. Nr. 6?????
#1714/01-090823-NL Dr. Rath Health Foundation Tesla 1 6422 RG Heerlen Nederland Tel.: 0031-457-111 222 Fax: 0031-457-111 119 E-Mail: info@dr-rath-foundation.org Internet: www.dr-rath-foundation.org Read us on Issuu
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.