Het grote rekenboek groep 8

Page 100

98

Les 5

Weektaak 15

Hoeken tekenen

A

A

A

Teken hoek α en bereken β.

β α

α + β = 90°

A

a b c d e

Teken het hoekpunt (A) en het eerste been van de hoek. Leg de lange zijde van je geodriehoek langs dit been met de 0 op de plaats van het hoekpunt. Zet een streepje bij het juiste aantal graden (kijk goed of het een scherpe of een stompe hoek is). Teken het tweede been van de hoek door een lijn te trekken van het streepje naar A.

α = 45° α = 70° α = 35° α = 62° α = 15°

Teken hoek α en bereken β. a α = 90° β b α = 135° α c α = 110° d α = 98° α + β = 180° e α = 155°

a Teken twee rechte lijnen die elkaar onder een hoek van 40° snijden. b Welke andere hoek kun je ook als snijhoek aangeven? Hoeveel graden is die hoek? Meet hoek γ. Teken een lijnstuk AB van 10 cm en bij A en B dezelfde hoek α. De benen van beide hoeken snijden elkaar onder een snijhoek γ. Meet hoek γ als γ a α = 60° b α = 45° c α = 30° Bereken ook de som van de hoeken α, β en γ. α α A

10 cm

B

Een cirkel wordt α α verdeeld in gelijke α delen. Bereken hoek α bij a 3 gelijke delen c 8 gelijke delen b 5 gelijke delen d 9 gelijke delen

Extra

Het hellingspercentage op de bergpas is 24%. Dat betekent dat er over een lengte van 100 meter 24 meter hoogteverschil is. Teken de situatie in je schrift op een schaal van 1 cm = 10 m. Meet de hellingshoek α. Hoeveel graden is de hellingshoek als het hellingspercentage 35% is? Bij welke hoek is het hellingspercentage 100%?

24%

24 m α 100 m


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.