Voorproefje boek Peer Education 2.0

Page 1

All washed up — Samen de vervuiling te lijf — Het beste plan wint — Carrière maken én de wereld verbeteren —

GROEN ALS GRAS

Ontwerp & fotografie: Jannemieke Oostra © Diversion 2011

Er is meer dan Wilders — Interesse in politiek werkt aanstekelijk —


Op zoek naar energievreters

Groen als gras  2


Smeltende ijskappen, oprakende energiebronnen en klimaatveranderingen, veel jongeren hebben het idee dat duurzaamheid ver van ze af staat. Terwijl ze in de praktijk toch meer met het milieu te maken hebben dan ze misschien denken. In 2010 ging daarom het project Check de plek van start, waarbij vmbo-leerlingen in Zaanstad, Rotterdam, Den Haag en Utrecht de eigen leefomgeving onder de loep namen.

‘Peer educators maakten de vertaalslag naar de leefwereld van jongeren.’ Annelien van Meer projectleider

Al sinds 1989 houdt CREM zich bezig met alles wat het milieu beter maakt. Het in Amsterdam gevestigde bedrijf adviseert internationale organisaties, overheden en bedrijven in het opzetten van duurzame projecten. Een project dat zich specifiek op jongeren richtte, bestond tot 2010 nog niet –terwijl het een belangrijke doelgroep is als het op duurzaamheid aankomt. Crem zocht daarom samenwerking met Diversion.

Annelien van Meer: ‘Het is een cliché, maar jongeren zijn toch degenen die straks voor een beter milieu kunnen zorgen. Er wordt vaak gedacht dat ze het onderwerp saai vinden en dat het een moeilijk onderwerp voor ze is, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Het ligt aan de manier waarop jongeren er nu mee in aanraking komen. Op school leren ze via aardrijkskunde en biologie wel over het milieu, maar het blijft Groen als gras  3


bij de theorie. Scholieren reageren daar, vooral op het vmbo, soms sceptisch op. Zelf merken ze ten slotte niks van die smeltende poolkappen.’

een klein groepje bedachten de leerlingen oplossingen voor de problemen die ze constateerden, die ze vervolgens op school presenteerden.’

Het project Check de plek moest de boodschap daarom vooral op een praktische, actieve en leuke manier overbrengen. ‘Peer education leek ons een goed middel, omdat het bij uitstek geschikt is om moeilijke onderwerpen onder de aandacht te brengen’, legt Van Meer uit. De peer educators werden twee dagen getraind. Op de eerste dag stond het belang van duurzaamheid centraal. Medewerkers van onder meer NUON en de GGD gaven lezingen over onderwerpen als luchtkwaliteit, energie in relatie tot natuurlijke voorraden en de omgang met (zwerf)afval. In de tweede bijeenkomst stond kennisoverdracht centraal, om de peer educators goed voor te bereiden op de praktijk. Wat doe je met ongemotiveerde leerlingen of een drukke klas en hoe stimuleer je creatief denken bij de leerlingen? Die vragen werden beantwoord aan de hand van rollenspellen en het aanleren van praktische vaardigheden. Eenmaal op vmbo-scholen maakten de peer educators een vertaalslag naar de leefwereld van de scholieren, legt Van Meer uit. ‘Een van hen legde bijvoorbeeld aan de hand van een oude telefoon en zijn iPhone uit, dat er tegenwoordig veel minder grondstoffen nodig zijn bij de productie van een mobieltje. Hij maakte het tastbaar.’ In een tweede les gingen de leerlingen vervolgens samen met hun peer educator op pad. ‘In bibliotheken, bejaardentehuizen of gewoon op school onderzochten de leerlingen hoe duurzaam hun omgeving is. Aan de hand van een checklist werd bijvoorbeeld het energieverbruik of de afvalverwerking besproken. In

Over de resultaten is Van Meer positief. ‘Je hebt altijd leerlingen die geen zin hebben, maar zo’n tachtig procent heeft er zeker wat van opgestoken. Na afloop vertelden ze de peer educators bijvoorbeeld dat ze het licht vaker uit zullen doen. Al denk ik dat je voor een blijvend effect vaker dan eens met duurzaamheid in aanraking moet komen op de middelbare school.’ Moeilijk is het in ieder geval niet. ‘Er zijn veel vooroordelen over vmbo-scholieren, maar ze zijn behoorlijk doortastend en snappen veel. En ze doen graag mee: docenten waren vaak blij verrast dat zelfs notoire relschoppers actief meededen.’

Groen als gras  4

Hou de straat schoon In de rustige Planetenbuurt in HaarlemNoord viel genoeg te verbeteren, ontdekten de leerlingen van de Paulus Mavo. Bekijk in dit filmpje wat ze hebben gedaan om de buurt duurzamer te maken tijdens het project Check de plek.


Urgentie bekend Positief, aantrekkelijk en relevant. Dat moet een oplossing voor het klimaatprobleem zijn volgens Aart van Veller (26). Als directeur van Wij zijn koel helpt hij bedrijven als MTV-Networks, CocaCola Enterprises en Sanoma Uitgevers duurzaamheid te integreren in hun core business. En dat gaat volgens hem prima samen met winst maken. ‘In de jaren zeventig kleefde er een geitenwollensokkenimago aan duurzaamheid. Het was iets voor dromerige idealisten, die overal tegen waren. De laatste jaren is dat beeld behoorlijk veranderd. Op school worden kinderen al bewustgemaakt van de urgentie van het klimaatprobleem en er is geen business school die het niet hoog op de agenda heeft staan.’ Zelf raakte Van Veller in de ban van duurzaamheid op z’n zeventiende. Op school las hij De grenzen aan de groei van de denktank Club van Rome. In dat rapport werd niet op zweverige, maar wetenschappelijke manier uitgelegd dat de wereld kapot gaat als we zo doorgaan. ‘Toen wist ik dat ik niet alleen carrière wilde maken, maar ook de wereld wilde helpen verbeteren.’ Jongeren zijn daarbij cruciaal, vindt Aart van Veller. ‘Het gaat om hun toekomst. Ze zijn zich al bewust van de mogelijkheden en gedragsverandering is de tweede stap. Wij proberen ze te bereiken via de top-100-merken, omdat die in belangrijke mate van onze huidige en toekomstige levensstijl bepalen. Die kunnen

Aart van Veller (26) Als directeur van Wij zijn koel helpt hij bedrijven als MTV-Networks, CocaCola Enterprises en Sanoma Uitgevers duurzaamheid te integreren in hun core business.

ook jongeren laten zien dat duurzaam leven niet ten koste gaat van je levenskwaliteit.’ Ter illustratie noemt hij MTV, waarvoor hij enkele jaren geleden een tv-programma over duurzame ontwikkelingen presenteerde. ‘VJ wilde ik niet blijven voor de rest van mijn leven, maar ik kon ze wel laten zien hoe ze hun eigen bedrijfsvoering konden verduurzamen. Zo hebben we de verlichting vervangen voor een energiezuinige variant, automatisch dubbelzijdig afdrukken ingesteld, en hen over laten stappen op groene energie. De resterende CO2-uitstoot wordt gecompenseerd via de investering in een duurzaam energieproject in een ontwikkelingsland. Al met al bespaart het MTV Networks zo’n 10.000 euro op jaarbasis en 55% CO2-uitstoot.’ Groen als gras  5


Het beste plan wint Hoe je peer education kunt inzetten om jongeren bij milieukwesties te betrekken, weten ze ook in Dublin. De organisatie ECOUNESCO, gesteund door de Ierse overheid, zet zich met het zogenaamde Peer Education Programme zowel in voor duurzaamheid als de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. In twaalf weken tijd worden jongeren opgeleid tot peer educator, die vervolgens met leeftijdsgenoten in gesprek gaan tijdens evenementen die ze zelf organiseren: van picknicks in het park tot concerten.

‘Peer education is een krachtig middel om jongeren enthousiast te maken en ze iets te leren over duurzaamheid’, vindt Hedda Dick, projectcoördinator bij ECO-UNESCO. ‘Niet alleen omdat het scholieren inzichtelijk maakt dat het milieu hen direct aangaat, maar ook omdat peer educators er zelf veel van opsteken. Ze maken onderdeel uit van een team, leren goed te luisteren en doen nieuwe ervaringen op. Dat versterkt hun zelfvertrouwen enorm.’ Scholieren moeten zich niet alleen in discussies bewust worden van het belang van duurzaamheid, vindt Dick. Daarom helpen peer edcuators van ECO-UNESCO hen ook bij het opzetten van zogenaamde ‘actieprojecten’, waarbij jongeren een actieve bijdrage leveren aan de verbetering van het milieu. Ieder jaar reikt ECO-UNESCO in mei een prijs uit voor het beste project, de Young EnvironGroen als gras  6

mentalist Award. ‘Alle projecten die door jongeren zijn bedacht komen hiervoor in aanmerking’, legt Dick uit. ‘En die kunnen over van alles gaan, van energiebesparing tot biodiversiteit en ecologische voeding.’ Een van de favorieten van dit jaar is het project All washed up van zes jonge meiden uit Clare, een graafschap aan de Ierse kust. ‘Afgelopen augustus spoelde er een gigantische lading boterkuipjes aan op het strand, nadat een containerschip in een storm verzeild raakte. Zes maanden lang maakten de scholieren wekelijks het strand schoon, maar ze kwamen er al snel achter dat de vervuiling grootschaliger was dan ze dachten. Ze zochten uit hoeveel nietafbreekbaar materiaal ieder jaar in de zee terecht komt en schrokken van de uitkomst. Die informatie geven ze nu aan andere


‘Afgelopen augustus spoelde er een gigantische lading boterkuipjes aan op het strand...’ jongeren door. Ze verzorgen workshops op basisscholen en middelbare scholen en organiseren tijdens Earth Day een grootschalige opruimactie op het strand.’ Directeur Elaine Nevin is blij met het grote aantal inzendingen dat ze ieder jaar uit heel Ierland binnenkrijgt. ‘Het is goed om te zien dat zoveel jongeren zich actief inzetten om klimaatverandering en andere belangrijke milieukwesties aan de kaak te stellen.’

Youth for the Future Handige tips, checklists en voorbeelden van op te zetten projecten zijn te vinden in het handboek Youth for the Future, te koop via ecounesco.ie onder ‘Publications’. Groen als gras  7


Samen buurten Naar elkaar luisteren, discussiëren en vooral zelf nadenken over manieren om je buurt te verbeteren, dat leerden jongeren die meededen aan het project Buurtpeers. Onder begeleiding van peer educators spraken ze met buurtbewoners en lokale ondernemers over de staat van onderwijs, kunst, hulpverlening, hangplekken en sportclubs. De opdracht: bedenk hoe jij een bijdrage kunt leveren aan de verbetering van de buurt.

Scholen, opvoeders, maatschappelijke organisaties, ze willen er allemaal voor zorgen dat jongeren opgroeien tot actieve burgers, die verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving. Maar hoe betrek je jongeren bij hun buurt? In het project Buurtpeers werd peer education ingezet en ging Diversion partnerschappen aan met organisaties die zich met burgerschap bezighouden. Er werd intensief samengewerkt met woningbouwcorporaties, gemeenten en lokaal jongerenwerk. Jongeren kregen in dit project niet verteld wat ze zouden moeten doen om hun buurt te verbeteren, maar werden door peer educators uitgedaagd om hier zelf over na te denken. En het bleef niet bij ideeën. Iedere groep jongeren kreeg een budget om hun plan uit te voeren. Want eigen budget betekent eigen verantwoordelijkheid.

Groen als gras  8

Werk aan je reputatie Francis Bock ziet in peer education een geschikte methode om jongeren actiever in de eigen wijk te maken. Als directeur van WijkAlliantie, een landelijke netwerkorganisatie die maatschappelijke (buurt)initiatieven stimuleert, gaf ze adviezen en hielp ze materiaal te ontwikkelen voor de peer educators. ‘Ik geloof erg in de eigen kracht en talenten van jongeren. Bij Buurtpeers worden die goed benut. Jongeren krijgen de kans met een initiatief te komen, waarvan zij denken dat de buurt het nodig heeft. Bovendien gaan ze zelf op onderzoek uit om te kijken of anderen het daarmee eens zijn. Ze spreken bijvoorbeeld over problemen met buurtbewoners.’ Dat levert soms verrassende resultaten op, aldus projectleider Saskia Selen van Diversion. ‘Toen een groep jongeren de straat op ging om de


behoeften in de buurt te peilen, merkten ze dat veel ouderen niet direct open stonden voor contact. De jongeren vonden het heel vervelend dat ze niet begrepen werden en organiseerden een ontmoeting tussen jong en oud. Die kloof tussen jong en oud zagen we in veel steden als thema terug.’ Deze constatering sloot goed aan bij de speerpunten van samenwerkingspartner Parteon, een woningcorporatie in Zaandam. ‘We hebben zowel jongeren als ouderen als

ten en buurtorganisaties in stappen. Die denken vaak dat ze wel weten wat goed is voor de mensen en de buurt, zonder eerst met bewoners te praten.’

Relaxt versus streng Ismael Hersisia (20) deed als jongere mee aan het project. Onder begeleiding van peer educators organiseerde hij een jongerenproject in de wijk tijdens Buurtpeers in Den Haag. ‘Het leuke van het project is dat

‘Ik geloof erg in de eigen kracht en talenten van jongeren.’ Francis Bock directeur WijkAliantie aandachtsgroep in ons beleid staan’, legt Doret Aarts, medewerker wijkontwikkeling, uit. ‘We zijn een maatschappelijke onderneming en vinden dat iedereen prettig moet kunnen wonen. Buurtpeers was een project waar al deze dingen mooi in samenkwamen. Zulke initiatieven dragen bij aan de leefbaarheid.’ Dat jongeren zelf de wijk in gingen, noemt Bock een krachtig concept. ‘Hiermee ga je uit van reële behoeften. Je stapt niet in de valkuil waar veel gemeen-

er zo veel jonge mensen bij zijn betrokken. Wij proberen eerder nieuwe ideeën toe te passen dan iemand die bijvoorbeeld veertig is.’ Daar is Delzita Dju, die als jongerenwerker van de Haagse stichting VÓÓR Welzijn bij Buurtpeers betrokken was, het mee eens. ‘Jongeren werken liever met leeftijdsgenoten dan met volwassenen. Ze vonden de peer educators ‘relaxt’ en zagen mij meer als de ‘strenge’. Dat is nou eenmaal de rol die je als jongerenwerker Groen als gras  9


‘Wij proberen eerder nieuwe ideeën toe te passen dan iemand die veertig is.’ Ismael Hersisia jongere

‘Jongeren werken liever met jongeren.’ Delzita Dju jongerenwerker hebt, maar het is grappig om te zien dat de communicatie echt beter verloopt als je zelf deel uitmaakt van de groep.’ Dat heeft overigens meer met de coördinerende rol van een jongerenwerker te maken dan met leeftijd, bleek uit de evaluatie van het project. Veel jongerenwerkers zijn zelf jonger dan dertig jaar en vervullen in hun dagelijkse werkzaamheden al min of meer de rol van peer educator. Het is dan ook goed denkbaar dat jongerenwerkers deze rol in de toekomst zelfs volledig overnemen bij een project als Buurtpeers. ‘Dat vraagt wel een andere manier van denken en werken. Jongerenwerkers zijn nu vaak sturend Groen als gras  10

in de omgang met jongeren, maar om zelf als peer educator te fungeren moeten ze juist meegaan met de energie en ideeën van jongeren. Ze moeten openstaan voor nieuwe ideeën, kennis en ervaring willen delen op een gelijkwaardig niveau en wederkerend coachen’, vertelt Francis Bock. Zij benadrukt dat een open houding van de jongerenwerkers hierbij cruciaal is. ‘Het is niet erg als je een keer geen antwoord weet of je hebt twijfels bij een keuze, maar het gaat erom dat je dit bespreekbaar durft te maken. Daar ligt volgens mij een nieuwe uitdaging.’


Er is meer dan Wilders Ze mogen nog niet stemmen, maar dat betekent niet dat middelbare scholieren geen interesse hebben in politiek. Eenmaal in discussie met peer educators blijkt het helemaal niet zo’n ver-vanmijn-bedshow te zijn als vaak wordt gedacht. bijzonder dat er iemand voor de klas staat die net iets ouder is dan zij. Dat is een echt rolmodel voor ze. Als zij politiek interessant vinden, werkt dat aanstekelijk. Leerlingen die niks met het onderwerp hebben, gaan er dan ineens actief over meepraten.’ Door de thema’s toe te spitsen op jongeren, werd duidelijk dat politiek wel degelijk aansluit bij hun leefwereld. Vogel: ‘Als je het op een school met een grote culturele diversiteit over politiek hebt, praat je binnen tien minuten over Wilders. Nu hebben jongeren gezien dat politiek breder is.’ Dat bleek ook tijdens het evenement waarop de winnaar van de schaduwverkiezingen bekend werd gemaakt in 2010, de politieke betrokkenheid van jongeren werd toen goed zichtbaar. Het rapport van de Commissie Davids was toen net verschenen. Jongeren waren boos over de deelname van Nederland aan de oorlog in Irak, en ze waren niet bang om dat aan de aanwezige lijsttrekker te vertellen. Foto: Tomek Whitfield

Vrije tijd, onderwijs en veiligheid, in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 werden thema’s als deze uitgebreid besproken op middelbare scholen. En daar bleef het niet bij. Er mocht ook gestemd worden tijdens zogenaamde schaduwverkiezingen. Die organiseerde Diversion, onder de vlag van JAA! (Jeugd Actief voor Amsterdam), in opdracht van de Gemeente Amsterdam. Wat gebeurt er bij gemeenteraadsverkiezingen? En waarin verschillen politieke partijen van elkaar? Naar aanleiding van een dvd waarop lijsttrekkers hun standpunten uitlegden, gingen leerlingen hierover met elkaar in discussie – onder begeleiding van peer educators. Dat leek Jasper Vogel, docent Maatschappijleer op het Amsterdamse Calandlyceum, een welkome aanvulling op zijn lesprogramma. ‘Zo’n acht tot tien weken per schooljaar besteed ik aandacht aan politiek. Deze vorm van onderwijs is daarbij echt waardevol. Kinderen vinden het

Groen als gras  11


Peer educator in the picture Youssef Bentaher (20), student Werktuigbouwkunde, uit Amsterdam. Foto: Sharon Goldstoff

Daphna Palache (23), student Criminologie en Rechten, uit Amsterdam.

Het alledaagse bespreekbaar maken ‘Ik ben peer educator geworden omdat ik zo de kans heb om mijn ervaringen te delen over alledaagse thema’s die toch heel belangrijk zijn voor jongeren. Daar zitten soms confronterende onderwerpen tussen die eigenlijk nooit besproken worden. Het is een uitdaging om hierover in gesprek te gaan met andere jongeren. Ik ben altijd nieuwsgierig naar hun reacties.’

Anne Frank ‘Tijdens het project Tweede Wereldoorlog in Perspectief kwam er na de les een meisje naar me toe. Ze vertelde dat ze naar de bibliotheek was geweest om het dagboek van Anne Frank te lenen, terwijl ze niet echt van lezen hield. Ze was door de lessen nieuwsgierig geworden naar het verhaal. Op zulke momenten weet je echt dat het zin heeft.’

Jong geleerd ‘Op de middelbare school kreeg ik eens les over de Tweede Wereldoorlog van het Nederlands Auschwitz Comité. De hele klas was stil. Dat kwam door het heftige onderwerp, maar ook doordat de gastdocenten veel ouder waren. Als peer educator merkte ik dat het een stuk lastiger is om orde te houden dan je denkt. Maar als je één jongere meekrijgt in je discussie, volgt de rest al snel.’

Onderwijservaring ‘Ik gaf me op als peer educator omdat het goed op mijn CV staat en omdat ik later misschien voor de klas wil staan. Van mijn mede-peer educators heb ik veel opgestoken. Vooraf bespraken we de lesstof en wat we daar aan wilden toevoegen, en na afloop evalueerden we de les. Ik heb geleerd dat je leerlingen het beste geïnteresseerd kunt houden door persoonlijke ervaringen te delen en de lessen kort te houden.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.