Westas-CE-projectenboek

Page 1

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM. DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

I


Inhoudsopgave

Colofon Dit boek is mogelijk gemaakt door partners van de Amsterdam Logistics Board en de founders van SHARE Haarlemmermeer.

Wilt u meer informatie over deze initiatieven of vragen stellen aan de contactpersonen van de 15 voorbeeldprojecten dan kunt u terecht bij de online community www.dinalogamsterdam.nl Een digitale versie van het WESTAS-manifest en de WESTAS-animatie kunt u downloaden en bekijken via www.westas.nl

Tekst

Bart Leerling, Lorem Ipsum

Vormgeving

Justin Harris, The Other Side of the Moon

Redactie

Rinke van der Veen, SADC

Drukwerk

Loyalty Lab

2

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

4 Voorwoord 6 Inleiding 10 Afval is ons nieuwe materiaal 14 Gewoon; professionele verf maar dan duurzaam 18 Regio IJmond werkt aan energie van eigen bodem 22 Het CE-recept 26 Schoonmaken met afval? 29 De business case van CE 34 Greenport onderzoekt duurzame CE-mogelijkheden 38 Energie uit etensresten 42 Accelerator voor het echte werk 46 Waternet wint waarde uit ons afvalwater 50 Hoe kennis praktisch wordt 54 Scheiden is besparen 57 Bamboe, gewoon een sterk product 62 Gaswinning in de Amsterdamse haven? 66 Philips denkt en doet circulair 68 Manifest: De WESTAS daar draait hem om 74 WAT STAAT ONS TE DOEN?

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

3


Voorwoord Onze metropoolregio Amsterdam (MRA) is één van de best concurrerende economische regio’s ter wereld. Dat op zich is geen nieuws. Wat wel nieuws is, is dat die regio gaat omvormen tot een circulair concurrerende regio. Onze traditionele grondstoffen en energiebronnen worden steeds schaarser terwijl de afvalberg groeit. We weten al jaren dat onze huidige manier van produceren, vervoeren en consumeren onhoudbaar is. Transformatie van onze wegwerpmaatschappij is dan ook noodzakelijk. Een samenleving waarbij we alle facetten van gebruik van water, energie en grondstoffen aanpakken vanuit nieuwe bestuurlijke en innovatieve (economische) invalshoeken. Waarbij wij de lineaire wegwerpmaatschappij vervangen door een circulaire ‘herbruik-maatschappij’. Een circulaire maatschappij: dat is niet alleen hoe je omgaat met grondstoffen, water en energie. Een circulaire maatschappij betekent dat we een nieuwe economie creëren; een economie met sluitende ketens op het gebied van water,

4

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

energie en grondstoffen. Om die circulaire samenleving te bouwen, zijn duurzame partnerships een eerste vereiste. Daarom werken de partners in de Metropoolregio Amsterdam en de Amsterdam Economic Board samen aan deze verandering. De WESTAS, een enorm gebied tussen de Greenport Aalsmeer, Schiphol in Haarlemmermeer, de AMS-IX in Amsterdam en het havengebied in Amsterdam-Zaanstad, is het centrum van innovatieve logistiek, productie en handel in bloemen en data. De WESTAS is het belangrijkste werkgebied voor de regio; een economische motor. Dit alles in combinatie met gedreven ondernemers, innovatieve kennisinstituten en een ambi­tieuze

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

overheid maakt dit gebied bij uitstek geschikt om van een lineaire economie (weggooi economie) naar een circulaire (hergebruik) economie te transformeren. Een economie die haar concurrentiekracht versterkt en de kwaliteit van het bedrijfsleven en woonomgeving verbetert.

John Nederstigt wethouder Duurzame Economische Ontwikkeling Haarlemmermeer, bestuurder Amsterdam Economic Board, bestuurder Metropoolregio Amsterdam, stuurgroep Duurzaamheid

5


Inleiding 15 concrete voorbeelden van CE in de praktijk Circulaire economie is de louter wetenschappelijke fase ontstegen. De protagonisten van het eerste uur krijgen inmiddels overal bijval. Dit gedachtengoed komt daarom terug in elk politiek programma, bij beleidsstukken, op de verschillende bestuursniveau, in dossiers, haalbaarheidsonderzoeken en bij diverse incubators. De transitie van een lineaire naar een circulaire economie is dan ook duidelijk ingezet. Maar dat we bij een kantelpunt aanbelanden, blijkt uit iets anders. Een groeiend aantal Nederlandse ondernemers ziet er brood in. Kijk maar naar het aantal en het type bedrijven dat circulair denkt en doet langs de WESTAS.

6

In dit boek hebben wij 15 bedrijven opgenomen die concrete invulling geven aan circulaire economie langs die WESTAS. Het koste ons overigens meer moeite om uit het overweldigende aanbod een selectie te maken, dan om 15 geschikte initiatieven te vinden. Wij hebben dus een selectie moeten maken. Dit hebben wij gedaan op basis van een aantal kenmerken. Zo wilden wij aansprekende projecten van grote Nederlandse bedrijven opnemen waaronder Philips en Alliander. Waarom? Omdat hun bijdrage indirect ook meteen aantoont dat circulaire economie zich niet beperkt tot de WESTAS. Een inge­nieus warmtenet (p46) of het refurbishen (p66) van medische apparatuur wordt veel breder ingezet.

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

Het kennisintensieve karakter van circulaire economie krijgt op de WESTAS nog meer gezicht door bedrijven als de Materiaalhoeve (p50), The Circular Company (p10) en OrangeGas (p62) in de haven van Amsterdam. Samen bouwen zij kennis op over hernieuwd materiaalgebruik, zien in ons afval de nieuwe grondstoffen en passen innovatieve technologieën toe om groen te rijden. “Deze kennis zet Nederland straks net zo goed op de kaart als ons Watermanagement,” zo voorspelt een van hen. Logischerwijs wilden we graag een aantal MKB-bedrijven opnemen die aantonen dat er op de WESTAS ook gewoon geld verdiend wordt met deze nieuwe manier van werken. Een mooi voorbeeld

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

daarvan is Bambooder (p57). Tot deze categorie hoort zeker ook een aantal afvalverwerkers, zoals Orgaworld (p62) en Meerlanden (p26) die grote kringlopen van afval in de MRA optimaliseren. Daarnaast blijft er altijd een aantal bedrijven dat circulair denkt en doet, omdat ze nu al nadenken over de volgende generaties. Die verhalen raken ons, omdat ze van binnenuit komen. Bedrijven als ‘Mes en Vork’ (p22) en URSA PAINT (p14) laten zien dat we een keuze hebben. Ze brengen circulaire economie tot in onze keukens en huiskamers. En laten ons achter met het wenkend perspectief.

7


“ Wij geloven niet in het verhaal van recyclen.”


Niels Wagemaker, The Circular Company

Afval is ons nieuwe materiaal

De crux: Hoe maken we daaruit weer bruikbare materialen? Niels Wagemaker van The Circular Company valt met de deur in huis: “Wil je een PET-fles hergebruiken, dan moet daar veel energie en nieuw materiaal bij. Dat is niet circulair. Verder wordt het gros van het afval verbrand, waarmee energie wordt opgewekt. ‘Nuttige toepassing’ heet dat in jargon. Er wordt echter onvoldoende onderscheid gemaakt tussen afval en grondstoffen die je nog kunt gebruiken. Verbranden van potentiële grondstoffen is helemaal niet nuttig. Gelukkig vinden wij steeds meer draagvlak voor onze upcycling missie, waarbij we zuivere grondstoffen van afval maken. Dáár geloven wij wel in.”

10

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

Van bouwafval naar bouwmateriaal

Kennis van markt en innovaties

“De bouwbranche, met 24 miljoen ton de grootste afvalproducent van ons land, kan grofweg 50% van haar afval hergebruiken. In deze sector staan de marges enorm onder druk, maar ondertussen blijft men potentiële grondstoffen weggooien. Want de opdrachtgevers betalen ook voor het bouwmateriaal dat uiteindelijk weggegooid wordt. Ze gooien daarmee hun winst deels weg. Er komt bovendien veel logistiek bij de aan- en afvoer kijken.

“Voorheen predikten wij als consultancybedrijf het CEevangelie. Omdat wij de markt én de innovaties inmiddels zo goed in beeld hebben, gaan we nu zowel vaste als mobiele upcycling installaties realiseren voor specifieke afvalstromen. Juist omdat wij weten welke innovaties werken, is het voor ons makkelijk(er) om de Return On Investment door te rekenen en met die ROI zit het wel goed... De afvalstromen waar wij ons op richten gaan door middel van upcycling van een negatieve naar positieve economische waarde. Grondstoffen behouden en er nog geld mee verdienen ook, kan het nog mooier?”

Elke bouwafvalcontainer kost minimaal 150 euro en vervolgens moeten weer nieuwe materialen ingekocht worden. De portemonnee moet dus twee keer getrokken worden. Dat is één keer teveel.”

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

11


Verven met planten

10% verf ongebruikt


Henriëtte van Westerhoven, URSA PAINT

Gewoon; professionele verf maar dan duurzaam Op basis van lokaal gegroeide lijnolie Terpentineverf (alkyd) wordt grotendeels gemaakt van fossiele grondstoffen. Zo ook watergedragen verf. Deze verf bestaat uit minuscule plasticdeeltjes verdeeld in water om de verf te binden, lekker te laten smeren, egaal te laten opdrogen en is er een additief toegevoegd om de verf op termijn niet te laten schimmelen. Dit plastic, onder de chemische verzamelnaam acrylaat groeit niet in de natuur, net zo min als alkyd, dus dat moet via een bewerkelijk chemisch proces gemaakt worden. “URSA PAINT maakt verf liever anders. Eenvoudiger,” zo vertelt Henriëtte van Westerhoven. “Al vanaf de jaren ’70 proberen wij het productieproces bij Aquamarijn verf zo puur mogelijk te houden en te maken. In de verven van Aquamarijn is daarom het milieubelastende plastic en alkyd vervangen door een natuurlijk bindmiddel: lijnolie. Ook kijken wij naar de rest van de keten tot aan onze

14

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

leveranciers. Tot voor kort kochten wij de olie van boeren in Canada en Rusland. En nu bleek dat vlas, de bron voor de lijnolie een oud gewas is dat zeer goed in Nederland groeit. Zeer recent is ook deze stap verkort en dus vereenvoudigd. Dat scheelt vervoer en dus brandstof.”

Over rest-verven “Maar verf hoeft niet altijd van de grond af gemaakt te worden. 10% van alle verf blijft als restje ongebruikt ergens in een kast staan. Je kunt daar nog prima nieuwe verf van maken. Het aantal kleuren dat je kunt maken is wel beperkt. Met name het heldere wit is moeilijk. Maar de 9010 (gebroken wit in verfjargon) is prima te maken. Net als de donkere tinten bruin.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

Iedereen in de verfindustrie weet dat. De vraag is dan ook niet of het kan, maar hoe het kan. Als voorloper in de markt hebben wij gekeken of wij daarvoor de cirkel sluitend konden krijgen. Dat is gelukt. Inmiddels zamelt afvalverwerker SITA voor ons de verf in via een milieustraat en doet de eerste kleursortering. Wij maken daar weer verf van. En Praxis verkoopt deze EVA-verf weer aan de consumenten. Een klein deel van de restanten kunnen we nu zo hergebruiken, nog niet alles. Maar als het aan ons ligt lukt dat ook nog eens.”

15


Energie

van eigen bodem


André Schiltmans, Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling

Regio IJmond werkt aan energie van eigen bodem In het productieproces van Tata Steel in IJmuiden komt veel warmte en stoom vrij. Een deel daarvan wordt hergebruikt in het eigen productieproces. Daarnaast blijft er genoeg energie over, waarvan andere bedrijven en inwoners kunnen profiteren. Zo zou een regionaal warmtenet circa 10.000 woningen kunnen verwarmen. Warmteproducenten, afnemers, overheden en intermediairs werken samen de plannen uit voor een open warmte- en stoomnet. “Bedrijven en inwoners kunnen profiteren van duurzame, betaalbare en betrouwbare energie van eigen bodem.”

Een dergelijk open warmtenet krijgt in de regio IJmond vorm. De regio kan hiermee een extra impuls krijgen op het vlak van economie, werkgelegenheid én milieu. Regionale bedrijven en inwoners kunnen profiteren van duurzame, betaalbare en betrouw­bare energie van eigen bodem. De samenwerkende partijen zijn Tata Steel, drie woningcorporaties in de regio, provincie NoordHolland, Omgevingsdienst IJmond, de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk, Alliander DGO en Veolia.

“Nieuwe warmteproducenten, leveranciers en afnemers kunnen aanhaken op het open warmtenet.”

Iedereen profiteert In 2014 hebben de partners een warmtekansenkaart gemaakt, met daarop alle potentiële aanbieders en afnemers van warmte. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van het warmtenetwerk is dat alle deelnemende partijen ook in economisch opzicht profiteren van de verduurzaming. De partijen in de IJmond zijn ambitieus: in 2015 willen zij een sluitend en duurzaam exploitatiemodel gereed hebben voor een warmtenet. Daarbij wordt ook bekeken of de utiliteitsbouw, zoals ziekenhuizen, verzorgingshuizen en kantoren, kunnen aanhaken. Parallel hieraan worden de kansen voor een stoomnet onderzocht.

Stelt u zich eens voor: een transportnetwerk waarbij allerlei regionale partijen warmte met elkaar uitwisselen. Nieuwe warmteproducenten, leveranciers en afnemers, ook de kleinere initiatieven, kunnen deelnemen.

18

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

19


“ Weet waar je eten vandaan komt.”


Jonathan Karpathios, Vork en Mes

Het CE-recept

Jonathan opende eind 2007 zijn restaurant, dit viel samen met de geboorte van zijn zoon. Met het worden van vader stelde hij zichzelf essentiële vragen, die hem leiden tot de vraag: Hoe laat ik de wereld achter voor mijn kinderen? Hoe neem ik daarin mijn verantwoordelijkheid. Het antwoord daarop was eenvoudiger dan de uitvoering…

Voldoening in een glazen kas

Hij kreeg niet langer voldoening meer uit het koken van ingrediënten waar hij de herkomst niet van kende en besloot op zoek te gaan naar de bron, de mensen achter zijn producten zodat hij begrijpt hoe dit product tot stand is gekomen. Jonathan wilde werken met producten van dichtbij die zoveel mogelijk zonder kunstmatige ingrepen of toevoegingen tot stand kwamen. Zo ontwikkelde hij zich in zijn zoektocht naar Echt Eten. Het vinden van verschillende onbespoten groenten en kruiden bleek lastig, de oplossing daarvoor was zelf in eigen beheer te gaan telen. Hij vond een oude vervallen kas en met behulp

22

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

van vrienden en vrijwilligers ontstond er een oase van groen vol onbespoten gewassen. “Als je doet wat je leuk vindt hoef je nooit meer te werken!”

Oogst op een bord

Momenteel teelt hij in zijn kwekerij Eerlijke Oogst meer dan 200 bijzondere gewassen op ruim 2.500 m2. Jonathan laat zien dat onder andere het toepassen van wisselende teelt, compost en het wormenhotel zorgen voor een sterke bodemstructuur met een rijk bodemleven waardoor het gebruik van bestrijdingsmiddelen niet nodig is. “Weet waar je eten vandaan komt.”

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

Jonathan: “De oogst bepaalt het menu en dit stimuleert mijn creativiteit enorm. Soms ontstaan er al ideeën tijdens het zaaien, een andere keer schijnt de zon intens, ben ik te laat met oogsten en schiet iets door waardoor ik ontdek dat ik fantastisch kan werken met de bloemen van een gewas, elke dag leer ik weer”.

Eet met ‘vork en mes’

“Mijn wens voor de toekomst is dat iedereen begrijpt dat je Vork en Mes je grootste tools zijn om beter om te gaan met de aarde. Eet minder vlees en vis en koop lokaal, want transport van voedsel en productie van rundvlees veroorzaken het grootste deel aan CO2. Tenslotte; eet onbespoten, want chemische middelen maken de aarde en het bodemleven kapot.”

23


8.613.000 bomen bespaard

Afval is al lang geen afval meer Oud papier kan 7 keer hergebruikt worden


Arthur Richardson, Meerlanden

Schoonmaken met afval?

Meerlanden kan verrassend veel met ons GFT

Groei en warmte

Koken en rijden

“Maar daar laten we het niet bij. Uit het digestaat dat overblijft maken wij zakken compost voor telers en inwoners in de omgeving. En niet een paar. Dit gaat om 2.500.000 zakken per jaar. En de warmte die de installatie produceert, leveren wij door aan tuinders om hun kassen te verwarmen.”

Hij gaat verder. “Dit organisch afval gaat een vergistingsinstallatie in. Hier komen allerlei restproducten uit die op hun beurt bijna allemaal weer gebruikt worden. Allereerst het biogas. Met een kleine bewerking wordt daar Groengas van gemaakt en weer geleverd aan het aardgasnetwerk. Dus als je het zo bekijkt, koken ruim 41.000 huishoudens op hun eigen afval.

“Maar we doen meer dan afval verwerken. Wij maken ook de openbare ruimte schoon in een aantal gemeenten. Onze veegwagens maken daar de straten schoon met het water dat vrijkomt bij het proces van composteren.

“Ja, 55.000 ton GFT afval, daar begint het mee. Dat is de berg die afvalverwerkingsbedrijf Meerlanden jaarlijks inzamelt bij 4.000 bedrijven en particulieren verspreid over 9 gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam,” zo vertelt business unit manager Arthur Richardson.

26

Daarnaast rijdt 70% van onze eigen wagenpark op het gas dat uit het GFT gewonnen wordt.”

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

In de koude maanden maken wij pekelwater van een deel van dat water om de wegen berijdbaar te houden. Gladheidsbestrijding met dit pekelwater is milieuvriendelijker dan het strooien van alleen zout.” Of er dan helemaal niets ongebruikt blijft? “Jawel. Voor de vrijkomende CO2 hebben we nog geen afnemer gevonden. Maar dat is een kwestie van tijd.”

Vegen en strooien

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

27


Paul Bos, BoerBos

De business case van CE Hoe krijg je circulaire economie in de buurt?“ “Hoe krijgen wij de principes van circulaire economie ook in ‘de buurt’ van MKB-ondernemers en burgers in en rond Schiphol. Is het daarvoor misschien nodig dat wij de principes van circulaire economie ook toepassen in het sociale domein, waarbij wij de talenten van ieder mens zien als ‘wat er toe doet’. Immers ‘afval bestaat niet’. Toch?” zo stelt Paul Bos de vraag. “Als afval in die nieuwe economie niet bestaat, dan geldt dat ook voor het talent van mensen. Toch?” Zo opent Bos glimlachend het gesprek. “Met deze gedachte startten wij vorig jaar hier in Rijsenhout-Noord het buurtproject, maar het zou ook kunnen gaan over een andere buurt of wijk in de regio. De leegstand is hier kenmerkend. Door mislukte reconstructie van glastuinbouw en reservering van de parallelle Kaagbaan is het gebied verrommeld. Die paar inventieve ondernemers die het hier toch blijven proberen, worden belemmerd door huidige wet- en regelgeving. De leefbaarheid voor bewoners staat hierdoor onder druk. Wij vroegen ons af: ‘Hoe krijg je zo’n buurt weer aan de praat? Misschien met nieuwe kringlopen?”


Meer leven in je werk Een half jaar geleden zijn Patty Kluytmans en Paul Bos gestart om alle aanwezige stromen in dit gebied in kaart te brengen, inclusief het onbenutte talent van mensen en daarmee de onbenutte potenties. “En wat blijkt, allerlei nieuwe initiatieven en business cases schieten uit de grond. Waarom? Omdat mensen als bijna vanzelf gaan meedoen als je hun talent erkent als zeer waarde(n)vol. Wij starten met luisteren, passie en talent, het eindigt in nieuwe verdienmodellen en meer ‘leven in je werk’,” zo vat Paul samen.

Businesscases met Meervoudige winsten “Waar moeten wij dan aan denken, als je het hebt over nieuwe business cases?

Er zijn voorbeelden te over.”

- Neem bijvoorbeeld de biovergistingsinstallatie van Meerlanden. Zij hebben genoeg biogas, CO2, restwarmte en condenswater, dus de eerste algenkwekerij in een oude tuinbouwkas is al van start. Het condenswater wordt inmiddels gebruikt voor onkruidbestrijding en de warmte gaat naar een tuinder met een groen congrescentrum. En de busjes van Schiphol-parking rijden straks op biogas. - Een jonge ondernemer wil in een lege schuur paddenstoelen en oesterzwammen gaan kweken op koffiedik, dat hij verzamelt bij omringende bedrijven.

30

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

- Maar ook de geraamten van leegstaande tuinbouwkassen die binnenkort vol gelegd worden met zonnepanelen. Dat kan een hele buurt van energie voorzien.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

Mogen wij ‘vooruit naar vroeger’? “Deze initiatieven kunnen een aanvulling zijn op de plannen voor de WESTAS. En het zijn juist deze buurtschappen en werkgemeenschappen waar men reikhalzend uitkijkt naar herkenning en erkenning van hun kwaliteiten. Het is een ecosysteem waar men elkaar nog kent, naar elkaar omkijkt, elkaar probeert iets te gunnen, enfin, hier ruik je nog de kringlopen van vroeger. Mogen wij meedoen? Mogen wij met elkaar ‘vooruit naar vroeger’?”, zo besluit Paul vragend.

31


“Graag, broeikaseffect met CO2.”

CO2


Sander van Voorn, Greenport Aalsmeer

Greenport onderzoekt duurzame CE-mogelijkheden Op de bloemenveiling Aalsmeer, het hart van de Greenport Aalsmeer, worden sinds jaar en dag (snij)bloemen en planten fysiek verhandeld. De Greenport Aalsmeer is daarbij ’s werelds grootste wereldhandelscentrum voor bloemen en planten. Haar portfolio is wel aan het veranderen. De productie van ‘algemene’ bloemen, zoals rozen, is voor een groot deel verplaatst naar het buitenland. En als gevolg van de digitalisering worden er veel minder bloemen fysiek geveild in Aalsmeer. Om haar leidende marktpositie te behouden en verstevigen, combineert de Greenport kennis en kunde van bedrijven, overheid en onderwijs en zoekt zo naar innovaties die bij kunnen dragen aan die positie.

Zo heeft de Greenport laten onderzoeken of het mogelijk en rendabel is om zuivere koolstofdioxide (CO2) te leveren aan de kassen rond de veiling. Hiervoor zou dan een centraal leidingstelsel aangelegd moeten worden. CO2 is nodig om planten en bloemen in kassen te laten groeien. Nu wordt dit gas nog met vrachtwagens geleverd aan de telers. CO2 is voor veel marktpartijen juist een afvalproduct. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat er bedrijven in de haven van Amsterdam en Rotterdam met een overschot zitten dat via leidingen naar de Greenport getransporteerd zou kunnen worden.

CO2-vraag + -aanbod = mogelijkheid

34

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

Deze CO2 moet nog wel bewerkt worden tot zuivere CO2 voordat het in kassen gebruikt kan worden, maar dat is tegenwoordig technisch gezien mogelijk. De investering in de aanleg van dit netwerk verdient zich in 25 jaar terug, zo is becijferd. Investeerders hebben hier wel oren naar, mits de Greenport kan aan­ tonen dat de tuinders (afnemers van CO2) de komende 25 jaar nog altijd ‘in business’ zijn. “Veel gaat tegenwoordig digitaal. Vorig jaar ging er nog maar 50% van de planten en bloemen via de ‘oude’ veilingklok.”

Nieuwe business voor de bloemen De Greenport wil daarnaast inspelen op nieuwe, nichemarkten om de komende jaren hun totale marktaandeel te vergroten. Een voorbeeld is het verbeteren van

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

binnenklimaten van scholen en kantoren door het aanbrengen van planten in de vorm van bijvoorbeeld groene wanden. Zo verbeter je de luchtkwaliteit in leslokalen, verspil je minder energie (van de airco) en het is nog educatief ook. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar toepassingen van stoffen in planten die je niet direct zou verwachten. Zo is er een plant waar de kleurstof indigo in zit, interessant voor de mode-industrie. Of bijvoorbeeld omega3, voor medicijnen. Dit zijn nieuwe wegen die de Greenport in de toekomst kan nemen.

“Greenport blijft nog wel het knooppunt waar alle bloemen langs komen. Het belang van de sector in de regio Aalsmeer blijft dus onverminderd groot.”

35


“ Miljarden bacteriën zijn hier aan het werk”


Martijn Bovée, Orgaworld

Energie uit etensresten Voor al ons ‘over-dedatum’ en GFT-afval “Ook als je in een bedrijfstak werkt waar duurzaamheid vanzelfsprekend lijkt, moet je je continue verbeteren.” Martijn Bovée, manager Strategic Accounts windt daar geen doekjes om. Hoe dit kan? Doordat we net wat anders werken dan onze concurrenten: we onderscheiden ons door een sterke focus op innovatie en een unieke, integrale aanpak die gericht is op het verbinden van industrieën met elkaar”, zo verzekert hij. “Orgaworld ontwerpt, bouwt en beheert alle installaties zelf en sluit partners aan op deze infrastructuur. Een mooi voorbeeld daarvan staat sinds 2010 aan de Corsicaweg in het Amsterdamse havengebied.”

38

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

In de fabriek

Samen

“Het ingezamelde afval: snijresten van de levensmiddelenindustrie; over-de-datum producten uit supermarkten; keuken- en bordresten van restaurants storten wij in een grote reactor. Daarna roeren we de organische slurrie dertig dagen. In die tijd wordt negentig procent van de biomassa afgebroken door bacteriën. Het methaangas dat vrijkomt, verbranden we in grote motoren. Die wekken elektriciteit op die het net opgaat. De warmte leveren wij via Westpoort Warmte aan de stad Amsterdam voor stadsverwarming. Wat overblijft, is afvalwater en slib. Het water zuiveren we en gaat schoon het riool in, het slib dikken we in en drogen we met onze eigen warmte tot voedingsrijke mestkorrels voor de Europese landbouw. Daarmee is de cirkel rond: van afval tot grondstof.”

“Een van de strategische pijlers van Orgaworld is het ontwikkelen van partnerships met de industrie. Dit hebben we ook in Amsterdam gedaan. Zo hebben we onze waterzuiveringsinstallatie net wat groter gebouwd, zodat we ook onze buren kunnen ondersteunen. Via pijplijnen, deels samen met het havenbedrijf betaald, zuiveren wij het afvalwater van de fruitsappenfabriek van ADM en het aan de overkant gelegen Biodiesel Amsterdam. We besparen door in één grote integrale zuivering te investeren in plaats van in drie kleinere. Omdat we samen optrekken, besparen we allemaal kosten.”

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

“We zijn zo duurzaam en verantwoord als maar kan.”

39


‘ We hebben het hier niet over een nieuwe staafmixer.’


Eduard de Visser, Havenbedrijf Amsterdam

extra geld nodig om deze schaalvergroting te bekostigen. Denk alleen al aan de grondstoffen, machinerie en personeel. En je zou best wat ondersteuning kunnen gebruiken op juridisch of technisch gebied.

“Wat ontbrak, is de stap naar de ‘traditionele’ incubator. De stap van een kleinschalige proefopstelling naar een commerciële schaal, waarbij ondersteuning mogelijk is bij het verkrijgen van toegang tot financiering, de markt en distributiekanalen. Een zogenaamde accelerator,” zo vertelt Eduard de Visser.

Daarvoor zijn toch broedplaatsen en incubators te over, toch? ACE-Venturelab en Matrix op het Science Park, Rockstart, New Energy Docks, Impact Hub en Startup Bootcamp. Echter, deze bedrijven en verzamelplekken zijn allemaal ingericht op ‘kantoor en lab innovators’ en op startups en ondernemers die genoeg hebben aan een bureau, een laptop en eventueel een (gedeeld) lab voor kleinschalige testen.

Het Havenbedrijf startte daarom het idee ProDock. Dit is een fysieke locatie waar bedrijven in een echte (industriële) omgeving voor kortere of langere tijd kunnen testen en door ontwikkelen. Het is ook een netwerk dat ondersteuning biedt aan innovatieve bedrijven die willen opschalen. Dit kan zijn bij de fysieke locatie van ProDock aan de Moezelhavenweg, maar dit kan ook op andere locaties in de haven zijn. Erg handig als een start-up door

Accelerator voor het echte werk ProDock: voor duurzame technologie-ontwikkeling op pre-commerciële schaal Stel: je hebt een werkende labopstelling voor een nieuwe technologie om een bepaald plastic te recyclen tot herbruikbaar materiaal. Nu wil je deze installatie graag ‘in het echt’ uittesten om mogelijke afnemers van je product te interesseren. De experimentele fase opschalen naar een precommerciële schaal. Wat je dan nodig hebt, is een tijdelijke locatie die groot genoeg is en past bij de behoeften voor het testen. Een plek waar je de handen uit echt de mouwen kunt steken en waar niemand last heeft van mogelijke overlast. Denk milieucategorie 5. Daarnaast heb je als innovatieve ondernemer in zo’n geval ook

42

Behoefte aan meer dan een incubator

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

ProDock: Ruimte, kennis en funding

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

een slimme locatiekeuze gebruik kan maken van de (rest)stromen van een reeds gevestigd bedrijf. ProDock trekt daarmee niet alleen start-ups aan. Ook bestaande bedrijven die innovaties willen opschalen kunnen van ProDock gebruik maken. Het brengt hen in contact met start-ups en vergroot de kans op het tot stand komen van echte nieuwe ontwikkelingen buiten de reguliere business. Zo levert ProDock een duurzame bijdrage aan de versterking van havengebied, maakindustrie en innovatiekracht van de Metropooltregio Amsterdam.

43


Fosfaten vissen uit rioolwater

PO43

PO43

PO43

PO43

PO43 PO43

PO43


André Struker, Waternet

Waternet wint waarde uit ons afvalwater Volgens deskundigen is er hooguit wereldwijd nog voor 50 tot 75 jaar fosfaat voorradig. De vraag naar fosfaat neemt echter toe. Waarom? Omdat fosfaat één van de belangrijkste bestandsdelen is van kunstmest en zeer belangrijk voor de (groeiende) voedselproductie. In Europa wordt bijna al het fosfaat al geïmporteerd.

Wat doet fosfaat in het riool?

Een deel van het gebruikte fosfaat komt in ons voedsel terecht en na consumptie in ons lichaam. Een klein deel nemen we op, maar het grootste deel belandt in het riool. Het fosfaat uit het afvalwater wordt daar omgezet in struviet (een meststof). Dit struviet liet de rioolwaterzuivering verstoppingen, zorgde voor slijtage van apparatuur. De installaties moesten eens in de zoveel tijd daarom stilgelegd en schoongemaakt worden. Dit was een jaarlijks terugkerende kostenpost voor Waternet.

De schaarste van fosfaat en de extra onderhoudskosten (400.000 euro per jaar) van de installaties waren voor Waternet aanleiding om in de haven van Amsterdam een fosfaat-fabriek te bouwen. In deze fabriek kan tot 1.000 ton struviet worden teruggewonnen uit het rioolslib. Zodoende kan deze opnieuw als meststof hergebruikt worden. Deze fabriek levert een goede bijdrage aan de mestproductie. Genoeg om jaarlijks 10.000 voetbalvelden mee te bemesten. Grote kunstmest­ fabrieken, zoals ICL in Amsterdam, zijn zeer geïnteresseerd om deze reststof te gebruiken als grondstof voor kunstmest.

Dubbele winst

46

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

47


“Elk land en elk bedrijf zit met dezelfde problematiek.”

“ Voor Nederland

is deze kennis straks net zo waardevol als onze voorsprong in watermanagement.”


Coert Zachariasse, Hoeve de Vogel/Valley Schiphol Trade Park

Hoe kennis praktisch wordt

Wat is een materiaalhoeve? “In essentie is het een fysieke plek, nu nog op de tekentafel, waar wij samen met de Tripple Helix (overheid, bedrijfsleven en onderwijs) bestaande afvalstromen bekijken. Veel afval wordt nu verbrand. De warmte en het vrijkomende gas wordt nog wel verkocht of gebruikt, maar vertegenwoordigt minder waarde. Downcyclen heet dat in ons jargon. Wij streven er in materiaalhoeves juist naar om waarde toe te voegen, afval te up-cyclen. Dat kan al met kleine innovaties.” Coert Zachariasse,de founding father van Delta praat zonder pauze.

“Iedereen snapt inmiddels het concept ‘Circulaire economie’. Maar het hoe is voor veel bedrijven nog lastig. In Materiaalhoeves maken we oplossingen tastbaar en zichtbaar. Dat maakt het voor marktpartijen die meer circulair willen gaan werken aantrekkelijk om hier een aantal werkplekken te huren. Omdat veel praktische innovaties van afvalstromen zijn toe te passen bij verschillende materiaalstromen leidt kennis in het ene segment ook tot verbetering bij een heel andere markt. Zo dragen wij bij aan de versnelling van de transitie naar de circulaire economie.”

“Delen van materiaalkennis in Hoeve leidt tot versnelling transitie.”

Leentjebuur innovatie “De werking van een materiaal­ hoeve kan ik het beste illustreren met een voorbeeld. Pothuizen de afvalverwerker, klopt bij ons aan. Ze zitten met kabels van Alliander. Helaas hebben deze een pvc-coating, dat maakt recycling moeilijk. De verbrandingsoven is hun enige optie. Een deur verderop is voor de levensmiddelenindustrie een oplossing bedacht voor het verwijderen van het plastic laagje onder kroonkurken. Deze zijn namelijk van hetzelfde materiaal. Dit blijkt ook de oplossing voor de kabels. Wij verbinden dit soort partijen en dit soort kennis. Niet vanuit de supply chain gedacht, maar vanuit het gebruik van materialen. Dat verklaart ook de naam.”

Het hoe van circulaire economie

50

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

51


Scheiden

is besparen


Gerard Nijssen, Nijssen Recycling B.V.

Scheiden is besparen In de praktijk: Aviapartner Cargo op Schiphol Door afval te scheiden in monostromen daalt de hoeveelheid restafval binnen een bedrijf. Dit resulteert in een besparing op de afvalkosten. Restafval is immers de meest kostbare afvalstroom. “Het implementeren van een circulair afvalbeleid is dus echt een win-winsituatie voor een ondernemer.” vertelt Gerard Nijssen, directeur Nijssen Recycling B.V. “Want naast het vergroenende effect van afvalscheiding biedt het ook zeker economische voordelen.” Nijssen Recycling is een afvalverwerking specialist met vestigingen in Nieuw-Vennep en Haarlem. “Wij adviseren bedrijven in regio Randstad Noord op het gebied van afvalscheiding. Naast het faciliteren van de juiste inzamelmiddelen, voeren we het materiaal af en dragen we zorg voor hoogwaardige verwerking.”

54

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

“Wij baseren ons hierbij op de Ladder van Lansink, de afvalhiërarchie.” Een recente casus is de samenwerking van Nijssen Recycling met Aviapartner Cargo, Schiphol. Aviapartner verzorgt grondafhandeling diensten op 35 luchthavens in vijf Europese landen, waaronder in Nederland. Begin 2014 is Nijssen Recycling samen met Aviapartner Cargo een verbeteringstraject gestart voor afvalscheiding. “Na een jaar samenwerking zijn de resul­ taten al duidelijk zichtbaar.” vervolgt Nijssen. “Aviapartner Cargo boekt momenteel een afvalkostenbesparing van 90%. De opbrengst van de gescheiden monostromen dekken zo de kosten van de logistiek en het restafval.”

efficiency verbeteringen kunnen doorvoeren. Dit resulteert in meer grondstoffenbehoud en hogere besparingen voor de klant. Het hoofddoel van Nijssen Recycling is om maximale afvalscheiding te realiseren bij bedrijven.” zegt Nijssen. “Door afval te scheiden aan de bron kan het materiaal hoogwaardig worden verwerkt. Aviapartner Cargo houdt onder andere fracties piepschuim, karton, folie en hout gescheiden. Wij dragen zorg voor de recycling van het karton en de plastics. Onze partner Meerlanden gebruikt het hout als duurzame energiebron voor de bio-energiecentrale in Rijsenhout.”

Een circulair afvalbeleid is een continue proces. “Bij onze klanten evalueren we regelmatig de gang van zaken om te kijken waar we

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

55


Marc Bokeloh, Bambooder

Bamboe, gewoon een sterk product Marc Bokeloh is eigenlijk ontwerper. Art director als je hem professioneel wilt categoriseren. Hij is volgens eigen zeggen ook niet bepaald ‘groen’ of geëngageerd. En toch, als je het niet zou vragen, lijkt het tegendeel waar. Hij is namelijk de man achter Bambooder Biobased fiber. Een klein bedrijf met een groot en vooral ‘groen’ potentieel. Een bedrijf dat zijn business heeft gebouwd op bamboe. En als alle chips zijn kant op vallen, wordt onder andere de auto-industrie straks een stukje groener. Hoe dat zo komt? Hij is gewoon op zoek gegaan naar een product met grote mogelijkheden.

100%

gebruik

0% afval


De kracht van bamboe Inmiddels wordt door Bambooder rond Schiphol bamboe aangeplant. De oogst wordt verwerkt in Lijnden, in speciale machines op het terrein van Groen-Recyclaar Baars die over de juiste vergunningen beschikt om groen te verwerken. Dat is mooi, dan hoef er ook niet veel gereden te worden. “Dat kost toch weer benzine”, zo verantwoord Marc Bokeloh zijn keuze. Er is een selectie gemaakt van bamboesoorten die geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat en die veel biomassa opleveren. Wat bamboe zo bijzonder maakt? Bamboe is een zeer sterke (natuur)vezel. De plant levert enorm veel biomassa per hectare en heeft weinig verzorging nodig. De hele plant kan worden gebruikt. Echt de volle 100%.

Korte vezel, lage opbrengst

Bambooder produceert twee type vezels (korte en lange vezels) met elk haar eigen toepassing en product-eigenschappen. Deze vezels komen beiden uit dezelfde bamboeplant. De verwerking van de korte vezels tot grondstof, dat is relatief het eenvoudigst. Bambooder kan

58

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

nu een gegarandeerde kwaliteit leveren. Denk daarbij aan dik/dun verhouding, de lengte van de vezel, het vochtgehalte, leeftijd, kleur en geur. De vezels zijn 100 % hernieuwbaar. Je kunt de vezels gebruiken in verf, ter bevordering van reductie van gewicht. In plastics zorgen de vezels voor extra sterkte en gewicht­ reductie. Voor de ondernemer Marc Bokeloh zit er bij ‘plastic’wel een ‘maar’ aan. Plastic is een relatief laagwaardige toepassing waardoor de kiloprijs van de korte vezel lager is.

Lange vezel, hoge opbrengst De lange vezel heeft veel meer hoogwaardige toepassingsmogelijkheden, dus de kiloprijs is hoger. Deze vezels worden mechanisch gemaakt en concurreren met alternatieven zoals energie slurpende carbonvezels en

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

glasvezel. Van deze bamboevezels wordt een eindeloze draad gemaakt waarna een mat wordt geweven. De draad wordt getest en moet aan strikte en gestandaardiseerde ISO eisen voldoen. Bambooder moet nu aantonen dat de (lange) vezel een bepaalde treksterkte heeft. “Als de vezelt de test doorstaat, zal de vraag de lucht in schieten”, zo voorspelt Marc. Grote autofabrikanten van de bekende Duitse merken hebben al interesse getoond. Zij willen graag een deel van hun milieubelastende composieten vervangen door geweven bamboe composiet. Daarom is Marc Bokeloh al in gesprek met Lelystad airport om ook daar extra hectaren te kunnen aanplanten. Want ondernemen is vooruitkijken.

59


Rijd

30 m

iljoe

nm

en o

続 bio

gas

per

p ha

jaar

vens

lib


André Struker, Waternet en Orangegas

Gaswinning in de Amsterdamse haven? Het slib van afvalwaterzuiveringen blijkt een steeds belangrijker wordend afvalproduct. Dat klinkt raar maar uit deze ‘natte grond’ wint Waternet via haar rioolzuiveringsinstallatie al jaren gas. Dit zogenaamde biogas leverde zij eerst nog via het reguliere aardgas netwerk aan het AEB Amsterdam. Dit bedrijf gebruikt dit gas vervolgens voor het van elektriciteit en voor de stadsverwarming. Inmiddels levert zij een steeds meer groengas door aan OrangeGas.

een zeer duurzame energiebron. En omdat de tankstations hun gas via het reguliere aardgasnetwerk krijgen geleverd, is bevoorrading met tankwagens overbodig. Dit is veiliger, scheelt vervoer en is dus milieuvriendelijker dan bij de reguliere pompstations. “Groengas is goedkoper, zuiniger, beter voor het milieu, stiller en onderhoudsvriendelijker.”

Altijd blijven rijden

OrangeGas exploiteert commerciële tankstations. Bij hun stations kunnen bedrijven, maar ook particulieren gas tanken. Zie het als een Texaco, een Shell maar dan 100% biologisch gas, groengas. Eén van hun inmiddels 55 vulpunten zit aan de Australiëhavenweg 116 in het Amsterdamse Havengebied. Naast gas uit het havenslib krijgt zij gas geleverd van mestvergisters en afvalverwerkers in de omgeving. Daarmee is het gas dat ze leveren

62

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

Biogas de toekomst? Het wagenpark van Waternet, AEB en Afvalservice West is al deels overgegaan op groengas. Het doel is om steeds meer vuilniswagens in Amsterdam op groengas te laten rijden wat bijdraagt aan een schonere stad, door minder CO2, stikstof en fijnstof. Om dat te bereiken is het noodzakelijk dat er meer gas geleverd wordt. De verwachting is dat Waternet en AEB in 2020 in totaal zo’n 30 miljoen m³ biogas produceren die volledig omgezet kan worden naar groengas. Het bijproduct is CO2 dat gezuiverd op de markt gebracht kan worden. Daarnaast zijn er in het Amsterdamse haven­gebied nog meer bedrijven die biogas produceren, zoals bijvoorbeeld Orgaworld. Dit kan dan nog eens 10 tot 20 miljoen m³ biogas per jaar opleveren.

63


Van een oude MRI-scanner

naar een nieuwe


Frans van Houten, Philips

Philips denkt en doet circulair Volledig gereviseerde medische systemen verlengen de levensduur De budgetten in de Nederlandse gezondheidszorg staan momenteel onder grote druk. Het is niet verwonderlijk dat gezondheidsinstanties, waaronder instellingen in- en rondom de metropool Amsterdam, op zoek zijn naar medische apparatuur tegen aantrekkelijke prijzen, zonder in te leveren op kwaliteit. Binnen de gezondheidszorg worden momenteel de eerste stappen gezet op weg naar een circulaire economie. In de komende jaren wordt dan ook een gestaag groeiende vraag naar gereviseerde systemen verwacht.

66

“Bij Philips zijn we onze bedrijfs­ voering en onze waardeketens van toeleverancier tot eindgebruiker fundamenteel aan het heront­ werpen,“ zegt Frans van Houten, CEO van Philips. “Onze volledig gereviseerde medische systemen dragen bij aan de ambitie om onze klanten te ondersteunen met innovatieve dienstverlenings­ modellen waarbij je de functionaliteit en voordelen van producten verkoopt in plaats van de producten zelf. Zo kunnen we zorgen voor een langere gebruiksduur en gesloten kringlopen door middel van revisie en het hergebruik van onderdelen. Daarmee kunnen we de wereldwijde economie verder op weg helpen naar duurzame groei op lange

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

termijn.” “Gebruik is geen bezit.” Philips heeft zich de afgelopen 20 jaar gericht op innovatie binnen het reviseren van medische beeld­ vormingssystemen. Op het moment zijn er wereldwijd drie Philips faciliteiten, waaronder één in Nederland, waar in zowel de ontwerp- als in de ontwikkelingsfase de nadruk ligt op hergebruik van zo veel mogelijk componenten aan het einde van de aanvankelijke levensduur van het apparaat. Doordat er inmiddels ook in de ontwerpfase van nieuwe systemen rekening wordt gehouden met hergebruik wordt de levensduur verlengd en stijgt de restwaarde, waardoor de milieu- en financiële voordelen van de circulaire economie verder worden vergroot. In het Diamond Select-programma van Philips worden MRI-, PETen CT-scanners, interventionele

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

röntgensystemen en echografiesystemen omgebouwd tot ‘als nieuwe’ systemen met volledige garantie. Door onderdelen te vervangen en de software te updaten worden de systemen aangepast aan de huidige behoeften van de klanten. Dit businessmodel heeft de afgelopen jaren zijn succes voor zowel Philips als voor de klant bewezen.

67


Dit manifest is op 24 maart 2015 aangeboden door de Amsterdam Logistics Board en haar partners aan bestuurders van provincie NoordHolland, gemeente Amsterdam en gemeente Haarlemmermeer. Het is tot stand gekomen in opdracht van de Amsterdam Logistics Board en de Amsterdam Economic Board in nauwe samenwerking met Havenbedrijf Amsterdam, Schiphol Group, Greenport en SADC.

MANIFEST: DE WESTAS DAAR DRAAIT HEM OM MRA Europese topregio ook in 2040 De metropoolregio Amsterdam behoort tot de top van Europese vestigingsregio’s in Europa. In de woorden van de Amsterdam Economic Board: De MRA is een ‘global business hub’, een knooppunt van handel, mensen en informatie. En dat willen we blijven – ook in 2040. Een eenvoudige ambitie om zo uit te spreken, maar de uitdagingen zijn groot.

68

Meer groei betekent meer mensen en meer stromen De verwachting voor 2040 is dat de wereldbevolking groeit naar +/- 9 miljard mensen. Ook in de MRA neemt de bevolking toe, met 1 miljoen inwoners erbij in 2040. Meer bewoners en extra economische activiteiten betekenen meer consumptie; meer energiebehoefte; meer watergebruik; meer levensmiddelen; meer stedelijke distributie; meer bezoekers, meer verkeersstromen en meer

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

vervoersbewegingen. Meer van alles en dus ook meer, niet minder afval. Daarbij worden grondstoffen ook nog eens schaarser, zoals fosfaat en zeldzame metalen; zijn de reserves aan olie en gas eindig en wordt de afvalberg alsmaar groter. Eigenlijk weten we al jaren dat onze huidige manier van produceren, vervoeren en consumeren op termijn onhoudbaar is. Een transformatie van onze wegwerpmaatschappij is noodzakelijk.

Opgave voor een leefbare groei van de MRA Om bij de Europese topregio’s te blijven horen én deze groei van mensen en stromen te behappen is een opgave van formaat. Zowel maatschappelijk als logistiek.

Hoe kunnen we onze internationale concurrentiepositie verbeteren en tegelijkertijd een leefbare groei van de MRA mogelijk maken?

OPLOSSING DEEL 1: DENK EN DOE CIRCULAIR Om op de lange termijn nog concurrerend te kunnen zijn, moeten we onze economie transformeren. Zijn onze productieprocessen nu voornamelijk lineair georganiseerd:

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

van grondstof naar eindproduct en afval. Op termijn zal ons economische handelen en denken moeten veranderen in een circulaire economie.

69


Grondstof  eindproduct  afvalproduct  grondstof  ... Dit circulaire denken en doen heeft een aantal uitgangspunten.

elkaar en maakt zo hergebruik van de grondstoffen mogelijk. Oude producten zijn de hulpbronnen van morgen.

1. MAKE: Als een bedrijf zijn productlijn inricht, wordt al rekening gehouden met de reststoffen die het productieproces opleveren en met het einde van de levenscyclus van het product. Het afval van de één dient als grondstof of halffabrikaat voor de ander. Afval bestaat niet.

We moeten onszelf deze nieuwe manier van denken en toekomstgericht handelen aanleren. Gelukkig dagen er nu al duurzame alternatieven aan de horizon. Deels nog in conceptfase op de tekentafel, deels experimenteel en sommige al volledig operationeel. De noodzaak wordt steeds groter en vertaalt zich nu al in een zee aan initiatieven van ondernemers. Logisch dat de transformatie naar duurzame groei aan momentum begint te winnen.

2. USE: Om een product te gebruiken, hoeft de consument het product niet te bezitten. De producent neemt de verantwoordelijkheid voor de hele levenscyclus van het product. Gebruik is geen bezit. 3. RETURN en RENEW: Als een product ‘op’ is, neemt een producent dit terug, haalt het uit

70

Tezamen gaan deze initiatieven de economieën over de hele wereld wezenlijk veranderen. Daar zijn nu al tekenen te over van, ook in de MRA. Denk bijvoorbeeld aan het frituurvet uit de stad Amsterdam dat in de

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

haven wordt omgezet tot biodiesel. En uit het stedelijke rioolwater worden fosfaten gewonnen voor de productie van kunstmest. Of wat te denken van de samenwerking tussen KLM en Schiphol om hun afval te laten hergebruiken?

De grootste internationale producenten in binnen- en buitenland onderzoeken inmiddels hoe zij hun producten 100% recyclebaar kunnen maken.

OPLOSSING DEEL 2: DE LOCATIE Dit circulaire doen heeft in veel gevallen een grote distributie en logistieke component. Want denken we over optimaliseren van materiaalstromen, over retourstromen, over afval (her) gebruiken, over efficiënter energieverbruik, dan komen we altijd bij deze kernbegrippen uit. De transitie naar een circulaire economie is niet enkel een maatschappelijke opgave, het is ook een logistieke opgave.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

Laten er nu in Europa maar weinig regio’s te vinden zijn die voldoen aan alle randvoorwaarden voor een succesvolle groei én economische transitie. We hebben ons dit lang niet gerealiseerd, maar een van deze plekken ligt direct onder onze voeten. Kijk naar de kaart met de kennis van nu en de WESTAS - toegangspoort tot Europa - is niet meer te missen.

71


Waarom is dit een unieke plek? A. Op kleine afstand van elkaar bevinden zich hier vier aan elkaar geschakelde knooppunten, uniek in Europa. Daarmee functioneert de WESTAS als een ‘draaischijf’ voor passagiers, vracht, bloemen en planten en data:

• V ia de Dataport en de AMSIX worden data gerouteerd. In aantal bytes gerekend is dit de grootse in zijn soort, wereldwijd. Logisch want in de digitale wereld van nu zijn verbindingen een belangrijke vestigingsvoorwaarde.

• Via Schiphol Airport stroomt zo het vrachtverkeer, knowhow, toeristen en zakenlieden de MRA in en uit. Gerekend in vracht de 3de luchthaven van Europa; De luchthaven is ook een internationale transithub van Europese betekenis.

• En Greenport Aalsmeer ’s-werelds grootste bloemenveiling heeft zelf een letterlijke draaischijf voor planten en bloemen. De bedrijven in de agrosector hebben daarbij de kennis en knowhow in zich verzameld die ongeëvenaard is in de wereld.

• De Port of Amsterdam is 4e haven van Europa en verscheept stromen grondstoffen, halffabrikaten en handelsgoederen. Daarbij is het een belangrijke aanlegplaats voor de grote cruiseschepen.

B. De WESTAS heeft een veelzijdig en aan elkaar geschakelde water-, lucht-, spoor-, auto- en digitale verbindingen met het binnen- en buitenland. Dat is een must, om mensen, diensten, producten, energie,

72

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

afvalstromen en retourstromen zo efficiënt mogelijk op plaats van bestemming te krijgen. C. Ook voor de medewerkers van bedrijven is er ruime keuze in de leefomgeving. Van Zandvoort tot Almere, het multiculturele en dynamische Nieuw West, de rust in de lintbebouwing van de Haarlemmermeer of juist de drukte van een stad als Amsterdam.

E. Op de WESTAS is nog wel voldoende ruimte voor nieuwe en bestaande bedrijven en initiatieven. Via de WESTAS komen en verlaten nu al de meeste goederen, grondstoffen, materialen diensten en mensen de MRA. Denk aan het (drink)water, gas, elektra, internet, TV, maar ook levensmiddelen, consumptiegoederen, bloemen, hardware, auto’s, elektronica en allerhande producten en diensten.

D. Niet onbelangrijk voor de (circulaire) economie, het afval en rioolwater van de MRA wordt voor een groot deel op de WESTAS gezuiverd en gerecycled. Bedrijven op de WESTAS zorgen in de regio daarbij voor de grootschalige energievoorziening, watervoorziening en –reiniging en verwerking van afvalstromen.

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

73


WAT STAAT ONS TE DOEN? Het is geen sinecure om de onvermijdelijke groei een plek te geven binnen de MRA, de transitie naar de ‘nieuwe economie’ te maken en tegelijkertijd onze ‘top 5 ambitie’ te verwezenlijken. Daartoe moeten wij gezamenlijk publieke en private partijen - alle schakels bekijken, uitbreiden, innoveren en optimaliseren. Hoe zien wij - Schiphol; de Haven van Amsterdam en Greenport Aalsmeer - als aanjagers van het eerste uur deze initiatieven een onderbouwd vervolg krijgen?

Gebiedsvisie zonder grenzen

Er is behoefte aan een gezamenlijke, ruimtelijke gebiedsvisie die verder rijkt dan gemeentegrenzen. Die visie moet gebaseerd zijn op de vragen van ondernemers – groot en klein – die nu al werken aan een meer circulaire economie. We willen

75

daarbij zowel de bestuurlijke als de private partijen aanspreken op hun kennis van de logistieke processen en hun slagvaardigheid.

Atlas van ‘stromen’

Het is van groot belang dat wij boven tafel krijgen welke stromen - energie, afval, materialen, goederen - er door de MRA lopen. Op wat kleinere schaal wordt dit al in kaart gebracht. Dit potentieel blijkt enorm. Denk bijvoorbeeld alleen maar eens aan de restwarmte van de als maar groeiende datacenters. Die kan gebruikt worden om de aanpalende gebouwen of woningen te verwarmen.

Koppelen gedeelde belangen We koppelen bedrijven aan elkaar, aan kennisinstellingen en aan overheden om nieuwe productiemethodes verder te

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.

(helpen) ontwikkelen. Neem als voorbeeld de luchthaven en de haven. Zij hebben beiden baat bij diepgravende kennis over ‘tracking and tracing’. Of een frisdrankenleverancier en autoindustrie die beide zoeken naar een oplossing voor (gebruikt) aluminium. Als we vanuit materiaalstromen leren kijken, zien we veel meer gedeelde belangen.

Bijhouden, omarmen en (door) vertellen Circulaire economie is ook gewoon doen. Zoals we weten zijn er al veel initiatieven en bedrijven met vernieuwde oplossingen in verschillende stadia. De een krijgt een kans van slagen dankzij subsidie, de andere initiatieven hebben nu al een sluitende business case. Er is al een initiatievenlijst in omloop. Aan de markt en de overheid de taak om die lijst: aan te vullen; bij te houden; een aantal initiatieven te

DE WESTAS DAAR DRAAIT HET OM.

omarmen; en bewust nationaal en internationaal kond te doen van de transformatie die ze aanjagen.

De agenda

De politieke wil klinkt nu al door in alle gesprekken, plannen, subsidies en grote of kleine initiatieven. Nu is de tijd rijp dat we met vereende krachten van bestuurders van private en publieke partijen dit naar een hoger plan tillen. Agenderen, agenderen, agenderen is het advies. Zo koppelen we de lange termijn visie aan praktische oplossingen, kennis en de mensen die daarvoor het vliegwiel vormen voor de economische transitie. We versterken de leefbaarheid van de groeiende metropool en verstevigen direct onze internationale concurrentiepositie.

76


WATER

ELEKTRA

VAN RIOOLWATER UIT DE MRA TOT DRINKWATER EN NIEUW PLASTIC

VAN WIND EN VERBRANDINGSWARMTE TOT ELEKTRA VOOR STAD EN INDUSTRIE

AFVAL VAN RIOOL, PLASTIC, KARTON, PAPIER, ETC. TOT GRONDSTOF VOOR PRODUCTEN

DISTRIBUTIE VAN GROOTSCHALIG EN BULK TOT FIJNMAZIG EN KLEINSCHALIG

U

TURN RE

MAKE

SE

AMS-IX

Financial District

U

SE

BUNDELING VAN LOGISTIEKE KRACHTEN, KENNIS EN #CIRCULAIRE ECONOMIE U

TURN RE

MAKE

SE

TURN RE

MAKE

@DEWESTAS HOUDT DE #MRA LEEFBAAR EN INTERNATIONAAL CONCURREREND.


GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST

76

GROEI KAN NIET ZONDER TOEKOMST.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.