Wouw 1 - Thema 8 - Handleiding - inkijk methode

Page 1

De tuin van Bolle

Thema
8

Themaoverzicht

WOUW-moment: maak je keuze uit het aanbod minimaal 50 minuten

Les 1 In de lente

Les 2 Zo groeit een plant

Les 3 Zo groeien wij

Les 4 Kijk naar de natuur!

Les 5 Mmm … Lekker!

Les 6 Weg met die troep!

Les 7 Evaluatiemoment

75 minuten 75 minuten 50 minuten 75 minuten 75 minuten 75 minuten 25 minuten

WOUW-actie: maak je keuze uit het aanbod minimaal 100 minuten

Thema 8: De tuin van Bolle 2

Inleiding

De seizoenen vormen voor veel kinderen een bron van verwondering. De lente, waarin alles weer tot leven komt en de natuur een nieuwe start maakt, leent zich uitstekend tot het onderzoeken van de wereld om hen heen.

Je begint het thema met een WOUW-moment. Kies voor het WOUW-moment dat het beste past bij de interesses van de leerlingen, de mogelijkheden van de schoolomgeving en de klemtonen die de school legt. De leerlingen gaan bijvoorbeeld op lentewandeling, of verdiepen zich in het groeperen van organismen. Ze staan ook stil bij hun eigen afhankelijkheid van de natuur en gaan na hoe ze er dan zelf zorg voor kunnen dragen. Het WOUW-moment zet de leerlingen aan om op ontdekking te gaan en wekt zo de interesse in het nieuwe thema.

De focus in dit thema ligt op het domein ‘natuur’. Er komen zowel doelen uit het domein ‘levende natuur’ als ‘milieu’ aan bod. De vertelplaten over de tuin van Bolle Boontjes geven de leerlingen een eerste blik op hoe de natuur verandert en groeit in de lente. De leerlingen leren ook wat mensen en dieren tijdens de lente doen, wat we allemaal aan de natuur te danken hebben, hoe we afval moeten sorteren … Daarnaast houden ze ook een weerdagboek bij, en leren ze hoe mensen zich kleden tijdens de verschillende seizoenen.

Tijdens de WOUW-actie gaan de leerlingen zelf aan de slag met hun nieuw verworven kennis. Je kunt opnieuw kiezen voor de optie die het beste bij de specifieke situatie van jouw klasgroep aansluit. De leerlingen creëren bijvoorbeeld een bingospel voor anderen, werken samen aan een eigen weerbericht of een grote seizoencollage … Door presentaties te geven, oefenen ze daarnaast ook hun taalvaardigheid. De leerlingen ervaren een gevoel van trots als ze hun project zien slagen, of komen tot het even waardevolle inzicht dat iets nog niet zo vlot gaat.

Het thema biedt ook heel wat kansen om een leer- of ervaringsmoment buiten de muren van de school te houden. Al in de directe leefomgeving valt er waarschijnlijk heel wat te exploreren. Een bezoek aan een buurttuin, of de moestuin van een ouder met groene vingers, aan een tuinwinkel of een boer met enkele nieuwgeboren kalfjes … Het behoort allemaal tot de mogelijkheden, maar ook een wandeling door een nabijgelegen bos of park kan al lentekriebels doen opborrelen. Daarnaast zijn er in de steden ook vaak gemeenschapstuinen, volkstuinen of warme tuinen terug te vinden. Daar kunnen de leerlingen ook naar hartenlust rondsnuffelen en de ontluikende natuur ontdekken.

Thema 8: De tuin van Bolle 3

Overzicht opties WOUW-moment

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

25' De leerlingen groeperen natuurfoto's in de digitale sorteertool. Ze vragen zich af wat allemaal samen kan horen en ontdekken dat er meerdere oplossingen mogelijk zijn.

100' Jullie maken samen een lentewandeling en gaan op zoek naar allerlei dingen uit de natuur, zoals water, spinnen, koeien … De leerlingen worden geprikkeld om alle voorwerpen te vinden. Ze verzamelen wat ze vinden in een eierdoos met prenten in de putjes.

25' Aan de hand van geïllustreerde vertelplaten vertel je het verhaal van Bolle Boontjes. Het verhaal neemt de leerlingen mee naar de overgang van winter naar lente: van een lege, modderige tuin naar een mooie, ontkiemende lentetuin. De open vragen die in het verhaal verwerkt zijn, activeren de leerlingen om mee te denken.

25' Vier seizoenprenten prikkelen de leerlingen om over de seizoenen na te denken. De leerlingen kiezen hun favoriete seizoen en leggen een keuzevoorwerp voor die prent. Zo maken ze een visuele voorstelling van welk seizoen het populairst is.

Thema 8: De tuin van Bolle 4
zie, ik zie!
1 Ik
1
2
2
Lentezoektocht
3 De lege tuin 3
4
de seizoenen 4
Grafiekgeek:

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Thema 8: De tuin van Bolle 5

Les 1 In de lente

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen benoemen hoe hun omgeving eruitziet tijdens de lente.

2. De kinderen kunnen typische activiteiten en klederdracht tijdens de lente benoemen.

3. De kinderen kunnen zorgzaam omgaan met de natuur.

4. De kinderen weten welk weer het in de lente is.

Lesmateriaal

- werkboek p. 2 - 3 - weerdagboek - bijlage 1: Bolle Boontjes en de tuin - bijlage uit Thema 1: weerpictogrammen - video 1: lente (dieren) - video 2: lente (mensen) - video 3: lente (planten) - weerbericht: fragment Karrewietweerbericht van de vorige dag

Vooraf

Voorzie het Karrewietweerbericht van de vorige dag om tijdens de les te tonen.

Thema 8: De tuin van Bolle 6

Lesverloop

1 Instap

Mocht je het verhaal van Bolle Boontjes nog niet verteld hebben tijdens het WOUW-moment, vertel het dan nu (bijlage 1). Heb je in de klas een leuke lees- of vertelhoek, ga er dan gezellig in zitten.

Pols ook naar de voorkennis van de leerlingen en gebruik de vertelplaten als visueel hulpmiddel.

2 Kern

2.1 Lente

Toon de leerlingen drie video's: - lente bij de dieren - lente bij de mensen - lente bij de planten

Bespreek telkens tussendoor.

Wat gebeurt er met de dieren in de lente?

Wat gebeurt er met de mensen in de lente?

Wat gebeurt er met de planten in de lente?

Wat is het verschil met de winter?

Wat vind jij spannend, prettig …?

Waar wil je meer over weten?

Laat de leerlingen oefening 1 en 2 in hun werkboek op pagina 2 en 3 maken.

Welke activiteiten horen bij de lente? Kruis ze aan.

Teken wat je gezien hebt in de video’s: welke dieren en planten zien we vooral in de lente?

2.2 Weerdagboek

Kijk samen met de leerlingen naar het Karrewiet-weerbericht van de vorige dag.

Ga samen naar buiten en vergelijk.

Wat was er voorspeld? Klopte het weerbericht? Hoe is het weer nu?

Hebben we de juiste kledij aangetrokken?

Had iemand het te warm of te koud vandaag? Wat had die daaraan kunnen doen?

Ga terug naar binnen en neem er de weerpictogrammen uit Thema 1 bij.

Herhaal de vier weerselementen (bewolking, temperatuur, wind en neerslag) aan de hand van de picto's.

Vul erna samen het weerdagboek aan.

Spreek af dat vanaf nu elke dag iemand naar Karrewiet zal kijken om de volgende dag de klas te vertellen welk weer er voorspeld was.

Spreek een beurtrol af: wie begint?

3 Slot

In de klas is het ook lente! We kijken of we ook kunnen opruimen.

Wat moet volgens jullie dringend weggegooid worden?

Wat kan aan de muren blijven hangen, en wat kan weg?

Hoe ziet onze werkplek eruit?

Ruim samen op.

Thema 8: De tuin van Bolle 7

Les 2 Zo groeit een plant

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen organismen in hun omgeving herkennen.

2. De kinderen kunnen organismen sorteren op basis van verschillende criteria.

3. De kinderen zijn nieuwsgierig en gaan actief op onderzoek.

4. De kinderen kunnen de delen van een plant aanduiden en benoemen.

5. De kinderen kunnen verwoorden hoe een plant groeit.

6. De kinderen kunnen verwoorden dat een plant licht, voeding, warmte en water nodig heeft om te kunnen groeien.

7. De kinderen weten hoe het weer in de lente verandert.

Lesmateriaal

- werkboek p. 4 - 5 - weerdagboek - simulatie: hoe groeit een plant? (versie 1 plant) - simulatie: hoe groeit een plant? (versie 2 planten) - kruidenplantjes die de leerlingen hebben meegebracht - optie 1: materiaal voor proef met ecoline:

• enkele bloemen

• potjes met water

• ecoline - optie 2: materiaal voor zaaiproef:

• zaadjes van bloemen (afrikaantjes, margriet, klaproos …) of groenten (radijs, salade, peterselie …)

• teelaarde

• plantpotjes

• bakjes om de potjes in te plaatsen en water te geven

• meststof (korrel of vloeibaar)

Vooraf

Vraag de leerlingen om enkele kruidenplantjes mee te brengen of voorzie zelf enkele exemplaren van verschillende soorten.

In een ideale situatie voorzie je alle planten uit de simulatietool in de klas: basilicum, rozemarijn, tijm, munt en peterselie.

Lees vooraf de handleiding van de simulaties door op Kabas.

Thema 8: De tuin van Bolle 8

Lesverloop

1 Instap

Verzamel de kruidenplanten op je demotafel. Verdeel de leerlingen in groepen. Geef elke groep een aantal plantjes.

Laat de leerlingen ruiken. Welke kruiden kennen jullie al? Welke zijn nieuw?

Laat de leerlingen proeven.

Wat vind je lekker?

Wat heb je nog nooit geproefd? Wat vind je echt niet lekker?

Duid in elke groep één leerling aan. Je mag de plantjes in twee groepen verdelen: de plantjes die je lekker vindt en diegene die je niet lekker vindt.

Laat een andere leerling de opdracht herhalen. Benadruk dat de verdeling nu anders kan zijn, maar dat elke verdeling goed is. Duid nog een andere leerling aan en laat de plantjes nu verdelen volgens een zelfgekozen criterium. Herhaal dit enkele keren.

Als de leerlingen moeilijk op ideeën komen, kun je wat inspiratie geven: - groene blaadjes of niet - kleine of grote blaadjes - ruikt sterk of niet -

Laat de plantjes benoemen aan de hand van de etiketten of geef ze zelf de naam als die ontbreken.

Kies een van de plantjes. Vertel en toon hoe een zaadje gezaaid wordt en groeit. Om een zaadje te zaaien, maak je een kuiltje in de aarde, je legt er het zaadje in en bedekt het erna weer met aarde. Vervolgens giet je er wat water over. Na een tijdje groeit het omhoog en omlaag: de stengel die jullie hier kunnen zien bij dit plantje is omhoog gegroeid, en de wortel, die in de aarde zit, omlaag.

2 Kern

2.1 Simulatie: hoe verzorg je een plant?

Open simulatie ‘hoe groeit een plant? (versie 1 plant)’ op het digibord. Verken samen de simulatie. Daarin probeer je de gekozen plant mooi te laten groeien. Bekijk eerst goed het etiket:

- hoeveel zonlicht vraagt de plant?

- hoeveel water vraagt de plant?

- hoeveel voeding vraagt de plant?

- hoeveel warmte vraagt de plant?

Merk op dat we zuurstof buiten beschouwing laten omdat dit element meestal wel voldoende aanwezig is. De situaties waarin zuurstof ontbreekt, zijn wel heel bijzonder.

Oefen nu samen. Door op de juiste knoppen te drukken geef je water en mest, en laat je de temperatuur of de vensterverduistering zakken of dalen. Rechts in beeld zie je of de plant zich lekker voelt, de voorwaarde om goed te groeien.

Thema 8: De tuin van Bolle 9

Wanneer de klas dit onder knie heeft, kun je overschakelen naar de tweede versie van de simulatie. Daarin moet je twee planten tegelijkertijd verzorgen.

Nodig twee kinderen uit aan het digitale bord. Laat ze elk hun plant verzorgen in competitie met elkaar.

Welke plant ziet er het beste uit op het einde van het spel?

Laat nieuwe duo’s het spel spelen.

Formuleer dan een besluit: - elke plant heeft verzorging nodig (water, mest, warmte, licht); - elke plant heeft zo haar eigen wensen, die ken je best vooraf!

Maak samen oefening 1, 2 en 3 in het werkboek op pagina 4 en 5. Hoe zaaien we een zaadje? Wat is de juiste volgorde? Hoe groeit de plant? Wat is de juiste volgorde?

Wat kun je doen om goed voor een plant te zorgen? Kleur bij elke foto het passende vak.

2.2 De delen van een plant

Optie 1

Verdeel de leerlingen in groepen en neem er het materiaal voor de proef bij. Geef elke groep twee bloemen, elk in een apart bakje met water. Doe in het water van de ene bloem een druppel ecoline, en bij de andere bloem niet.

Laat de leerlingen enkele open vragen beantwoorden: Wat gebeurt er? (De bloem met ecoline in het water verkleurt.)

Waarom zou dat zo gebeuren? Waar zat het gekleurde water eerst, en waar daarna? (Als een plant drinkt, gaat het water eerst in de wortel van de plant. Van daaruit kan het verdergaan door de stengel, naar de bloem en de blaadjes, en zo krijgen alle delen water.)

Waarvoor dienen die wortels dan? En waarom heeft een plant een stengel? (Een plant heeft wortels om water en voedingsstoffen uit de bodem te kunnen halen. Die transporteert ze via de stengel naar de blaadjes en de bloemen.)

Optie 2

Verdeel de klas in groepjes en spreid de materialen over verschillende tafels. Leid de opdracht. - potjes vullen met aarde - zaadjes verdelen - kuiltjes vormen - zaadjes zaaien en kuiltjes toestoppen - zaaipotjes verzamelen in de bakjes en water/mest geven Spreek af hoe je in de volgende weken de plantjes verder zult verzorgen. Bekijk en lees daarom de tips op de zakjes zaad. Hou die bij en kleef die op bij de zaaipotjes.

2.3 Oefeningen in het werkboek

Maak samen oefening 4 in het werkboek op pagina 5. Welke delen van een plant zie je allemaal? Verbind met het juiste woord.

Thema 8: De tuin van Bolle 10

2.4 Weerdagboek

Laat de leerling die naar Karrewiet heeft gekeken, vertellen wat er in het weerbericht werd gezegd. Teken de picto’s op het bord. Wat betekent deze eerste picto? En de andere? Bedenk samen: als dat klopt, welke kleren doen we dan aan?

Welk weer is het echt vandaag?

Vul samen het weerdagboek aan.

3 Slot

Laat de leerlingen vrij vertellen over welke planten zij in hun tuin hebben of op weg naar huis tegenkomen. Probeer ze zo specifiek mogelijk naar vorm, kleur, geur … te laten benoemen.

Thema 8: De tuin van Bolle 11

Les 3 Zo groeien wij

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen organismen in hun omgeving herkennen en benoemen.

2. De kinderen kunnen organismen sorteren op basis van verschillende criteria.

3. De kinderen kunnen verwoorden hoe mensen en dieren groeien.

4. De kinderen zijn nieuwsgierig en gaan actief op onderzoek.

5. De kinderen weten welk weer het in de lente is.

Lesmateriaal

- werkboek p. 6 - 7 - weerdagboek - Kahoot!-quiz: dieren - digitale sorteertool: dieren sorteren - eigen dierenprenten - laptops of tablets met internetverbinding

Vooraf

Vraag de leerlingen een prent van hun lievelingsdier mee te brengen, of voorzie zelf prenten waar ze er één uit kunnen kiezen.

Thema 8: De tuin van Bolle 12

Lesverloop

1 Instap

Optie 1

Laat de leerlingen in een grote kring zitten. Alle dierenprenten gaan in het midden op de grond. Leg twee hoepels op de grond en vraag een leerling om de prenten in twee groepen te verdelen (als er te veel prenten zijn, laat de leerling er dan een zevental kiezen om te sorteren). Vraag de leerling telkens om het criterium te benoemen.

Herhaal dit een aantal keer. Geef daarna gerichte opdrachten waarbij de leerlingen samenwerken: Verdeel de dieren in - huisdieren/niet-huisdieren

- dieren die bij ons leven/niet bij ons leven - kleine/grote dieren - dieren die in het water leven/op het land leven (of misschien wel allebei) - dieren die vlees eten/geen vlees eten - dieren van de boerderij/niet van de boerderij

Optie 2

Open de sorteertool en verzamel de kinderen rond het digitale bord. Overloop en benoem samen met de kinderen de dieren onderaan in de sorteertool.

Nodig hen nu uit om (tegengestelde) groepjes te vormen met dezelfde vraagjes zoals in optie 1. Wijs heb erop dat we hierbij de eigenschappen van de dieren gebruiken en ook kenmerken van hun levenswijze (biotoop, voeding, voortplanting), zonder deze begrippen te hanteren natuurlijk.

2 Kern

2.1 Tuin op orde stellen

Verdeel de leerlingen in kleinere groepen en geef elke groep een laptop/tablet met internetverbinding Open de Kahoot!-quiz en vertel over de tuin van Bolle Boontjes: Op een ochtend staat Bolle Boontjes op en ziet hij een heleboel dieren in zijn tuin! Ze lopen allemaal zomaar door elkaar. Hij wil ze netjes per soort in een hok samen zetten, want het is lente!

In het eerste deel van de quiz zien jullie bij elke vraag één dier dat niet in het rijtje past. Welk dier is dat? Weten jullie ook waarom?

In het tweede deel moeten jullie het juiste babydier bij het mamadier zoeken.

2.2 Oefeningen in het werkboek

Maak samen oefening 1, 2 en 3 in het werkboek op pagina 6 en 7. Zet de groeistapjes van de kip in de juiste volgorde. Verbind het juiste babydier met het juiste mamadier.

Hoe zorg je voor een dier? Kleur bij elke foto het passende vak.

2.3 Weerdagboek

Laat de leerling die naar Karrewiet heeft gekeken, vertellen wat er in het weerbericht werd gezegd. Teken de picto’s op het bord en bespreek ze. Bedenk samen: als dat klopt, welke kleren doen we dan aan?

Thema 8: De tuin van Bolle 13

Welk weer is het echt vandaag? Vul samen het weerdagboek aan.

3 Slot

Bekijk samen de afbeeldingen in het blauwe kader op pagina 7 van het werkboek Laat enkele leerlingen aan het woord over hun huisdier of kleinere broers en zussen. Hoe hebben zij hen al zien opgroeien? Wat kunnen ze wel of nog niet?

Vergelijk kort de levenslijn van een dier (hond, kat, tuinvogel) met hun eigen levenslijn. Hoe lang duurt het voor een poes, hond, vogel … groot is? Hoe lang duurt dat bij ons?

Thema 8: De tuin van Bolle 14

Les 4 Kijk naar de natuur!

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen de seizoenen benoemen.

2. De kinderen kennen de volgorde van de seizoenen.

3. De kinderen weten hoe het weer verandert in de verschillende seizoenen.

4. De kinderen kunnen verwoorden wat de geschikte kledij is voor elk seizoen.

5. De kinderen kunnen verwoorden en illustreren hoe de omgeving en de natuur veranderen doorheen de seizoenen.

Lesmateriaal

- werkboek p. 8 – 10 - stickervel 1 - weerdagboek - weerdagboek van de herfst (uit Thema 3) - bijlage 2: vier seizoensbomen - simulatie: jaarfries (versie verkenning) - simulatie: jaarfries (versie met opdrachten) - Kahoot!-quiz: seizoenen - klassikale jaarkalender - laptops of tablets met internetverbinding - grote vellen papier en ander knutselmateriaal zoals tijdschriften, scharen, lijm …

Vooraf

Vraag de leerlingen om hun weerdagboek van de herfst mee te brengen of haal ze zelf uit de kast.

Thema 8: De tuin van Bolle 15

Lesverloop

1 Instap

Laat de leerling die naar Karrewiet heeft gekeken, vertellen wat er in het weerbericht werd gezegd. Teken de picto’s op het bord. Bedenk samen: als dat klopt, welke kleren doen we dan aan?

Welk weer is het echt vandaag?

Vul samen het weerdagboek aan.

Vergelijk het weerdagboek met het weerdagboek van de herfst uit Thema 3. Wat is verschillend? Wat is hetzelfde?

2 Kern

2.1 Tijdlijn

Blik terug op de klassikale jaarkalender

Wat hebben we allemaal gedaan in de maand september?

Weten jullie nog welk weer het toen was?

Wat hebben we gedaan in de maand december?

Welk weer was het toen?

Welk weer is het nu?

Welk weer is het straks tijdens de grote vakantie?

Welke seizoenen kennen we al? Welke zijn er nog?

Open de simulatie jaarfries (versie verkenning) op het digibord. Dit is de versie waarin je de tuin van de simulatie samen met de leerlingen kunt verkennen. Gebruik de schuifbalk om door de seizoenen te navigeren. Bespreek samen wat er allemaal verandert in het scherm (het weer, de dieren en planten, de tuin, de avatar …).

Wanneer de leerlingen de basisprincipes voldoende beheersen, kunnen ze aan de slag met de tweede versie van de simulaties waarin ze opdrachten krijgen die ze moeten ‘fotograferen’. Laat eventueel enkele voorbeelden uitvoeren om de leerlingen ook hiermee vertrouwd te maken. Daarna kunnen ze met de simulatie zelfstandig of samen met klasgenootjes aan de slag, in of buiten deze les.

Hang daarna samen de seizoensbomen (bijlage 2) in de juiste volgorde aan het bord. Verdeel de leerlingen in teams en geef elk team een laptop/tablet met internetverbinding Open de Kahoot!-quiz. We gaan een quiz spelen. Overleg bij elke vraag kort binnen jullie team. Duid dan het juiste antwoord aan.

Haal tijdens de quiz een of meerdere seizoensbomen weg, zodat het moeilijker wordt. Voel aan wat de groep aankan.

Thema 8: De tuin van Bolle 16

2.2 Posters maken

De leerlingen zijn nog steeds in groepen verdeeld.

Geef elke groep knutselmateriaal en een groot vel papier

Zo meteen kiezen jullie één seizoen. Over dat seizoen maak je een grote poster. Wat kan er allemaal op je poster staan?

- Wat gebeurt er in dat seizoen met de natuur?

- Wat kun je allemaal doen?

- Wat doe je best aan?

- Waarom is het een leuk seizoen?

De leerlingen werken aan hun poster. Afhankelijk van de resterende tijd kunnen ze de posters ook nog aan elkaar voorstellen.

2.3 Inoefening

Eén leerling komt naar voren en beeldt een seizoen uit, de andere leerlingen raden welk seizoen het is. Laat de leerlingen ook steeds zeggen welk seizoen ervoor en erna komt.

Laat de leerlingen oefening 1 op pagina 8 en 9 in het werkboek maken.

In het midden staat een boom in de vier seizoenen. Bij elk seizoen staat er een nummer. Schrijf bij elke afbeelding het juiste nummer.

Laat ze ook oefening 2 maken op pagina 10 door de stickers van stickervel 1 bij het juiste seizoen te plakken.

3 Slot

Laat enkele leerlingen vertellen over hun favoriete seizoen: Waarom is dat je favoriet? Wat doe je dan graag?

Thema 8: De tuin van Bolle 17

Les 5 Mmm … Lekker!

Lesdoelen

1. De kinderen weten dat de mens afhankelijk is van de natuur.

2. De kinderen weten welke producten afkomstig zijn van de natuur en de dieren.

3. De kinderen kunnen de delen van een vrucht aanduiden en benoemen.

4. De kinderen weten welk weer het in de lente is.

Lesmateriaal

- werkboek p. 11 - 13 - stickervel 2 - weerdagboek - bijlage 3: Bolle Boontjes en de bloeiende tuin - bijlage 4: ‘ik heb, wie heeft’-spel - eventueel bijlage 1d (uit les 1): Bolle Boontjes en de tuin 4 - een scherp mes - voor elke groep een vrucht - materiaal voor vlierbloesemlimonade:

• voor elke groep een kan water

• vlierbloesemschermen

• een paar schijfjes citroen

• kristalsuiker

• één zeef

• bekers

Vooraf

Neem er eventueel de vertelplaat van Bolle Boontjes en de ontkiemende tuin bij (bijlage 1d uit les 1) om te vergelijken met de bloeiende tuin in deze les.

Knip de prenten van bijlage 4 uit en bewaar de stofkaarten en productkaarten apart.

Voorzie enkele vruchten in de klas, zoals een appel, aardbei, mango, perzik, peer, kersen … Zorg ervoor dat je minstens een vrucht per groep hebt.

Thema 8: De tuin van Bolle 18

Lesverloop

1 Instap

Neem de vertelplaat van Bolle Boontjes en de bloeiende tuin erbij (bijlage 3) en vertel. Vergelijk eventueel met de ontkiemende tuin (bijlage 1d uit les 1).

2 Kern

2.1 De delen van een vrucht

Verdeel de leerlingen in groepen.

Geef elke groep een vrucht en snij die met een mes in tweeën. Dat kan voor elke groep een andere vrucht zijn.

Wat zie je?

Wat heeft de vrucht allemaal?

Hoe zou de vrucht gegroeid zijn?

Benoem samen: - de pit - de schil - het vruchtvlees - het steeltje

Hebben alle vruchten in de klas dezelfde delen?

Zien die delen er steeds hetzelfde uit?

Waar groeien die vruchten? Aan een boom, een struik …

Snijd de vruchten in stukjes en laat de leerlingen van elkaars vrucht proeven.

2.2

Vlierbloesemlimonade

Neem al het materiaal bij de hand.

Deel de bloesems uit en bespreek samen waar die bloesems vandaan komen. Projecteer het stappenplan en laat de leerlingen het werkboek erbij nemen op pagina 11. Lees samen door.

Maak samen de limonade. Laat de leerlingen telkens de voltooide stappen afvinken in de rechterkolom.

- Kijk de bloesems na.

- Doe de bloesem met de citroen in een kan met water.

- Roer alles goed.

- Proef en voeg een beetje suiker toe.

- Dek de kan af. Wacht een halfuur.

- Zeef het sap. Proef.

Thema 8: De tuin van Bolle 19

2.3 Oefeningen in het werkboek

Maak samen de oefeningen in het werkboek op pagina 12 en 13. Gebruik stickervel 2 voor oefening 3. Verbind het woord met het juiste deel van een vrucht. Welke vruchten zien we hier onderaan? Hoe smaken ze? Welke hebben er een pit?

Wat komt waar vandaan? Kleef de juiste sticker bij de juiste foto.

Onderaan stickervel 2 zijn reservestickers voorzien.

2.4 Weerdagboek

Laat de leerling die naar Karrewiet heeft gekeken, vertellen wat er in het weerbericht werd gezegd. Teken de picto’s op het bord. Bedenk samen: als dat klopt, welke kleren doen we dan aan?

Welk weer is het echt vandaag?

Vul samen het weerdagboek aan.

2.5 ‘Ik heb, wie heeft’-spel

Geef elke leerling een spelkaart (bijlage 4).

De ene helft van de klas heeft een productkaart, de andere een stofkaart. Loop rond in de klas. Als ik in mijn handen klap, moet je blijven staan en je kaart aan iemand laten zien. Hoor je samen, dan ga je samen aan de kant staan. Zo zoeken we alle koppels bij elkaar.

Als alle koppels gevormd zijn, overloop klassikaal nog even welke stoffen bij welke producten horen.

3 Slot

De limonade heeft nu even kunnen trekken. Zeef de limonade en proef! Wat vinden de leerlingen ervan?

Thema 8: De tuin van Bolle 20

Les 6 Weg met die troep!

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen afval sorteren in de gebruikelijke fracties.

2. De kinderen weten dat de mens afhankelijk is van de natuur.

3. De kinderen weten dat ons gedrag een invloed heeft op de natuur.

4. De kinderen weten dat we zorgzaam met de natuur moeten omspringen.

Lesmateriaal

- werkboek p. 14 – 15 - weerdagboek - bijlage 5: Bolle Boontjes en de vuile tuin - video 4: waar gaat ons afval naartoe? - digitale oefening: afval - laptops of tablets met internetverbinding - vuilnisbakken in de klas - Kahoot!-quiz (herhaling)

Vooraf

Verzamel in de dagen voor deze les eventueel wat afval van de verschillende fracties.

Thema 8: De tuin van Bolle 21

Lesverloop

1 Instap

Neem de vertelplaat van Bolle Boontjes en de vuile tuin erbij (bijlage 5) en vertel.

2 Kern

2.1 Afval

Toon het Karrewietfilmpje (video 4) en bespreek samen.

Wat gebeurt er met ons afval? Waar gaat het naartoe?

Waarom is de natuur belangrijk voor ons? Waarom moeten we er zorg voor dragen?

Welke drie dingen kunnen wij op school doen om de natuur schoon te houden?

2.2 Sorteren

Hoe sorteren wij ons afval op school?

Ga op zoek naar welke soorten vuilnisbakken er op school allemaal zijn. Verzamel ze vooraan in de klas.

Zorg voor: pmd, gft, rest, papier & karton.

Neem foto's als de vuilnisbakken te groot zijn om te verhuizen naar de klas of ga samen op stap door de school.

De leerlingen nemen het werkboek erbij. Bekijk samen grondig de sorteergids op pagina 14 en 15.

Wat mag er in de pmd-zak?

- plastic: folie, flessen, flacons, bakjes, rietjes, verpakkingen … Alles wat plastic is.

- metalen blikjes, spuitbussen (uit de badkamer en van eten)

- drankkartons

- aluminiumbakjes om uit te eten

Wat mag er in de gft-bak?

- Alles van eten en etensresten: eierschalen, groenten, fruit, overschotjes van eten, schillen … Maar bijvoorbeeld ook een plant die dood is.

Wat mag er bij papier & karton?

- Alles wat enkel uit papier of karton bestaat: oude tijdschriften, kranten, dozen, papieren, eierdozen, kartonnen verpakkingen …

- Drankkartons mogen niet bij het karton. Die hebben een plastic laagje aan de binnenkant en moeten dus bij pmd gesorteerd worden.

Wat mag er bij restafval?

- Alles wat niet bij pmd, gft of papier & karton mag, moet bij het restafval. Denk aan de luier van een baby, koffiecapsules, gebruikt keukenpapier …

Open de digitale oefening en oefen eerst even samen.

Verdeel de leerlingen in kleinere groepen en geef elke groep een laptop/tablet met internetverbinding Laat ze nu zelfstandig oefenen.

Thema 8: De tuin van Bolle 22

2.3 Weerdagboek

Laat de leerling die naar Karrewiet heeft gekeken, vertellen wat er in het weerbericht werd gezegd. Teken de picto’s op het bord. Bedenk samen: als dat klopt, welke kleren doen we dan aan?

Welk weer is het echt vandaag? Vul samen het weerdagboek aan.

3 Slot

We ronden deze lessenreeks af met een herhalingsmoment. In het werkboek zie je een aantal herhalingsoefeningen die de inhoud van een aantal lessen herhalen. Op Kabas vind je aanvullend een Kahoot!-quiz. Het is een aanleiding om het thema even opnieuw te overlopen en de lessen te bekijken en te bespreken.

Daarbij kunnen de kinderen het blanco bolletje bij het nummer van elke opdracht inkleuren volgens de eenvoudige legende: - dit wist ik al. - dit weet ik nu.

De bedoeling is vooral om de kinderen nog even te laten nadenken over wat we in dit thema allemaal hebben leren kennen en hebben geleerd.

Je kunt de herhalingsoefeningen en de kleuropdracht zowel individueel (contractwerk, huistaak …) als klassikaal laten uitvoeren. Het is evenwel nooit de bedoeling om alle leerstof nog eens te gaan herhalen en uitleggen in detail.

Verwijs de leerlingen ook naar het online aanbod op Kabas: - de digitale oefeningen; - de simulatie hoe groeit een plant?; - de simulatie jaarfries; - de oefentoets, die ze kunnen maken wanneer ze denken klaar te zijn voor de toets.

Thema 8: De tuin van Bolle 23

Les 7 Evaluatiemoment

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen natuurelementen (weer, dier en plant) selecteren als passend bij de lente.

2. De kinderen weten welke activiteiten typisch zijn voor welke seizoenen.

3. De kinderen kunnen de delen van een plant en een vrucht aanduiden en benoemen.

4. De kinderen kunnen afval sorteren in de verschillende vuilnisbakken.

5. De kinderen weten welke producten afkomstig zijn van de natuur en de dieren.

6. De kinderen weten hoe ze een plant moeten verzorgen.

Lesmateriaal

- kopieerblad 1: toets - kopieerblad 2: correctiesleutel toets - kopieerblad 3: selfie - powerpoint 1: selfie - markeerstift - kleurpotloden

Vooraf

Voorzie per leerling een kopie van kopieerblad 1 en 3

Thema 8: De tuin van Bolle 24

Lesverloop

Deel de toetsenbladen uit (kopieerblad 1). De leerlingen noteren hun naam en klas. Overloop alle vragen. De leerlingen duiden met een markeerstift de belangrijkste begrippen in iedere vraag aan.

Opdracht 1: Wat past er het best bij de lente?

De leerlingen kruisen aan wat er het best bij de lente past bij weer, plant en dier.

Opdracht 2: Benoem de delen van de plant en de vrucht. Laat de leerlingen de stengels groen en de wortels bruin kleuren. Laat ze het steeltje en de pit bij de appel tekenen.

Opdracht 3: In welk seizoen gebeuren deze dingen?

De leerlingen verbinden de afbeeldingen met het juiste seizoen.

Opdracht 4: Wat hoort in welke vuilnisbak?

De leerlingen verbinden het afval met de juiste vuilnisbak.

Eventueel kan je hier de afkortingen nog even verduidelijken als hulp.

Opdracht 5: Wat komt waarvandaan?

De leerlingen verbinden de producten met de juiste stof.

Opdracht 6: Hoe verzorg je een plant? Laat de leerlingen aankruisen wat goed is.

Beoordeling:

Opdracht 1: 1 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten

Opdracht 2: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 2 punten

Opdracht 3: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 4 punten Opdracht 4: 1 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten Opdracht 5: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 1,5 punten

Opdracht 6: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 1,5 punten

Totaal: 15 punten

De selfie

Bezorg alle leerlingen de selfie (kopieerblad 3) van dit thema. Leid kort in. We hebben het thema afgerond. We sluiten zoals steeds af met een momentje waarop we het even stil maken en een selfie maken van wat we er zelf van vinden.

Start de powerpoint met de eerste dia. Lees zelf de vraag voor. Herhaal die nog eens en verduidelijk indien nodig ook de mogelijke antwoorden.

Kruis nu het antwoord aan dat het best bij jou past, volgens jou. Wanneer je klaar bent, vouw je het blad en kleef je het dicht.

De leerlingen houden het bij op de afgesproken plaats. Dat kan een eigen envelop zijn, of een ringmapje of …

Thema 8: De tuin van Bolle 25

Overzicht opties WOUW-actie

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

2 x

100' Jullie maken een lentewandeling en gaan actief op zoek naar producten van de natuur, zoals een bus melk, bos bloemen, wollen muts … De leerlingen tekenen de gevonden voorwerpen in een leeg bingorooster. Tijdens een tweede wandeling werken de leerlingen samen met hun gasten om zo snel mogelijk bingo te kunnen roepen.

1

Natuurbingo

50' De leerkracht leest voor uit een prentenboek. De leerlingen passen erna hun nieuw verworven kennis over de seizoenen toe: ze kiezen samen een prent uit het boek en werken per twee aan een groot knutselwerk van de prent in een ander zelfgekozen seizoen.

50' De leerlingen werken in groep een eigen weerbericht uit. Ze oefenen hun communicatievaardigheden en creëren zo samen een uniek product. Ze passen de lesinhoud nogmaals toe door na elke presentatie te raden welk seizoen voorgesteld werd.

50' Per team krijgen de leerlingen een stapel kaarten met allerlei soorten afval op afgebeeld. Het doel is dat ze zo snel mogelijk alle afvalkaarten in de juiste vuilnisbak sorteren. De leerlingen passen zo actief en spelenderwijs hun kennis toe. Nadien worden de kaarten klassikaal overlopen en ook een winnend team uitgeroepen.

Thema 8: De tuin van Bolle 26
1
2
Prentenboek
2
3
Het weerbericht 3
4
Afvalrace 4

50' Jullie kiezen samen een locatie die nodig eens opgeruimd moet worden en maken een voor-en-na-foto. De leerlingen reflecteren over het gedrag van de mens en de verantwoordelijkheid. Ze verwoorden ook nog eens de verschillende soorten afval. Het doel is dat ze trots zijn op hun inzet voor de natuur

5 Trashtag 5

50' In deze les taalinitiatie Frans leren de leerlingen via diverse spelvormen en een lied de maanden van het jaar en de seizoenen aan. Ook gaan ze kleuren koppelen aan bepaalde seizoenen. De natuur ontwaakt …

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Thema 8: De tuin van Bolle 27
La nature se réveille

Begrippen- en namenlijst

Les 1 lente dieren mensen planten weerbericht weerdagboek

Les 2 licht warmte water voeding mest zaaien bloem stengel blad wortels

Les 3 ei kip kuiken kitten lam baby peuter kleuter kind tiener volwassene

Les 4 seizoen lente zomer herfst winter

Les 5 bloesem sap steel schil vruchtvlees pit

Les 6 pmd-afval papier- en kartonafval gft-afval restafval

Thema 8: De tuin van Bolle 28
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.