7 minute read

BOEKRECENSIES

Next Article
EEN HARTJE

EEN HARTJE

BOEKRECENSIES

MARCUS DU SAUTOY, DE CODE VAN CREATIVITEIT. HOE AI LEERT SCHRIJVEN, SCHILDEREN EN DENKEN

BESPREKING DOOR PAUL LEVRIE. DEZE VERSCHEEN EERDER IN HET TIJDSCHRIFT PYTHAGORAS.

UITGEVERIJ NIEUWEZIJDS OKTOBER 2020 ISBN 978 90 571 25102

In het vorige boek van wiskundige Marcus du Sautoy, Wat we niet kunnen weten, ging het er al even over: hoe staat het met AI, Artificiële Intelligentie? Kunnen computers of computerprogramma’s ondertussen al denken? Hij had het toen over de smartphone app Cleverbot die je vragen kan stellen en die antwoorden geeft en probeert je ervan te overtuigen dat het een mens is die je antwoordt. De app leert ook voortdurend bij zodat de antwoorden ook beter en beter worden. Maar, zegt du Sautoy in dat boek, het lukt nog niet echt goed.

In zijn laatste boek, dat verscheen in 2019, borduurt hij hierop voort. Hij vertrekt van de uitspraak uit 1842 van Ada Lovelace, die beschouwd wordt als de eerste computerprogrammeur: `We moeten ons hoeden voor overdreven ideeën die zouden kunnen ontstaan over de kracht van de analytische machine. De analytische machine heeft niet de pretentie dat

ze iets kan laten ontstaan. Ze kan de opdrachten uitvoeren die wij haar geven.’ Maar is dit wel zo? Du Sautoy stelt zich de vraag: kan de computer van vandaag al creatief zijn? Hij stelt daarvoor de Lovelace-test voor: een test voor de creativiteit van de computer. Een computerprogramma slaagt voor de test als het een creatief kunstwerk kan maken, op zo’n manier dat het proces herhaalbaar is en dat de programmeur niet kan verklaren hoe zijn algoritme dit heeft gepresteerd. Kan een computer een schilderij maken, een muziekstuk componeren of een roman schrijven, op zo’n manier dat die niet van echt te onderscheiden zijn? Dat wordt onderzocht in dit boek dat een erg interessant overzicht biedt van de evolutie en de stand van zaken in AI op gebied van creativiteit.

Het was toen groot nieuws: in 1997 versloeg het computerprogramma DeepBlue de beste schaakmeester ter wereld, Garri Kasparov. Toen werd er gezegd dat schaken niet zo moeilijk was om te leren aan een computer, maar dat de echte uitdaging go was. In 2016 was er dan AlphaGo, een goprogramma dat won tegen een van de go-kampioenen van dat ogenblik, Lee Sedol. Het programma deed daarbij een zet die erg onverwacht was, volgens de makers van het programma, en won daarmee een partij, maar toen bij een volgende partij Lee Sedol een geniale zet deed, toen raakte de computer in de war en verloor. Het werd uiteindelijk 4 tegen 1 voor AlphaGo. AlphaGo wordt gestuurd door een neuraal netwerk, leert voortdurend bij, en wordt zo beter en beter, en op termijn onklopbaar.

Diezelfde neurale netwerken kunnen ook gevoed worden met bijvoorbeeld schilderijen van Rembrandt, of composities van Bach, Chopin, of Mozart, en slagen er dan in om een schilderij à la Rembrandt te maken (via 3D-printing – een project van TU Delft), of een nocturne te schrijven die Chopin had kunnen componeren. En zo’n programma kan ook wiskundige stellingen vinden en bewijzen. Je kan je afvragen of het dan niet om imitatie gaat, of het wel origineel werk is? En dat is natuurlijk moeilijk om te beoordelen, een en ander hangt af van de definitie van ‘origineel werk’. Kan een programma bijvoorbeeld ook een roman schrijven? Ook daar wordt op gewerkt. Recent nog, na het verschijnen van het boek, kwam Elon Musk met het nieuws dat het bedrijf OpenAI een programma heeft ontwikkeld dat teksten kan genereren, en dat hij bang is voor de mogelijke consequenties van deze technologie…

Het is duidelijk dat de vooruitgang in AI razendsnel gaat, en dit boek geeft daar een goed beeld van. Marcus du Sautoy voert ons er in mee op een interessante reis door de wereld van AI, doorspekt met verhalen en anekdotes, en hij slaagt er wonderwel in om de lezer tot het einde toe te blijven verbazen. Zeker de moeite van het lezen waard.

En nog een leuk weetje: er zit in het boek een passage van 350 woorden geschreven door een algoritme dat korte teksten schrijft op basis van een aantal sleutelwoorden. Het is aan de lezer om die passage te vinden!

DE DIKKE PYTHAGORAS

JAN GUICHELAAR, PAUL LEVRIE EN ROOSMARIJ VANHOMMERIG BESPREKING DOOR STIJN DIERCKX

UITGAVE: LANNOO, NOVEMBER 2020 ISBN 978 94 014 7183 1 Het tijdschrift Pythagoras is al jarenlang een begrip in België en Nederland onder liefhebbers van wiskunde, jong en oud, waarin kennis gemaakt wordt met de veelzijdigheid en schoonheid van wiskunde. Leuke en uitdagende wiskunde door middel van boeiende artikelen en gevarieerde puzzels en doordenkers, niet het schoolvak wiskunde. In 2011 verscheen al het boek De Pythagoras Code waarin een selectie artikelen uit 50 jaar Pythagoras gebundeld werd. Maar, zoals hoofdredactrice Roosmarij Vanhommerig in het voorwoord van dit boek (terecht) opmerkt: “Waar de meeste mensen trots zijn als ze de mijlpaal 50 bereiken, worden wiskundigen gelukkiger van het getal 60. Niet omdat we dan 10 jaar ouder zijn, maar om dat voor ons 60 een mooier getal is dan 50.” En ziehier, een tweede jubileumboek voor Pythagoras, ditmaal om 60 jaar breinbrekers in de spotlights te zetten.

De meer dan 600 puzzels (601 om precies te zijn, de auteurs hebben niet gelogen) werden onderverdeeld in zes categorieën ter indicatie van het onderwerp, gaande van kans- en telproblemen tot meetkundige puzzels. Daarnaast krijgt elk raadsel ook een moeilijkheidsgraad mee: van 1 bolletje voor puzzels die op te lossen zijn met gezond verstand en eenvoudig rekenwerk tot 3 bolletjes voor de gevorderde wiskundige puzzelaar. Het algemene uitgangspunt was om vraagstukken te selecteren op wiskundig inzicht en creativiteit, niet zo zeer op wiskundige kennis, en hoewel dat laatste soms onvermijdelijk is, zijn de samenstellers hier in mijn ogen zeker in geslaagd. Wat betreft het makkelijkste niveau werd ook de feedback gevraagd van een leerlinge uit het 4e Gymnasium (voor de Belgen: komt overeen met

4e middelbaar ASO), zo blijkt uit het voorwoord, om zeker te zijn dat deze puzzels zeker aan het niveau voldoen. Van elke puzzel staat achteraan ook een oplossing, inclusief redenering, zodat de puzzelaar kan controleren of hij/zij het bij het rechte eind had.

Naast de gewone puzzels, is ook elke paginanummer als wiskundig raadsel opgevat, goed voor nog eens bijna 300 extra uitdagingen voor de ijverige lezer. En als dat alles nog niet genoeg was, worden de puzzels geregeld afgewisseld met interessante wiskundige weetjes van allerlei aard: extra voeding voor de hersenen die dan weer kan leiden tot urenlang zoek- en leerplezier op het wereldwijde web.

Kortom: dit boek is meer dan een aanrader voor liefhebbers van wiskundig puzzelwerk om zichzelf mee te plezieren, of om af en toe vrienden, kennissen of leerlingen warm te krijgen voor wiskunde en uit te dagen met een raadseltje, en op die manier bij te dragen aan de missie van het tijdschrift zelf.

Nando is de nieuwe methode wiskunde van die Keure. De methode is geschikt voor de 1e graad A-stroom en het materiaal voor de 2e graad wordt aangepast volgens de hervormingen van het secundair onderwijs voor de doorstroom- en dubbele finaliteit. Nando biedt vernieuwend en motiverend wiskundeonderwijs aan met een sterke focus op differentiatie. Herbekijk de webinars over onze wiskundemethodes

Van Basis tot Limiet (VBTL) is een totaalmethode wiskunde voor de 1e graad A-stroom, het materiaal voor de 2e graad wordt herwerkt volgens de hervormingen van het secundair onderwijs voor de doorstroom- en dubbele finaliteit. Voor de 3e graad is VBTL geschikt voor ASO, TSO en KSO. VBTL gaat verder dan alleen de wiskundelessen zelf. Dankzij het vele extra materiaal krijgen de leer-lingen een ruimere kijk op wiskunde.

Tijdens de webinars kom je alles te weten over de herwerking van VBTL en Nando voor het 3e jaar. Surf naar www.webinarssecundair.diekeure.be.

This article is from: