tipsbundel naar de kermis
Leerkracht
1 Deze bundel is bedoeld als een ‘Eerste Hulp Bij Oefeningen’bundel. Je kan die leerkrachtgestuurd en leerlinggestuurd inzetten.
Leerkrachtgestuurd: je gebruikt de tips zelf om de leerlingen op weg te helpen. Jij houdt de tipsbundel bij en beslist wie welke tip wanneer krijgt.
Leerlinggestuurd: de leerling beslist wanneer hij/zij in de tipsbundel gaat kijken. Je legt de bundel op een vaste plaats zodat de leerlingen zelfstandig kunnen doorwerken.
2 De leerling krijgt de afbeelding van het werkblad uit zijn boekje en kan naast de moeilijke oefening de tip(s) raadplegen.
3 Hij/zij gaat na het lezen van de tip verder aan de slag. Indien nodig volgt er nog een tweede of derde tip.
Leerling
1 Deze bundel is een hulp wanneer je vast zit bij een oefening.
2 Zoek de bladzijde uit het werkboek en kijk naar de oefening waar je vast zit.
3 Lees de eerste tip. Die helpt je een stapje verder.
4 Soms heb je nog meer tips en krijg je nog wat extra uitleg.
5 Wanneer je het overzicht achteraan in het werkboekje aanvult, geef je bij ‘ik kon het alleen’ het bolletje een andere kleur bij de bladzijdes waar je de tips gebruikt hebt.
op de octopus
1 klaar voor de eerste rit? reken uit. kleur de in elke arm in de juiste kleur. gebruik
op de octopus op de octopus
1 klaar voor de eerste rit? reken uit. kleur de in elke arm in de juiste kleur.
bots je mee?
1 er staan vier auto’s in het kraam. wie zit in welke auto? lees en verbind. mijn auto heeft een vlag. mijn nummer is < dan 15.
mijn auto is rood of groen. mijn nummer is > dan 10.
mijn auto heeft geen vlag. ik zit niet in de gele auto.
mijn auto is de mooiste. ik zit tussen eef en tim.
tim eef ali lies
2 lees en kleur juist in.
• kleur de vierde auto rood.
• net voor de rode auto staat een blauwe auto.
• de groene auto staat tussen de gele en de blauwe auto.
• de laatste auto is paars.
• net na de rode auto staat een
de auto’s staan in een rij. welke auto staat eerste? welke auto is laatst?
hoe gaat het verder?
1 kijk goed en maak elke reeks af. vul de getallen in en geef de juiste kleur.
tel eerst verder. kleur dan in.
tel eerst terug. kleur dan in.
kleur eerst in. tel eerst verder bij paars. tel dan verder bij oranje.
kleur eerst in. tel verder of terug per soort vlag.
kleur eerst in. tel verder of terug per kleur suikerspin.
kleur eerst in. tel bij het getal in de ballon het aantal strikjes op.
heb jij een kaartje?
c o s
gebruik een potlood om aan te duiden wat je geteld hebt.
1 het kraam staat vol botsauto’s. f b r l
k tel juist! vul in.
j a g
i u p m d t e
zet streepjes om bij te houden wat je telt (bv. III = 3).
h
• er zijn botsauto’s met een blauwe vlag.
• er zijn lege botsauto’s.
• samen zijn er groene en rode botsauto’s.
• er staan mensen te kijken naar de botsauto’s.
• er zijn groene auto’s meer dan gele auto’s.
• er zijn samen botsauto’s.
2 welke auto zoeken we? zet de letter in het reken dan de oefening uit. kijk naar het voorbeeld. letter b
2 welke auto zoeken we? zet de letter reken dan de oefening uit. kijk naar
kijk eerst naar wat je moet zoeken. kijk dan pas op de tekening.
4 kijk en kleur in. tel het aantal in de tekening en kleur evenveel blokjes.
bv. ik zoek een gele auto met een blauwe vlag en twee kinderen.
13 + 7 = 20 – 16 =
schrijf de letter van de botsauto in de rode bol.
kleuren op de kermis!
trek met potlood een kring rond wat je hebt geteld.
3 vind jij de zin? kijk naar oefening 2.
17 6 7 6 12 5 18 14
kleur eerst zacht met potlood.
4 kijk en kleur in. tel het aantal in de tekening
verbeter eerst oefening 2 en maak dan pas 3. zoek je 8 16 ?
zet één wijsvinger op 8 16 en schuif naar rechts. zet je andere wijsvinger op 8 16 en schuif naar beneden. waar komen je vingers samen?
herken je de kermistekening? kleur dan wat harder in.