Janus 6 D - Hoofdstuk 1, 3 en 6- inkijk methode

Page 1


D-finaliteit

Hoofdstuk 1

De wereld brandt opnieuw

Welke parallellen zijn er tussen de hedendaagse Belgische maatschappij en die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog?

1 Wat zijn de gelijkenissen tussen de hedendaagse Europese maatschappij en die tijdens de jaren 1930?

2 Wat waren de maatschappelijke gevolgen van de Tweede Wereldoorlog?

3 In welke mate heeft de Tweede Wereldoorlog nog steeds een invloed op de hedendaagse Belgische maatschappij?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Fenestra

a Bekijk onderstaande afbeeldingen en bronnen. Bepaal welke bruikbaar zijn om bovenstaande vragen te beantwoorden. Motiveer telkens je antwoord.

1

Anoniem, een lid van de SA staat naast een bord met daarop “Duitsers! Verdedig jullie! Koop niet bij Joden!”, Tietz-winkel Berlijn, 1 april 1933.

Charles Levy (1918-1997), paddenstoelwolk boven Nagasaki na het droppen van de atoombom ‘Fat Man’, 9 augustus 1945. 2

U.S. Army (1777-heden), overzicht van het Flossenbürg concentratiekamp na de bevrijding ervan, ca. april 1945.

In dit kamp werden tussen 1938 en 1945 ongeveer 97 000 politieke en krijgsgevangenen vastgezet. Ongeveer 30 000 van hen overleefden het harde regime en de dwangarbeid niet.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Sint-Maartensfonds (1951-2006), Berkenkruis, tijdschrift, januari 1981. Het Berkenkruis werd uitgegeven door het Sint-Maartensfonds, een vereniging van Vlaamse oostfrontstrijders. Dit waren Vlaamse vrijwilligers die samen met de nazitroepen tegen de Sovjet-Unie vochten.

© Catawiki

Ontrafeld

1 DE VOLKENBOND EN DE GLOBALE CONTEXT

De gruwel van de Eerste Wereldoorlog had duidelijk gemaakt dat er nood was aan een internationale organisatie die de vrede bewaakte. Sinds het Concert van Europa uiteengevallen was, bestond er immers geen internationaal overlegplatform meer waarmee oorlogen vermeden konden worden. In 1919 gingen de overwinnaars dan ook akkoord met het voorstel van de Amerikaanse president Woodrow Wilson (1856-1924) om een Volkenbond op te richten. Wilson stelde het ‘Veertienpuntenprogramma’ op dat hij via de bond verwezenlijkt wilde zien.

a Lees onderstaande samenvatting van het programma en beantwoord bijhorende vragen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

1 verbod op geheime diplomatie

2 vrije doorvaart op internationale wateren

3 verwijderen van handelsbelemmeringen

4 ontwapening

5 onpartijdige regeling van koloniale aanspraken

6 terugtrekken van Duitse troepen uit de Russische gebieden

7 herstel van de Belgische onafhankelijkheid

8 Duitsland moet Elzas-Lotharingen verlaten en teruggeven aan Frankrijk

9 definitieve grenzen Italië vastleggen

10 recht op autonome ontwikkeling voor de verschillende nationaliteiten binnen Oostenrijk-Hongarije

11 recht op zelfbeschikking voor de Balkanstaten; Servië krijgt toegang tot de zee

12 recht op autonome ontwikkeling van de niet-Turkse etniciteiten binnen het Ottomaanse Rijk; de Dardanellen moeten vrij toegankelijk worden voor scheepsvaart

13 creatie van een onafhankelijk Polen met toegang tot de zee

14 oprichting van de Volkenbond als algemeen verbond tussen naties waarbij voor elk lid politieke onafhankelijkheid en territoriale integriteit gewaarborgd wordt

Bron: naar Woodrow Wilson (1856-1924), Veertienpuntenprogramma, 1919

1 Welke landen werden bevoordeeld door het programma?

2 Welke landen werden benadeeld door het programma?

Net als na de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871, zorgde de Eerste Wereldoorlog voor revanchisme. De verliezers kregen alle schuld en werden zwaar gestraft. Een van de gevolgen hiervan was dat ze aanvankelijk niet welkom waren bij de Volkenbond. Dit veranderde uiteindelijk door de wil van de overwinnaars om hen sancties op te leggen. Een ander probleem van de Volkenbond was dat Wilson de VS nooit heeft kunnen overtuigen om lid te worden, ook al was hij de drijvende kracht achter de oprichting ervan.

b Formuleer zelf een historische vraag over de Volkenbond volgens de criteria van het Janusje-van-alles.

c Formuleer zelf een antwoord op deze vraag door een kort onderzoek te voeren. Hou hierbij de criteria van de vijfde en zesde stap uit je Janusje-van-alles voor ogen bij de bronnen die je vindt.

De Volkenbond sloot veel verdragen af, maar had geen (krijgs)macht om deze af te dwingen. Bovendien sloten verschillende belangrijke landen zich niet aan, waardoor die de economische sancties konden omzeilen, bijvoorbeeld de VS. Het gebrek aan daadkracht werd pijnlijk duidelijk doordat er verschillende invasies plaatsvonden zonder dat de Volkenbond reageerde (ze kon niet). Het was ook een komen en gaan van lidstaten. Zo stapte Japan er in 1933 uit nadat

Hoofdstuk 1 De wereld brandt opnieuw

het bekritiseerd werd voor het binnenvallen en bezetten van Mantsjoerije (China). Duitsland stapte er onder leiding van Adolf Hitler (1889-1945) ook in 1933 uit wegens de inperking van het leger. Italië veroverde in 1936 onder leiding van Benito Mussolini (1883-1945) Abessinië (Ethiopië) en stapte een jaar later ook uit de bond. Uiteindelijk werd ook de USSR in 1939 uit de bond gezet wegens de invasie van Finland.

d Wat was het gevolg van deze ontwikkelingen voor de Volkenbond?

e Welk gevaar hield het ontbreken van een internationale reactie op deze gebeurtenissen in?

2 EXTREME PARTIJEN EN DE OPKOMST VAN HET FASCISME

Zoals we in Janus 5 zagen, waren de jaren 1920 een periode van uitersten die eindigde met de Amerikaanse beurscrash van 1929. Door de sterke economische verwevenheid van de VS en (West-)Europa, sloeg de economische crisis snel over. Dit had zowel grote economische als sociale gevolgen, wat een voedingsbodem werd voor extreme politieke ideologieën.

a Bekijk onderstaande tabel met de zetelverdelingen in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordiging na de verkiezingen van 1919 tot en met 1936. Wat is hier opvallend aan?

Bron: op basis van Belgium.be, https://verkiezingsresultaten.belgium.be/nl/election-results/kamer-van-volksvertegenwoordigers/1921/rijk/164353, geraadpleegd op

b Bekijk onderstaande tabel met de zetelverdelingen na de Duitse Rijksverkiezingen voor de periode 1919 tot en met 1933 en beantwoord bijhorende vragen.

Bron: op basis van

1 Wat is hier opvallend aan?

2 Wat was de NSDAP?

Ook in andere landen kenden extreemrechtse ideologieën en partijen een opmars, bijvoorbeeld in Italië, Spanje en Hongarije. Ze kwamen hier zelfs aan de macht. In Duitsland bestond de voedingsbodem hiervoor uit zowel sociale en economische factoren als het revanchisme na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Bovendien was er ook nog de democratische paradox, zoals we die reeds in Janus 5 besproken hebben.

c Leg de democratische paradox uit aan de hand van de casus van Hitler.

Hitlers NSDAP behaalde hoge scores in de verkiezingen van 1930 en 1932, maar hij kreeg oorspronkelijk geen functie omdat toenmalig rijkskanselier Paul von Hindenburg (1847-1934) hem niet vertrouwde. Na druk uit te oefenen, werd Hitler in 1933 toch tot rijkskanselier benoemd. Hij startte meteen met het uitbouwen van zijn binnenlandse macht door politieke tegenstanders te verwijderen, wetten te stemmen en de staat dusdanig te (re)organiseren dat zijn nazipartij de volledige macht in handen kreeg. Hitlers dictatuur was een feit.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De NSDAP wordt als een extreemrechtse partij gezien. In onderstaand kader vind je de kenmerken van extreemrechtse partijen terug.

Kenmerken extreemrechtse partijen

De politieke wetenschap schrijft drie kenmerken toe aan dergelijke partijen:

- Ze zijn autoritair en hechten veel belang aan ‘law & order’. Sterke leiders en tucht zijn voor hen belangrijk.

- Ze zijn ‘nativistisch’ in hun denken, in die zin dat ze een xenofobe vorm van nationalisme aanhangen. Met andere woorden: ze koppelen nationalisme aan een afkeer voor vreemdelingen.

- Dergelijke partijen zijn enorm populistisch. Ze zeggen dus dat ze in naam van ‘het volk’ of ‘de gewone man’ spreken.

Bron: op basis van VRT NWS, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/05/28/radicaal-rechts/, geraadpleegd op 14/02/2024

De NSDAP was niet enkel extreemrechts, ze was ook fascistisch. In onderstaand kader vind je de kenmerken van het fascisme terug.

Kenmerken fascisme

- Fascisme is een revolutionaire ideologie die de natie wil herstellen nadat die op het nippertje is kunnen ontsnappen aan een periode van decadentie en verval.

- Fascisme is sociaal-communistisch, noch liberaal-kapitalistisch. Het wil(de) een derde weg bieden tussen beide uitersten in en is optimistisch over de toekomst waar deze weg heen leidt.

- Fascisme keurt de democratie af.

- Fascisme is autoritair en streeft naar een totalitaire heerschappij van een charismatische leider, een dictatuur.

Bron: op basis van historiek.net, https://historiek.net/fascisme-ontstaan-betekenis-en-kenmerken/81594/#kenmerken, geraadpleegd op 14/02/2024

d Omschrijf in je eigen woorden het verschil tussen een nationalistische en een extreemrechtse partij.

Officieel heette nazi-Duitsland het ‘Duitse Rijk’. Het begrip ‘Derde Rijk’ was heel populair bij de media, maar werd nooit officieel door de nazi’s gebruikt. Het ‘nationaalsocialisme’ was de officiële naam van de fascistische ideologie van de NSDAP. Hitler voerde een zeer agressieve buitenlandse politiek. In 1938 voegde hij Oostenrijk toe aan het Duitse Rijk en annexeerde hij met toelating van de andere Europese grootmachten Sudetenland, een deel van Tsjecho-Slowakije. In 1939 werd met de annexatie van Bohemen en Moravië de rest van het land in het Duitse Rijk opgenomen.Tussen 1936 en 1939 nam het Duitse leger actief deel aan de Spaanse Burgeroorlog, aan de kant van de fascistische generaal Francisco Franco (1892-1975).

Intussen deden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk er alles aan om een nieuwe (wereld)oorlog te vermijden. De Britse premier Neville Chamberlain (1869-1940) gaf aan dat de Duitse expansie moest stoppen na de annexatie van Sudetenland.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Duitse en Italiaanse expansie binnen Europa, 1935-1939

Duitse Rijk en bondgenoten

Sovjet-Unie

geallieerden geannexeerd in 1938 geannexeerd in 1939

e Vat voor jezelf de verschillende oorzaken van de Tweede Wereldoorlog samen.

3 HET BEGIN EN VERLOOP VAN DE OORLOG

Wat al enige tijd in de lucht hing, ontspoorde uiteindelijk in 1939. Hitler wilde almaar meer land annexeren. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zagen nog één belangrijke Europese bondgenoot: Polen. Ze waren namelijk van mening dat er in het geval van een oorlog met Duitsland een tweede front moest komen aan de Duitse oostgrens.

1939-1940 Duitse en Sovjetagressie

Sovjetleider Jozef Stalin (1878-1953) probeerde tijdens de jaren 1930 een bondgenootschap te vormen met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, tegen Duitsland en Japan. De westerse landen vertrouwden hem echter niet. Ook Polen en Roemenië wilden niet weten van een alliantie met de USSR. Ze gingen er op dat moment allemaal van uit dat Stalin nooit een alliantie zou aangaan met nazi-Duitsland.

a Waarom gingen ze hiervan uit?

Oostenrijk
Tsjecho-Slowakije
Albanië

Op 23 augustus 1939 sloten de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop (1893-1946) en zijn Sovjet tegenhanger Vjatsjeslav Molotov (1890-1986) het Molotov-Ribbentrop- of ‘Duivelspact’. Hierin spraken beide landen af elkaar niet aan te vallen, ook niet als een van beide door een derde partij werd aangevallen.

b Waarom sloten ze dit pact?

Op 1 september 1939, enkele dagen na het afsluiten van het Molotov-Ribbentroppact, viel Duitsland Polen binnen. Twee weken later viel ook de USSR het land binnen, waardoor het zich op twee fronten moest verdedigen. Het Poolse leger kon ongeveer een maand standhouden, maar moest toch het onderspit delven. Uiteindelijk werd het land verdeeld tussen het Duitse Rijk en de USSR, zoals in een geheime clausule van het pact was bepaald. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hadden de Poolse militaire capaciteiten enorm overschat en hadden geen rekening gehouden met een bijkomstige Sovjetinval.

c Bekijk onderstaande kaarten en die op de volgende pagina. Schets op basis hiervan chronologisch het verloop van de Tweede Wereldoorlog op Europees grondgebied.

Uitvoering Molotov-Ribbentroppact, 1 september - 6 oktober 1939

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Europa in 1940

Duitse Rijk, bondgenoten en door hen bezette gebieden

Duitse veroveringen, 1939

Sovjetveroveringen, 1939

Sovjet-Unie geallieerden

Een keerpunt in de oorlog, 1942

Duitse Rijk en bondgenoten door het Duitse Rijk bezet gebied

Sovjet-Unie geallieerden

Vichyregime door de Sovjet-Unie bezet gebied

geallieerden asmogendheden en hun bezittingen

Vichyregime door het Duitse Rijk bezet of veroverd gebied satellietstaten van het Duitse Rijk in handen van de geallieerden

Het einde van het Duitse Rijk, 1943-1945

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Sovjet-Unie

oostfront januari 1943 - 1944

opschuiven oostfront januari - juni 1944

opschuiven oostfront juni 1944 - januari 1945

opschuiven oostfront januari - april 1945

opschuiven westfront september 1943 - mei 1944

opschuiven westfront juni - augustus 1944

opschuiven westfront augustus 1944 - januari 1945

opschuiven westfront januari 1945 - april 1945

Operation Overlord, 6 juni 1944 (D-day)

Operation Dragoon, 15 augustus 1944

Berlijn 2 mei 1945

Duitse Rijk in 1943

gebieden onder Duits gezag in mei 1945

Op 8 mei 1945 gaf nazi-Duitsland zich over aan de geallieerde strijdkrachten. Deze overgave werd getekend door de kopstukken van de NSDAP en het leger. Hitler was op 30 april 1945 reeds uit het leven gestapt.

Naast Italië, sloot het Duitse Rijk ook een alliantie met Japan. Deze drie landen stonden vanaf dan bekend als de ‘asmogendheden’. Mussolini gebruikte deze term voor het eerst in 1936 toen hij over de as Berlijn-Rome sprak. Door de Japanse deelname, nam het conflict de schaal van een wereldoorlog aan. Het Vichyregime bestond uit het niet-bezette deel van Frankrijk en de Franse kolonies. De regering stond onder leiding van maarschalk Philippe Pétain (1856-1951) en vormde een dictatuur die veel gelijkenissen vertoonde met nazi-Duitsland. Zo werden Joden hier ook gediscrimineerd en gedeporteerd. Na de oorlog werden de regeringsleden van de regering veroordeeld wegens landverraad.

d Bekijk onderstaande kaart en die op de volgende pagina en geef chronologisch het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Azië.

Japanse expansie, 1931-1942

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Keizerrijk Japan in 1931

door Japan geannexeerd gebied in 1931-1932

door Japan bezet gebied in 1938

door Japan bezet gebied in 1942

bondgenoten Japan

Keizerrijk Japan in 1942

Japanse aanvallen op Amerikaans grondgebied geallieerden in 1942

Dutch Harbor 3 juni 1942
Pearl Harbor 7 december 1941 Alaska
Sovjet-Unie
China
Brits-India
Maleisië
Birma Borneo
Japan
Filippijnen
NieuwGuinea
Hawaï
Aleoeten 3 juni 1942

Pacifische Oorlog, 1943-1945

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

9 augustus

Japans gebied, 1945 geallieerden

gebied veroverd op Japan in november 1943 gebied veroverd op Japan in april 1944 gebied veroverd op Japan in oktober 1944 gebied veroverd op Japan in augustus 1945 atoombommen op Japan

Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan. Op 2 september ondertekende de Japanse minister van Buitenlandse Zaken de officiële overgave.

… de laatste Japanse soldaten zich pas in 1974 overgaven? Hiroo Onoda (1922-2014) en Teru Nakamura (19191979) overleefden bijna 30 jaar in respectievelijk de Filipijnse en Indonesische jungle. Men ging ervan uit dat ze gesneuveld waren, maar al die tijd leefden ze in de overtuiging dat de oorlog nog steeds aan de gang was. Uiteindelijk werden ze ontdekt en gaven ze zich onafhankelijk van elkaar in hetzelfde jaar over.

Alaska
Sovjet-Unie
China
Brits-India
Maleisië Birma Borneo
Japan
Filippijnen
NieuwGuinea
6 augustus 1945
1945
Hawaï
Wist je dat …

Duitse Rijk en bondgenoten

Net als in de Eerste Wereldoorlog, was een groot deel van de wereldbevolking betrokken in de Tweede Wereldoorlog. Ook was er opnieuw een tekort aan levensmiddelen, kledij, medicatie … Velen probeerden zo goed en zo kwaad als het ging de dag door te komen. Mensen vluchtten in schuilkelders als het luchtalarm afging om hen te waarschuwen voor bombardementen. Velen gingen op de vlucht voor het geweld en de bommen. Anderen verborgen zich ter plaatse voor de bezetter. Dit was een erg diverse groep: werkweigeraars (mensen die waren opgeroepen om dwangarbeid te verrichten in Duitsland maar weigerden), verzetslieden die gekend waren door de bezetter en mensen die gezocht werden voor misdaden zoals smokkelen. Ook waren er verschillende groepen die door het naziregime vervolgd werden: Joden, Roma, Sinti, communisten, homoseksuelen …

a Lees onderstaande getuigenis. Waarom werd een kind uit Hoboken (Antwerpen) ondergebracht bij een boerenfamilie?

“Ik werd voor vier jaar ondergebracht bij boeren die ik nog nooit had ontmoet. Zonder hen had ik het niet overleefd. Mijnheer pastoor regelde dat. Hij ging overal vragen waar wij mochten logeren. Van de ene dag op de andere kwam ik daar terecht. Mijn broers en zussen verbleven bij andere mensen. Elke maand kwam mijn moeder goedendag zeggen, maar zelf kon ik niet terug naar de stad. We moesten onze brieven naar huis in codetaal schrijven. Ik had een heel ambetante tante Hélène. Als ik dan in een brief schreef “Hoe gaat het met tante Hélène?”, dan was dat een teken dat het slecht met me ging. Maar ik heb het nooit geschreven. Ik heb me sterk gehouden.”

Bron: op basis van Pieter Serrien (1985-heden), Zo was onze oorlog, Mantau, Antwerpen, 2014, p 145

b Mensen helpen onderduiken was niet eenvoudig. Welke moeilijkheden bracht dit met zich mee?

Het totale aantal slachtoffers lag enorm hoog. Schattingen lopen uiteen van 50 tot 80 miljoen. Historici raken het niet eens over het aantal omdat er tijdens de oorlog veel archieven vernietigd werden, waardoor het cijfermateriaal niet altijd even betrouwbaar is. Bovendien stierven nog eens miljoenen mensen achteraf aan de gevolgen van de oorlog. Moeten zij ook meegerekend worden of niet?

c Bekijk onderstaande tabel. Wat valt hierbij op?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Verenigde

Bron: op basis van Wikipedia, https://en.wikipedia.org/wiki/World_War_II_casualties,

Het grote aantal burgerslachtoffers is onder meer te verklaren door de Holocaust of Shoah. Het naziregime gaf verschillende etnische groepen en politieke tegenstanders de schuld van de Duitse problemen en zette een programma op om hen uit de weg te ruimen. Oorspronkelijk discrimineerde en viseerde men de Joodse bevolking in het Duitse Rijk met allerlei maatregelen, om hen zo weg te pesten. De NSDAP vaardigde vanaf 1933 verschillende antisemitische wetten uit, waarbij Joodse mensen werden uitgesloten van medische beroepen, de ambtenarij, militaire posities … Op scholen en universiteiten werden strenge quota voor Joodse studenten ingevoerd.

Anoniem, een lid van de SA staat naast een bord met daarop “Duitsers! Verdedig jullie! Koop niet bij Joden!”, Tietz-winkel Berlijn, 1 april 1933. Tietz was een keten van Joodse warenhuizen.

Anoniem, anti-Joodse graffiti en een plakkaat aan de vitrine van een Joodse winkel, ca. 1933.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Antisemitisme

In 1935 werden de zogenaamde ‘Rassenwetten van Neurenberg’ bekrachtigd. Dit waren antisemitische wetten die de vrijheid van de Joodse bevolking nog meer beperkten en gemengde huwelijken verboden. Er werd hierin ook officieel bepaald wie wel en wie niet als Joods werd beschouwd. De wetten waren zeer vergaand, zo werd van sommige groepen geëist dat ze zich lieten steriliseren om niet vervolgd te worden. Bovendien werden mensen die zichzelf nooit als Joods hadden beschouwd plots toch als Joods bestempeld. Men vandaliseerde vaak Joodse winkels en bedrijven. Ook op straat werden Joodse mensen vaak fysiek en verbaal aangevallen. Dit werd in de hand gewerkt doordat zij zich verplicht kenbaar moesten maken door een gele davidster op hun kledij te spelden.

Naziregime (1933-1945), Rassenwetten van Neurenberg, 15 september 1935. Deze steekkaart was de wettelijke basis om te bepalen of iemand al dan niet Joods was. Enkel wie vier niet-Joodse Duitse voorouders had, werd als ‘van Duitse bloede’ beschouwd. Volgens de nazi-ideologie was iemand Joods als die drie tot vier Joodse grootouders had. De middelste categorieën tonen de verschillende gradaties in ‘gemengd ras’.

Nadat Polen ingenomen was, begonnen de nazi’s met het verwijderen van de lokale intelligentsia door ze te vermoorden of deporteren. Daarna gebeurde hetzelfde met de Joodse bevolking, mensen met een handicap, Roma, Sinti, etnische Polen … Naarmate het Duitse Rijk meer gebieden veroverde, werd het leven voor velen onmogelijk gemaakt. Wie dan nog wilde vluchten, was meestal te laat. De nazi’s wilden een Groot-Duits Rijk creëren waar ariërs een ideaal leven konden leiden ten dienste van de partij. Iedereen die dit ideaal in de weg stond, moest verdwijnen. Vrij snel ging men over tot het systematisch vermoorden van iedereen die men als ongewenst beschouwde.

a Wat verstonden de nazi’s onder ‘ariërs’?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Anoniem, Duitse soldaten executeren Joden aan het massagraf van Vinnytsja, Oekraïne, 1941.

Anoniem, replica van het nekschotsysteem, Buchenwald, 2006.

In het concentratiekamp van Buchenwald executeerde men gevangenen door hen zogezegd op te meten tijdens een medisch onderzoek. In werkelijkheid stond er een soldaat achter de muur die hen via een gat in het meetsysteem een nekschot gaf.

Aanvankelijk werden mensen naar een afgelegen plaats gebracht, voor een kuil op hun knieën gezet en in het hoofd geschoten. De naziregering vond dit heel tijdrovend en duur. Bovendien was het mentaal ook heel zwaar voor de soldaten, zeker als het om vrouwen en kinderen ging. Om het uitmoorden sneller en efficiënter te laten verlopen, ging men vanaf 1941 experimenteren met gas. Op de Wannseeconferentie in januari 1942 kwam de nazitop samen om het zogenaamde ‘Jodenvraagstuk’ te bespreken. Na een proefperiode werden gaskamers op grote schaal gebruikt in vernietigingskampen. Daarnaast waren er ook concentratiekampen waar de gevangenen dwangarbeid moesten verrichten.

Concentratie- en vernietigingskampen

Concentratie- en vernietigingskampen, 1941-1945

• Neuengamme

• Bergen-Belsen

Nederland

België

Ravensbrück

• Oranienburg-Sachsenhausen

• Berlijn

• Keulen

• Neue Bremm

Frankrijk

• Natzweiller-Struthof

• Stuttgard

• Buchenwald

• Gross-Rosen

• Neurenberg

• Dachau

het Duitse Rijk en geannexeerde gebieden vernietigingskampen concentratiekampen

• Stutthof

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

• Praag

Auschwitz-Birkenau • Treblinka

• Krakau

Sobibor

Majdanek

• Dresden • Chelmno (Kulmhof) • Belzec

Mauthausen

Slowakije Wenen

Er werden verschillende vernietigingskampen gebouwd door de nazi’s en andere fascistische organisaties die met hen samenwerkten. Miljoenen mensen vonden hier de dood. De kampen op bovenstaande kaart zijn slechts enkele van de bekendste. Er waren er nog meer, bijvoorbeeld Flossenbürg in ‘Fenestra’. vernietigingskamp

Auschwitz-Birkenau

Treblinka 900 000

Bełżec 436 000

Sobibór

Chełmno

200 000

150 000

Jasenovac 100 000

Majdanek

78 000

Maly Trostenets 50 000

De beroemde toegangspoort van Auschwitz. De metalen letters gaven de gevangenen de boodschap “Arbeid maakt je vrij” mee. Hierdoor wilde men de gevangenen voorhouden dat ze konden overleven als ze hard werkten.

Auschwitz-Monowitz was onderdeel van het kampencomplex Auschwitz. De gevangenen die fit genoeg bevonden werden, moesten hier dwangarbeid verrichten in de fabrieken van IG Farben en Krupp Stahl.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Treinsporen die naar Auschwitz leiden. Meer dan een miljoen mensen werd per trein naar dit kamp gevoerd om er vermoord te worden.

Vanuit getto’s werden vele Joodse mensen rechtstreeks naar Auschwitz getransporteerd, anderen werden eerst naar andere kampen gestuurd om er dwangarbeid te verrichten. Wie te zwak was geworden door de slechte werkomstandigheden, ondervoeding of uitputting, werd op een trein richting vernietigingskamp gezet. In België werd men eerst verzameld in zogenaamde ‘doorgangskampen’ in Mechelen en Breendonk.

Anoniem, mensen worden met hun hele hebben en houden verzameld op de binnenplaats van de Dossinkazerne, Mechelen, 1942. De Mechelse Dossinkazerne was voor vele Belgische Joden het vertrekpunt naar Auschwitz.

Anoniem, ingang van het Fort van Breendonk, 2019. Vanuit Breendonk gingen de meeste gevangenen naar Buchenwald. Het fort stond bekend als de hel omdat de (Belgische) bewakers er meedogenloos waren.

Gevangenen werden geclassificeerd door stoffen insignes op de kledij. De verschillende kleuren en vormen gaven aan of iemand Joods, homoseksueel, communist … was.

Anoniem, uitgemergelde gevangenen bij de bevrijding van het Stutthof concentratiekamp, 1945. De gevangenen in de concentratiekampen moesten hard werken met bijna geen eten of kleren. Velen stierven door ontbering of uitputting nog voor ze naar een vernietigingskamp gestuurd werden.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Anoniem, tattoo op arm Holocaustoverlevende Eva Furth, 1963.

Gevangenen in concentratiekampen werden geïdentificeerd met een nummer dat op de arm getatoeëerd werd. Wie rechtstreeks naar de gaskamers werd gestuurd, kreeg geen identificatie.

Auschwitz werd begin 1945 door Sovjettroepen bevrijd. Toen het Rode Leger in aantocht was, namen de nazi’s verschillende maatregelen: bewijsmateriaal werd vernietigd en een groot aantal gevangenen moest in zogenaamde ‘dodenmarsen’ dagen aan een stuk te voet naar Duitsland trekken, terwijl ze werden opgejaagd door kampbewakers. Wie van uitputting neerviel, werd ter plaatse doodgeschoten.

Holocaustslachtoffers

Sovjet krijgsgevangenen 20%

politieke vijanden 10%

Joegoslaven 3%

Roma 2%

mensen met een handicap 1%

andere 1%

etnische Polen,

22%

Sovjet Joden 8%

andere Joden 1%

Duitse Joden 1%

Hongaarse Joden 2%

Tsjechische Joden 2%

Roemeense Joden 4%

Poolse Joden 24%

Oekraïners en Witrussen

Historici gaan uit van ongeveer 6 miljoen Joodse Holocaustslachtoffers. Bij de andere geviseerde groepen vielen minstens evenveel doden. Dit heeft dan ook diepe sporen nagelaten bij de families en nabestaanden van de slachtoffers.

Peter Eisenman (1932-heden), Holocaustmonument, Berlijn, 2003-2005. Dit monument werd gebouwd ter nagedachtenis van de Joodse Holocaustslachtoffers. Het bestaat uit 2711 betonnen kubussen die een beklemmend en desoriënterend effect hebben. De kunstenaar wil mensen laten nadenken over wat er gebeurd is en hen vooral waarschuwen voor wat er opnieuw kan gebeuren.

Japan

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Niet enkel in Europa werden misdaden tegen de mensheid begaan, ook Japan maakte zich schuldig aan verschillende massamoorden en andere gruweldaden.

a Lees onderstaande bron en die op de volgende pagina’s en beantwoord bijhorende vragen.

“Op 8 december 1941 bombardeerden Japanse vliegtuigen onze steden. Kort daarna landden ze in het noorden van ons eiland. We vochten zo lang we konden, maar de overmacht was te groot. Op 9 april 1942 gaven onze troepen zich over. De dag erna werden we verplicht te marcheren naar Camp O’Donnell, ongeveer 100 kilometer verder. De mars zou vijf dagen duren. Tijdens de mars werden we blootgesteld aan fysieke en mentale brutaliteiten. We kregen water noch eten. Soldaten die door ontbering en hitte uitgeput neervielen, werden geëxecuteerd. Ik zag ook hoe Japanse soldaten met hun bajonet de gouden tanden van een dode verwijderden vooraleer het lijk in een gracht te duwen. De mars bestond uit ongeveer 80 000 soldaten, waarvan 10 000 het einde niet haalden. Ik kon gelukkig na drie dagen ontsnappen. Na een omzwerving van een maand kwam ik thuis aan. Ik hoorde dat mijn oudste zoon door Japanse soldaten gewurgd was. Hij had geprobeerd tussenbeide te komen toen ze mijn oudste dochter wilden verkrachten. Zijn lijk werd achter een waterbuffel vastgemaakt en door het dorp getrokken. Mijn haat voor Japan is enorm. Daarna heb ik mijn naam veranderd, want ze pakten alle soldaten op, en ging in het verzet.”

Bron: naar Juan Fabia (1927-1992), een Filipijnse soldaat in het Amerikaanse leger, interview, ca. 1980

“Met een knal raakt de bamboestok de rug van Sybil Kathigasu. De 44-jarige verpleegster krimpt ineen van de pijn, maar na ruim drie maanden gevangenschap heeft ze geleerd om niet te schreeuwen. Haar rug is helemaal kapot na talloze stokslagen, maar ze weet haar kaken op elkaar te houden. De Maleisisch-Europese vrouw heeft nog niets losgelaten over de verzetslieden die ze in 1943 heeft geholpen in de strijd tegen Japan.

“Doe je mond eens open, verzetstrut!” schreeuwt sergeant [Ekio] Yoshimura, en hij gaat door met de martelmethode waardoor hij haar op het spoor kwam: een verzetsman had haar naam genoemd na honderden stokslagen. Als agent van de Kempeitai, de beruchte Japanse militaire politie, schuwt Yoshimura geen middel om complotten tegen het keizerrijk aan het licht te brengen. Nu denkt hij een manier gevonden te hebben om de weerbarstige gevangene aan het praten te krijgen: de 7-jarige dochter van Kathigasu.

De vastgebonden verzetsvrouw ziet tot haar afgrijzen hoe Yoshimura een touw om het tengere lichaam van het meisje wikkelt en haar ophijst in een boom. Al snel zit haar lijf onder de grote mieren, maar dat is nog niet genoeg voor de sergeant: hij steekt een vuur aan onderaan de stam, zodat het meisje verdwijnt in de rook van de vlammen een paar meter lager. “Ga praten, anders snijd ik het touw door en zal je dochter levend verbranden!”, dreigt Yoshimura.

“Nee”, zegt Kathigasu vastberaden. Ze beseft dat ze allebei zullen sterven, of ze nu gaat praten of niet. En als ze uit de school klapt, zullen nog meer leden van het verzet dezelfde marteling moeten ondergaan. “Wees dapper, mama. Laat niets los. Laten we allebei maar sterven!” roept het meisje plotseling. Woedend geeft Yoshimura zijn assistent het bevel om het touw door te snijden.”

Bron: op basis van historianet.nl, https://historianet.nl/oorlog/tweede-wereldoorlog/japanse-gestapo-ging-over-lijken, geraadpleegd op 21/02/2024

“Toen het Japanse leger op 13 december 1937 Nanjing (de hoofdstad van de Republiek China) binnentrok, volgden zes weken van wreedheden, waarmee men de bevolking wilde intimideren. Volgens de schattingen werden 200 000 tot 300 000 inwoners vermoord tijdens de Japanse furie, inclusief kinderen. Tienduizenden vrouwen werden ook brutaal verkracht. De wreedheden werkten niet. Het Chinese leger plooide terug naar het oosten, maar brak niet.

Na de oorlog werden een aantal Japanse generaals en lagere officieren door geallieerde tribunalen veroordeeld. Enkelen werden opgehangen of gefusilleerd. Dit leidt nog steeds tot spanningen tussen China en Japan, te meer omdat Japan zich nog steeds niet geëxcuseerd heeft voor de wreedheden. Sommige van de geëxecuteerde Japanse militairen liggen begraven in het Yasukuni-schrijn voor oorlogsslachtoffers. Bezoeken van de Japanse premier en andere hoogwaardigheidsbekleders leiden in Korea, China en elders in Azië nog steeds tot frustraties.”

Bron: op basis van VRT NWS, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2017/12/13/china-herdenkt-het-bloedbad-van-nanking/, geraadpleegd op 21/02/2024

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

“Mark Felton [1974-heden] has compiled a chilling list of atrocities. He said: “The Japanese Navy sank Allied merchant and Red Cross vessels, then murdered survivors floating in the sea or in lifeboats. (...) Allied air crew were rescued from the ocean and then tortured to death on the ship decks. (...) Naval landing parties rounded up civilians, then raped and massacred them. Some were taken out to sea and fed to sharks. Others were killed by sledge-hammer, bayonet, beheading, hanging, drowning, burying alive, burning or crucifixion. I also unearthed details of medical experiments by naval doctors, with prisoners being dissected while still alive.”

Bron: op basis van The Standard, https://www.standard.co.uk/hp/front/alive-and-safe-the-brutal-japanese-soldiers-who-butchered20-000-allied-seamen-in-cold-blood-6636703.html, geraadpleegd op 21/02/2024

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

“The atrocities began as the Americans completed their encirclement of Iwabuchi’s garrison on February 12th. There was little hope of a breakout for the Japanese troops stationed in the city and, consequently, they felt like taking down everyone in sight down with them, sparing nobody.

Women of all ages were raped in public view, many of them brutally mutilated afterwards. Japanese soldiers would even have intercourse with the dead. A large number of girls and women were forcefully recruited into military brothels, acting as ‘comfort women’, and raped as much as twenty times in a single night.

“Every time I was raped, I would just close my eyes and cry.” Survivor of sexual slavery Rosa Henson [1927-1997] recalled. Her father was skinned alive while tied upside down when he was unable to answer questions, and her mother was also raped. Her sisters had also become victims of sexual abuse in the ‘comfort stations’, and one had multiple cigarette burns across her body.

Countless civilians were stabbed to death with bayonets, very much resembling the situation in Nanjing. Buildings were deliberately set on fire with people still inside. These buildings often bore no military significance, buildings such as apartments or shelters. This was not a ‘scorched earth tactic’, but rather taking out one’s frustration on the innocent.

Japanese marines would lob grenades into shelters and ditches, finishing any survivors with rifle shots and stabs from bayonets. On February 7th, a psychiatric hospital was stormed, and 35 of its staff abducted. They were later killed with bayonets and pushed off a cliff into the ocean.

Bron: op basis van Pacific Atrocities, https://www.pacificatrocities.org/blog/the-battle-and-rape-of-manila, geraadpleegd op 21/02/2024

“Japanse soldaten vermoordden 30 miljoen burgers terwijl ze Oost- en Zuidoost-Azië zogezegd bevrijdden. Ongeveer 23 miljoen onder hen waren Chinees. Het is een misdaad die in absolute aantallen de Holocaust overschrijdt. In Duitsland is negationisme een misdaad, terwijl dit in Japan overheidsbeleid wordt genoemd. Helaas is het bewijs, waarvan je heel weinig in Japan zelf zal vinden, tegen de Japanse marine vernietigend.”

Bron: naar Mark Felton (1974-heden), The Perfect Storm: Japanese military brutality during World War Two in: The Routledge History of Genocide, Routledge, Londen, 2015

1 Welke misdaden heeft Japan tijdens de oorlog begaan?

2 Waarom zijn China, de Filipijnen, Zuid-Korea, Vietnam … nog steeds gefrustreerd over de Japanse houding?

b Hoe verschilt de collectieve herinnering aan de gruweldaden van de Tweede Wereldoorlog in Duitsland en Japan? Hoe kun je dit verklaren?

De bevolking van de bezette Europese gebieden legde zich niet zomaar neer bij de bezetting. Er waren verschillende verzetsgroepen, in België waren er bijvoorbeeld het Onafhankelijkheidsfront, de Witte Brigade, het Geheime Leger, de Zwarte Hand … Deze groepen hadden verschillende ideologische achtergronden, maar pleegden allemaal actief verzet. Anderen verzetten zich passief. Verzet was echter niet zonder gevaar. Indien je betrapt of verklikt werd, werd je opgepakt en gedeporteerd. De meesten die werden opgepakt, keerden niet levend terug. In België kwamen ongeveer 16 200 verzetslieden om het leven tijdens de oorlog. Op verschillende plaatsen doorheen het land vind je gedenktekens voor hen terug.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

a Geef vijf mogelijke manieren waarop de bevolking zich tegen de bezetter kon verzetten, zowel actief als passief.

Er waren ook mensen die zich achter het regime van de bezetter schaarden. Zij deden dit om erg uiteenlopende redenen: omdat ze geloofden in het nationaalsocialisme, omdat ze ervan uitgingen dat het Duitse Rijk zou winnen, uit geldgewin, om hogerop te geraken … De bezetter probeerde in België door middel van de ‘Flamenpolitik’ in te spelen op de frustratie over de ongelijkheid tussen Nederlands- en Franstaligen die bij heel wat Vlamingen leefde, net zoals ze in de Eerste Wereldoorlog ook al deden. Er waren verschillende vormen van collaboratie: politieke collaboratie, handel drijven met de bezetter, (verzets)mensen verraden, in dienst gaan bij het Duitse leger …

In België deden verschillende groepen aan politieke collaboratie: het VNV, DeVlag en Rex. Het VNV was een Vlaamsnationalistische partij, hun blad ‘Volk en Staat’ was een toonbeeld van antisemitisme. Zij rekruteerden ook mensen voor het Vlaams Legioen, om te gaan vechten aan het oostfront. DeVlag was een culturele Vlaams-Duitse beweging die streefde naar een opname van Vlaanderen bij het Groot-Duitse Rijk vanwege de gedeelde Germaanse cultuur. Zij waren de favoriete partner van het naziregime doorheen de oorlog. Rex was een Belgische fascistische beweging, later werd het een Waalse beweging en partij. Zij wilden dat België in zijn geheel zou opgaan in het Groot-Duitse Rijk. Ze rekruteerden ook mensen om met het Waals Legioen aan het oostfront te gaan vechten. Daarnaast waren er ook verschillende Belgische vrouwen die tijdens de oorlog een relatie hadden met een Duitse soldaat. Zij werden net als veel collaborateurs hard aangepakt in de eerste dagen na de bevrijding.

b Is een relatie hebben met een bezettende soldaat volgens jou ook een vorm van collaboratie? Motiveer je antwoord.

Na de oorlog werden veel collaborateurs gearresteerd, anderen konden ontsnappen en vluchtten naar Duitsland of Zuid-Amerika. Ongeveer 40 000 Belgen werden wegens collaboratie veroordeeld, 2940 van hen kregen de doodstraf. Slechts 242 mensen werden ook effectief geëxecuteerd. Vooral in de periode net na de bevrijding werden collaborateurs hard aangepakt, dit noemt men de ‘repressie’.

Herinnering

Tot vandaag speelt de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol in België.

a Scan de QR-code en bekijk aflevering 6 van ‘Kinderen van het verzet’. Waarom hangt er rond het verzet een waas van avonturisme en criminaliteit?

b Scan de QR-code en bekijk aflevering 7 van ‘Kinderen van de collaboratie’. Waarom is er een grote kloof tussen de herinnering aan de collaboratie en wat er echt gebeurd is?

c Welke invloed heeft de standplaatsgebondenheid op ons beeld van het verzet en de collaboratie?

d Zoek de affiches van de recentste edities van de IJzerbedevaart en de IJzerwake op. Welk verschil zie je tussen beide?

e Waarom moeten we kritisch nadenken over de IJzerwake?

Staf De Clerq (1884-1942) was van 1932 tot zijn dood leider van het VNV. Hij collaboreerde actief en zijn beweging kreeg financiële steun van de NSDAP.

“In 2004, op de 120e verjaardag van De Clerqs geboortedag, eerde de IJzerwake (een rechts-radicale afsplitsing van de IJzerbedevaart) de collaborateur. Zijn kolossale hoofd hing in ware Sovjetstijl naast het podium. [Toenmalig] Vlaams Belang kopstuk Filip Dewinter was ook aanwezig. Kort daarvoor had hij in de Israëlische krant ‘Haaretz’ gesteld dat hij De Clerq als een van de historische leiders van zijn partij beschouwt. “Dat is een onderdeel van de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme en onmogelijk te ontkennen. Wij zijn de afstammelingen van die beweging”, stelde hij.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Vreselijke fout

Dewinter wenste de extreemrechtse organisatie Voorpost alle succes toen die een herdenking organiseerde aan het praalgraf van de collaborateur. Vlaams Belang was wegens een ‘werkvergadering’ niet aanwezig. VMO-stichter Bob Maes was dat wel en prees De Clerqs toewijding aan het gewone volk. Tien jaar geleden kwamen N-VA politici Theo Francken en Ben Weyts nog in opspraak omdat ze Maes’ 90e verjaardag vierden.

In 2015 sprak N-VA-voorzitter en Antwerps burgemeester Bart De Wever zich uit tegen De Clerq tijdens een herdenking van de Jodenvervolging in Antwerpen: “Ik wil het verleden recht in de ogen kijken: deze collaboratie was een vreselijke fout op alle vlakken. Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis die het Vlaams-nationalisme onder ogen moet zien en die het nooit mag vergeten. We moeten zonder schroom zeggen wat goed of fout was. Het nazisme en de Shoah waren misdadig fout. Dat mag niemand ontkennen, dat behoeft zelfs geen enkele nuancering.”

Decennia na het einde van de Tweede Wereldoorlog blijven sommige Vlaams-nationalistische splintergroepen de collaboratie prijzen. Meer dan eens werden daarbij connecties met het Vlaams Belang aangetoond. In het begin van zijn carrière prees Dewinter de daden van het Vlaamse Legioen aan het oostfront. Samen met zijn partijgenoot Gerolf Annemans woonde hij ook een herdenking bij van Vlaamse Waffen SS’ers op de begraafplaats in Lommel. Dewinter pleitte onlangs nog voor camerabewaking bij het graf van collaboratieleider August Borms, nadat het opnieuw gevandaliseerd werd. Niet veel eerder werd het graf nog op kosten van de stad Antwerpen gerestaureerd.”

Bron: op basis van het Nieuwsblad, https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20240124_94728106, geraadpleegd op 21/02/2024

f Welk gevaar schuilt er in het ophemelen van figuren als Staf De Clerq door politici?

DE VOLKENBOND EN DE GLOBALE CONTEXT

In de nasleep van de Eerste Wereldoorlog werd de Volkenbond opgericht om de internationale vrede en samenwerking te bevorderen. De organisatie had echter te weinig (slag)kracht om verdragen en besluiten af te dwingen. Dit kwam onder andere omdat de Verenigde Staten als grootmacht geen lid waren. Door het gebrek aan daadkracht kon de Volkenbond niet optreden bij verschillende invasies en annexaties. Uiteindelijk verlieten Italië, Japan en Duitsland de bond. Zij vormden later de ‘asmogendheden’. In 1939 werd ook de USSR uit de bond gezet.

EXTREME PARTIJEN EN OPKOMST FASCISME

Toen de Amerikaanse beurscrash van 1929 ook in Europa voor een grote economische crisis zorgde, staken ook hier verschillende sociale problemen de kop op. Dit alles samen vormde een voedingsbodem voor extreme politieke ideologieën en partijen.

In verschillende Europese landen kwamen extreemrechtse partijen aan de macht. In Duitsland en Italië grepen fascistische partijen onder leiding van Adolf Hitler (1889-1945) en Benito Mussolini (1883-1945) de macht. Het fascisme was een revolutionaire extreemrechtse ideologie die beloofde om de nationale trots en economie te herstellen na de zogenaamde vernederingen van de Eerste Wereldoorlog. Onder Hitlers NSDAP werd Duitsland omgevormd tot het Duitse Rijk. In 1938 vergrootte het zijn territorium met de (vredevolle) annexatie van Oostenrijk en Sudetenland. In 1939 volgde de rest van Tsjecho-Slowakije.

HET BEGIN EN HET VERLOOP VAN DE OORLOG

Nadat het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk weigerden een alliantie aan te gaan met de Sovjet-Unie, zocht Jozef Stalin (1878-1953) toenadering tot het Duitse Rijk. Op 23 augustus 1939 sloten beide landen tegen alle verwachtingen in het Molotov-Ribbentroppact. Enkele dagen later, op 1 september, viel het Duitse Rijk Polen binnen. Twee weken later viel ook de Sovjet-Unie het land binnen, waarna het opgedeeld werd tussen beide. Dit was het begin van de Europese etappe van de Tweede Wereldoorlog.

Tegen 1940 waren grote delen van het continent veroverd of bezet door de asmogendheden. In 1941 keerde Hitler zich tegen zijn voormalige bondgenoot en viel het Duitse Rijk de Sovjet-Unie aan. Tegen 1942 waren er verschillende satellietstaten van het Duitse Rijk geïnstalleerd en werd het niet-bezette deel van Frankrijk en de Franse kolonies geregeerd door het fascistische Vichyregime. Toch begon het tij te keren en behaalden de geallieerden de eerste overwinningen. In 1941 voerde Japan een verassingsaanval uit op de Amerikaanse legerbasis Pearl Harbor. Hierdoor werden ook de Verenigde Staten in de oorlog betrokken.

Met de landing van de geallieerde troepen in Normandië op 6 juli (D-Day) en in de Provence op 15 augustus 1944, was de ondergang van de asmogendheden ingezet. Ook op het oostfront werd het Duitse Rijk steeds meer teruggedrongen, tot het zich overgaf op 8 mei 1945. Slechts een klein lappendeken van gebieden was toen nog onder Duitse controle. Japan bleef volhouden tot 15 augustus 1945, toen het na het droppen van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki ook capituleerde.

GRUWEL

VAN DE OORLOG

Met een geschat dodental tussen de 50 en 80 miljoen was de Tweede Wereldoorlog een van de bloedigste episodes uit de menselijke geschiedenis. De nazi’s viseerden tijdens de ‘Holocaust’ verschillende groepen uit racistische overwegingen: Joden, Roma, Sinti, etnische Polen … Ook politieke tegenstanders, homoseksuelen en mensen met een handicap werden door hen vervolgd en vermoord. Deze groepen werden in groten getale naar concentratieen vernietigingskampen gedeporteerd. Velen werden vergast. Wie fit genoeg was, moest eerst dwangarbeid verrichten, waarna men vaak alsnog vermoord werd. De kampen staan nog steeds symbool voor de gruwel van de Holocaust.

Ook Japan gebruikte buitensporig geweld tegen de bevolking van de door hen bezette gebieden. In China, Korea en andere delen van Oost- en Zuidoost-Azië beging men talloze oorlogsmisdaden, waaronder massamoorden, verkrachtingen en martelingen.

COLLABORATIE, REPRESSIE EN HERINNERING

Het Belgische verzet speelde een cruciale rol in de strijd tegen de Duitse bezetter. Verzetsgroepen zoals het Onafhankelijkheidsfront en de Witte Brigade voerden diverse acties uit, waaronder het helpen van ondergedoken Joden, informatie verzamelen voor de geallieerden en het Duitse leger saboteren. Ondanks het risico van arrestatie en executie, bleven de verzetslieden vastberaden in hun strijd. Ongeveer 16 200 Belgische verzetslieden overleefden de oorlog niet.

Er waren ook Belgen die samenwerkten met de Duitse bezetter, dit waren de ‘collaborateurs’. Groepen zoals het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), DeVlag en Rex steunden de nazi’s om hun eigen politieke doelen te bevorderen, waaronder de Vlaamse onafhankelijkheid en de promotie van het nationaalsocialisme. Ook ronselden zij vrijwilligers om samen met de nazitroepen aan het oostfront te gaan vechten. Na de oorlog werden zij vaak vervolgd en gestraft voor hun daden. Vooral in de periode net na de bevrijding werden zij hard aangepakt, dit noemt men de ‘repressie’. De nasleep van de collaboratie heeft nog steeds een impact op de Belgische samenleving en de relatie tussen Vlaanderen en Wallonië.

moderne tijd 1945

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

1914 oprichting Volkenbond

1931 begin Japanse expansie in Oost-Azië

1933 Adolf Hitler wordt rijkskanselier

1938

Duitse Rijk annexeert Oostenrijk en Sudetenland

23 augustus 1939 Molotov-Ribbentroppact

1 september 1939 start Poolse Veldtocht

Duitse Rijk valt Sovjet-Unie aan 7 december 1941 Japan bombardeert Pearl Harbor

6 juni 1944 geallieerde troepen landen in Normandië

8 mei 1945 Duitsland capituleert 6-9 augustus 1945 atoombommen op Hiroshima en Nagasaki juni 1941

Overzicht

Gebruik de informatie uit het hoofdstuk om een antwoord te formuleren op de historische vraag die in ‘Fenestra’ geformuleerd werd. Gebruik de deelvragen om je antwoord te structureren.

Historische vraag: Welke parallellen zijn er tussen de hedendaagse Belgische maatschappij en die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog?

1 Wat zijn de gelijkenissen tussen de hedendaagse Europese maatschappij en die tijdens de jaren 1930?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

2 Wat waren de maatschappelijke gevolgen van de Tweede Wereldoorlog?

3 In welke mate heeft de Tweede Wereldoorlog nog steeds een invloed op de hedendaagse Belgische maatschappij?

VOORBEELDVRAGEN

Wat waren de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog?

Hoe startte de Tweede Wereldoorlog in Europa?

Wat was het opzet van de Volkenbond?

Waarom faalde de Volkenbond?

Waarom zagen de geallieerden het Molotov-Ribbentroppact niet aankomen?

Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen tussen extreemrechts en fascisme?

Verklaar waarom er tijdens de jaren 1930 een voedingsbodem was voor extreme politieke ideologieën in Europa.

Wat is het verschil in de manier waarop Japan en Duitsland met het oorlogsverleden omgaan?

Wat waren de manieren waarop verzetslieden de bezetter tegenwerkten?

Wat waren de verschillende vormen van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Waarom lopen de schattingen van het aantal slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog zo sterk uiteen?

Wat was de Holocaust?

Leg uit waarom we de ‘Rassenwetten van Neurenberg’ antisemitisch kunnen noemen?

Leg uit wat het ‘Jodenvraagstuk’ was en hoe dit binnen de nazi-ideologie paste.

De Tweede Wereldoorlog begon en eindigde niet overal op hetzelfde moment. Leg uit.

Hoofdstuk

3

The Global Village

Hoe evolueerde de wereld in de 20e eeuw tot een ‘Global Village’?

1 Welke factoren facilite(e)r(d)en het globaliseringsproces?

2 Hoe beïnvloedt de globale informatiestroom de hedendaagse geschiedschrijving?

3 Wat is de hedendaagse impact van globalisering op het leven van jongeren?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Fenestra

a Welke van onderstaande bronnen zijn bruikbaar om bovenstaande historische vragen te beantwoorden? Motiveer telkens je antwoord.

Achtergelaten fietsen met reclame voor het Amerikaanse merk Pepsi, Jakarta, 2004.

In november 2016 ging op verschillende sociale mediaplatformen een vals bericht de ronde dat paus Franciscus (1936-heden) de toenmalige Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump (1946-heden) steunde in zijn verkiezingscampagne. 3

In 2023 vertoonde de Belgische tak van Kinepolis een captatie van een concert van de Zuid-Koreaanse band ‘BTS’.

Anoniem, trans-Atlantische telegraafkabel, 1858.

Deze kaart toont de telegraafkabel die in 1858 over de oceaanbodem van het Verenigd Koninkrijk naar de Verenigde Staten getrokken werd. Net als de hedendaagse onderzeese internetkabels, was deze bedoeld om intercontinentaal te communiceren.

Vlak bij het station Antwerpen-Centraal bevindt zich een wijk met een grote Chinese gemeenschap. Veel van de huizen en winkels hebben er een Chinese toets gekregen. Deze poort staat aan de ingang van de wijk, tussen de westerse gebouwen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Van 1977 tot en met 1998 werd het Belgische dubbelfestival Torhout-Werchter elk jaar in juli georganiseerd. Op de editie van 1979 speelden artiesten uit het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Nederland, België en Ierland op hetzelfde podium.

Ontrafeld

1 WAT IS GLOBALISERING?

Door op reis te gaan en (internationaal) handel te drijven, staan mensen steeds meer met elkaar in contact en vindt er een wereldwijde culturele uitwisseling plaats. In de 19e eeuw duurde het dagen of weken vooraleer een brief zijn bestemming bereikte. Tegenwoordig kost het slechts enkele seconden om iemand aan de andere kant van de wereld te bellen, sms’en of mailen. We raken op wereldschaal dus meer en meer met elkaar verbonden. Dit proces van toenemende mondiale politieke, economische, culturele en sociale integratie noemen we ‘globalisering’.

Een van de vroegste voorbeelden van intercontinentale uitwisselingen van kennis, producten en gewoontes, was de zijderoute, een netwerk van handelsroutes die het Chinese Keizerrijk via Centraal-Azië en het Middellandse Zeegebied met West-Europa verbond.

De zijderoute, 3e eeuw v.Chr.-15e eeuw

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Chinese Keizerrijk

zijderoute Europese handelsroutes handelsroutes van de Hanze

Net zoals dat later het geval zou zijn, speelden nieuwe technologieën een belangrijke rol in de handel langs de zijderoute. De vooruitgang in het transport leidde tot de aanleg van lange en duurzame wegen die de rijken van die tijd met elkaar verbonden. Verschillende landbouwinnovaties maakten dat er meer voedsel voor de handel geproduceerd kon worden en de vooruitgang in de metallurgie liet toe om munten te slaan, waardoor men niet langer aangewezen was op ruilhandel.

Dergelijke intercontinentale uitwisselingen namen ook toe wanneer de Europese ontdekkingsreizigers op zoek gingen naar nieuwe routes voor de specerijenhandel met Azië. Op deze manier werden Noord- en Zuid-Amerika ontdekt. Sommige voedingsmiddelen die tegenwoordig standaard zijn, zoals aardappelen, koffie, tomaten en chocolade, vonden zo hun weg naar Europa. Dit was de ‘Columbiaanse uitwisseling’. Opnieuw lagen technologische innovaties, zoals nieuwe scheepstypes en het kompas, aan de basis van deze uitwisseling.

De globalisatie versnelde dankzij de 19e-eeuwse liberale, nationalistische en industriële revoluties. Ideeën over vrijheid, gelijkheid en broederschap verspreidden zich als een lopend vuurtje van Amerika naar Europa en terug naar LatijnsAmerika. De aanleg van spoorwegen, de uitvinding van de stoommachine en de uitbouw van fabrieken leidden tussen de 18e en 20e eeuw tot wereldwijde golven van industrialisatie, kolonisatie en oorlog.

Arabische wereld
Byzantijnse Rijk
Chang’an
Antiochië
Bagdad
Brugge

Het informatietijdperk bracht de globalisering opnieuw in een stroomversnelling. De elektronische en digitale communicatietechnologie maakten snelle internationale communicatie mogelijk. De opkomst en razendsnelle vooruitgang van de ICT-technologie vanaf de jaren 1960 resulteerde in de uitvinding van het internet, waardoor nieuwsberichten nu in realtime wereldwijd verspreid, gelezen en becommentarieerd kunnen worden.

Vanaf de 20e eeuw kunnen we naast de mobiliteit van informatie ook in drie andere dimensies van globalisatie versnellingen onderscheiden: de mobiliteit van kapitaal, goederen en mensen. Onder mobiliteit van kapitaal verstaan we (zowel digitale als fysieke) globale geldstromen, die zowel in grootte als in hoeveelheid fors toenamen. Daarom richtte men instellingen op die de geldstromen gingen controleren, zoals het Internationaal Monetair Fonds. Ook de internationale en intercontinentale handel intensifieerde en nam steeds grotere dimensies aan. Binnen verschillende sectoren is het productieproces tegenwoordig wereldwijd opgesplitst, om de massaproductie zo goedkoop mogelijk te organiseren. Onder de mobiliteit van mensen verstaan we de mogelijkheid van mensen om de wereld rond te reizen. De snelheid en het gemak van reizen neemt nog steeds toe, waardoor vrijwel elke plek ter wereld (makkelijk) bereikbaar wordt.

We kunnen verschillende voor- en nadelen van globalisatie aanduiden. Er is echter veel discussie of die voordelen uiteindelijk opwegen tegen de nadelen. Dankzij globalisering is er waarschijnlijk meer welvaart gecreëerd in ontwikkelingslanden dan mocht deze niet hebben plaatsgevonden. Bovendien zorgt het ook voor een stijgende diversiteit, waarbij verschillende culturen samenleven en elkaar beïnvloeden en verrijken. Anderzijds zorgt globalisering er ook voor dat de kloof tussen de rijkste en armste landen en gebieden steeds groter wordt. In de recente geschiedenis zien we ook dat ziektes zoals ebola en COVID-19 zich snel wereldwijd kunnen verspreiden en dat het milieu overbelast wordt.

a Maak een mindmap met bovenstaande informatie.

b Geef op basis van de actualiteit nog enkele voor- en nadelen van globalisering.

2 ANTIGLOBALISME EN DE ACTUALISERING VAN NOAM CHOMSKY

Noam Chomsky (1928-heden) is een Amerikaanse filosoof en politiek activist. In zijn lange carrière heeft hij 150 boeken geschreven over linguïstiek, psychologie, taal, oorlog en politiek, en heeft hij zich uitgesproken in verschillende politieke debatten. In 2002 had hij het onderstaande te zeggen over globalisering en de hedendaagse maatschappij.

“De term ‘globalisering’ is door de machtigen aangenomen als verwijzing naar een specifieke vorm van internationale economische integratie, gebaseerd op de belangen van investeerders, waarbij de belangen van mensen terloops blijven. Dit is de reden waarom de vakpers in de zakenwereld, in meer eerlijke momenten, spreken over ‘vrijhandelsakkoorden’ als ‘vrij-investeringsakkoorden’. Bijgevolg worden voorstanders van andere vormen van globalisering afgeschreven als ‘antiglobalisten’; en sommigen onder hen aanvaarden deze term, niettemin het een vorm van propaganda is die moet worden afgeschreven als ridicuul. Geen redelijk mens is tegen globalisering, dat wil zeggen, internationale integratie. Zeker niet de politieke linkerzijde en arbeidersorganisaties, die zijn opgericht met het principe van internationale solidariteit – dat wil zeggen, globalisering in een vorm die attent is voor de rechten van mensen, niet voor private machtssystemen.”

Bron: naar Noam Chomsky (1928-heden), interview in de Feral Tribune, Kroatië, 27 april 2002

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

a Leg in je eigen woorden uit wat de belangrijkste punten zijn die Chomsky in dit fragment aanhaalt.

Het ongenoegen over de hedendaagse vorm van globalisering leidde reeds tot verschillende protesten, meestal bij vergaderingen of samenkomsten van internationale instituten, zoals de Wereldhandelsorganisatie of G8-bijeenkomsten. Dergelijke protesten worden meestal als ‘antiglobalistisch’ omschreven terwijl, zoals Chomsky het stelt, globalisering als internationale integratie op zich een positieve evolutie is. Verschillende bewegingen hebben daarom de

term ‘andersglobalistisch’ aangenomen. In de woorden van Chomsky is andersglobalisme niet tegen een grotere internationale integratie, maar verzet het zich tegen de huidige vorm ervan, waarbij die integratie enkel in dienst van de economie gebeurt en waarbij enkel de allerrijksten er de vruchten van plukken; wat leidt tot de uitholling van democratische systemen en sociale rechten in zowel westerse als lageloonlanden. Hieronder lijsten we enkele bekende andersglobalistische protesten op.

J18

Naar aanleiding van de G8-bijeenkomst in Keulen werden op 18 juli 1999 wereldwijd protesten georganiseerd. In Londen trokken 5000 betogers door het hart van het financiële district, waar vele banken hun hoofdzetel hadden. Deze actie werd wereldwijd verslagen in de media en kon op zowel bijval als kritiek rekenen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

N30

Op 30 november 1999 werd in de Amerikaanse stad Seattle een protest georganiseerd naar aanleiding van een bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie. Deze actie bracht 40 000 actievoerders op de been die protesteerden tegen het aandeel van de organisatie in het ‘economisch globalisme’. Door het succes van de actie, moest de bijeenkomst afgelast worden.

Seattle Municipal Archives (1985-heden), deelnemers aan de protestactie tegen de Wereldhandelsorganisatie, Seattle, 30 november 1999.

Genua 18 juli 2001

Tussen 18 en 22 juli 2001 werd opnieuw een protestactie tegen een G8-bijeenkomst opgezet. Met 200 000 actievoerders was dit de grootste dergelijke actie ooit. De protesten liepen uit in gewelddadige confrontaties tussen actievoerders en de ordediensten. Velen raakten gewond en er viel zelfs een dode.

Anoniem, een dienstvoertuig van de Italiaanse politie brandt volledig uit, Genua, 19 juli 2001.

Anoniem, ordetroepen chargeren richting demonstranten, 20 juli 2001.

De ordediensten kregen carte blanche van hun oversten en pakten de actievoerders erg hard aan, ook diegenen die vreedzaam protesteerden.

b Na de bankencrisis van 2008 doken nieuwe sociopolitieke bewegingen op die kritisch stonden tegenover de economische globalisering. Deze bewegingen zijn verwant aan het andersglobalisme. Zoek op welke kritiek elk van deze bewegingen uit(te) tegen de hedendaagse globalisering.

Olivier Ortelpa, actie van de ‘gele hesjes’ op het Charles de Gaulle Plein, 12 januari 2019.

Glenn Halog, ‘Occupy Wall Street’-demonstratie, 18 september 2012.

3 MEDIA

Vladimir Morozov, ‘Extinction Rebellion’-demonstratie, 29 april 2019.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Anoniem, ‘Generation Identitaire’-demonstratie, Parijs, 2017.

Globalisatie is een proces met vele facetten dat een lange voorgeschiedenis kent. De ontwikkelingen in de mediatechnologie tijdens de 20e eeuw versterkten dit mondiale integratieproces.

The Global Village

Reeds in de jaren 1960 beschreef Marshall McLuhan (1911-1980) de trend waarbij massamedia de plaats- en tijdbarrière binnen de menselijke communicatie steeds meer doorbraken, waardoor mensen op een mondiale schaal konden communiceren. Die toegenomen mondiale connectiviteit resulteerde volgens McLuhan in een mentale verandering. Doordat de communicatie en interconnectiviteit tussen mensen op een mondiale schaal voortdurend toeneemt, wordt de wereld steeds meer als een dorp ervaren: ‘The Global Village’.

a Scan de QR-code en zoek via de site van Belgicapress een buitenland artikel in een Belgische krant van 1910. Vergelijk de inhoud en het blikveld ervan met een hedendaags buitenland artikel.

Het inzicht van McLuhan blijft relevant, zo bestudeerde hij bijvoorbeeld ook elektronische printmedia. Hij kwam dus tot zijn bevindingen een decennium voor de eerste e-mail verstuurd werd, en lang voordat er sprake was van sociale media of nieuwswebsites met ‘breaking news’-aankondigingen.

© Olivier Ortelpa from Paris, France (CC BY 2.0)
© Glenn Halog (CC BY-NC 2.0)
© Vladimir Morozov
© Pulek1 (CC BY-SA 4.0)

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Massamedia

In de loop van de jaren 1950 werd de term ‘massamedia’ gangbaar. Dit omvat alle media die een groter publiek bereiken en dus in staat zijn om een boodschap eenvoudig en veelvuldig te dupliceren. In theorie zou de 15e-eeuwse drukpers van Johannes Gutenberg (ca. 1400-1468) hier dus ook bijgerekend kunnen worden. Toch reserveert men deze titel voor technologieën die tijdens en na de 20e eeuw ontwikkeld werden vanwege de veelheid van en versnelling in de innovaties, en de toegenomen omvang van het publiek. Reeds tijdens het interbellum was het niet uitzonderlijk dat een radio-uitzending een miljoenenpubliek bereikte.

Radio was het eerste niet-print massamedium dat populair werd. Het kon grote afstanden overbruggen en zo de regionale verschillen relativeren. Het veroverde dan ook snel de woonkamers. De distributie van printmedia beperkte zich toen nog tot een specifiek geografisch gebied, waardoor het economisch interessanter was om zich op regionaal en lokaal nieuws te richten. Soms richtte men zich binnen de beperkte regio ook nog op een specifieke doelgroep. Door het grootschaligere bereik konden radioboodschappen (en -advertenties) een volledige natie, cultuur- of taalgebied bereiken.

a In welke context zagen we in Janus 5 dat radio zelfs verschillende continenten bereikte?

The New-York Tribune (1841-1966), voorpagina, 6 november 1864.

The New-York Tribune was een New Yorkse republikeinse krant.

In de loop van de jaren 1920 schoten radiostations en omroepverenigingen als paddenstoelen uit de grond. Vaak hadden deze een specifieke politieke signatuur. In 1930 besliste de Belgische overheid om hier orde in te scheppen met de oprichting van het Nationaal Instituut voor de Radio-Omroep (NIR), een vroege voorloper van de VRT. Vanaf 1931 zond het een nationaal radioprogramma uit. In 1937 werd het instituut opgesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling.

Hoewel de Britse BBC reeds in de jaren 1930 nationale televisie-uitzendingen verzorgde, liggen de wortels van de WestEuropese nationale omroepen in de jaren 1950. In iets meer dan een decennium wist de televisie een prominente plaats in de huishoudens te verwerven, vaak centraal geëtaleerd in de woonkamer. De impact hiervan op de cultuur en het dagelijkse leven valt niet te onderschatten, vooral omdat het letterlijk een venster bood op het ‘gewone leven’.

b Bekijk onderstaand afbeeldingen en lees de bijschriften. Welke evolutie zie je in de bezetting van de series? Welke veranderingen zie je in de media ervan?

BRT (1960-1991), Schipper naast Mathilde, 1955-1963.

‘Schipper naast Mathilde’ was de eerste Vlaamse sitcom en razend populair. Het speelde zich af rond een schippersfamilie. Van de 185 afleveringen werden er 175 live uitgezonden, zonder dat er opnames van werden gemaakt.

BRT (1960-1991), Echo, 1961-1973. ‘Echo’ was het eerste humaninterestprogramma van Vlaanderen. Hierbij interviewde men gewone Vlamingen en legde men veel Vlaamse tradities, zoals processies, op beeld vast. Men wilde nieuwtjes uitzenden die niet belangrijk genoeg waren voor het journaal.

BRT (1960-1991), Slisse & Cesar, 1977-1978.

‘Slisse & Cesar’ was een sitcom over de vriendschap tussen een rijke verzekeringsmakelaar en een simpele dorpsfiguur. Het werd in het Antwerps dialect vertolkt.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

BRT (1960-1991), De collega’s, 1978-1981. ‘De collega’s’ was een Vlaamse tragikomische reeks over enkele ambtenaren die erg karikaturaal werden voorgesteld. De personages werkten niet veel, lazen vaak de krant en roddelden voornamelijk.

VRT (1998-heden), Thuis-logo, 1995-heden.

Thuis is een soap die sinds 1995 dagelijks wordt uitgezonden op de Vlaamse zender VRT. De bezetting veranderde vaak, waardoor er de laatste jaren ook veel jonge acteurs en acteurs met een migratieachtergrond in de serie opdoken.

Sputnik Media (2002-heden), WtFock-logo, 2018-heden. WtFock is een dramareeks die bestaat uit losse video’s die apart worden uitgezonden en op het einde van elke week tot één aflevering gebundeld worden. Aanvankelijk werd de reeks uitgezonden op de tv-zender VIJF, later werd dit via verschillende sites gestreamd.

In de loop van de jaren 1980 en 1990 vergrootte het tv-aanbod dankzij de intrede van kabeltelevisie. Hierdoor kon men meerdere zenders ontvangen, ook buitenlandse. Deze trend zette zich verder na de millenniumwisseling, maar de grootste verandering was dat schermen alomtegenwoordig werden. Pushmeldingen in onze broekzak of tas laten ons tegenwoordig direct en tot in het kleinste detail weten wat er in The Global Village gebeurt.

Het concept ‘the medium is the message’ is ook van de hand van McLuhan en enigszins provocatief bedoeld. Hiermee bedoelde hij dat media en bijhorende technologie nooit neutrale informatiedragers geweest zijn. Ze beïnvloed(d)en altijd de informatie die wordt meegedeeld. De debatten tussen de Amerikaanse presidentskandidaten John F. Kennedy (1917-1963) en Richard Nixon (1913-1994) in 1960 zijn hier een bekend voorbeeld van. Deze waren zowel op tv als op de radio te volgen. De meerderheid van de radioluisteraars vond dat Nixon hier als beste uitkwam, terwijl het tv-publiek een duidelijke voorkeur had voor de knappe en goedgeklede Kennedy. De inhoud was gelijk, maar het medium was verschillend.

Associated Press (1846-heden), John Kennedy en Richard Nixon voor het debat, 26 september 1960.

De hedendaagse sociale en digitale media beïnvloeden vanzelfsprekend nog steeds de boodschap. Het kleine scherm van de smartphone geeft toegang tot een on- en offlinewereld waarin we constant geconnecteerd zijn en voortdurend toegang krijgen tot het laatste nieuws; afgewisseld met minder nieuwswaardige boodschappen, zoals gepersonaliseerde reclameboodschappen en eindeloze foto’s van reisjes, etentjes, katten … van vage vrienden en vertrouwde kennissen. Cultuurcritici spreken over een ‘banaliserend effect’ door de vervaging tussen wat wel en niet nieuwswaardig is. Hierbij spreekt men zelfs over ‘the medium kills the message’.

c Wat bedoelt men met de term ‘clickbait’? Hoe kun je dit linken aan het idee van ‘the medium kills the message’?

4 UITDAGINGEN VOOR DE GESCHIEDENIS

De steeds versnellende evolutie binnen de communicatietechnologie stelt historici voor nieuwe uitdagingen. Op het eerste gezicht lijkt het zo dat massamedia, en meer specifiek sociale en digitale media, meer bronnen nalaten en dat die ook makkelijker raadpleegbaar zijn. Met enkele klikken en gerichte zoekacties kunnen we meer dan ooit een groot corpus aan geschreven en audiovisuele bronnen raadplegen.

a Door de recente ontwikkelingen worden er vooral veel meer egodocumenten gecreëerd dan voordien. Wat is een egodocument?

b Neem je smartphone en zoek het oudste egodocument dat je hierop kunt vinden.

c Analyseer dit egodocument volgens stap 5 en 6 uit het Janusje-van-alles. Schenk er extra aandacht aan of dit document ooit gereproduceerd en/of bewerkt werd.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

d Is het nog steeds representatief?

Het is echter een illusie om te denken dat de massa aan digitale bronnen die we nalaten beter gedocumenteerd en gearchiveerd worden dan historische bronnen. Niet voor niets kwamen verschillende politici de afgelopen jaren in opspraak. Zo overtrad voormalig Nederlands premier Mark Rutte (1967-heden) de Archiefwet, een Nederlandse wet die voorschrijft dat alle berichten met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden bewaard moeten worden. Voormalig Amerikaans presidentskandidate Hillary Clinton (1947-heden) kwam ook in een controverse terecht omwille van het verwijderen van 33 000 e-mails, zowel private als professionele.

Op dit moment stellen zich talloze uitdagingen rond het archiveren van massamediale en digitale bronnen. Een eerste uitdaging vloeit voort uit de constant veranderende technologie. Enerzijds dreigt een berg aan informatie op verouderde informatiedragers verloren te gaan of minder toegankelijk te worden. Wie zal binnen twintig jaar nog een cassette of VHS kunnen afspelen? In welke staat zullen deze dragers zich bevinden? Anderzijds zijn de nieuwe, digitale technologieën gericht op een groot en snel bereik, wat maakt dat ze vluchtiger van aard zijn. Hedendaagse websites hebben een dynamisch karakter en genereren hun ‘inhoud’ op het moment dat de bezoeker de pagina raadpleegt. De meest gelezen artikels, reclamebanners, livebeelden, reacties, ‘breaking news’-berichten … veranderen constant en worden niet als dusdanig gearchiveerd.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Ten tweede is er ook de juridische uitdaging in verband met het bewaren en al dan niet openbaar maken van digitale bronnen. Diverse wetgevingen beschermen persoonsgegevens (mailverkeer, chatgesprekken, foto’s, adressen …) en voorkomen dat die publiekelijk toegankelijk worden gemaakt. De General Data Protection Regulation, GDPR, van 2016 stipuleerde bijvoorbeeld dat bepaalde persoonsgegevens een bewaarbeperking krijgen. Deze mogen sindsdien niet langer bewaard worden dan nodig is voor het beoogde doel, en mogen dus expliciet niet gearchiveerd worden. Het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaalde dat iedereen het recht heeft om vergeten te worden in de resultaten van zoekmachines. Bovendien omvat het auteursrecht niet alleen gedrukte en digitale teksten, maar ook foto’s, video’s en zelfs het concept, de structuur en lay-out van websites. Dit verhindert dus het kopiëren en toegankelijk maken ervan zonder toestemming van de rechthebbenden.

Een derde moeilijkheid draait rond de selectie, verantwoordelijkheid en kostprijs voor het bewaren en archiveren. Wie bepaalt welke informatie gearchiveerd moet worden in een periode van overvloed, vluchtigheid en fake news? Kunnen we criteria vastleggen over welke informatie er zeker wel bewaard moet worden en welke niet? Bewaren we enkel de ‘originele’ bron of ook de digitale reproducties, bewerkingen en reacties erop? Wie is verantwoordelijk voor het archiverings- en inventariseringsproces? Wie draagt hier de kosten voor? Op dit moment worden hier fondsen voor vrijgemaakt en nemen verschillende archiefinstellingen de uitdaging aan. De ‘Wayback Machine’ is een recente ontwikkeling binnen het oprichten van een internetarchief. In oktober 2023 alleen al werden hierbij 700 miljard webpagina’s opgeslagen, weliswaar als platte tekst waarop niet kan worden doorgeklikt. Historici beseffen dat veel informatie die nooit gedocumenteerd werd, zeker wat betreft de beginjaren van het internet, mogelijk voorgoed verloren is. Bovendien kunnen we van kleine en private organisaties onmogelijk verwachten dat ze een weldoordacht en performant archief aanleggen.

e Maak een waaierschema van bovenstaande uitdagingen bij het archiveren van massamediale en digitale bronnen.

f Scan de QR-code en ga via de Wayback Machine op zoek naar de oudste informatie van je school die hier gearchiveerd werd.

g Lees aandachtig onderstaande casussen en geef telkens aan welke uitdagingen op het vlak van documentatie en toegankelijkheid van het bronnenmateriaal zich hier stellen.

• Een cultuurhistoricus wil de eerste generatie YouTubers onderzoeken. Hij stuit hierbij op het probleem dat sommige veelbekeken kanalen uit de beginperiode van de site intussen verwijderd zijn wegens controverses.

• Een economische historica voert een onderzoek naar het ontstaan van webshops en de impact die dit had op lokale handelaren. In haar onderzoeksvraag focust ze zich op reclamestrategieën en online verkoopacties.

• Een lokale onderzoeker van de heemkundige kring wil het verenigingsleven van jongeren (jeugdbewegingen, sportclubs …) tussen 2000 en 2010 in kaart brengen.

h Analyseer onderstaande bronnen volgens stap 5 en 6 uit het Janusje-van-alles. Werden ze gereproduceerd? Werden ze bewerkt?

“You

go to Brussels — I was in Brussels a long time ago, 20 years ago, so beautiful, everything is so beautiful — it’s

like living in a hellhole right now.”

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Jevgeni Chaldej (1917-1997), Het hijsen van de Sovjetvlag over de Reichstag, 2 mei 1945.

5 JONGERENCULTUUR

Jongeren(sub)cultuur

Reconstructie van een verwijderde tweet van Donald Trump (1946-heden), 27 januari 2016.

Tijdens zijn verkiezingscampagne noemde de toenmalige Amerikaanse presidentskandidaat Brussel een ‘hellhole’ toen bleek hoeveel IS-strijders uit de stad afkomstig waren.

De kans dat jij tot een jongeren(sub)cultuur behoort, is groter dan je denkt. In je tienerjaren ga je op zoek naar je eigen identiteit. Dit doe je door te experimenteren met vrijheid en zelfstandigheid, door te kiezen voor een kleding- en muziekstijl, door na te denken over normen en waarden, door je te engageren in verenigingen … Zo ontwikkel je een eigen levensstijl die deels gebaseerd is op de dominante of hoofdcultuur, de cultuur die gedeeld wordt door de meerderheid van de samenleving. De kledingstijl en het jargon van jongeren wijken vaak af van hun ouders en de oudere generaties. Jongeren vormen zo onderling een of meerdere eigen subculturen, groepen in de samenleving met gedeelde waarden en een levensstijl die afwijkt van de dominante cultuur. Jongeren(sub)culturen zijn zeker geen nieuw fenomeen, de eerste ontstonden reeds in de jaren 1950. Er was dus altijd wel een ‘jeugd van tegenwoordig’.

a Kijk naar je eigen omgeving (je gezin, school, woonplaats …) en geef drie aspecten van de dominante cultuur.

b Geef ook drie aspecten van een jongerensubcultuur, al dan niet uit je eigen omgeving of leefwereld.

Bron 1
27 januari 2016
Bron 2

Net als ‘jongeren-’ en ‘subcultuur’, doken de termen ‘tiener’ en ‘jongere’ pas voor het eerst op in de jaren 1940-50. Daarvoor werd er enkel een onderscheid gemaakt tussen kinderen en volwassenen. Zodra je de schoolbanken verliet, was het tijd om te gaan werken en was je een volwassene. Het grootste deel van de bevolking ging toen maar tot hun 14 naar school. Na de Tweede Wereldoorlog bracht de economische groei een ‘babyboom’ met zich mee. Door de economische welvaart was er een bevolkingsgroei. Tegelijk daalde de druk om kinderen te laten werken om het gezinsbudget aan te vullen. Hierdoor kon men echt jong zijn, wat veel jongerenculturen met zich meebracht. Net als andere culturele trends, werden jongerenculturen sterk beïnvloed door globalisering. Trends van over de plas bereikten nu ook onze contreien, zo luisterden jongeren hier ook naar Amerikaanse muziek en speelden er Hollywoodfilms in Europese bioscopen.

Vanaf de jaren 1960 namen de jongerenculturen een hoge vlucht. Dit had verschillende redenen. Ten eerste leidde de stijgende welvaart na de oorlog tot massaconsumptie. Jongeren werden een interessante doelgroep voor bedrijven en reclamemakers. Door zich te richten op de elektronische massamedia, konden de trends een veel groter en ook jonger publiek bereiken. Zo werden trends in de muziek- en kledingindustrie ook onder jongeren verspreid. De muziek van The Beatles was bijvoorbeeld zowel in de Verenigde Staten als in Europa ongelofelijk populair. Op het grote scherm zagen jongeren de kledingstijl van Marilyn Monroe (1926-1962) en Brigitte Bardot (1934-heden), die uitgroeiden tot ware stijliconen. Zo plaatste Bardot de bikini in de spotlight via diverse fotoshoots en door er een te dragen op de rode loper tijdens het Filmfestival van Cannes in 1953.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Associated Press (1846-heden), iconische foto van Marilyn Monroe tijdens de opnames van ‘The Seven Year Itch’, New York, 1954.

Ten tweede werden jongeren in de naoorlogse periode aangemoedigd om meer en langer te studeren, dankzij de economische groei. Zo konden ze hun vrije tijd spenderen met leeftijdsgenoten. Doordat ze vaker met elkaar in contact kwamen, ontstonden er ‘peergroups’ waarbinnen jongeren nadrukkelijker een eigen identiteit gingen uitbouwen. Door de Koude Oorlog leefden jongeren vanaf de jaren 1950 met de constante dreiging van een kernoorlog. Hierdoor groeide het concept van het ‘leven in het moment’. Ze dronken meer, reden met snelle wagens en rebelleerden tegen de mode, muziek en waarden van hun ouders. Dit fenomeen noemt men de ‘generatiekloof’.

a Leg in je eigen woorden uit waarom jongerenculturen net in de jaren 1950 en 1960 ontstonden.

Jongeren(sub)culturen in de jaren 1950

De eerste jongerenculturen vloeiden voort uit muziekgenres, denk hierbij aan rock ’n roll, jazz en folk. Er waren twee verschillende stromingen binnen deze jongerenculturen: de ‘artistiekelingen’ of ‘pleiners’ en de ‘nozems’ of ‘kuiven’. De artistiekelingen kwamen voornamelijk uit de hogeropgeleide middenklasse. Ze baseerden hun stijl op zowel Amerikaanse als Parijse voorbeelden die ze kenden via radio, films en tijdschriften. Ze droegen zwarte, nonchalante tweedehandskledij en interesseerden zich in kunst, filosofie, jazz en literatuur. Hoewel ze geen gewelddadig imago hadden, keerden ze de cultuur van hun ouders de rug toe. Zo stonden ze kritisch tegenover de traditionele, seksegebonden rolverdelingen.

Kuiven kwamen voornamelijk uit de lagere midden- en arbeidersklasse. De stijl kwam overgewaaid uit Amerika en vloeide voort uit de rockmuziek. Ze organiseerden zich in ‘gangs’ en reden op brommers in leren motor-, piloot- of bomberjassen met metalen studs. Kuiven keerden zich tegen de dominante middenklasse cultuur op basis van het beeld van de radicaal rebellerende tiener, zoals in de populaire film ‘Rebel Without a Cause’. In korte tijd werd de kledingstijl van de hoofdrolspeler James Dean (1931-1955) (een strakke T-shirt die ontblote, gespierde armen toonde en een spannende jeans die de heupen accentueerde) erg populair onder jongeren. Deans privéleven vertoonde vele gelijkenissen met dat van het personage dat hij vertolkte. Toen hij op 24-jarige leeftijd in een auto-ongeluk stierf, werd hij een echt cult-icoon.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Warner Bros. (1923-heden), Rebel Without a cause, filmposter, 1955.

De jaren 1960 en 1970

In de jaren 1960 werd de jeugd serieuzer genomen. De markt zag zijn kans en jongeren werden een nieuwe consumentengroep. Het was ook een periode van actie en protest. Jonge mensen raakten geïnteresseerd in politiek, in de VS met name in de rassenpolitiek en segregatie. Witte ‘beatniks’ en zwarte jongeren drukten samen hun stempel op de strijd tegen racisme. Beatniks combineerden elementen van de kuiven en de artistiekelingen: ze dronken bier, organiseerden zich in gangs, reden op brommers (weliswaar van het juiste merk), maar droegen losse truien, maillots, strakke broeken, baretten en zonnebrillen. Er werden koffiehuizen, espressobars en nachtclubs in kelders geopend om tegemoet te komen aan de nieuwe rages. Ze namen het hippe taalgebruik van jazzmuzikanten over en hielden er vrije opvattingen over seks en genderrollen op na. Hier kwam ook nog een bekende muziek- en dansstijl bij, waarvan The Beatles het bekendste voorbeeld waren. In de media werden ze afgeschilderd als ‘onschadelijke en dwaze figuren’, waarvoor ze uitgelachen en omarmd werden. Je kunt dit vergelijken met het stereotype beeld van de idealistische wereldverbeteraar. Uiteindelijk vond de beatnikcultuur

John Cassavetes (1929-1989), filmscene, Shadows, 1959. De acteurs dragen typische beatnikoutfits.

ook haar weg naar het brede publiek door beatnikfiguren die in verschillende series werden opgevoerd. Midden jaren 1960 werd de Amerikaanse soulmuziek, met voornamelijk zwarte artiesten, erg populair.

De introductie van ‘dé pil’ als anticonceptiemiddel bracht een ware seksuele revolutie met zich mee. Dankzij deze uitvinding konden vrouwen hun eigen seksleven bepalen en de omvang van het gezin controleren. Dit vergrootte tevens hun toegang tot de arbeidsmarkt. Bovendien werd (vrouwelijke) seksualiteit niet langer exclusief binnen het kader van het huwelijk en de voortplanting gezien, maar ook als ontspanning. Er werden verschillende vrouwenbewegingen opgericht en er werd steeds meer gepleit voor vrouwelijke emancipatie binnen het onderwijs en de arbeidsmarkt.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De hippies maakten de ‘flowerpowerbeweging’ uit en werden daarom ook ‘bloemenkinderen’ genoemd. Ze lieten hun haar groeien en droegen kleurrijke kledij. Velen gebruikten illegale drugs en promootten vrede en seksuele vrijheid, zoals belichaamd in de slogan “Make love, not war!” Deze was oorspronkelijk gericht tegen de Vietnamoorlog die toen in volle gang was, vandaar ook dat men de hippiecultuur een protestcultuur noemde. De zomer van 1967 staat bekend als de ‘Summer of Love’, waarbij veel hippies naar San Francisco trokken. In 1969 vond in New York het Woodstock Festival plaats, een belangrijk cultureel moment en het hoogtepunt van de hippiebeweging. Meer dan een half miljoen mensen luisterden samen naar onder andere Jimmi Hendrix, Janis Joplin en Jefferson Airplane. Zowel de muziek als de kledingstijl werden een globale trend. Doordat ze snel mainstream werd, was de pure hippiecultuur geen lang leven beschoren. Al snel verwaterde het revolutionaire gedachtengoed. Wat overbleef, was een toegankelijke, commercieel gerichte massacultuur, hetgeen waar de hippiebeweging zich net tegen verzette. In de media werden hippies afgeschilderd als abnormale delinquenten, gevaarlijke druggebruikers en seksueel gestoorden die je op elk moment moest zien te vermijden.

Anoniem, de anti-oorlogsslogan op de helm van een Amerikaanse soldaat in Vietnam, ca. oktober 1967.

De tweede helft van de jaren 1960 werd ook gekenmerkt door studentenprotesten. In verschillende Europese steden (maar ook in bijvoorbeeld Berkeley, Kaapstad en Rio de Janeiro) stonden studenten op de barricaden. Dit bereikte een hoogtepunt in mei 1968. Vooral in Frankrijk liepen de gemoederen hoog op en kunnen we spreken van een echte revolutie. Jongeren die aan de hogescholen en universiteiten studeerden, verzetten zich tegen het autoritaire gezag (van hun ouders, de overheid, de politie …), de verplichte legerdienst en de traditionele burgerlijke maatschappij. Ze droomden van een radicale omwenteling, waarbij thema’s als milieu, sociale rechtvaardigheid en alternatieve levensstijlen centraal stonden. Het protest van de babyboomgeneratie uitte zich in straatbetogingen en het bezetten van universiteiten en overheidsgebouwen. Dit ging soms gepaard met geweld en vandalisme.

In de tweede helft van de jaren 1970 verscheen de punkbeweging, die ook was opgebouwd rond muziek. Opnieuw keerden elementen van zowel de artistiekelingen als de kuiven terug. Ook de punkers hadden een voorliefde voor zwarte tweedehandskledij en leren jassen met metalen studs. Ze hadden warrige kapsels en later ook hanenkammen. Dit startte als een agressieve reactie op de mainstream discocultuur. De subcultuur omvatte een brede mix van ideologieën, kledingstijlen en expressievormen, waaronder kunst (bijvoorbeeld graffiti), literatuur en films. Punkers stonden bekend om hun DIY-houding (do it yourself), anarchie en maatschappijkritiek. Ze waren bereid hiervoor te vechten en raakten dan ook vaak slaags met de politie. Tijdens de beginjaren werden punkers vaak op televisie getoond voor sensationele nieuwsdoeleinden, waarbij ze foutief voorgesteld werden als ongeschoolde sukkels die problemen op straat veroorzaakten. Wanneer ze te gast waren in televisiestudio’s, hadden conservatieven telkens veel kritiek op hen. Ook in televisieseries werden punkers afgeschilderd als criminelen en werd de politie voorgesteld als zorgzame beschermers van onschuldige burgers.

De jaren 1980

In de jaren 1980 vervaagden de verschillen tussen de jongerenculturen, al waren er wel nog steeds veel: punk, hiphop, disco, glamrock, heavy metal … De professionalisering en commercialisering van de muziekindustrie en het ontstaan van televisienetwerken als MTV (1981) droegen ertoe bij dat muziek, mode en jongereninteresses een globaal bereik kregen. Bedrijven haalden veel winst uit de jeugd. In deze periode waren er twee grote jongerenculturen: hiphop en house. De hiphopcultuur, overgewaaid uit Amerika, bestond oorspronkelijk uit jongeren afkomstig uit de getto’s die weinig mogelijkheden en kansen hadden in de maatschappij. Uit deze cultuur ontstonden al snel meerdere subculturen: rap, breakdance, electric boogie en graffiti. Ook uit de punkscene ontstonden nieuwe subculturen: new wave, hardcore, straight-edge en alto’s. In de jaren 1980 groeide er ook voor het eerst een subcultuur uit een sport: de skaters. House groeide oorspronkelijk uit de zwarte danscultuur en was een verzamelnaam voor diverse muziekgenres. Deze muziekvarianten, waarvan acid house de meest toonaangevende was, hadden wel allemaal gemeenschappelijk dat het elektronische genres waren.

De jaren 1990 en de hipsterparadox

Vanaf de jaren 1990 kwamen jongeren sneller en makkelijker in contact met (buitenlandse) leeftijdsgenoten door het toegenomen aantal televisiekanalen (dankzij kabeltelevisie), langere uitzendtijden en het internet. Uit de housecultuur ontstonden opnieuw varianten, zoals techno en goa. De jeugd was meer eclectisch en verdeeld over verschillende subculturen wanneer in 1999 de hipsters verschenen. Een hipster kenmerkt(e) zich door het gebruik van moderne technologie, zoals laptops, koptelefoons en camera’s, en heeft een voorkeur voor duurzame producten. Politieke correctheid wordt door hen hoog in het vaandel gedragen. Bij deze subcultuur staat het individu centraal, maar omdat ook deze subcultuur weer mainstream werd, ontstond er een paradox. Als hipster wilde je anders zijn dan de massa en benadrukte je je eigen individualiteit. Je ontkende dus te allen tijde een hipster te zijn. Op die manier is de ontkenning ook onderdeel van de subcultuur.

Er waren nog veel meer subculturen dan degene die hier opgesomd werden, maar dit zijn wel de bekendste. Veel ervan bestaan nog steeds, ook onder volwassenen.

a Hier zie je enkele afbeeldingen van jongeren(sub)culturen die in het hoofdstuk aan bod kwamen. Plaats ze op onderstaande tijdlijn.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

b Interview je grootouders en ga op zoek naar welke jongeren(sub)culturen een impact hadden op hun tienerjaren, ook al behoorden ze hier zelf niet toe. Stel dezelfde vraag aan je ouders. Welke verschillen merk je op?

WAT IS GLOBALISATIE?

Globalisering is het proces van toenemende mondiale politieke, economische, culturele en sociale integratie. Een van de vroegste voorbeelden hiervan was het uitwisselen van kennis, producten en gewoontes langs de zijderoute. Net zoals later het geval was, speelden nieuwe technologieën een belangrijke rol in die integratie. Tijdens de Europese ontdekkingsreizen, en vooral erna, namen de intercontinentale uitwisselingen toe. De globalisatie versnelde in de 18e en 19e eeuw tijdens het tijdperk van de revoluties. De opkomst van fabrieken, spoorwegen en stoommachines leidde tot golven van industrialisatie, kolonisatie en oorlog. Tijdens het informatietijdperk kwam de globalisering in een stroomversnelling. De informatierevolutie en de elektronische, en later ook digitale, communicatietechnologie zorgden voor een betere en snellere communicatie tussen verschillende landen en continenten. De 20e eeuw kenmerkte zich naast de mobiliteit van informatie ook door versnellingen in andere dimensies: de mobiliteit van kapitaal, goederen en mensen

De voor- en nadelen van globalisering staan voortdurend ter discussie. De verspreiding van ziektes en de overbelasting van het milieu worden vaak naar voren geschoven als nadelen. Daarnaast creëerde globalisering meer welvaart in ontwikkelingslanden, maar wist het de kloof tussen de armste en rijkste landen niet te dichten.

TEGENREACTIE: ANTIGLOBALISME EN DE ACTUALISERING VAN CHOMSKY

Sinds enkele decennia groeit het protest tegen globalisering. Er wordt vooral kritiek geuit op de hedendaagse politiek van internationale instellingen die een economische globalisering bewerkstelligt in dienst van de (westerse) economische elite. Dit leidt tot een uitholling van democratische systemen en sociale rechten, economische ongelijkheid en milieuvervuiling, zowel in westerse als lageloonlanden.

De protesten vonden plaats naar aanleiding van vergaderingen of samenkomsten van de G8 of van instituten zoals de Wereldhandelsorganisatie. Vaak werd dit protest afgeschreven als ‘antiglobalistisch’. Deze term is voor velen, zoals Noam Chomsky (1928-heden), een misleidende term omdat het basisprincipe van globalisering (een toenemende internationale integratie) niet hetgeen is waartegen geprotesteerd wordt. Dit wordt net als een positieve evolutie beschouwd.

Doorgaans kwam het protest uit de politieke linkerzijde, waarbij de nadruk op diverse socialistische ideeën lag. In recente jaren komt er ook steeds meer protest vanuit de rechterzijde, die de nadruk legt op culturele homogenisering, migratieproblematiek, en economische en sociale problemen ten gevolge van de vrije handel en het verhuizen van industrieën naar lageloonlanden.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De 20e-eeuwse ontwikkelingen binnen de mediatechnologie versterkten het proces van globalisering. Volgens Marshall McLuhan (1911-1980) werd de wereld meer als een uitgebreid dorp ervaren doordat de communicatie en interconnectiviteit tussen mensen mondiaal toenam. Dit noemde hij ‘The Global Village’.

In de loop van de jaren 1950 werd de term ‘massamedia’ gangbaar. Deze term wordt vooral gebruikt voor op technologie gebaseerde media die zich tijdens en na de 20e eeuw ontwikkelden. Die ontwikkeling werd gestimuleerd door de veelheid en versnelling van innovaties die zich in die periode voordeden en door de toegenomen omvang van het publiek. Radio was het eerste niet-print massamedium met een grootschalig bereik. Het bracht boodschappen (en advertenties) die volledige naties en verwante cultuur- en taalgebieden konden bereiken. Radiostations en omroepverenigingen, vaak met een politieke signatuur, schoten in de loop van de jaren 1920 als paddenstoelen uit de grond. In 1930 schiep de Belgische overheid orde met de oprichting van het Nationaal Instituut voor de Radio-Omroep, het NIR. De wortels van de West-Europese televisie-uitzendingen liggen in de jaren 1950. In de loop van de jaren 1980 en 1990 vergrootte het aanbod aan zenders dankzij kabeltelevisie. De popularisering van het internet en de steeds versnellende evolutie van aanverwante technologieën, zoals smartphones, typeren de laatste decennia. Pushmeldingen laten ons tegenwoordig onmiddellijk en tot in het kleinste detail weten wat er in The Global Village gebeurt.

GESCHIEDSCHRIJVING

Op het eerste gezicht lijkt het dat massamedia, en meer specifiek de digitale en sociale media, meer bronnen nalaten en dat die ook makkelijker raadpleegbaar zijn. Het is echter een illusie om te denken dat deze beter gedocumenteerd en gearchiveerd worden. Er stellen zich namelijk talloze uitdagingen. Ten eerste dreigt informatie die op verouderde technologieën bewaard werd, verloren te gaan of minder toegankelijk te worden. Terwijl nieuwe technologieën gericht zijn op een groter bereik en snelheid, waardoor ze vluchtig van aard zijn. Ten tweede moet er telkens rekening gehouden worden met wetgevingen die persoonsgegevens (privacy) en auteursrechten beschermen. Ten derde komt daar nog de vraag naar selectie, kostprijs en verantwoordelijkheid bij.

JONGERENCULTUUR

Jongeren zetten zich in hun tienerjaren vaak af van anderen om zo hun eigen identiteit te beklemtonen. Ze vormen onderling een of meerdere subculturen, groepen in de samenleving met gedeelde waarden en een levensstijl die afwijken van de dominante cultuur, de cultuur die gedeeld wordt door de meeste leden van de samenleving.

Vanaf de jaren 1950 verschenen de eerste jongeren(sub)culturen, onder meer doordat de stijgende welvaart na de Tweede Wereldoorlog bijdroeg tot massaconsumptie en jongeren meer aangemoedigd werden om langer te studeren. In de daaropvolgende decennia verschenen allerlei jongeren- en subculturen, die steeds meer onderhevig waren aan globale invloeden. Sommige verdwenen volledig terwijl andere enorm populair en hip werden, waardoor ze mainstream werden en er uiteindelijk een commerciële massa zonder ideologie overbleef.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Overzicht

Gebruik de informatie uit het hoofdstuk om een antwoord te formuleren op de historische vraag die in ‘Fenestra’ geformuleerd werd. Gebruik de deelvragen om je antwoord te structureren.

Historische vraag: Hoe evolueerde de wereld in de 20e eeuw tot een ‘Global Village’?

1 Welke factoren facilite(e)r(d)en het globaliseringsproces?

2 Hoe beïnvloedt de globale informatiestroom de hedendaagse geschiedschrijving?

3 Wat is de hedendaagse impact van globalisering op het leven van jongeren?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

VOORBEELDVRAGEN

Wat bedoelt men met ‘The Global Village’?

Schets de opkomst en evolutie van jongeren(sub)culturen.

In welke zin speelden de nieuwe technologieën een rol in de stijgende globale integratie?

Wat bedoelt men met ‘the medium is the message’?

Wat bedoelt men met ‘the medium kills the message’?

Waarom stelt Noam Chomsky ‘andersglobalisme’ voor in plaats van ‘antiglobalisme’?

Waarom garanderen digitale media niet noodzakelijk een betere archivering van bronnen?

Welke invloed hadden de jongerenculturen van de artiestelingen en kuiven in de volgende decennia?

Waarom ontstonden jongeren(sub)culturen precies na de Tweede Wereldoorlog?

Welke uitdagingen stellen zich bij het archiveren van massamediale en digitale bronnen?

Schets de evolutie van de massamedia van de jaren 1950 tot het heden.

Welke kritieken uit(te) de politieke linkerzijde op de globalisering zoals die de afgelopen decennia gebeurde?

Welke kritieken uit(te) de politieke rechterzijde op de globalisering zoals die de afgelopen decennia gebeurde?

Wat is een egodocument?

Waarom is er waarschijnlijk veel informatie uit de begindagen van het internet verloren gegaan?

Au nom du gouvernement congolais

Hoe verliep de Congolese dekolonisatie tussen 1950 en 1960?

1 Welke factoren stimuleerden de Congolese drang naar onafhankelijkheid in de jaren 1950?

2 Welke moeilijkheden ervaarden de Congolezen tijdens het dekolonisatieproces?

3 Hoe wordt de Congolese dekolonisatie herinnerd?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Fenestra

a Op welke manier wordt het koloniale verleden in elk van onderstaande bronnen gepresenteerd? Baseer je hiervoor op de contextinformatie bij elke bron.

Anoniem, generaal de Gaulle tijdens zijn openingsspeech op de Conferentie van Brazzaville, 30 januari 1944.

Tijdens een later bezoek aan Congo-Brazzaville, in 1958, gaf de Franse generaal, en latere president, Charles de Gaulle (1890-1970) aan dat de onafhankelijkheid van de Afrikaanse kolonies binnen handbereik lag.

Benjamin Couprie (1875-1933), portret van Paul Panda Farnana, 2 september 1921.

De Congolese Paul Panda Farnana (1888-1930) kreeg de kans om in België te studeren en zou later zelfs meevechten in de Eerste Wereldoorlog. Hij was een van de eerste Congolese intellectuelen die het kolonialisme openlijk bekritiseerde.

Lode Eyckermans (1919-1988), Zij gaven hun leven voor de beschaving, 1953.

Dit monument op het Schuttersvest in Mechelen werd opgericht ter ere van de Mechelaars die vóór 1908 in Kongo-Vrijstaat overleden zijn. Jarenlang werd er hevig gedebatteerd over het al dan niet verwijderen van het beeld. Uiteindelijk besliste het stadsbestuur om het beeld te laten staan maar wel van duiding te voorzien, waarbij men zich distantieerde van het koloniale gedachtegoed.

©

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

The International Institute for Environment and Development (1973-heden), Congolese mijnwerkers aan het werk in een artisanale kobaltmijn, Democratische Republiek Congo, 9 december 2020. Er zijn veel mineralen aanwezig in de Congolese bodem en deze zijn een belangrijke bron van inkomsten voor het land. De ontginning ervan gebeurt echter in slechte en gevaarlijke omstandigheden. Bovenop de menselijke tol, is dit ook erg belastend voor het milieu. 5

Thomas Vinçotte (1850-1925), Monument voor de Belgische pioniers in Congo, Jubelpark Brussel,1921.

Dit monument werd opgericht ter ere van de Belgische kolonialen. Het vertelt het verhaal van de Belgische inmenging in Congo, waarbij de kolonialen als helden en ‘beschavers’ worden afgebeeld. Vanaf de jaren 1980 zorgde het voor veel controverse, onder andere door het opschrift ‘Arabische slavendrijvers’. Ook hier werd een bord met duiding bijgeplaatst.

© Het Nieuwsblad/Mediahuis

6

Het Nieuwsblad (1912-heden), Romelu Lukaku trekt aan de alarmbel over situatie in Congo nadat hij scoort in Europa League, 15 februari 2024.

De Belgisch-Congolese voetballer Romelu Lukaku (1993-heden) maakte na een doelpunt van de gelegenheid gebruik om de situatie in Congo onder de aandacht te brengen. Het leger voert er strijd tegen de rebellengroep M23 en sinds 2012 kwamen reeds duizenden mensen om bij de gevechten. Het aantal vluchtelingen wordt op 1 miljoen geschat.

© cloetensbrecht
© EmDee (CC BY-SA 3.0)
The International Institute for Environment and Development (CC BY 2.5)

Anoniem, eerste betoging van de uit Congo gevluchte kolonialen, 11 juli 1960.

Na de Congolese onafhankelijkheid op 30 juni 1960 volgden snel onrusten en gewapende opstanden in de voormalige kolonie. De Belgische regering stuurde eenzijdig militairen naar het gebied, zonder overleg met de Congolese regering. Te midden van deze chaos sloegen vele Belgische kolonialen op de vlucht. Terug in België, kwamen zij op straat en beschuldigden de Belgische regering ervan hun werk te hebben kapotgemaakt. Velen hadden geen begrip voor de snelle onafhankelijkheid van Congo.

Hatim Kaghat (1973-heden), Pierre Kompany, Pieter de Crem en Joachim Coens bij een ceremonie voor 60 jaar Congolese onafhankelijkheid, Koekelberg, 30 juni 2020.

Wolfgang Hicks/HeKo (1909-1983), Freiheit am Kongo, 1960.

Aanvankelijk wilde men Congo op de onafhankelijkheid voorbereiden door middel van een 30-jarenplan. Uiteindelijk gebeurde dit niet en werd het land te snel en volledig onvoorbereid onafhankelijk, waardoor dit heel chaotisch verliep.

“Indépendance cha-cha, tozoui e Oh! Kimpwanza cha-cha, tubakidi Oh! Table Ronde cha-cha, ba gagné o Oh! Dipanda cha-cha tozoui e.”

Bron: Joseph Kabasele (1930-1983), Indépendence Cha Cha, liedtekst, 1960

Dit lied werd geschreven naar aanleiding van de Congolese onafhankelijkheid in 1960 en werd de eerste pan-Afrikaanse hit.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Pierre Kompany (1947-heden) was de eerste Belgische burgemeester met Congolese roots. Tussen 2018 en 2022 voerde hij deze functie uit in de Brusselse gemeente Ganshoren. Tijdens zijn ambt roemde hij koning Filip omdat die als eerste Belgische vorst in 60 jaar spijtbetuigingen heeft geuit over de Belgische gewelddaden in Congo en het lijden van de Congolese bevolking tijdens de koloniale periode.

© Belga - Hatim Kaghat
© La Libre Belgique
CVCE

Pressens Bild (1936-2006), Zweedse VN-soldaat in Congo, 1960.

Na de Congolese onafhankelijkheid volgde een woelige periode en burgeroorlog (die als proxyoorlog in het kader van de Koude Oorlog gezien kan worden). Dit staat bekend als de ‘Congocrisis’. Bij de slecht voorbereide onafhankelijkheid had men geen rekening gehouden met de verschillende stammen en etnische groepen in het land. De aanwezigheid van Belgische militairen zorgde voor een verdere escalatie. De VN reageerden door vredestroepen te sturen om de situatie te neutraliseren, maar de toenmalige Secretaris-Generaal weigerde om de Congolese regering te steunen in haar strijd tegen de verschillende separatistische groepen. De Congolese eerste minister, Patrice Lumumba (1925-1961), vroeg daarom hulp aan de USSR.

Anoniem, Congolees dorp tijdens de wereldtentoonstelling, Tervuren, 1897.

Tijdens de wereldtentoonstelling van 1897 werden in Tervuren drie omheinde Congolese dorpen gebouwd, als attractie. Dit zorgde voor de eerste kritieken op het koloniale bewind. Tijdens de wereldtentoonstelling van 1958, ook in Brussel, werd opnieuw een ‘menselijke zoo’ gebouwd. Men wilde de Congolese cultuur en kunst tonen, maar tegelijk ook de westerse suprematie benadrukken.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Ontrafeld

1 VOORGESCHIEDENIS DEKOLONISATIE

Golven van dekolonisatie

Tijdens de vroegmoderne tijd stichtten verschillende Europese landen kolonies in Amerika, Azië en Afrika en bouwden zo een koloniaal rijk uit. In de loop van de 19e eeuw volgde een nieuwe en grote kolonisatiegolf, door historici vaak als tweede kolonisatiegolf aangeduid, en heerste Europa over het grootste deel van de wereld. ‘The Scramble for Africa’, zoals we die in Janus 5 zagen, was hier onderdeel van.

De mondiale dekolonisatie, het proces waarbij gekoloniseerde landen hun soevereiniteit (terug)kregen, verliep in twee golven. De eerste begon met de dekolonisatie van de Verenigde Staten in 1776. Zoals gezien, waaiden de verlichtingsideeën van Amerika over naar Frankrijk en dan terug naar Latijns-Amerika. Daarnaast zorgden vier EngelsNederlandse oorlogen (tussen 1652 en 1784) en spanningen met Frankrijk ervoor dat het Verenigd Koninkrijk zich op het Europese continent moest focussen. Hierdoor was het niet bij machte om de Amerikaanse Revolutie neer te slaan.

Deze combinatie van factoren, een door oorlog verzwakt moederland en de invloed van de verlichtingsideeën, lag ook aan de basis van de dekolonisatie van Latijns-Amerika. Toen Napoleon begin 19e eeuw Spanje bezette, braken aan de overkant van de oceaan tal van revoluties uit. Op een decennium tijd (1816-1826), raakte Spanje Argentinië, GrootColombia, El Salvador, Honduras, Nicaragua, Costa Rica en Chili kwijt als kolonie. In 1841 volgde ook Guatemala nog. In 1925 werd Brazilië onafhankelijk van Portugal.

a Onderstreep in bovenstaande tekst de oorzaken voor de dekolonisatie van Noord- en Latijns-Amerika in het rood.

b Onderstreep de gevolgen ervan in het blauw.

c Bekijk onderstaande kaart en evalueer op basis daarvan volgende stelling: “Na de vroegmoderne kolonisatiegolf volgde de dekolonisatie in de moderne en hedendaagse tijd.”

Verdeling van Afrika na de Koloniale Conferentie van Berlijn, 1884

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

België

Duitsland

Spanje

Frankrijk

Verenigd Koninkrijk

Italië

Portugal onafhankelijk

De dekolonisatiegolf in Azië en Afrika kwam op gang na de Tweede Wereldoorlog. De Europese koloniale machten waren in 1945 totaal verzwakt en niet langer in staat om hun overzeese gebieden te controleren. Nationalistische bewegingen in de kolonies konden zich bovendien vlot organiseren door de infrastructuur die de kolonialen er zelf hadden aangelegd, zoals wegen en telegraaf- en telefoonkabels. De doorbraak van massamedia versterkte dit effect. Deze verspreidden het succes van antikoloniale leiders zoals Mahatma Gandhi (1869-1948) in India of Soekarno (1901-1970) in Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. De hele wereld kon hun toespraken en acties volgen.

d Onderstreep in bovenstaande tekst de oorzaken voor de dekolonisatie in Afrika en Azië in het rood.

e Onderstreep de gevolgen ervan in het blauw.

Anoniem, Gandhi houdt een Gebedssessie voor een groot publiek, 1946.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

f Vergelijk de kolonisatiegolf in Latijns-Amerika met die in Azië en Afrika. Focus hierbij op de oorzaken, gevolgen en periodisering.

De Bandungconferentie

Er waren verschillende congressen en conferenties die een belangrijke katalysator vormden voor de dekolonisatie van Afrika en Azië, met de Bandungconferentie in 1955 als hoogtepunt. Op deze bijeenkomst waren 29 Afrikaanse en Aziatische landen vertegenwoordigd. Ze waren verenigd in hun verzet tegen kolonialisme en racisme. De conferentie was uiterst succesvol en wakkerde het bewustzijn aan dat verzet tegen de koloniale machten succesvol kon zijn en dat het streven naar soevereiniteit legitiem was. In 1960 brak het zogenaamde ‘Year of Africa’ aan en verklaarden vele landen zich onafhankelijk, waaronder Congo. Zo steeg het aantal onafhankelijke Afrikaanse landen van 10, met zo’n 95 miljoen inwoners, naar 24, goed voor zo’n 180 miljoen inwoners.

a Bestudeer onderstaande bronnen. Op welke manier versterkten de aanwezige landen hun claim voor soevereiniteit?

“Aan de koloniale mogendheden:

Wij zijn vastbesloten vrij te zijn ... Wij veroordelen het monopolie van het kapitaal en de regering in handen van de privérijkdom en de private industrie en het louter aanwenden voor privéwinsten. Wij beschouwen de economische democratie als de enige ware democratie. Wij zijn bereid op alle manieren te strijden voor vrijheid, democratie en sociale promotie.

Aan de gekoloniseerde volkeren:

Wij bevestigen het recht van alle gekoloniseerde volkeren om hun lotsbestemming in eigen handen te nemen ... Bijgevolg is de strijd om de politieke macht, die de gekoloniseerde en onderworpen volkeren hebben aangevat, de eerste en noodzakelijke voorafgaande stap die leidt naar de volledige sociale, politieke en economische emancipatie ... Heden is er slechts één middel dat tot een doeltreffende actie leidt: de organisatie van de massa’s ... Gekoloniseerde en onderworpen volkeren van de wereld, verenigt u!”

Bron: naar het Pan-Afrikaanse Congres (1919-1945), Resoluties van het vijfde Pan-Afrikaanse Congres, 1945

Handvest van Bandung

1 Eerbiediging van de rechten van de mens en de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.

2 Eerbiediging van de soevereiniteit en territoriale onschendbaarheid van alle naties.

3 Erkenning van alle rassen en alle naties, groot en klein.

4 Onthouding van interventie of inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van andere landen.

5 Eerbiediging van het recht van elk land om zich individueel of in groepsverband te verdedigen en dit in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

6.a Weigeren toevlucht te nemen tot collectieve defensieovereenkomsten die bedoeld zijn om de belangen van eender welke mogendheid te dienen.

6.b Onthouding van druk op andere landen.

7 Het nalaten van daden of bedreigingen van proces en agressie, of van het gebruik van geweld tegen het territorium of de politieke onafhankelijkheid van een land.

8 Regeling van alle internationale geschillen met vreedzame middelen, zoals onderhandeling of verzoening, arbitrage of uitspraak door een gerechtshof.

9 Bevordering van de behartiging van de gemeenschappelijke belangen en samenwerking.

10 Eerbied voor het recht en de internationale verplichtingen.

Bron: naar de Bandungconferentie, Handvest van Bandung, 1955

Post of Indonesia (1945-heden), postzegels, 1955.

Deze postzegels werden uitgebracht ter ere van de Bandungconferentie. Rechts onderaan worden de Aziatische en Afrikaanse bevolkingen afgebeeld die witte vredesduiven over de wereld loslaten. Die wordt overigens niet zoals gewoonlijk vanuit westers perspectief afgebeeld, met Europa als middelpunt.

De focus op Afrika en Azië is bedoeld om duidelijk te maken dat de toekomst hier ligt.

Indonesische regering (1945-heden), plenaire vergadering tijdens het economische deel van de Bandungconferentie, 20 april 1955.

Op de jaarlijkse conferenties van een groeiend aantal Afrikaanse en Aziatische landen werden de bevrijdingsbewegingen in de kolonies aangemoedigd en gesteund. In Sub-Sahara-Afrika bleef het aanvankelijk relatief rustig, maar dit veranderde in 1960. Waar in het voorgaande jaar 30% van de Afrikaanse bevolking in onafhankelijke gebieden leefde, werd dit in één klap 68%.

a Bekijk onderstaande kaart en bespreek de situatie in 1945, 1958 en 1960.

Aantal onafhankelijke landen in Afrika, 1945-1960

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

onafhankelijk in 1945 onafhankelijk tussen 1945 en 1958 onafhankelijk tussen 1958 en 1960 onafhankelijk na 1960 nooit gekoloniseerd

Na de aanhoudende kritiek op het beleid van Leopold II (1835-1909), werd Kongo-Vrijstaat in 1908 officieel overgedragen aan de Belgische Staat. Onder de bevolking was er aanvankelijk weinig enthousiasme voor de kolonie. Door middel van propaganda werd het idee van de beschavingsmissie verspreid: het was de plicht van België om de Congolese bevolking ‘de beschaving te brengen’. De kerngedachte van deze missie was om de Congolese bevolking de Belgische en Europese manier van leven bij te brengen, die geacht werd superieur te zijn. Belgische missionarissen stichtten er tijdens het interbellum verschillende scholen. Zo werden Congolese kinderen het katholieke geloof, de Franse taal en de westerse manier van leven en denken aangeleerd. Eigen tradities werden ontmoedigd of verboden. In theorie moest Congo een modelkolonie worden, maar in praktijk bleven Congolezen en Belgische kolonialen gesegregeerd en lag de focus op het exploiteren van de natuurlijke rijkdommen en grondstoffen.

Ministerie van Koloniën (1908-1960), propagandaposter om de Belgische bevolking mee te krijgen in het koloniale project, 1922.

Het Belgische koloniale bewind berustte op drie pijlers die nauw samenwerkten: de administratie en het leger; de Kerk, met zo’n 6000 missionarissen; en de grote maatschappijen, die ook een politieke rol speelden. De uitbouw van het onderwijssysteem voor de Congolese bevolking werd gezien als een piramide: wijdverspreid en grootschalig basisonderwijs, gevolgd door voortgezet onderwijs en uiteindelijk universitair onderwijs om een elite te vormen. Het duurde echter tot 1953 voor er een universiteit in Leopoldstad werd opgericht, Lovanium. De kinderen van kolonialen werden in aparte scholen onderwezen. België bereidde Congo niet voor op de onafhankelijkheid. Men bleef de bevolking paternalistisch als grote kinderen behandelen en de sociale politiek (bijvoorbeeld de gezondheidszorg en het basisonderwijs) had vooral economische motieven: Congo rendabel maken voor het moederland. De lokale bevolking werd dus nog steeds als inferieur beschouwd.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Hoewel sommige Congolezen eerder al kritiek hadden geuit op het koloniale bewind, bijvoorbeeld Paul Panda Farnana, groeide er in de jaren 1950 een echte nationalistische beweging onder de ‘évolués’. De twee belangrijkste bewegingen die zich op het politieke terrein begaven en de onafhankelijkheid eisten, waren ABAKO (Alliance des Bakangos) onder leiding van Joseph Kasavubu (1915-1969) en de MNC (Mouvement National Congolais), geleid door Patrice Lumumba (1925-1961). In 1955 maakte koning Boudewijn (1930-1993) een rondreis door Congo. In datzelfde jaar werd het Plan Van Bilsen voorgesteld, opgesteld door jurist Jef Van Bilsen (1913-1996). Dit was een 30-jarenplan om de Congolese elite voor te bereiden op de onafhankelijkheid en zelfbestuur. Het werd echter nooit uitgevoerd, aangezien heel wat conservatieve krachten in koloniale kringen dit als verraad zagen. Congolese nationalisten gebruikten het plan wel als inspiratiebron en legitimering voor hun soevereiniteitsclaim.

b Scan de QR-code en bekijk de reportage ‘Belg worden in Belgisch-Congo’. Los op basis hiervan onderstaande vragen en opdrachten op.

1 Leg in je eigen woorden uit wat men bedoelde met ‘évolué’. Illustreer je antwoord met enkele voorbeelden.

2 Werden évolués gelijkwaardig aan de kolonialen beschouwd, of was hier ook sprake van paternalisme?

3 Bespreek in welke mate er sprake is van continuïteit of discontinuïteit tussen de hedendaagse situatie en die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.

De situatie veranderde echter snel. In 1958 leidden drie gebeurtenissen tot een opmerkelijke versnelling bij de Congolese elite. Naar aanleiding van de wereldtentoonstelling in 1958 werden enkele évolués naar Brussel gebracht, waaronder Kasavubu, Lumumba, Joseph Mobutu (1930-1997) en Moïse Tshombe (1919-1969), die elkaar beter leerden kennen en ideeën uitwisselden. In Brussel zagen ze hun landgenoten tentoongesteld in een zogenaamde ‘zoo humain’, menselijke zoo, waar het publiek vernederende taferelen met ‘echte zwarten’ te zien kreeg. Ook de opvallende toespraak van de Franse president Charles de Gaulle (1890-1970), waarin hij in de Franse kolonie Congo-Brazzaville openlijk verkondigde dat de onafhankelijkheid binnen handbereik lag voor wie het wilde en dat het moederland zich niet zou verzetten, ging niet onopgemerkt voorbij. Daarnaast woonde Lumumba met enkele medestanders de PanAfrikaanse Conferentie van 1958 bij, waar het antikolonialisme goed werd onthaald.

In januari 1959 brak er een volksopstand uit in Leopoldstad, de hoofdstad van Belgisch-Congo. Deze werd bloedig neergeslagen door de Force Publique, een Congolees leger met lokale soldaten onder leiding van Belgische officieren, maar zorgde er wel voor dat Boudewijn en de toenmalige Belgische regering besloten Congo in een versneld tempo naar de onafhankelijkheid te leiden. Deze werd in januari 1960 voorbereid in Brussel. Lumumba was aanwezig bij de rondetafelgesprekken en verklaarde na afloop dat Congo op 30 juni 1960 onafhankelijk zou worden, veel sneller dan men aanvankelijk in gedachten had. Lumumba verzekerde het Belgische volk hierbij dat er ook na die datum een oprechte en duurzame vriendschap tussen beide landen zou blijven bestaan.

In mei werden algemene verkiezingen gehouden in Belgisch-Congo, waarbij de MNC als grootste partij uit de bus kwam. Lumumba werd de eerste premier van het onafhankelijke Congo, Kasavubu werd de eerste president. Het land had echter geen administratie of staatskas en nauwelijks hoogopgeleiden. Het was helemaal nog niet klaar voor zelfbestuur.

c Markeer in de tekst op de vorige pagina de gebeurtenissen die in 1958 de Congolese drang naar onafhankelijkheid stimuleerden.

d Waarom stemde de Belgische regering in met het onafhankelijkheidsvoorstel van Lumumba?

e Scan de QR-code en bekijk het filmfragment over de Congolese Onafhankelijkheidsdag. Bespreek de rivaliteit tussen Lumumba en Kasavubu.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Anoniem, Joseph Kasavubu (links), Patrice Lumumba (midden) en koning Boudewijn (rechts) op de Onafhankelijkheidsdag, Leopoldstad, 30 juni 1960.

f Lees hieronder en op de volgende pagina’s de toespraken die Lumumba en Boudewijn elk hielden tijdens de onafhankelijkheidsceremonie en los bijhorende vragen en opdrachten op.

Mijnheer de president,

Heren,

“De onafhankelijkheid van Congo betekent de bekroning van het werk dat door het genie van koning Leopold II ontworpen is, door hem aangevat met volhardende moed en met overtuiging verdergezet door België. Ze markeert een beslissend moment in de bestemming van niet alleen Congo zelf, maar - ik aarzel niet om het te beklemtonen - van gans Afrika.

Gedurende 80 jaar heeft België de beste van zijn zonen naar uw land gestuurd, eerst om het Congobekken te bevrijden van de afschuwelijke slavenhandel die uw bevolkingen uitdunde, later om de verschillende volkeren - die vroeger vijanden waren - dichter bij elkaar te brengen en zich voor te bereiden om samen de grootste van de onafhankelijke Afrikaanse staten te vormen; tenslotte om een gelukkiger leven te brengen in de verschillende streken van Congo die u hier vertegenwoordigt in eenzelfde parlement.

“Op dit historisch moment moet onze gedachte uitgaan naar de pioniers van de ontvoogding van Afrika, en naar hen die na hun, van Congo gemaakt hebben wat het vandaag is. Zij verdienen evenzeer onze bewondering en uw erkentelijkheid, want het zijn zij geweest, die door hun beste krachten en zelfs hun leven te offeren aan een groot ideaal, u de vrede gebracht hebben en uw morele en materiële bezit hebben verrijkt. Zij mogen nooit vergeten worden, noch door België, noch door Congo.

Toen Leopold II het grote werk aanvatte dat vandaag zijn bekroning vindt, is hij niet naar hier gekomen als veroveraar, maar als brenger van de beschaving.

Vanaf het begin heeft Congo zijn grenzen opengezet voor de internationale handel, zonder dat België ooit een alleenrecht heeft uitgeoefend dat uitsluitend op zijn eigenbelang gericht was.

Congo heeft spoorwegen gekregen, allerlei zee- en luchtvaartlijnen, die door uw bevolkingen met mekaar in contact te brengen, hun eenheid hebben bevorderd en de landen verruimd hebben naar de wereld.

Een medische dienst, waarvan het op punt stellen meerdere tientallen jaren vroeg, is geduldig georganiseerd en heeft u bevrijd van vele verwoestende ziektes. Talrijke en opmerkelijk goed uitgeruste hospitalen zijn gebouwd. De landbouw is verbeterd en gemoderniseerd. Grote steden zijn gebouwd en doorheen gans het land vertonen de woonvoorwaarden en hygiëne een opmerkelijke vooruitgang. Industriële ondernemingen hebben de natuurlijke bodemrijkdommen tot hun recht laten komen. De uitbreiding van de economische activiteit is aanzienlijk geweest; deze heeft de welvaart van uw bevolking verhoogd en heeft het land de technici gegeven die onmisbaar zijn voor de ontwikkeling ervan.”

Volk van Congo,

Mijn land en ikzelf erkennen met vreugde en emotie dat Congo op deze 30e juni 1960, in volledig akkoord en in vriendschap met België, de onafhankelijkheid en de internationale soevereiniteit bekomt.

Moge God Congo beschermen.”

Bron: naar Boudewijn van België (1930-1993), toespraak tijdens de Congolese onafhankelijkheidsceremonie, 30 juni 1960

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

“Mannen en vrouwen van Congo, strijders voor de vrijheid die we vandaag winnen, in naam van de Congolese regering groet ik u.

Aan jullie allemaal, beste vrienden, die onvermoeibaar aan onze zijde hebben gestreden, vraag ik om van deze 30e juni 1960, een onvergetelijke dag te maken die jullie onuitwisbaar in jullie harten zullen graveren, een datum waarvan u met fierheid aan uw kinderen de betekenis zult leren.

Geen Congolees die naam waardig zal ooit kunnen vergeten dat we deze onafhankelijkheid enkel door de strijd hebben veroverd, een strijd van alle dag, vurig en vol van idealen, een volgehouden strijd die ons ontberingen, lijden en bloed kostte.

Tot in het diepst van ons hart zijn we trots dat we die strijd met tranen, vuur en bloed gestreden hebben. Want die strijd was nobel, rechtvaardig en onontbeerlijk om een einde te maken aan de vernederende slavernij die ons met geweld werd opgelegd.

Dit was ons lot gedurende 80 jaar koloniaal regime, onze wonden zijn nog te vers en te pijnlijk om ze uit ons geheugen te wissen. Wij hebben dwangarbeid gekend in ruil voor lonen die veel te laag waren om voldoende te kunnen eten, ons waardig te kleden of te wonen, of om onze kinderen als dierbaren te kunnen opvoeden.

Wij hebben spot, beledigingen en slagen gekend die we ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds moesten ondergaan, omdat wij ‘negers’ waren. Wij zijn getuige geweest van het afschuwelijke lijden van degenen die veroordeeld waren voor hun politieke standpunten of godsdienstige overtuigingen: verbannen in hun eigen land was hun lot nog erger dan de dood.

Wij hebben gezien dat er in de steden prachtige huizen voor de blanken waren en bouwvallige barakken voor de zwarten. Wie zal ooit de slachtingen vergeten waarbij zovelen van onze broeders omkwamen, de cellen waarin degenen werden geworpen die weigerden zich aan een regime van onderdrukking en uitbuiting te onderwerpen. Wij, die in ons hart en met ons lijf geleden hebben onder de koloniale onderdrukking, wij zeggen nu luid en duidelijk: dat alles is voortaan gedaan!

De Congolese Republiek is afgekondigd en ons land is nu in de handen van haar eigen kinderen. Samen, broeders en zusters, beginnen wij een nieuwe strijd, een verheven strijd die ons vrede, welvaart en aanzien zal brengen. Samen zullen wij sociale rechtvaardigheid vestigen en ervoor zorgen dat iedereen een rechtvaardige vergoeding voor zijn arbeid ontvangt. Wij zullen de wereld tonen wat de zwarte man kan realiseren wanneer hij in vrijheid kan werken, en wij zullen van Congo het stralende voorbeeld voor heel Afrika maken. Wij zullen erop toezien dat de landerijen van ons land werkelijk ten goede komen aan de kinderen van de natie. Wij zullen al die oude wetten herbekijken en er nieuwe maken, die rechtvaardig en nobel zullen zijn.

En daarom, mijn beste landgenoten, wees er zeker van dat we niet alleen kunnen rekenen op onze enorme krachten en onze immense rijkdommen, maar ook op de hulp van tal van derde landen wier samenwerking wij zullen aanvaarden wanneer die loyaal is en niet gericht op het opdringen van een of andere politiek. Zo zal het nieuwe Congo, dat mijn regering gaat opbouwen, een rijk, vrij en welvarend land zijn. Ik vraag ieder van jullie op te houden met de stammentwisten, die ons uitputten en riskeren ons belachelijk te maken in het buitenland.

Ik vraag jullie allemaal voor geen enkel offer terug te deinzen om onze grandioze opdracht tot een goed einde te brengen. De onafhankelijkheid van Congo markeert een beslissende stap naar de bevrijding van het volledige Afrikaanse continent. Onze sterke nationale volksregering zal het geluk in het land brengen.

Ik nodig alle Congolese burgers, mannen, vrouwen en kinderen uit om zich resoluut aan hun taak te wijden om een bloeiende nationale economie tot stand te brengen die onze economische onafhankelijkheid zal verzekeren.

Hulde aan de strijders voor nationale bevrijding! Lang leve de onafhankelijkheid en Afrikaanse eenheid! Lang leve het onafhankelijke en soevereine Congo!”

Bron: naar Patrice Lumumba (1925-1961), toespraak tijdens de Congolese onafhankelijkjeidsceremonie, 30 juni 1960

1 Geef drie tegenstrijdigheden tussen de toespraak van Boudewijn en die van Lumumba. Wat zegt dit over de betrouwbaarheid en representativiteit van beide bronnen?

2 Markeer hoe Boudewijn over Leopold II sprak. Waarom zou hij dit gedaan hebben?

3 Boudewijn en zijn gevolg vatten de toespraak van Lumumba als een zware belediging op. Markeer in Lumumba’s toespraak de passages die als beledigend werden beschouwd.

4 Vergelijk de toespraak van Boudewijn met het opzet van het Plan Van Bilsen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Fragment uit Lumumba’s voorbereidingen van zijn toespraak, inclusief zijn aanpassingen, correcties en bedenkingen.

Socioloog Ludo De Witte (1956-heden) stelt in zijn boek ‘De moord op Lumumba’ dat deze toespraak als stichtend document van het onafhankelijke Congo kan worden beschouwd.

g Bekijk nogmaals de aanhef die Lumumba hierin gebruikte en vergelijk dit met het fragment bij vraag e. Wat valt hierbij op?

h Waarom zou hij voor deze openingswoorden gekozen hebben?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

WANKEL OP EIGEN

Kort na de onafhankelijkheidsverklaring begonnen de soldaten van de Force Publique massaal te muiten, omdat Belgische officieren nog steeds het gezag voerden. Al snel werd het leger geafrikaniseerd en omgevormd tot ‘Armée Nationale Congolaise’, ANC. De witte kolonialen raakten in paniek en keerden met duizenden tegelijk naar België terug. Belgische militairen werden naar Congo gestuurd om hun landgenoten gewapend te beschermen. De Congolese regering werd hierin niet gehoord. Op hetzelfde moment dat de Force Publique begon te muiten, splitste de grondstofrijke provincie Katanga zich af van het net onafhankelijk geworden land. De Belgischgezinde Tshombe riep er zichzelf uit tot president. Lumumba was ontzet door de chaotische situatie en diende klacht in bij de Verenigde Naties.

a Lees hieronder ‘Resolutie 143’ van de VN-Veiligheidsraad en beantwoord bijhorende vragen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Adopted by the Security Council at its 873rd meeting, by 8 votes to none, with 3 abstentions (China, France and the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland)

14 July 1960

“The Security Council,

Considering the report of the Secretary-General on a request for United Nations action in relation to the Republic of the Congo,

Considering the request for military assistance addressed to the Secretary-General by the president and prime minister of the Republic of the Congo,

1. Calls upon the government of Belgium to withdraw its troops from the territory of the Republic of the Congo;

2. Decides to authorize the Secretary-General to take the necessary steps, in consultation with the government of the Republic of the Congo, to provide the government with such military assistance as may be necessary until, through the efforts of the Congolese government with the technical assistance of the United Nations, the national security forces may be able, in the opinion of the government, to fully meet their tasks;

3. Requests the Secretary-General to report to the Security Council as appropriate.”

Bron: de Verenigde Naties (1945-heden), Resolutie 143 van de VN-Veiligheidsraad, 14 juli 1960

1 Analyseer deze bron aan de hand van stap 5 uit je Janusje-van-alles.

2 Welke impact had dit besluit voor het jonge Congo?

Hierop gingen zowel Lumumba als Kasavubu aankloppen bij de USSR, wat zorgde voor internationale onrust. Lumumba werd al snel een communist en gevaarlijk man genoemd, verschillende andere (wereld)leiders eisten dat er zou worden ingegrepen. Op 5 september 1960 werd Lumumba door Kasavubu ontslagen en onder huisarrest geplaatst.

Op 17 januari 1961 werd Lumumba in onduidelijke omstandigheden geëxecuteerd in Elisabethstad. Mobutu probeerde een staatsgreep te plegen, maar dit mislukte. Intussen bleven VN-troepen met het Katangese leger vechten. Dag Hammarskjöld (1905-1961), de toenmalige Secretaris-Generaal van de VN, startte de onderhandelingen, maar stierf nog datzelfde jaar toen zijn vliegtuig eveneens in onduidelijke omstandigheden werd neergehaald.

b Scan de QR-code en bekijk de reportage. Lees daarna onderstaand artikel en beantwoord bijhorende vragen.

Regering biedt excuses aan voor rol België bij dood Lumumba

“BRUSSEL - De Belgische regering heeft haar excuses aangeboden voor de rol die België heeft gespeeld in de omstandigheden rond de dood van de Congolese eerste minister, Patrice Lumumba. minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, heeft vanmiddag in de Kamer een verklaring in die zin voorgelezen. De excuses werden in naam van België gericht aan de familie van Patrice Lumumba en het Congolese volk.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De Kamer besprak vandaag in plenaire vergadering het rapport van de onderzoekscommissie die twee jaar lang de rol heeft onderzocht die België heeft gespeeld in de moord op de eerste Congolese premier Patrice Lumumba, op 17 januari 1961. De commissie kwam in november vorig jaar tot de conclusie dat sommige regeringsleden en andere Belgische actoren een morele verantwoordelijkheid dragen voor de dood van Lumumba.

Lumumba werd op 17 januari 1961 geëxecuteerd door Katangese gendarmes en politiemensen. Dat gebeurde vijf uur nadat hij werd overgebracht naar de opstandige provincie Katanga, die Lumumba vijandig gezind was. Het waren de Congolese autoriteiten die de eerste verkozen premier - die in september 1960 werd afgezet - overbrachten. De Belgische regering steunde die actie echter. Hoewel er duidelijk wel voornemens waren om Lumumba te vermoorden, hebben de experten van de commissie geen bewijzen gevonden dat België erop uit was om Lumumba fysiek te elimineren. De regering wilde de premier wel van het politieke forum zien verdwijnen en deden er ook alles aan om dat te bewerkstelligen. De veiligheid van Lumumba zelf was daaraan ondergeschikt. De regering deed zelfs een beroep op geheime fondsen om Lumumba politiek ten val te brengen of te vermijden dat hij opnieuw aan de macht kwam.

Context

De commissie - die de periode van 1960 tot begin 1961 onderzocht - wijst in haar conclusies wel op de context waarin alles toen gebeurde. Er was niet enkel het toenmalige internationale klimaat (de Koude Oorlog), ook de ethiek en de normen inzake internationaal politiek correct denken verschilden sterk met die van nu. Daarnaast was er het heersende politieke klimaat in België zelf, waar de bevolking getraumatiseerd was door de moorden en wandaden die in Congo op landgenoten werden gepleegd.

De bevolking stelde Lumumba daarvoor verantwoordelijk en eiste een krachtdadig optreden.

In haar aanbevelingen spoort de commissie de regering aan “passende conclusies te trekken en actie te ondernemen’’. Dat zou onder meer kunnen betekenen dat de Belgische regering Congo officieel haar excuses aanbiedt. Of dat ook gebeurt, wordt in de namiddag na afloop van het debat duidelijk, wanneer minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel een verklaring aflegt.

Koning Boudewijn

De commissie laakte de rol die wijlen koning Boudewijn heeft gespeeld. In een brief kreeg hij aanwijzingen dat het leven van Lumumba in gevaar was, maar hij deed niets met die informatie. Hij lichtte de regering er ook niet over in. Dat deed de commissie besluiten dat de koning handelingen stelde die niet gedekt waren door de regering, en dat kan niet volgens de grondwet.

De regering pleegde van haar kant inbreuken op het nationaal en internationaal recht, omdat ze zich enerzijds mengde in het beleid van een onafhankelijk land en anderzijds omdat ze laks of niet optrad tegen handelingen die in België strafbaar zijn (werven van huurlingen, voorbereiden van aanslagen ...). De commissie hoopt dat haar onderzoek een bijdrage kan leveren tot de verwerking van het verleden.”

Bron: op basis van De Standaard (1918-heden), Regering biedt excuses aan voor rol België bij dood Lumumba, 5 februari 2002

1 Wat zijn de verschillende perspectieven op Lumumba’s dood?

2 Was zijn dood een politieke moord of een rechtsgeldige executie? Motiveer je antwoord.

3 Speelde België een directe of indirecte rol in Lumuba’s dood? Markeer de passages waarop je je antwoord baseert.

4 Lumumba stierf twee dagen voor de eedaflegging van de Amerikaanse president John F. Kennedy. Welke rol speelden de VS in het conflict?

c Wat is de hedendaagse collectieve herinnering aan Lumumba’s dood?

De VN-troepen kregen uiteindelijk de overhand in de Katangese regio, die herenigd werd met Congo. Tshombe vluchtte in 1963 naar Spanje, maar keerde in 1964 al terug en werd de nieuwe premier van het herenigde land. Dit was echter niet het einde van de onrusten, zo was de opstand van de Simba-rebellen of Simba’s (‘simba’ is Swahili voor ‘leeuw’) in 1964 onverwachts succesvol en bezetten deze een groot deel van Oost-Congo. Hierbij werden 1700 Europeanen gegijzeld tijdens de bezetting van Stanleystad. Een coalitie van Belgische militairen en internationale huurlingen maakte in 1965 uiteindelijk een einde aan de opstand.

In 1965 pleegde Mobutu opnieuw een staatsgreep, die ditmaal wel succesvol was. Hij veegde de koloniale plaatsnamen letterlijk van de kaart en legde zijn absolute macht in 1967 vast in een nieuwe grondwet. Het Belgische ‘Union Minière’ werd genationaliseerd als de ‘Société Générale Congolaise des Minérales’, de Zaïrese frank werd de nieuwe munteenheid en hij richtte de nieuwe partij ‘Mouvement Populaire de la Révolution’, MPR, op. Hij trok steeds meer macht naar zich toe en werd gesteund door België, Frankrijk en de VS. Zij beschouwden hem als bondgenoot tijdens de Koude Oorlog, aangezien ze de Congolese grondstoffen nodig hadden in de wapenwedloop.

De MPR werd uiteindelijk de eenheidspartij en het land werd in 1971 omgedoopt tot ‘Zaïre’. Met het concept van ‘l’Authenticité’ stippelde Mobutu de officiële ideologie van het land uit. Hierbij werd de nadruk gelegd op een terugkeer naar de Afrikaanse tradities en cultuur, evenwel zonder de westerse economische en geopolitieke belangen te schaden. Vanaf 1973 ging hij met het proces van ‘Zaïrisering’ nog een stap verder en werden alle bedrijven genationaliseerd.

Congo na de Zaïrisering, 1973-1997

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Mobay-Mbongo Banzystad

Isiro Paulis Makanza Nieuw-Antwerpen

M’bandaka Coquilhatstad

Mai-Ndombemeer Leopold II-meer

Bandundu Banningstad

Kinshasa Leopoldstad Mbanza-Ngungu Thysstad

Ilebo Francquihavan

Kananga Luluaburg

Mbuji-Mayi Bakwanga

Ubundu Ponthierstad Kisangani Stanleystad

Bukavu Costermansstad Moba Boudewijnstad

Kalemie Albertstad

Likasi Jadotstad

Lubumbashi Elisabethstad

naam na Zaïrisering koloniale naam

1 Beschrijf wat de tekenaar van de spotprent duidelijk wilde maken.

2 Mobutu had enkel westerse bondgenoten. Wie waren dit?

3 Deze bondgenoten duldden het voortbestaan van zijn dictatuur. Geef twee redenen waarom zij dit deden.

Godfrey Mwampembwa/Gado (1969-heden), The West trying to save Zaïre, 1996.

4 NEOKOLONIALISME ONDER DE KABILA’S

Mobutu’s macht verzwakte door het einde van de Koude Oorlog. Zijn macht werd verder uitgehold door een economische malaise en opstanden in de oostelijke regio’s van het land, waar de meeste grondstoffen te vinden waren. Hij kon ook nog maar weinig rekenen op westerse steun, aangezien de geïndustrialiseerde landen ontwikkelingshulp en economische investeringen steeds meer voorwaardelijk stelden aan het respecteren van de mensenrechten.

Tussen 1996 en 1997 wierp Laurent-Désiré Kabila (1938-2001) Mobutu’s regime omver. Kabila bouwde een leger uit van Rwandese, Oegandese, Burundese en Zaïrese dissidenten: het ‘Alliance des Forces Démocratique pour la Libération du Congo-Zaïre’, AFDL. Hij zette ook kindsoldaten, ‘kadago’s’, in bij zijn staatsgreep. Een deel van het Zaïrese leger koos in de chaos de kant van Kabila. Eens hij de macht in handen had, beloofde hij stabiliteit en voorspoed te brengen. Zo veranderde hij de naam van Zaïre symbolisch naar ‘Democratische Republiek Congo’, de DRC. De situatie bleef echter instabiel en in 1998 brak de zogenaamde Tweede Congolese Burgeroorlog uit. In 2001 werd Kabila door zijn eigen lijfwacht vermoord.

Joseph Kabila (1971-heden) volgde zijn vader op en zette diens beleid verder. Recent onderzoek wees uit dat zijn regeerperiode vooral gekenmerkt werd door corruptie, zelfverrijking en schendingen van de mensenrechten. Hij was aan de macht van 2001 tot 2019 en vergaarde in die periode een fortuin aan steekpenningen en gestolen overheidsgeld. Ook het toekennen van mijnvergunningen aan Chinese en Russische bedrijven voor de exploitatie van onder andere kobalt en koper leverde hem miljoenen op. Vele Congolezen werden daardoor in erbarmelijke omstandigheden tewerkgesteld in de mijnen of verloren hun huizen en gronden door de uitbreiding van de mijnen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

a In Janus 5 zagen we reeds de term ‘neokolonialisme’. Illustreer dit begrip aan de hand van het regime en beleid van de Kabila’s.

b Verklaar waarom Congo toenadering zocht en blijft zoeken bij landen als China en Rusland.

c Amnesty International klaagde de wantoestanden die de mijnbedrijven onder de Congolese bevolking veroorzaken reeds in verschillende rapporten aan. Beargumenteer waarom de situatie de komende jaren waarschijnlijk niet zal verbeteren.

De laatste jaren gaat het verder bergafwaarts met Congo. Dat de verkiezingen van 2019 geweldloos verliepen, was wel een lichtpuntje. Toch wordt het land onder president Félix Tshisekedi (1963-heden) nog steeds door geweld verscheurd, onder meer door de rebellengroep ‘Mouvement du 23 Mars’, M23, in het oosten van het land, met grote migratiestromen als gevolg.

De DRC scoort hoog op de zogenaamde ‘Fragile States Index’ van de Amerikaanse denktank ‘Fund for Peace’. Jaarlijks brengt deze een rapport uit waarop alle landen gerangschikt worden op basis van twaalf factoren, waaronder het al dan niet respecteren van de mensenrechten, veiligheid, voorzieningen van publieke diensten, corruptie, criminaliteit en armoede. Congo stond in 2024 op de vierde plaats, enkel Somalië, Yemen en Zuid-Soedan deden het nog slechter. België stond op plaats 160 van de 179 geanalyseerde landen.

a Formuleer een historische vraag die zoekt naar verklaringen waarom Congo vandaag een ‘fragile state’ is.

b Beantwoord deze vraag zelf aan de hand van één actueel en twee historische argumenten. Gebruik hierbij minstens twee bronnen uit ‘Fenestra’.

Fragile States Index, 2024

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

gefaalde staat hoge alarmfase alarmfase hoge waakzaamheid verhoogde waakzaamheid waakzaamheid minder stabiel stabiel stabieler duurzaam heel duurzaam geen data beschikbaar

c Vergelijk bovenstaande kaart met die van de dekolonisatie op pagina 121.

VOORGESCHIEDENIS KOLONISATIE

De eerste mondiale dekolonisatiegolf startte met de Amerikaanse Revolutie in 1776 en zette zich verder met de onafhankelijkheid van de Latijns-Amerikaanse landen in de 19e eeuw. De tweede dekolonisatiegolf kwam op gang na de Tweede Wereldoorlog. De Europese koloniale machten waren dermate uitgeput door de oorlog dat ze niet langer in staat waren de overzeese gebieden te controleren. Nationalistische bewegingen in de kolonies konden zich bovendien makkelijk organiseren dankzij de infrastructuur die het koloniale bewind er had uitgebouwd. De opkomst van massamedia versterkte dit effect, zo waren de acties en het succes van bijvoorbeeld Mahatma Gandhi (18691948) wereldwijd te volgen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De Bandungconferentie van 1955 speelde een cruciale rol in het dekolonisatieproces, vooral in Afrika en Azië. Hierop waren 29 Afrikaanse en Aziatische landen vertegenwoordigd, verenigd in hun verzet tegen kolonialisme en racisme. De conferentie bevorderde het bewustzijn dat verzet tegen de koloniale machten mogelijk en hun streven naar soevereiniteit legitiem was. 1960 was het zogenaamde ‘Year of Africa’, waarbij veel Afrikaanse landen zich onafhankelijk verklaarden, waaronder Congo.

In 1908 werd Kongo-Vrijstaat, na aanhoudende kritiek op het beleid van Leopold II (1835-1909), overgedragen aan de Belgische Staat. De Belgische bevolking vertoonde aanvankelijk weinig enthousiasme voor de kolonie, maar dit veranderde dankzij de beschavingspropaganda. België zag het als zijn plicht om de Congolese bevolking te ‘beschaven’ en te ‘europeaniseren’. Missionarissen richtten er scholen op waar Congolese kinderen het katholieke geloof, de Franse taal en een westerse denkwijze en levensstijl aangeleerd kregen. Hoewel Congo een modelkolonie moest worden, bleef de Congolese bevolking paternalistisch gesegregeerd van de Belgische kolonialen, die voornamelijk geïnteresseerd waren in de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van het land.

Vanaf de jaren 1950 groeide een nationalistische beweging onder invloed van enkele ‘évolués’, Congolezen die (in België) gestudeerd hadden en meer rechten kregen omdat ze voldoende geëuropeaniseerd werden geacht. De belangrijkste bewegingen waren ‘Alliance des Bakangos’, ABAKO, van Joseph Kasavubu (1915-1969) en de ‘Mouvement National Congolais’, MNC, van Patrice Lumumba (1925-1960). In 1955 werd na een bezoek van koning Boudewijn (1930-1993) het Plan Van Bilsen voorgesteld, een 30-jarenplan om Congo voor te bereiden op de onafhankelijkheid. Hoewel het nooit gerealiseerd werd, gold het als inspiratiebron en legitimering voor het Congolese soevereiniteitsstreven.

In 1958 versnelden drie belangrijke gebeurtenissen het dekolonisatieproces. Tijdens de wereldtentoonstelling in Brussel ontmoetten verschillende évolués elkaar. Naast het uitwisselen van ideeën, zagen ze hoe hun landgenoten er tentoongesteld werden in een zogenaamde ‘zoo humain’. Ook de toespraak van Charles de Gaulle (18901970) werkte inspirerend. Lumumba woonde samen met enkele andere Congolese évolués de Pan-Afrikaanse Conferentie bij, waar het antikolonialisme positief ontvangen werd.

Toen een volksopstand in Leopoldstad begin 1959 bloedig werd neergeslagen door de Force Publique, beslisten Boudewijn en de Belgische regering om de onafhankelijkheid versneld voor te bereiden. Lumumba legde de datum vast op 30 juni 1960. Zijn MNC kwam in mei als grootste partij uit de verkiezingen. Hij werd de eerste premier van Congo, Kasavubu werd president. Het land was echter onvoldoende voorbereid op de onafhankelijkheid, het had geen administratie of staatskas en nauwelijks hoogopgeleiden.

Kort na de onafhankelijkheidsverklaring begonnen Congolese soldaten massaal te muiten, omdat Belgische officieren nog steeds het gezag voerden. De ‘Force Publique’ werd snel geafrikaniseerd en omgevormd tot ‘Armée Nationale Congolaise’. Belgische militairen werden gestuurd om de nog aanwezige kolonialen gewapend te verdedigen. Tegelijk scheurde het grondstofrijke Katanga zich af, Tshombe werd er president. Lumumba diende klacht in bij de VN.

Die grepen niet in zoals gehoopt, dus zochten Lumumba en Kasavubu steun bij de USSR Lumumba werd als communist bestempeld, ontslagen en onder huisarrest geplaatst. Op 17 januari 1961 werd hij geëxecuteerd Intussen vochten VN-troepen verder tegen het Katangese leger. Toen ze in 1963 wonnen, werd Congo herenigd en vluchtte Tshombe naar Spanje. In 1964 keerde hij terug en werd hij tot premier van het herenigde land benoemd. Nadat de Simba-rebellen in 1965 neergeslagen waren, pleegde Mobutu een staatsgreep. Hij verwijderde de koloniale plaatsnamen en legde zijn almacht in 1967 vast in een nieuwe grondwet. Hij nationaliseerde bedrijven, voerde een nieuwe munteenheid in en plooide terug op de Afrikaanse tradities en cultuur met het programma van ‘l’Authenticité’. In 1971 herdoopte hij het land tot Zaïre en in 1973 ging hij nog een stap verder door alle bedrijven te nationaliseren als onderdeel van de ‘Zaïrisering’. Hij werd hierin gesteund door de VS, België en Frankrijk, omdat ze hem als bondgenoot tijdens de Koude Oorlog beschouwden.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

NEOKOLONIALISME

Na de Koude Oorlog verzwakte Mobutu’s positie. Economische crises en opstanden in de grondstofrijke oostelijke regio’s ondermijnden zijn macht. Het Westen bood weinig steun omdat zijn regime de mensenrechten niet respecteerde. Tussen 1996 en 1997 wierp Laurent-Désiré Kabila (1939-2001) het regime omver met zijn leger van dissidenten en kindsoldaten, ‘Kadogo’s’. Hij beloofde stabiliteit te brengen na de staatsgreep, gesymboliseerd door de naamsverandering naar ‘Democratische Republiek Congo’. De situatie bleef echter instabiel, waardoor in 1998 de Tweede Congolese Burgeroorlog uitbrak. In 2001 werd hij vermoord.

Joseph Kabila (1971-heden) volgde zijn vader op en zette diens beleid verder van 2001 tot 2019. Hij vergaarde een fortuin aan steekpenningen en gestolen overheidsgeld. Het toekennen van mijnvergunningen aan Chinese en Russische bedrijven leverde hem miljoenen op. Vele Congolezen moesten in erbarmelijke omstandigheden werken en/of verloren hun huis en grond door het neokoloniale beleid.

FRAGILE STATE

De sociale, economische en politieke situatie in Congo gaat nog steeds bergafwaarts. Hoewel de verkiezing van president Félix Tshisekedi (1963-heden) geweldloos verliep, wordt het land nog steeds geteisterd door geweld, met massale migratiestromen als gevolg. Hierdoor staat het land bijna bovenaan op de ‘Fragile State Index’.

moderne tijd

1789 1776

1776-1899

eerste dekolonisatiegolf

1908

overdracht Kongo-Vrijstaat aan Belgische Staat

1945

1945-1965 tweede dekolonisatiegolf

1955 Plan Van Bilsen

1958

wereldtentoonstelling Brussel

2001-2019 presidentschap Joseph Kabila

30 juni 1960 Congolese onafhankelijkheid

17 januari 1961 executie Lumumba

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

1965-1997 presidentschap Mobutu

1997-2001 presidentschap Laurent-Désiré Kabila

Overzicht

Gebruik de informatie uit het hoofdstuk om een antwoord te formuleren op de historische vraag die in ‘Fenestra’ geformuleerd werd. Gebruik de deelvragen om je antwoord te structureren.

Historische vraag: Hoe verliep de Congolese dekolonisatie tussen 1950 en 1960?

1 Welke factoren stimuleerden de Congolese drang naar onafhankelijkheid in de jaren 1950?

2 Welke moeilijkheden ervaarden de Congolezen tijdens het dekolonisatieproces?

3 Hoe wordt de Congolese dekolonisatie herinnerd?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

VOORBEELDVRAGEN

Wat was het verschil tussen de eerste en tweede dekolonisatiegolf?

Waarom startte de tweede dekolonisatiegolf specifiek na de Tweede Wereldoorlog?

Welke rol speelden de massamedia in de tweede dekolonisatiegolf?

Welke rol speelde de Bandungconferentie in de tweede dekolonisatiegolf?

Wat waren ‘évolués’?

Waarom vormde het jaar 1955 een kantelpunt voor Congo?

Welke factoren zorgden in 1958 voor een versnelling van de Congolese dekolonisatie?

Wat was het verschil tussen de toespraak van Boudewijn en die van Lumumba tijdens de Congolese onafhankelijkheidsceremonie?

Beschrijf de periode van Lumumba’s verkiezing tot zijn dood.

Wat hielden Mobutu’s programma’s van ‘l’Authenticité’ en ‘Zaïrisering’ in?

Waarom kon Mobutu na de Koude Oorlog niet langer rekenen op de steun van het Westen?

Leg het concept ‘neokolonialisme’ uit aan de hand van het hedendaagse Congo.

Verklarende woordenlijst en historische begrippen

A

ABAKO

Alliance des Bakangos, politieke beweging van Joseph Kasavubu activisme collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog AFDL Alliance des Forces Démocratique pour la Libération du Congo-Zaïre Al Qaida terreurorganisatie die achter de aanslagen van 9/11 zat ANC Armée Nationale Congolaise andersglobalisme politieke beweging die zich verzet tegen een globalisatie die enkel in dienst van de economie gebeurt antiglobalisme verkeerde naam voor andersglobalisme antisemitisme discriminerende en racistische houding naar Joden Arabische Lente protestbeweging in verschillende Midden-Oosterse en Noord-Afrikaanse landen die een democratischer bestuur eiste in 2011 ariër benaming die de nazi’s gaven aan mensen die volgend hen behoorden tot het superieure ras artistiekelingen een van de twee grote jongerenculturen tijdens de jaren 1950 asmogendheden het Duitse Rijk, Italië en Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog

Bbabyboom

term die gebruikt wordt om het hoge aantal geboortes in de jaren na de Tweede Wereldoorlog aan te duiden beatniks jongerencultuur uit de jaren 1960 Berlijnse Muur muur die de bevolking van Oost- en West-Berlijn scheidde Beweging van de Niet-Gebonden groep landen die tijdens de Koude Oorlog een eigen koers wilde varen, los van Landen de ideologische blokken bipolariteit politieke situatie wanneer er twee grote ideologische blokken tegenover elkaar staan

Bondsrepubliek West-Duitsland tijdens de Koude Oorlog BRICS groep opkomende industriële landen die een alternatief willen zijn voor de G7

C

capacitair kiesrecht

systeem waarbij mensen stemrecht hebben omwille van hun universitair diploma cesuren belangrijk moment in de geschiedenis dat de scheiding tussen twee periodes bepaalt

charter een handvest cijnskiesrecht systeem waarbij mensen stemrecht hebben omwille van de hoeveel belastingen die ze betalen clickbait misleidende titel bij een online artikel of filmpje in een poging om mensen erop te laten klikken

coalitieverbod verbod om beroepsverenigingen op te richten en acties zoals betogingen te organiseren

Coalition of the Willing coalitie die de VS steunde om Irak binnen te vallen, onafhankelijk van de Verenigde Naties collaboratie samenwerken met de (bezettende) vrijand

Comecon economische hulpprogramma van de USSR na de Tweede Wereldoorlog communautair wat met de Belgische staatsstructuur te maken heeft concentratiekamp kamp waar gevangenen van het naziregime dwangarbeid moesten uitvoeren

Verklarende woordenlijst en historische begrippen

consensus

overeenstemming consumentisme nastreven van zoveel mogelijk consumptie als individueel en maatschappelijk doel containmentpolitiek indammingspolitiek Cubacrisis crisis en dreigende kernoorlog na het plaatsen van Sovjetraketten in Cuba cultuurflamingantisme streven naar een Vlaamse culturele elite om de gelijkwaardigheid en gelijkheid van het Nederlands ten opzichte van het Frans te bekomen Cultuurpact overeenkomst dat elke ideologie vertegenwoordigd wordt in de raden van culturele instellingen

Ddavidster

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

zeshoekige ster bestaande uit twee driehoeken

D-Day 6 juni 1944, landing van de geallieerde troepen in Normandië

DDR Oost-Duitsland tijdens de Koude Oorlog de repressie harde aanpak van collaborateurs kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog dekolonisatie proces waarbij gekoloniseerde landen hun soevereiniteit (terug)kregen delinquent misdadiger diplomatie het voeren van politiek overleg tussen twee of meerdere partijen doorgangskampen kampen waar Joden en andere gevangenen van het naziregime werden ondergebracht vooraleer naar een concentratie- of vernietigingskamp gestuurd te worden

douane innen van rechten bij import van goederen

DRC Democratische Republiek Congo

E

EEG

Europese Economische Gemeenschap

EG Europese Gemeenschappen

EGKS Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal egodocument bron die informatie geeft over een persoon en (een periode in) diens leven Euratom Europees samenwerkingsverband rond kernenergie eurocentrisme al dan niet bewuste neiging om de Europese cultuur als maatstaf te houden en de geschiedenis vanuit een Europees perspectief te interpreteren euthanasie het op eigen verzoek bespoedigen van de dood of ter dood brengen van een zwaar lijdend persoon

évolué

Congolezen die tijdens de koloniale periode (in België) gestudeerd hadden en meer rechten kregen omdat ze meer geëuropeaniseerd waren excommunicatie iemand uit de kerkgemeenschap zetten of verwijderen extreemrechts autoritaire politieke ideologie die een xenofoob nationalisme aanhangt en verklaart in de naam van het volk te spreken

Ffascisme

revolutionaire ideologie die het land wil herstellen en een derde weg wil bieden tussen kapitalisme en communisme

Flamenpolitik beleid van de Duitse bezetter waarbij men beloofde op de Vlaamse eisen in te gaan als Duitsland de oorlog won flowerpowerbeweging andere naam voor de hippiebeweging tijdens de jaren 1960-70

Force Publique leger van Congolese soldaten onder Belgische officieren tijdens de koloniale periode

fragile state staat die in een hoge alarmfase zit op de Fragile States Index

Frontpartij Vlaams-nationalistische partij die na de Eerste Wereldoorlog opgericht werd

Verklarende woordenlijst

G7

groep van de zeven sterk geïndustrialiseerde landen die onderling economische en politieke afspraken maken

GDPR General Data Protection Regulation, een Europese wet rond databeveiliging genderrol reeks gedragsnormen die men aan de gender van een persoon koppelt generatiekloof gedrag, jargon en levensstijl die sterk verschillen tussen generaties genocide planmatig vermoorden van een volledig volk of etnie geopolitiek verbondenheid van de politiek en aardrijkskunde glasnost meer openheid, onderdeel van de hervormingen van Gorbatsjov globalisatie proces van wereldwijde economische, politieke en socio-culturele integratie

Grote Sprong Voorwaarts programma waarmee Mao Zedong China versneld wilde laten industrialiseren guerrilla ongeregelde strijders met inferieure wapens die de reguliere krijgsmacht proberen te ontregelen of uit te putten

Hhandvest

beginverklaring van een organisatie bij haar oprichting hedendaagse tijd historische periode waar we zelf in leven hippies jongen(sub)cultuur tijdens jaren 1960 waarbij mijn ijverde voor vrede en protesteerde tegen de Vietnamoorlog Holocaust genocide op Joodse mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog Hutu etnische groep in Rwanda waarvan een geradicaliseerd deel verantwoordelijk was voor de Rwandese genocide

IIJzeren Gordijn

scheidingslijn tussen Oost- en West-Europa tijdens de Koude Oorlog IMF Internationaal Monetair Fonds, een economische VN-organisatie inferieur minderwaardig intelligentsia intellectuele elite van een land intercontinentaal over continenten heen intergouvernementeel tussen verschillende regeringen Islamitische Staat zelfverklaarde staat in Syrië en Irak die wereldwijd opriep tot jihad en terroristische aanslagen pleegde isolationisme beleid om zich zoveel mogelijk van de wereld af te sluiten

Jjongerencultuur

cultuur die gedeeld word door jongeren in een bepaalde periode en die naast de dominante cultuur bestaat jihadisme extreme islamitische ideologie die oproept tot het voeren van een heilige oorlog tegen ongelovigen

Jodenvraagstuk vraagstuk waarbij het naziregime bedacht hoe men zich van de Joodse bevolking kon ontdoen

K

koloniaal

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

persoon die een kolonie bewoont eens deze gevestigd is Koningskwestie maatschappelijk debat of Leopold III na de Tweede Wereldoorlog terug op de troon moest komen of niet

Koude Oorlog periode van gewapende vrede tussen het kapitalistische en communistische blok van 1945 tot 1989 Kremlin centrum van de Russische regering kuiven een van de twee grote jongerenculturen tijdens de jaren 1950 Kwomintang Chinese nationalistische partij

Verklarende woordenlijst en historische begrippen

l’Authenticité programma van Mobutu waarbij hij Congo wilde terugplooien op Afrikaanse tradities en cultuur liberalisme politieke filosofie waarin vrijheid centraal staat en die de macht van de overheid en/of staatshoofden wil beperken

M

M23

Congolese rebellengroep

Mantsjoerije gebied in noordoosten van China maritiem wat te maken heeft met de zee Marshallplan Economisch hulpprogramma van de VS om de West-Europese landen te helpen na de Tweede Wereldoorlog massamedia op technologie gebaseerde media die zich tijdens en na de 20e eeuw ontwikkelden en grote groepen mensen kunnen bereiken medebeslissingsprocedure procedure in de Raad van de Europese Unie waarbij de vakministers van landen met een complexe staatsstructuur ofwel hetzelfde standpunt innemen of zich onthouden metallurgie bewerken van metaalerts en -schroot

MNC Mouvement Nationale Congolais, politieke beweging van Patrice Lumumba moedjahedien Afghaanse islamitische milities mondiaal wereldwijd monsterverbond vereniging van liberalen en katholieken tijdens de Belgische Revolutie

MPR Mouvement Populaire de la Révolution multipolariteit internationale politieke situatie waarbij meerdere machtscentra betrokken zijn die allemaal evenveel macht hebben mutual assured destruction militaire strategie waarbij beide zijden evenveel kernwapens hebben om zich ervan te verzekeren dat beide zijden zullen vernietigd worden als een van hen beslist om als eerste aan te vallen mutualiteit ziekenkas

Nnationaalsocialisme

fascistische ideologie van de NSDAP nativistisch politiek die de inheemse bevolking superieur acht of bevordert

NAVO Noord-Atlantische Verdragsorganisatie negationisme ontkennen van de Holocaust neokolonialisme politieke en wetenschappelijke beweging die de continuïteit van de koloniale logica en praktijken in stand houdt neoliberalisme liberale stroming waarbij de overheid de verantwoordelijkheid heeft om markten en concurrentie te creëren, met de nadruk op de maximale individuele vrijheid neolitische revolutie ontdekking en verspreiding van landbouw in de prehistorie New Development Bank BRICS alternatief voor het IMF nozems andere naam voor kuiven

NSDAP Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij

O

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

OEES

Organisatie voor Europese Economische Samenwerking ontheemd uit zijn of haar huis of land verdreven zijn oostfrontstrijders Vlaamse vrijwilligers die samen met de nazi’s aan het oostfront gingen vechten Operatie Barbarossa operatie waarbij het Duitse Rijk de USSR aanviel

Opoeration Iraqi Freedom operatie waarbij de VS Irak binnenvielen in 2003 oral history levende getuigenissen van mensen over een periode in de geschiedenis waarin ze zelf leefden overlegmodel vorm, structuur, afspraken … waarbinnen men overleg pleegt

Verklarende

pan-Europees betreffende volledig Europa paternalisme beperken van de vrijheid en autonomie van een groep onder het mom van hun eigen bestwil peergroup groep mensen met vergelijkbare leeftijd en status die een of meerdere belangstellingen en gedragscodes delen perestrojka meer openheid, onderdeel van de hervorming van Gorbatsjov periferie randgebied, op de rand van iets pleiners andere naam voor artistiekelingen populisme in naam van het volk sprekend postindustrieel maatschappelijke tendens waarbij de dienstensector economisch belangrijker is dan de industrie

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

proto-globalisatie vroege vorm van globalisatie proxy-oorlog oorlog waarbij de partijen niet rechtstreeks met elkaar vechten, maar hun bondgenoten ondersteunen die wel tegen elkaar vechten punk jongerensubcultuur uit de jaren 1980 die groeide uit de punkmuziek

R

R2P Responsibility to Protect

Rassenwetten van Neurenberg reeks antisemitische wetten die het naziregime uitvaardigde ratificeren bekrachtigen van een verdrag regionalisering opdelen van een gebied in gedecentraliseerde regio’s republikein voorstanders van een republiek revanchisme handelen uit wraakgevoelens

Rode Schisma politieke onenigheid en verdeeldheid tussen Rusland en China Roma een voormalig nomadisch volk, voornamelijk uit Oost-Europa ruraal landelijk rijksonderwijs onderwijs dat door de rijksoverheid wordt geregeld

S

satellietstaat officieel onafhankelijk land dat wel gedomineerd wordt door een ander land scharnierpunt belangrijk moment in de geschiedenis tussen verschillende periodes, te vergelijken met een cesuur

Schengenzone gebied van 29 Europese landen waarbinnen er geen grenscontroles zijn

Schoolpact officieel einde van de tweede schoolstrijd waarbij elke ouder mocht kiezen over het schoolnet waar zijn of haar kinderen les kregen SDG Sustainable Development Goals secularisatie ontkerkelijking segregatie scheiden van groepen mensen op basis van ras, status, geslacht … seksuele revolutie afstappen van de traditionele en conservatieve opvattingen rond seks en genderrollen in de jaren 1960, mogelijk gemaakt door de anticonceptiepil sedentair met een vaste verblijfplaats

Shoah Hebreeuwse term voor Holocaust

Sinti West-Europese variant van Roma

Sociaal Pact verzameling sociale maatregelen na de Tweede Wereldoorlog waar onder andere de hedendaagse sociale zekerheid uit voortkomt staatshervorming grondwetswijziging waarbij België steeds meer geregionaliseerd wordt standplaatsgebondenheid positie die iemand inneemt ten opzichte van de geschiedenis, de invloed van het eigen gezichtspunt op de geschiedenis steekpenning geld dat betaald wordt om een bevoorrechte behandeling te krijgen, niet legaal subcultuur groep in de samenleving met gedeelde waarden en een levensstijl die afwijkt van de dominante cultuur

Verklarende woordenlijst en historische begrippen

Suezcrisis

conflict over de toegang tot het Suezkanaal dat het transport van olie uit het Midden-Oosten sterk verstoorde supranationaal boven de individuele staten, nationale belangen en beslissingen overstijgend

Ttaalkwestie

problemen die begin 20e eeuw voortkwamen uit de ongelijkheid van het Nederlands in België tijddocument rijke bron van informatie over de omstandigheden, levenswijze, mentaliteit … uit een bepaalde periode

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

totalitarisme politiek systeem waarbij de gehele maatschappij ondergeschikt gemaakt wordt aan de staat en waarbij de politiek de hele samenleving doordringt transnationaal over landsgrenzen heen tribunaal speciale rechtbank voor het berechten van oorlogsmisdaden

Tutsi etnische groep in Rwanda die het slachtoffer werd van de Rwandese genocide

U ultimatum

laatste eis voordat men tot actie overgaat unionisme samenwerken van liberalen en katholieken bij de Belgische Revolutie USSR Sovjet-Unie

V

Veertienpuntenprogramma punten die Woodrow Wilson wilde verwezenlijken met de Volkenbond vernietigingskamp kamp waar nazi’s Joden en andere groepen systematisch vermoordden verzuiling verdeling van de samenleving op basis van levensbeschouwelijke stromingen veto uitspraak waarmee je een beslissing tegenhoudt Vichyregime fascistisch regime dat regeerde over het niet bezette deel van Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog Vietcong communistische verzetsbeweging in Zuid-Vietnam Vietminh Vietnamese communistische verzetsbeweging die in opstand kwam tegen de Franse kolonisator na de Tweede Wereldoorlog Volkenbond intergouvernementele organisatie die na de Eerste Wereldoorlog opgericht werd om de internationale vrede te bewaren vrij onderwijs scholen die niet door de overheid zijn ingericht vrijhandel onbelemmerd verkeer van goederen en diensten tussen landen

W

Warschaupact militair bondgenootschap van communistische landen tijdens de Koude Oorlog Wereldbank instituut dat financiële ondersteuning biedt voor ontwikkelingssamenwerking wereldtentoonstelling grote internationale tentoonstellingen waarbij verschillende landen hun sociale, economische, culturele en technische ontwikkelingen tonen

X xenofobie vreemdelingenangst

Z

Zaïrisering verdere stap na l’Authenticité

Eerste druk 2024 SO 2023/1233

ISBN 978 90 4864 859 7

KB D/2024/0147/96

Bestelnummer 90 606 5055

NUR 136

Thema YPJH-47-BE-BECA

Lay-out, opmaak en druk die Keure

Foto’s auteurs, fotostock die Keure, Adobe Stock

Verantwoordelijke uitgever

die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge - RPR 0405 108 325 © die Keure, 2019

Niets uit deze uitgave mag verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verhuur van dit boek is niet toegelaten zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. This book cannot be rented out without specific permission from the publisher.

6INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.