1 minute read

6.3.2 Desublimeren

Sublimeren gebeurt bij het sublimatiepunt. Bij die temperatuur gaat de stof over van vaste fase naar gasvormige fase.

Tijdens het sublimeren blijft de temperatuur constant en komt de stof tegelijkertijd in vaste en gasvormige fase voor.

Het sublimatiepunt verschilt van stof tot stof en is afhankelijk van de druk. Dit beeld toont wat er gebeurt bij atmosferische druk.

6.3.2 Desublimeren

De overgang van gasvormige fase naar vaste fase noemen we desublimeren. Tijdens het desublimeren gebeurt het omgekeerde proces als tijdens het sublimeren. Als er warmte-energie wordt onttrokken, neemt de bewegingsenergie af en komen de deeltjes dichter bij elkaar te zitten. Zowel de inwendige kinetische energie als de inwendige potentiële energie nemen dus af.

Op een bepaald moment bewegen de deeltjes zo traag en zijn ze zo dicht bij elkaar dat ze terugkeren naar een vaste stof. De stof heeft haar sublimatiepunt bereikt en desublimeert. Tijdens het desublimeren wordt alle onttrokken warmte-energie gebruikt om de inwendige potentiële energie van de stof te verlagen. De inwendige kinetische energie van de deeltjes daalt niet meer en de temperatuur blijft constant. Alle warmte-energie die aan het systeem onttrokken wordt tijdens het desublimeren, zorgt voor een verandering van de aggregatietoestand.

De warmte die onttrokken wordt tijdens het desublimeren is latente warmte.

Er moet evenveel warmte onttrokken worden om een stof te laten desublimeren als dat er warmte nodig is om dezelfde stof te laten sublimeren.

T

Tsublimatiepunt

gas gas en vaste stof komen samen voor

vaste stof

desublimeren begint desublimeren is compleet t

Op de y-as van deze grafiek staat de temperatuur, op de x-as staat de tijd. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt er meer warmte onttrokken. We zouden op de x-as dus ook de warmte Q kunnen noteren.

Desublimeren gebeurt bij het sublimatiepunt. Bij die temperatuur gaat de stof over van gasvormige fase naar vaste fase. Tijdens het desublimeren blijft de temperatuur constant en komt de stof tegelijkertijd in vaste en gasvormige fase voor.

Het sublimatiepunt verschilt van stof tot stof en is afhankelijk van de druk.

Een stof kan enkel op het sublimatiepunt tegelijk in gasvormige en vaste toestand voorkomen. De warmte die nodig is om een stof te laten sublimeren is even groot als de warmte die onttrokken wordt tijdens het desublimeren.

This article is from: