

Inhoud
Waar gaat het fout?
Bekijk grondig elke foto en beschrijf kort wat je ziet. Probeer elke waarneming te verklaren. Wanneer het kan maak je daarbij gebruik van wat je al eerder hebt geleerd.


INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE



De aarde is onze habitat geworden, onze thuisplaneet. Ons succesvol verblijf op aarde is het resultaat van ontelbare interacties tussen de sferen, over een periode van honderden miljoenen jaren. We kregen eerder inzicht in hoe die interacties onze leefomgeving vormden doorheen de geologische tijd en door welke processen dat komt. Ons begrip en onze verwondering voor onze fantastische planeet is maar blijven groeien. In de afgelopen decennia is er weliswaar ruimte gemaakt voor een nieuw belangrijk inzicht: de mens zelf heeft een impact op de eigen leefomgeving. Dit inzicht kwam al aan bod in de tweede graad. We gaan niet altijd zo goed om met onze thuisplaneet en dat kan wel belangrijk zijn. De klimaatopwarming en het verlies aan biodiversiteit zijn ondertussen welgekende uitdagingen voor de toekomst. Met die uitdagingen in ons achterhoofd beginnen we na te denken over een duurzame toekomst. We onderscheiden daarin twee niveaus: een globaal niveau (onze habitat, onze thuisplaneet) en een lokaal niveau (jouw habitat, jouw leefomgeving).
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Onze habitat wordt bedreigd op het land, in het water en in de lucht. Na een korte opfrissing over de impact van de mens op de geosfeer, hydrosfeer en atmosfeer hebben we het over de druk die ontstaat op de biosfeer. Ook de mens ontsnapt niet aan de gevolgen van haar eigen impact.
Gelukkig zijn we eindelijk bewust geworden van onze impact waardoor er al talrijke technologieën zijn ontwikkeld, samenwerkingen werden opgestart en aanpassingen van leefgewoontes werden bedacht die ons kunnen bijstaan in de strijd tegen de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies. We nemen deze maatregelen onder de loep en vellen een beargumenteerd oordeel over elk van hen.
Tot slot bedenken we hoe wij het kunnen aanpakken in onze eigen leefomgeving, jouw habitat. Hoe gaan wij om met onze grond hier in Vlaanderen? Hoe gebruiken we onze ruimte? Hoe behandelen we onze natuurlijke rijkdommen zoals het grondwater? Hoe en waar passen we de technologieën toe die ons voorzien van groene energie? Hoe passen we onze leefgewoontes aan om duurzaam te leven in Vlaanderen? … Kortom, er zijn heel wat interessante vragen die we daarom niet onmiddellijk moeten kunnen beantwoorden. Maar we moeten wel beginnen er over na te denken.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

1
Onze habitat
Al in de 5de eeuw v. Chr. ontstond het concept dat al het materiële in de wereld bestaat uit vier elementen: water, lucht, vuur en aarde. Dit concept werd bedacht door Griekse filosofen en wetenschappers en is tot op de dag van vandaag nog steeds bekend.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Doorheen de tijd is de mens zich dus bewust geworden van de wereld rondom ons. We hebben geleerd hoe onze planeet heel wat kansen biedt en we hebben die benut. Het bestaan van de mens kende een zeer groot succes, dat is dan ook de reden dat we ondertussen met (meer dan) 8 miljard zijn. Het gevolg van dat succes is dat er enkele elementen onder druk komen te staan. Onze vruchtbare bodems worden bedreigd, het water in de zeeën en oceanen komt in het gedrang en ons klimaat loopt het risico op een drastische en onherstelbare verandering. Onze planeet, onze habitat, verkeert in gevaar.
We behandelen kort enkele aandachtspunten in de wisselwerking tussen de aarde en de mens om vervolgens de ernst van de uitdagingen van de 21ste eeuw te duiden. Daarna reflecteren we over enkele gekende maatregelen om die uitdagingen aan te pakken. We houden daarbij ook ruimte voor de toepassing van nieuwe ideeën en technologieën. Tot slot wijzen we op enkele vaak voorkomende denkfouten.
1.1 De wisselwerking aarde - mens
1.1.1 Op het land
Wat je onderaan deze pagina ziet is één van de meest kostbare natuurlijke hulpbronnen op onze planeet. Ze is zo kostbaar, dat we onze planeet er zelfs naar genoemd hebben … de Aarde. Wat is er dan zo kostbaar aan? Waarom is een goede, vruchtbare aarde of bodem van levensbelang?
Het antwoord is eenvoudig: ze vormt de verzamelplaats waar alle voorwaarden vervuld kunnen zijn om planten te laten groeien. Met andere woorden, ze laat toe om voedsel te produceren dat wij kunnen gebruiken om te overleven. Ze is de basis, het begin van alles.

We definiëren een bodem als het bovenste, losse deel van de aardkorst tot op een diepte waarop het van belang is voor planten. Ook de ondiepe grondwaterlagen horen daarom nog bij de bodem. Een bodem kan enkele centimeters tot meters diep zijn.
WIST-JE-DAT
Een bodem bestaat gemiddeld uit volgende onderdelen. Door variaties in elk van deze onderdelen krijg je verschillende types bodem. De ene is al wat vruchtbaarder en geschikter voor landbouw dan de andere.
• 45 % minerale deeltjes
• 25 % lucht
• 25 % water
• 5 % organische materie
Onderstaande kaarten laten toe een verband te ontdekken tussen de kwaliteit van een bodem en waar mensen zich vestigen in de wereld. Zo wordt al snel duidelijk hoe belangrijk de functie van de bodem is voor de mens.
geschiktheid voor landbouw

veerkracht laag laag productiviteit gemiddeld gemiddeld hoog hoog
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
bevolkingsdichtheid

• Reliëf
• Klimaat
• Aard moedergesteente
• Biodiversiteit
veerkracht productiviteit bodemkwaliteitlandbouwbevolkingsdichtheid
Als je meer wil weten over de functies van de bodem die de mens kan gebruiken, kan je de QR-code scannen.
Het is duidelijk, de bodem zorgt voor ons. Ondanks de waarde van onze bodems slagen we er niet altijd en overal in om ze te beschermen. Wij zorgen met andere woorden niet (genoeg) voor de bodem.
Kun je de volgende bodembedreigingen herkennen? Hoe gaat de bedreiging te werk? Welke zijn natuurlijk en welke door een menselijke activiteit veroorzaakt?
Om het type bedreiging in te vullen kan je kiezen uit volgende voorbeelden: afname biodiversiteit door monocultuur - bodemverdichting - erosie - ontbossingchemische/industriële vervuiling - overbegrazing - urbanisatie - verzilting.


INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE


© BELGA


INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE


Bodembedreigingen zorgen voor een daling in de kwaliteit van de bodem. De impact hiervan is vooral voelbaar in landen die kwetsbaar zijn.
Bekijk volgende wereldkaarten in je atlas en ga op zoek naar een verband. Maak dan ook onmiddellijk een voorspelling voor de nabije toekomst.
• de uitbreiding van de woestijn
• bodemaantasting
• HDI (Human Development Index)
• bevolkingsgrootte
Als je je meer wil verdiepen in de bedreigingen op de bodem, kan je de QR-code scannen.
1.1.2 In het water
Het water op onze planeet behoort tot de meest kostbare stoffen in het universum. Alle leven heeft immers water nodig. Daarnaast vervult het water nog een cruciale functie in tal van andere processen zoals de verdeling van warmte-energie, de koolstofopslag en waterkringloop, het leveren van grondstoffen, het opwekken van energie, het leveren van voedsel en de impact op toerisme.
Als je meer wil weten over de vele functies van de zeeën en oceanen die de mens ten goede komen, kan je de QR-code scannen.
De zeeën en oceanen zorgen op zoveel vlakken voor een positieve impact op de mens, maar omgekeerd geldt dat niet altijd. Dat zorgt op zijn beurt voor gevolgen met een negatieve impact op de mens.
Kun je de volgende bedreigingen herkennen? Hoe gaat de bedreiging te werk? Wat is een bedreiging voor het water en wat is een bedreiging voor de mens? Om het type bedreiging in te vullen kan je kiezen uit volgende voorbeelden: bijvangst - extreme droogte - extreme neerslag - habitat verstoring - vervuiling - verziltingverzuring - zeespiegelstijging.

Normale toestand zonder verzilting
• P zout, oceaan in evenwicht met Pzoet, rivier
• Pzout, bodem in evenwicht met Pzoet, bodem
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Satellietgegevens: 1993 - heden


DATA SOURCE: SATELLITE SEA LEVEL OBSERVATIONS. CREDIT: GSFC/PO.DAAC

Externe verzilting
• P zout, oceaan > Pzoet, rivier
© MARTIN COLOGNOLI, OCEAN IMAGE BANK




HOELANG VOOR HET AFBREEKT* IN ZEE?
































450 JAAR





































HOELANG VOOR HET AFBREEKT* IN ZEE? 2-15 jaar









> 25 JAAR
















1.1.3 In de lucht
Onze atmosfeer is, voor zover we weten, uniek in de Melkweg. Tijdens de evolutie van de aarde ontstond er een nauwe interactie tussen de biosfeer en de atmosfeer waarbij de uitwisseling van koolstof een centrale rol speelt.
Koolstof komt bijvoorbeeld voor in koolstofdioxide en methaangas, twee belangrijke broeikasgassen die bijdragen tot het natuurlijk broeikaseffect. Zo werd het klimaat in recentere tijden getypeerd door een comfortabele temperatuur met een gemiddelde van 15°C.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

In module 2 van het vijfde jaar Het systeem aarde leerde je al over de samenstelling, de functie en de vorming van onze atmosfeer.

Menselijke activiteiten sinds de industriële revolutie veroorzaakten een ongeziene toename in uitstoot van broeikasgassen, door de verbranding van fossiele brandstoffen. Hierbij kwamen grote hoeveelheden koolstof vrij in de atmosfeer. Fossiele brandstoffen zijn afkomstig uit de geosfeer, waar koolstof via processen wordt vastgelegd die miljoenen jaren in beslag nemen. Met andere woorden, het duurt miljoenen jaren om koolstof gevangen te krijgen in de geosfeer en het duurt slechts enkele weken voor de mens om ze uit de geosfeer te halen en ze opnieuw in de atmosfeer te brengen.
Dit onevenwicht heeft geleid tot het versterkt broeikaseffect, waarbij er zich op lange termijn te veel broeikasgassen in de atmosfeer bevinden.

In module 1 van het vierde jaar Hoe ver draagt de aarde ons nog? leerde je al over de koolstofcyclus en de impact van de mens op het klimaat.

1.2 Hoop of paniek?
De bedreigingen op de geosfeer, hydrosfeer en atmosfeer zijn niet te onderschatten. Het leven op aarde wordt er drastisch door beïnvloed. Zo kwam de rol van een grote, plotse klimaatverandering al duidelijk naar voren in het veroorzaken van een massa-extinctie.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
In de vorige module Aardig anders leerde je al over de gevolgen van een plotse klimaatverandering doorheen de geschiedenis van de aarde.
Uit de grafieken die de temperatuur doorheen de geschiedenis van de aarde tonen, konden we al leren dat een klimaatverandering op zich vrij normaal is. Het is echter de omvang en het tempo van de klimaatverandering die bepalen of dit zal leiden tot een massa-extinctie.
Bij een snelle klimaatverandering hebben organismen niet de tijd om zich aan te passen. Zoals Charles Darwin al neerschreef in zijn “Over de oorsprong der soorten” wordt evolutie onder andere gestuurd door het principe van “survival of the fittest”. Het organisme dat zich het best kan aanpassen aan de nieuwe omstandigheden heeft een grotere kans tot overleven en voortplanten. Bijgevolg worden deze genen doorgegeven en leiden ze tot evolutie. Een belangrijke voorwaarde hier is dat deze organismen worden geconfronteerd met een trage verandering van de omstandigheden. Indien de verandering te snel is, is er niet genoeg tijd om aan te passen en sterft de soort uit.
Hoe wordt de mensheid nu al beïnvloed door de bedreigingen die ze zelf heeft gecreëerd?

1.2.1 Waarom maatregelen tegen klimaatverandering?
Waarom zouden we maatregelen moeten nemen tegen de klimaatverandering? In dit hoofdstuk helpen we je om je eigen mening daarover te vormen, aan de hand van informatie die we eerder hebben aangereikt en met behulp van gerichte en soms persoonlijke vragen.
Is de klimaatverandering echt? Het klimaat verandert toch altijd? Zo leerden we toch eerder al over de ijstijden en tussenijstijden, glacialen en interglacialen?

Heb je het gevoel dat er in de wereld meer natuurrampen zoals bosbranden, overstromingen, mislukte oogsten zijn? Heb je het gevoel dat het weer in ons land extremer wordt?
Waarop baseer je je antwoorden?
social media
kranten/het journaal (klassieke media)
gesprekken met leeftijdsgenoten
gesprekken met ouders/grootouders
geleerd op school
opgezocht op internet/Wikipedia/YouTube
gevraagd aan AI-tekstgenerators
gehoord in een podcast
andere
Hoeveel van bovenstaande mogelijkheden heb je aangeduid? Wat zegt dat over het bereik van je bronnen waarmee je je mening bepaalt? Ben je geneigd om, gezien de potentiële ernst van de klimaatverandering, open te staan voor het raadplegen van meer bronnen?
In welke mate ben je ervan overtuigd dat klimaatverandering kan leiden tot de onderstaande gevolgen? Duid aan door je positie te bepalen in de balk onder elk potentieel gevolg.

De stijgende zeespiegel zal miljoenen mensen dwingen om te migreren en vermindert de beschikbaarheid van landbouwgronden. 0

Klimaatverandering treft ook arme landen en arme mensen. Ze zijn veel kwetsbaarder voor de impact van klimaatverandering en worden dan ook veel harder getroffen. De sociale ongelijkheid neemt toe.

Klimaatverandering beïnvloedt de beschikbaarheid van zoet water door het destabiliseren van neerslagpatronen. Daarbij is de wereldwijde voedselvoorziening ook veel kwetsbaarder geworden.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De aandacht voor het klimaat is volgens sommigen omgeslagen in zogeheten klimaatpaniek. Die klimaatpaniek kan leiden tot een vertraging of zelfs een daling van de welvaart. 0

Alsmaar vaker voorkomende hittegolven leiden tot een stijgend sterftecijfer onder ouderen.
1.2.2 Waarom maatregelen tegen biodiversiteitsverlies?

Een herkenbaar beeld van een zielige ijsbeer die op een ijsschots zit. De vraag of je dat erg vindt, of je daardoor wordt aangesproken, laten we voorlopig nog in het midden. Wel stellen we graag enkele andere vragen. Gaat het alleen om de ijsbeer die met uitsterven wordt bedreigd? Het komt toch wel vaker voor dat soorten organismen uitsterven, dat heet evolutie? Is het zo erg als soorten verdwijnen uit een ecosysteem? Zijn er geen andere organismen die de rol kunnen overnemen?
Om die vragen te beantwoorden is het van belang om zeer goed te weten wat biodiversiteit nu exact is en waarom het zo belangrijk is. Biodiversiteit verwijst naar de verscheidenheid aan leven op aarde, inclusief alle verschillende soorten planten, dieren, micro-organismen, en de ecosystemen waarin ze leven. Die verscheidenheid is van groot belang omdat ze zorgt voor:
• stabiliteit en veerkracht in ecosystemen. Daardoor zijn ze beter bestand tegen verstoring zoals ziektes of de klimaatverandering en herstellen ze sneller.
• het welzijn van de mens. Biodiversiteit ondersteunt heel wat levensnoodzakelijke ecosysteemdiensten zoals de bestuiving van gewassen, de voorziening van een rijk aanbod aan voedsel, de zuivering van water, de vorming van een vruchtbare bodem en de regulering van het klimaat. Ook draagt ze bij aan de levenskwaliteit van de mens via haar culturele, recreatieve en economische waarde.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
• de ontdekking van medicijnen. Het overgrote merendeel van de huidige medicijnen zijn geïnspireerd op moleculen die men heeft aangetroffen in de natuur.



Wat is je mening over de volgende stellingen?
De mens staat aan de top van de voedselketen.
Als ecosystemen wereldwijd instorten door het verlies aan biodiversiteit, dan zal de mens het hardst getroffen worden.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Biodiversiteit is wat het leven de moeite waard maakt. Ik zou niet graag leven in een wereld waar alle kikkers in het Amazonewoud groen zijn, waar er alleen wat zebra’s en gazelles rondlopen tijdens een safari in de savanne, waar er maar één soort vis op het menu staat en waar machtige, inspirerende dieren zoals wolven, tijgers en grizzlyberen vervangen worden door de gewone huiskat als meest gevaarlijk roofdier.
Met de komst van artificiële intelligentie in combinatie met supercomputers is er geen nood meer aan biodiversiteit

Het is eenvoudiger en goedkoper om nu stappen te nemen in het beschermen van biodiversiteit dan uit te stellen en te wachten tot later.
Het leven op aarde kan wel tegen een stootje, het is niet omdat er één soort plots uitsterft, dat ineens heel het ecosysteem in elkaar valt.
Biodiversiteit is belangrijk, maar dankzij onze kennis van genetica en de productie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) kunnen we onze voedselzekerheid blijven garanderen.
Orang-oetan, westelijke zwarte neushoorn, ijsbeer, jachtluipaard, blauwe ara, hamerhaai, Balinese tijger, buidelwolf ... de helft van die opgesomde dieren zijn in de afgelopen eeuw uitgestorven.
Tegen dat jij kleinkinderen hebt, bestaat er misschien nog maar één van de opgesomde diersoorten. 6



1.2.3 Welke maatregelen?
De 21ste eeuw wordt gekenmerkt door tal van kantelpunten die een uitdaging zullen vormen. De klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit zijn twee van die belangrijke kantelpunten waarvan je dikwijls hoort zeggen, het is vijf voor twaalf. Het is bijna te laat, we moeten er nu iets aan doen! ...
Dat klopt, nu is een ideaal tijdstip om ‘iets’ te doen en dat ‘iets’ zal inderdaad op termijn een groot verschil maken. Maar wat is dat ‘iets’ dan? Welke maatregelen kunnen we nemen? Heel wat maatregelen tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies ken je al, maar misschien zijn er toch een aantal mogelijkheden waar je nog weinig over weet? We geven hier een overzicht met enkele gekende, maar ook minder gekende maatregelen en we bieden een kader om te reflecteren over de werking, de impact, de haalbaarheid en de kostprijs.
Voor we in het overzicht aan maatregelen duiken, herhalen we toch nog even het verschil tussen klimaatadaptatie en klimaatmitigatie:
• Klimaatadaptatie gaat over maatregelen die ons toelaten om ons aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Dat zijn noodzakelijke maatregelen die ons op korte termijn weerbaarder zullen maken voor de gevolgen. Door verschillen in welvaart is niet elk land even hard in staat om aan klimaatadaptatie te doen. Landen met een lage menselijke ontwikkelingsindex (Human Development Index of HDI) blijken zich heel moeilijk te kunnen voorbereiden en zijn dus heel kwetsbaar voor de gevolgen van de klimaatverandering. Ook zorgt klimaatadaptatie op lange termijn niet voor een oplossing van het probleem. Daarvoor moeten we overgaan op klimaatmitigatie.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
• Met klimaatmitigatie proberen we de uitstoot van broeikasgassen en dus ook de oorzaak voor de klimaatverandering te verminderen.
Graad van klimaatadaptatie

kwetsbaar gereed
© COUNTRY INDEX MAP. NOTRE DAME GLOBAL ADAPTATION INITIATIVE, ENVIRONMENTAL CHANGE INITIATIVE, UNIVERSITY OF NOTRE DAME. ACCESSED 8/10/2024.
Omdat klimaatmitigatie de maatregelen omvat die op lange termijn het kantelpunt weer kunnen herstellen, gaan we op de volgende pagina’s enkel op die maatregelen in. Bekijk de voorgestelde maatregelen aandachtig.
Energieproductie

Heel wat van onze energie wordt geproduceerd door de verbranding van fossiele brandstoffen. Dankzij technologische vooruitgang zijn er in de laatste decennia heel wat alternatieven gekomen waarbij geen broeikasgassen vrijkomen. We vermelden hier verschillende vormen van duurzame energie en jawel, ook kernenergie. Door in te zetten op duurzame energie dragen we ook bij tot een stabielere planeet, waarbij de biodiversiteit beter beschermd wordt.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Zonne-energie wordt bekomen via zonnepanelen. Die zetten zonlicht om in elektriciteit. Ze bestaan uit fotovoltaïsche cellen die fotonen uit zonlicht absorberen en die daarbij in staat zijn om een elektrische stroom op te wekken.

Waterstofenergie wordt meestal gewonnen door waterstofgas te gebruiken in een brandstofcel. In de brandstofcel reageert waterstof met zuurstof om water te vormen, waarbij elektriciteit en warmte vrijkomen.


Windenergie kun je bekomen via windmolens. Die installaties zetten de bewegingsenergie van de wind om in elektriciteit. De wind laat de wieken van de windmolen draaien, die op hun beurt een as aandrijft die verbonden is met een generator. Die generator zet de draaiende beweging om in elektriciteit.

Waterkrachtenergie wordt opgewekt door de kracht van stromend of vallend water, waarbij het water door turbines stroomt en die laat draaien. De turbines zijn verbonden met een generator, die de beweging omzet in elektriciteit.

Kernenergie wordt opgewekt door de kernen van zware atomen, zoals uranium, te splitsen in lichtere kernen. Tijdens zo’n splitsing komt een enorme hoeveelheid warmte vrij, die wordt gebruikt om water te verhitten en stoom te produceren. De stoom drijft turbines aan die elektriciteit genereren. De lichtere kernen die achterblijven zijn radioactief. Er zijn weliswaar verschillende nieuwe technologieën ontwikkeld of in ontwikkeling in verband met kernenergie, zoals thoriumreactoren, kernfusiereactoren, gesmolten zoutreactoren …

Golfslagenergie maakt gebruik van de beweging van golven op het wateroppervlak om elektriciteit op te wekken. Er zijn verschillende technieken om dat te doen, waaronder drijvende boeien, hefbomen of cilinders die op en neer bewegen met de golven, waardoor mechanische energie wordt omgezet in elektriciteit via een generator.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Getijdenenergie maakt gebruik van de beweging van het water tijdens de getijden om elektriciteit op te wekken. Dat kan op twee manieren gebeuren:
• Getijdencentrales: het zijn dammen die water opslaan tijdens vloed en het vrijlaten tijdens eb, waarbij het water door turbines stroomt om elektriciteit op te wekken.
• Getijdenturbines: ze werken als onderwaterwindmolens, waarbij de stroming door turbines wordt opgevangen om elektriciteit te produceren.

Blauwe energie of osmotische energie, wordt opgewekt door gebruik te maken van het verschil in zoutconcentratie tussen zoet en zout water. Als zoet water en zout water door een halfdoorlatend membraan worden gescheiden, ontstaat er een drukverschil dat kan worden gebruikt om elektriciteit op te wekken.
Industrie is een sector die veel energie en grondstoffen nodig heeft. Het productieproces wordt zo snel, eenvoudig en goedkoop mogelijk opgesteld, want dan is de winst voor het bedrijf het grootst.
• Gezien de beschikbaarheid van goedkope fossiele brandstoffen, wordt deze energiebrandstof het meest gebruikt om de machines te laten draaien. Bepaalde industriële sectoren zijn zeer energie-intensief, zoals de staalindustrie.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
• Tijdens het productieproces kunnen ook broeikasgassen vrijkomen, bijvoorbeeld in de chemiesector.
• Het transport van zowel de grondstoffen als de producten vereist ook het verbruik van fossiele brandstoffen.
De energie die nodig is in het productieproces, kun je ook opwekken via duurzame energieproductie. Denk bijvoorbeeld aan fabrieksgebouwen waarvan het dak vol staat met zonnepanelen of industriële regio’s die omringd worden door windmolenparken.

Onderzoek & ontwikkeling van nieuwe, efficiënte en duurzame productieprocessen kunnen op korte tijd grote evoluties teweegbrengen. Belangrijk daarbij is de voortdurende vooruitgang in materiaalkunde. Heel wat bedrijven investeren een deel van hun werkingsmiddelen in hun onderzoek en ontwikkeling. Ook overheden kunnen een steentje bijdragen via de subsidiëring van universiteiten. Die instanties kunnen via hun onderzoekslaboratoria ontdekkingen doen die in de zoektocht naar betere processen kunnen worden toegepast.

Filters en andere hoogtechnologische apparatuur kunnen broeikasgassen uit de afvalstromen van industriële productieprocessen drastisch verminderen. Een van die technologieën is koolstofafgang en -opslag.

Energieverbruik

Er kan heel wat uitstoot van broeikasgassen worden vermeden met de manier waarop we onze energie verbruiken. Dat geldt voor heel de samenleving. We kunnen met kleine inspanningen slimmer en efficiënter omgaan met ons energieverbruik. Op het eind van de rit kan het een groot verschil maken. Enkele technologieën kunnen ons daarbij helpen.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Leefgewoontes aanpassen is een snelle en eenvoudige manier om minder energie te verbruiken, zonder veel aan comfort in te boeten. De verwarming een graadje minder zetten in de winter, het licht automatisch laten uitgaan in de gang, de televisie uitschakelen als je niet kijkt, de vaatwasser of wasmachine pas laten werken als hij helemaal vol is, de straatverlichting die uitgaat vanaf middernacht enzovoort.
Relatief kleine investeringen zoals betere isolatie in je huis of gloeilampen vervangen door ledverlichting zorgen ervoor dat er al helemaal geen verlies van comfort is.
Software en apps kunnen ons inzicht verschaffen in ons eigen energieverbruik en op een slimme manier onze elektronische toestellen aansturen.
Zo kan een slim systeem in je huis bijvoorbeeld je wagen opladen als de zonnepanelen veel stroom opwekken of als er aan een laag tarief elektriciteit van het net kan worden gehaald. Ook het gebruik van een thuisbatterij kan helpen om zelfopgewekte energie op een later tijdstip te gebruiken, bijvoorbeeld ’s avonds als de zon niet meer schijnt.


Slimme energienetwerken (smart grids) maken gebruik van digitale technologie om de productie, de verdeling en het verbruik van elektriciteit zo efficiënt mogelijk te maken. Dergelijke netwerken zijn dan ook betrouwbaarder en duurzamer. Bij slimme energienetwerken is er een continue communicatie tussen de verschillende producenten van de energie en de verbruikers van de energie. Zo zijn automatische aanpassingen mogelijk als er een verandering is in de vraag of het aanbod.
Voedselproductie

De voedselproductie draagt ook bij tot de klimaatverandering. Enerzijds is er veel plaats nodig voor landbouw, waardoor bossen verdwijnen (zie p. 25). Anderzijds zorgt vooral de veeteelt voor een abnormaal hoge vrijgave aan broeikasgassen. Efficiënter onze landbouwgrond benutten en op zoek gaan naar alternatieve eiwitbronnen zullen ook een sleutelrol spelen in de klimaatmitigatie en de bescherming van de biodiversiteit.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Artificieel vlees of kunstmatig gekweekt vlees maakt gebruik van stamcellen die onder de juiste omstandigheden vermenigvuldigd kunnen worden tot spiercellen. Zo worden grote volumes aan vlees nagemaakt.


Er zijn talrijke eiwitvervangers beschikbaar die als alternatief voor dierlijke eiwitten kunnen dienen. Zo heb je waarschijnlijk wel eens van tofu en quinoa gehoord. In bepaalde culturen zijn nog andere alternatieven courant, zoals algen, zeewier en zelfs insecten.



Actieve keuzes in je voedselgewoontes kunnen ook bijdragen tot een vermindering in de uitstoot van broeikasgassen. Enkele mogelijkheden:
• Je kunt ervoor kiezen om vegetariër, veganist of flexitariër te worden.
• Je kunt genoegen nemen met kleinere porties vlees. Een gemiddeld volwassen lichaam heeft voldoende aan een dagelijkse portie van slechts 100 g vlees!
• Je kunt kiezen om zo veel mogelijk rood vlees (varken, rund, lam, wild …) te vervangen door wit vlees (gevogelte zoals kip en kalkoen). Die dieren produceren veel minder broeikasgassen.
Een van de kenmerken van de 20ste en 21ste eeuw zijn de enorme vooruitgang in transport van mensen en goederen. Goederen die je online bestelt, werden gemaakt in Azië en getransporteerd per containerschip, een gezin heeft gemiddeld één en soms zelfs twee auto’s, we gaan op reis met het vliegtuig of met een cruiseschip, de winkels waar we naartoe gaan worden bevoorraad met vrachtwagens … Wereldwijd transport is niet meer weg te denken. Het vormt dan ook een belangrijk aandachtspunt in de inspanning tegen de klimaatverandering.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Elektrische voertuigen en voertuigen op waterstof zijn alternatieven voor voertuigen met een klassieke verbrandingsmotor. De recente opkomst van die alternatieven werd gekenmerkt door verschillende voordelen, maar ook nadelen. Toch staat vast dat er een opmerkelijk snelle evolutie is in de technologieën die worden gebruikt. Denk maar aan krachtigere en efficiëntere batterijen en elektromotoren, snellere oplaadmogelijkheden …


Het ontwerpen en inrichten van nieuwe steden, of het herinrichten van bestaande steden, kan gebeuren met het oog op een maximale en duurzame mobiliteit. Die mobiliteit-efficiënte steden kunnen worden gekenmerkt door de volgende tactieken:
• Zoveel mogelijk verplaatsingen gebeuren op wandelafstand.
• Verplaatsingen buiten wandelafstand gebeuren maximaal met openbaar vervoer.
• De infrastructuur voor ander vervoer, bijvoorbeeld bevoorrading door vrachtverkeer, is zo ingericht dat stilstaand verkeer en files worden vermeden. Het massale gebruik van sensoren, autonoom rijden en artificiële intelligentie kan daartoe bijdragen.
Het zoveel mogelijk vermijden van transport is soms de eenvoudigste en de goedkoopste oplossing. Dat is veelal gemakkelijker dan je denkt. Enkele voorbeelden zijn:
• Vind je de job van je leven? Vestig je dan dicht bij je werkplaats.
• Vind je het huis van je dromen? Zoek dan werk op fietsafstand van je woonplaats.
• Ga op zoek naar een job die thuiswerk toelaat.
• Koop zo lokaal mogelijk, steun lokale landbouwers en handelaren.
• Carpool met vrienden of collega’s.


Ontbossing

Over heel de wereld zijn grote hoeveelheden bos verdwenen. Die ontbossing blijkt toch wel een belangrijke rol te spelen in de klimaatverandering, niet in het minst omdat bomen in staat zijn om ongelooflijk efficiënt koolstofdioxide uit de lucht te halen en vast te houden! De mogelijke maatregelen tegen de ontbossing zijn eenvoudig:
• een alternatief bieden voor de oorzaken van de ontbossing;
• duurzaam bosbeheer en bosbescherming. Door de ontbossing tegen te gaan bescherm je ook heel wat ecosystemen, zo draag je ook bij tot het behoud van de biodiversiteit.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Onder de alternatieven voor de oorzaken van de ontbossing begrijpen we het volgende:
• bewuster consumeren (zie p. 26) zoals letten op je verbruik van onder andere papier en karton;
• minder vlees eten. Veeteelt heeft veel grond en veevoer nodig. Deze grote vraag aan landbouwgrond heeft gezorgd voor heel wat ontbossing.
Duurzaam bosbeheer omvat enkele belangrijke elementen. Eén ervan is herbebossing. Door het aanplanten van nieuwe bomen kan het bos zich herstellen. Dat heraanplanten is een intensieve klus, waarbij men zelfs gebruikmaakt van drones die tienduizenden zaailingen per dag kunnen planten.
Bomen aanplanten kan ook in je eigen omgeving. De meeste tuinen zijn saaie groene grasvelden, een boom aanplanten kan een mooie meerwaarde creëren.
Een ander belangrijk element is selectieve kap. In plaats van grote delen bos in één keer te kappen, worden er hier en daar geschikte bomen geselecteerd en gekapt. Daardoor blijft het bos grotendeels intact en kunnen jonge bomen de ruimte krijgen om te groeien.




Het beschermen van bossen vergt nationale en internationale inspanningen. Zo kunnen landen een bos aanduiden als beschermd natuurgebied. Zo wordt niet alleen de biodiversiteit beschermd, maar wordt er ook een culturele en economische meerwaarde gecreëerd als dat leidt tot meer toerisme. Internationaal erkende certificaten zoals het FSC-label garanderen dat het hout afkomstig is van duurzaam beheerde bossen.

Als we de oorzaken voor de klimaatverandering en de bedreiging van de biodiversiteit bestuderen, dan wordt er toch wel iets duidelijk. Die kantelpunten zijn er gekomen door onze grote honger naar energie, voedsel, bouwmaterialen en producten.
Die honger neemt overigens gestaag toe. We zijn met alsmaar meer mensen op de planeet en de gemiddelde welvaart neemt ook jaar na jaar toe. Daardoor gaan we meer en meer consumeren.
Het wordt dus een hele uitdaging om maatregelen te bedenken die haalbaar en eerlijk zijn voor iedereen. Hier zijn alvast enkele mogelijkheden die je zelf kunt proberen om te ‘consuminderen’.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
De meest efficiënte manier om de gevolgen van consumptie tegen te gaan is … minder consumeren.
• Vraag je telkens af of je dat item wel nodig hebt en of er duurzamere alternatieven zijn. Een gekend voorbeeld is het fenomeen van fast fashion met als tegenhanger slow fashion.
• Ruilen komt alsmaar vaker voor.
• Ook voedselverspilling tegengaan hoort onder deze maatregel.
• Herbruikbare zakken en producten kopen zonder verpakking zijn eveneens kleine beetjes die helpen.
Zeg niet ‘naar de kringloopwinkel gaan’ of ‘een rommelmarkt bezoeken’, maar ‘thriften’.
Dat klinkt interessanter en dat is het ook.
Kleding, meubels en andere spullen kun je hergebruiken en een tweede leven geven.
Misschien is dat ene item wat je outfit compleet maakt, of een unieke touch aan je kamer geeft.




De één zijn afval is de ander zijn goud, zo luidt het gezegde. Voor recycling en upcycling geldt dat zeker zo.
Recyclen omvat het omzetten van afvalmaterialen in nieuwe grondstoffen of producten. Als het nieuwe product een hogere kwaliteit of waarde krijgt dan het origineel, spreek je van upcycling.
Kies minstens één van de voorgestelde maatregelen of kies een maatregel die nog niet werd opgesomd. Gebruik vervolgens het reflectiekader om een beargumenteerd oordeel te vellen.
Hoe werkt de maatregel precies?

Wat is de verwachte haalbaarheid en impact?
Hoe groot is het maatschappelijk draagvlak?
Wat is de efficiëntie?
Hoe vlot kan de maatregel broeikasgassen in de atmosfeer doen afnemen?
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Hoe duur is de maatregel? Kan iedereen er van genieten?
Hoe snel kan de maatregel worden ingevoerd en leiden tot een significante daling in broeikasgassen?
heel klein heel groot heel klein heel groot heel traag onmiddellijk heelgroot heelklein gratis heelduur
Hoe groot is de impact op de samenleving?
zeer vlot
zeer moeilijk
Bedenkingen?
Op welke schaal kan de maatregel worden toegepast?
Op sociaal vlak?
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Op economisch vlak?

Op ecologisch vlak?
Op ethisch vlak?
Zijn er daardoor tegenstanders?
Wat zijn hun argumenten?
Nog een eigen vraag of bemerking?
Kort samengevat:
1.2.4 Denkfouten
Ondertussen zou je voldoende in staat moeten zijn om een mening te vormen over uitdagingen zoals de klimaatverandering en het behoud van de biodiversiteit. Isaac-aardrijkskunde is daartoe een belangrijke bron van informatie geweest, maar waarschijnlijk niet je enige bron. Er zijn namelijk heel wat andere manieren waarbij er informatie tot bij jou is kunnen komen. Dat zorgt er dan ook voor dat meningen erg kunnen verschillen van elkaar. Soms kunnen er zelfs denkfouten ontstaan.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Een denkfout treedt op als mensen informatie verwerken. Het is het gevolg van de natuurlijke werking van onze hersenen, die zo snel en efficiënt mogelijk proberen om te gaan met informatie. Zo gaan onze hersenen soms onbewust op een verkeerde manier redeneren. Dat leidt vervolgens tot onnauwkeurige of irrationele conclusies en beslissingen. We worden misleid door ons eigen brein. Het is dus van belang om daarvan bewust te worden en om actief onze denkfouten te corrigeren.
Enkele voorbeelden van denkfouten toegepast op de klimaatverandering zijn:
• Het valse evenwicht:
“Wetenschappers zijn zelf niet helemaal uit over die klimaatverandering. Er zijn wetenschappers die zeggen dat het ernstig is en dat we moeten handelen, en er zijn wetenschappers die zeggen dat die klimaatpaniek voor niets nodig is.”
De overgrote meerderheid van klimaatwetenschappers (meer dan 97 %) is het erover eens dat de klimaatverandering er werkelijk is, dat de gevolgen ernstig zijn en dat menselijke activiteiten de oorzaak zijn. Het geven van evenveel gewicht aan een kleine minderheid van sceptici creëert een vals evenwicht en verwarring, een gevaarlijke denkfout die veelal wordt misbruikt door klimaatontkenners en lobbyisten.
• De persoonlijke impact: “Wat een verschil maak ik nu uit?”
Individuele acties kunnen samen grote veranderingen teweegbrengen, vooral als ze leiden tot collectieve actie of veranderingen in beleid en industrie. Het verminderen van persoonlijke uitstoot aan broeikasgassen draagt wel degelijk bij tot het beperken van klimaatverandering. Alleen is de verandering veelal traag en op korte termijn amper meetbaar.
• De tragedy of the commons: “Wat maakt het uit als ik probeer om maatregelen te nemen? Die grote fabrieken in China stoten meer uit in een dag dan ik in een heel leven! Ik verander niets zolang ze er daar ook niet iets aan doen.”
Deze denkfout heeft een verlammende werking. Men gaat ervan uit dat iedereen egoïstisch zal nadenken en dat er niemand anders zal handelen. Integendeel, internationale samenwerking (SDG17 Partnership) en verantwoordelijkheid nemen is al in belangrijke mate aan de gang. Denk maar aan de recente klimaatakkoorden.
2 Jouw habitat
Verandering begint bij jezelf
Het klinkt als een cliché, maar het klopt wel. Deze uitspraak gaat over het idee dat als je iets in je leven, omgeving of de wereld wilt veranderen, je eerst bij jezelf moet beginnen.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
In plaats van te wachten op anderen of externe omstandigheden, moedigt deze uitspraak aan om zelf actie te ondernemen. Dat kan betrekking hebben op je gedrag, houding, gewoontes, of het verbeteren van je eigen situatie. Door zelf te veranderen, kun je een positieve impact hebben op je omgeving en anderen inspireren om ook te veranderen. Het is dus een oproep tot zelfinzicht en eigen initiatief. Na verloop van tijd zul je merken dat je trouwens niet alleen bent, maar dat je deel uitmaakt van een groep die de uitdagingen van de 21ste eeuw wil begrijpen en aanpakken. Als die groep groot genoeg wordt, kun je samen je eigen leefomgeving, je eigen habitat beginnen verduurzamen.
In deze methode deden we het afgelopen jaar ons uiterste best om je de nodige kennis en inzichten mee te geven om deel uit te kunnen maken van die groeiende groep. Laten we als slotstuk van deze methode, met al onze opgedane kennis en inzichten, samen brainstormen over hoe we het Vlaamse landschap kunnen transformeren. Zo wordt Vlaanderen een omgeving waar het goed is om te wonen, ontspannen, genieten, werken, leven …

2.1 Vlaanderen doorgrond
2.1.1 De ruimtelijke staat van Vlaanderen
Om onze eigen leefomgeving te verbeteren, is het opportuun om eerst een grondige analyse ervan te maken. Zo krijgen we een beter beeld van de ruimtelijke staat van Vlaanderen en kunnen we noden en wensen beter detecteren.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Met het ruimterapport van Vlaanderen werd er zo recent een grondige analyse gemaakt.
Enkele interessante aandachtspunten kwamen zo naar boven:
A Vlaanderen is voor meer dan 15 % verhard. Verharding is de oppervlakte waarvan het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van materialen die niet natuurlijk zijn en moeilijk of zelfs geen water kunnen doorlaten. Daardoor verliest de bodem onder de verharding haar essentiële functies. Verharding wordt veroorzaakt door het bouwen en aanleggen van woningen, wegen en andere constructies.
B Het ruimtebeslag van Vlaanderen is erg hoog. Ongeveer een derde van de ruimte van Vlaanderen is ingenomen door nederzettingen. Dit wil zeggen huisvesting, gebouwen voor industriële en commerciële doeleinden, transportinfrastructuur, recreatieve doeleinden, serres enzovoort. Parken en tuinen maken daar ook deel van uit. De rest van de ruimte heten we open ruimte. Deze bevat akkerland, grasland, bos, waterwegen, struikgewas, braakliggende grond, moeras en natuurgebied.
WIST-JE-DAT
In het verleden nam het ruimtebeslag dagelijks met 6 ha per dag toe. Dat komt overeen met 9 voetbalvelden per dag!


effectieve verharding ruimtebeslag
geen ruimtebeslag ruimtebeslag en verharding in de ruimte


C Het landschap van Vlaanderen is in hoge mate versnipperd. Onder versnippering begrijpen we het fenomeen waarbij de ruimtelijke structuur verandert door een proces waarbij het ruimtelijk geheel opgedeeld wordt in kleinere stukken.
De gevolgen van de hoge mate aan verharding, ruimtebeslag en versnippering zijn niet te onderschatten. Enkele voorbeelden:
mobiliteitsproblemen

esthetische problemen


ecologische problemen
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE


economische problemen (schade door overstromingen)
economisch probleem (inkomensonzekerheid)
economische problemen (kost van voorzieningen)


economische problemen (kost van transport)

Ga via een GIS-toepassing (bv. ArcGIS), een GIS-viewer (zoals ruimtemonitor.be) of je atlas op zoek naar hoe het gesteld is met de verharding, het ruimtebeslag en de versnippering in jouw omgeving. Beschrijf kort de gegevens die je vindt en ga na in welke mate de onderstaande problemen van toepassing zijn in jouw omgeving.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
In verschillende delen van Vlaanderen zal de voorgaande opdracht leiden tot een ander antwoord. Toch staat één ding vast: de ruimte in Vlaanderen wordt schaars en we moeten er bewust en duurzaam mee omgaan. Daarom is er nood aan een goed onderbouwde visie op Vlaanderen.
2.1.2
De oorzaak
Het ontwikkelen van een goed onderbouwde en breed gedragen visie is de eerste stap om tot een duurzame verandering te komen. Zo’n visie komt er niet zomaar, er is heel wat onderzoek nodig om inzicht te krijgen in de complexe manier waarop wij in Vlaanderen onze samenleving optimaal kunnen organiseren. Om tot een beter inzicht te komen is het interessant om eerst te kijken naar het verleden. Hoe hebben we de ruimte van Vlaanderen benut in de afgelopen eeuwen? Hoe zijn we geëvolueerd tot een regio met zo’n hoge verharding, ruimtebeslag en versnippering? Hoe zijn onze ecologische, esthetische en economische en mobiliteitsproblemen ontstaan? Het antwoord op die vragen leidt ons dan misschien automatisch naar een beter idee over hoe we die problemen kunnen oplossen.
We bestuderen als voorbeeld de evolutie van de regio tussen drie grote steden in West- en OostVlaanderen. De processen die hier geduid worden, kunnen ook elders in Vlaanderen voorkomen.

In de 14de eeuw ontstaat er in Vlaanderen een urbanisatie of verstedelijking. Dat is het proces waarbij alsmaar meer mensen beslissen om in een stad te gaan wonen. Steden worden vanaf nu aantrekkelijke plaatsen, belangrijke handelscentra en een veilige plek in onzekere tijden. Daarom hebben de meeste grote steden een stadsmuur. Steden ontstaan meestal uit een economische oorzaak, zoals de ligging aan de kust of langs een grote rivier. Ook kunnen steden ontstaan om bestuurlijke redenen, zoals de nabijheid van een kasteel of een abdij, klooster … Vlaanderen kent zo enkele belangrijke steden, ontstaan als handelsknooppunt, omringd door vruchtbare grond.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
in de 16e en 17e eeuw

Om de handel te bevorderen wordt een kanaal gegraven tussen 2 grote steden. Kleine dorpen floreren langs die handelsroutes.
in de 18e eeuw

Om de handel te bevorderen, wordt een degelijke weg aangelegd tussen 2 grote steden. Een van de vele ‘steenwegen’ die ontstaan om het transport van mensen (soldaten) en goederen tussen steden te bevorderen. Ook daarlangs floreren dorpen.
A B C Vlaanderen in de 14e eeuw
Vlaanderen
Vlaanderen
DDe industriële revolutie zorgt voor een enorme boost in de urbanisatie. Er is minder werk op het platteland, machines nemen het werk over. In fabrieken schreeuwen ze net om meer arbeidskrachten. Die fabrieken worden opgericht in of dichtbij grote steden. Het transport van grondstoffen, goederen en personen gebeurt eerst via treinen, maar tegen het eind van deze eeuw worden de eerste gemotoriseerde voertuigen voor persoonlijk transport uitgevonden.
D E Vlaanderen in de 19e eeuw

Vanaf de jaren 1960 ontstaat er een grote wijziging. De middenklasse ontvlucht de drukke, vuile stad en gaat meer wonen net buiten de stad in de buitenwijken (suburbs). Daarom noemt dit proces suburbanisatie. De stadsvlucht resulteert eerst in veel leegstand in de stad en een grote groei aan dorpen buiten de grote steden. De lege panden worden grotendeels opgevuld door diensten en handel (apotheken, immokantoren, warenhuizen, winkels, kappers, schoonheidssalons, verzekeringskantoren, horeca …).
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Legende
Stad
Landbouw
Wegen
Rivier
Kanaal
Kustlijn
Vlaanderen in de 20e eeuw

Door het grote aantal mensen dat gaat wonen buiten de stad, worden ook heel wat diensten en handel aangetrokken om mee te gaan. Plaatsen waar er een bakker, een slager, winkels … komen, worden extra interessant voor andere mensen uit de middenklasse om zich ook daar te gaan vestigen. Zo groeien dorpen uit tot kleine steden. Dit proces waarbij het platteland dus ook verstedelijkt, noemen we rurbanisatie (van het Engelse woord ‘rural’ wat platteland betekent).
We zien in de loop van de eeuwen dat Vlaanderen tot een van de meest verstedelijkte gebieden ter wereld begint te horen, door een combinatie van geografische, economische en historische factoren. Tijdens die verstedelijking werden gebouwen en wegen aangelegd op basis van de beschikbaarheid van lokale grondstoffen, waarbij de natuurlijke topografie en al bestaande paden werden gevolgd. Dat alles heeft gezorgd voor een op het eerste gezicht willekeurig benutten van de ruimte in Vlaanderen. Ook in de 19de en tot diep in de 20de eeuw was er geen strategie, geen visie op het benutten van onze ruimte. Men bouwde waar het logisch leek en waar men zin had om te bouwen. Er werd niet nagedacht over de toekomst.
2.2 Visie op Vlaanderen
2.2.1 De oplossing
Als de Vlaamse ruimtelijke toestand met zijn problemen is ontstaan door niet na te denken vooraleer te bouwen, dan is de oplossing … inderdaad, wél nadenken. Het proces van plannen, beheren en organiseren van de inrichting en het gebruik van de ruimte heet ruimtelijke ordening
Sinds 1980 is ruimtelijke ordening een bevoegdheid van de gewesten. Sinds die tijd zijn beleidsmakers aan de slag gegaan om te bepalen hoe we de ruimte in Vlaanderen zo optimaal mogelijk in kunnen richten en gebruiken. In haar meest recente plan heeft het Vlaamse gewest samengewerkt met gemeenten, provincies, middenveldorganisaties, experts, ondernemers en burgers om een beleid te ontwikkelen dat Vlaanderen kan transformeren. Dat plan heet het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Ze legt in grote lijnen vast wat de visie is over hoe we onze ruimte willen gebruiken.
Meer concreet wordt het beleidsplan vertaald in bestemmingsplannen. Die zorgen voor meer duidelijkheid tot op het niveau van elk individueel perceel. Een ruimtelijk uitvoeringsplan is zo’n bestemmingsplan dat concreet vastlegt wat er op een perceel mag gebeuren wat betreft activiteiten, waar men al dan niet mag bouwen en hoe een gebied moet worden ingericht en beheerd.

BRON: BELEIDSPLAN RUIMTE VLAANDEREN. WITBOEK (2016). BRUSSEL: RUIMTE VLAANDEREN.

BRON: WWW.GEOPUNT.BE (5/11/2024, GEWESTPLAN)
2.2.2 Duurzame ruimtelijke ontwikkelingsprincipes
Het BRV geeft het ruimtelijk beleid in Vlaanderen vorm en richt zich op het efficiënt en duurzaam omgaan met onze ruimte. Het doel is om de leefkwaliteit en de veerkracht van onze samenleving te versterken. Het doel van het BRV sluit dus heel nauw aan bij verschillende van de duurzame ontwikkelingsdoelen of SDG’s.
Je maakte eerder al kennis met de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen of SDG’s. Tot nu verdeelden we die 17 SDG’s in een taartvorm, met onderaan de SDG’s die te maken hebben met de biosfeer, erboven de SDG’s die te maken hebben met de samenleving, daarboven de SDG’s die te maken hebben met de economie. Als kers op de taart plaatsten we de internationale samenwerking. Die verdeling benadrukt de onderlinge samenhang tussen de ecologische, economische en sociale aspecten van duurzaamheid. Het idee is dat je voor duurzame economische of sociale vooruitgang eerst moet inzetten op de creatie van een gezonde biosfeer.
Veelal wordt er een alternatieve manier gebruikt om de zeventien SDG’s te verdelen, namelijk via de vijf P’s (people, planet, prosperity, peace en partnership). Die zorgen eveneens voor een overzichtelijke manier om de doelen op een eenvoudige manier te presenteren. Via de vijf P’s wordt elk aspect van duurzame ontwikkeling meegenomen.

In dit deel van de methode verduidelijken we nu enkele principes en strategieën die aangereikt worden in de langetermijnvisie van het BRV. Het grondig overwegen van die principes en strategieën leidt uiteindelijk tot een concrete beslissing over hoe de ruimte kan worden ingericht en beheerd.
In die overweging gaan we volgende elementen na:
• Wat zijn de lokale noden en wensen van de samenleving?
• Hoe is het lokale landschap ontstaan?
• Welke waarden zijn er aanwezig in het landschap?
• In welke mate draagt het principe of de strategie bij tot de ontwikkeling van een duurzame samenleving?
Een belangrijk principe dat in het BRV wordt voorgesteld is het verhogen van het ruimtelijk rendement. Dat principe probeert men te bekomen door:
A Het bijkomende ruimtebeslag terug te dringen tot 0 ha per dag.
B De open ruimte maximaal te vrijwaren.
C Het huidige ruimtebeslag beter te gebruiken via strategieën als verweving, intensivering, hergebruik en tijdelijk ruimtegebruik.
A In het verleden nam het ruimtebeslag dagelijks toe met 6 ha per dag. Die trend wil men keren door ze stelselmatig te verlagen tot 3 ha per dag tegen 2025 en zelfs 0 ha per dag tegen 2040. ruimtebeslag (ha/dag)
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
B Onze open ruimte is vitaal voor de samenleving. Zo zorgt ze voor onze voedselproductie, vangt ze voor een groot stuk de gevolgen van de klimaatverandering op, draagt ze bij tot de bescherming van de biodiversiteit en bezit ze een esthetische en recreatieve waarde.
Een belangrijk onderdeel van het BRV is dus het behoud en zelfs de uitbreiding van de open ruimte in Vlaanderen. Daardoor creëer je ook een gezonde leefomgeving voor alle inwoners en bereiden we ons voor op de klimaatuitdagingen van de toekomst.
Beschrijf kort een voorbeeld van open ruimte die er is bijgekomen in jouw omgeving.
C
We kunnen het ruimtebeslag pas naar 0 ha per dag brengen als we gebruik maken van enkele strategieën zoals:
• Verweving: dat is het samenbrengen van verschillende activiteiten in dezelfde ruimte. Activiteiten mogen elkaar niet in de weg staan en de hoofdfunctie blijft gegarandeerd. Voorbeelden daarvan zijn ontmoetingscentra, dienstencentra, vrijetijdscentra ...
Beschrijf kort een voorbeeld van verweving in jouw omgeving.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
• Intensivering: dat is het verhogen van het aantal activiteiten binnen dezelfde oppervlakte. Zo kun je dichter op elkaar bouwen, functies stapelen en wonen en werken combineren. Ook de creatie van parking ondergronds of op het dak van een gebouw is een vorm van intensiveren.


• Hergebruik: dat is het opnieuw benutten van bestaande terreinen, gebouwen en constructies die al enige tijd niet meer worden gebruikt. Dat kan door renovatie, of door het oude te slopen en een nieuwbouwproject te realiseren.
Beschrijf kort een voorbeeld van hergebruik in jouw omgeving.
• Tijdelijk ruimtegebruik: dat is het tijdelijk toestaan van activiteiten in een ruimte die eigenlijk voor een ander doeleinde is bedoeld. Die tijdelijke activiteit moet dus omkeerbaar zijn en mag het oorspronkelijke doeleinde niet in de weg staan als dat nodig is. Veelal zijn dat dan verplaatsbare of aanpasbare constructies. Voorbeelden daarvan zijn pop-upzomerbars, pop-upverkoopplaatsen, pop-uprestaurants …
Beschrijf kort een voorbeeld van tijdelijk ruimtegebruik in jouw omgeving.
Een volgend belangrijk principe in het BRV is het creëren van samenhangende steden en dorpen. We moeten Vlaanderen transformeren tot een omgeving met een compact en efficiënt netwerk van stedelijke gebieden. Daarbij moeten we uiteraard rekening houden met de ecologische, esthetische en culturele waarde van het landschap. Inzicht in hoe het landschap is ontstaan, is eveneens van belang om dat principe optimaal te realiseren.
Men kan zorgen voor meer samenhang:
A Op het vlak van mobiliteit.
B Op het vlak van energie.
C Op vlak van open ruimte.
A Vlaanderen is een vrij complex gebied waar er een bijzonder grote vraag is naar mobiliteit. Er is daarvoor niet één oorzaak maar meerdere:
• Waar we wonen en waar we werken is veelal niet op dezelfde plaats of in dezelfde stad. Het proces van suburbanisatie en rurbanisatie heeft daarin een rol gespeeld.
• Vlaanderen is een internationaal sterk ontwikkeld gebied, met veel transport van goederen en personen als gevolg. Denk maar aan onze treinstations, onze luchthavens, onze kanalen, onze havens …
Het aanpakken van het mobiliteitsvraagstuk is voor verschillende redenen interessant. Zo draait de economie beter als werknemers vlotter op hun werk raken en grondstoffen en producten sneller op hun bestemming. Met een betere mobiliteit gaat de luchtkwaliteit er ook op vooruit en beperk je de overlast voor de omgeving.
Enkele suggesties kunnen helpen bij het oplossen van het mobiliteitsvraagstuk:
• Vaker thuis werken.
• Gaan wonen dicht bij de plaats waar je werkt, of werk zoeken nabij je woonplaats.
• Zorg ervoor dat werkgelegenheden worden gecreëerd dichtbij invalswegen, aan de rand van de stad en niet in het midden van een stad.
• Het openbaar vervoer flexibeler, betrouwbaarder en aantrekkelijker maken.
• Alternatieven voor de wagen aantrekkelijker maken.
• Gebieden met een hoge knooppuntwaarde (een hoog aantal verbindingen door wegen, waterlopen, treinsporen …) worden verder ontwikkeld en zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt.
Beschrijf kort een voorbeeld van een maatregel die de mobiliteit in jouw omgeving heeft verbeterd.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE


B
Vlaanderen heeft door zijn hoge bevolkingsdichtheid een grote vraag naar energie, maar weinig plaats om die op te wekken. Daarom moet er worden ingezet op:
• Het opwekken van energie met hernieuwbare energiebronnen en doe zo efficiënt mogelijk toevoegen aan de energie-infrastructuur.
• Zo kan de ruimte van een dak worden gebruikt om zonnepanelen te plaatsen. Overtollige energie kan worden opgeslagen in een thuisbatterij.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
• Windmolens zijn uitdagender om in te plannen in de ruimte, maar kunnen dag en nacht energie opwekken. De opgewekte energie moet vervolgens verdeeld worden over de regio, waardoor er nood is aan extra energie infrastructuur. Omdat het niet de bedoeling is om jaarlijks een nieuwe kabel toe te voegen als de vraag naar energie stijgt, is het van belang om die infrastructuur toekomstgericht aan te leggen.


• Het zo efficiënt mogelijk omgaan met onze energie. Dat wil zeggen dat we energieverspilling moeten tegengaan. Dat kan bijvoorbeeld door hoge isolatienormen voor gebouwen na te streven.
• Het zo efficiënt mogelijk organiseren van energie-uitwisseling. Door de samenhang in steden en dorpen te verhogen kunnen we ook efficiënter onze energie delen. Zo zijn gebieden met een hogere dichtheid aan woningen veel rendabeler om een warmtenet te gebruiken.
Beschrijf kort een voorbeeld van de aanleg van nieuwe energie-infrastructuur in jouw omgeving.
C De open ruimte hoeft niet op te houden bij een stad of een dorp. Ze kan er een integraal deel van uitmaken. Door in te zetten op een groenblauwe dooradering van de open en bebouwde ruimte, bekom je een netwerk van groene verbindingen (bossen, bomenrijen, bermen ...) en open waterlopen (beken, rivieren). Dat netwerk heeft verschillende voordelen:
• Ze verhoogt de gezondheid van de inwoners en verhoogt de kwaliteit van leven.
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
• Ze draagt bij tot het behoud van de biodiversiteit.
• Ze draagt bij aan de klimaatadaptatie, door vlotter het overtollig water op te kunnen vangen en vervolgens in de bodem te laten infiltreren.
• Ze voorkomt het hitte-eiland effect in sterk bebouwde gebieden.

Beschrijf kort een voorbeeld van groenblauwe dooradering in jouw omgeving. Dat kan gaan van groen aanplanten tot het blootleggen van waterlopen in jouw of een nabijgelegen dorp of stad.
landelijk gebied stad
3tot10°C warmer
Toepassing in Vlaanderen
Door de visie van het BRV te behandelen, samen met enkele van de principes en strategieën die daarin vervat zijn, beschikken we nu over de nodige theoretische bagage om de toepassing ervan in Vlaanderen te evalueren.
In 2.2.2 Duurzame ruimtelijke ontwikkelingsprincipes beschreef je al kort enkele voorbeelden. Evalueer in deze ISAAC actie nu minstens één van die voorbeelden. Als alternatief kun je in samenspraak met je leerkracht ook op zoek gaan naar andere interessante actuele voorbeelden die misschien niet tot jouw regio behoren (bijvoorbeeld de Oosterweelverbinding, het Ventilus-tracé, de bouw van een nieuw voetbalstadion …) of zelf een nieuwe situatie verzinnen (bijvoorbeeld door na te gaan hoe de mobiliteit rond je school kan worden verbeterd, door na te gaan waar er een nieuwe energiecentrale kan worden gebouwd …)
Tijdens je evaluatie zal je na een korte beschrijving van het voorbeeld op zoek gaan naar argumenten voor en tegen. Op basis van die argumenten maak je tenslotte een conclusie.
Voorbeeld kort toegelicht:
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Analyse met GIS
Argumenten voor en tegen:
Toepasbaarheid in het landschap?
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Impact op de biodiversiteit?
Impact op het klimaat?
Impact op de samenleving?
• welzijn
• welvaart
• kwaliteit leefomgeving
Rekening gehouden met waarden?
• cultureel
• historisch
• esthetisch
• ecologisch
Andere
Conclusie:
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
STUDIEWIJZER
Je kan wetenschappelijke denktechnieken (o.a. systeemdenken) toepassen op een breed aanbod aan informatiebronnen (zoals kaarten, GIS-viewers, foto’s en figuren) om interacties in systeem aarde (o.a. bodems, oceanen, klimaatveranderingen en ruimtegebruik) te onderzoeken.
paginanummer
module 2
INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE
Colofon
Je kan gebeurtenissen, plaatsen, patronen en processen op een passende kaart lokaliseren. module 2
Je beschrijft de wisselwerking tussen de mens en de aarde voor de bodems: belang van de bodem en bodembedreigingen. p. 6-9
Je beschrijft de wisselwerking tussen de mens en de aarde voor de oceanen: belang van de oceanen en hoe ze bedreigd worden. p. 10-11
Je beschrijft de wisselwerking tussen de mens en de aarde voor de atmosfeer: versterkt broeikaseffect en klimaatverandering. p. 12
Je beschrijft welke impact de huidige klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies heeft op het systeem aarde. p. 13-18
Je geeft argumenten voor de nood aan maatregelen om de huidige klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies tegen te gaan. p. 13-18
Je geeft voorbeelden van duurzame maatregelen die helpen bij klimaatadaptatie of -mitigatie. p. 19-26
Je reflecteert over de duurzaamheid van mogelijke maatregelen die klimaatverandering en biodiversiteitsverlies tegengaan. p. 27-28
Je herkent mogelijke denkfouten met betrekking tot klimaatverandering en kunt er gepast op reageren. p. 29
Je herkent en benoemt voorbeelden van verharding, ruimtebeslag, versnippering, open ruimte, urbanisatie, suburbanisatie, rurbanisatie in Vlaanderen via diverse bronnen: foto’s, kaarten, grafieken, teksten. p. 31-36
Je beschrijft hoe de principes van duurzame ontwikkeling aanwezig zijn in de meest recente visie op ruimtelijke ordening in Vlaanderen. p. 37-42
Je evalueert de inrichting van een gebied op basis van principes van duurzame ontwikkeling. p. 43-44 ik
Auteurs Dieter Vandamme, Tine Simoens, Marc Bellinkx, Solange Goossens en Kris Verbouw
Illustrator Martijn van der Voo
Eerste editie
Bestelnummer 65 900 0887 (module 2 van 90 808 0430)
ISBN 978 90 4864 941 9
KB D/2024/0147/212
NUR 126/128/129
Thema YPJT
Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.