Fluo 1 - Werkboek voetganger - inkijk methode

hier stap ik

mijn plaats op de weg

1 waar hoor ik op de weg? verbind.

2 wie doet het goed? kruis aan.

zo doe ik het goed

3 wat zie je? vertel.

4 wat is goed? kruis aan.

op de stoep kies ik mijn plaats. ik stap dicht bij de huizen. ik stap dicht bij de weg.

5 wat zie je? vertel.

7 wat doe je? verbind elke prent met de juiste zin.

ik vraag of ik door mag. ik wacht.

ik kijk goed. als het kan, stap ik er om heen op de stoep. als het niet kan, stap ik op de weg. ik kijk eerst of de weg vrij is.

6 kijk goed naar de prent. waar zie je gevaar? bespreek.

8 alles op een rij! geef elke prent het juiste nummer.

1 ik stap op de stoep.

2 ik stap weg van het verkeer.

3 ik let goed op.

4 ik loop niet.

5 ik speel niet.

6 ik wacht als het moet.

ik steek over

het zebra-pad

1 hoe herken je een zebra-pad? geef de prent de juiste kleur.

2 teken een zebra-pad op de juiste plaats.

3 wie doet het goed? kruis aan.

ik mag voor. ik dank met mijn hand. ik stop aan de stoep-rand.

ik kijk naar links. ik luister. ik kijk naar rechts. ik luister.

als het kan, steek ik over. ik stap goed door maar ik loop niet.

ik ben aan de over-kant. ik stap verder. ik wil over. ik stap naar het zebra-pad.

4 wie doet het goed? kruis aan.

5 hoe moet het? geef een nummer van 1 tot 4.

ik steek over. ik stap door. ik loop niet.

ik kijk naar links. ik luister. links is het goed.

ik stop aan de stoep-rand.

ik kijk naar rechts. ik luister. rechts is het goed.

6 toon wil over. lena ook. teken de weg.

ik steek over bij een licht

groen? ik mag over. oranje? ik mag niet over.

7 wie mag over? omkring.

rood? ik mag niet over.

8 hoe steek je over? geef een nummer van 1 tot 4.

ik kijk goed links en rechts.

het licht is groen. ik mag over. ik wacht voor de rand van de stoep. ik stap door. ik steek recht over.

9 wat nu? kruis aan wat je doet.

ik keer terug. ik steek over. ik loop naar de over-kant.

10 goed of fout?

kleur groen wat goed is. kleur rood wat fout is.

ik keer terug. ik stap verder. ik haast me naar de over-kant.

een oranje licht zegt dat de auto over mag.

ik steek over. ik blijf goed links en rechts kijken. het licht is groen. ik mag over.

ik steek over. plots is het rood. ik keer terug.

ik loop als ik over moet. zo gaat het snel.

ik laat me zien

1 vic gaat op stap. hoe valt hij op? kruis aan wat goed is.

ik laat me zien. zo kan ik dat doen: dit doe ik ook: ik kijk goed naar wie in de auto of op de fiets zit. ik wacht tot die mij ook ziet. als ik voor mag, steek ik mijn hand op.

2 naar welke auto kijkt tom? trek een pijl op de prent.

hoe val je op? kleur de voetgangers.

in het donker er is mist

dit weet ik nu

ik stap op de stoep

ik stap weg van het verkeer. ik let goed op. ik loop niet. ik speel niet. ik wacht als het moet.

dit is een zebra-pad. hier steek ik over.

zo steek ik over ik stop aan de stoep-rand. ik kijk naar links. ik luister. ik kijk naar rechts. ik luister. als het kan, steek ik over. ik mag voor. ik dank met mijn hand. ik stap door. ik blijf goed kijken. ik loop niet. ik steek recht over. ik ben aan de over-kant. ik stap verder.

ik laat me zien

met veel fluo toon ik mij.

ik kijk goed naar wie in de auto of op de fiets zit. ik wacht tot die mij ook ziet. als ik voor mag, steek ik mijn hand op.

ik ken mijn plaats op de stoep. ik kan om een hin-der-nis heen stappen zoals het hoort. ik kan op de stoep stappen zoals het hoort. in samenwerking met

ik weet dat ik over kan op het zebra-pad. ik weet hoe ik over steek aan het zebra-pad. ik weet wat ik moet doen aan lichten.

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Deze uitgave is dan ook gedrukt op papier dat het FSC®-label draagt. Dat is het keurmerk van de Forest Stewardship Council