Route 2 - Bisboek Handleiding

Page 1

ROUTE

2

HANDLEIDING

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 NEDERLANDS TWEEDE GRAAD BISBOEK


ROUTE 2 NEDERLANDS tweede graad

BISBOEK HANDLEIDING

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 Als u uit deze handleiding kopiëren wilt, weet dan dat: • alle rechten voorbehouden zijn. Het tekst- en beeldmateriaal in deze methode werd opgenomen na toelating van de oorspronkelijke uitgever, zoals vermeld in de bronnen. • niets uit deze uitgave mag worden opgeslagen of vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. • dit het werk is van veel arbeid en dat een uitgeverij hierin veel geld gestopt heeft. Auteurs: Kim-Sophie Chaidron, Mirte Dikmans, Jolijn Sonnaert, Elke Verkinder Redactie: Jolijn Sonnaert Vormgeving: Crius Group © 2021 – DiaBe BV

ISBN 9789082735383 NUR 116, 118, 119 D/2021/14.734/04

2


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021


WERKEN MET DE HANDLEIDING Route 2 is een kernmethode en het Bisboek vult dit leerwerkboek aan op een gelijkaardige kernachtige manier. Ook hier heb je als leerkracht voldoende ruimte om naast de methode met eigen projecten en lesmateriaal aan de slag te gaan. Tegelijkertijd willen we met deze handleiding extra steun aanbieden met onder andere extra materiaal en gedetailleerde lessuggesties. In de handleiding vind je de oplossleutel voor het Bisboek, met er rechts naast bijbehorende lessuggesties en verwijzingen naar het extra materiaal. Dezelfde iconen als in de handleiding bij Route 2 tonen aan om welke soort suggestie het gaat.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

4

Route 2 Bisboek


Hoe werk je met deze handleiding? Bij deze handleiding horen de volgende digitale toevoegingen. Verwijzingen naar zo’n toevoeging werden in de lessuggesties geel gemarkeerd. • beoordelingsfiches bij spreek- en schrijfopdrachten, met specifieke criteria om de geziene leerstof toe te passen in geïntegreerde opdrachten • bijlagen met extra oefeningen, bijvoorbeeld om te differentiëren • bordpresentaties: een digitale versie van het boek om de opdrachten en oplossingen voor de klas te presenteren • hulpkaarten: schematische samenvattingen van de leerstof, per onderwerp, met duidelijke voorbeelden • kennisvademecum: een bundel van alle kenniskaders, waarin leerlingen extra uitleg kunnen opzoeken indien nodig • … Al deze extra’s en meer worden zowel kant-en-klaar als aanpasbaar aangeboden, in mapjes per module en per les. Je vindt in de digitale map ook een overzicht van en extra uitleg over al het aangeboden materiaal.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

5


INHOUD Module 1  9

Module 4  39

Fans en idolen

Vind ik leuk / vind ik niet leuk

Nadenken over taal 11 Kennis- en oefenroute 13 Bis-leesroute 15 Teksten 17

Nadenken over taal 41 Kennis- en oefenroute 43 Bis-leesroute 45 Teksten 47

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe Module 3 31 Module 6BV 59 april 2021 Module 2  19

Module 5  49

Leugens en waarheden

Alles op z’n tijd

Nadenken over taal 21 Kennis- en oefenroute 23 Bis-leesroute 25 Teksten 27

Nadenken over taal 51 Kennis- en oefenroute 53 Bis-leesroute 55 Teksten 57

6

Projectmodule: Romantiek

Projectmodule: Realisme

Bis-leesroute 33 Teksten 37

Bis-leesroute 61 Teksten 65

Route 2 Bisboek


Module 7  69

Module 10  93

Elders en anders

Wereld in verandering

Nadenken over taal 71 Kennis- en oefenroute 73 Bis-leesroute 75

Nadenken over taal 95 Kennis- en oefenroute 97 Bis-leesroute 99

Module 8  77

Module 11  101

Mannen van Mars, vrouwen van Venus

(E)missie volbracht

Nadenken over taal 79 Kennis- en oefenroute 81 Bis-leesroute 83

Nadenken over taal 103 Kennis- en oefenroute 105 Bis-leesroute 107

inkijkexemplaar Route 2 Module 9 85 Module 12 109 © DiaBe BV april 2021

Projectmodule: Romantiek of realisme

Projectmodule: Romantiek én realisme

Bis-leesroute 87 Teksten 91

Bis-leesroute 111 Teksten 116

Route 2 Bisboek

7


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021


LEERDOELEN

MODULE 11 13 15 17

Je weet al dat bijvoeglijke naamwoorden van vorm kunnen veranderen, maar ook andere woordsoorten kunnen dat. Werkwoorden hebben evengoed verschillende vormen én soorten. Hoe kun je die allemaal herkennen? Dunne boeken, dikke boeken, grote boeken, kleine boeken, boeken met veel tekst, prentenboeken … Boeken voor iedereen! Boeken zijn er in alle vormen en maten. Heb je al eens een graphic novel gelezen? Of een versroman? Leer meer over wat zulke boeken zo speciaal maakt.

Route 2 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

spreken

interactie

2.11

creëren

taal

werkwoordssoorten en -vormen

2.12

toepassen

woordsoorten: ww, bn

2.12

toepassen

graphic novel

2.17

analyseren

personages: protagonist-antagonist

2.17

analyseren

tijd: flashback-flashforward

2.17

analyseren

vertelperspectief

2.17

analyseren

vertelvorm: versroman

2.17

analyseren

poëzie

2.16

creëren

samenwerken

-

-

literatuur

Fans en idolen Nadenken over taal Kennis- en oefenroute Bis-leesroute Teksten

1

Module 1 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 andere

MODULE 1

9


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 1

10


Nadenken over taal Nadenken over taal OPDRACHT I Werkwoorden

Je gaat: oefenen met verschillende soorten en vormen van het werkwoord, aan de slag met het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Werkwoorden

OPDRACHT I R p.20

WW B

Deze opdracht gaat dieper in op de woordsoort ‘werkwoord’ en de verschillende vormen die het werkwoord kan hebben, zie ook de Kennis- en oefenroute (R p. 48).

R

A Onderstreep in deze zinnen de persoonsvorm en omcirkel het voltooid deelwoord. 1 In 1970 zijn The Beatles definitief uit elkaar gegaan. 2 Daarna heeft John Lennon enkele soloalbums uitgebracht.

B Trucje: vervang het werkwoord door een werkwoord waarbij er een

duidelijk verschil is tussen het vd en de inf, bv. zin 5: Het museum kan niet spelen.  inf.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

3 Op 8 december 1980 werd John Lennon doodgeschoten door Mark Chapman. 4 Er werd geen begrafenis gehouden.

5 In de plaats van een begrafenis hebben op 14 december 1980 miljoenen mensen 10 minuten stilte gehouden.

B Is het een voltooid deelwoord of een infinitief?

voltooid deelwoord

1

In Liverpool kun je The Beatles Story bezoeken.

2

Dat museum heeft al meer dan 20 jaar memorabilia van The Beatles verzameld.

3

Je zal er veel leren over deze band van Liverpool.

4

Ken je het gerucht al dat The Beatles Paul McCartney door een dubbelganger hebben vervangen?

5

Het museum kan natuurlijk de echte Beatles niet vervangen.

infinitief

C Welke werkwoorden uit oefening A en B zijn de hoofdwerkwoorden en welke de hulpwerkwoorden? hoofdwerkwoord

vertelt meer over bv. de tijd van de actie

pv – voltooid deelwoord – infinitief

pv – voltooid deelwoord – infinitief

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

hulpwerkwoord

drukt de actie uit

MODULE 1

11

MODULE 1

11


R

Nadenken over taal

D Tussenstap: onderstreep alle pv’s. Als er buiten de pv geen ander

werkwoord meer in de (hoofd- of bij)zin staat, dan is de pv het hoofdwerkwoord. Als er wel nog andere werkwoorden zijn, is de pv het hulpwerkwoord. Het hoofdwerkwoord is het werkwoord dat het belangrijkste is voor de betekenis van de zin.

D Markeer het hoofdwerkwoord groen en de hulpwerkwoorden geel. De film Yesterday volgt de gefaalde singer-songwriter Jack Malik. Al jaren heeft hij willen doorbreken met zijn eigen nummers, maar hij blijft spelen voor lege zalen. Op een dag wordt hij wakker als de enige persoon op aarde die de liedjes van The Beatles kent. Op zijn volgende concert, waar opnieuw amper een publiek is, speelt hij enkele Beatles nummers. Zo wordt hij al snel een superster. Zal hij uiteindelijk door de mand vallen en zouden zijn fans hem zijn bedrog vergeven?

Zie M1BB Nadenken over taal bijlage – opdracht I voor een opdracht over de pv, het vd en hulpwerkwoorden op een lager leesniveau.

OPDRACHT II Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord  Deze opdracht bouwt verder op Opdracht I én op opdracht 23 uit Les 4 (R p. 32).

E Kopieer twee zinnen uit oefening D die een koppelwerkwoord als hoofdwerkwoord hebben.

voorbeeld: Op een dag wordt hij wakker …

OPDRACHT II R p.32

B

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A • Extra uitleg: kijk naar de plaats van het woord in de zin:

R

B • Tussenstap: markeer de hoofdwerkwoorden.

A Zijn de onderstreepte woorden vormen van een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord? Kies uit: pv (persoonsvorm) – vd (voltooid deelwoord) – bn (bijvoeglijk naamwoord). 1 The Beatles verkochten wereldwijd meer dan 600 miljoen platen. 2 Hun platen behoren tot de meest verkochte albums wereldwijd.

3 Muziek uit het tijdperk van The Beatles en The Rolling Stones werd gepopulariseerd. 4 Hun fans vergoddelijkten de bands als echte helden.

5 Na een succesvolle carrière als band is John Lennon gestopt.

6 Hoewel de fans het jammer vonden, begrepen ze het gestopte lid. 7 In 1980 doodde een gestoorde fan John Lennon. 8 De gedode Beatle liet een vrouw en twee kinderen achter. S

R

pv bn vd pv vd bn pv

• deel van het gezegde, hoort bij een hulpwerkwoord: ww • hoort bij een zelfstandig naamwoord: bn • (Opgelet: bn kunnen ook nwd zijn, bv. De ster is gerezen. Het is dan moeilijk te zeggen of je een koppelww (zijn) + vd (rijzen: gerezen) hebt of een ww (zijn) + bn (gerezen).)

• Ga voldoende in op de spelling van het vdbn: dat spel je als bijvoeglijk naamwoord (verbuiging, bv. bestede) en niet als werkwoord (vervoeging, bv. besteedde).

bn

B Vul aan met het hoofdwerkwoord uit de zin als bijvoeglijk naamwoord.

WW

12

Route 2 Bisboek

1

Ik heb Bruno Mars altijd al bewonderd.

de

bewonderde

Bruno Mars

2

Vroeger besteedden artiesten niet zoveel aandacht aan de meningen van hun fans als nu.

de

bestede

aandacht

3

Ariana Grande startte haar carrière als actrice.

de

gestarte

zangeres

4

Beyoncé heeft ook liedjes gezongen in de groep Destiny’s Child.

de

gezongen

liedjes

5

John Legend heeft op de Billboard Awards een lied opgedragen aan zijn vrouw Chrissy Teigen.

het

6

Op concerten misleidde de zangeres haar fans door te playbacken.

de

opgedragen misleide

lied fans

Route 2 Bisboek

MODULE 1

12


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute onderwerpen om toe te voegen aan de groeicirkels: • werkwoord • werkwoordsvormen • werkwoordssoorten • voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Het werkwoord werkwoord = drukt de actie van de zin uit Het werkwoord kan verschillende werkwoordsvormen hebben: • persoonsvorm: het vervoegde* werkwoord voorbeeld: zie, ziet, zien • imperatief, bevelende vorm: de vervoegde vorm die je gebruikt in een bevelende zin voorbeeld: zie • infinitief: de woordenboekvorm voorbeeld: zien • voltooid deelwoord: om aan te geven dat iets afgerond is voorbeeld: gezien • onvoltooid deelwoord: om aan te geven dat iets nog bezig is voorbeeld: ziend

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

*vervoegd: aangepast aan het onderwerp  Als het onderwerp van enkelvoud naar meervoud verandert of omgekeerd, verandert de pv ook. voorbeeld: Ik heb Ariana Grande live gezien – Wij hebben Ariana Grande live gezien.

Het werkwoord kan in verschillende werkwoordssoorten worden onderverdeeld: • Hoofdwerkwoorden: vormen de kern van het gezegde en drukken de actie uit. voorbeeld: zien, zingen, optreden • Hulpwerkwoorden: zeggen meer over de actie, zoals de tijd van de actie. voorbeeld: zijn, hebben, zullen, worden • Koppelwerkwoorden: drukken uit dat iemand iets is of wordt. voorbeeld: zijn, worden, lijken

A Benoem de vormen van het werkwoord. Kies uit: pv (persoonsvorm) – inf (infinitief) – vd (voltooid deelwoord). Elk jaar gaat (1) Studio Brussel op zoek naar nieuw

1

muzikaal talent. Samen met de luisteraars selecteren (2) ze drie bands of artiesten die de Nieuwe Lichting vormen (3). Als je wilt (4) meedoen (5) aan de Nieuwe Lichting, kun (6) je je inschrijven (7) via de website van Studio

2 3 4 5

Brussel. Heb (8) je je zelf misschien al afgevraagd (9) of jij

6

/25

pv pv pv pv

7

inf pv

11

8 9

10

12

inf pv vd pv pv vd

de nieuwe Brihang, Tamino of Sunday Rose wordt (10)? Als je nog niet bent (11) ingeschreven (12) …

B Markeer de hoofdwerkwoorden groen en de hulpwerkwoorden geel. C Omcirkel de koppelwerkwoorden.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 1

13

MODULE 1

13


Kennis- en oefenroute Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord (vdbn) een woord dat eruit ziet als een voltooid deelwoord: • bij een hulpwerkwoord = een voltooid deelwoord voorbeeld: Selah Sue heeft een nieuw nummer geschreven. • bij een zelfstandig naamwoord = een bijvoeglijk naamwoord (vdbn) voorbeeld: het geschreven nummer Opgelet: een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord wordt gespeld als een bijvoeglijk naamwoord  verbuiging, geen vervoeging voorbeeld: het verwoeste festivalterrein  De festivalgangers verwoestten het festivalterrein. vdbn ww

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A Zijn de onderstreepte woorden een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord?

/10

ww

1

Ariana Grande heeft al meer dan 130 prijzen en awards gewonnen.

2

Ze was niet tevreden met haar uitgebrachte debuutsingle Put Your Hearts Up.

3

Ze is doorgebroken met The Way.

4

Ze behoort tot de meest gevolgde Instagrammers.

5

Wist je dat ze een YouTubekanaal heeft gehad als tiener?

B Schrijf de werkwoorden als bijvoeglijk naamwoord.

verlichte vergrote vernielen: de vernielde beledigen: de beledigde afmatten: een afgemat

1 verlichten: het

foto

3

gitaar

4 5

14

Route 2 Bisboek

podium

2 vergroten: de

fan

bn

idool

Route 2 Bisboek

MODULE 1

14


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT I Versroman

In deze Bis-leesroute ga je: een fragment van een versroman lezen, nadenken over vertelvorm, de personages, de tijd en het vertelperspectief van de graphic novel Nimona bestuderen.

OPDRACHT I R p.21

V

Versroman

A In les 2 leerde je over poëzie. Een versroman is ook een vorm van poëzie. Wat denk je dat het juist is?

(roman) als poëzie (vers). • Net zoals in een roman is er een verhaallijn, zijn er personages … • Net zoals bij poëzie is de vorm belangrijk: de zinnen zijn kort en ritmisch, er is veel herhaling (bv. p. 12 onderaan: ‘dat hij …, dat hij …’), zinnen worden in het midden afgebroken en op de volgende regel verdergezet (= enjambement) …

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Een versroman is een boek dat in versvorm (bv. met rijm en ritme) geschreven is. T8 p.17

B Bespreek waarom deze tekst een mengeling is van zowel proza

B Lees het fragment uit de versroman Toffee. Is het wat je had verwacht? helemaal niet

E • Verduidelijking: er is geen juist of fout antwoord, het is de bedoe-

helemaal wel

V

Leg uit waarom.

voorbeeld: Neen, het verhaal rijmt niet zoveel. / Ja, het is op een speciale manier geschreven. C Wat vind je van deze vertelvorm? verrassend mooi aangenaam

INTERACTIE

moeilijk vervelend

D Wat denk je dat er voor dit fragment gebeurd is met de verteller? Denk er in groep over na.

ling dat leerlingen nadenken over wat er zou kunnen gebeurd zijn. • De leerlingen zoeken informatie op over het boek. Bespreek in welke taal het origineel werd geschreven en overloop deze vragen: • Zou de originele (Engelstalige) versie wel meer rijmen? • Is er misschien wat rijm verdwenen in de vertaling? • Denk je dat poëzie moeilijk is om te vertalen? • Lijkt het je belangrijker om het rijm te behouden of om de inhoud te behouden?

F Nadien klassikaal overlopen. Mogelijke meningen: ja, poëzie is heel

geschikt om gevoelens weer te geven en in dit verhaal zullen er veel gevoelens zijn; ja, het onderwerp is heel zwaar en de vertelvorm maakt het wat lichter; neen, de vorm leidt af van de inhoud …

E Zoek de korte inhoud van het boek en lees die. Vul jullie ideeën verder aan: wat gebeurde er voor dit fragment? Formuleer één zin.

voorbeeld: Allie is van huis weggelopen nadat haar vader agressief werd. F Vind je dat de inhoud van het verhaal past bij de vertelvorm? Bespreek in groep waarom wel of niet.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 1

15

MODULE 1

15


OPDRACHT II Verhaalelementen

Bis-leesroute OPDRACHT II R p.57

V

Verhaalelementen

In het stripfragment van Nimona lopen er twee verhalen door elkaar. Bekijk het verhaal met de blauwe achtergrond en dat met de bruine achtergrond in detail.

A • Wat is er speciaal aan de keuze van protagonist en antagonist?

(Tip: vergelijk dit verhaal met een superheldenverhaal.) (Meestal is de protagonist de held en de antagonist zijn vijand. Hier is de protagonist eigenlijk de slechterik, een antiheld.) • Geef een voorbeeld van een protagonist en antagonist uit een ander (strip)verhaal.

A Bestudeer de personages. 1 Wie is de protagonist in beide verhalen? Leg ook uit waarom je dat denkt. • het blauwe verhaal: • het bruine verhaal:

Nimona Zwarthart

2 Wie is de antagonist in beide verhalen?

: :

De titel van het boek is haar naam. Hij vertelt het verhaal.

Goudzak

B Bestudeer de tijd.

INTERACTIE

B Bedenk in groep drie voorbeelden van verhalen die gebruikmaken

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

van flashbacks en/of flashforwards. Bespreek waarom ze belangrijk zijn voor het verhaal.

1 Waaraan kun je zien dat de bruine kaders zich in het verleden afspelen? • de tekeningen: • het taalgebruik:

Zwarthart ziet er jonger uit en heeft (nog) geen littekens. Er wordt in de verleden tijd verteld.

V

C Is de verteller in de bruine kaders een ik- of een hij-verteller?

2 Terugspringen naar het verleden heet ook wel een flashback. Wat zou een flashforward dan zijn?

In een flashforward spring je naar de toekomst. C Bestudeer het vertelperspectief. 1 Is er in de blauwe kaders een verteller? ja – neen 2 Is er in de bruine kaders een verteller? ja – neen

3 Wat vind jij het leukst, een stripverhaal met of zonder verteller? Leg uit waarom.

16

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 1

16


Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek Dief.

MODULE 1 12

dat hij me aanziet voor een buitenlandse.

Ik vertrek.

13

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 dat hij denkt dat ik hem niet verstaan heb,

en hoop

Ik wend me af

De bus trekt schuddend op.

in ieder geval niet zonder mij.

Zo te zien heeft iemand je goed te pakken gehad.

die eigenlijk niet weg wilde –

en in zijn baard.

naar Kelly-Anne,

Ik reis in westelijke richting

Er zitten kruimels op zijn jas

en hij schuift dichterbij.

De man tuurt ernaar, krakend kauwend op de Pringles

koude, zwetende raam.

en druk mijn voorhoofd tegen het

ik had ook niet veel om mee te nemen. Zo! Wat is er met je gezicht gebeurd?

Ik ga bijna helemaal achterin zitten

Ik kon niet veel meenemen –

volgepropt met kleren en broodjes.

Leugenaar.

en kijk strak naar de rugzak bij mijn voeten,

Wegloper.

contactloos betaald met mijn vaders pinpas.

een geel papiertje om hier weg te komen,

Er stopt een bus. Ik geef de chauffeur mijn kaartje,

in een wereld vol rumoer en rotzooi.

een vreemdeling, nu al ver van huis,

Zo voel ik me vandaag,

Ik deins achteruit

Hij haalt een rode bus onder zijn kaki jas tevoorschijn.

Jij ook een Pringle?

In de neuzen van zijn gympen zitten gaten.

Hij heeft gescheurde, vieze nagels.

bij het busstation.

naast me zitten op het bankje

Een man met een baard komt

Bij het busstation

Tekst 8

Fragment uit Toffee

17

MODULE 1

17


18

Route 2 Bisboek Ze had een blauwe plek op haar arm als bewijs.

Allie…

Ga dan met me mee.

Samen zouden we hem gelukkiger kunnen maken.

Hij is moe.

Haar blik gericht op de klok aan de muur,

Hij werkt heel hard.

Ik trok aan haar jas.

Hij heeft toch ook zijn goede kanten?

Mijn knieën zaten op slot.

Mijn voorhoofd gloeide.

Dat doe ik ook, maar…

Niet weggaan.

Maar toch.

Al weken geen lachje meer.

Jij zou het als geen ander moeten begrijpen.

Ze keek naar de ring.

van mijn vader had gekregen. Haar gezicht was opgezwollen en bleek.

Ik kan niet blijven. En ik kan het niet uitleggen.

Kelly-Anne deed de ring met robijn af die ze

Het wordt steeds erger met hem.

Het spijt me, Allie, ik moet hier weg. Hou je dan niet van míj?

Het is een schoft, Allie.

Gepland.

Ze moest hem de vorige dag al hebben ingepakt.

Hou je niet van hem?

Ik liet haar los.

alsof hij te veel gegeten had.

De koffer puilde uit in het midden

De ring met robijn

Ze rukte aan mijn pols.

15

Ik kan het niet meer, snauwde ze.

Toe nou. Opschieten!

14

We kunnen het toch proberen?

Maar wel snel.

Gooi wat spullen in een tas.

Wij met z’n tweeën.

we verzinnen wel wat, oké?

haar voeten in laarzen gestoken.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 Dan zoeken we een goedkope kamer en

Tekst 8

Uit Toffee, Sarah Crossan, Uitgeverij Kluitman, ISBN 9789020654660

Route 2 Bisboek

MODULE 1

18


LEERDOELEN

MODULE 21 23 25 27

Leer meer over de woordsoorten die je in Module 2 al inoefende, en ga verder met het fragment van Cel 7. Dat ga je vergelijken met een ander boek, om verder na te denken over het genre.

Route 2 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

spreken

interactie

2.11

creëren

taal

voornaamwoorden

2.12

toepassen

lidwoorden

2.12

toepassen

vertelperspectief

2.17

analyseren

genre

2.17

analyseren

2.16

creëren

literatuur

Leugens en waarheden Nadenken over taal Kennis- en oefenroute Bis-leesroute Teksten

2

Module 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

leeservaring

MODULE 2

19


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 2

20


Nadenken over taal Nadenken over taal Je gaat: oefenen met soorten voornaamwoorden, aan de slag met soorten lidwoorden.

OPDRACHT I

Voornaamwoorden

R p.72

Welk soort voornaamwoord herken je in deze zinnen?

R p.76

1 Zenuwachtig met de handen friemelen, gespannen lachen of zweten. Velen denken dat zulke handelingen aantonen dat iemand aan het liegen is. a persoonlijk voornaamwoord b aanwijzend voornaamwoord c bezittelijk voornaamwoord

B

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

2 Oudere personen die constant liegen, lopen een groter risico dat ze snel in hun eigen leugens beginnen te geloven. a aanwijzend voornaamwoord b betrekkelijk voornaamwoord c onbepaald voornaamwoord

3 Je houding, je blik of je handen zeggen veel meer over je persoonlijkheid dan je denkt. a persoonlijk voornaamwoord b bezittelijk voornaamwoord c wederkerend voornaamwoord 4 Het gemiddeld aantal leugens in Amerika, China, Italië en alle andere landen bleek vergelijkbaar. a persoonlijk voornaamwoord b aanwijzend voornaamwoord c onbepaald voornaamwoord 5 Facebook gaf ons foutieve of misleidende informatie. a persoonlijk voornaamwoord b bezittelijk voornaamwoord c wederkerend voornaamwoord 6 Iedereen kan zich vergissen. a onbepaald voornaamwoord b wederkerend voornaamwoord c wederkerig voornaamwoord 7 Wie heeft nu écht Amerika ontdekt? a onbepaald voornaamwoord b vragend voornaamwoord c betrekkelijk voornaamwoord 8 Ze maken elkaar smoesjes wijs omdat ze er beiden geen zin in hebben. a persoonlijk voornaamwoord b wederkerend voornaamwoord c wederkerig voornaamwoord

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 2

21

MODULE 2

21


OPDRACHT II Lidwoorden  R

Nadenken over taal 9

Dacht iedereen in de middeleeuwen dat de aarde plat was? a aanwijzend voornaamwoord b vragend voornaamwoord c onbepaald voornaamwoord

TAALSTEUN

10 Op de voorpagina van deze krant staat deze keer maar één foto. a aanwijzend voornaamwoord b betrekkelijk voornaamwoord c persoonlijk voornaamwoord

OPDRACHT II R p.76

Lidwoorden

Straattaal, het woordenboek van de straat

Taal is een levend ding. Het verandert voortdurend en straattaal al helemaal. Iedere dag ontstaan er nieuwe woorden en zinnen. Ook verdwijnen de woorden soms weer uit de spreek- en schrijftaal en staan ze alleen nog jarenlang in een woordenboek. Bron: www.dutchmultimedia.nl/straattaal

R

B Onderstreep het woord waarbij elk lidwoord hoort. Welke woordsoort is dat altijd?

zelfstandig naamwoord C Vul aan met de passende lidwoorden.

22

Route 2 Bisboek

bepaald en onbepaald. • Het woord ‘het’ kan een lidwoord, een persoonlijk voornaamwoord of een onbepaald voornaamwoord zijn. • ‘Het’ als persoonlijk voornaamwoord verwijst naar iets wat voorafging of wat volgt. Er staat dan geen zelfstandig naamwoord bij ‘het’. voorbeeld: Het was een superleuk kamp. • ‘Het’ kan ook een onbepaald voornaamwoord zijn, in dat geval verwijst het naar niets. voorbeeld: Het regent. • Als lidwoord staat ‘het’ altijd bij een zelfstandig naamwoord. voorbeeld: het wolkje • Leerlingen kunnen A en B tegelijkertijd maken. Oefening B helpt om te bepalen of ‘het’ effectief een lidwoord is (zie vorige suggestie).

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A Markeer alle bepaalde lidwoorden in dit tekstje geel en de onbepaalde lidwoorden groen.

B

A Maak nog geen onderscheid tussen bepaald en onbepaald. In oefening A duiden de leerlingen enkel alle lidwoorden aan. Na oefening C komen ze terug op oefening A en maken ze een onderscheid tussen

enkelvoud

meervoud

onbepaald lidwoord

een

/

bepaald lidwoord

de, het

de

C Gebruik woordgroepen uit het tekstje (bv. het woordenboek, de straat,

zinnen, een ding, de woorden) en overloop samen met de leerlingen de volgende vragen: • Gaat het over één iets (enkelvoud) of meerdere zaken (meervoud)? • Gaat het over iets specifieks (bepaald) of iets onduidelijks/algemeens (onbepaald)?

Zie M2BB Nadenken over taal bijlage – opdracht II voor een extra opdracht over lidwoorden.

Route 2 Bisboek

MODULE 2

22


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute onderwerpen om toe te voegen aan de groeicirkels: • soorten voornaamwoorden • soorten lidwoorden

Voornaamwoord voornaamwoord = een woord dat naar iets of iemand verwijst Het voornaamwoord heeft verschillende soorten: voornaamwoord

uitleg

voorbeeld

aanwijzend

maakt duidelijk naar wie of wat er verwezen wordt

Dit is mijn idee.

betrekkelijk

verwijst naar iets of iemand en leidt een bijzin in die daar iets meer over vertelt

bezittelijk

maakt duidelijk aan wie of wat iets toebehoort

onbepaald

verwijst naar iemand algemeen of iets onduidelijks

persoonlijk

verwijst naar iets of iemand

vragend

vraagt naar iets of iemand

wederkerend

verwijst terug naar het onderwerp

wederkerig

geeft een wederzijdse relatie tussen de leden van het onderwerp aan

Welke voornaamwoorden werden onderstreept?

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 de journalist die ontslagen werd

Het is mijn eerste publicatie. De nieuwsbrief is naar iedereen verstuurd.

Ze hebben ons gebeld.

Wie weet daar meer vanaf? Je vergist je.

We verdedigen elkaar.

/8

1 Zorg dat hackers niet met jouw privégegevens aan de haal gaan. a persoonlijk b bezittelijk c wederkerend 2 Dit is de krantenkop die de voorpagina haalde! a aanwijzend b betrekkelijk c bezittelijk

3 Alle lezers verzochten om hun adres uit het archief te verwijderen. a aanwijzend b onbepaald c betrekkelijk 4 De politici duidden elkaar als zondebok aan. a wederkerig b wederkerend c onbepaald

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 2

23

MODULE 2

23


Kennis- en oefenroute 5 Dit nieuwsbericht werd niet goed nagelezen. a aanwijzend b betrekkelijk c persoonlijk 6 Het staat nog vol fouten. a persoonlijk b onbepaald c bezittelijk 7 Op de voorpagina van de krant stond: ‘Het sneeuwt al drie weken non-stop in de Sahara.’ a persoonlijk b bezittelijk c onbepaald 8 Dat was natuurlijk fake news. a betrekkelijk b aanwijzend c persoonlijk

Lidwoord

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

lidwoord = een woord dat aanduidt of het om een bepaald of onbepaald zelfstandig naamwoord gaat Het lidwoord heeft verschillende soorten: enkelvoud

meervoud

onbepaald

een

/

voorbeeld

een krantenartikel

krantenartikelen

bepaald

de, het

de

voorbeeld

de krant, het artikel, het krantenartikel

de kranten, de artikels, de krantenartikelen

Markeer de bepaalde lidwoorden geel en de onbepaalde groen.

/5

Welke maatregelen moeten we nemen om het fake news te beperken? Dat is de vraag die we aan jullie stellen. Het is belangrijk dat iedereen een stem heeft. Daarom vragen we je om jouw mening. Je kunt voorstellen indienen via de website mijnopinie.belgium.be. Later volgt er een debat. Bron: belgium.be

24

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 2

24


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT I Verteller

In deze Bis-leesroute ga je: de vertellers van twee boeken vergelijken, het genre van twee boeken bekijken.

OPDRACHT I R p.103

Opgelet: deze vragen gaan enkel over de fragmenten. Cel 7 heeft eigenlijk een wisselend vertelperspectief, bv. de proloog heeft Martha als ik-verteller, hoofdstuk 1 Joshua Decker en hoofdstuk 2 een alwetende verteller.

Verteller

A Lees de fragmenten uit de twee boeken en vergelijk de vertellers.

T8 p.27

Cel 7 T6 R p. 105

INTERACTIE

Is de verteller van het fragment een personage in het boek?

ja – neen

Hoe heet de verteller?

Joshua Decker

Wat weet je nog over de verteller?

reporter

Is de verteller het hoofdpersonage?

ja – neen

ja – neen

• Een ik-verteller geeft enkel zijn versie van de feiten. Iemand anders kan er anders over denken of ze op een andere manier ervaren. Een alwetende verteller is meer betrouwbaar.

Matteo Dewulf

• Welke verteller lijkt jou de leukste: ik-verteller of alwetende verteller? Waarom?

puber, gamer

ja – neen

B Welke uitleg past bij welke soort verteller? Kies uit: alwetende verteller – ik-verteller.

OPDRACHT II Genre

een verteller die meespeelt in het verhaal en enkel weet wat het personage weet:

ik-verteller

D • klas- of groepsgesprek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 Game over T8 p. 27

een verteller die niet meespeelt in het verhaal, maar er wel alles van weet:

alwetende verteller C Welke verteller hebben de twee fragmenten? Cel 7: Game over:

ik-verteller ik-verteller

D Denk je dat de vertellers betrouwbaar zijn? Bespreek.

OPDRACHT II R p.103 T8 p.27

Genre

A Waaraan kun je zien dat het in beide boeken om een fictieve wereld gaat? Geef bij elk boek een voorbeeld en leg uit waarom het fictie is.

Alle stemmen gelden: dit is een verzonnen rechtssysteem en wordt niet toegepast in de echte wereld.

Cel 7:

Game over:

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

Scancams (machines die je gedachten lezen) bestaan niet.

MODULE 2

25

MODULE 2

25


C • Extra uitleg: een genre is een bepaald soort verhaal, dat zich op

Bis-leesroute R B Lijken de verhalen je spannend? Duid aan.

V

Cel 7: helemaal niet spannend

super spannend

een specifieke plaats, in een specifieke tijd, met specifieke personages … afspeelt. In de oefening wordt enkel uitleg gegeven in termen van het hoofdpersonage. Voor meer uitleg, zie de hulpkaart. • Bedenk klassikaal vooraf bij elk genre een voorbeeld (film of boek). • Cel 7 en Game over zijn voorbeelden van dystopische literatuur. Een dystopie is een (denkbeeldige) samenleving met veel akelige kenmerken, waarin je liever niet zou willen leven. (<> utopie: een denkbeeldige ideale samenleving)

Game over: helemaal niet spannend

super spannend

D Ken je nog andere boeken van deze genres? Zoek twee titels en

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

auteurs van boeken op.

C Welk genres passen het beste bij deze boeken? Duid aan. (Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.) Cel 7

Game over

INTERACTIE

genre

hoofdpersonage

adolescentenroman

Het hoofdpersonage is een puber of jongvolwassene.

avonturenroman

Het hoofdpersonage gaat op avontuur naar een onbekende plaats.

detective

Het hoofdpersonage lost een misdaad op.

fantasy

Het hoofdpersonage leeft in een volledig verzonnen wereld vol mythologische en bovennatuurlijke wezens.

horror

Het hoofdpersonage maakt griezelige en bovennatuurlijke gebeurtenissen mee.

historische roman

Het hoofdpersonage leeft tijdens een belangrijke periode in de geschiedenis.

komedie

Het hoofdpersonage maakt allerlei grappige gebeurtenissen mee.

misdaadroman

Het hoofdpersonage heeft een misdaad begaan of er werd een misdaad begaan tegen hem of zijn geliefden.

sciencefiction

Het hoofdpersonage leeft in de toekomst, in een wereld met verzonnen wetenschappelijke ontdekkingen.

thriller

Het hoofdpersonage maakt iets spannends mee.

CONTEXT

E Leerlingen vertellen elkaar over hun boeken en geven boekentips.

Laat hen eventueel een fiche samenstellen van alle tips van de klas en elk een boek kiezen om te lezen.

D Heb je zelf al een boek uit zulke genres gelezen? Indien ja, welk boek was het? titel:

auteur:

E Kun je dat boek aanraden aan je medeleerlingen? Noteer in drie zinnen waarom wel/niet.

26

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 2

26


Tekst 8 Fragment uit Game Over

Alles wordt wit. Ik knipper met mijn ogen. Aan het plafond hoog boven mijn hoofd hangt een zwarte plastic bak met in het midden een glazen plaat. Een omgekeerde scanner, daar lijkt het op. Ik lig niet op mijn eigen bed in mijn eigen kamer, maar op een flinterdun matras op de grond, in een groezelige kamer. In de kamer staat alleen een metalen bureau met een stoel ervoor. Boven het bureau zit een klein raam met dikke tralies ervoor. Het raampje is van ondoorzichtig melkglas. Ik moet iemand bellen. De politie. Mama. Ik tast in mijn broekzak. Geen mobieltje. Wat is er toch gebeurd? Ik pijnig mijn hersenen. Ik wilde net starten met gamen. En toen was daar iemand, in mijn kamer. Een prop voor m’n mond. Chloroform? Al die verdwijningen van de voorbije maanden … Ik ben dus het volgende slachtoffer. Ontvoerd op klaarlichte dag. Deze keer hebben ze niet op straat toegeslagen. De achterdeur stond vast nog open. Of een raam? Of hebben ze de voordeur geforceerd? Ik kijk opnieuw naar het bureau in mijn cel. Geen laptop of pc. Nu pas dringt het helemaal tot me door. League of Legends: forget it, boy! Ik zal punten verliezen en naar een lagere division zakken. Mijn skills kwijtraken. Mijn snelheid. Nu ben ik pas echt pissig. Mij mijn hoop op een profcarrière afpakken! Ik spring op van mijn matras, loop naar de deur, bonk er met mijn vuisten op. ‘Laat me hier uit! Ik wil hieruit!’ Eerst hoor ik niets. Daarna zware voetstappen. Ze stoppen voor mijn deur. Een sleutelbos rinkelt. Instinctief deins ik achteruit. De zware deur zwaait breed open. In de deuropening verschijnt een man, helemaal in het kaki, als een paracommando. Hij heeft een zwarte bivakmuts op. Ik zie alleen zijn ogen en zijn mond. Handschoenen en een gordel met een gummistok, handboeien en een pistool. Aan zijn voeten zitten legerbottines. ‘Waarom zit ik hier?’ vraag ik, stoerder dan ik me voel. ‘Wat zijn jullie met mij van plan? Ik heb niets misdaan.’ De man grijnst. Even. Staart me indringend aan. Donkere, dreigende blik. Ten slotte priemt hij zijn wijsvinger in mijn borstkas. ‘Au!’ Als de punt van een mes. ‘Zwijgen,’ bitst hij. ‘Dat is basisregel nummer één. Je moet altijd zwijgen, tenzij wij jou iets vragen. Tegenspreken en praten zonder toestemming wordt streng bestraft.’ Ik sta perplex. Waar ben ik in godsnaam beland? ‘Je gaat nu de kamer uit, dat is een bevel. Dat is meteen regel nummer twee: bevel is bevel. Geen gemor of er zwaait wat.’ De man wijst naar de gang. Waarom zou ik hem niet gehoorzamen? Ik wil niets liever dan weg hier. In de gang wacht een tweede para me op. Zelfde uitrusting, zelfde wapens. ‘Volgen.’ We lopen door een lange, duistere gang. Nergens vensters. Wel brandt er om de tien meter een soort flauw noodlicht. Links en rechts deuren. Elke deur draagt een nummer. Celdeuren? Zitten alle ontvoerde jongeren hier opgesloten? Als een zware crimineel word ik naar het einde van de lange gang geëscorteerd. Twee para’s per gevangene: als dat de algemene regel is, wordt het wel moeilijk om hier ooit te ontsnappen. Twee tegen één. En wat voor twee. Kleerkasten. Ik moet ineens heel hard aan mama denken. Zouden ze haar al hebben gebeld van school omdat ik er niet ben? Vast wel. Ze zal razend zijn. Misschien komt ze meteen naar huis om mij een bolwassing te geven. Wat zal ze schrikken. Geen spijbelende zoon, maar een

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 2

27

MODULE 2

27


Tekst 8 omgevallen bureaustoel, sporen van een inbraak … Waarschuwt ze meteen de politie? Straks leest de nieuwspresentator op saaie toon voor dat de veertienjarige Matteo Dewulf verdwenen is. De zoveelste ontvoering op rij. De moed zakt me in de schoenen. We staan voor een gepantserde deur. De para voor me haalt een oversized metalen sleutel boven en draait hem in het slot. Een harde klik. De deur gaat open. We belanden in een bredere gang met heel veel licht dat door grote vensters aan de rechterkant naar binnen valt. Ik kan nu zelfs naar buiten kijken. Gras en bomen. Veel bomen. Even later staan we bij een nieuwe deur, een gewone houten deze keer. Bureau staat op een bordje centraal op de deur. Para nummer een belt aan. Het lichtje ‘binnen’ knipt aan, vergezeld van een scherp geluid. De para duwt de deur open en loopt meteen naar binnen. Ik volg. Para nummer twee gaat niet mee. Achter mijn rug duwt hij de deur dicht. Waarschijnlijk moet hij de wacht houden. Achter een breed bureau zit een man in een grijs pak. Kalend. Zware bril met zwarte montuur. Haviksneus. Hij wenkt me. ‘Van zo ver kan ik je moeilijk zien. Kom wat dichterbij.’ Ik schuifel naar voren. Aan het plafond hangt dezelfde bak als die in mijn cel. De man achter het bureau heeft mijn blik gevolgd. ‘Dat is een scancam,’ legt hij uit. ‘Daarmee kunnen we iedereen niet alleen vierentwintig uur op vierentwintig in de gaten houden, we kunnen ook ieders gedachten lezen. Zo kunnen we ingrijpen wanneer nodig.’ ‘Dat is een inbreuk op de privacy!’ Ik heb het in de les geschiedenis geleerd: iedereen, zelfs de grootste crimineel, heeft recht op privacy. Dat staat in de Universele Rechten van de Mens. ‘Er zijn grenzen aan de privacy,’ reageert de bureauman kalm. ‘Trouwens, met jullie smartphones hebben jullie ook geen privacy, maar daar kraait geen haan naar.’ Hij wappert met zijn handje. ‘Kom eens voor me staan.’ Ik schuifel tot vlak voor het bureau. ‘Matteo Dewulf, dat is toch jouw naam, hè?’ Met zijn wijsvinger duwt hij zijn bril wat hoger op zijn neus. ‘Luister goed: vanaf nu vergeet je je naam. Je krijgt een nieuwe van ons. Iedereen krijgt hier bij aankomst een nieuwe identiteit. Voortaan heet je Matt Parker. Parker omdat je nu bij ons in zekere zin geparkeerd staat.’ De man trekt een knipoog naar de para naast me en lacht een vettig lachje. Ik ben niet onder de indruk en de para blijkbaar ook niet. ‘Goed. Zeg me na: mijn naam is Matt Parker.’ ‘Mijn naam is … Nee! Wat denken jullie wel? Wat is dit voor een raar spel? Wat is de bedoeling hiervan?’ ‘Geen vragen, geen gemor,’ gromt de para naast me. Zijn hand gaat naar zijn gordel. De man achter het bureau maakt een afwerend gebaar. ‘We hebben jou uit handen genomen, Matt,’ antwoordt hij kalm. ‘Je moeder kon de opvoeding niet meer aan.’ Mama? Al het bloed trekt uit mijn gezicht. ‘Zit mama hier achter?’ Ik hoor nauwelijks mijn eigen stem. ‘Dat heb ik niet gezegd. Wij vonden het nodig om tussen te komen en jou in een timeout te plaatsen. Voor hoelang, dat bepalen we zelf. Of beter: dat bepaal jij. Hoe beter je je gedraagt, hoe eerder je vrijkomt. Is dat duidelijk?’ ‘J…ja,’ stotter ik. ‘Ja, meneer. Hier antwoord je altijd met twee woorden.’ ‘J…jja, meneer.’ ‘Oké. Dan mag je je nu uitkleden.’ Me uitkleden? Hier en nu? Wat zijn ze met me van plan? ‘Vooruit, we hebben niet de hele dag!’ bijt de man me toe. Hij staat op, pakt uit een kast een grijze plunje en gooit die naar me toe.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

28

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 2

28


Tekst 8 Ik trek schoorvoetend mijn T-shirt uit, dan maak ik de knop van mijn broek los. ‘En je sokken, je onderbroek, je schoenen. Komaan, we hebben niet de hele dag!’ blaft de man. Ik verstijf. Moet ik bloot … ‘Je draagt geen persoonlijke kleren meer, maar kleren van de instelling. Dezelfde voor iedereen. Je bent hier geen individu meer, maar een deel van een groter geheel.’ Met tegenzin trek ik alles uit. Vliegensvlug trek ik de nieuwe, grijze boxershort aan, daarna een grijze linnen broek, een T-shirt en een linnen jas. Ik krijg ook nieuwe, spuuglelijke grijze schoenen. ‘Is dit een gevangenis?’ Ik heb de nieuwe zwijgregel nog niet helemaal onder de knie. Ik krijg een stomp tegen mijn schouder, maar weer gebaart de man achter het bureau met een knikje. ‘Hangt er maar van af hoe je het bekijkt,’ zegt hij. ‘Hier, dit papiertje moet je ondertekenen. Daarna mag je beschikken.’ Ik buig me over het bureau. Op het papier staat: Tussen VBS De Bron en Matt Parker is overeengekomen dat laatstgenoemde opgenomen wordt voor re-educatie met het oog op een eventuele re-integratie in de maatschappij. De man leest de vraagtekens in mijn ogen. ‘VBS staat voor verbeteringsgesticht. De benaming De Bron verwijst naar het feit dat we jullie terug naar de oorsprong willen brengen. Of, om het in jullie jargon te zeggen: we willen jullie rebooten. Dat is nodig om daarna een betere versie van jullie te kunnen boetseren.’ De Bron. Het doet me denken aan de namen die ze aan rusthuizen voor bejaarden geven. De Ochtendgloed. De Gouden Dageraad. Terwijl je heel goed weet dat de helft van de bewoners binnen de vijf jaar sterft. Zoals mijn opa. Na een half jaar was hij al naar pierenland. ‘Komaan, we hebben niet de hele dag. Gelezen en goedgekeurd schrijven en daarna je handtekening zetten.’ Heb ik een keuze? Ik teken. ‘Je mag naar je groep voor de lessen. Jullie zijn nu met z’n vieren.’ Uit Game over © 2019 door Frank Geleyn.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

MODULE 2

29

MODULE 2

29


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 2

30


LEERDOELEN

MODULE

3

Module 3 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

spreken

interactie

2.11

creëren

interactie over relevantie teksten

2.18

creëren

literaire stroming: romantiek

2.17

analyseren

thema

2.17

analyseren

leeservaring

2.16

creëren

verband maatschappelijke context

2.18

analyseren

historisch bewustzijn

8

toepassen

uitingen van kunst

16

toepassen

online opzoeken

4

toepassen

literatuur

Projectmodule: Romantiek Bis-leesroute Teksten

33 37

Je moet geen heel jaar wachten op valentijn om eens romantisch te zijn. Er zijn hopen romantische boeken waar je het hele jaar door vlinders van krijgt. Maar er zijn ook romantische boeken die helemaal niets te maken hebben met Cupido, rode hartjes en zeemzoete muziek. De Vlaamse klassieker De leeuw van Vlaanderen gaat niet over de liefde, maar net over … oorlog! En toch is het een romantisch boek.

Route 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 andere

MODULE 3

31


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 3

32


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT 1 Opstap

In deze Bis-leesroute ga je: nadenken over kunst, leren over kunststromingen en romantiek, thema’s achterhalen, een fragment van De leeuw van Vlaenderen lezen.

OPDRACHT 1

Opstap

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A Bekijk de namen hieronder. Wat is het beroep van deze bekende mensen? Leonardo Da Vinci

Kara Walker

Yayoi Kusama

Vincent Van Gogh

Mary Cassatt

Gustav Klimt

Claude Monet

Frida Kahlo

Sol LeWitt

Het zijn

kunstenaars

.

B Welke bekende kunstwerken zie je hier?

Michelangelo

Picasso

Rembrandt

Andy Warhol

Antoni Gaudí

David, Michelangelo

De twee Frida’s, Frida Kahlo

Mona Lisa, Leonardo Da Vinci

Sagrada Família, Antoni Gaudí

Marilyn Monroe, Andy Warhol

Sterrennacht, Van Gogh

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 3

33

MODULE 3

33


D Er is geen duidelijke definitie voor kunst. De bedoeling is dat leerlingen zelf nadenken hoe zij kunst zouden omschrijven.

Bis-leesroute

INTERACTIE

C Wat is er allemaal ‘kunst’? Kruis alle juiste antwoorden aan en voeg er zelf nog twee toe. muziek romans poëzie computerspellen schilderijen wetenschap natuur kamperen wiskunde zwemmen beeldhouwen architectuur toneel dieren

CONTEXT

B Als de leerlingen geen woorden noteerden die met literatuur te

maken hebben, kun je er zelf enkele aanreiken, bv. liefdesgedicht, boek over liefde.

voorbeeld: Kunst is iets dat gemaakt werd om een gevoel op te roepen.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

E Literatuur is ook kunst. Geef de titel van een boek waarvan jij vindt dat het kunst is.

INTERTAALSTEUN ACTIE INTERACTIE

Romantiek

A Waaraan denk je bij het woord romantiek? Maak in groep een woordweb.

romantiek

CONTEXT

B Welke woorden in jullie woordweb hebben met literatuur te maken? Omcirkel ze.

C De romantiek is een kunststroming uit de 18de en 19de eeuw. Ken je deze bekende romantische verhalen? Vertel elkaar waar ze over gaan. Frankenstein

34

Route 2 Bisboek

De klokkenluider van de Notre Dame

eventueel enkele klassiekers of grote schrijvers, zoals De avonturen van Alice in Wonderland, De Odyssee, Shakespeare.

OPDRACHT 2 Romantiek

D Wat is kunst volgens jou? Leg in één zin uit.

OPDRACHT 2

E Denk klassikaal na over wat van een boek kunst maakt. Overloop

De drie musketiers

C • Uitleg: een kunststroming is een stijl die tijdens een bepaalde periode heel populair is. • De leerlingen lopen rond in de klas en vragen elkaar om te vertellen waar de verhalen die ze niet kennen over gaan. Ze leggen aan andere klasgenoten zelf uit waarover de verhalen die ze wel kennen, gaan. Aan het einde moet iedereen weten waarover de drie verhalen gaan. • enkele filmpjes op YouTube over/uit films gebaseerd op deze verhalen: • ‘Victor Frankenstein Official Trailer #1 (2015) - Daniel Radcliffe, James McAvoy Movie HD’ (1’47’’) (ENG) https://www.youtube.com/watch?v=UQF2d0gqPDI • ‘De Klokkenluider van de Notre Dame | Liedje: De Klokken van de Notre Dame | Disney NL’ (5’36’’) https://www.youtube.com/watch?v=WXMcNK9OTo0 • ‘The Three Musketeers trailer NL’ (2’01’’) https://www.youtube.com/watch?v=gFa_DVvCeWU

Route 2 Bisboek

MODULE 3

34


D Opgelet:

• Niet elk romantisch verhaal gaat over alle gemarkeerde thema’s. Bijvoorbeeld: Frankenstein gaat wel over de verbeelding, maar minder over de natuur. • Andere kunststromingen kunnen ook verhalen hebben over deze thema’s.

Bis-leesroute D Welke thema’s denk je dat er passen bij romantiek? Markeer per rij één juist antwoord. Tip: denk even terug aan de bekende verhalen uit oefening C. Welke thema’s passen daarbij? verbeelding

realiteit

2

verstand

gevoel

3

individualisme

samenleving

4

bewondering voor het verleden

bewondering voor het nu

5

het rationele en het duidelijke

het irrationele en het mysterieuze

6

idealisme

realisme

7

stad

natuur

OPDRACHT 3 T3 p.37

Bij Module 6, 9 en 12 wordt er dieper ingegaan op kunststromingen: romantiek en realisme.

1

1 Wat valt je direct op aan het taalgebruik?

Dit is een oude tekst. 2 Teken het beeld dat de schrijver schetst.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

3 Welk thema uit de tabel van de vorige opdracht zie je in deze alinea?

Route 2 Bisboek

Vlaenderen

Oriënteren: Hendrik Conscience en De leeuw van Vlaenderen

A Lees de eerste alinea van De leeuw van Vlaenderen en beantwoord de vragen.

Route 2 Bisboek

OPDRACHT 3 Oriënteren: Hendrik Conscience en De leeuw van

MODULE 3

natuur 35

MODULE 3

35


CONTEXT

B • informatieve leestekst over Hendrik Conscience met alle antwoorden voor oefening B: ‘Hendrik Conscience, Strijder voor Vlaamse taal en cultuur’ https://www.literatuurgeschiedenis.org/schrijvers/ hendrik-conscience • webpagina met meer informatie over Conscience: www.consciencebibliotheek.be/nl/pagina/hendrik-conscience

Bis-leesroute B Wie is Hendrik Conscience? Zoek op het internet de informatie die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden. 1 Vul aan.

OPDRACHT 4 Lezen

geboortedatum - sterfdatum

1812-1883

woonplaats

Antwerpen

beroepen

schrijver, griffier

bekendste boek

De leeuw van Vlaenderen

CONTEXT

2 Wat wordt er gezegd over Hendrik Conscience? Hij is de man die zijn volk leerde

lezen

.

OPDRACHT 4 T3 p.37

Lezen

A Lees de rest van het fragment van De Leeuw van Vlaenderen. Wat vind je van dit fragment? Geef een score door sterren in te kleuren. mooi interessant grappig spannend

verhaal De leeuw van Vlaenderen uit: de Vlaamse beweging. In 1302 (het verhaal) werd de Guldensporenslag gestreden, om Vlaamse onafhankelijkheid van de Franse koning. In 1830 (het leven van Conscience) splitste Vlaanderen (België) zich af van Nederland. extra bronnen over de Guldensporenslag: • filmpje op Het Archief: ‘Terzake: gulden mythen’ (02’50’’): https://onderwijs.hetarchief.be/item/t43hx1pp9g • artikel: ‘De Guldensporenslag: de strijd om Vlaanderen (1302)’ https://historiek.net/ guldensporenslag-strijd-om-vlaanderen-1302/8239/ extra bronnen over het ontstaan van België: • filmpje op Het Archief: ‘De Afspraak: splitsing Verenigde Koninkrijk der Nederlanden’ (08’39’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/xw47p9bf8w • artikel: ‘Belgische opstand (1830)’ https://historiek.net/belgische-opstand-1830/402/ • artikel over de Vlaamse beweging: ‘Vlaams Nationalisme’ https://www.literatuurgeschiedenis.org/19e-eeuw/ vlaams-nationalisme

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

3 Welke belangrijke historische gebeurtenis vond er plaats tijdens de eerste helft van zijn leven?

België scheidde zich af van Nederland.

B Leg de link tussen de context van Hendrik Conscience en die van zijn

B Kijk opnieuw naar de tabel uit opdracht 2. Welke thema’s uit die tabel vind je allemaal terug in deze tekst? Som op.

bewondering voor het verleden, idealisme, de natuur

36

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 3

36


Tekst 3 Fragment uit De Leeuw van Vlaenderen

De roode morgenzon blonk twyfelachtig in het oosten, en was nog met een kleed van nachtwolken omgeven, terwyl haer zevenkleurig beeld zich glinsterend in elken dauwdruppel herhaelde; de blaeuwe dampen der aerde hingen als een onvatbaer weefsel aen de toppen der boomen, en de kelken der ontwelkende bloemen openden zich met liefde om de jongste strael van het daglicht te ontvangen. De nachtegael had zyne zoete liederen reeds meermalen gedurende de schemering herhaeld, maer nu verdoofde het verwarde geschater van mindere zangers zyne verleidende toonen. Een hoop ridderen rende stilzwygend door de velden van Rousselare. Het gerammel hunner uitrusting en de zware stappen hunner dravers, verschrikten de vreedzame bewooners der wouden; want van tyd tot tyd wierp een hert zich uit het kreupelbosch, en vluchtte sneller dan de wind voor dit nakend gevaer. De kleeding en de wapens dezer ridderen waren zoo kostelyk dat men, by den eersten oogslag, Graven en nog hoogere heeren er onder gissen kon. Een zyden kolder1 hing hun met zwierige vouwen om het lichaem, terwyl een verzilverde helm hun het hoofd met purpere en lazure vederen bekroonde. Hunne handschoenen, met yzeren schelpen bedekt, en hunne met goud doorwrochte knieplaten blonken ook niet weinig by het morgenlicht. De schuimende en onrustige peerden wrongen het gebit met drift tusschen de tanden, en dan bewogen de zilveren knoopen en de zyden trossen huns tuigs zich liefelyk. Alhoewel de uitrusting dezer reizigers niet ten oorloge geschikt was, mits zy geene harnassen droegen, kon men echter genoeg bemerken, dat zy zich tegen vyanden voorzien hadden; want de mouwen van hunne pantsieren2 kwamen met hunne armen door de kolders. Groote slagzweerden hingen ook aen hunne zadels, en de schildknapen voerden groote beukelaers3 achter hunne meesters. Elk ridder had zyne wapenteekenen op de borst geborduerd, in zulker wyze dat men den stem van ieder erkennen mocht. - De koude des morgens had hun den lust tot spreken benomen, de klemmende nachtlucht bezwaerde hunne oogleden; zy weêrstonden den lastigen vaek met moeite en bleven in eene sluimerige ongevoeligheid verzonken. Een jonge man ging te voet voor hen in de baen. Lange golvende haren rolden op zyne breede schouders: blaeuwe glinsterende oogen stonden vlammend onder zyne blonde wenkbraeuwen, en een jonge baerd krulde op zyne kin. - Een wollen kolder met eenen gordel was zyn kleedsel, en een kruismes4 in eene lederen scheede zyn wapen. Zichtbaer was het op zyn gelaet, dat het gezelschap, aen hetwelk hy ten leidsman diende, hem niet aengenaem was. Er schuilde voorzeker iets geheims in zynen boezem, want hy wendde dikwyls de oogen met linkschen blik naer de ridders. Lang van gestalte en buitengewoon sterk van leden, stapte de jongeling zoo snel voort, dat de peerden moeite hadden, om hem op eenen tred by te houden. Na de stoet alzoo eenigen tyd was voortgereden, strunkelde het peerd van een’ der ridderen, tegen den stronk van eenen afgehakten boom en bukte onvoorziens tot by den grond. Hierdoor viel de ridder met de borst op den nek van zynen draver en geraekte by kans uit den zadel. ‘By de Maegd!’ riep hy in de fransche spraek ‘zoo helpe my God! myn peerd slaept onder my.’

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

1 2 3 4

een kleed dat de ridders over hun harnas droegen een beschermend hemd uit ijzeren ringen een soort schild een korte dolk

Uit: Hendrik Conscience, De leeuw van Vlaenderen, (1838), L.J. De Cort, Antwerpen. Geraadpleegd via DBNL (KB).

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 3

37

MODULE 3

37


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 3

38


LEERDOELEN

MODULE Vind ik leuk / vind ik niet leuk Nadenken over taal Kennis- en oefenroute Bis-leesroute Teksten

41 43 45 47

Als je kort wilt uitleggen waar een tekst over gaat, maar toch zo volledig mogelijk wilt zijn, dan geef je een samenvatting. Daarin staat alle belangrijke informatie van de tekst. Je kunt daarvoor naar bepaalde onderdelen van de tekst kijken, zoals de kernzinnen. In de les maakte je al samenvattende schema’s. Nu ga je die samenvattingen verder uitschrijven. Tot welk genre behoort het boek uit de les? En ken je nog zulke boeken? Stel ze voor aan je medeleerlingen. Daarna ga je aan de slag met poëzie. Je kruipt helemaal in het gedicht om te achterhalen wat er juist achter de woorden schuil gaat.

Route 2 Bisboek

4

Module 4 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

lezen

hoofdgedachte en hoofdpunten

2.4

analyseren

onderwerp

2.5, 2.16

analyseren

spreken

tekstdoel: informerend, opiniërend

2.9, 2.18

creëren

schrijven

samenvatten

2.8

creëren

taal

kernzin

2.8

toepassen

reflectievaardigheden

2.12

toepassen

genre

2.17

analyseren

poëzie

2.16

creëren

thema

2.17

analyseren

leeservaring

2.16

creëren

publiek

2.17

analyseren

beeldspraak

2.17

analyseren

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 literatuur

MODULE 4

39


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 4

40


Nadenken over taal Nadenken over taal OPDRACHT I Samenvatten

Je gaat: samenvatten, de kernzinnen en hoofdgedachte van een tekst achterhalen.

OPDRACHT I R p.126

R

OPDRACHT II Structuur van de alinea

Samenvatten

A1 Schrijf op basis van het schema bij de tekst Het (on)begrip van sociale media een samenvatting. Gebruik daarin deze woorden: sociale media – beperking – verrijking – mening – kritisch.

B • Opgelet: de laatste alinea heeft twee kernzinnen.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

• oplossingen: • ‘De eerste tip is simpel: ruim letterlijk de drukte op.’ • ‘We denken vaak dat we als geen ander kunnen multitasken, maar eigenlijk zijn we er allemaal even slecht in.’ • ‘Houd een agenda bij waarin je al je activiteiten, to-do’s, doelen en huiswerk neerschrijft en inplant.’ • ‘Bouw lege momenten in om je eens goed te vervelen.’ • ‘Ga minder al scrollend door het leven en word je bewuster van je gsm-gebruik.’ • ‘Accepteer dat sommige dingen zijn zoals ze zijn in plaats van je druk te maken over dingen waar je toch niets aan kan veranderen.’ • ‘En beweeg.’

voorbeeld: Sociale media zoals Facebook helpen ons contact te houden en hypes en trends te volgen. De keerzijde van de medaille is echter dat het moeilijk is om te weten wat er waar is. Daarom moeten we kritisch kijken naar wat we lezen en het in de juiste context plaatsen, om zo feiten van meningen te onderscheiden. Sociale media zijn dus zowel een beperking, omdat het niet altijd duidelijk is wat er waar is, als een verrijking, omdat ze ons net aanmoedigen de waarheid te achterhalen. A2 Bekijk de samenvatting van een klasgenoot en lees de tekst opnieuw. Denk je dat er nog informatie ontbreekt? Geef elkaar feedback en verbeter je eigen samenvatting. R p.140

Tussenstap: schrijf voor elk deel van het schema één samenvattende zin.

B1 Schrijf op basis van het schema bij de tekst Letterlijk en figuurlijk: voorzichtig bloot een samenvatting.

voorbeeld: Sexting is het versturen en/of ontvangen van seksueel getinte berichten. Dit komt steeds vaker voor en is een natuurlijk en onschuldig onderdeel van de seksuele ontwikkeling van jongvolwassenen. Bij sexting is het belangrijk dat je elkaar vertrouwt omdat het om intieme berichten gaat waarvan je niet wilt dat die verder gedeeld worden. Om je te beschermen als deze intieme foto’s toch verspreid zouden worden, kun je jezelf best onherkenbaar maken op zulke foto’s. B2 Lees de samenvatting van een klasgenoot. Denk je dat die nog korter en/of bondiger kan worden geschreven? Geef elkaar feedback en verbeter je eigen samenvatting.

OPDRACHT II R p.146

B

Structuur van de alinea

A Lees de inleiding van de tekst Sit back and relax. Wat is de gekleurde zin in deze alinea? Deze zin is de

kernzin

.

B Lees de rest van de tekst en duid die zin ook in de volgende alinea’s aan.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 4

41

MODULE 4

41


F Oefen ook het verschil tussen hoofdzaak-bijzaak in.

Nadenken over taal C Waar vinden we deze zin vaak terug in de alinea?

aan het begin of het einde van de alinea

D Vormen de zinnen die je hebt aangeduid een goede samenvatting van de tekst? Leg uit waarom.

Ongeveer: je hebt nog enkele woorden/zinnen nodig om het verband tussen de zinnen duidelijker te maken. De kernzin uit de inleiding volstaat ook niet om het doel en de hoofdgedachte van de tekst duidelijk te maken. E Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Met deze tips creëer je een levensstijl waarin je meer rust en minder stress kunt vinden. F Noem twee verschillen tussen de zinnen uit A en een hoofdgedachte.

Een hoofdgedachte gaat over de hele tekst en een kernzin over een alinea. Een hoofdgedachte staat niet altijd letterlijk in de tekst en een kernzin wel.

42

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 4

42


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute onderwerpen om toe te voegen aan de groeicirkels: • kernzin • hoofdgedachte

Kernzinnen en hoofdgedachte uitleg

Waar in de tekst?

kernzin

de belangrijkste zin van de alinea

vaak de eerste of laatste zin van de alinea

hoofdgedachte

een zin die de belangrijkste informatie van de hele tekst bevat

• staat niet altijd letterlijk in de tekst • kun je opstellen met informatie uit de titel, inleiding en/of slot

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Lees de tekst hieronder. Markeer in alinea 2-4 de kernzinnen en formuleer de hoofdgedachte van de tekst:

/4

Deze tekst legt uit hoe het komt dat we zo graag zoetigheid eten.

Waarom we zo graag snoepen 1 We weten allemaal dat te veel zoetigheid

nefast is voor de gezondheid. Maar wat is het toch moeilijk om die koekjes en snoepjes links te laten liggen! Hoe komt dat eigenlijk?

2 Het menselijk lichaam werkt al duizenden

namelijk verwerkt in andere producten. Slechts 15% zijn dus suikers die we uit de koekjestrommel halen! Door deze alomtegenwoordigheid van suiker wennen we aan zoetigheid en zo vinden we dezelfde producten zonder suiker vaak gewoon minder lekker.

jaren op dezelfde manier. Bepaalde lichaamsprocessen gaan dus terug naar lang vervlogen tijden, zoals de manier waarop we voedingsstoffen verbranden. Toen mensen nog jager-verzamelaars waren, kwam het al eens voor dat we lange tijd zonder voedsel kwamen te zitten. Ons lichaam paste zich daaraan aan door energie op te slaan. In suiker, en overigens ook in vet, zit er bijzonder veel energie en 4 Suikers leveren net zoals brood, pasta, daarom vinden we dat lekker: we hebben aardappelen … energie voor ons lichaam. energie nodig. We moeten echter niet Die energie hebben we niet alleen nodig meer op jacht. Het eten ligt gewoon in onze om te bewegen, maar ook om na te koelkast op ons te wachten. We hebben dus denken. Er is een verschil tussen goede veel minder energie nodig én hebben ook en slechte suikers, oftewel trage en snelle geen periodes van schaarste meer. Maar suikers. Trage suikers zijn het beste: die ons lichaam heeft zich nog niet aangepast geven ons langzaam een evenredige dosis aan deze nieuwe levensstijl en daarom energie. Snelle suikers komen te snel houden we nog steeds van voedselbronnen in ons bloed terecht, waardoor we een die ons een energiereserve geven. energiepiek krijgen. Meteen daarna dalen onze energieniveaus dan ook erg snel en 3 We eten enorm veel suiker. Zelfs mensen dan hebben we opnieuw nood aan suiker, die bewust geen suiker in hun koffie doen om opnieuw energie te krijgen. Zoetigheid en amper snoepen, krijgen nog veel suiker eten doet dus meer zoetigheid eten. binnen, zonder dat ze dat weten. 85% van de suikers die we binnenkrijgen, zitten

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

Naar: mens-en-gezondheid.infonu.nl MODULE 4

43

MODULE 4

43


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 4

44


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT I Genre

In deze Bis-leesroute ga je: een boek van hetzelfde genre voorstellen, nadenken over de thema's, het onderwerp en publiek van een gedicht, het gevoel dat een gedicht je geeft beschrijven en verklaren, de letterlijke en figuurlijke betekenis in poëzie achterhalen.

OPDRACHT I R p.170

B website: www.boekenzoeker.be

OPDRACHT 2 Vergelijken

Genre

A Tot welk genre behoort dit boek? horror – thriller – komedie B Zoek zelf een boek van datzelfde genre dat je aanspreekt. titel auteur publicatiejaar

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

De volgende opdrachten bouwen verder op enkele van deze gelijkenissen en verschillen. (opdracht 3: onderwerp en thema; opdracht 4: publiek)

C Noteer drie redenen waarom dit boek je aanspreekt in kernwoorden. Denk bijvoorbeeld aan de personages, het thema, de plaats waar het boek zich afspeelt, de titel, de auteur of de omslag. •

D Stel je boek in één minuut voor aan de klas. Vermeld de informatie die je bij B en C hebt ingevuld.

OPDRACHT 1 T7 p.47

Oriënteren

A Bekijk de tekst en vul het schema aan. titel

08-00-16:00

auteur

Jana Arns

publicatiejaar

2019

tekstvoorbeeld

verhaal – gedicht – toneeltekst

B Lees de tekst aandachtig. Wat vind je ervan?

OPDRACHT 2 R p.172

Vergelijken

Vergelijk deze tekst met die uit de Leesroute. Markeer wat ze met elkaar gemeen hebben in het groen en waarin ze van elkaar verschillen in het roze. tekstvoorbeeld

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

tekstdoel

publiek MODULE 4

thema

45

MODULE 4

45


OPDRACHT 3 Evalueren  Link met fragment uit Leesroute: in beide fragmenten speelt online communicatie een rol (berichtjes op de gsm in After dark, e-mails in het gedicht).

Bis-leesroute OPDRACHT 3

Evalueren

OPDRACHT 5 Beeldspraak

A Welke thema’s raakt het gedicht aan? Noteer er zoveel mogelijk.

werk, digitale communicatie, de werkdag, dagelijkse sleur … B Wat is het onderwerp van het gedicht?

V

werkdag/de dagelijkse sleur

C Wat denk je dat de titel betekent?

De titel verwijst naar een werkdag: van 8u tot 16u.

Leid het begrip ‘metafoor’ al in. (Komt in meer detail aan bod in M7 en M10.)

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

D Krijg je een positief of negatief gevoel van het gedicht? Leg in enkele zinnen uit waarom.

voorbeeld: Je krijgt een negatief gevoel, omdat de negatieve zaken van een werkdag belicht worden: een volle mailbox, een dode kantoorplant … Aan het einde van het gedicht komt er iets positiefs: ‘bomen zingen van het blad’. Dat verwijst naar het

mooie, rustgevende geluid dat bomen in de wind maken. Maar net dat rustgevende geluid hoort het personage in het gedicht niet. OPDRACHT 4

Publiek

A Wie denk je dat het bedoelde publiek van het gedicht is? jongeren – volwassenen B Waarom denk je dat?

De inhoud sluit aan bij de leefwereld van volwassenen: een werkdag. OPDRACHT 5

Betekenis

A In een gedicht hebben dingen vaak een dubbele betekenis. Aan de oppervlakte gaat het gedicht over het ene, maar onderliggend gaat het over het andere. Zo speelt poëzie met

letterlijke

en

figuurlijke

betekenis.

B Geef twee voorbeelden uit het gedicht waarbij de schrijfster speelt met deze dubbele betekenis en leg uit.

voorbeeld: ‘Ze logt foutief de middag in.’ ‘De mailbox van haar hoofd zit vol.’ Beide zinnen geven een probleem op het werk: foutief inloggen en een volle mailbox. Bij beide zinnen gaat het echter over problemen van het personage zelf: ze begint slecht aan de middag en haar hoofd zit vol. 46

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 4

46


Tekst 7

08-00-16:00 Ze meldt de ochtend af, twijfelt aan haar geboortedatum, logt foutief de middag in.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Een dochter tussen spam, de ex bij ongewenst, doodles wie wanneer ziek kan vallen. De mailbox van haar hoofd zit vol. Tl-buizen stutten gezwollen oogleden. Het regent koffie op kantoor. De plant op haar bureau gestopt met drinken. Nog drie sigaretten tot de pauze. Dan snel nieuwe kopen. Niet horen dat bomen zingen van het blad.

Uit Het is het huis dat niet goed alleen kan zijn, Jana Arns, Uitgeverij P, 2019.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 4

47

MODULE 4

47


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 4

48


LEERDOELEN

MODULE

5

Module 5 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

spreken

interactie over relevantie

2.18

creëren

taal

lidwoorden

2.12

toepassen

telwoorden

2.12

toepassen

tussenwerpsel

2.12

toepassen

tekstvoorbeeld

2.13

toepassen

toneel

2.17

analyseren

genre

2.17

analyseren

thema

2.17

analyseren

spanning

2.17

analyseren

personages

2.17

analyseren

tijd

2.17

analyseren

ruimte

2.17

analyseren

verteller

2.17

analyseren

online opzoeken

4

toepassen

samenwerken

-

-

Alles op z’n tijd Nadenken over taal Kennis- en oefenroute Bis-leesroute Teksten

51 53 55 57

Je kunt woorden onderverdelen in verschillende soorten. Zulke woordsoorten hebben een gelijkaardige betekenis en vind je op gelijkaardige plaatsen in de zin. Sommige woordsoorten kun je nog verder onderverdelen, in soorten woordsoorten. Ook boeken en verhalen kun je in soorten onderverdelen: de genres. Je kunt ze herkennen aan het thema, de personages, de tijd … Eén zo’n genre is het sprookje. Van sprookjes wordt al eens gezegd dat ze tijdloos zijn. Ze worden al eeuwen lang verteld, maar misschien niet altijd op dezelfde manier?

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 literatuur

andere

Route 2 Bisboek

MODULE 5

49


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 5

50


Nadenken over taal Nadenken over taal Je gaat: de soorten lidwoorden herhalen, soorten telwoorden zoeken in een tekst, tussenwerpsels zoeken in een tekst.

OPDRACHT I R p.199

Woordsoorten

A1 Welke lidwoorden kent het Nederlands?

de, het, een

B R p.209

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A2 Kopieer een zin uit Tekst 5 met de lidwoorden die hier gevraagd worden. Onderstreep die lidwoorden. 1 twee verschillende bepaalde lidwoorden

voorbeeld: Deze automaten legden het grondwerk voor de robots zoals we die vandaag de dag kennen. 2 een onbepaald lidwoord

voorbeeld: Een wereld zonder robots klinkt ontzettend ouderwets.

B Vul de voorbeelden van deze telwoorden aan met een voorbeeld uit de tekst. 1 een bepaald hoofdtelwoord: vijf, honderd, 2 een bepaald rangtelwoord: vijfde, 100ste,

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

tweeduizend

negentiende, 20ste, eerste

MODULE 5

51

MODULE 5

51


Nadenken over taal C Vul de voorbeelden van deze telwoorden aan met een voorbeeld uit de volgende tekst. 1 een onbepaald hoofdtelwoord: weinig, meer,

veel

2 een onbepaald rangtelwoord: middelste, zoveelste, Amir Anna Manon Amir Anna Manon Stephen Amir

Hey, welkom bij deze boekclub! Ik hoop dat jullie er zin in hebben, hoor, want wij hebben al een hele stapel gloednieuwe sciencefictionboeken klaarliggen. Oh, leuk! Dat is mijn favoriete genre. Fijn, zeg! Wat is het leukste sciencefictionboek dat jullie tot nu toe gelezen hebben? Hm, daar moet ik even over nadenken … Misschien het laatste boek dat ik gelezen heb: Enders Game van Orson Scott Card? Sowieso om het even welk boek van George R.R. Martin, maar dat zijn niet allemaal sciencefictionboeken. Hij schrijft ook veel fantasy. Goh, om eerlijk te zijn, ik lees eigenlijk heel weinig sciencefiction. Is dat een probleem? Maar nee, absoluut niet! Volgens mij zal het net heel interessant zijn om jullie meningen over het boek te vergelijken, toch?

D Markeer alle tussenwerpsels in de tekst. E Wat is het tekstvoorbeeld van deze tekst?

52

Route 2 Bisboek

laatste

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

gesprek/toneeltekst

Route 2 Bisboek

MODULE 5

52


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute onderwerpen om toe te voegen aan de groeicirkels: • soorten telwoorden • tussenwerpsel

Telwoord telwoord = duidt een hoeveelheid of een rangorde aan Het telwoord heeft verschillende soorten: hoofdtelwoord

rangtelwoord

bepaald

één, 66, honderd …

eerste, 66ste, honderdste …

onbepaald

veel, meer, meest, weinig, minder, minst

laatste, middelste, hoeveelste, zoveelste

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Onderstreep en benoem een voorbeeld van elke soort telwoord.

/4

De eerste keer dat ik naar een toneelstuk ging kijken, was zeker niet de laatste keer.

bepaald rangtelwoord

onbepaald rangtelwoord

Ik was zo onder de indruk door deze wonderbaarlijke opvoering dat ik na afloop meteen tickets kocht voor het volgende toneelstuk. Ondertussen ben ik een gigantische fan van het theater. Ik probeer nu minstens elke week één voorstelling bij te wonen, hoe meer hoe beter!

onbepaald hoofdtelwoord

Tussenwerpsel

bepaald hoofdtelwoord

woordsoort = woorden die bepaalde kenmerken (zoals betekenis en vorm) delen • tussenwerpsel: staat los van de rest van de zin en drukt een klank, emotie of communicatieve functie uit voorbeeld: hoi, kukeleku, wauw, ja, haha

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 5

53

MODULE 5

53


Kennis- en oefenroute Markeer alle tussenwerpsels op het postkaartje.

/6

Hey maatje Hoe gaat het? Amaai, wat is het al weer lang geleden! Ik hoop dat je blij bent met mijn postkaartje. Niets zo leuk als op vakantie kaartjes sturen, hè! Hihi, weet je nog die keer dat we samen op vakantie waren en anonieme kaartjes stuurden naar de hele Chirogroep? Dat was grappig hoor, misschien moeten we het nog eens doen? Ik vraag me af of ze al weten dat die kaartjes van ons kwamen. Maar goed, de plaats op mijn kaartje raakt op. Ik hoop dat je geniet van je vakantie! Groetjes uit het zonnige Spanje, olé!

54

Route 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 5

54


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT I Verhaalelementen

In deze Bis-leesroute ga je: oefenen met verhaalelementen, informatie opzoeken over literatuurklassiekers, een vergelijkend schema maken met ideeën voor een moderne bewerking.

OPDRACHT I R p.190

R

Verhaalelementen

Fris de verhaalelementen kort op.

A Wat kom je te weten over de verhaalelementen van het boek Mars? Vul de tabel aan met informatie uit De pers over Mars.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

genre

thriller sciencefiction non-fictie

avonturenverhaal actie

thema’s

vindingrijkheid en kracht overleven

de ruimte Mars

spanning

meeslepend spannend adembenemend

personages

levensecht Mark Watney

tijd

voorbeeld: in de (nabije) toekomst

ruimte

Mars zandstorm

verteller

voorbeeld: ik-verteller

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

Sluit niet aan bij de Leesroute, maar bij Les 3 opdracht 3.

miljoenen kilometers ver van de mensheid

MODULE 5

55

MODULE 5

55


OPDRACHT 1 Opzoeken  CONTEXT

Bis-leesroute R p.207

B Vul de tabel verder aan (in het groen) met informatie uit de flaptekst (Tekst 3). C Over welk(e) verhaalelement(en) kwam je niets te weten? Vul die aan met wat je verwacht op basis van de twee teksten (in het rood).

OPDRACHT 1 T7 p.57

Deze opdracht lijkt op de schrijfopdracht uit de Leesroute in het boek (R p. 222), maar hier moeten de leerlingen zelf initiatief nemen om over kenmerken zoals tijd, ruimte en personages na te denken. (Ze moeten het verhaal niet uitschrijven.)

Lees de korte inhoud van Van liefde en verlangen.

B In de korte inhoud worden een hoop klassiekers genoemd. Kies een van deze klassiekers en zoek er meer informatie over op. Vul de informatiefiche hieronder aan. voorbeeld: Titel:

Cyrano de Bergerac

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

auteur

Edmond Rostand

publicatiedatum

1897

originele taal

Frans

hoofdpersonage(s)

Cyrano de Bergerac

thema(‘s)

liefde

genre

tragikomedie (toneelstuk)

korte inhoud

Cyrano is verliefd op Roxane, maar zij is verliefd op Christian. In naam van Christian schrijft Cyrano haar liefdesbrieven. Roxane denkt dat zij van Christian houdt, maar eigenlijk houdt zij van Cyrano. Dit beseft zij pas aan het einde van het verhaal.

OPDRACHT 2

romantiek (zie M3).

OPDRACHT 2 Vergelijken

Opzoeken

A Wie is Homeros? Zoek op en leg uit waarom de laatste zin een compliment is.

B Het voorbeeld in de oplossingen is een verhaal van de kunststroming

R

Leid de onderdelen klassikaal in en laat de leerlingen tussendoor in groep brainstormen. Bv. 1 Klassikale vragen over tijd: in welke tijd speelt het originele verhaal zich af? Wat is er typisch voor die tijd? 2 in groep brainstormen over tijd 3 Klassikale vragen over ruimte: waar speelt het originele verhaal zich af? Welke soort plaats komt daar nu mee overeen? (bv.: een badhuis in de klassieke oudheid  een saunahuisje) 4 in groep brainstormen over ruimte 5 …

R

Bied de leerlingen een in te vullen schema aan, al dan niet met de kenmerken opgegeven, zie M5BB Bis-leesroute bijlage – opdracht 2.

Vergelijken

Maak een groep met drie andere leerlingen die bij opdracht 1 B hetzelfde verhaal kozen. Denk na hoe je van dat verhaal een moderne versie kunt maken. Noteer jullie ideeën in een vergelijkend schema.

56

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 5

56


Tekst 7

Van liefde en verlangen – Imme Dros €23,99 Als geen ander kan Imme Dros klassieke verhalen opnieuw tot leven brengen voor een groot publiek. Eerder deed ze dat op weergaloze wijze met de Griekse mythen, en nu koos ze verschillende verhalen die behoren tot de Westerse cultuurgeschiedenis en die iedereen op z’n minst kent van naam: Het zwanenmeer, Cyrano de Bergerac, Blauwbaard, De vuurvogel, Peer Gynt, Psyche en Eros … De bewerkingen van Dros zijn verrassend (ze weet van Roodkapjes wolf een tragische figuur te maken), geschreven in heerlijk levend Nederlands, en ze getuigen van een enorme kennis van de menselijke natuur. Niet voor niets is ze wel het zusje van Homeros genoemd. Bron: www.singeluitgeverijen.nl

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

MODULE 5

57

MODULE 5

57


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 5

58


LEERDOELEN

MODULE

6

Module 6 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

kijken en luisteren

tekstdoel: informatief

2.5

analyseren

informatie selecteren

2.5

analyseren

spreken

interactie

2.11

creëren

toneelstuk

2.10, 2.16

creëren

taal

taalvariatie: dialect

2.15

begrijpen

literatuur

kunststromingen: romantiek, realisme

2.17

analyseren

drama: musical

2.17

analyseren

thema

2.17

analyseren

toneelstuk

2.17

analyseren

opvoeringselementen

2.17

analyseren

maatschappelijke context

2.18

analyseren

online opzoeken

4

toepassen

samenwerken

-

-

uitingen van kunst

16

toepassen

Projectmodule: Realisme Bis-leesroute Teksten

61 65

Wat vind jij van kunst? Een boek, een film, een schilderij, een toneelopvoering … Er is voor elk wel wat wils. Maar je moet natuurlijk wel weten wat je mooi vindt. Misschien houd je wel van realisme. Dat is een kunststroming die er kwam als reactie op de romantiek. Eerder dan vluchten in het verleden wil het realisme de problemen van de hedendaagse maatschappij aankaarten. Of eerder: de maatschappij van de 19de eeuw. Uit realistische kunst kun je dus heel wat leren over lang vervlogen tijden. Klaar voor een uitstapje naar het verleden?

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 andere

Wikimedia, Creative Commons

Route 2 Bisboek

MODULE 6

59


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 6

60


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT 1 Opstap

In deze Bis-leesroute ga je: je kennis over kunststromingen en de romantiek opfrissen, nadenken over de thema’s van een toneelstuk en enkele schilderijen, een fragment van een toneelstuk uit de 19de eeuw lezen, leren over het realisme.

filmpje op Het Archief: ‘Musical “Oliver Twist”’ (02’32’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/s17sn0j21r

A Tip vraag 4: denk na waar het verhaal over gaat. Zijn dat vrolijke

Opstap

OPDRACHT 1

gebeurtenissen en/of situaties?

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A Bekijk het fragment uit Het Journaal over Oliver Twist en beantwoord de vragen. 1 Over welke soort voorstelling gaat het?

B 2 Tip: vertaal de titels. Uit die titels kunnen de leerlingen de thema’s

een musical

2 Op welk soort verhaal is deze voorstelling gebaseerd? 3 Wie schreef het originele verhaal en wanneer?

een roman

Charles Dickens, 19de eeuw

INTERACTIE

4 Denk je dat het om een vrolijk verhaal gaat? Leg uit waarom wel/niet.

Het is geen vrolijk verhaal, want het gaat over een arm jongetje dat gedwongen wordt om te stelen. B Fris je kennis over de kunststroming romantiek even op.

1 Een kunststroming is: een thema waarover in een bepaalde tijd veel verhalen worden geschreven. een stijl van kunst die vernieuwend en populair is in een bepaalde tijd. een zeldzame stijl van kunst die slechts door enkele kunstenaars beoefend wordt in een bepaalde tijd.

Wikimedia, Creative Commons

2 Welke van onderstaande schilderijen past bij de romantiek? Omcirkel dat schilderij. Tip: kijk naar de thema’s van de schilderijen.

(de eerste twee schilderijen) en de stroming (het laatste schilderij) afleiden. 3 klasgesprek: • schilderij 1: romantiek, want: • De wandelaar op het schilderij kijkt dromend de verte in  verheerlijking van een andere plaats/tijd. • aandacht voor het wilde en de natuur • … • schilderij 2: geen romantiek, want gaat over alledaagse werkleven (realisme) • schilderij 3: geen romantiek, want beeldt iets onherkenbaars uit (kubisme)

Der Wanderer über dem Nebelmeer, Caspar David Friedrich

Les Casseurs de pierres, Gustave Courbet

Composición cubista, María Blanchard

3 Bespreek waaraan je de romantiek in dat schilderij kan herkennen.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 6

61

MODULE 6

61


C Bij welk schilderij uit oefening B sluit deze conclusie ook aan? (het tweede)

Bis-leesroute

filmpje op Het Archief over een realistische kunstenaar (zoals schilderij twee): ‘Link: 27/7/2001’ (24’41’’: van 06’50’’ tot 08’55’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/db7vm4kq78

C Denk je dat het verhaal van Oliver Twist een romantisch verhaal zou kunnen zijn? Markeer het juiste antwoord bij de schuingedrukte keuzes. Ja – Neen, Oliver Twist is wel een – geen romantisch verhaal omdat het wel – niet over het mooie verleden of de wilde verbeelding gaat, maar wel – niet over de harde realiteit van het nu.

OPDRACHT 2

Oriënteren: Cyriel Buysse

filmpje op Het Archief: ‘Journaal: Het gezin van Paemel’ (02’10’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/2f7jq2vr01

A Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. titel toneelstuk

Het gezin van Paemel

schrijver

Cyriel Buysse

taal

Deinzens dialect

globale inhoud

• • •

OPDRACHT 2 Oriënteren: Cyriel Buysse en Het gezin van Paemel

en Het gezin van Paemel

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 V

vervreemden van je kinderen immigratie de kloof tussen arm en rijk

V

B Het toneelstuk werd geschreven in 1903, maar de journalist noemt het toneelstuk nog steeds actueel. Leg uit.

De thema’s waarover het toneelstuk gaat, leven ook vandaag nog.

C Denk na over de thema’s en de globale inhoud van dit toneelstuk. Lijkt het meer op het verhaal van Oliver Twist (opdracht 1) of op het verhaal van De leeuw van Vlaenderen (Module 3)? Oliver Twist

OPDRACHT 3 T4 p.65

ander geluidsfragment over Het gezin van Paemel op Het Archief om te oriënteren: ‘Heldenmoed: Het gezin van Paemel’ (09’35’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/t72794ht78 Opgelet: bij dit geluidsfragment moet je andere vragen aanbieden dan die gegeven in opdracht 2.

OPDRACHT 3 Lezen  R

A Bespreek de onderdelen van een toneelstuk in iets meer detail, zie de hulpkaart.

De leeuw van Vlaenderen

Lezen

A Bekijk de onderdelen van (het fragment van) het toneelstuk en zet ze op de juiste plaats in de inhoudstafel. lijst van de personages – de dialoog – het eerste bedrijf – het eerste toneel – het toneelstuk – de omschrijving van het decor – regieaanwijzingen 1. 2.

62

Route 2 Bisboek

lijst van de personages het toneelstuk 2.1. het eerste bedrijf 2.1.1. de omschrijving van het decor 2.1.2. het eerste toneel 2.1.2.1. regieaanwijzingen 2.1.2.2. de dialoog Route 2 Bisboek

MODULE 6

62


INTERACTIE

Bis-leesroute

B Lees in duo’s: de ene leerling leest de eerste helft (langzaam) voor

terwijl de andere leerling luistert en de scène schetst. Halverwege wisselen de leerlingen: de andere leerling leest nu voor terwijl zijn tekening verder aangevuld wordt.

OPDRACHT 4 Realisme

B Lees de schuingedrukte tekst onder Eerste bedrijf. Welk decor wordt er hier geschetst? Geef antwoord in niet meer dan drie woorden.

een Vlaamse boerenkeuken

R

C Lees de schuingedrukte tekst onder Eerste toneel en de dialoog die erop volgt. Welke sfeer hangt er in deze scène? angst spanning verdriet gezelligheid

A Overloop de thema’s in de woordwolk klassikaal en laat leerlingen

voorbeelden bedenken (bv. sociale wantoestanden: kinderarbeid).

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

D Maak een groep met drie andere leerlingen. Iemand leest de schuingedrukte tekst onder Eerste toneel voor. Verdeel daarna de vier personages en lees de dialoog. Je leest de schuingedrukte tekst in de dialoog ook.

E Lees de dialoog een tweede keer samen. Je gaat de schuingedrukte tekst niet meer lezen, maar de aanwijzingen uitvoeren.

OPDRACHT 4

Realisme

de toekomst

het verleden

de natuur

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

andere landen

sociale wantoestanden

alledaagse onderwerpen hoop

avonturen

hier en nu

A Het gezin van Paemel is een toneelstuk van de kunststroming realisme. Welke thema’s denk je dat er passen bij die kunststroming uit de 19de eeuw? Schrijf de juiste thema’s uit de woordwolk in de tabel. Tip: kijk eens naar de thema’s uit de vorige opdrachten (het toneelstuk Het gezin van Paemel, het verhaal van Oliver Twist en het tweede schilderij uit opdracht 1).

de werkelijkheid

MODULE 6

63

MODULE 6

63


CONTEXT

R

Bis-leesroute kunststroming

realisme

periode

19de eeuw

thema’s

de werkelijkheid

B • De leerlingen kunnen inspiratie halen uit de krant. • Geef de leerlingen de keuze uit drie actuele onderwerpen.

alledaagse onderwerpen hier en nu sociale wantoestanden B Bedenk in een groep van drie een verhaal met zulke thema’s. 1 Kies een probleem uit de actualiteit:

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

2 Bedenk drie personages (die door dit probleem beïnvloed worden). • • •

3 Bedenk een openingsscène: hoe (en waar) zou je verhaal beginnen?

4 Werk een dialoog uit voor je openingsscène. Speel elk één personage in die scène.

64

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 6

64


Tekst 4 Het gezin van Paemel drama in vier bedrijven

Personen: VADER VAN PAEMEL EDUARD DÉSIRÉ zijne zonen KAMIEL BARON DE VILLERMONT DE WILDE MAURICE, zijn zoon MASCO DE PASTOOR SCHIETTEKATTE, veldwachter DE POSTBODE DE BRIGADIER DE GENDARME MOEDER VAN PAEMEL CÉLESTINE CORDULE hare dochters ROMANIE BARONES DE VILLERMONT DE WILDE GERMAINE DE SAINT-SIFFRIDES Het stuk speelt in een dorp van Vlaanderen in den actueelen tijd.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

MODULE 6

65

MODULE 6

65


Tekst 4 Het gezin van Paemel Eerste bedrijf Eene ruime boerenkeuken en woonkamer, laag van verdieping, met bruingerookte balken. Rechts de haardstêe, met breeden schoorsteenmantel. Twee ouderwetsche leunstoelen, rechts en links van ‘t vuur. Boven op den schoorsteenriggel eene rij tinnen- en gekleurde borden. Tegen den achterwand een eetkast, waarop gemaakte bloemen onder glas rechts en links van een groot, bruinhouten Christusbeeld. Daarnaast een ouderwetsche Vlaamsche klok met houten kast en zinken uurplaat, en verder tegen den muur nog meer riggels vol met koper, tin en aardewerk. In den rechterwand, tegen den hoek, een deur. Links, in den achterwand, tegen den linkerhoek, een tweede deur. Midden in den linkerwand, tusschen twee kleingeruite ramen, een derde deur. In ‘t midden der kamer een vierkante tafel met enkele stoelen.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Eerste toneel MOEDER VAN PAEMEL, CÉLESTINE, ROMANIE, EDUARD Bij het ophalen van ‘t gordijn zit Eduard aan de tafel bij een lamp in een courant te lezen. Moeder van Paemel loopt heen en weer, nu eens tot aan den haard waar een ketel over ‘t vuur hangt, dan naar de eetkast, waaruit zij borden, vorken, lepels enz. neemt, die zij op tafel komt schikken. Links, op den voorgrond, naast een tweede tafeltje, waarop een aangestoken lamp staat, zitten Célestine en Romanie kantwerk te maken. De lezing van de courant schijnt Eduard erg te agiteeren. Van tijd tot tijd maakt hij een driftige beweging op zijn stoel, slaakt dof een korten kreet, pruttelt vertoornd enkele woorden, waarbij de vrouwen soms angstig-ondervragend opkijken. MOEDER VAN PAEMEL (tot Eduard) Moar Edewoard, jongen, wa schilt er dan? Wa zit-e gij doar azeu binnensmonds te babbelen? EDUARD (driftig de courant neerleggend) Z’ hên op ‘t volk geschoten, moeder. M.V.P. (verschrikt stilstaaande) Geschoten nog al! Wie datte? ED . De politie,... de gendarmes! (Célestine en Romanie houden op met kantwerken. Romanie luistert aandachtig, met groote, ernstige oogen. Célestine begint opnieuw te werken.) M.V.P. Zijn d’r deuje? ED . (de courant weer opnemend) In de twintig deuje en gekwetste, Waaronder verschillige vreiwen en kinders. De soldoaten worden binnengevroagd. De klasse van zeven en tachentig es al binnen en ze peizen dat de dieë van zes en tachentig euk zal opgeroepe worden. M.V.P. Och Hier, och God! de klasse van Kamiel! As hij euk moar nie opgeroepen ‘n wordt! ED . Hij zal zonder ienigen twijfel opgeroepe worden as de troebels blijven duren. (Heftig)

66

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 6

66


Tekst 4 En de troebels zìllen blijven duren, zeulang dat de boazen an d’ eischen van ‘t wirkvolk gien voldoenijng ‘n geven. (Célestine houdt insgelijks weer op met kantwerken, maakt een kruis en begint in stilte te bidden.) Wen zijn d’r nondedzju! beu van, van heul ons leven lang veur ‘n dreug stik breud lijk oarme sloaven te blijven wirken. We wille recht, we willen ons diel van ‘t gien da we zelve moaken. En goat ‘t mee zachtheid niet, ‘t zal mee geweld gebeuren. We zìllen der veure vechten, nondedzju! vechten tot den deud! M.V.P. Och Hiere, jongen, Edewoard, zwijgt as ‘t ou belieft, zwijgt. Voader zal alle menuten thuis goan komen en ge weet hoe dat hij es, e-woar? Hij zou hem kwoad moaken en ‘t zoe weere ruize zijn. Toe Edewoard, jongen, leg gij die gazette liever wig, ‘t ‘n zal meschien zeu irg nie zijn of da ge vreest. (wijst naar Célestine) Kijk, Célestine da jong zit al nen Onze Voader te lezen opdat er weer vrede zoe komen. Loat ons liever allemaol nen Onze Voader lezen. (Zij gaat haastig, met gevouwen handen, naar de eetkast waarop het Christusbeeld staat en zinkt er biddend op haar knieën.) ED . (toornig) Schiedt er uit, moeder. (Tot Célestine en Romanie) Dat er ne God van rechtveirdigheid woare, doar ‘n zoên zulk gien gruweldoaden op de weireld keune gebeuren, ‘K ‘n geleuve nie meer aan uldere God; d’r ‘n es giene God veur d’oarme meinschen. M.V.P. (weenend) O, zwijgt! ‘n lastert niet. Ge goat ‘n ongeluk over ons huis roepen. CÉL. (woedend tot Eduard) Gie ketter die gezijt! Ons Hiere zal ou straffen. E D. O gij stomme kwezel woar da ge zit! ROM. (huilend) Ha moar zwijgt, Edewoard, ‘n loat ons nou ne kier gien ruize moaken.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Uit: Cyriel Buysse, Het gezin van Paemel (1903), Volksdrukkerij, Gent. Geraadpleegd via DBNL (KB).

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 6

67

MODULE 6

67


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 6

68


LEERDOELEN

MODULE Elders en & anders anders Nadenken Les 1 Broeders over taal en zusters p. 71 xx KennisLes 2 xxxx en oefenroute xxxx p. 73 xx Bis-leesroute Les 3 xxxx xxxx p. 75 xx Les 4 xxxx xxxx p. xx Kennis- en oefenroute p. xx Woordroute p. xx Kruip opnieuw in de teksten uit Module 7. Oefen om Leesroute p. xx samenvattingen te maken en bestudeer het fragment uit het boek De nachtuilen in meer detail.

Dit is een inhoudelijke teaser over de tekst. Gitibus, es volora plissus. Is evellestis aliquosam sim quasim doluptatatet hitibusam, consequia doloris dignima gnisse doluptatur, suntiis rectorat.

Dit is een inhoudelijke teaser over de tekst. Gitibus, es volora plissus. Is evellestis aliquosam sim quasim doluptatatet hitibusam, consequia doloris dignima gnisse doluptatur, suntiis rectorat.

Route 2 Bisboek

7

Module 7 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings­ niveau

spreken

interactie over relevantie

2.18

creëren

schrijven

samenvatten

2.8

creëren

tekstverbanden

2.8

toepassen

taal

woordsoorten

2.12

toepassen

literatuur

beeldspraak

2.17

analyseren

genre

2.17

analyseren

vertelperspectief

2.17

analyseren

spanning

2.17

analyseren

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

MODULE 7

69


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 7

70


Nadenken over taal Nadenken over taal OPDRACHT I Samenvatten

Je gaat: een samenvatting schrijven van een kijkfragment, verder oefenen met woordsoorten.

OPDRACHT I R p.252

De leerlingen moeten een samenvatting schrijven op basis van het schema, eerder dan op basis van het kijkfragment. De inhoud van deze samenvatting (d.i. het onderwerp lichaamstaal) is ook leerstof.

Samenvatten

OPDRACHT II Woordsoorten

Schrijf een samenvatting van de luisteroefening op basis van het schema in opdracht 9. Besteed extra aandacht aan de tekstverbanden en verbindingswoorden.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

voorbeeld: Lichaamstaal is erg belangrijk omdat meer dan 2/3 van de communicatie via lichaamstaal gebeurt. Er bestaan verschillende soorten lichaamstaal: ten eerste is er de communicatie met het lichaam zelf. Daarin onderscheiden we de houding, de bewegingen en ook de lichaamsbouw. Verder heb je de communicatie met de ogen en ten slotte ook die met het gezicht. Van het gezicht kun je zeven basisemoties aflezen, met universele gelaatsuitdrukkingen. OPDRACHT II R p.267

Woordsoorten

A Zoek in de tekst een voorbeeld van:

B

woord(en)

regel

1

enkelvoudig persoonlijk voornaamwoord

ze

2

onbepaald hoofdtelwoord + meervoudig zelfstandig naamwoord

veel boeken

r. 65-66

3

bepaald lidwoord + bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord

de echte leesboeken

r. 71-72

4

bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord, zonder lidwoord

Afrikaanse meisjes

r. 22-23

5

betrekkelijk voornaamwoord dat naar een enkelvoudig zelfstandig naamwoord verwijst

die

r. 6

6

bijvoeglijk naamwoord waarbij je geen trappen van vergelijking kunt maken

zwanger

r. 26

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

voorbeeld:

r. 3

MODULE 7

71

MODULE 7

71


B Extra uitleg: geef aan om welke woordsoort het gaat, welke soort

van die woordsoort, welk getal en waar relevant welk geslacht. Geef ook aan als er een trap van vergelijking of een verkleinwoord wordt gebruikt.

Nadenken over taal B Benoem de woordsoorten van de woorden in deze woordgroepen zo specifiek mogelijk. (Je mag afkortingen gebruiken.)

bezittelijk voornaamwoord (bez. vn) + bepaald hoofdtelwoord (bep. hoofdtelw) + meervoudig zelfstandig naamwoord als verkleinwoord (mv zn als verkleinwoord)

voorbeeld: haar twee dochtertjes (r. 53):

1 de enige boekenwinkel (r. 62):

bep. lw + bn + enk. zn 2 twee verkleurde boekjes (r. 77):

bep. hoofdtelw + bn + mv zn als verkleinwoord 3 dit leven (r. 87):

onz. aanw. vn + enk. zn 4 veel dikker (r. 72):

bw + bn in vergrotende trap 5 een plotselinge windstoot (r. 101):

onbep. lw + bn + enk. zn 6 mama’s en papa’s (r. 125-126):

mv zn + (nevenschikkend) vw + mv zn

72

Route 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 7

72


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute onderwerpen om toe te voegen aan de groeicirkels: • samenvatten

Samenvatten samenvatting = een korte weergave van de inhoud verschillende soorten: • schematische samenvatting • samenvatting als doorlopende tekst

Samenvatten

Hoe vat je een tekst samen? 1 voorbereiden: • Lees de tekst of bekijk het audiovisueel fragment. • Bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte. • Markeer/noteer sleutelwoorden en kernzinnen. 2 uitvoeren: • schematisch: • Noteer de sleutelwoorden. • Vervang moeilijke woorden door makkelijkere synoniemen. • Verbind ze met symbolen om de tekstverbanden weer te geven. • doorlopende tekst: • Herschrijf de kernzinnen in je eigen woorden. • Geef de tekstverbanden aan met duidelijke signaalwoorden. 3 reflecteren: • Verwijder overbodige informatie. • Zorg dat de hoofdgedachte en het onderwerp duidelijk vermeld worden. • Maak je zinnen indien nodig korter en bondiger. Schrijf een samenvatting bij deze tekst.

Lion

punten: één punt per onderstreept woord (of synoniem ervan), minpunt voor elke overbodige zin (meer dan vijf zinnen)

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 /10

dramafilm, 2016, gebaseerd op het waargebeurde boek A long way home

De Indiase jongen Saroo Brierley raakt op vijfjarige leeftijd in Khandwa gescheiden van zijn broer Guddu, terwijl die werkte in een treinstation. Hun moeder is analfabeet en erg arm. Terwijl haar zonen werken, voorziet ze in haar levensonderhoud door het sjouwen van stenen.

Saroo stapt, wanneer zijn oudere broer even niet oplet, in een lege trein die wegrijdt en komt zo terecht in de stad Calcutta, waar hij de taal niet kent. Hij weet niet hoe hij thuis moet raken, dus leeft hij op de straat. Uiteindelijk komt hij terecht in een soort weeshuis. Vandaaruit wordt hij geadopteerd door een Australisch echtpaar, dat later nog een ander kind uit India adopteert. Maar de adoptiebroer van Saroo, Mantosh, heeft het moeilijker en hij raakt aan de drugs. Saroo doet het daarentegen goed op school en wordt een succesvolle student. Hij verhuist naar Melbourne om te studeren. Op een avond gaat hij op bezoek bij vrienden, die een Indiaas diner klaarmaken. Eén van de gerechten die Saroo voorgeschoteld krijgt, is jalebi. Hij herkent het uit zijn vroege jeugd en allerlei herinneringen komen terug, onder andere van het treinstation waar hij zijn broer is kwijtgeraakt. Dat spoort hem ertoe aan om zich te verdiepen in zijn afkomst.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 7

73

MODULE 7

73


Kennis- en oefenroute Uitzoeken waar hij vandaan komt, wordt als het ware een obsessie voor hem, waardoor het misloopt met zijn vriendin. Saroo zoekt hele dagen en nachten op Google Earth naar beelden om zijn geboorteplaats terug te vinden. Uiteindelijk lukt hem dat en vindt hij zijn moeder terug, die altijd op hem gewacht heeft. Aan het eind van de film wordt de reden van de titel, Lion, pas duidelijk. Saroo kwam er bij de ontmoeting met zijn moeder achter dat hij zijn naam niet goed uitgesproken had. Zijn naam luidde Sheru, wat ‘leeuw’ betekent. Bron: Wikipedia, Creative Commons

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

(De samenvatting moet minstens de onderstreepte woorden (of synoniemen daarvan) bevatten. Ze moet niet langer dan vijf zinnen zijn.) voorbeeld: De film Lion vertelt het waargebeurde verhaal van Saroo, een Indisch jongetje die zijn familie kwijtraakt. Uiteindelijk belandt hij in een Australisch adoptiegezin. Als student begint hij aan een zoektocht om zijn biologische ouders terug te vinden. Door te zoeken op Google Earth slaagt hij er uiteindelijk in om zijn geboorteplaats en zo ook zijn moeder terug te vinden. De film heet Lion omdat zijn echte naam eigenlijk Sheru is, wat ‘leeuw’ betekent.

74

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 7

74


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT I Beeldspraak

In deze Bis-leesroute ga je: oefenen met beeldspraak, nadenken over vertelperspectief en spanning, nadenken over genres.

• vergelijking: vergelijkende woord ‘alsof’ • metafoor: ‘watje’ met een metaforische betekenis: zo zacht als een letterlijk watje. (Deze metafoor is zo ingeburgerd dat we het woord ‘watje’ als een homoniem beschouwen, met een letterlijke en figuurlijke (d.i. metaforische) betekenis.)

Beeldspraak

OPDRACHT I R p.295

A extra uitleg:

A Zoek op blz. 318-319 van het boek De nachtuilen een voorbeeld van een vergelijking en een metafoor.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

318 , r. 8-10 : ‘Vergeleken met wat zij aan had gericht, leek het alsof Tobias slechts een mug tegen het behang had platgeslagen.’ metafoor: p. 319 , r. 49 : ‘watje’ vergelijking: p.

B De schrijver gebruikt weinig beeldspraak, maar beschrijft de ruimte en de gevoelens van de personages op een andere manier. Welke soort woorden gebruikt hij daarvoor?

bijvoeglijke naamwoorden C Geef uit elk fragment een voorbeeld van zo’n woord dat: 1 de ruimte beschrijft: H17: p. H28: p.

193 318

, r. , r.

8 1

: :

voorbeeld: ‘heuvelachtige landschap’ voorbeeld: ‘hoog gegil’

2 het gevoel dat de ruimte in de personages oproept, beschrijft: H17: p. H28: p.

OPDRACHT II R p.295

193 318

, r. , r.

7 6

: :

voorbeeld: ‘godvergeten plaats’ voorbeeld: ‘griezelige schaduwen’

Vertelperspectief

A Wie vertelt het verhaal? ik-verteller – hij-verteller B Bekijk opnieuw je voorbeelden bij opdracht I C2. Van wie geven de beschrijvende woorden de mening weer? personage – verteller C1 Lees r. 38-40 op p. 194. Loopt de wenteltrap echt oneindig ver omhoog? ja – neen C2 Waarom doet de schrijver dit? De schrijver vertelt niet altijd de waarheid om spanning op te bouwen. De schrijver overdrijft graag. De schrijver geeft de gedachten van de personages (die soms eens overdrijven) weer.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 7

75

MODULE 7

75


OPDRACHT IV Genre

Bis-leesroute

A Zoek een zo oud en zo recent mogelijk fantasyboek. Noteer ook het jaar van publicatie.

C3 Zoek nog een voorbeeld waarin de schrijver dit doet op p. 318-319. p.

OPDRACHT III R p.295

319

, r.

32

:

voorbeeld: In haar ogen moest hij er waarschijnlijk idioot uitzien.

Spanning

Op welke manier bouwt de auteur spanning op? Leg uit met een voorbeeld uit de tekst op p. 193.

(r. 4-5) ‘Hij had belangrijk nieuws en Malic hield niet van wachten.’ De lezer weet nog niet wat dat nieuws is. De auteur houdt informatie achter en geeft die beetje per beetje vrij. OPDRACHT IV R p.295

Genre

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A Hoe heeft dit genre te maken met het thema van deze module?

Fantasy speelt zich meestal elders af, in een fictieve fantasiewereld. In zo’n wereld is alles anders. B Welke genres zouden nog bij dit thema passen? Noem er twee.

voorbeeld: sciencefiction

76

Route 2 Bisboek

reisverhalen

Route 2 Bisboek

MODULE 7

76


LEERDOELEN

MODULE Mannen van Mars, vrouwen van Venus Nadenken over taal Kennis- en oefenroute Bis-leesroute

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

taal

verwijswoorden

2.12

toepassen

achtervoegsel

2.12

toepassen

voornaamwoorden

2.12

toepassen

zinsdelen: vzv, mv, bwb

2.12

toepassen

publiek

2.17

analyseren

tijd

2.17

analyseren

genre

2.17

analyseren

leeservaring

2.16

creëren

online opzoeken

4

toepassen

literatuur

79 81 83

Je verdiept je in de leerstof uit Module 8. Zo oefen je met woordsoorten en leer je meer over zinsdelen, en bestudeer je het verhaal IJzerkop in meer detail.

Route 2 Bisboek

8

Module 8 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 andere

MODULE 8

77


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 8

78


Nadenken over taal Nadenken over taal OPDRACHT I

Je gaat: oefenen met verwijswoorden door naar achtervoegsels te kijken, verschillende soorten voornaamwoorden gebruiken, voorzetselvoorwerpen van andere zinsdelen leren onderscheiden.

OPDRACHT I R p.302

B

Verwijswoorden en voornaamwoorden

Woordgeslacht zelf is geen leerstof, maar wel een middel om verwijswoorden juist te leren gebruiken. Vooral voor niet-moedertaalsprekers kan dit interessant zijn.

Verwijswoorden en voornaamwoorden

A Zoek in het (online) woordenboek het juiste woordgeslacht op. bibliotheek

m–v–o

jodendom

ballon

m–v–o

factuur

puberteit

m–v–o

waarheid

onderneming

m–v–o

middag

zekerheid

m–v–o

cultuur

literatuur

m–v–o

wandeling

beschaving

m–v–o

verrassing

rijkdom

m–v–o

hypotheek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 m–v–o

m–v–o m–v–o

m–v–o m–v–o m–v–o

m–v –o

m–v–o

B Markeer alle achtervoegsels in de woorden van de vorige oefening. Welke achtervoegsels horen (bijna altijd) bij vrouwelijke woorden? • •

-heid -ing

• •

-theek -teit

-uur

C Schrijf een vervolg voor deze zinnen. Gebruik daarin het opgegeven voornaamwoord (vn) als verwijswoord dat terugverwijst naar het onderstreepte deel. 1 Eenzaamheid is een probleem van de huidige maatschappij, … (betrekkelijk vn)

voorbeeld: … die vooral focust op het individu. 2 Die onderneming laat vrouwen slechts tot een bepaald niveau opklimmen in de hiërarchie. (persoonlijk vn)

voorbeeld: Ze slaagt er niet in het glazen plafond te doorbreken. 3 Het taalonderzoek richt zich op de onderdrukte positie van de vrouw en de invloed daarvan op de taal van vrouwen en mannen. (aanwijzend vn)

voorbeeld: Je leest meer over dit onderzoek in het onderzoeksrapport.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 8

79

MODULE 8

79


OPDRACHT II Zinsdelen: voorzetselvoorwerp  R

Nadenken over taal 4 Vanaf nu kun je ook in de apotheek terecht om huiselijk geweld te melden. (bezittelijk vn)

voorbeeld: Haar personeel staat steeds voor je klaar.

R

A • Markeer in de zin het volledige zinsdeel dat door de voorzetsels

ingeleid wordt. (over hun relatie, over hun gezin, over hun werk) • Zie M8BB Nadenken over taal bijlage – opdracht II voor een oefening over het vzv op een lager leesniveau.

5 De taalwetenschappers hebben een belangrijke doorbraak gemaakt. (aanwijzend vn)

B Markeer telkens het hele zinsdeel.

voorbeeld: Die gaan ze morgen op de conferentie voorstellen. OPDRACHT II R p.318

B

Zinsdelen: voorzetselvoorwerp

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A ‘Vrouwen piekeren meestal over hun relatie of over hun gezin, terwijl mannen meestal piekeren over hun werk.’ Welk zinsdeel leidt het voorzetsel van de uitdrukking ‘piekeren over’ in? lijdend voorwerp voorzetselvoorwerp bijwoordelijke bepaling B Is het onderstreepte voorzetsel een deel van een voorzetselvoorwerp (vzv), een meewerkend voorwerp (mv) of een bijwoordelijke bepaling (bwb)? vzv

1

Toen de directeur de vergaderzaal betrad, liet mevrouw Linnens aan hem meteen het verslag van de vorige vergadering zien.

2

Niemand die vandaag nog twijfelt aan de onvervangbaarheid van face-to-facecontact.

3

Coronapatiënten verlaten de afdeling intensieve zorgen van het Hasselts ziekenhuis onder luid applaus van zorgverleners.

4

Ze hebben hem altijd gewaarschuwd voor de gevolgen van zijn gedrag.

5

Aan de herdenkingsmuur in Maalbeek laten de kinderen tekeningen, kaarsen en boodschappen achter en staan ze stil bij wat er op 22 maart gebeurd is.

6

De grootste partijen in Vlaanderen en Wallonië zitten voor het eerst samen aan tafel.

mv

bwb

C1 Schrijf een kort, informatief tekstje over stereotypering waarin je minstens vier uitdrukkingen met een voorzetselvoorwerp gebruikt. C2 Markeer alle voorzetselvoorwerpen in de tekst van een klasgenoot.

80

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 8

80


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute onderwerpen om toe te voegen aan de groeicirkels: • voorzetselvoorwerp

Voorzetselvoorwerp zinsdeel = (een groep) woorden die een bepaalde functie hebben in de zin • voorzetselvoorwerp (vzv): begint met een voorzetsel dat een vaste combinatie vormt met het werkwoord en drukt datgene uit waar het gezegde betrekking op heeft voorbeeld: Morgen trouwt mijn neef met zijn vriend.

Welke onderstreepte zinsdelen zijn voorzetselvoorwerpen? Markeer ze.

Voorzetselvoorwerp  Markeer alle voorzetsels in de tekst.

/8

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Om de fysieke en mentale gezondheid van personen die LGBTI+ zijn te verbeteren, is er nood aan een uitgebreide aanpak: aanpak 1 We pleiten voor een maatschappij die inclusief is voor seksuele diversiteit en genderdiversiteit en voor de andere kenmerken die de diversiteit onder LGBTI-personen bepalen. Een inclusieve maatschappij doorbreekt de normen rond gender en seksualiteit bepalen en neemt daarmee de grondoorzaken van het lage welzijn weg. 2 We willen dat de sector van welzijn en gezondheid kwaliteitsvolle, inclusieve en toegankelijke hulp en ondersteuning biedt, zowel sociaal, psychologisch als medisch. Naast een meer inclusieve hulpverlening is er nood aan een uitbreiding naar een goed uitgebouwd, doelgroepgericht aanbod. aanbod. Dit aanbod moet aangepast zijn aan de noden en zijn. achtergrond van alle personen die LGBTI zijn 3 Binnen de eigen LGBTI-beweging nemen we initiatieven om het welzijn van mensen te versterken door te zorgen voor positieve verbinding met elkaar, hoopvolle perspectieven en veerkracht. Bron: www.pride.be

Om de fysieke en mentale gezondheid van personen die LGBTI zijn te verbeteren, is er nood aan een uitgebreide aanpak: 1 We pleiten voor een maatschappij die inclusief is voor seksuele diversiteit en genderdiversiteit en voor de andere kenmerken die de diversiteit onder LGBTIpersonen bepalen. Een inclusieve maatschappij doorbreekt de normen rond gender en seksualiteit en neemt daarmee de grondoorzaken van het lage welzijn weg. 2 We willen dat de sector van welzijn en gezondheid kwaliteitsvolle, inclusieve en toegankelijke hulp en ondersteuning biedt, zowel sociaal, psychologisch als medisch. Naast een meer inclusieve hulpverlening is er nood aan een uitbreiding naar een goed uitgebouwd, doelgroepgericht aanbod. Dit aanbod moet aangepast zijn aan de noden en achtergrond van alle personen die LGBTI zijn. 3 Binnen de eigen LGBTI-beweging nemen we initiatieven om het welzijn van mensen te versterken door te zorgen voor positieve verbinding met elkaar, hoopvolle perspectieven en veerkracht. Bron: www.pride.be

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 8

81

MODULE 8

81


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 8

82


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT I

In deze Bis-leesroute ga je: nadenken over het publiek en genre van een roman, boeken zoeken en een omslagafbeelding schetsen, boeken voor een verschillend publiek vergelijken.

OPDRACHT I R p.342

D1 voorbeelden:

• historische jeugdromans: • Hasse Simonsdochter, Thea Beckman: www.boekenzoeker.be/hasse-simonsdochter • De oorlog die mijn leven redde, Kimberly Brubaker Bradley: www.boekenzoeker.be/de-oorlog-die-mijn-leven-redde • Als je het licht niet kunt zien, Anthony Doerr: www.boekenzoeker.be/als-je-het-licht-niet-kunt-zien • De kleur paars, Alice Walker: www.boekenzoeker.be/de-kleur-paars • sciencefiction: • De schaduwen van Radovar, Marloes Morshuis: www.boekenzoeker.be/de-schaduwen-van-radovar • Nicolas en de verdwijning van de wereld, Anne Eekhout: www.boekenzoeker.be/ nicolas-en-de-verdwijning-van-de-wereld • Op de rand van het niets, Corinne Duyvis: www.boekenzoeker.be/op-de-rand-van-het-niets • fantasy: • Hof van vleugels en verwoesting, Sarah J. Maas: www.boekenzoeker.be/hof-van-vleugels-en-verwoesting • In de ban van de ring, J.R.R. Tolkien: www.boekenzoeker.be/de-ban-van-de-ring • De laatste Namsara, Kirsten Ciccarelli: www.boekenzoeker.be/de-laatste-namsara • thriller: • De ontvoering, John Grisham: www.boekenzoeker.be/de-ontvoering • Vermoord het verleden, Jonas Boets: www.boekenzoeker.be/vermoord-het-verleden • De lovebus, Tjibbe Veldkamp: www.boekenzoeker.be/de-lovebus

Genre en publiek

A Voor welk publiek is IJzerkop geschreven? Kruis alle juiste antwoorden aan. kleuters kinderen jeugd adolescenten volwassenen senioren

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

B In welke tijd speelt het verhaal zich af? Kruis opnieuw alle juiste antwoorden aan. in het verleden rond een bepaalde historische gebeurtenis in het heden rond een bepaalde actuele gebeurtenis in de toekomst in verschillende tijden

C1 Welk genre is dit verhaal? Combineer een woord uit de linker- en rechterkolom tot het juiste genre:

historische jeugdroman

tragisch

sciencefiction

komisch

jeugdroman

hedendaags

fantasy

historisch

thriller

C2 Waaraan herken je dat genre? Het verhaal speelt zich af in hoofpersonages.

het verleden

met

jongeren

als

C3 Waarom denk je dat dat genre mensen aanspreekt?

Het verhaal brengt je op een leuke manier terug in de tijd. Hoewel het om fictie gaat, is het gebaseerd op historische gebeurtenissen.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

Genre en publiek

MODULE 8

83

R

Geef de leerlingen een korte inhoud van het boek.

MODULE 8

83


V

Bis-leesroute D1 Je leerkracht laat je enkele boekomslagen zien. Welke zijn voorbeelden van hetzelfde genre als IJzerkop? Noteer de titels en auteurs. titel

auteur

Je kunt de opdracht ook uitbreiden naar historische romans voor volwassenen, voorbeelden: • Pilaren van de aarde, Ken Follett: www.bol.com/nl/f/pilaren-van-de-aarde/30087001/?country=BE • De naam van de roos, Umberto Eco: www.bol.com/nl/f/ de-naam-van-de-roos/9200000079748970/?country=BE • Het verdriet van België, Hugo Claus: www.bol.com/nl/f/het-verdriet-van-belgie/30006478/?country=BE#product_specifications • Ik, Claudius, Robert Graves: www.bol.com/nl/f/ik-claudius/36089591/?country=BE • De tatoeëerder van Auschwitz, Heather Morris: www.standaardboekhandel.be/p/ de-tatoeerder-van-auschwitz-9789402700510

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

D2 Zoek zelf een voorbeeld van een historische jeugdroman. Schets de afbeelding op de omslag hier.

D2 Leerlingen kunnen zoeken op deze websites:

• www.pluizer.be • www.boekenzoeker.be • www.bol.com/nl Ze moeten de korte inhoud lezen om na te kijken of het echt om een historische jeugdroman gaat.

V

E Koppelen aan vreemde taal, zelfde oefening in Frans, Engels (en Duits): wat is er anders/hetzelfde?

D3 Zoek op in welke periode het verhaal zich afspeelt en vul de tabel aan. titel

auteur

periode

D4 Wat spreekt je aan in dat boek?

E Ga in de bibliotheek op zoek naar een historische roman voor volwassenen. Lees een fragment uit het boek. Wat is er anders?

voorbeeld: De hoofdpersonages zijn volwassenen. Er wordt meer beeldspraak of figuurlijk taalgebruik gebruikt. 84

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 8

84


LEERDOELEN

MODULE Romantiek of realisme Bis-leesroute Teksten

87 91

Je leerde eerder al over de romantiek en het realisme. Maar kun je ze ook onderscheiden in een tekst? Kijk naar teksten van twee bekende Vlaamse schrijvers uit de 19de eeuw en probeer te achterhalen tot welke kunststroming ze behoren.

9

Module 9 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

kijken en luisteren

tekstdoel: informatief

2.5

analyseren

informatie selecteren

2.5

analyseren

spreken

poëzie

2.16

creëren

schrijven

poëzie

2.10, 2.18

creëren

literatuur

poëzie

2.16, 2.17

analyseren

thema

2.17

analyseren

kunststromingen

2.17

analyseren

tijd

2.17

analyseren

ruimte

2.17

analyseren

vertelvorm

2.17

analyseren

online opzoeken

4

toepassen

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 andere

Route 2 Bisboek

MODULE 9

85


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 9

86


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT 1 Opstap

In deze Bis-leesroute ga je: kijken naar verschillende kunststromingen in schilderijen, poëzie van Guido Gezelle lezen, een reportage over Guido Gezelle bekijken, romantische gedichten opzoeken en er zelf een schrijven, een fragment van Bavo en Lieveken (Conscience) lezen, romantiek en realisme leren onderscheiden door naar de verhaalelementen te kijken.

OPDRACHT 1

filmpje op Het Archief: ‘Kunst-zaken: schilders van de zee en Michael Buthe’ (06’39’’: van 00’30’’ tot 02’33’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/f47gq77x0k

OPDRACHT 2 Lezen

Opstap

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A • De leerlingen kunnen eerst individueel oefenen of het gedicht

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

1 Wat hoort er bij romantiek: orde of wanorde? Geef een voorbeeld bij het juiste antwoord. Romantische kunst kent orde – wanorde wanorde, bv.

in golven van verschillende hoogtes

VAN 00:30 TOT 02:33

.

2 Wat is er romantisch aan de eerste schilderijen van Paul-Jean Claeys? • • • • • •

de maan de sfeer de ramp het drama het heimwee naar een roemrijk verleden het exotisme van andere werelden

V

elk voor zichzelf luidop voorlezen. Het gaat erom dat ze de woorden in de mond nemen en het ritme van het gedicht ontdekken. (Daarvoor kunnen ze eventueel de lettergrepen die klemtoon krijgen, onderstrepen.) • Analyseer het gedicht klassikaal: • rijm • ritme • beeldspraak

3 Wat verandert er aan de schilderijen van Claeys wanneer hij de overgang maakt naar realisme? De schilderijen worden

helder

en

rustig

.

4 Welke stroming hoort bij de schilderijen van Claeys vanaf de jaren 60? 5 Welke vier kunststromingen volgen elkaar op?

neo-classicisme OPDRACHT 2

romantiek

realisme

het impressionisme

impressionisme

Lezen

A Lees het gedicht luidop voor en beantwoord nadien de vragen. T2 p.91

1 Vind je dat het gedicht mooi klinkt? Leg uit waarom wel/niet.

2 Waarover gaat het gedicht?

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

het Vlaams MODULE 9

87

MODULE 9

87


INTERACTIE

Bis-leesroute 3 Wat vindt de schrijver over dat onderwerp?

B enkele opties om luidop voor te lezen:

• De leerlingen lezen de tekst in groepjes van drie luidop voor: een verteller, Jan en Adriaan. • De leerkracht leest de verteller, daarna lezen twee leerlingen luidop de dialoog voor aan de klas. (De verteller kan daarbij worden weggelaten.)

De schrijver vindt het Vlaams een mooie taal. B Lees het fragment luidop voor en beantwoord nadien de vragen. T3 p.91

actueel

1 Wat vind je van het fragment? Omcirkel.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

vreemd

ouderwets

grappig

interessant spannend saai triest traag mysterieus vrolijk zwaar herkenbaar

2 Waar speelt het fragment zich af? Wees zo specifiek mogelijk.

voor het venster van het bureel op het binnenplein van een fabriek 3 Wat is het beroep van de personages in dit fragment?

spinner

C Kijk naar het thema van deze teksten. Welke tekst is een voorbeeld van realisme en welke van romantiek? Voeg de titel en auteur van de teksten toe aan de juiste kolom. stroming

romantiek

realisme

voorbeelden

Frankenstein, Mary Shelly

Oliver Twist, Charles Dickens

De leeuw van Vlaenderen, Hendrik Conscience

Het gezin van Paemel, Cyriel Buysse

De Vlaamsche tale is wonder zoet, Bavo en Lieveken, Guido Gezelle Hendrik Conscience

88

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 9

88


Bis-leesroute OPDRACHT 3

Romantiek en realisme

A Je kunt kunststromingen herkennen aan meer dan alleen maar het thema van het kunstwerk. Bekijk de teksten uit de vorige opdracht aandachtig en vul de tabel verder aan met de juiste kenmerken. heden – verleden stad – natuur vooral romans – vermenging van vertelvormen, zoals romans, brieven en gedichten één plaats – meerdere plaatsen kort – onbeperkt mooi en/of woest – lelijk

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

romantiek

realisme

periode

18de-19de eeuw

19de eeuw

thema’s

verbeelding

werkelijkheid

gevoel

verstand

individu

samenleving

verlangen naar een andere tijd en plaats, bewondering voor het verleden

aandacht voor de problemen van het heden

het irrationele en het mysterieuze

het rationele en het duidelijke

het wilde, zoals de natuur en exotische werelden

het bekende en alledaagse, zoals de stad en het dorp

meningen

feiten

idealisme

realisme

verleden

heden

onbeperkt

kort

natuur

stad

mooi en/of woest

lelijk

meerdere plaatsen

één plaats

tijd

ruimte

vertelvorm

vermenging van vertelvormen, vooral romans zoals romans, brieven en gedichten

B Markeer in beide kolommen wat je terugvindt in de teksten uit opdracht 2.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 9

89

MODULE 9

89


OPDRACHT 4 De poëzie van Guido Gezelle  filmpje op Het Archief: ‘Vlaanderen Vakantieland: 20/01/1995’ (40’40’’: van 02’23’’ tot 04’02’’; van 05’35’’ tot 06’44’’; van 07’14’’ tot 08’23’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/rj48p6c990

Bis-leesroute OPDRACHT 4

De poëzie van Guido Gezelle

D Tip voor de leerlingen: kijk nog eens goed naar de tabel uit opdracht

A Wie was Guido Gezelle? Bekijk de reportage en vul aan. naam

Guido Gezelle

geboortedatum

1 mei 1830

ouders

Petrus Gezelle – Monica De Vrieze

woonplaatsen

Brugge Roeselare Kortrijk

school tot 15 jaar

bisschoppelijk college van Brugge

school vanaf 15 jaar

kleinseminarie van Roeselare

beroepen

priester leraar rector

B Waar vond Guido Gezelle zijn inspiratie?

VAN 2:23 TOT 4:02

3 en kies enkele kenmerken en/of thema’s van de romantiek voor je gedicht.

VAN 5:35 TOT 6:44

in zijn omgeving

VAN 7:14 TOT 8:23

informatief artikel over de romantiek: ‘Romantiek in Nederland’ www.literatuurgeschiedenis.org/19e-eeuw/romantiek-nederland

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

filmpje op YouTube: ‘Gezelle, de dichter en de vogels’ (22’23’’): https://www.youtube.com/watch?v=g3jp19qmZuA

C1 Zoek een romantisch gedicht van Guido Gezelle op het internet.

C2 Vorm een groep met enkele andere leerlingen. Toon aan waarom je gedicht romantisch is en leg uit wat je er mooi aan vindt. D Schrijf een romantisch gedicht over je omgeving. Zorg dat je gedicht rijmt en dat het uit minstens tien regels bestaat.

90

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 9

90


Tekst 2 & 3 Tekst 2: De Vlaamsche tale is wonder zoet

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Uit: Guido Gezelle, Gedichten (1908), L.J. Veen, Amsterdam. Geraadpleegd via DBNL (KB).

Tekst 3: Fragment uit Bavo en Lieveken

Het was op eenen zomeravond van het jaar 1832, dat de werklieden der fabriek van mijnheer Raemdonck dus, op het sein der klok, hunnen arbeid staakten en te gelijk op het binnenplein zakten, om daar voor een venster van het bureel op de uitbetaling van het loon der afgeloopene week te wachten. …

De werklieden toonden nu eenige levendigheid; zij schenen vroolijk, omdat de lange week was afgeloopen en de rust van morgen hen toelachte. Een sterkgebouwde kerel, die tusschen de spinners stond, onderscheide zich door zijne luidruchtigheid. Kluchtige woorden en grove zinspelingen rolden hem uit den mond, en hij had zijne gezellen meer dan eens in eenen schaterlach doen losbarsten. Nu bemerkte hij eenen werkman, die uit de fabriek kwam en tot het uiterst einde van de groep der spinners naderde. Hij ging naar hem toe, deed hem teeken, dat hij hem over iets wilde spreken, trok hem een paar stappen van zijne kameraden weg en zeide: ‘Ha sa, Adriaan, gij zijt er bij dezen avond, niet waar? Wat zullen wij lachen en vermaak hebben!’ ‘Waarbij, Jan? Ik weet van niets,’ was het antwoord. ‘Hoe? gij weet niet, dat rosse Leo van avond zijn jubilé viert?’ ‘Welk jubilé?’

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 9

91

MODULE 9

91


Tekst 3 ‘Van vijfentwintig jaar spinner.’ ‘Werkt Leo reeds zoolang? Onmogelijk: de man is niet oud genoeg.’ ‘Niet oud genoeg, Adriaan? Hij was draadjesmaker in de spinnerij van Lieven Bauwens, in de allereerste fabriek, die er te Gent was opgericht. Dit was in 1800, en Leo was dan zestien jaar. Hij weet het nog zoo juist op zijn duimken, als hadde hij eenen almanak in den kop. Hij is spinner geworden in 1807, bij mijnheer De Vos. Tel maar op de vingeren: zeven van tweeëndertig, blijft vijfentwintig.’ ‘Inderdaad; men zou het niet zeggen: de rosse Leo schijnt geen veertig jaar oud.’ ‘Het is, dat hij het leven verstaat en Gods water over Gods dijk laat loopen. Ware hij een kniezer geweest, dan zou hij al lang op het kerkhof liggen. Eene goede pint bier, eene schel hesp en van tijd tot tijd een scheut jenever, dat zet bloed, jongen..... Welnu, doet gij mede? Eenen halven frank tot inzet. Wij zingen, lachen en drinken tot half den nacht. Het is morgen toch Zondag. Er zullen daarenboven vier vette konijnen te verdobbelen zijn; een buitengewoon Smeerken, in de Blauwe Geit, bij onzen kameraad Pier de Knul.’ De andere bepeinsde zich eene wijl, schudde het hoofd en antwoordde: ‘Ik heb geene goesting, Jan.’ ‘Wat is dit nu?’ kreet zijn gezel verwonderd. ‘Zult gij vijfentwintig cents weigeren om het jubilé van eenen ouden vriend te vieren?’ ‘Het is niet voor de vijfentwintig cents, Jan. Ik ken den rossen Leo bijna niet, en, ik zeg het rechtuit, dit drinken halve nachten lang bevalt mij niet meer; ik kan er niet tegen, het maakt mij ziek.’ Deze woorden, op eenen zekeren vreesachtigen toon gesproken, deden Jan in eenen spotlach uitbarsten: hij greep de twee handen zijns vriends en zeide hem: ‘Damhout, Damhout, jongen lief, ik heb medelijden met u. Gij waart vroeger altijd het haantje vooruit, en het was u nooit te laat om naar huis te gaan; maar sedert gij getrouwd zijt, - ik heb het gezien van het eerste jaar af, - sedert gij getrouwd zijt, geraakt gij allengskens meer en meer achter den bezem; gij durft u niet meer verroeren, gij wordt een suffer, een gierigaard, een kwezelaar. Foei, gij vergeet dat gij een man zijt, en gij ligt als een kind onder den duim uwer vrouw. Gij zoudt wel mededoen, ik weet het: gij hebt nog een tandje, dat er naar lotert; maar gij moet eerst permissie van moeder Damhout hebben, en God weet, of gij die permissie nog durft vragen!’

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Uit: Hendrik Conscience, Volledige werken van Hendrik Conscience: Bavo en Lieveken (1912), J. Lebègue, Brussel. Geraadpleegd via DBNL (KB).

92

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 9

92


LEERDOELEN

MODULE Oefening baart kunst! Herhaal daarom de zinsdelen nog maar eens. Door te blijven herhalen, zul je ze uiteindelijk nooit meer vergeten. Dat geldt trouwens voor alles. Denk maar eens aan het verhaal van Frankenstein. Dat werd zo vaak opnieuw verteld en herhaald dat iedereen wel ongeveer weet waar het over gaat. En dankzij recente vertalingen en bewerkingen blijft het verhaal leven.

Route 2 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

schrijven

tekstdoel: opiniërend

2.9

creëren

taal

zinsdelen

2.12

toepassen

handelend voorwerp

2.12

toepassen

vertelvorm

2.17

analyseren

vertelperspectief

2.17

analyseren

personages

2.17

analyseren

ruimte

2.17

analyseren

tijd

2.17

analyseren

genre

2.17

analyseren

leeservaring

2.16

creëren

kunststromingen

2.17

analyseren

thema

2.17

analyseren

literatuur

Wereld in verandering Nadenken over taal Kennis- en oefenroute Bis-leesroute

10

Module 10 Bisboek

95 97 99

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

MODULE 10

93


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 10

94


Nadenken over taal Nadenken over taal Je gaat: oefenen om zinsdelen te herkennen, oefenen met het handelend voorwerp, zinnen schrijven en zinsdelen benoemen.

Zinsdelen

OPDRACHT I R p.381

B

A1 De zinsdelen in deze zinnen werden onderstreept. Benoem zoveel mogelijk van deze zinsdelen. Kies uit: o (onderwerp) – wwg (werkwoordelijk gezegde) – nwg (naamwoordelijk gezegde) – lv (lijdend voorwerp) – bwb (bijwoordelijke bepaling).

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

1 Een promotiefilmpje werd gemaakt door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

o

wwg

2 In dit filmpje worden een heel aantal troeven door bekende Belgen aangehaald.

bwb

wwg

lv

wwg

3 Niet-Belgen worden zo door dit filmpje aangemoedigd om naar België op vakantie te

o

wwg bwb

wwg

bwb

komen of hier te komen wonen en werken.

4 Op die manier zouden door ons land belangrijke wetenschappers en innovators worden

bwb

wwg

aangetrokken.

A2 Welk zinsdeel heb je niet benoemd? meewerkend voorwerp (mv) voorzetselvoorwerp (vzv) handelend voorwerp (hv) A3 Dat zinsdeel geeft een antwoord op de vraag: Aan wie of wat geeft het onderwerp iets? Door wie of wat wordt iets gedaan? Aan, voor, met … wie of wat doet het onderwerp iets?

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

lv

wwg

MODULE 10

95

MODULE 10

95


Nadenken over taal B Welke zinsdelen werden er onderstreept? Kruis het juiste antwoord aan. mv 1

Bent u geïnteresseerd in het aanvragen van een monopolie op de productie en verkoop van een nieuw product?

2

Meld u dan aan bij het Ministerie van Economie.

3

Door uw product te registreren bij het ministerie kunt u het als uw intellectueel eigendom inschrijven.

4

Met een monopolie krijgt u toestemming om als enige dit product aan de Belgische markt te verkopen.

5

Opgelet: een monopolie kan ingaan tegen het recht van vrije mededinging.

6

Intellectuele eigendomsrechten worden enkel onder welbepaalde voorwaarden en voor een beperkte duur verleend door het Ministerie van Economie.

vzv

hv

bwb

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

C Schrijf een tekst van maximaal vijftien zinnen over het belang van innovatie. Duid in die tekst van elk zinsdeel uit de vorige oefeningen een voorbeeld aan en benoem het.

96

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 10

96


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute onderwerpen om toe te voegen aan de groeicirkels: • handelend voorwerp

Handelend voorwerp zinsdeel = (een groep) woorden die een bepaalde functie hebben in de zin • handelend voorwerp (hv): begint met het voorzetsel ‘door’ en drukt uit door wie de actie wordt uitgevoerd voorbeeld: De documentaire van David Attenborough werd me aangeraden door Netflix.

Handelend voorwerp  V

Markeer alle handelende voorwerpen in deze tekst.

/6

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Er werden door België maatregelen genomen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Door de toevoeging van maatregelen van de drie gewesten voeren we zo echt strijd tegen de opwarming van de aarde. Door de uiteenlopende problematiek in de verschillende sectoren worden er verschillende maatregelen genomen in die sectoren. Daarbij is er door alle regeringen rekening gehouden met de bestaande maatregelen die al vruchten afwierpen. Een enquête werd door een groot deel van de bevolking ingevuld, en hierdoor kunnen er ook voor de privésector maatregelen uitgeschreven worden. Wacht dus niet tot er maatregelen genomen worden op je werk, maar neem zelf al een kijkje op onze website, www.klimaat.be.

Zinsdelen zinsdeel

uitleg

onderwerp (o)

de persoon of zaak die in de zin iets doet

naamwoordelijke gezegde (nwg)

geeft aan wat/hoe het onderwerp is

werkwoordelijk gezegde (wwg)

geeft aan wat het onderwerp doet

persoonsvorm (pv)

het vervoegde werkwoord van het gezegde

Wie/wat + gezegde?

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

het koppelwerkwoord + de andere werkwoorden van de zin + de bijvoeglijke/zelfstandige naamwoorden die daarbij horen

alle werkwoorden (en wat er bij het werkwoord hoort) in de zin, indien er geen sprake is van een koppelwerkwoord

extra uitleg: handelend voorwerp: • = het zinsdeel dat in een passieve zin uitdrukt door wie de actie wordt uitgevoerd, • kan vaak worden weggelaten, • begint altijd met het voorzetsel door, • komt enkel voor in passieve zinnen, • is het onderwerp van een actieve zin. (Bij het Bisboek van M11 hoort er een bijlage met extra oefeningen over het hv en de andere zinsdelen: M11BB Nadenken over taal bijlage.)

punten: 3 punten voor correcte hv’s, 3 punten voor het niet aanduiden van de andere zinsdelen (‘Door de toevoeging …’, ‘Door de uiteenlopende …’, ‘hierdoor’)

voorbeeld

Ik bekeek een documentaire over spraaktechnologie.

Spraaktechnologie is een heel interessant onderzoeksdomein.

De documentaire heeft me veel bijgeleerd.

Ik heb nog nooit zoveel over spraaktechnologie geweten.

MODULE 10

97

MODULE 10

97


Kennis- en oefenroute lijdend voorwerp (lv)

de persoon of zaak die de actie van het werkwoord in de zin ondergaat Wie/wat + gezegde + onderwerp?

meewerkend voorwerp (mv)

de persoon die iets ontvangt

voorzetselvoorwerp (vzv)

de persoon of zaak die de actie (uitgedrukt met vast voorzetsel) ondergaat

Aan wie / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Voor, met, door, aan, op … wie/wat + gezegde + onderwerp? bijwoordelijke bepaling (bwb)

geeft meer informatie over het gezegde Waar? Wanneer? Hoe? …

handelend voorwerp (hv)

Niet alleen computeringenieurs, maar ook taalkundigen doen onderzoek naar deze technologie. Samen geven ze de computer als het ware een stem.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

En ze zoeken naar praktische toepassingen van spraaktechnologie.

De computer moet spraak niet alleen kunnen herkennen, maar ook verwerken en erop reageren. Zo kan spraaktechnologie optimaal benut worden door de gebruiker.

drukt uit door wie de actie uitgevoerd wordt Door wie/wat wordt + lijdend voorwerp + gezegde?

Duid van elk zinsdeel een voorbeeld aan in de tekst en benoem het. (Als het gezegde gesplitst is, benoem je elk deel van het gezegde. Benoem ook de pv in het gezegde.)

/11

De documentaire van David Attenborough werd me aangeraden door Netflix. Deze

o

pv mv

wwg

hv

o

documentaire toont de veranderingen op aarde tijdens het leven van documentairemaker

wwg, pv

lv

David Attenborough. Hij blikt terug op het begin van zijn leven als natuurliefhebber.

o pv wwg

98

Route 2 Bisboek

vzv

Route 2 Bisboek

MODULE 10

98


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT II Vertelvorm

In deze Bis-leesroute ga je: nadenken over de vertelvorm en het genre, de kunststroming van Frankenstein achterhalen.

A Het voorwoord geeft hier een tip: ‘Je moet dus niet gek opkijken als we ons straks ineens rond de Noordpool bevinden, waar Robert Walton, ontdekkingsreiziger, het hele verhaal per brief aan zijn zus Margaret uit de doeken zal doen.’  tijd en ruimte

Genre

OPDRACHT I

A Welk genre past best bij welke omschrijving? verhaal waarin gruwelijke of enge dingen gebeuren, vaak met mysterieuze en bovennatuurlijke elementen

fantasy

verhaal dat zich afspeelt in de toekomst, vaak met wetenschappelijke ontdekkingen

horror

fantasierijke verhalen die zich afspelen in een verzonnen wereld spannend, snellopend verhaal met ingewikkelde verhaallijn

sciencefiction R p.404

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

thriller

B Wat is het genre van Frankenstein?

horror

C Wat vind je van verhalen met dat genre? Bespreek in je antwoord deze elementen: geloofwaardigheid – (on)voorspelbaarheid – tempo.

voorbeeld: Ik houd niet van horrorverhalen omdat ze ongeloofwaardig zijn. Bovendien zijn ze onvoorspelbaar: alles is mogelijk. Dat maakt ze erg eng en daar houd ik niet van. Zeker trage horrorverhalen vind ik verschrikkelijk, want dan wordt de spanning nog langer uitgerekt. OPDRACHT II R p.404

Vertelvorm

A Waaraan kun je een briefroman herkennen? Leg per verhaalelement uit en geef een voorbeeld uit de tekst waar gevraagd. 1 vertelperspectief: vanuit de 1ste persoon: ik-vorm aanspreking: jij-vorm vanuit de 3de persoon: hij/zij-vorm

‘Ik zie aan de gretige, hoopvolle blik in je ogen dat je wilt horen wat het geheim is, …’ p.38).

voorbeeld:

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 10

99

MODULE 10

99


OPDRACHT 1 Kunststromingen

Bis-leesroute 2 personages:

R

B Geef de leerlingen deze termen/concepten op als tip:

• romantiek: vermenging van genres en vermenging van vertelperspectief • realisme: thema: feit vs. mening

Het verhaal kan zich op meerdere plaatsen en meerdere tijdstippen

afspelen. B Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen van een wisselend vertelperspectief?

voorbeeld: Je komt beter te weten hoe de personages denken. voorbeeld: De lezer zou in de war kunnen raken en vergeten wie de verteller is.

voordelen:

OPDRACHT 1

A Geef de leerlingen deze termen/concepten op als tip:

Meerdere personages zijn de verteller.

3 ruimte en tijd:

nadelen:

R

Kunststromingen

Bekijk opnieuw je antwoorden bij opdracht I en II.

• romantiek: thema: het mysterieuze • realisme: thema: de werkelijkheid

Zie M10BB Bis-leesroute bijlage voor een volgende opdracht bij de Bis-leesroute, over de context van het verhaal en het thema van de module.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

A Sluit de vertelvorm beter aan bij de romantiek of het realisme? Leg uit waarom door de vertelvorm te vergelijken met elementen van de romantiek en daarna met die van het realisme. Noteer daarna een conclusie.

In de romantiek worden verschillende vertelvormen vaak vermengd, net zoals in een briefroman verschillende vertelperspectieven worden vermengd. realisme: Realisme focust eerder op feiten, maar deze vertelvorm geeft veel meningen weer. conclusie: Deze vertelvorm past dus beter bij de romantiek. romantiek:

B Doe nu hetzelfde voor de thema’s van het genre.

Horrorverhalen houden van het mysterieuze. Dat is een thema dat je vaker terugziet in romantische verhalen. realisme: Realistische verhalen focussen op de werkelijkheid, maar horrorverhalen gaan net om verzinsels. conclusie: Het genre horror past dus beter bij de romantiek. romantiek:

C Concludeer: dit is een romantisch – realistisch verhaal.

100

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 10

100


LEERDOELEN

MODULE

11

Module 11 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

schrijven

vertelperspectief, stijl

2.10

creëren

taal

voornaamwoorden

2.12

toepassen

telwoorden

2.12

toepassen

woordsoorten

2.12

toepassen

kernzinnen

2.8

toepassen

thema

2.17

analyseren

genre

2.17

analyseren

vertelperspectief

2.17

analyseren

(E)missie volbracht Nadenken over taal Kennis- en oefenroute Bis-leesroute

103 105 107

Ondertussen ken je al heel wat woordsoorten, maar kun je ze ook uit elkaar houden in een tekst? Kruip in je pen: schrijf zinnen en haal ze daarna weer helemaal uit elkaar. Waaraan kun je verschillende genres van boeken eigenlijk herkennen? Dat is leuk om weten, want zo kies je makkelijk zelf een leuk boek wanneer je nog eens naar de bibliotheek trekt. En heb je al eens goed nagedacht over vertelperspectief? Wie kan er eigenlijk allemaal een verhaal vertellen in een boek? Misschien word jij wel een meesterverteller!

Route 2 Bisboek

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 literatuur

MODULE 11

101


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 11

102


Nadenken over taal Nadenken over taal Zie M11BB Nadenken over taal bijlage voor een extra opdracht over alle zinsdelen.

Je gaat: voornaamwoorden en telwoorden aanduiden en benoemen, voorbeelden geven van woordsoorten, kernzinnen aanduiden.

R p.434

B

OPDRACHT I Woordsoorten

Woordsoorten

OPDRACHT I

A Duid in dit tekstje alle voornaamwoorden aan en schrijf eronder om welk voornaamwoord het gaat.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Veel mensen maken zich zorgen over het vandalisme dat gepaard gaat met

wederkerend

vuurwerkgebruik. De politie in onze stad steekt daarom veel moeite in het terugdringen

bezittelijk

van het vuurwerkgebruik. Een van de stappen die de politie ondernam, was uitleg

betrekkelijk

geven op middelbare scholen over vuurwerkgebruik. Veel van de informatie over

vuurwerkgebruik was nieuw voor mij mij. Sterker nog, ik wist er haast niets van af! Wat zou

persoonlijk

persoonlijk

onbepaald vragend

ik nog meer kunnen leren over vuurwerk? Een belangrijke boodschap is in ieder geval:

onbepaald

kijk uit met vuurwerk en let goed op elkaar elkaar.

wederkerig

B Duid in dit tekstje alle telwoorden aan en schrijf eronder om welk telwoord het gaat. De eerste officiële dronevlucht van ziekenhuis Karel V vond plaats op 25 juni 2019.

bepaald hoofdtelwoord

bepaald rangtelwoord

De laatste test was slechts een paar dagen ervoor, op de 22ste, uitgevoerd, maar

onbepaald rangtelwoord

bepaald rangtelwoord

omdat het de zoveelste geslaagde testvlucht was besloot het ziekenhuis dat het tijd

onbepaald rangtelwoord

was. Ongeveer één op de drie leveringen gaat nu via drones, maar dit zullen er in deze

bepaald hoofdtelwoord bepaald hoofdteldwoord

maand nog veel meer worden. Het is echter nog niet duidelijk op de hoeveelste van de

onbepaald hoofdtelwoord

maand dit zal gebeuren.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

onbepaald rangtelwoord

MODULE 11

103

MODULE 11

103


D Bij de tekst van oefening B kan de laatste zin ook als juist worden aangerekend.

Nadenken over taal C Combineer deze woordsoorten en geef een voorbeeld. Schrijf onder het voorbeeld welke woordsoorten je gekozen hebt. (Je kunt een voorbeeld uit de teksten geven of er zelf een verzinnen.) Probeer zo veel mogelijk van de opgegeven bouwstenen te gebruiken. bepaald lidwoord

bijvoeglijk naamwoord met buigings-e

voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

onzijdig zelfstandig naamwoord

eigennaam

mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud

bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende trap

onbepaald lidwoord

onzijdig lidwoord

bijvoeglijk naamwoord zonder buigings-e

bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap

rangtelwoord

onbepaald hoofdtelwoord

aanwijzend voornaamwoord

zelfstandig naamwoord in het meervoud

bezittelijk voornaamwoord

1x1 woord: 1

2x2 woorden: 2 + 3 + 3x3 woorden:

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

1 +

+

+

+

+

+

4

5

D Onderstreep in de teksten van deze opdracht de kernzin.

104

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 11

104


Kennis- en oefenroute Kennis- en oefenroute Woordsoorten

Woordsoorten woordsoort

uitleg

voorbeeld

bn

bijvoeglijk naamwoord

geeft meer uitleg over een zn of bij een koppelww

ecologisch reisbureau

bw

bijwoord

geeft meer uitleg over een ww, telw, bn, een ander bw of over de hele zin

heel belastend

lw

bepaald lidwoord

duidt een bepaald zn aan

de mogelijkheden

onbepaald lw

duidt geen bepaald zn aan

een vliegtuig

bepaald hoofdtelwoord

geeft een precieze hoeveelheid aan

twee

onbepaald hoofdtelw

geeft een niet precieze hoeveelheid aan

veel

bepaald rangtelw

geeft de precieze positie in een volgorde aan

eerste

onbepaald rangtelw

geeft een niet precieze positie in een volgorde aan

middelste

tussenw

tussenwerpsel

drukt een gevoel of geluid uit en staat los van de rest van de zin

Wablieft?

vn*

aanwijzend voornaamwoord

maakt duidelijk naar wie of wat er verwezen wordt

deze

betrekkelijk vn

verwijst naar iets of iemand en leidt een bijzin in die daar iets meer over vertelt

die

bezittelijk vn

maakt duidelijk aan wie of wat iets toebehoort

mijn

onbepaald vn

verwijst naar iemand algemeen of iets onduidelijks

iedereen

persoonlijk vn

verwijst naar iets of iemand

jij

vragend vn

vraagt naar iets of iemand

wederkerend vn

verwijst terug naar het onderwerp

zich

wederkerig vn

geeft een wederzijdse relatie tussen de leden van het onderwerp aan

elkaar

vw

voegwoord

verbindt (delen van) zinnen

en

vz

voorzetsel

legt een verband tussen een zn en de rest van de zin

met het vliegtuig

ww

koppelwerkwoord

drukt uit dat iemand iets is of wordt

zijn

hoofdww

drukt de actie uit

Ik heb gevlogen.

hulpww

zegt iets meer over de actie

Ik heb gevlogen.

bevelsvorm (imperatief)

drukt een bevel uit

vlieg

telw

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

Deze soorten staan niet in de eindtermen, maar werden wel in het overzicht opgenomen: • ww: • bevelsvorm (imperatief) • onvoltooid deelwoord

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Deze soorten staan niet in de eindtermen en werden niet in het overzicht opgenomen: • bn: • zelfstandig gebruikt • bijvoeglijk gebruikt • bijwoord: • plaats, tijd, frequentie … • voornaamwoordelijk bijwoord • voorzetselbijwoord • tussenwerpsel: • klanknabootsing • communicatief • emotioneel • vw: • onderschikkend • nevenschikkend • zn: • eigennaam • soortnaam • …

wie

MODULE 11

Deze soort staat wel in de eindtermen, maar maakt geen deel uit van de Algemene Nederlandse Spraakkunst (http://ans.ruhosting.nl/e-ans/ index.html). Voor meer informatie over deze soort, zie de leerplannen. • lw: • ontkennend 105

MODULE 11

105


Kennis- en oefenroute

zn

infinitief (inf)

de woordenboekvorm

vliegen

onvoltooid deelwoord

geeft aan dat een actie nog bezig is

vliegend

persoonsvorm (pv)

het vervoegde werkwoord

Jij vliegt.

voltooid deelwoord (vd)

geeft aan dat een actie afgerond is

gevlogen

zelfstandig naamwoord

benoemt een voorwerp, mens, dier, plaats ...

vliegtuig

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

*Voornaamwoorden kunnen bijvoeglijk en/of zelfstandig worden gebruikt: • Zelfstandig: ze staan nergens bij. voorbeeld: Van wie zijn die pakjes? – Het zijn de mijne. • Bijvoeglijk: ze horen bij een ander woord. voorbeeld: Dat zijn mijn pakjes.

Geef bij de onderstreepte woorden uit deze tekst de juiste woordsoort. Wees zo specifiek mogelijk en geef dus ook het soort voornaamwoord, lidwoord, telwoord en de werkwoordsvorm.

/20

Hallo (1), droneliefhebbers! We (2) hebben (3) goed (4) nieuws voor jullie. Er is nu (5) een volledig (6) nieuwe versie van (7) Droneguide beschikbaar (8). Deze (9) website en (10) applicatie is dé (11) place to be voor alle (12) dronepiloten om je (13) vluchten en missies te (14) plannen en beheren (15). Met de nieuwe Droneguide kun je op één (16) plaats je vloot, piloten, plannen en missies bijhouden, evenals afwijkingen aanvragen. Heb (17) je interesse? Bepaal (18) nu je gebruikersprofiel en registreer je (19) vandaag nog. Voor je het weet, heb je je eerste missie gevlogen (20)! 1

tussenwerpsel

11

bepaald lidwoord

2

persoonlijk voornaamwoord

12

onbepaald voornaamwoord

3

werkwoord: pv

13

bezittelijk voornaamwoord

4

bijvoeglijk naamwoord

14

voorzetsel

5

bijwoord

15

werkwoord: infinitief

6

bijwoord

16

bepaald hoofdtelwoord

7

voorzetsel

17

werkwoord: pv

8

bijvoeglijk naamwoord

18

werkwoord: imperatief/pv

9

aanwijzend voornaamwoord

19

wederkerend voornaamwoord

10

voegwoord

20

werkwoord: voltooid deelwoord

106

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 11

106


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT I Genre

In deze Bis-leesroute ga je: nadenken over de thema’s van het boek Adem, genres definiëren, het vertelperspectief van een fragment achterhalen, verder schrijven vanuit een ander vertelperspectief.

OPDRACHT I R p.453

C • Verduidelijking: cellen worden leeggelaten bv. als je bij ‘ruimte’ bv. R

Genre

A Over welke thema’s gaat het boek Adem? Noteer er vijf.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

overleven, avontuur, klimaatopwarming, ecologie, opgroeien B Welke van die thema’s spreekt je het meest aan? Leg uit waarom.

C Vul de tabel aan met wat je weet over deze verschillende genres. Als je denkt dat er heel veel antwoordmogelijkheden zijn, laat je de cel leeg. Werk in duo’s. (De kolom voor ‘thriller’ dient als voorbeeld.)

thema’s

thriller

fantasy

misdaad, avontuur …

avontuur, magie …

een verzonnen wereld

ruimte

publiek

jongeren, volwassenen

schrijfstijl

beschrijvend, niet langdradig horror

sciencefiction

thema’s

bovennatuurlijke dingen, gruwel …

toekomst, opgroeien uitvindingen, ruimte …

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

historische roman

geschiedenis verleden

tijd

tijd

‘overal’ kunt invullen, bij tijd ‘maakt niet uit’, bij publiek ‘iedereen’. • Geef de leerlingen de antwoorden om uit te kiezen en in de juiste cel te plaatsen (evt. per verhaalelement). • Geef als tip per genre een voorbeeld uit de voorbije modules, bv. • thriller: After dark • fantasy: De nachtuilen • historische roman: IJzerkop • horror: Frankenstein • sciencefiction: Mars • adolescentenliteratuur: Toffee, Cel 7, After dark, De nachtuilen

beschrijvend

beschrijvend

adolescentenliteratuur

toekomst

MODULE 11

107

MODULE 11

107


OPDRACHT II Vertelperspectief  C Leerlingen kunnen kiezen tussen een ik-verteller of een personele

Bis-leesroute ruimte

horror

sciencefiction

een enge plek

ruimte …

hij-verteller van een ander personage.

adolescentenliteratuur

jongeren

publiek

schrijfstijl

kort en bondig, spannend

kort en bondig, weinig beeldspraak

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

D Welke genres denk je dat er bij Adem passen?

thriller, sciencefiction, adolescentenliteratuur OPDRACHT II R p.453

Vertelperspectief

A Bekijk het schema en markeer wat er past voor Adem. Met welke verteller heb je in dit fragment te maken?

personele verteller

Het verhaal wordt in de 1ste persoon (ik) of in de 3de persoon (hij, zij) verteld.

‘ik’

‘hij’, ‘zij’ De verteller weet alles.

De verteller weet maar evenveel als het personage zelf. De verteller weet maar evenveel als één personage.

ik-verteller

alwetende verteller

beide, afwisselend

personele verteller

De verteller weet evenveel als enkele personages, maar wel maar één personage per keer.

meervoudig perspectief

B Waarom staan sommige zinnen in het verhaal schuingedrukt?

Dat zijn de gedachten van het personage. C Schrijf een volgend hoofdstuk voor het boek waardoor je het een meervoudig perspectief geeft. Behoud de schrijfstijl van het boek.

108

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 11

108


LEERDOELEN

MODULE Projectmodule: Romantiek én realisme Bis-leesroute Teksten

111 116

Boeken geven je een kijk in een andere wereld. Met fantasyverhalen ontsnap je naar een magische wereld vol mythische wezens, detectives slorpen je op in het mysterie van een misdaad en in historische romans leer je meer over het verleden. Maar je kunt natuurlijk gewoon ook een boek uit het verleden zelf lezen als je geïnteresseerd bent in geschiedenis. Neem bijvoorbeeld Max Havelaar, een boek uit de negentiende eeuw dat toen erg actueel was. Meer zelfs, dit boek heeft een enorme invloed uitgeoefend op de 19de-eeuwse maatschappij. Ja hoor, boeken zijn niet alleen leuk, ze kunnen ook de wereld veranderen!

Route 2 Bisboek

12

Module 12 Bisboek

omschrijving

ET

beheersings-­ niveau

kijken en luisteren

tekstdoel: informatief, opiniërend

2.5

analyseren

informatie selecteren

2.5

analyseren

spreken

interactie

2.11, 2,18

creëren

literatuur

leeservaring

2.16

creëren

thema

2.17

analyseren

tijd

2.17

analyseren

ruimte

2.17

analyseren

genre

2.17

analyseren

belang voor samenleving, maatschappelijke context

2.18

analyseren

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

MODULE 12

109


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

MODULE 12

110


Bis-leesroute Bis-leesroute OPDRACHT 1 Opstap

In deze Bis-leesroute ga je: naar een podcast over Max Haverlaar luisteren, fragmenten uit Max Havelaar lezen, nadenken over de kunststroming(en) van Max Havelaar.

OPDRACHT 1

fragment van Het Journaal op Het Archief: ‘Journaal: Week van de Fair Trade’ (01’57’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/v69862vc42

Opstap

A Bekijk de reportage van Het journaal. Waarvoor staat fair trade? Leg uit wat fair trade is met één zin uit het filmpje.

B Antwoord: boeren krijgen niet genoeg geld voor hun producten. Ze

eerlijke handel

kunnen niet blijven produceren en komen in de armoede terecht.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Boeren uit het zuiden krijgen een rechtvaardige prijs voor hun producten.

OPDRACHT 2 Oriënteren: Multatuli en Max Havelaar

B Bespreek met enkele klasgenoten waarom fair trade belangrijk is. Wat zou er gebeuren als er geen fair trade was?

luisterfragment op Het Archief: ‘De literaire canon: Max Havelaar van Multatuli, met David van Reybrouck’ (13’05’’) https://onderwijs.hetarchief.be/item/sx6447vk29

C1 Zoek op het internet naar ‘fair trade’ en ‘Max Havelaar’. Wat hebben ze met elkaar te maken?

De Max Havelaarstichting geeft een keurmerk aan fairtradeproducten. C2 Van waar komt de naam ‘Max Havelaar’?

Het is de titel van een boek. OPDRACHT 2

A Eventueel kun je het fragment opsplitsen in delen, die overeenkomen

Oriënteren: Multatuli en Max Havelaar

A Beluister de podcast en beantwoord de vragen. Inleiding 1

Wat denk je dat een canon is? een verzameling kunstwerken die als waardevol worden beschouwd in een cultuur een lijst boeken die iedereen moet lezen de geschiedenis van alle kunstwerken binnen één cultuur

2

Wat is de echte naam van schrijver Multatuli?

3

Wat was het doel van Multatuli met zijn boek Max Havelaar?

met de gegeven tussentitels: • van 00’00’’ tot 00’45’’: vraag 1-3 • van 00’45’’ tot 02’22’’: vraag 4-5 • van 02’22’’ tot 04’00’’: vraag 6-10 • van 04’00’’ tot 04’18’’: vraag 11-12 • van 04’18’’ tot 07’46’’: vraag 13-19 • van 07’46’’ tot 11’13’’: vraag 20-23 • van 11’13’’ tot 13’05’’: vraag 24-25

Eduard Douwes Dekker

Hij klaagde de koloniale uitbuiting en corrupte bureaucratie in Nederlands-Indië aan. Algemene indrukken 4

Wat is het genre van Max Havelaar?

Het is een mengeling van verschillende genres. 5

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

Wanneer werd het boek geschreven?

1859

MODULE 12

111

MODULE 12

111


Bis-leesroute 6

De mening van de spreker over het boek vormt een contrast. Welke twee beschrijvingen gebruikt hij voor de verschillende passages?

7

Met welke twee andere kunstwerken vergelijkt de verteller deze contrasterende passages?

hartverscheurend mooi

en

Güell Park Het verdriet van België 8

van van

tenenkrullend saai Gaudí Hugo Claus

en

De verteller vindt het boek alsnog heel indrukwekkend omdat

Multatuli in Nederlands-Indië 9

Waarom was Multatuli geen klassieke koloniaal?

Hij woonde maar enkele jaren in Nederlands-Indië.

er zoveel op het spel staat .

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

10 Tegen welke periode van Nederlands bewind in Nederlands-Indië zet Multatuli zich af?

1840-1850 Andere boeken van die periode

11 Welk bekend werk werd er in hetzelfde jaar geschreven als Max Havelaar, en door wie?

The Origin of Species, Charles Darwin

12 Met welke metafoor worden die beide werken beschreven?

Het boek van Darwin werpt een nieuw licht op de natuur en dat van Multatuli op de kolonie. Nederlands-Indië 13 Sinds wanneer is Nederland aanwezig in Indië? sinds als

ondernemers

en

handelaars

14 Vanaf wanneer wordt het een Nederlandse kolonie? 15 Wat gebeurt er in 1813?

1600 .

1800

,

Nederland wordt opnieuw een koninkrijk. 16 Wat gebeurt er in 1830?

België wordt onafhankelijk van Nederland. 17 Waarom is dit een probleem voor Koning Willem I?

België was op dat moment rijker, dus verloor de Nederlandse koning een groot deel aan inkomsten.

112

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

112


INTERACTIE

Bis-leesroute

V INTERACTIE

18 Welke oplossing vond hij hierop? Geef de naam van deze oplossing en leg uit.

het cultuurstelsel : De Indische boeren moeten 20% van hun grond gebruiken voor gewassen die gewild zijn in Nederland.

CONTEXT

19 Wat was de rol van de koloniale ambtenaren, zoals Multatuli?

Zij stonden de lokale aristocraten/regenten bij om deze belasting te innen. Multatuli’s protest 20 Wat merkte Multatuli op?

Er was veel misbruik van dit systeem. vreselijke menselijke lasten

CONTEXT

22 Waarom kwam Multatuli, evenals andere controversiële figuren zoals Victor Hugo en Karl Marx, terecht in Brussel?

Hij verloor zijn positie en trok naar Brussel omdat het een vrijhaven was voor iedereen die zich vervolgd voelde.

23 Wat deed Multatuli in Brussel met zijn ongenoegen en frustratie?

Hij schreef het boek Max Havelaar. De impact van Max Havelaar 24 Welk rechtstreeks gevolg had het boek?

Het cultuurstelsel werd afgebouwd. 25 Welk onrechtstreeks gevolg had het boek, vanaf 1900?

Men ging pleiten voor een humaner kolonialisme.

Verdeel de klas in vijf groepen. Elke groep noemt één van de andere kunstwerken die in de podcast genoemd werden en geeft een presentatie over de invloed van het werk op de maatschappij. • Gaudí, Güell Park • Hugo Claus, Het verdriet van België • Charles Darwin, The Origin of Species • Victor Hugo, Notre-Dame de Paris of Les Miserables • Karl Marx, Das Kapital of Kommunistisches Manifest (evt. samen met het vak Geschiedenis en/of en Engels, Frans, Duits)

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 V

21 Waarmee ging het profijt van Nederland tijdens de koloniale periode gepaard? met

D Bespreek de antwoorden in een klasgesprek.

Vergelijk met de Belgische geschiedenis en literatuur erover: Congo. enkele interessante links: • artikel van MO: www.mo.be/recensie/weinig-te-vieren-veel-te-lezen • podcast van MO: www.mo.be/interview/witte-belgen-confronteren-met-koloniaal-geweld-congolese-belgen-herinneren-aan-verzet • korte inhoud van een boek van David Van Reybroeck over Congo: www.debezigebij.nl/boeken/congo#

B Kijk even terug naar je antwoord bij vraag 8. Wat bedoelt de spreker met dit antwoord?

Hij geeft aan dat het boek heel belangrijk was voor de maatschappij.

C Bekijk opdracht 1 opnieuw. Leg uit waarom de naam Max Havelaar goed past bij een keurmerk voor fairtradeproducten.

In het boek Max Havelaar werd uitbuiting van de Indische boeren aangeklaagd. De Max Haverlaarstichting gaat uitbuiting van boeren tegen door hun een eerlijke prijs voor hun gewassen te betalen. D Hoe benieuwd ben je om het boek zelf te lezen? Geef een score van 1 (helemaal niet benieuwd) tot 10 (super benieuwd). /10

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

113

MODULE 12

113


OPDRACHT 4 Romantiek en realisme  CONTEXT

Bis-leesroute OPDRACHT 3

Lezen

T4 p.116

A Bekijk het voorblad en lees de fragmenten uit Max Havelaar.

T5 p.117

B Wat vind je van de fragmenten? Geef een score op de schaal.

T6 p.119

helemaal niet grappig

A Opfrissen: De leeuw van Vlaenderen (1838) gaat over de

Guldensporenslag (1302) en werd geschreven in de context van de Belgische onafhankelijkheid (1830). Max Havelaar (1859) gaat over de wantoestanden in Nederlands-Indië en werd geschreven in de context van de Nederlandse koloniën.

erg grappig

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

saai

interessant

langdradig

kort en krachtig

moeilijk te lezen

vlot leesbaar

stom

leuk

C Zou je het boek graag helemaal lezen? Leg uit waarom wel/niet.

OPDRACHT 4

Romantiek en realisme

A De leeuw van Vlaenderen (Module 3) en Max Havelaar werden rond dezelfde periode geschreven, maar hebben volledig verschillende thema’s. Hoe denk je dat dit komt?

Beide boeken zijn verbonden aan de actualiteit van dat moment, maar die actualiteit verschilde voor België en Nederland.

B Denk na over de thema’s in Max Havelaar. Welke passen er beter bij de romantiek en welke bij het realisme?

thema’s

114

Route 2 Bisboek

romantiek

realisme

exotische wereld

aandacht voor de problemen van het heden samenleving, maatschappij werkelijkheid Route 2 Bisboek

MODULE 12

114


Bis-leesroute C1 Vorm een groep met enkele klasgenoten en beantwoord de vragen. 1 In welke tijd speelt het verhaal zich af? verleden – heden 2 Op welke plaats denk je dat het verhaal zich zoal afspeelt? Duid aan op de kaart.

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

3 Denk na over de vertelstijl van de fragmenten die je las. Wat vind je daar speciaal aan?

voorbeeld: De verteller spreekt de lezer aan.

4 Bekijk je antwoorden bij opdracht 2 opnieuw. Wat kwam je te weten over het genre van Max Havelaar?

Het is een mengeling van verschillende genres.

C2 Bekijk je antwoorden bij de vorige vragen. Passen die beter bij de romantiek of bij het realisme? Noteer de antwoorden in de juiste kolom. romantiek

realisme

heden

tijd plaats

op meerdere plaatsen

genre

vermenging van genres

D Bekijk je antwoorden op vraag B en C. Wat is je conclusie: is Max Havelaar een romantisch of een realistisch boek?

Beide: het heeft zowel romantische als realistische aspecten.

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

115

MODULE 12

115


Tekst 4 Voorblad van Max Havelaar

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 Uit: Multatuli, Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij (9de druk, 1900), Elsevier, Amsterdam. Geraadpleegd via DBNL (KB).

116

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

116


Tekst 5 Knipsels uit Hoofdstuk 1 van Max Havelaar

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 …

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

117

MODULE 12

117


Tekst 5

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 Uit: Multatuli, Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij (9de druk, 1900), Elsevier, Amsterdam. Geraadpleegd via DBNL (KB).

118

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

118


Tekst 6 Fragment uit Hoofdstuk 2 van Max Havelaar

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

119

MODULE 12

119


Tekst 6

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021 120

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

120


Tekst 6

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

121

MODULE 12

121


Tekst 6

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Uit: Multatuli, Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij (9de druk, 1900), Elsevier, Amsterdam. Geraadpleegd via DBNL (KB).

122

Route 2 Bisboek

Route 2 Bisboek

MODULE 12

122


BRONVERMELDING Bronnen De teksten en het illustratiemateriaal in Route 2 werden gebruikt met toestemming van de rechthebbende. Mocht u van mening zijn (auteurs)rechten te kunnen doen gelden op de teksten en/of het illustratiemateriaal in deze uitgave en/of bezwaar hebben tegen gebruik van afbeeldingen of teksten in dit leerwerkboek, wordt u vriendelijk verzocht contact op te nemen via welkom@diabe.be.

Audiovisueel materiaal Het digitale audiovisuele materiaal in deze leermethode is afkomstig van volgend platform: Het Archief voor Onderwijs: onderwijs.hetarchief.be

inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV april 2021

Dit materiaal is enkel toegankelijk via persistente links, verkrijgbaar in de digitale handleiding of op het platform zelf, bv. via de collectie voor Route 2 van Uitgeverij DiaBe. Deze links en collecties verschaffen toegang aan de rechtmatige gebruikers van dit platform: leerkrachten actief in een door de Vlaamse Overheid erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling en de leerlingen voor wie zij de fragmenten beschikbaar maken. Elke gebruiker van deze methode verklaart zich automatisch akkoord met de toegangs- en gebruiksvoorwaarden zoals aangegeven op de website van het platform.

Literaire fragmenten

De literaire fragmenten in de Leesroutes werden deels geselecteerd op basis van advies van volgende organisaties: Iedereen Leest Poëziecentrum De literaire fragmenten in de Bis-leesroutes bij de projectmodules werden geraadpleegd via en overgenomen uit: de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren, DBNL (KB)

Route 2 Bisboek


inkijkexemplaar Route 2 © DiaBe BV Geschreven door april 2021 Kim-Sophie Chaidron Mirte Dikmans Jolijn Sonnaert Elke Verkinder

ISBN 978-90-827-3538-3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.