deOndernemer Deventer 14 februari 2015

Page 1

www.deondernemer.destentor.nl

www.destentor.nl

februari 2015 - nr. 2

Thema: Health & food Streekproducten vinden gretig aftrek in de supermarkt Anne-Marie Jogems: wil de pijn en de vreugde van het leven voelen

Congres Cleantech Tomorrow schakelt tussen onderwijs en bedrijfsleven Starter Theo Cuijpers vertrouwt op zijn onderbuikgevoel Wereldrestaurant A1 in Deventer haalt de wereld binnen

Een initiatief van

Architect Wim Maas zet zijn eigen ego graag aan de kant


Meerdere typen woningen vanaf € 120.500,- incl. BTW/excl. grond

Afm. 8.40x11.84 m1, EPC 0.6 volgens bouwbesluit 2012 Wijziging van indeling en kozijnen mogelijk Bouwtijd 8 tot 10 weken, casco oplevering mogelijk

• 28 t/m 31 mei • In de Kazernetuin van de Boreel

W W W. O N G E W O O N . N L

Vraag onze brochure aan of maak een afspraak voor een vrijblijvend gepsrek Aalsvoort 127, Postbus 117, 7240 AC Lochem Telefoon (0573) 441 248, Fax (0573) 441 802 www.bouwbedrijfschot.nl info@bouwbedrijfschot.nl

WWW. DE SMAAK VAN DEVENTER . NL MEDIAPARTNER

Een eigen bedrijf beginnen?

Bezoek onze inloopavond.

Klaar voor de start Voor jezelf beginnen? Dan heb je ongetwijfeld veel vragen. Om jou als starter op weg te helpen, organiseren wij op donderdag 19 februari van 19.00 tot 21.00 uur een inloopavond op onze vestiging aan de Eendrachtstraat.

www.ikstartnu.nl Een aandeel in elkaar

R E C L A M E B U R E A U

De Smaak. Hét culinaire evenement van Deventer.

Kozijnen, ramen, deuren, trap hardhout, gemetselde spouwmuren, vloeren beton

O N G E W O O N

Gezellig netwerken met lekker eten en drinken? Bestel uw business arrangement op onze website!

R E A L I S AT I E

NETWERK

E N

OP MAAT GEMAAKT

O N T W E R P

SYSTEEMBOUW SMAAKMAKEND


februari 2015 - nr. 2

3

pas begonnen In deze Ondernemer extra aandacht voor: Health & food

Pagina 5 De beste tijd van Wim Maas moet nog komen

Pagina 7 Anne-Marie Jogems richt stichting voor ouderen op

Topsport Pagina 11

O

De disq, een innovatief product

ndernemen is topsport. Daar waar een topsporter 24/7 met zijn lijf bezig is, is de ondernemer 24/7 met zijn business bezig. Een topsporter volgt een uitgebalanceerd dieet, dat hem van alle benodigde voedingsstoffen voorziet. Zo heeft de atleet altijd de juiste hoeveelheid energie en kan hij pieken op de momenten die er toe doen.

Pagina 12 en 13 Boeren over het maken van hun streekproducten

Pagina 15 De volgende stap van Marian Heezen

Pagina 19 Kijkje in de keuken van Wereldrestaurant A1

Pagina 21 Team Auping wint Cleantech Battle 2015 Foto voorpagina: Patrick van Gemert

,,Vertrouw op je onderbuikgevoel’’ tekst: Fiona de Heus foto: Patrick van Gemert

I

n dit vakgebied weet ik de weg, hier ga ik me in onderscheiden.” Met die missie besloot Theo Cuijpers, afgelopen juni, op zijn 49e, voor zichzelf te beginnen. Zijn bedrijf Firstthings in Zutphen levert veiligheidsproducten, advies en begeleiding en binnenkort ook crisis- en veiligheidstrainingen. Hoewel Cuijpers jarenlang ervaring in deze branche heeft, is hij niet over één nacht ijs gegaan. Voordat hij op 1 juni 2014 van start ging had hij onderzoek gedaan en op verschillende plekken advies ingewonnen. Nadat hij zijn aandelen verkocht van zijn vorige directeursfunctie, was zijn oorspronkelijke idee om in loondienst te gaan werken. Maar hij had geen grondige persoonlijkheidsanalyse nodig om te constateren dat hij het mogelijk beter naar zijn zin zou hebben als hij zijn eigen pad kon uitstippelen. Een ondernemersscan die hij

1

liet uitvoeren bevestigde dat idee. Een bedrijf willen starten is één, maar het daadwerkelijk doen vraagt wel om kennis van de markt, inzet en startkapitaal. Cuijpers zocht daarom oud-ondernemers van grote bedrijven en de expertise van Interpolis op om zich te laten adviseren. Tevens raadpleegde hij de Kamer van Koophandel. „Ik zocht vooral advies over het starten. Hoe kan ik mijn eenmanszaak het beste neerzetten en er een boterham mee verdienen”, vroeg hij zich af. Een van de belangrijkste tips die hij kreeg was: „Blijf bij je zelf en vertrouw meer op je onderbuikgevoel.” „Dat was wel een worsteling, maar eigenlijk heb ik niets te verliezen. Er is voor een directeur-eigenaar die stopt geen sociaal vangnet zoals een uitkering of bijstand. Ik moest gewoon met de neus de goede kant op starten. Ik heb wel een ondernemingsplan gemaakt, want dat geeft je inzicht en het dwingt je beter na te denken.” Gefaseerd is hij zijn bedrijf aan het optuigen. „De doorlooptijd bij

Wat was uw eerste baan? Buiten een krantenwijk en donderdagavond/zaterdag hulp bij Vroom & Dreesmann was mijn eerste echte baan Management Trainee bij Credit Lyonnais Bank Nederland.

2 Wat wilde u vroeger worden? Kinderarts in een academisch ziekenhuis.

3 Waarom bent u weg bij de Rabobank Apeldoorn? Het is goed om na een aantal jaren weer iets anders te doen. Dat houdt je scherp en dat geeft nieuwe energie. Gelukkig is Zutphen niet ver van Apeldoorn ;-)

4 Wat zou u doen als u dit werk niet deed? Ronald van Wetering, directeur bedrijven Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek.

Dat zou ik iets voor mezelf beginnen…ondernemer worden.

5 Met wie zou u wel een dag willen ruilen van baan? Koning Willem Alexander en niet alleen om Maxima!

door Esther Talboom

banken duurt langer dan ik had verwacht”, merkt hij. „ Voor de volgende stappen ben ik nog in gesprek met een financier, maar inmiddels is wel de webshop met veiligheidsproducten in de lucht en ook de website van de Safecaddy. „Hiervan ben ik importeur voor Nederland geworden. Het is een mobiel veiligheidsstation voor BHV en EHBO-artikelen.” De Safecaddy komt uit het buitenland en wordt ingezet bij evenementen, zoals bijvoorbeeld de voetbalwedstrijden van de Bundesliga. In Zutphen is de Safecaddy ook al gebruikt bij het carbidschieten op oudjaarsdag.” De veiligheidsartikelen zijn bedoeld voor zowel particulieren als bedrijven. De producten worden online aangeboden met veel informatie en instructiefilmpjes. „Behalve verkopen vind ik juist de advisering belangrijk. Over vijf jaar hoop ik uitgebreide trainingsmogelijkheden voor BHV en crisismanagement, een webshop en een verhuurafdeling voor de Safecaddy te hebben en dat allemaal vanuit een eigen pand.”

En hoe is dat bij ondernemers? Veel mensen die ik ken denderen maar door. ’s Ochtends vroeg een ontbijtje, als er tenminste tijd is. ’s Middags wordt de lunch vaak overgeslagen of er wordt buiten de deur gegeten. Een zakenlunch is nog tot daar aan toe, maar vaak is het ook een tankstation waar de vette hap verleidelijk lacht. ’s Avonds een diner, glaasje wijn erbij en daarna vergadering of een businessmeeting met bier en de famous bitterbal. Te laat naar bed in de wetenschap dat de wekker over een paar uur onverbiddelijk is. Stel je voor dat een topsporter deze dagindeling een paar weken zou volhouden. Een ding weet je zeker: hij gaat niet optimaal presteren tijdens de komende wedstrijd. Nu wil ik niet pleiten voor een Spartaans regime. Maar zoveel mogelijk regelmaat, wat meer slaap en vooral goede voeding zorgen er al binnen enkele dagen voor dat je met meer en betere energie aan de dag begint. Je bent geconcentreerder, scherper en beter gehumeurd. Het begin van een opwaartse spiraal. Alain Schepers Algemeen redactiechef a.schepers@wegenermedia.nl Twitter: @alainschepers

6 Waar heeft u een hekel aan? Luiheid en ongeïnteresseerdheid.

7 Vertel eens iets verrassends over uzelf? Ik kan op sterrenniveau koken.

8 Hoeveel kantoren heeft de Rabobank nog over 10 jaar? Lastige vraag. Een verwacht antwoord zou zijn minder dan nu, maar ... We zullen steeds scherp blijven kijken naar de beweging en wensen van onze klanten en hier passend op reageren.

9 Waar gelooft u heilig in? Dat de veranderingen alleen maar sneller zullen gaan en dat permanente aandacht voor innovatie en samenwerking voor ondernemers van groot belang is.

10 Nog een tip voor ondernemers? Als je snel wil gaan, doe het alleen en als je ver wil komen, doe het samen… Dus ga samenwerken!


februari 2015 - nr. 2

kort 4 Deventer ondernemer op poster Rabobank tekst: Monique Mulder foto: Moric van der Meer

V

anaf het moment dat Jules Groenewegen uit Deventer samen met zeven klasgenoten van het CIPAB in Zwolle een bedrijfje in houten stropdassen oprichtte, staat hij al in de publiciteit. Daarom keek hij er eigenlijk niet meer van op dat de Rabobank hem benaderde voor een promotiecampagne over ondernemende jongeren. Tijdens de opleiding ontwerpend meubelmaken aan het Cibap stimuleren docenten jongeren eigen producten te ontwikkelen. De flexibele houten stropdas, werd zo goed ontvangen dat de vijftig met de hand gemaakte exemplaren binnen een maand uitverkocht waren. Ook wonnen de jongeren met hun onderschei-

Jules Groenewegen (links) en Michiel Beenen van Tied Up Wood. dende product de derde prijs in de regionale competitie Jong ondernemen in Assen in 2014. Hun product was vanaf het begin zo’n succes dat drie van hen besloten het

studentenbedrijf tot de echte onderneming Tied Up Wood te maken. ,,Inmiddels is er één afgevallen en zijn alleen Michiel Beenen uit Gramsbergen en ik nog over,’’

vertelt Jules Groenewegen. Dat ze werden benaderd door de Rabobank is volgens hem het gevolg van de cursus Stichting Zomerondernemer die ze afgelopen zomer in Zwolle hebben gevolgd. ,,Daarvan was de Rabobank één van de hoofdsponsoren. We werden benaderd voor een artikel in hun blad Dichterbij en er ontstond een poster uit.’’ Deze poster hangt in een bushokje in Zwolle. Hierop tonen de drie jongens hun eigen gemaakte stropdas. De kop ‘Hoe Zwolse jongeren ondernemen’ verwijst naar de bijdrage van de Rabobank. De zomercursus was volgens de jonge zakenman enorm pittig. ,,De cursus duurde een week en daarna hebben we verschillende bedrijven bezocht. Het hielp ons te onderzoeken of er potentie in ons product zit.’’ En dat zit er volgens de jongens, want ze zijn inmiddels

bijna door hun tweede voorraad van 130 stropdassen heen. ,,We hebben alweer een bestelling gedaan voor een nieuwe lading van 160 en zijn er ook mee bezig een andere website te bouwen met een webshop erbij.’’ De stropdas van Tied Up Wood is opgebouwd uit verschillende stukjes hout, die met een elastiek aan elkaar zijn verbonden. Voor het hout is er keuze uit eiken, gebakken eiken, essen, kersen en noten. Het is een gadget dat vooral populair is bij jongeren en hippe zakenmannen. ,,Voordeel is natuurlijk dat de das licht is en gemakkelijk met een doekje schoon te maken.’’ Hoe populair de stropdas ook is, beide jongens werken nu alweer aan een nieuw product. ,,We zijn bezig met het ontwikkelen van een houten riem. Maar dat is nog in de beginfase.’’

Eerste paal nieuwbouw MaRo Techniek foto: Willem Feith

O

p bedrijventerrein De Revelhorst in Zutphen klinkt eind januari een positief geluid: op de Hoge Balver wordt geheid. De komende maanden realiseert Temmink Bouwprojekten hier de nieuwbouw voor MaRo Techniek. De eigenaren Rob Molenaar en Martin Bossenbroek heiden zelf de eerste paal officieel de grond in.

Stormachtige groei MaRo Techniek, specialist in aandrijf- en besturingstechniek, maakt een stormachtige groei door. De twee oud-collega’s Rob Molenaar en Martin Bossenbroek begonnen acht jaar geleden in Harderwijk samen met dit bedrijf, verhuisde al snel naar het voor hen

centraal gelegen Zutphen. Hun eerste locatie aan de Bettinkhorst op de Revelhorst was al snel te klein en ze verhuisden naar de Zonnehorst. „Inmiddels werken we met elf mensen, dus het wordt weer te klein”, vertelt Rob Molenaar. Dit komt onder meer doordat het bedrijf ook steeds meer baggerpompen, aandrijvingen en andere oplossingen voor de bagger-, maritieme, offshore en industriële sector in het buitenland levert en onderhoud. Onder andere het elektriciteitsnet van Congo is vaste klant geworden.

gemeente Zutphen verleende binnen zeven weken de benodigde vergunningen. Temmink Bouwprojekten, dat ook al onder meer de nieuwbouw van Davines op de Revelhorst realiseerde, bouwt het pand in hoog tempo: nog voor de bouwvak staat de verhuizing gepland. De nieuwbouw wordt ongeveer vijf keer zo groot als de huidige locatie aan de Zonnehorst. „Met een groter kantoor, een grotere werkplaats en we houden ook nog de mogelijkheid om verder uit te breiden”, aldus Molenaar.

Vijf keer zo groot

Deskundigheid

Op de Hoge Balver was grond beschikbaar, vader Bossenbroek, aannemer van origine, maakte het ontwerp („Maar ik ben 73, dit wordt mijn laatste pand.”) en de

Temmink Bouwprojekten uit Deventer heeft alle deskundigheid in huis voor het realiseren van nieu- Martin Bossenbroek (links) en Rob Molenaar (zittend) heien onder begeleiwe bedrijfshuisvesting, van advise- ding de eerste paal van de nieuwbouw aan de Hoge Balver op de Revelhorst in Zutphen de grond in. ring tot en met de inrichting.

Overname familiebedrijven niet in trek ren denken te weten wat het voeren van een familiebedrijf inhoudt, maar hebben vaak een beperkt beeld van de kansen en mogelijkheden. Ze denken dat een keuze voor het familiebedrijf betekent dat ze in de voetsporen van hun ouders treden en een ingesleten spoor volgen waarin ze zich niet kunnen ontwikkelen. Terwijl familiebedrijven vaak extra carrièremogelijkheden bieden.

foto: Shutterstock

F

amiliebedrijven zijn een belangrijke factor in de Nederlandse economie. Zo’n 70% van het midden- en kleinbedrijf is een familiebedrijf. Maar bedrijfseigenaren die de onderneming hebben overgenomen van familie, hebben minimale verwachtingen deze ook weer aan een familielid door te geven. Dit stelt het lectoraat Familiebedrijven van Windesheim.

Handvatten

Onderzoek

Jongeren zien de overname van het familiebedrijf niet als een vanzelfsprekendheid. Een handdruk gaat dan ook niet over één nacht ijs.

Het lectoraat doet momenteel onderzoek naar de overname van familiebedrijven. Het lijkt erop dat jongeren dit niet als vanzelfsprekend zien. Er is zoveel te kiezen, dus waarom zou je je ‘beperken’.

Ook belemmeren beeldvorming, verwachtingen en emoties vaak het gesprek over opvolging binnen de familie. De Family Business Track van Windesheim wil dit

doorbreken. Het is een traject voor studenten en young professionals die zich onafhankelijk en gedegen willen oriënteren op een eventuele rol in het familiebedrijf. Kinde-

De Family Business track biedt studenten en young professionals de kans om samen met ‘lotgenoten’ te ontdekken of een carrière in het bedrijf van hun familie iets voor hen is. De colleges worden verzorgd door ervaren docenten en vooraanstaande onderzoekers op het vlak van familiebedrijven. Ook

krijgen de deelnemers handvatten om het gesprek over bedrijfsopvolging binnen het gezin of de familie aan te gaan.

Bewustwording Om het gesprek en bewustwording op gang te brengen, betrekt de Family Business Track ook de huidige generatie eigenaars in het familiebedrijf in het traject. Daarnaast bieden bekende ondernemers uit familiebedrijven, vanuit eigen motivatie voor dit thema, de deelnemers een kijkje in hun keuken. De Family Business Track start op donderdag 19 februari. Voor meer informatie kunnen geïnteresseerden kijken op windesheim.nl/familybusinesstrack. In de Ondernemer van 14 maart schenken we nogmaals aandacht aan dit item.


februari 2015 - nr. 2

5

het portret

,,Architectuur is meer dan vier muren’’ tekst: Nadine Kolkman foto: Patrick van Gemert

Het was al vroeg duidelijk wat Wim Maas wilde worden. Hij hield van tekenen, ontwerpen en keek altijd met een nieuwsgierige blik naar zijn omgeving. Architect, dat werd het levenspad dat hij moest bewandelen. Maar rechtlijnig is dat pad niet geworden. ,,Wat mensen zelf willen is veel belangrijker dan mijn ego.’’ Maas blaast niet graag hoog van de toren en denkt dat hij zich als architect nog verder moet doorontwikkelen. ,,Mijn beste tijd moet nog komen’’, zegt hij. In een drafje komt Wim Maas van de statige trap aflopen van zijn architectenbureau Maas Architecten aan ‘t Ei in Lochem. Zijn grijze krullen dansen even op en neer. De donkere bril met ronde glazen en de donkerblauwe schipperstrui geven Maas een nonchalante look. Het past in het plaatje van artistieke ondernemers. Eenmaal plaatsgenomen aan de grote vergadertafel, omringd met foto’s van huizen die ontworpen zijn door het Lochemse architectenbureau, komt al snel de pen te voorschijn. En een grote rol papier. Alles wat Maas wil zeggen of uitleggen tekent hij. Bedachtzaam, maar snel. Heel snel. Voordat je het weet, staat er weer ergens een streep door en tekent Maas op een andere plek op het papier een vertrek, een huis, een garage, omgevingsfactoren of een pijl die de richting van het zonlicht weergeeft.

Creatief Als klein jongetje tekende Maas er ook al lustig op los. Schrijven en rekenen interesseerde hem niet. Tijdens zijn basisschooltijd in Winterswijk, waar hij geboren en getogen is, was het al snel duidelijk waar Maas goed in was. ,,Bij het organiseren van evenementen of het ontwerpen van een decor

voor een schoolvoorstelling werd ik veelal ingezet. Mijn creativiteit viel blijkbaar op’’, lacht Maas, die een gezellige en zorgeloze jeugd beleefde in de Achterhoek samen met zijn ouders en drie jaar jongere broertje.

Opwelling Na de middelbare school koos Maas voor de HTS om vervolgens na twee jaar diensttijd te gaan studeren aan de Academie van Bouwkunst. ,,Ik ging twee dagen in de week naar de academie in Arnhem en daarnaast werkte ik vier dagen in de week voor architectenbureau Van Hogevest in Amersfoort. Het waren pittige jaren ja, maar ik vond het leuk. Ik mocht van mijn hobby mijn werk maken. Dus ik deed het zeker niet met tegenzin. Vandaar dat ik er na mijn studie nog even ben blijven werken.’’ In 1991 startte Maas in een schuur van hotel Bon A’parte tussen Lochem en Barchem zijn eigen architectenbureau. Dit tot de schrik van zijn vrouw, zij was op dat moment hoogzwanger van hun tweede dochter. ,,Eigenlijk zegde ik van de een op de andere dag mijn baan op. Het was een soort opwelling. Ik had namelijk nooit de ambitie om ondernemer te worden. Maar ik kan zeker ook niet zeggen dat ik ondernemer tegen wil en dank ben. Architectuur heeft mijn passie, ik ben architect. Altijd met mijn omgeving bezig, waar ik ook ben.’’

Weerstand

De fascinatie voor bouwen was al vroeg aanwezig bij Wim Maas.

In zijn rol als architect stuit Maas regelmatig op weerstand. Hij wijst naar de grote Gudulakerk, die pal tegenover zijn architectenbureau staat. ,,Zo’n gebouw zal in deze huidige tijd nooit meer gebouwd kunnen worden. Niet op zo’n prominente plek en met alle bestemmingsplannen van dien. Vroeger bestonden al deze procedures niet. Tegenwoordig heb je als ontwerper van een pand altijd te maken met welzijnscommissies. En iedereen heeft er een mening over. Is het klassiek of te modern?’’ Maas

Wim Maas begon in 1991 met zijn, inmiddels landelijk bekende, architectenbureau Maas Architecten in Lochem: ,,Ondernemen vormde voor mij geen leidraad, maar ik ben ook geen ondernemer tegen wil en dank.’’ pakt zijn pen op en tekent een notariswoning. ,,Vroeger was dit een huis met status. En veel mensen zouden hier tegenwoordig nog graag in willen wonen, maar als je het goed bekijkt is het een vierkant gebouw met vier muren. En ja, hier plaats je een raam en hier een deur’’, zegt hij terwijl zijn hand over het papier schiet. ,,Maar je moet kijken naar de manier van wonen, van leven. Waar staat je pand? Waar komt de zon op? In welke vertrekken begeef je je graag en wanneer? Wat doe je er precies?’’ Hij trekt aan de rol papier. De notariswoning verdwijnt weer van tafel en een schoon vel dient zich aan. Hierop tekent hij een woning die hij onlangs heeft ontworpen aan de weg tussen Laren en Markelo. ,,De locatie vanaf de weg is zichtbaar. Maar als je op de plek staat valt mij als eerste de beek op die er langs stroomt. Op de ochtend dat ik er voor het eerst was scheen de zon en zaten er twee zwanen langs de waterkant. Prachtig. Dat uitzicht moet je natuurlijk niet belemmeren met een muur in je huis. Dat zicht moet je behouden met een glazen pui bijvoorbeeld. Tegelijkertijd wil je dat de verschillende vertrekken in elkaar overlopen. Je moet in de keuken contact hebben met de woonkamer. En boven moet je contact kunnen hebben met beneden.’’ Maas geeft aan dat zijn ontwerpen meestal eye-openers zijn voor zijn klanten. ,,Maar het is het belangrijkste dat zij het mooi vinden, dat

zij er in kunnen leven. Daar gaat het om. Het wil wel eens voorkomen dat het creatieve proces stagneert, en dan ga ik te rade bij Frank Vijftigschild of Gerard Plug, twee collega-architecten van het

,,Door samen te werken kom je tot de mooiste oplossingen’’ bureau. Als ontwerpers versterken wij elkaar, en van dit gegeven maken we dan ook dankbaar gebruik. We doen binnen dit bureau heel veel dingen samen, met het hele team overigens. Zo kom je tot de mooiste oplossingen.’’ Het doet Maas nog altijd pijn dat hij de afgelopen jaren afscheid moest nemen van 13 van de 25 medewerkers. De crisis in de bouwsector dwong hem tot dit besluit. ,,Op werkgebied is dit mijn dieptepunt. Voor behoud van werkgelegenheid en service aan onze klanten in het midden en het westen van het land, zijn we in april 2014 wel een tweede vestiging gestart in Zeist. We vonden het altijd jammer dat opdrachtgevers niet voor ons kozen op basis van de afstand naar de Achterhoek.’’ Hoogtepunten kent Maas gelukkig ook genoeg. Zoals toen zijn bureau de Publieksprijs Architectuur in ont-

vangst mocht nemen voor een woning in De Parken in Apeldoorn, ontworpen door architect Frank Vijftigschild. Eerder won het bureau ook al twee keer de publieksprijs en twee keer de juryprijs in de Achterhoek. Maar een project opnoemen van zijn eigen hand waar de architect het meest trots op is, kan hij weer niet. ,,Mijn beste tijd moet nog komen. Ik ben erachter gekomen dat je je door kunt blijven ontwikkelen. Het is een soort rijpingsproces. Elke opdracht wil je weer iets beter doen.’’

Thuis voelen Op de vraag of Maas woont in een door hemzelf ontworpen woning antwoordt hij bedachtzaam: ,,Nee en ik denk dat ik het ook niet zou kunnen. Ik denk dat dit ook te maken heeft met mijn rijpingsproces. Ik woon nu in een prachtig huis in Epse dat ontworpen is door architect Anthony Williams uit Deventer. Hij is helaas zeer recent overleden. Toen ik het kocht had het jaren zeventig elementen. Dat heb ik er helemaal uitgehaald, zonder iets af te doen aan het ontwerp van het huis. Want dat is prachtig. Ik voel me er thuis en dat is het belangrijkste.’’ Wim Maas siert de voorpagina van deze Ondernemer. De foto is gemaakt bij een door hem ontworpen woning aan de Koningin Wilhelminalaan in Schalkhaar.


februari 2015 - nr. 2

innovatie 6 Zinkend schip of op koers naar nieuwe economie? tekst: Fiona de Heus foto: Eigen foto

edrijven trekken weg. De werkgelegenheid wordt minder. Er wordt gekort op de zorg. Grote onderwijsmerken zijn verdwenen. Tijd voor een wake-up-call voor Deventer, vinden Harry Webers (Witteveen+Bos) en Martin Kleine Schaars (I’M Architecten). Ze willen de economische situatie van de stad ombuigen. „Per saldo zinkt het schip. De vraag is wat de volgende honderd jaar ons gaan brengen”, zegt Webers zorgelijk. Webers, onder meer oud-voorzitter van Deventer Kring van Werkgevers, somt op welke industriële activiteiten in de afgelopen decennia geheel uit Deventer zijn ver-

B

dwenen of gaan verdwijnen: textiel, tapijt, ijzer, de fietsfabriek en de chemie. In de krant staan voortdurend negatieve berichten zoals: ‘AkzoNobel: sluiting Deventer definitief’ en ‘Verlies 120 banen bij Avantor’. Webers: „Deventer is een stad van nevenvestigingen geworden.”

Zorgen Zeven jaar geleden maakten Webers en zijn oud-collega Kleine Schaars zich al zorgen over de crises: de financiële crisis, de bankencrisis, de huizencrisis en de crisis in de pensioensector. „Het is nu vooral de sociale crisis waar ik me zorgen over maak”, zegt Kleine Schaars. Hoogopgeleide mensen kunnen nauwelijks een baan vinden, velen trekken weg naar de

Randstad. „Ik heb goede studenten begeleid, die nu drie uur per dag bij het postsorteercentrum werken - meer werk is er niet.” Webers: „Ondertussen worden de grote steden sterker, de kleine steden zwakker en de regio heeft het nakijken. Wij vinden dat de Deventer ondernemers, overheden en onderwijsinstellingen zich meer zorgen moeten maken.”

Bottom-up Tijd dus voor actie. In navolging van de NV Bergkwartier, willen Webers en Kleine Schaars een ‘NV Economische Herstel. Voor stad en regio’ oprichten. „Bottom-up, vanuit de ondernemers”, benadrukt Kleine Schaars. „Economische groei ontstaat in de eerste plaats door bevolkingsgroei. Maar economische groei ontstaat ook door innovatie”, zegt Webers. „Bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, nanotechnologie en robottechnologie”, vult Kleine Schaars aan. ,,We moeten zorgen dat wij een stap verder zijn dan de rest van de wereld.” Hierin speelt Stedendrie-

Harry Webers: „Deventer is een stad van nevenvestigingen geworden.“ hoek Innoveert een grote rol, die makelt en schakelt om bedrijven vooruit te helpen met innovatie. Kleine Schaars en Webers doen diverse suggesties, zoals: ‘Kijk niet alleen naar de Randstad, maar zoek ook de samenwerking met Duitsland’, ‘Stel Duits weer verplicht op scholen’, ‘Zorg dat bedrijven, die willen innoveren geld kunnen lenen’, ‘Investeer in smart industries’. Niet voor niets verwijst De Nieuwe Hanze naar de oude Hanzetijd waarin de regionale econo-

mie dankzij durf en lef, verbondenheid en samenwerking, ondernemerschap, en burger- en gemeenschapszin floreerde. „Resultaten uit het verleden zíjn een garantie voor de toekomst”, verzekert Webers. Snel schakelen voor uw innovatie? Stedendriehoek Innoveert is opgericht voor en door ondernemers die innovatie in de genen hebben. Ga naar www.stedendriehoekinnoveert.nl.

VMI Group toegankelijker door digitalisering documenten gebruikers van Cobra informeren over de positieve klantervaringen en kansen om digitaal te werken. Digitalisering van informatie wordt immers voor veel organisaties steeds belangrijker: het raakt de bedrijfsvoering, de werkwijze en relaties met klanten en partners.

De ambitie om dossiers te digitaliseren bestond al langer bij VMI Group. Met de flinke groei van het aantal dossiers op kantoor werd de keuze actueel. De oplossing voor het ruimteprobleem vonden ze bij DIGIWERKT. Ter voorbereiding op het professioneel digitaliseren van alle documenten zette het digitaliseringsbedrijf de Quickscan in om advies op maat te leveren. Waar zit de winst om digitaal te werken? Voor ieder bedrijf is het verschillend. Zo ook voor VMI, een internationaal bedrijf dat machines produceert met name voor de rubber- en de autobandenindustrie. De Quickscan van DIGIWERKT bleek voor het bedrijf een handig hulpmiddel om een gedetailleerde analyse van alle informatieprocessen en organisatiedoelen in kaart te brengen. Hofstra kijkt hier positief op terug: “ Wij maakten ons van tevoren zorgen, maar die waren ongegrond. De scan werd gestructureerd uitgevoerd en maakte duidelijk hoe de digitalisering bij ons plaats moest vinden.” Quickscan voor de beste oplossing “Door groei van ons bedrijf, raakten onze kasten langzaam maar zeker vol met personeelsdossiers,” vertelt Jeroen Hofstra, Vice President Global HR bij VMI Group. Er werd naargeestig gezocht naar een oplossing voor het ruimtegebrek. Het digitaliseringsbedrijf stelde voor om een Quickscan te houden, zodat inzichtelijk

Door DIGIWERKT is de lang gekoesterde wens van VMI Group om te digitaliseren uitgekomen. werd welke oplossing het beste past die tijd-, kosten- en ruimtebesparend is. “De prima prijs-kwaliteitverhouding en betrouwbare omgang met privacygevoelige informatie van DIGIWERKT heeft mij over de streep getrokken om de lang gekoesterde wens van digitaliseren uit te voeren.”

openen en bekijken. De informatie is een stuk toegankelijker geworden en op termijn ook door managers digitaal te benaderen.” Precies wat ze wilden? “Ja, en meer dan dat. DIGIWERKT heeft ons veel ontzorgt met de Quickscan door met ons mee te denken. Zij kwamen met een voorgestelde aanpak.”

Tijdswinst en efficiëntie Van papieren naar digitale documenten heeft voor het bedrijf wel wat voeten in aarde gehad, maar leverde louter tijdswinst en efficiëntie op. Hofstra somt op: “De kasten zijn letterlijk verdwenen, de HR-afdeling kan tegelijkertijd verschillende dossiers

Diensten verlenen Naast het digitaliseren van documenten verzorgt DIGIWERKT een gedeelte van de opslag. Alle bestanden zijn opgenomen in Cobra, het personele systeem van VMI. Ook de leverancier CTB van Cobra is enthousiast over DIGIWERKT. Samen gaan zij de andere

Social Return DIGIWERKT digitaliseert met behulp van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en draagt hiermee bij aan Social Return (SR). Hierin is samengewerkt met SW-bedrijf Felua-groep. VMI benutte het digitaliseren daarmee tevens voor het invullen van hun SR. Onder andere hiermee voldoen zij aan de overheidsvoorwaarde dat minimaal 5% van de opdrachtsom wordt gebruikt om werk te genereren voor werkzoekenden. Dat speelde in hun keuze voor DIGIWERKT zeker mee, aldus Hofstra. “Hun aanpak sprak ons aan. Maatschappelijke verantwoordelijkheid speelt een belangrijke rol in ons bedrijf.” Wilt u weten wat digitaal werken voor uw organisatie kan betekenen? Neem contact op via 088 90 90 500 of info@digiwerkt.nl.


februari 2015 - nr. 2

7

mijn drive

,,Ik wilde de pijn en vreugde voelen’’ tekst: Suzanne van Gaale foto: Moric van der Meer

Z

org voor anderen en de levenservaring van ouderen lopen als een rode draad door het leven van Anne- Marie Jogems uit Bathmen. Haar buurvrouw van vroeger die haar van alles leerde, haar oma die haar meegaf mensen in hun waarde te laten en de prachtige gesprekken met haar hospita tijdens haar studententijd. Anne-Marie koestert warme herinneringen aan deze ouderen. ,,Ik voel me altijd prettig bij ouderen. Ze stralen een bepaalde rust en vrede uit en je kunt jezelf bij ze zijn.’’ Het is dan ook achteraf gezien niet zo verwonderlijk dat Anne-Marie afgelopen jaar de stichting Met zorg en aandacht oprichtte. Met deze stichting ondersteunt ze ouderen bij zaken die zorginstanties niet kunnen of mogen doen en waar ouderen zelf niet meer toe in staat zijn. Anne-Marie benadrukt dat het hierbij om emotionele en praktische zorg gaat en niet de medische zorg. ,,Mijn activiteiten zijn veelomvattend. Variërend van mentorschap en eerste contactpersoon zijn voor een zorginstelling tot samen wandelen en het regelen van taxivervoer.’’

Snelweg zonder afritten Het heeft echter heel wat jaren geduurd voordat Anne-Marie besefte dat ze zich in wilde zetten voor ouderen. Jarenlang vervulde ze diverse functies op gebied van facility- en parkeermanagement. ,,Het dienstverlenende zat er al van jongs af aan in. Ik deed altijd wat anderen verwachten. Niet wat ik zelf leuk vond, maar wat een ander goed vond. En omdat mijn ouders mij als hun voorbeeldige dochter zagen, wilde ik vooral ook laten zien hoe goed ik was. Ondanks dat ik met heel veel plezier en gedrevenheid al die jaren in de facility- en parkeerwereld heb gewerkt, besefte ik op een gegeven

Anne- Marie Jogems van de stichting Met zorg en aandacht: ,,Het is mijn missie om oudere mensen weer te laten voelen dat ze er mogen zijn.’’ moment dat ik het leven wilde voelen. Mijn leven was heel beheersbaar en ik had tot dan toe alles perfect onder controle. Vergelijk het met een snelweg zonder afritten, je gaat maar door.’’ Het moment van omslag kwam toen ze een nieuwe baan kreeg bij een adviesbureau. Daar had ze het voor het eerst niet naar haar zin in haar werk. Ze besloot haar ervaring en netwerk te gebruiken en werd zelfstandig ondernemer. In eerste instantie, nu twee jaar geleden, was dat nog als adviseur in de parkeerwereld. ,,Het gevoel van iets betekenen voor iemand en dan vooral voor ouderen, werd echter zo sterk dat ik besloot die parkeerwereld los te laten en de

stichting Met zorg en aandacht op te richten. Ik wilde het leven voelen, de pijn en de vreugde.’’

Voldoening Het iets kunnen betekenen voor een oudere, de blije gezichten van haar cliënten, dat is waar Anne-Marie heel veel voldoening uit haalt in haar werk. ,,We vergeten vaak te snel dat een oudere ook zijn/haar emoties en gevoelens heeft en we willen teveel regelen zonder rekening te houden met de echte behoefte van de oudere. En dat is precies waar het mij om gaat, ik sta niet boven maar naast of achter mijn cliënten en vraag waar zij behoefte aan hebben. Zij hebben zoveel levenservaring,

Regionale belweek voor werk

B

urgemeester, wethouders en directeuren gaan in de week van 16 tot en met 19 februari persoonlijk werkgevers bellen om te vragen wat zij voor hen kunnen betekenen bij het zoeken en vinden van nieuwe werknemers. De regio heeft de krachten gebundeld met als doel de laagste werkloosheid in Nederland te gaan halen. Met de grote regionale belweek willen de gemeenten werkgevers enthousiasmeren en committeren om bij te dragen aan dit resultaat. Veertien gemeenten, zes regionale sociale werkvoorzieningen, werkgevers (VNO-NCW), vakbonden, onderwijsorganisaties en het UWV hebben de basis gelegd voor deze grote regionale ac-

daar kunnen we allemaal van leren. Toch zijn veel ouderen eenzaam of kunnen het tempo van alledag niet meer bij benen. ‘De glans is eraf’, zoals één van mijn cliënten zei. Het is mijn missie om deze mensen weer te laten voelen dat ze er mogen zijn.’’ In praktijk merkt Anne-Marie dat ‘er zijn’ vaak om iets heel simpels gaat, althans wat voor ons weinig betekent. Bijvoorbeeld in de auto naar het dorp, naar het bos om een eindje te wandelen of samen muziek te luisteren. ,,Hoe vanzelfsprekend is het niet voor ons om in de auto te stappen en ergens naar toe te rijden. Voor veel ouderen is dat echter niet vanzelfsprekend en ze zijn dan ook heel gelukkig als je ze ergens mee naar toe neemt.’’

Ondanks haar sterke gevoel voor ouderen, lukt het haar om een bepaalde afstand te houden. ,,Uiteindelijk is het een zakelijke overeenkomst. Een oudere of diens familielid schakelt mij in voor een bepaalde hulpvraag. Ze doen een beroep op mij en ik help ze verder. Dat neemt niet weg dat ik ook wel eens een traan wegpink en soms even weer tot mezelf moet komen. Maar dat is ook menselijk.’’ Het loslaten is iets wat Anne-Marie vooral de laatste twee jaar heeft geleerd. Om dat te illustreren, leest ze tot slot het volgende gedicht van Van Monchu-Krijger voor: ‘Niet wat ons wordt aangedaan, doet ons op of onder gaan. Maar de manier van er naar kijken, doet ons verarmen of verrijken’.

Interessante transfer binnen uw bedrijf? Tip de redactie!

tie. Samen vormen zij de nieuwe netwerkorganisatie Regionaal Werkbedrijf die mensen met een vraag om werk willen begeleiden naar een baan bij regionale werkgevers. Door de samenwerking zijn er verschillende arrangementen beschikbaar voor werkgevers die het extra aantrekkelijk maken om nieuwe medewerkers een kans te geven binnen hun bedrijf. Met de grote regionale belactie willen de partijen werkgevers hier van op de hoogte stellen. Naast accountmanagers pakken ook burgemeesters, wethouders en andere vertegenwoordigers van organisaties de telefoon ter hand. Zoals Deventer wethouder Jan-Jaap Kolkman zegt: ,,Het is ook aan ons om

ondernemers enthousiast te maken. Zij zijn onze beste ambassadeurs, zonder hen krijgen wij het niet voor elkaar! Daarom gaan we werkgevers persoonlijk bellen om te bespreken wat we voor elkaar kunnen betekenen. En dat is veel in mijn overtuiging.” De regionale belweek wordt afgesloten met een slotdebat in de Broodfabriek in Zutphen. Het debat vindt plaats op 19 februari van 19.30 tot 21.30 uur en is toegankelijk voor alle geïnteresseerden. Op 26 maart organiseert de regio het Arbeidsmarkt Event in Omnisport Apeldoorn. Werkgevers kunnen hier kosteloos hun bedrijf presenteren en werkzoekenden ontmoeten.

Heeft u een nieuwe marketingmanager aangenomen die uw bedrijf een stap verder gaat helpen? Is er binnen uw bedrijf een nieuwe directeur gestart? Heeft u een getalenteerde manager P&O weten te strikken, of een innovatieve communicatieadviseur? Vanaf volgende maand start de Ondernemer met een nieuwe rubriek met daarin een overzicht van dergelijke interessante ‘transfers’ bij bedrijven binnen deze regio. Een mooie kans voor ondernemingen om hun nieuwe medewerker in het zonnetje te zetten en om kort iets te vertellen over de achtergronden bij een belangrijke personele wijziging. Daarnaast gaan wij kort nieuws publiceren over startende bedrijven, nieuwe vestigingen, uitbreidingen en overnames. De Ondernemer ontvangt hierover graag tips. Deze kunt u mailen naar: redactie@deondernemerdeventer.nl. De volgende Ondernemer verschijnt op zaterdag 14 maart.


februari 2015 - nr. 2

blogger in beeld 8 Elia Quentin: ,,Vooral leuk om kennis te delen’’ tekst: Monique Mulder foto: Moric van der Meer

Elia Quentin is oprichter en eigenaar van Qreativ, een partij die zich richt op technische maatwerkoplossingen en is mede-eigenaar van Conversie Marketeers. Hij blogt al bijna twee jaar voor de Ondernemer.

Ik heb het laten lezen door Stef Bloo van Claim Your Aim en wilde dat alles inhoudelijk klopte. Nu lukt het me vaak wel om een blog in één à anderhalf uur te schrijven.

Jij meldde je meteen in het begin al aan als blogger. Waarom? Het leek mij vooral leuk om kennis te delen. In mijn werkgebied heeft iedereen de neiging de kennis angstvallig bij zich te houden of vooral heel technisch te zijn. Ik wilde in Jip & Janneke taal brengen wat er nu zo interessant is aan Google. Zoekgedrag is voor mij daarbij het belangrijkste thema, maar ik vertel ook over bijvoorbeeld apps.

Is de Ondernemer als platform belangrijk voor je? Jazeker. Ik was megatrots toen mijn eerste blog geplaatst werd. Het is toch een site die veel wordt gelezen. Ik merk wel dat het nieuwe format van de website me iets meer aanspreekt, omdat Deventer nu onder de landelijke website hangt. Deze is beter te lezen op mobiele apparaten. Voor mij is het belangrijk dat mijn bijdrage goed wordt weergegeven inclusief infographics, links en plaatjes, want ik steek er veel tijd in om de tekst voor de lezer interessant en compleet te maken.

Is het lastig begrijpelijk te schrijven over Internetmarketing? Ik schreef wel vaker blogs, maar voor mijn eerste gastblog wilde ik toch extra mijn best doen. Daarom was ik er de eerste keer ongeveer zes tot zeven uur mee bezig.

Hoe vaak blog je voor de Ondernemer? Eerst schreef ik iedere week, maar je merkt dat de markt op een gegeven moment verzadigd is. Nu schrijf ik nog minimaal één keer per maand. Je wilt mensen niet

doodgooien met artikelen. Er moet wel een balans zijn. Wat levert het bloggen jou op? Het is voor mij vooral een manier om autoriteit op te bouwen. Het bloggen heeft voor mij daarom niet direct een commerciële intentie. Het bijzondere is dat je juist door kwalitatieve content te creëren vaak een leuk gespreksonderwerp hebt bij klanten of lezers. Gebruik je ook social media? In het begin was ik heel actief in het delen van mijn blog via social media. Het actief zelf promoten op de sociale kanalen is wel minder geworden. Wat ik nu vooral gebruik, is de optie mijn blog te promoten via Facebook. Dan kun je voor 5 of 10 Euro het blog onder de aandacht van een hele specifieke doelgroep brengen. Zoals mannen tussen 18 en 30 in een bepaalde beroepsgroep en een bepaalde interesse. Verder deel ik het natuurlijk ook wel via mijn eigen netwerk, maar de mogelijkheden om het zo precies te targeten als bij Facebook zijn bij LinkedIn en Twitter veel minder.

Elia Quentin: ,,Eerst schreef ik iedere week, maar je merkt dat de markt op een gegeven moment verzadigd is. Nu schrijf ik nog één keer per maand.’’ Hoe zie jij de toekomst als blogger? Bloggen gaat voor mij steeds belangrijker worden. Vanaf februari van dit jaar gaan we bij Qreativ werken met een content kalender. Onze opzet is vijf tot zes berichten per week te schrijven die we naast ons eigen blog ook zullen verspreiden op Linkedin en gastblogs om autoriteit op te bouwen en een natuurlijk linkprofiel om onze website in Google te versterken. Als je nagaat dat je per bericht ongeveer één à anderhalf uur bezig bent, gaat daar flink wat tijd in zitten. Doordat Conversie Marketeers veel ervaring heeft met het creëren van content voor klanten, kan Qreativ gelukkig een beroep doen

op hun tekstschrijvers en ervaring. Als je consequent zorgt voor content waaruit je autoriteit blijkt, weef je een steeds groter web rondom je merknaam en commerciële zoekwoorden die belangrijk zijn voor je onderneming. Ook is de kans dan steeds groter dat jij na het intypen van een aantal steekwoorden hoger in Google getoond wordt wat weer relevant verkeer kan opleveren. Voor mij geeft het bloggen me iedere keer weer opnieuw een kans om mijn kennis uit te breiden en te verdiepen. Omdat er in mijn vakgebied veel verandert, zal er altijd genoeg blijven om over te schrijven. Kijk voor de blogs van Elia Quentin op www.deondernemer.destentor.nl

(advertorial)

INNOVATIEVE ONDERNEMERS; MAAK GEBRUIK VAN DE INNOVATIEBOX!

Maarten Hekkelman (belastingadviseur)

De innovatiebox is een belastingfaciliteit waarmee je 5% vennootschapsbelasting betaalt over de innovatieve winst binnen je bv, in plaats van 20-25%. Dit is dus erg aantrekkelijk! Maar hoe kan het dan dat uit een recente analyse door het ministerie blijkt dat maar zo weinig (middelgrote) bedrijven gebruik maken van deze faciliteit? Het antwoord is simpel: de meeste ondernemers denken dat ze niet innovatief genoeg zijn. Mijn stelling is echter dat vrijwel elk Nederlands productiebedrijf in de bv/nv vorm aan innovatie doet. De productiebedrijven die niets met de innovatiebox kunnen, zijn bedrijven die nooit iets doen aan productontwikkeling en alleen maar massa’s de deur uitstampen. Dit soort massaproductie wordt ech-

ter veelal ondergebracht in landen waar de productiekosten navenant lager zijn. Elk Nederlands productiebedrijf doet in mijn beleving daarom aan enige vorm van technische (door)ontwikkeling in haar producten of haar productieproces. Dit is al voldoende voor de innovatiebox. Als je iets gaat doen dat technisch nieuw is voor je bedrijf (of de buurman het allang kan is dus niet van belang), dan kwalificeer je in principe al. De enige serieuze randvoorwaarde is dat je ook meedoet aan de WBSO, dit is een subsidie op de loonkosten voor Speur- en Ontwikkelingswerk, of over een patent/ octrooi beschikt. Een patent/octrooi registreren is vaak kostbaar en duurt lang, daarom ga ik in de praktijk meestal uit

van WBSO. Ik hoor echter nog steeds te vaak van ondernemers “ik doe niets met de WBSO want het is teveel rompslomp met uren bijhouden enzo” of “ik ben volgens mij niet innovatief genoeg voor de innovatiebox”. Er zijn goede subsidieadviseurs die je bijna alle werk uit handen kunnen nemen op no cure no pay basis. Dus als het niets oplevert, kost het ook niets. Mijn advies aan alle productiebedrijven in Nederland is daarom: vraag WBSO aan en sluit vervolgens een deal met de belastingdienst over de Innovatiebox. Dat is dubbel voordeel. Gewoon doen dus! Voor meer informatie kun je contact met mij opnemen via m.hekkelman@bonsenreuling.nl of telefoonnummer 0570- 50 30 20.

Verleng de levensduur van uw projectmeubilair

Voor:

Zorg

Kantoor

herstoffering

Overheid

Horeca

Onderwijs

w w w . j o u s t ra h e r s t o f fe r i n g . n l Duurzaam - Sociaal - Besparen


februari 2015 - nr. 2

9

retail

,,Vergeet de prijs, kijk naar de beleving’’ Gaan de winkels het redden? Hoe moeten de retailers omgaan met kansen en bedreigingen in hun sector? Deze vragen kwamen aan bod tijdens het online seminar over de retail van De Wijzen Van Het Oosten. Aan tafel ontving gespreksleider Gerbrand Pot Willem Overbosch (MKB Servicedesk en De Zaak), Remco Feith (Manager Binnenstad Zutphen) en Cor Molenaar. Molenaar is schrijver van het zojuist verschenen boek ‘Red de winkel’. Over het van de ondergang geredde V&D zegt de bijzonder hoogleraar E-marketing & Distant Selling: ,,Er zit geen geur of kleur aan. Typisch een gevalletje anorexiamanagement.’’ tekst: Nadine Kolkman foto’s: Crystal Park New Media

A

norexiamanagement? Wat is dat? Molenaar: ,,Doordat er te weinig omzet en te weinig rendement is gaan retailers besparen op de kosten. De huur moet omlaag en de kosten voor het personeel ook. Met als resultaat: geen vernieuwing, wel lagere kosten. Maar de klant komt hier niet voor.’’ Molenaar geeft aan dat er in twee à vier jaar tijd wezenlijk iets veranderd is. ,,Een klant gaat tegenwoordig niet meer naar V&D omdat het V&D is. Er heerst een heel andere cultuur. V&D heeft geur noch kleur. Ze hebben geen bekende merken, de winkel is niet leuk, inspireert niet. De Bijenkorf doet dit wel.’’ Twee jaar geleden waarschuwde Molenaar al dat V&D in de gevarenzone zit. ,,Toen zeiden ze: onze doelgroep is de wereldburger. Onzin. Je moet kijken naar de gemiddelde Nederlander. En die vindt het niet meer leuk om naar V&D te gaan. We hebben andere kooppatronen.’’ Molenaar geeft aan dat retailers niet hebben geluisterd naar de ontwikkeling. ,,In 1995 moest je naar de winkel om iets te kopen. De

enige keuze die je had was: naar welke plaats ga ik? In 2000 kwamen er steeds meer webwinkels. Per jaar steeg dit aantal met vijftien à twintig procent.’’ Volgens Molenaar hebben de smartphone en tablet bijgedragen aan het succes van online shoppen. ,,Als de man des huizes naar voetbal kijkt, zit de vrouw naast hem op de bank te shoppen op internet. Makkelijker kan niet.’’ De hoogleraar E-marketing & Distant Selling geeft aan dat zich een tweesplitsing heeft voorgedaan. ,,Bewust kopen doe je op internet, inspiratie opdoen doe je in winkels.’’ Molenaar is ervan overtuigd dat winkels die inspringen op nieuwe concepten de toekomst hebben. ,,Voor retailers die bij het oude blijven, zoals V&D, Blokker en Hema is het einde in zicht.’’

Alibaba Alibaba is volgens Molenaar het nieuwe businessmodel. Marktplaatsen zijn de basis van Alibaba, het verbinden van partijen met elkaar: klanten met winkels, klanten met fabrikanten en business met business. Alibaba verbindt, leidt en faciliteert. Willem Overbosch vraagt zich af of de gemiddelde ondernemer van 47 in Zutphen kan meegaan in deze megatrends. ,,Kan een juwelier zich bijvoorbeeld aanpassen aan deze veranderende om-

Remco Feith (links) en Willem Overbosch. Deze laatste zegt: ,,Als je als stad te veel inzet op koopjes in je stad dan ga je weer terug naar het oude model. Beleving is belangrijk. ”

Cor Molenaar: ,,een winkel moet open zijn als de klant wil kopen.’’ standigheden.’’ Binnenstadsmanager van Zutphen Remco Feith antwoordt: „Ja en nee. Sommige ondernemers lopen op de troepen vooruit en anderen zitten nog midden in het bewustwordingsproces. Maar ik ken ook jonge ondernemers die geen kaas hebben gegeten van internet. Eigenlijk is er geen peil op te trekken.’’

Historie Molenaar heeft als specialist op het gebied van retail wel een tip voor Zutphen als winkelstad. ,,Je moet je afvragen waarom iemand naar Zutphen zal gaan. Daar moet je namelijk wel redenen voor zien anders is het einde oefening. Een reden kan zijn de historische binnenstad. Je ziet in plaatsen als Ootmarsum, Delden en IJsselstein ook dat het werkt. Historie is de aantrekkingskracht van de toekomst. Het is eigenlijk recreëren. Je moet de prijs vergeten, maar kijken naar de beleving”. Overbosch is het hier mee eens. ,,Als je als stad te veel inzet op koopjes in je stad dan ga je weer terug naar het oude model. Beleving is belangrijk. Een juwelier kan hier ook op inspelen. Hij kan in de zaak veel meer vertellen over dat mooie horloge dan op internet.’’

Stadspromotie Zutphen heeft momenteel een groot probleem. In 2013 trok de binnenstad 30% minder bezoekers, terwijl Deventer op een steenworp afstand maar liefst 200.000 bezoekers meer trok. Reden hiervoor is dat Deventer stevig inzet op stadspromotie en dit in Zutphen sinds 2012 twee jaar heeft stilgelegen. Reden voor Zutphen om deze handschoen weer op te pakken. Maar het tij is nog niet gekeerd. Feith geeft aan serieus te kijken naar het verplaatsen van de koopavond van vrijdag naar zaterdag. Toch levert dit de nodige weerstand op. Molenaar zegt hierover: ,,Een winkel moet open zijn als de klant wil kopen.

Het mooie van de zaterdagavond is dat het goed is voor de horeca. Het wordt dan echt een avondje uit. Er is een kanteling zichtbaar. We gaan van een aanbodeconomie naar een vraageconomie.’’

Veel leed De hoogleraar geeft aan dat er heel veel leed is in de retail. Ondernemers zitten met hoge huurlasten en teren vaak in op hun pensioen. Dus er moet wel wat gebeuren. Maar wat? Hoe doe je mee, vraagt Gerbrand Pot aan zijn gasten aan tafel. Overbosch zou in willen zetten op kennis. Kennis van de onlinewereld. ,,Elke ondernemer moet gewoon eens een paar weken gaan Twitteren of iets op Facebook uitvinden. Dan is de eerste stap gemaakt.’’ Molenaar

,,Hoe dom kun je zijn om in de stad gratis wifi aan te bieden?’’ zegt dat er niet alleen gewezen moet worden op internet. Er zijn volgens hem drie zaken die de kern vormen van het probleem. ,,Ten eerste gaat tien procent van ons geld naar producten die vier jaar geleden niet bestonden. Smartphone, apps, internet en digitale televisie. We kunnen niet meer zonder. Omdat we tien procent meer moeten bezuinigen om dit geld terug te verdienen, gaan we niet meer naar C&A, maar naar Primark. Niet meer naar de Albert Heijn, maar naar de Lidl. De onderkant van de markt draait als een tierelier’’, aldus Molenaar. ,,Ten tweede bestaat dertig procent van onze huishoudens uit singles. Jongeren, ouderen, mensen die gescheiden zijn. Die mensen hebben een ander levenspatroon. Die kopen niet bij de gewone supermarkt, maar bij een Albert Heijn way to go. Die sporten en

eten onderweg nog ergens een hapje.’’ Ten derde komt pas de impact van internet om de hoek kijken stelt Molenaar. ,,Je kunt alles vinden op internet. Je hebt een mooie lamp gezien in een lampenzaak. Hup, even googlen op internet en dan bestel je die goedkoper bij Bol.com. Hoe dom kun je zijn om in de binnenstad gratis wifi aan te bieden?’’ Overbosch vindt dit te kort door de bocht. Hij vindt juist dat je ondernemers moet faciliteren met gratis wifi, zodat ook zij aan de slag gaan met internet.

Gratis parkeren Gerbrand Pot stelt dat er veel mensen buiten hun eigen plaats winkelen. Toch denkt het drietal aan tafel dat dit gaat veranderen. Molenaar: ,,Eerst moest alles groot. Nu vinden mensen juist de kleine winkelstraatjes leuk.’’ Het gesprek komt automatisch op het wel of niet gratis parkeren. Molenaar denkt dat je met gratis parkeren veel meer bezoekers kunt trekken. Hij is van mening dat de handhavingskosten hoger zijn dan de opbrengsten. ,,Ja, Amsterdam heeft ook betaald parkeren. En fors ook, maar dat is ook een leuke stad! Als dat ook geldt voor Zutphen dan kan je dat ook doen.”

Tips Molenaar geeft de volgende tips: ,,Ga samenwerken met elkaar. Winkels moeten zich meer richten op inspiratie en beleving. Maak het gezellig. Zet in op service. Ondernemers moeten bijvoorbeeld thuis gaan bezorgen. Neem barrières weg. Verander je openingstijden. Vernieuw snel je collectie. Werk samen met de horeca. Zorg ervoor dat je punten krijgt in de winkels die je gelijk in de horeca kunt inleveren voor een kopje koffie. Met dit alles stimuleer je mensen om te kopen.’’ Kijk het online seminar terug op www.dwvho.nl.


Sprekers Cleantech Tomorrow eensgezind:

We moeten NU iets doen

John D. Liu, Willem Ferwerda en z.k.h. Prins Carlos de Bourbon de Parme waren duidelijk: als we nu niets doen, is het te laat. Afgelopen 3 februari vond de tweede editie van Cleantech Tomorrow plaats, dit jaar in Apeldoorn. Ruim 750 belangstellenden stapten aan boord. Het kon dit jaar niet op: de lijst van sprekers was indrukwekkend. Inspiratoren als Eva Gladek en John D. Liu deden op het podium van de Rabobankzaal in Orpheus verslag van een reis naar een duurzame toekomst. Het middagprogramma stond in het teken van de Cleantech Battle 2015, gewonnen door de bedenkers van het levensloop bestendige bed. JOHN D. LIU “We live in paradise. Make sure we don’t get expelled”

In 1997 begint Liu het Environmental Education Media Project (EEMP), dat zich richt op ecologisch herstel: het doen terugkeren van biomassa, organische materie en biodiversiteit. Zijn missie: aantonen dat ecologisch herstel niet alleen mogelijk is, maar ook nog eens economisch zinvol – zowel voor de plaatselijke bevolking als voor overheden. Liu is ferm en duidelijk: “We have global problems. We have to adress them.” Daarbij sprak hij ons aan als mensheid, niet als Nederlanders. “We moeten echt stoppen met denken in bevolkingsgroepen. We moeten dit samen, als mensheid oplossen.”

WILLEM FERWERDA “Restoring our soil is restoring our soul”

Eensgezindheid is ook waar Ferwerda voor pleit. “Er wordt steeds meer actie genomen op het gebied van duurzaamheid, maar aan de andere kant gaat onze biodiversiteit harder achteruit dan ooit.“ Inzet van het juiste kapitaal is daarbij de sleutel. Willem Ferwerda is directeur en oprichter van Commonland, een organisatie die gedegradeerde gebieden op basis van een businessmodel herstelt in samenwerking met lokale partijen, bedrijven en investeerders. Daarbij resulteert elk te herstellen gebied in vier ‘returns’; inspirationele, sociale, natuur en financiële returns. “De eerste returns geef je aan de mensen die er wonen. Return of inspirational capital. Het kan! Het is allemaal bewezen.” Z.K.H. PRINS CARLOS DE BOURBON DE PARME “Iedereen is in potentie een leider” “Duurzaamheid is niet links of rechts, maar gewoon hard nodig. De wereld verandert enorm snel en we moeten nu iets doen. Ook u bent de samenleving.” Daarmee doet de prins een direct appel op onze eigen verantwoordelijkheid. Prins Carlos de Bourbon de Parme is directeur van INSID, Institute for Sustainable Innovation & Development. Een onafhankelijke stichting die als doel heeft het versnellen van duurzaamheid. Het doel is duidelijk: heel Nederland energieneutraal in 2050.

“Daarbij moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen.”

RICHARD DUNNE

ONDERWIJS EN JEUGD Het congres werd maandag 2 februari al afgetrapt met een programma voor en door studenten op tal van middelbare scholen in Apeldoorn en Deventer. Op het Etty Hillesum Lyceum in Deventer gingen leerlingen in gesprek met Robert Swan van Stichting 2041 en Richard Dunne. Daarnaast presenteerden de leerlingen hun projecten. Twee maanden lang zijn ze bezig geweest met het thema duurzaamheid. Ook Roderick Bunschoten, die vorig jaar mee reisde met de Aventus Cleantech Antarctic Expedition, presenteerde zijn verhaal. ROBERT SWAN inspireert leerlingen

Robert Swan wordt beschouwd als een van ‘s werelds beste en meest inspirerende sprekers. Na zijn wandeltochten naar de beide poolgebieden zette hij zijn leven in het teken van het behoud van Antarctica, dat slechts tot het jaar 2041 beschermd gebied is. Swan wil de jeugd, de toekomstige generatie wereldleiders, inspireren om zich in te zetten voor een duurzame economie en schone toekomstige technologieën. “The greatest threat to our planet is the believe that someone else will save it,” aldus Swan.

De Britse hoofdonderwijzer Dunne nam in 2011 deel aan een expeditie naar Antarctica onder leiding van Robert Swan en kwam volledig geïnspireerd terug. Zijn school is nu op alle fronten bezig met duurzaamheid. Energie- en kosten besparen zijn geen project, maar een voortdurende activiteit waar kinderen vanaf 6 jaar een verantwoordelijkheid in krijgen. In acht jaar maken de kinderen kennis met allerlei verschillende categorieen, zoals het individu, de samenleving, voedsel, energie. CLEANTECH BATTLE Een bed dat eenvoudig begint, groeit als je gaat samenwonen, omhoog kan als je kinderen krijgt en luxe wordt als je meer gaat verdienen. Dat was het idee van het winnende team dat meedeed aan de Cleantech Battle 2015. Andere teams bogen zich over onder meer het comprimeren van plastic afval en duurzame verpakkingen bij webwinkels. Het congres werd afgesloten door Femke Mostert, die op luchtige wijze een serieus onderwerp bezong, namelijk de Cleantech Agenda. Met deze agenda is de koers gezet voor de Cleantech Regio. Meer weten over wat het programma allemaal bracht? Ga naar www.cleantechregio.nl voor meer informatie en meld u aan voor de nieuwsbrief.


februari 2015 - nr. 2

11

eureka

De Disq: een nieuwe manier van fit worden tekst: Jos Fluitsma foto: Maarten Sprangh

H

et is de beste krachttrainingstool in de wereld. Dat zegt Apeldoorner Robbert Boekema over de DISQ. Hij is een en al enthousiasme als hij vertelt over de DISQ die hij ontwikkelde. „Vanuit mijn ervaring in de topsport wil ik mensen helpen om fit te worden. Met de DISQ train je met weerstand en dat is de meest effectieve manier om conditie en kracht op te bouwen.” De DISQ bestaat uit twee kleine schijven die je met een riem vastmaakt rond je heupen, en twee enkelbanden. In de schijven zit een opgerold koord waarvan je de weerstand kunt instellen. Door het koord uit te trekken functioneert het als een gewicht waarmee je je spieren traint. Ook je benen, als je het koord aan de enkelbanden vastmaakt. Met de DISQ (prijs: 199 euro) kun je kracht- en

conditietraining doen, binnen of buiten, op elke tijd en plaats. Robbert Boekema (zoon van olympisch schaatskampioene Ans Schut) was een paar jaar lid van de Nederlandse schaatsploeg, waar hij ploeggenoot was van olympisch kampioen Stefan Groothuis.

Schaatsbewegingen Robbert: „Net als elke andere topsporter was ik voortdurend aan het zoeken hoe ik kon trainen op een manier die zo dicht mogelijk bij de schaatsbewegingen bleef. Je wordt niet sterker door alleen maar steeds meer te schaatsen, maar vooral door krachttraining. Tijdens onze trainingen op afgelegen plaatsen hadden we niet altijd mogelijkheden voor krachttraining. Ik bleef altijd nadenken over een goed alternatief. Toen ik tijdens een skivakantie in 2006 aan het trekkoord van mijn skipas trok om die langs de scan te halen, had ik het. Ik merkte dat dat koord een constante weerstand

gaf vanuit het centrum van mijn lichaam, net als de schaatsbeweging. Zo is het idee voor de DISQ ontstaan.”

Constante weerstand Vanuit dat idee werkte Robbert aan de ontwikkeling van de DISQ, samen met Stefan Groothuis en Jelle van den Berg, kleinzoon van Elfstedentochtwinnaar Jeen van den Berg. „Met de DISQ creëer je - anders dan bij elastiek waarmee in sportscholen wordt getraind - een constante weerstand. Je werkt vanuit het centrum van je lichaam en een sterk centrum met sterke buik- en rugspieren zorgt voor een sterk lichaam. Met de DISQ werk je aan fitheid én conditie. Je kunt er altijd en overal mee trainen, je lichaam is het fitnesscentrum. Je doet een effectieve work-out met simpele bewegingen, je hoeft niet te springen of te dansen. Iedereen kan het doen, de DISQ is op elke weerstand instelbaar. Een apparaat als de DISQ, met een constante weerstand, was er nog niet. Het is echt een andere manier van trainen.” Robbert, Stefan en Jelle hebben een app ontwikkeld waarmee je via tablet of telefoon je training kunt doen en het zo een onderdeel van je dagelijks leven kunt maken. „We hebben verschillende work-outs gemaakt, om sterker te worden, om je energieniveau omhoog te brengen en om je conditie te verbeteren. Ieder kan het programma gebruiken dat op zijn doel is afgestemd. Omdat je met de DISQ veel energie verbruikt en zo veel calorieën verbrandt, kun je er ook flink mee afvallen.”

Voor alle sporten Het trainingsapparaat bestaat uit twee kleine schijven die je met een riem vastmaakt rond de heupen. Vandaar de slogan: the work-out you wear.

Robbert presenteerde de DISQ in 2013 op de FIBO in Keulen, een toonaangevende internationale

Robbert Boekema, zoon van olympisch schaatskampioene Ans Schut, geeft een DISQ-les. vakbeurs voor fitness, wellness & gezondheid. In 2014 introduceerde de grootste, meest exclusieve fit-

„We willen het denken over fit worden gaan veranderen” nessketen in Amerika de DISQ in hun clubs in onder meer New York, Hollywood, Miami en Washington. Oprah Winfrey besteedde aandacht aan de DISQ en hij stond op de cover van de Wall Street Journal. Je ziet de DISQ ook in de fitnesscentra van Hard Candy die zijn opgezet door Madonna.

Heel ingewinkeld

C

ode rood blijft onverminderd van kracht voor alle Nederlandse winkelstraten. Het regelmatig exploderen van winkelketens vormt een groot gevaar voor het winkelend publiek. Vooral ouderen zijn de winkelweg helemaal kwijt. De op dit moment in Nederland populaire ‘verwarde man’ wordt de laatste tijd vooral aangetroffen op winkelpromenades. De PVV heeft Sinterklaas Opstelten gevraagd het leger in te zetten om de HEMA te bewaken. Het enig Hollands winkelerfgoed dat nog een beetje overeind staat. Ivo heeft gezegd daar op dit moment geen mening over te Marcel Schoemaker is columnist en communi- hebben. Intussen zijn volgens de AIVD catie-adviseur. Hij laat zich graag inspireren hackers actief bij het verstoren van webwindoor het altijd weer verrassende gedrag van kels. Daders worden gezocht onder het perconsument en ondernemer. Het Hollandse vin- soneel dat leeft tussen Droom & Vreesman. gertje is vaak dichtbij maar altijd met een De grote clash tussen de digitale en reële knipoog. winkels is volop aan de gang. Sterker nog,

wij hebben ons al dan niet vrijwillig aangesloten bij een van de legers die de strijd voeren. Of wat meer aannemelijk lijkt, bij beide legers. Want we zijn dan wel licht verward, maar geen gekke Henkie. We surfen al jaren onze vakanties bij elkaar en voor een niet te moeilijk kledingstuk gaan we de deur ook niet meer uit. De moderne tijd, net wat u zegt. Maar als het zo uitkomt, zijn we weer dat sociale dier. Willen we soortgenoten ontmoeten in gezellige winkelstraten. Een nieuwe lipstick uitproberen of een lekker geurtje onze neusgaten binnen laten dwarrelen. ‘Make liever up your mind!’, schreeuwt de radeloze middenstander dan. En de consument blijft rustig doorgaan met het zenden van verwarde koopsignalen. Wat betreft de nog steeds onderdanige winkeliers is de oude Koning Klant hard toe aan een opvolger. Maar wie wil in hemels-

Boekema: „We hebben ons eerst gericht op fitnesscentra omdat je daar met je eigen DISQ kunt meedoen aan groepslessen onder begeleiding van een instructeur, maar daarnaast ook zelf thuis kunt trainen. We gaan de DISQ nu verder ontwikkelen voor andere sporten. Want je kunt hem ook heel goed gebruiken bij golf, Pilates, voetbal, wielrennen, basketbal en hardlopen en zelfs professionele ballerina’s werken ermee. Voor heel veel sporten is het goed om vanuit het centrum van je lichaam te trainen. Door te trainen met de DISQ worden je spieren sterker en dat kan blessures voorkomen. Een sterk lichaam is een fit en snel lichaam. De DISQ is dé nieuwe manier van bewegen gericht op krachttraining.’’

column naam het Nieuwe Boodschappenrijk bestieren? Hoe kun je die verwende, individualistische klant tevreden houden? U mag het zeggen! Ja u, en jij natuurlijk. Vooral jij eigenlijk. Want jullie zijn de veroorzakers van de chaos in de winkelstraat. Van de slapeloze nachten van al die hardwerkende neringdoenden. Die 24/7 bezig zijn met hun zaak. Nooit een fijne vakantie op internet kunnen uitzoeken. Elke dag weer elke klant vrolijk moeten begroeten. De klant die denkt dat alle winkels Sale of Pop-up heten. Die dan ook nog Zuid-Europees wil afdingen en dreigt met een webaankoop. De Griekse tragedie in het kwadraat. Ga daar maar eens goed over nadenken. Zodat je je later in het Winkelmuseum voor je kleinkinderen niet hoeft te verantwoorden voor het verdwijnen van de winkel. Ja jongen, hoe zal ik het zeggen. Dat was toen heel ingewinkeld.


februari 2015 - nr. 2

12

bree

Streekproducten zijn terug van weggeweest

Zelfs de supermarkt zwicht voor

tekst: Jelte Posthumus foto’s: afkomstig uit het boek ‘Koken met het beste van Veluwse bodem’

Fruitsap uit het Vechtdal, een Veluws stoofpotje, Sallandse asperges: streekproducten worden steeds populairder. Maar alleen op basis van een hoog ‘aaibaarheidsgehalte’ red je het niet als ondernemer op het gebied van streekproducten, zo ervaren drie ondernemende boeren uit Overijssel en Gelderland.

Definitiekwestie Steeds vaker duikt de naam ‘streekproduct’ op, net als de toevoeging ‘ambachtelijk’. Wat er precies bedoeld wordt is echter lang niet altijd duidelijk. ‘Elk product wordt ergens geteeld, verbouwd, gehouden of geproduceerd en komt dus uit een streek’, schreef Edwin Palsma van marketingbureau The Food Agency eerder over dit thema. De emotionele relatie tussen consument en product is volgens hem in ieder geval cruciaal. Mede om die reden verwachten marktkenners dat de meeste streekproducten vooral aanslaan bij lokale consumenten en zich niet lenen voor landelijk marketing en verkoop. De vrijwel overal bekende Limburgse vlaaien, Zeeuwse mosselen en Groningse mosterd blijven in dat geval dus uitzonderingen.

Marry Reinders van boerderij Den Hoek in Wilp-Achterhoek verkoopt in haar boerderijwinkel onder andere zelfgeproduceerde kazen.

W

at van dichtbij komt, is vertrouwd. De toevoeging ‘ambachtelijk’ is in de mode. En de economische crisis heeft de consument nog bewuster gemaakt van de prijs-kwaliteitverhouding van zijn aankopen. Of het nu om kleding, energie of voedingsmiddelen gaat. Geen wonder dus dat de populariteit van streekproducten - waarvan overigens talloze definities bestaan waarschijnlijk al jaren toeneemt. Uit een enquête onder personeel in de voedingsmiddelenbranche, uitgevoerd door website EVMI.nl, bleek in 2008 bijvoorbeeld dat 69 procent van de respondenten verwachtte dat streekproducten het helemaal zouden gaan maken. Vier jaar later was dat al 90 procent. Zo hebben ijssalons het de laatste jaren vaak moeilijk gekregen - vorig jaar nam de totale ijsconsumptie volgens het IJscentrum niet toe - maar snoepen ambachtelijke ijsbereiders volgens het centrum steeds meer marktaandeel af van de industrie. Supermarktketen Jan Linders, actief in de driehoek Maastricht - Eindhoven - Arnhem, profileert zich steeds vaker met lokale producten.

Zoals Limburgse vlaaien en groente en vlees van ondernemers uit het zuiden van het land. En op welke markt verschenen de laatste jaren nu geen nieuwe marktkramen met lokale en biologische producten? Schattig, die kleine lokale initiatieven, maar hebben grote supermarktketens oog voor individuele boeren die streekgebonden producten aan de man willen brengen? En wie controleert de kwaliteit en voedselveiligheid van al die ondernemers die aan de weg of op hun erf een eigen winkel beginnen? Volgens LTO Nederland, de brancheorganisatie die de belangen van de land- en tuinbouwsector behartigt, zijn dat aandachtspunten die voor de verdere ontwikkeling van de markt voor streekproducten van groot belang zijn. En waar kleine, individuele boeren moeten gaan samenwerken om samen hun streekproducten in de markt te zetten, ontstaan soms al snel problemen. Neem de Overijsselse coöperatie De Oorsprong, bij Deventer. De provincie Overijssel stak jaren geleden tonnen subsidie in het project. Maar


februari 2015 - nr. 2

13

eduit

producten uit eigen streek als snel daarna kreeg de groep oorspronkelijke oprichters onderling slaande ruzie en ging de coöperatie failliet. Van de duurzame ambities was weinig terechtgekomen. Maar de vraag naar onderscheidende, gezonde en als het even kan lokale producten zal alleen maar toenemen, zo is de verwachting. De Ondernemer sprak daarom met drie ondernemers die van streekproducten hun toekomst maken. Over hun liefde voor hun product en hoe zij hun streekproducten aan de man brengen.

Boerenhart (Scherpenzeel): coöperatie van eigenzinnige boeren Anderhalf jaar geleden ging deze coöperatie in Scherpenzeel, gelegen tussen Amersfoort en Veenendaal, van start. Inmiddels zit de vaart er al goed in, vertelt Pieter Vink. De ex-medewerker van de Rabobank, een van de financiers en initiatiefnemers van het project, is nu in dienst van de coöperatie waarbinnen twaalf producenten van groente, fruit, vlees, dranken en zuivel samenwerken. „De gedachte is dat ook in onze regio heel veel lokale producenten actief zijn, maar dat zij vaak wat onzichtbaar blijven. Ze zijn goed in het maken van een mooi product, dat zeker, maar vaak hebben ze geen tijd en focus voor marketing, de verkoop en de communicatie met consumenten. Via deze samenwerking kan je elkaar daar-

Ton Verbeek van Fruittuin Verbeek in Oldebroek. bij juist versterken.” De coöperatie richt zich op de zakelijke markt, waaronder vooral veel horeca, bedrijven en instellingen. „Die hebben absoluut interesse in streekproducten, maar ze hebben geen zin in acht verschillende busjes op de oprit en acht verschillende facturen”, aldus Vink. „Wij werken daarom op al die gebieden samen en we hebben één

centraal logistiek centrum. Een groep eigenzinnige boeren die gaan samenwerken, dat is een hele uitdaging. Maar iedereen beseft dat we allemaal belang hebben bij deze samenwerking.” Naast de zakelijke markt bereiken de ondernemers van Boerenhart ook steeds meer consumenten via de supermarkt. „De Jumbo hier in Scherpenzeel heeft voor onze pro-

Bart Boon van boerderij Eco Fields in Wekerom, die aangesloten is bij coöperatie Boerenhart.

ducten ruimte vrijgemaakt in de streekhoek”, vertelt Vink. „En andere Jumbo’s hier in de buurt hebben ook al interesse getoond.”

Boerderij Den Hoek (Wilp-Achterhoek): pure kaas, zo van de koe Al achttien jaar lang maakt Marry Reinders van boerderij Den Hoek (tussen Deventer en Apeldoorn) kazen. „De laatste jaren zie je inderdaad steeds vaker de term ‘streekproducten’ opduiken. De populariteit neemt toe, dat klopt. Dat heeft vast ook iets te maken met de wereld om ons heen: die wordt groter en groter. Daardoor krijgen mensen, zo lijkt het, juist meer oog en waardering voor wat er bij hen om de hoek gebeurt”, aldus Reinders. „Maar besef wel: vroeger waren er natuurlijk veel meer ambachtelijke bedrijven dan nu. Alleen al in onze branche, de kaasmakers, zijn de afgelopen decennia ontzettend veel bedrijven verdwenen of opgeslokt door grote, internationale bedrijven.” Op de boerderij van Reinders geen ingewikkelde productieprocessen, de melk waarvan de kazen gemaakt worden is maximaal 48 uur eerder door haar eigen koeien geproduceerd. „Bezoekers kunnen hier zelf bekijken hoe wij onze producten maken en we hebben speciale dagen waarop kinderen met hun ouders kunnen komen kijken. Kaas in de supermarkt is vaak fabriekskaas, die onder meer gepasteuriseerd is. Er is veel mee gesleept, vrachtauto’s hebben het naar fabrieken gebracht, er zitten ontzettend veel stappen tussen de koe en de kaas. En dat komt de kwaliteit en dus de smaak niet ten goede.”

Via de winkel bij de boerderij vinden de kaas, yoghurt, slagroom en andere zuivelproducten gretig aftrek bij consumenten in de omgeving. En ook in de schappen van onder meer de Plus-supermarkt in Heerde liggen nu de producten. „Zouden wij nog meer willen verkopen? Ja, natuurlijk”, aldus Reinders. „Maar we willen ons graag beperken tot deze regio. En meer produceren zit er nu sowieso even niet in. Wij zitten aan de max van onze productiecapaciteit.”

Fruittuin Verbeek (Oldebroek): alleen nog zelf verkopen Zeventien jaar lang produceerde fruitteler Ton Verbeek voor supermarkten. Maar eindeloos produceren terwijl de lekkerste, meest rijpe producten teruggestuurd werden omdat ze niet geschikt waren voor grootschaligheid, daar had hij op een gegeven moment genoeg van. „Wij produceren nu alleen nog wat wij zelf kunnen verkopen. Meteen na de oogst, via onze boerderijwinkel, of later in de vorm van onder meer sappen en jams.” Hij ontvangt er gemiddeld zo’n duizend particuliere klanten per week, met name afkomstig uit de directe omgeving. „Het opbouwen van zo’n klantenkring duurde even, maar langzaam gingen de verhalen over onze producten steeds meer van mond tot mond.” Het boek ‘Koken met het beste van Veluwse bodem’, waarin onder andere de hier genoemde ondernemers zich presenteren, is een project van Lekker Veluwe: een nieuw concept om liefhebbers van eten, drinken, koken en streekproducten met elkaar te verbinden. Zie: lekkerveluwe.nl.


februari 2015 - nr. 2

thema 14 Culinair genieten van ‘wellness food’ tekst: Fiona de Heus foto: Patrick van Gemert

N

atuurlijk draait het ook om smaak en presentatie, maar gezondheid is vooral heel belangrijk”, vindt chef-kok René Staartjes van restaurant Intens in Voorst. In het restaurant, dat gevestigd is in hotel Thermen Bussloo, presenteert hij elk jaargetijde een nieuwe, verrassende menukaart. Eind februari gaat de nieuwe kaart weer in. „Dutch cuisine wordt nu overal gepromoot, maar wij begonnen daar eigenlijk drie jaar geleden al mee.” Mensen uit de omgeving stappen nog niet zo snel binnen bij restaurant Intens voor een lekker etentje. Je gaat niet zo snel naar een hotelrestaurant en mensen hebben soms – ten onrechte – het beeld dat de gasten hier in badjassen aan tafel zitten. Dat wil René Staartjes direct rechtzetten. In het wellnessresort naast het hotel is ook een restaurant waar dat wel gebeurt, maar in Intens zijn badjassen niet toegestaan. Bovendien zijn mensen uit de omgeving juist welkom.

Variatie Hoewel het restaurant veel tafels heeft – „Momenteel doen we elke

avond zo’n honderd couverts” – heeft het niet de uitstraling van een eetzaal. Dankzij de zorgvuldige kleuren en zachte materialen doet het warm en sfeervol aan. „Wellness is niet alleen gezondheid, het is ook genieten”, vindt Staartjes. En daar is het restaurant ook op ingericht. De menukaart biedt veel variatie en laat de gasten vrij in hun keuze. Opvallend is wel de verhouding vlees en groente in de gerechten. „In plaats van 170 gram vlees kiezen wij voor 110 gram vlees. En in plaats van één soort groente krijgen de gasten bij ons vier tot zeven soorten groenten. Ik kijk ook meer naar de groenteseizoenen dan naar de vleesseizoenen. Ik bedenk eerst welke groente we willen gebruiken en dan naar welk vlees we daar bij doen. Dat is anders dan in de meeste restaurants, waar het vlees bepalend is.”

Ontwikkeling Voor Staartjes was het een hele ontwikkeling om vanuit de klassieke Franse keuken de omslag te maken naar wat hij nu ‘wellness food’ noemt. Staartjes studeerde aan de Cas Spijkers Academie en

Thuis gezond koken

Chef-kok René Staartjes volgt in het voorjaar een cursus bij gezondheidsactivitiste en schrijver Kyra de Vreeze. De nieuwe kennis werkt hij samen met alle kennis die hij al heeft tot een nieuwe workshop om gasten te leren hoe ze zelf gemakkelijk gezonde maaltijden thuis kunnen maken. Deze workshop is onderdeel van het BanyanCentre, het bewustwordingscentrum in Hotel Thermen Bussloo. Zie t.z.t. www.banyancentre.nl en www.restaurantintens.nl.

Chef-kok René Staartjes van restaurant Intens, dat gevestigd is in Thermen Bussloo, maakte de omslag van een Franse keuken naar wat hij nu ‘wellness food’ noemt. werkte onder andere bij Toine Hermsen in Maastricht, Boode in Bathmen en Dorset in Borne. Bijna drie jaar geleden, een half jaar voordat het hotel open ging, begon hij als sous-chef bij Thermen Bussloo en vanaf het moment dat het restaurant de deuren opende werd hij chef-kok. „Ik kon het, in overleg met de directie natuurlijk, helemaal naar mijn hand zetten. Ik heb echt gezocht naar een kookstijl.”

Moeilijke balans De combinatie van gezond eten en genieten is een moeilijke balans, vindt Staartjes. De ingrediënten zijn zoveel mogelijk biologisch. „Het hotel heeft de Green Key Gold certificering, onder andere omdat het gebouwd is volgens de nieuwste eisen en de WKK voor de sauna. Het hotel kan daardoor gedeeltelijk verwarmd worden met de warmte die vrijkomt in de sauna. Voor de certificering is het ook nodig dat je biologische producten gebruikt. Van de 24 pro-

ductgroepen moeten er minimaal elf biologisch zijn en wij hebben er zeventien. We maken zelf jam, hebben onze eigen kruidentuin voor kruiden en eetbare bloemen zoals goudsbloem en viooltjes, we maken rosbief van IJselvalleirunderen, de geitenkaas komt uit Terwolde en veel van onze melk en kaas komt van de biologische en biodynamische zorgboerderij De Vijfsprong in Vorden.” „We zouden graag een Bib Gourmand willen en om hiervoor in aanmerking te komen heb ik nu een voorstel ingediend voor een menukaart met wat luxere gerechten, zoals geschaafde eendenlever. Dit gaan we nu proberen als supplement, zodat de gasten er zelf voor kunnen kiezen. Net als zwezerik. Ik heb een mooie biologische zwezerik gevonden, die we nu – ook als supplement – op de kaart krijgen.” Maar het belangrijkste blijft dat het eten gezond is. Niet alleen door de productkeuze, maar ook door de manier van bereiden, bijvoorbeeld op lage tempe-

raturen en sous-vide om de vitamines te behouden, groenten rauw laten of ‘pickelen’. Tijdens stages in Thailand leerde Staartjes de gezonde Aziatische keuken kennen, wat heeft geleid tot de oosterse invloeden op het menu, zoals het gebruik van gember.

Vijfelementenleer Begin volgende maand wordt ook, na een jaar ontwikkelen, het Vijf Elementen Menu toegevoegd aan de menukaart. Dit menu is opgebouwd uit vijf gangen, die volledig volgens de Chinese vijfelementenleer zijn samengesteld. Elke gang is één element, tot en met het dessert dat alleen producten passend bij het element metaal bevat. „Van onze menukaart van drie jaar geleden is bijna niets meer over. Dat was klassiek Frans, in onze huidige menukaart leer je de pure smaak van de producten waarderen en hebben we gestreefd naar die balans tussen gezondheid en genieten.”

Het lijden is voorbij in het jaar van de Geit

L

et op, op 15 februari begint het Jaar van de Geit. Het wordt een jaar barstensvol energie. Maar pas op, want stress en een burnout liggen op de loer. Het wordt een fantastisch jaar als je precies weet wat je wel en vooral ook wat je niet moet doen. Het is tijd voor het nieuwe leiderschap. Het lijden - met de lange ij - is voorbij. Als ondernemer moet je nu een positie kiezen en durven om bestaande business modellen los te laten. De veranderingen gaan zo ontzettend snel. Wie nu niet in beweging komt, is passé. Het is nog maar goed vijf jaar geleden dat we kennismaakten met de tablet, met de iPad. En kijk nu eens. De iPad is niet meer weg te denken uit ons dagelijks bestaan. De ene revolutie volgt de ander op. Dit jaar breekt de smartphone door als betaalmiddel. Je iPhone wordt je portemonnee. Daar moet je

je als ondernemer bewust van zijn en de kansen grijpen die deze ontwikkeling met zich meebrengt. Apple komt binnenkort met een horloge, dat ongekende mogelijkheden gaat bieden en ons leven nog een stuk comfortabeler gaat maken. We hoeven straks niet meer na te denken, wanneer we ons pilletje tegen een hoge bloeddruk of trombose moeten innemen. Dat signaleert het horloge. En niet omdat het tijd is, maar omdat het apparaat kan signaleren dat het lichaam er behoefte aan heeft of niet! Het voorkomt dat wij te veel medicijnen slikken, het is dus goed voor ons lichaam, het bespaart geld en omdat we minder medicijnen slikken, belandt er ook minder chemische troep in het riool. Denk bijvoorbeeld ook eens aan wat dit voor het onderwijs betekent. De kinderen adopteren deze techniek razendsnel. Hoe

ga je hier mee om als docent? Verbied je het apparaat? Dat vind ik het domste wat je kunt doen. Generatie Z weet niet beter dan dat Google de derde hersenhelft is! Dus ga je met de leerlingen bekijken welke nieuwe kansen dit biedt om de lessen effficiënter in te richten en misschien ook nog leuker te maken? Ondernemers moeten hun klanten een nog comfortabeler gevoel geven. In een schoenenwinkel zie ik schoenen staan, die ik graag wil kopen. Maatje 41 is net te klein en maatje 43 net te groot. 42 was uitverkocht! Het domste wat een winkelier op dat moment kan doen is te zeggen dat hij ze kan bestellen en dat je over twee of drie dagen je schoenen kunt ophalen. Daar neemt een consument geen genoegen meer mee. Die zoekt diezelfde avond de schoenen op op internet en bestelt maatje

42. De volgende dag worden de schoenen aan huis geleverd. De winkelier moet de klant niet meer de winkel uit laten gaan. Hij biedt aan de schoenen te bestellen en ervoor te zorgen dat de volgende dag de schoenen thuis bij mij bezorgd worden. Dat is service. Service met een smile. De winkel wordt een showcase, een etalage. Een winkelier kan niet alles op voorraad hebben, maar hij kan er wel voor zorgen dat wat de klant vraagt nog diezelfde dag of uiterlijk de volgende dag bij hem wordt thuisbezorgd. Dus wat kan jij doen om de techniek voor je te laten werken? René Boender is keynote-speaker en brain-agent. De inspirator wordt regelmatig door bedrijven als Apple, Amazon, Starbucks maar ook BMW, Boeing of ING gevraagd om verse ideeën en energie te brengen.


februari 2015 - nr. 2

15

de volgende stap

Marian Heezen moet noodgedwongen stoppen met haar modezaak Collona in Wilp. Momenteel werkt ze hard aan haar nieuwe business: het ontwikkelen van apps. ,,Ik zie overal mogelijkheden en kijk ernaar uit dat ik straks de tijd heb mijn ideeën uit te werken.’’

Van het runnen van een modezaak naar het ontwikkelen van apps tekst: Monique Mulder foto: Liselotte Kolthof

D

at Marian Heezen noodgedwongen moet stoppen met haar modezaak Collona in Wilp ziet ze niet direct als een probleem. Ze was al begonnen met het ontwikkelen van apps, maar had liever gewacht tot haar nieuwe activiteiten winstgevend waren. Nu gunt ze zichzelf een half jaar om met betere verdienmodellen een inkomen uit haar communicatie business te halen.

Ideeën uitwerken Wat Heezen vooral niet zal missen, als ze op 28 februari de deuren sluit, is de kleding. ,,Het klinkt misschien raar, maar ik had geen plezier meer in het mooi presenteren van collecties in mijn winkel. Daar had ik gelukkig hele prettige en creatieve collega’s voor. Ik verheug me er vooral op dat ik meer tijd krijg. Om te trainen voor mijn vijfde marathon. En om de ideeën uit te werken die ik vooral tijdens het hardlopen krijg.” Het was voor de buurvrouw van de grote modezaak Piet Zoomers niet echt een bewuste keuze om

,,Ik merkte wel dat het steeds lastiger was te concurreren met grotere partijen. Leuke boetiekjes vind je vanwege de hoge huren niet op A-locaties in grote steden en niet iedereen gaat in een stad op ontdekking in zijstraatjes.” Daarom ontwikkelde ze in 2013 al de app leuke boetiekjes. Een handleiding voor iedereen die in Nederland op Dat deed ze ook in de winkel die zoek wil naar de favoriete merken, ze al vijftien jaar runt. ,,Toen was modezaakjes met karakter of geik vooral veel bezig met klantenwoon wil shoppen naar een eigen binding. Ik organiseerde allerlei favoriete stijl. Het waren voor Maevenementen en was heel actief op social media. Het toppunt was rian allemaal uitgangspunten die ze mee wilde nemen in de ontwikeen groot pizzafeest met modeshow dat ik in mijn eigen tuin or- keling van haar eigen app. En dat ganiseerde voor 160 klanten.” Die terwijl ze zelf nog nooit had geprohouding hielp haar door de afgelo- grammeerd. pen crisisjaren heen, maar ook Collona ontkwam niet aan de landelijVerdienmodel ke omzetdalingen. Ze zocht contact met een intermediair die het ontwikkeltraject kon Uitgangspunten begeleiden. Achteraf heeft ze meer Toch dacht ze er twee jaar geleden moeten investeren dan nodig, zoabsoluut niet aan met verkopen wel qua tijd als geld. ,,Halverwege van luxere dameskleding te stopmoest ik bijvoorbeeld van propen. Ze geniet nog elke dag van grammeur wisselen, omdat de app het contact met de klanten en had voor Android niet op tijd werd geliever wat meer tijd gehad om afleverd. Gelukkig heb ik voor volscheid te nemen van haar winkel. gende apps en websites genoeg van de vrouwenkleding weer over te stappen naar haar eigen vakgebied: communicatie. Voordat ze eigenaar werd van Collona, was Heezen communicatieadviseur. Zelf denkt ze dat het meer te maken heeft met haar drang om voor elk probleem een oplossing te zoeken.

kennis dit zelf te begeleiden.” Ook valt haar de tijd die ze nodig heeft alle informatie over de boetiekjes in de app up to date te houden flink tegen. ,,Ik zat regelmatig tot midden in de nacht te werken. Ik ben begonnen met 450 adressen die ik allemaal zelf heb ingevoerd en zit nu op 650. Om de wisselingen daarin bij te houden, moet je vakbladen lezen, Facebook-pagina’s bekijken en alle informatie die ik krijg via mijn netwerk verwerken. Wel is dat meteen mijn sterke punt, want ik blijf veel actueler dan andere shop apps waarin vaak duizenden adressen zitten.” Succesvol was de introductie wel. De app werd getipt in de glossy Linda en is al bijna negenduizend keer gedownload. “Passeer ik de grens van de tienduizend, dan wordt het voor adverteerders ook weer interessanter.”

Duurzame mode Een valkuil bij de ontwikkeling van haar app is wel dat ze zich teveel op slechts één verdienmodel heeft gefocust. Nu brengt de gratis app haar alleen geld op als boetiek-

jes of merken adverteren. „En dat is nu juist het probleem, want marketing-budgetten staan de laatste jaren erg onder druk. Ik werk op dit moment aan een oplossing daarvoor en wil binnenkort andere verdienmodellen introduceren.” Nu ze meer kennis heeft van het werken met data blijven de ideeën komen. Ze is bezig met een website voor de inkoop van mode en is ook gevraagd voor Koningsdag in Apeldoorn iets met duurzame mode te doen. ,,Hiervoor kan ik mijn netwerk natuurlijk heel goed gebruiken.”

Ideeën En dat er nu tijdens het hardlopen nóg meer ideeën opborrelen voor nieuwe business-modellen was eigenlijk wel te verwachten. ,,Ik zie overal zoveel mogelijkheden en kijk ernaar uit dat ik straks de tijd heb mijn ideeën uit te werken. Ik zal het daarom niet missen dat mijn dag bepaald wordt door de openingstijden van de winkel. Zeker toen het slechter ging, was ik daar snel zestig uur per week mee bezig.”


Succes via de digitale snelweg met deOndernemer Thema 14 maart: ICT

Extra aandacht voor ICT in de uitgave van 14 maart Interesse? Bel voor meer informatie: Regio Groot Apeldoorn Jarno Smit 06 - 1028 9225 j.smit@wegenermedia.nl

Regio Groot Deventer Marcel Rood 06-4114 6389 ma.rood@wegenermedia.nl

Regio Groot Zwolle Remco Sigger 06 - 5170 9134 r.sigger@wegenermedia.nl

Een initiatief van:

ODA.DONNA E.SI DAMES- & HERENMODE

LENTE/ZOMER 2015

D A M E S 10DAYS / HUMANOID / BY MALENE BIRGER / NIKKIE / DNA / SAMSOE & SAMSOE / P448 H E R E N STRELLSON / WINDSOR / JOHN MILLER / DRAKEWOOD / DNA / SAMSOE & SAMSOE / P448

STATIONSSTRAAT 113 / ERMELO / WWW.MODADONNAESI.NL


februari 2015 - nr. 2

17

de rechtbank

Schuldsanering, ook voor ondernemers? tekst: Paul Bierbooms

H

oewel als uitgangspunt natuurlijk geldt dat iedereen zijn rekeningen moet betalen, zijn er situaties denkbaar waarbij aan een sanering van schulden niet valt te ontkomen. Dat is zuur (en duur) voor schuldeisers, maar voortploeteren is in dat soort gevallen vaak evenzeer zuur en duur. Ik heb het hier niet over de Griekse crisis maar over de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, beter bekend als de WSNP. Die wet geldt sinds december 1998 en maakt het mogelijk voor natuurlijke personen om van hun schulden af te komen. Om toegelaten te worden tot de schuldsanering moet de schuldenaar aannemelijk maken dat zijn schulden te goeder trouw zijn ontstaan. Ik hoor u al denken: welke schuld is nou te goeder trouw? Als je geen geld hebt, moet je het niet uitgeven. Daar heeft u zeker een punt. Daar staat tegenover dat onze economie voor een groot deel drijft op de mogelijkheid om schulden te maken. Dat geldt zo-

wel voor bedrijven als voor particulieren. Als ik eerlijk ben, komt de toetsing aan de goede trouw van de schuldenaar in de praktijk vaker neer op een onderzoek of er geen sprake is geweest van kwade trouw, dus fraude e.d. Eenmaal toegelaten tot de schuldsanering, dient de schuldenaar drie jaar lang zijn uiterste best te doen om te sparen ten behoeve van zijn schuldeisers. Dat is streng gereguleerd en wordt gecontroleerd door een bewindvoerder en de rechtbank. Soms weet een schuldenaar in de schuldsanering zoveel te sparen dat alle schuldeisers voor 100% betaald krijgen. Dat is heel uitzonderlijk, meestal wordt maar een klein percentage van de schuld alsnog voldaan en het komt ook voor dat er helemaal geen aflossing kan plaatsvinden. Als de schuldenaar zich heeft gehouden aan allerlei eisen die de wet stelt, dan krijgt hij na drie jaar de schone lei. Dat wil zeggen dat zijn schulden die bestonden voor aanvang van de schuldsanering niet langer geïnd kunnen worden. Houdt hij zich niet aan de regels dan kan de schuldsanering worden beëindigd zonder toekenning

van een schone lei. Ik schat dat circa 15% van de schuldsaneringen eindigt zonder schone lei. Ook ondernemers kunnen een beroep doen op de WSNP om een schuldenvrij bestaan op te kunnen bouwen. Dat geldt voor al die mensen die niet ondernemen in de vorm van een rechtspersoon (zoals een BV), maar voor eigen rekening. De ZZP-ers, eenmanszaken, deelnemers aan een VOF. Zelfs ondernemers die wel als BV opereren kunnen, bij financiële nood van het bedrijf, op de schuldsanering aangewezen raken. Zeker in het MKB blijkt de financiële situatie van de bestuurder privé vaak nauw verweven met de zakelijke kant, bijvoorbeeld door borgstelling. Als het bedrijf in de problemen komt, zie je ook vaak bij de bestuurder privé financiële problemen ontstaan. Ik schat dat bij ons circa 20% van alle schuldsaneringen ondernemers betreft. Een schuldsanering blijft een noodoplossing met pijnlijke gevolgen voor de direct betrokkenen, met name de schuldeisers. Voor de economie als geheel is het, zo blijkt uit diverse onderzoeken, vaak de minst slechte oplossing. En de schuldenaar krijgt weer perspectief. Paul Bierbooms is civiele rechter in de rechtbank Gelderland. Voor meer informatie over de rechtspraak en rechtbank Gelderland, zie www.rechtspraak.nl

Zelfs ondernemers die als BV opereren kunnen, bij financiele nood van het bedrijf, op de schuldsanering aangewezen raken. Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) Deze wet geldt sinds december 1998 en maakt het mogelijk voor natuurlijke personen om van hun schulden af te komen. Een schuldenaar moet eerst naar de Gemeentelijke kredietbank (GKB) of de Sociale Dienst in de gemeente gaan om een schuldhulpverleningtraject te starten, het zogenaamde minnelijke traject. Ook kan een faillissement worden omgezet in een schuldsanering. Deze route wordt meestal gevolgd door (ex) ondernemers. De toetsing is in beide gevallen gelijk: zijn de schulden te goeder trouw ontstaan. De rechter beslist of de schuldenaar wordt toegelaten tot de WSNP en benoemt een bewindvoerder die tot taak heeft te controleren of de schuldenaar zich aan de verplichtingen van de WSNP houdt. Een rechter commissaris controleert op zijn beurt het werk van de bewindvoerder.

e

15

Zwolse Halve Marathon

13 juni 2015 ! N I U N E J F J I HR C S

www.halvemarathonzwolle.nl


n e k r e m e z On

p o o k r e v uit ! g in rt o k % 0 5 e ti c lle o Totale winterc

Oude Vismarkt 40, 8011 TB Zwolle, t. 038 421 70 09, info@yms.nl,

 @youngmensshop  facebook.com/youngmensshop

www.yms.nl


februari 2015 - nr. 2

19

binnenkijken bij Succesvolle eerste weken voor Wereldrestaurant A1 in Deventer

Restaurant haalt de wereld binnen tekst: Nadine Kolkman foto’s: Moric van der Meer

V

ol. Bommetje vol. Wereldrestaurant A1 in Deventer mocht zich de afgelopen weken verheugen op een grote stroom aan gasten. De chefkoks liepen de benen uit het lijf om de gasten te voorzien van de lekkerste wereldgerechten volgens het live cooking concept. Want dat is dé specialiteit van het restaurant. Bedrijfsleiders André en Jack Chen zijn blij met de succesvolle eerste weken van het restaurant, dat pal naast snelweg A1 is gelegen bij de afslag Deventer-Oost.

Try-outweken André Chen: ,,Op 15 december hebben we de deuren geopend voor onze try-outweken. In deze weken, die duurden tot eind januari, gold een korting van twintig procent. In die periode hebben we niet stil gezeten. Dat is natuurlijk mooi, maar je merkt ook dat bepaalde kleine dingen blijven liggen. Zo moeten er nog enkele lampen worden opgehangen en hebben we nog geen tijd gehad om onze benedenzaal echt af te maken. De verwachting is echter dat we deze zaal binnen een paar weken open kunnen doen. De eerste hectische weken hebben plaatsgemaakt voor wat meer rust. Zodoende kunnen we de laatste puntjes op de i zetten. Straks kunnen mensen hier ook lunchen. Handig voor mensen die werken op handelspark De Weteringen.’’ Het Wereldrestaurant A1 is geves-

De Italiaanse chefkok zorgt ervoor dat het de gast aan niets ontbreekt. Een eigen pizza samenstellen? Dat kan. Gastheerschap staat voorop. tigd op de eerste en tweede verdieping van een spiksplinternieuw pand aan de Maagdenburgstraat. Koopmans Bouw is gevestigd op de begane grond. Het restaurant heeft de eerste en tweede etage tot haar beschikking. Eenmaal op de tweede etage aangekomen, waar de ontvangstbalie en de keukens zijn gevestigd, dient de geur van lekker eten en de gezelligheid van het restaurant zich aan. De gast-

Het restaurant wordt gerund door de familie Chen. Vlnr. Jack Chen, zijn broer Atsan Chen en diens zoon André Chen.

heer of gastvrouw neemt de gast mee langs de verschillende wereldkeukens voor een korte uitleg om ze vervolgens naar hun tafel te begeleiden. het is duidelijk: gastheerschap staat voorop.

Moderne inrichting Wat verder opvalt is de moderne en sfeervolle inrichting. Grijs en zwarttinten overheersen, maar door de bijzondere lichteffecten voelt de enorme ruimte van 2.100 vierkante meter warm aan. Grote bolvormige lampen van chroom aan de ene kant en de enorme oranje en witte lampenkappen aan de overkant zijn ware eyecathers. Ook de blauwe ‘bubbelverlichting’ langs de rand van de keukens valt op. Door de opstelling van de tafels, waar ronde zithoeken met de ruggen naar elkaar toe staan, hebben de gasten de nodige privacy. Ook zijn er houten wandjes met ronde en vierkante doorkijkgaten die ervoor zorgen dat je niet bij de buurman op het bord kijkt. Chen: ,,Het is natuurlijk een heel groot restaurant, maar toch moeten de mensen een knus gevoel krijgen. De inrichting hebben we zelf bedacht en uitgezocht. Een binnenhuisarchitecte heeft onze plannen vervolgens verder uitgewerkt.’’ André Chens vader en oom zijn de eigenaren van het restaurant. Zij begonnen ruim vijf jaar geleden met de uitwerking van de plannen. Door de economische crisis liep dit echter vertraging op. ,,Het was de bedoeling dat er een heel groot pand zou worden gebouwd, waar allerlei bedrijven zich in zouden vestigen. Door de leegstand in Deventer ging dit niet

door. Daarom is er uiteindelijk een kleiner pand gekomen’’, verklaart Chen. Het idee van een wereldrestaurant deden zijn vader Atsan Chen (die eerder het Chinese Indisch Restaurant Fong Fou in Raalte runde, red.) en oom Jack Chen op in Azië. ,,Hier is het heel gewoon dat er allerlei restaurants gevestigd zijn op een centraal overdekt plein en dat mensen in het hart van dit plein zitten te eten. Overal halen ze hun eten in kleine porties vandaan’’, aldus de bedrijfsleider.

Onderscheiden Het concept van het wereldrestaurant is vrij nieuw in Nederland, maar niet uniek. Chen: ,,Maar door onze inrichting en onze apparatuur onderscheiden we ons.’’ Chen wijst als voorbeeld naar de tandooroven en de ambachtelijke pizzaoven. ,,Hier wordt door een echte Italiaanse pizzabakker pizza’s bereid die de gast zelf samenstelt. Alles is vers. We hebben hier dus ook geen kant- en klare pizzabodems liggen, maar alles wordt nog met de hand gemaakt.’’

De vergelijking met een wokrestaurant wil Chen absoluut niet maken. ,,We maken hier veel meer dan alleen wokgerechten. We bieden diverse lekkernijen aan uit diverse werelddelen. Italiaans, Chinees, Indisch, Hollands, Frans, Japans, noem maar op. Ook is er een uitgebreid toetjesbuffet met een chocoladefontein. Verder is er een aparte drankenbar met flesjes fris, alcoholische dranken en diverse soorten koffie en thee.’’ Aan alles en iedereen lijkt gedacht. Zelfs aan de jongste gast. Zij kunnen pannenkoekjes of poffertjes laten bakken en er is op de eerste verdieping een speelruimte gecreëerd. Bestaande uit een groot speel- en klimtoestel, een interactieve playground, een voetbaltafel en een bioscoopje met dertig stoelen. De naam Wereldrestaurant A1 is bewust gekozen. ,,We mikken op een publiek uit een brede regio. De naam geeft aan dat we goed bereikbaar zijn vanuit alle hoeken en gaten.’’ En met deze gedachte hoopt de familie Chen de wereld binnen te halen.

* Oppervlakte van 2.100 m2 * Diverse wereldkeukens * Live cooking concept * Drankenbar * Uitgebreide speelplek inclusief bioscoopje * Mogelijkheden voor kinderfeestjes, vergaderingen en bedrijfsfeesten * Dagelijks geopend van 12.00 tot 22.00 uur Meer informatie en voorwaarden: www.restaurant-a1.nl



februari 2015 - nr. 2

21

actueel Vijf studenten winnen Cleantech Battle 2015 met duurzaam product

Een leven lang slapen op een Aupingbed Een bed dat een heel leven lang meegaat. Wie daarvoor een oplossing weet te bedenken heeft een zeer duurzaam product te pakken. Het overkwam vijf studenten die in opdracht van Koninklijke Auping uit Deventer een levensbestendig bed ontwierpen. Tijdens het congres Cleantech Tomorrow in Apeldoorn werd het idee beloond met de eerste plaats. tekst: Nadine Kolkman foto: Rob Voss Fotografie

leantech. Een begrip dat steeds meer verankert raakt met de regio Stedendriehoek. Veel bedrijven zetten in op schone technologie. Ieder op hun eigen manier. Voor Auping staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Niet voor niets werden ze partner van het congres Cleantech Tomorrow, dat begin februari in Apeldoorn plaatsvond. Het was dan ook in dit kader dat ze een opdracht verzonnen voor de Holland Cleantech Battle 2015. Luc Kikkert van Auping: ,,onze opdracht was: kom met een oplossing voor een levensbestendig bed. Een zeer duurzame oplossing dus. Nu kopen mensen meerdere malen in hun leven een nieuw matras of compleet bed. Alle grondstoffen en energie die in dat bed zitten worden weggegooid. Dat is natuurlijk zonde en ook nog eens slecht voor het milieu. De bedframes van Auping gaan al bijna een heel

C

leven lang mee, maar matrassen dien je tussen acht tot tien jaar te vervangen. Vooral hierin lag er een uitdaging voor de studenten’’, aldus Kikkert, die een brede vraag neerlegde bij de studenten. ,,Het ging niet alleen om het bedenken van een duurzame oplossing, maar ook om het vermarkten van het product.’’

Bedrijfsbezoek De groep studenten, bestaande uit Floris Halbertsma (Hogeschool Arnhem Nijmegen, Industrieel product ontwerp), Anouk de Groot (Aventus, chemisch analist), Bjorn Janssen, Jasper de Winkel en Lonneke Stikkelorum (Hogeschool Arnhem Nijmegen, Embedded system engineering) hadden een mooie uitdaging. ,,We hebben een bezoek gebracht aan de fabriek van Auping om te kijken hoe het er hier aan toe gaat’’, vertelt Lonneke Stikkelorum. ,,Dit leverde belangrijke inzichten op. Met ons vijfjes kwam het aan op samenwerken. Iedereen heeft zo zijn eigen expertise en dat maakte het zo interessant’’, aldus de enthousiaste studente. ,,Je leert echt om met een duurzame bril naar een product te kijken.’’ Tijdens de halve finale in het Cleantech Center in Zutphen moest het vijftal voor het eerst ‘hun’ product presenteren. Een

De vijf studenten die een levensbestendig bed ontwierpen voor Auping wonnen de Cleantech Battle 2015. dag later volgde de finale, waar ze samen met de twee andere finalisten voor een volle zaal in Theater Orpheus in Apeldoorn hun kunstje nog eens mochten opvoeren. Ze toonden een frame dat met behulp van extra buizen kon worden aangepast aan de diverse levensfasen van een persoon (zoals jonge kinderen, kraamvrouwen en senioren). Ook de matras bestond uit delen. Een dunne matras voor jonge mensen en een dikke matras voor de ouderen onder ons. Tevens kon je de matras in stukken uit elkaar halen en omdraaien, hetgeen de hygiëne ten

goede kwam. Lonneke over de finale: ,,Het was echt zo spannend. Toen we hadden gewonnen konden we ons geluk niet op. We wonnen met de battle een bezoek aan het Windmolenpark bij Egmond aan Zee.’’

Vruchten van plukken Luc Kikkert van Auping vertelt dat dit niet zo maar een tripje is. ,,Wat er niet bij vertelt is, is dat het Windmolenpark zo’n vijftien kilometer op zee is’’, lacht hij. Kikkert geeft aan zeer trots te zijn op het team. ,,We hebben ze een beet-

je op weg geholpen, maar uiteindelijk hebben ze een groot deel zelf bedacht. We gaan kijken of we hier binnen ons bedrijf nog wat verder mee gaan doen. Natuurlijk hebben wij onze eigen productontwikkeling, maar wat is er nu mooier om een groep jonge mensen aan een oplossing te zien werken. Een mens is tussen zijn 16e en 22e levensjaar het creatiefst. Daar kunnen wij alleen maar de vruchten van plukken.’’ De Holland Cleantech Battle is een initiatief van het Cleantech Center (Oost-)Nederland.

Acht gemeenten in regio willen afvalketens sluiten

O

Olaf Prinsen (links): ,,Dit is weer een stap in de richting van een circulaire samenleving.’’ Foto Misja Boonzaayer.

p 3 februari is tijdens het duurzaamheidsevent Cleantech Tomorrow in Apeldoorn het gezamenlijke streven ondertekend om te komen tot een cleantech regio die circulair is. Ondertekenaars zijn onder meer de gemeenten Apeldoorn, Bronckhorst, Brummen, Deventer, Doesburg, Epe, Lochem en Zutphen. Wethouder Olaf Prinsen van de gemeente Apeldoorn is, namens deze gemeenten, trots op het resultaat. ,,Dit is weer een stap in de richting van een circulaire samenleving. We maken een start met een circulaire keten voor de papierindustrie. Daarvoor dagen we de komende periode bedrijven uit om mee te doen.” De gemeenten

hebben al één van de hoogste scheidingspercentages van Nederland en lopen voorop als het gaat om de vermindering van de hoeveelheid restafval. Gemiddeld wordt er door de gemeenten nog maar 149 kilo per persoon per jaar aangeboden terwijl dit landelijk ca. 240 kilo is.

hoff van Circulus-Berkel. ,,Daarvoor is innovatiekracht nodig en worden partners gezocht.” Hun bijdragen kunnen liggen op economisch, milieutechnisch en vooral ook sociaal vlak, en van toepassing zijn op elk onderdeel van de keten, van productie tot aan verwerking.

Maar de regio wil verder. Verder met afvalscheiding en verder met het verminderen van het restafval. ,,Er mag geen verlies meer zijn van grondstoffen die uitstekend gebruikt kunnen worden. Door afval te gebruiken als grondstof, kunnen we ketens sluiten en het gebruik van primaire grondstoffen beperken,” aldus Michiel Wester-

De gemeenten beschikken samen over 121.000 ton aan grondstoffen die nu goed kunnen worden ingezameld en verwerkt. Maar we weten dat dit beter kan, bijvoorbeeld door hoogwaardiger hergebruik van grondstoffen. Papier is de eerste afvalstroom waarvan we de keten nader willen onderzoeken, optimaliseren en zo mogelijk sluiten.


februari 2015 - nr. 2

22

dossier mvo

Wethouder Annelies de Jonge bij het zwembad in aanbouw: „De aannemer stelde voor om leerlingen en werknemers langdurig in dienst te nemen. Dat was een aantrekkelijk aanbod.”

Maatschappelijk verantwoord ondernemen bij bouw zwembad Zutphen tekst: Tom van Veldhuijzen foto: Patrick van Gemert

D

e gemeente Zutphen bevordert met de bouw van het nieuwe zwembad De IJsselslag de lokale werkgelegenheid door gebruik te maken van Social Return on Investment (SROI). Door dit beleid krijgen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans om zich te ontwikkelen. Op dit moment zijn dat zeven mensen en dat worden er deze maand nog meer. Met de komst van de participatiewet op 1 januari 2015 behoort ook de Social Return on Investment (SROI) tot een wettelijke verplichting. Bij aanbestedingen boven de 250.000 euro moet de aannemer vijf procent van de contractwaarde besteden aan een investering in dienst van de samenleving. De manieren om deze norm in te vullen zijn ruim. Bedrijven kunnen kiezen om geld te doneren aan een liefdadigheidsdoel, of werknemers in dienst te nemen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Met deze maatregel bevordert de gemeente de (re)integratie van werkzoekenden, werklozen en leerlingen. „Bij iedere investering van de ge-

meente hanteren wij de zogenoemde vijf procent norm strikt. Aanbieders kunnen dat verder vrij invullen. Bij de aanbesteding van het nieuwe zwembad zagen we grote verschillen in de plannen voor SROI. Vaessen Algemeen Bouwbedrijf uit Raamsdonkveer, het bedrijf waar wij uiteindelijk mee in zee zijn gegaan, ging verder dan de vijf procent norm. Vaessen stelde voor om leerlingen en werknemers langdurig in dienst te nemen. Dat was een aantrekkelijk aanbod”, vertelt wethouder Annelies de Jonge.

Bbl-leerling Bij de bouw van De IJsselslag is bbl-leerling Ronnie Peters na een selectieprocedure uitgekozen om fulltime in dienst te gaan. Op de werkplaats kan hij zijn mbo-opleiding afronden. „Ik ben al vanaf het begin bij dit bouwproject betrokken. Ik houd mij vooral bezig met het timmerwerk. Mijn collega’s en begeleiders zijn aardig en ik kan altijd vragen stellen als ik ergens niet uit kom”, zegt Peters.

Geert Stevens, ICT-manager bij de hoofdaannemer Vaessen, noemt de Social Return een groot succes. „Wij hebben het zwembad aangenomen met een verplichting, namelijk het plaatsen van bbl-leerlingen, ook wel beroepsbegeleidende leerweg. Voor ons betekent SROI onder andere het faciliteren van een opleiding. Daarnaast zijn meerdere werknemers via Het Plein op de bouwplaats werkzaam, waaronder een timmerman en een bouwopruimer.”

Geloven Het Plein in Zutphen speelt een belangrijke rol bij de invulling van SROI en helpt de gemeente en de aannemer bij het selecteren van geschikte kandidaten. Volgens Annelies de Jonge kent Het Plein haar klantenbestand goed. „De selectie van de kandidaten luistert heel nauw. Het is belangrijk om de juiste mensen aan te bevelen, anders werkt dat demotiverend voor zowel de werknemer als werkgever. SROI is wetgedwongen, daardoor merk ik dat niet iedere aanbieder

staat te springen om de vijf procent norm op te vullen. De aannemer moet echt geloven in het bijdragen aan een maatschappelijk welzijn. Een werknemer krijgt een

,,Voor ons ligt er nu een uitdaging om SROI te verduurzamen’’ nieuw sociaal en professioneel netwerk en het gat in de CV wordt deels opgevuld. De werkgever kan iemand opleiden waar de hele sector uiteindelijk van profiteert”, zegt De Jonge. Geert Stevens beaamt dit. „Wij omarmen al ruim zeventien jaar bbl-leerlingen en het werkt alleen als alle neuzen in dezelfde richting staan. Onze samenwerking met Het Plein en de gemeente Zutphen verloopt succesvol.” Het klantenbestand van Het Plein is groot en de gemeente Zutphen zoekt nog naar banen voor ruim 1100 mensen. De aange-

boden werkzaamheden bestaan vaak uit laaggeschoold werk en korte projecten. „Het gaat hier om mensen die wat verder afstaan van de arbeidsmarkt. Ze zitten in de bijstand of hebben een Wajonguitkering, maar beschikken nog altijd over goede kwaliteiten. Voor ons ligt er nu een uitdaging om SROI te verduurzamen. Dat kan als bedrijven gaan samenwerken en op de lange termijn nadenken over de invulling van SROI. Bij de bouw van De IJsselslag is dat in ieder geval gelukt door een aantal mensen aan het werk te krijgen. Zij zijn straks weer aantrekkelijk op de arbeidsmarkt voor lokale bedrijven”, zegt De Jonge. Het nieuwe Zutphense zwembad, dat als vervanging dient voor het verouderde Graaf Ottobad, wordt volgens de planning eind mei 2015 opgeleverd. Voor de bouw heeft de gemeente maximaal zeven miljoen euro uitgetrokken. De IJsselslag krijgt een wedstrijdbad, instructiebad en peuterbad. Het is de bedoeling dat het zwembad tot een van de duurzaamste zwembaden van Nederland gaat horen.


februari 2015 - nr. 2

23

netwerken

De jaarbijeenkomst van ondernemersnetwerk BNI Aquila Deventer werd gehouden in het Postillion Hotel Deventer.

Eric de Ridder (Postma van de Graaff ) en Nick Ooms (Schilder afwerkingsbedrijf Ooms) in een onderonsje tijdens het speeddaten.

Arco Bergman (H4 iQ) en Daan Vos (Straetus Arnhem) in geanimeerd gesprek.

Laury Zwart (Floow2) en Harry Hilberink (Brouwers) leerden elkaar beter kennen.

Vroeg uit de veren voor de jaarbijeenkomst van BNI Aquila tekst: Suzanne van Gaale foto’s: Moric van der Meer

O

ndernemersnetwerk BNI Aquila Deventer organiseerde haar jaarlijkse gastenontbijt in het Postillion Hotel

Deventer. En dat betekende vroeg uit de veren voor de ruim zestig ondernemers, want het programma startte om 6.30 uur met een uitgebreid ontbijtbuffet. Voor de ondernemers van BNI Aquila zelf overigens een goede gewoonte. Iedere vrijdagochtend komen ze hier van 6.30 tot 8.30 uur bij elkaar om onder het genot van een ont-

Tips of nieuws voor de Ondernemer? Mail het naar: redactie@deondernemerdeventer.nl Kijk ook eens op www.deondernemer.destentor.nl

bijtje zaken te doen en te netwerken. Deze gastenochtend stond vooral in het teken van elkaar leren kennen en netwerken. Het programma was dan ook goed gevuld. Jelle Beuker, management Go Ahead Eagles, was gastspreker en trapte af met zijn verhaal over de rol van de voetbalclub voor Deventer, de businessclub en uiteraard de voortgang van de bouw van het nieuwe stadion.

Speeddaten Vervolgens was het de beurt aan de ruim dertig BNI-ondernemers om zich in 45 seconden kort voor te stellen waarna het tijd was om elkaar beter te leren kennen tijdens de drie speeddateronden. Het verliep strak georganiseerd en met name het speeddaten deed zijn naar eer aan. In een dynamisch tempo maakten de ruim zestig ondernemers kennis met elkaar. Drie minuten per ronde en hoe snel dat gaat bleek ook in praktijk. Gelukkig was er na afloop van het netwerkevent nog voldoende

tijd om rustig met elkaar na te praten. Voorzitter Raymond von den Benken: ,,Iedere week zijn ondernemers uit Deventer en omgeving van harte welkom bij ons netwerkontbijt op vrijdag, maar één keer per jaar pakken we uit en organiseren we ons grote gastenontbijt. Dit jaar alweer voor de derde keer. Het is altijd een mooi moment om kennis te maken met ons netwerk en uiteraard om met heel veel andere ondernemers hier uit Deventer te spreken en wellicht zaken te doen. Ons motto is ‘geven loont’ en op deze manier willen wij laten zien hoe we dat in praktijk brengen en wat het voor jou als ondernemer kan betekenen. Ondernemen doe je tenslotte met elkaar.’’ Na afloop rond 9.00 uur maakten de gasten dankbaar gebruik van het ‘vrije netwerken’ en werden er volop visitekaartjes uitgewisseld. Wat de gasten van deze netwerkochtend vonden? ‘Het was vroeg op, maar daardoor ben je wel effectief bezig’ en ‘een ochtend vol energie’, aldus enkele aanwezigen.

AGENDA 䊳

Dinsdag 17 februari

Uitnodiging Seminar - Help! Mijn medewerker is ziek, Ondernemers Zutphen in Bedrijf Locatie: BDO Accountants, Zutphen Aanvang: 19.00 uur 䊳

Woensdag 18 februari

Open Coffee OP1 Raalte Locatie: OP1, Passage 1a, Raalte Aanvang: 9.00 uur 䊳

Donderdag 19 februari

Netwerkontbijt, BNI Raalte Locatie: Hotel de Zwaan, Raalte Aanvang: 7.00 uur 䊳

Vrijdag 20 februari

Netwerkontbijt, BNI Aquila Locatie: Postillion Hotel, Deventer Aanvang: 7.00 uur 䊳

Online seminar De Wijzen Van Het Oosten, René Savelberg over groeikracht Locatie: Studio Y28, Zutphen Aanvang: 12.00 uur 䊳

ConnAct! open vrijdagmiddagborrel Locatie: De Fabriek, Deventer Aanvang: 16.30 uur 䊳

Donderdag 26 februari

Bedrijfsbezoek Korte’s Woonsfeer, Ondernemers Lochem in Bedrijf Locatie: Korte’s Woonsfeer, Laren Aanvang: 19.00 uur 䊳


Ziet u zichzelf al zitten op onze nieuwe hoofdtribune?

Meer weten over Businessclub lidmaatschap Go Ahead Eagles? Mail dan naar: commercie@ga-eagles.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.