Start!

Page 1

Start!

HĂŠt magazine voor startende tandartsen

Editie 2017


Start! 2


Start! 3


Van harte gefeliciteerd! Want momenteel heb je iets unieks in handen: Start! is hét tandheelkundige startersmagazine dat is voortgekomen uit een samenwerking tussen de T.F.V. Nijmegen en De Startende Tandarts.com, en brengt jullie 76 pagina’s aan informatie, knowhow en tips & tricks rondom je eerste stappen als afgestudeerde tandheelkundestudent. Daarmee vormt dit magazine een welkome toolguide om je door het niemandsland te gidsen tussen je afstuderen en je eerste behandeling als BIG-geregistreerde tandarts. Echter, ook voor de jongerejaars tandheelkundestudent en de reeds gestarte tandarts is Start! leuk, nuttig en interessant om te lezen. Althans, dat mogen we van harte hopen. Bijzonder is om te weten hoe dit initiatief is begonnen: de T.F.V. Nijmegen die De Startende Tandarts. com afgelopen januari benaderde of zij geïnteresseerd waren in een samenwerking, aangezien ze zelf reeds bezig waren een carrièrespecial van hun verenigingsblad ‘Het Spiegelbeeld’ uit brengen.

al een inhoudsopgave had klaarliggen. Een kop koffie op Utrecht Centraal verder was de samenwerking een feit, waarna nog vele skypegesprekken tussen Nijmegen en Amsterdam volgden.

Vanuit Nijmegen steevast uit de bestuurskamer van de T.F.V., vanuit Amsterdam was het nog weleens de Starbucks die als achtergrond diende. Welke omgeving het ook was, de inspiratie was nooit ver te zoeken en we hebben gelukkig ook veel kunnen lachen tijdens de communicatie over en weer. Graag willen wij ook onze partners en in het bijzonder de ANT bedanken voor hun rol in dezen: zonder hun inzet en bijdragen was het niet gelukt om Start! op zo’n korte termijn te kunnen realiseren. We wensen je in ieder geval ontzettend veel leesplezier en een hoop kennis toe met het lezen van Start!. Zorg ervoor dat je bevlogen blijft tijdens je carrière als tandarts en verbreed je horizon. Het kan immers tot de mooiste dingen leiden, zo hebben wij ook zelf ervaren. Was getekend,

Anderszijds was het De Startende Tandarts.com die al enkele maanden met hetzelfde idee rondliep, en zelfs

Start! 4

T.F.V. Nijmegen De Startende Tandarts.com

Hoofdredactie De Startende Tandarts.com Stanley Pranoto Stephan Tjiook T.F.V. Nijmegen Fleur Simons Floris Scholle

Redactie Renée Koppelmans Joanna Li Jonathan Tan

Drukwerk Drukwerkdeal.nl

Coverbeeld Nick van Dijk

Contact info@destartendetandarts.com TFV@radboudumc.nl Oplage 1500 exemplaren Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

colofon

Voor woord


Inhoud Waarom een beroepsvereniging? 6 Voorwoord tandheelkundige studieverenigingen 7 Maatschappelijke inzet als tandarts met Sharif Tairie 8-9 Stappenplan voor de startende tandarts in een notendop 10-11 Praktiseren, specialiseren of differentiëren? 12-13 Life long learning: nascholing 14 Interview met onderzoeker Bas Loomans 16-17

16

Four handed dentistry 18-19 Over de grenzen met DHIN 20 Een goede start met de KNMT 21 Spoeddiensten met Eline van Silfhout 22-23 Optimale agendaplanning voor de startende tandarts 24-25 Dossiervoering, lust of last? 26 Een foutje is snel gemaakt: declareren 28-29 Werken in een maatschap 30-31

Zzp of loondienst? 34-35 Je studentenkamer uit: een startershypotheek 36-37

36 Financiële planning en pensioen 40-42 Klachtenregeling en Wkkgz 43 Arbeidsongeschiktheid met ervaringsdeskundige Thijs 44-45 Juridisch conflictmanagement 46 De beste houding is de volgende: ergonomie met Jeanette Nabuurs 48-49 Burn-outs, beter voorkomen dan genezen 50-52 Een inspirerende werkomgeving 54-55 Je eerste auto, privé of zakelijk? 56-57

56 30 De voordelen van een zakelijke rekening Vermogensopbouw: beleggen moet saai zijn

32 33

Mondfotografie 58-59 Kijk en vergelijk: endosystemen 60-61 Praktijk gesloten? 62-63 Ouderenzorg, een groeiend aandeel in de patiëntenpopulatie 64 Kleine kaakchirurgische ingrepen 66 Orthodontie in de algemene praktijk 67 Start! 5


“Help, mijn baan verdampt!”

Waarom een beroepsvereniging van belang is

“Ja, grap er maar over, maar in feite is dit wel wat er gaande is”. Aan het woord is Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. We interviewen Jan Willem over de nut en noodzaak van beroepsorganisaties. Jan Willem Vaartjes (ANT) en Wolter Brands (KNMT) zijn sprekers op ons Kickstart evenement van 26 mei, dus de lijntjes zijn kort en Jan Willem wordt nu door ons aan de tand gevoeld. Jan Willem begrijpt heel goed dat de afstuderende en pas afgestudeerde tandarts het lidmaatschap van een beroepsorganisatie niet bovenaan de prioriteitenlijst heeft staan. “Maar”, zo zegt hij, “het is maar een kleine moeite om je, gratis nog wel, zowel bij de ANT als de KNMT in te schrijven. Het belang van een goed georganiseerde beroepsgroep mag niet onderschat worden. Want hoe leuk het beroep van tandarts ook is, er liggen wel degelijk gevaren op de loer. Bijvoorbeeld: het gevaar van het gedwongen overhevelen van taken naar mondhygiënisten; de gevolgen van differentiaties binnen de tandheelkunde (noot redactie: mogen algemeen practici in de toekomst nog wel alle handelingen verrichten?) en wat te denken van de zorgverzekeraars en naming en shaming

Start! 6

“Het belang van een goed georganiseerde beroepsgroep mag niet onderschat worden.” beleid van zorgverleners op het internet? Kortom: er wordt wel degelijk aan ons beroep geknabbeld. Help, mijn baan verdampt is wat zwaar aangezet, maar het is wel oppassen geblazen. En wie moet jullie belangen dan behartigen en indien noodzakelijk strijd voeren? Niet de individuele (jonge) tandarts, want alleen is maar alleen. Daarom is een goed georganiseerde beroepsgroep van belang. En daar zijn wij, de KNMT en de ANT voor!” Wij vragen Jan Willem naar het verschil tussen de ANT en de KNMT. “Beiden staan voor het belang van de tandartsen in Nederland en voor een deel lopen onze werkzaamheden gezamenlijk op. Maar als

ANT zijn we duidelijker aanwezig in de media en zeggen we waar het op staat. Zonder overdrijven durf ik te stellen dat zonder het actiegerichte ingrijpen van de ANT de AMvB (red.: algemene maatregel van bestuur, een wet) over taakherschikking vorig jaar door de minister zou zijn ingevoerd. Wij hebben hier fel tegen geprotesteerd, we zijn een WOB-procedure gestart en hebben de minister publiekelijk ter verantwoording geroepen. Bij VWS zijn we hier niet populair mee geworden, maar voorlopig is de AMvB nog niet ingevoerd en hebben we ook steeds meer politieke steun gekregen. Men heeft hierbij geprobeerd de ANT en de KNMT tegen elkaar uit te spelen, maar omdat we op bestuursniveau regelmatig goed overleg hebben is dat niet gelukt. Het advies van Jan Willem luidt dan ook: het gaat er niet direct om waar je je aanmeldt, maar het is van levensbelang voor de belangenbehartiging van ons vak dát je je bij een beroepsvereniging aanmeldt! Wij danken Jan Willem Vaartjes voor zijn tijd en zijn advies aan onze achterban. Wij hebben ons gelijk aangemeld bij... wat denk je zelf?!


tandheelkundige studieverenigingen plaatsnemen in verschillende onderwijscommissies. Kortom: menig tandheelkunde- en mondzorgkundestudent kan soelaas vinden in deze veelzijdige studievereniging. Als u zich nog eens in Nijmegen bevindt, kom dan vooral een keer langs voor een kopje koffie en een babbeltje in onze altijd gezellige TFV-kamer!

organiseren we wekelijks informele borrels en leuke activiteiten, hierbij valt te denken aan een rally en een fantastisch gala. Ondanks de kleinschaligheid van de opleidingen is een grote groep actief binnen Favervuta, waardoor gezelligheid is gegarandeerd tijdens de workshops en activiteiten.

Tandheelkundige FaculteitsVereniging – Nijmegen De Tandheelkundige FaculteitsVereniging Nijmegen is opgericht op 19 december 1963 en was in eerste instantie, zoals van een studievereniging verwacht mag worden, gefocust op het verbeteren van het tandheelkundig onderwijs. De Vereniging groeide en hiermee kwamen meer behoeftes naar boven vanuit haar leden. Met deze reden breidde de TFV haar activiteiten uit en werden ook activiteiten aan de leden aangeboden vanuit de ontspanningstak. Een prachtige ontwikkeling! Tegenwoordig is de TFV met meer dan vijfhonderd leden één van de grootste en meest actieve studieverenigingen van Nijmegen. Naast de wekelijkse borrel die plaatsvindt in onze eigen sociëteit, worden vele activiteiten georganiseerd: van een sushiworkshop tot het jaarlijkse symposium tot waterskiën. En naast dit gezelligheidsaspect zet de TFV zich natuurlijk nog steeds fanatiek in voor het onderwijs door studentleden te laten

Favervuta – Amsterdam Favervuta is de studievereniging voor tandheelkunde- en mondzorgkunde studenten van ACTA. Het overgrote deel van de studenten op ACTA is lid bij Favervuta, maar wat doen we eigenlijk? Gedurende het jaar worden veel activiteiten naast de studie georganiseerd. Waaronder leerzame workshops, waarvan de onderwerpen uiteenlopen van ‘hoe je financiën te regelen als tandarts’ tot het aanmeten van bleekbitjes. Daarnaast zorgen we ook voor veel gezelligheid: zo

Archigenes – Groningen

T.M.F.V. Archigenes is de studievereniging van tandheelkunde en mondzorgkunde in Groningen. Wij organiseren veel activiteiten voor alle leden gedurende het hele jaar. We hebben bijvoorbeeld onze maandelijkse borrels, feesten, een gala, het verenigingsblad ‘de Bonding’ en nog veel meer, ook kan je via onze site met een aantrekkelijke korting je studieboeken aanschaffen. Voor het onderwijs heeft onze vereniging ook een belangenafdeling die de jaarvertegenwoordiging en verschillende onderwijscommissies ondersteunt.

Start! 7


Geld komt niet op de eerste plaats Starter Sharif Tairie wil goed gebit voor daklozen en illegalen

Van startende tandartsen wordt wel gezegd dat ze dit beroep hebben gekozen om flink wat geld verdienen. Voor tandarts en student geneeskunde Sharif Tairie (25), Nederlander van Afghaanse afkomst, gaat dit niet op. ‘’Ik wil daklozen en illegalen helpen hun pijn te verlichten en hun glimlach weer terug te geven.’’

Sharif, wat houdt jouw project Dentist for Humanity in? ‘‘Ik wilde in 2016, tijdens mijn opleiding Tandheelkunde aan het ACTA, graag een project opzetten voor mensen die het moeilijk hebben in Nederland. In eerste instantie richtte ik me op vluchtelingen, maar al snel merkte ik dat er veel meer mensen geen toegang hebben tot de tandarts. Ik sprak in Amsterdam met mensen van daklozencentrum De Regenboog Groep en leerde dat ze zesduizend mensen per jaar verzorgen en die hebben ook geen toegang hebben tot de tandarts. Ik sprak zelfs mensen die zelfs hun eigen kiezen hadden getrokken! Sommigen gaan naar de Kruispost maar daar is de optie: consult en trekken en that’s it. Ook als het een voortand is. En zij kunnen verder nergens terecht.’’

Tijd voor actie?

Tekst: Thomas Braun

Start! 8

‘‘Ik ben meteen verder gaan kijken. Hoe beleven andere organisaties dit? Ik heb gesproken met Dokters van de Wereld en HVO Querido. Organisaties in Amsterdam die tegen dezelfde problemen aanlopen. Zij


“Als je geld secundair maakt en jouw passie, jouw energie op de eerste plaats zet, komt het goede vanzelf naar je toe. “ verzorgen per jaar duizenden mensen die problemen hebben om aan eten en drinken te komen, die in de schuldsanering zitten of geen huis hebben. Geen van hen komt bij de tandarts. Die groep is gigantisch. De GGD denkt zelfs dat er tien- tot vijftienduizend illegalen en daklozen zijn die niet bij de tandarts terecht kunnen. Ik wilde weten hoe we deze mensen konden helpen. De conclusie was dat in de reguliere praktijk, met al haar kosten en onkosten, het onmogelijk was om zoveel mensen aan te kunnen. Wel één, of twee of vier, maar geen tienduizend.’’

En toen bedacht je een list? ‘‘Ik besloot een praktijk op te richten, maar dan als non-profit organisatie. Door die constructie vallen er veel kosten weg. En dan heb je het over belastingzaken, over personeelskosten die je niet maakt omdat je met vrijwilligers en stagiaires werkt en veel bedrijven bleken bereid te zijn te doneren of te sponsoren. Zo was het bedrijf Henry Schein heel gul in het schenken van materialen en praktijkeigenaren bleken ook spullen over te hebben. We hebben enorm veel kosten kunnen drukken. En we vragen van de mensen die we behandelen een kleine bijdrage, zodat ze wel verantwoordelijkheid nemen. Voor de een is dat een tientje, voor de ander vijftig euro. Als we dat niet doen is de noodpot zo op.’’

En nu? ‘‘We gaan vanaf zondag 14 mei van start

in een praktijk die ook gedoneerd is. We hoeven geen huur en ook geen gas, water en licht te betalen. Vanaf die datum gaan we daar elke zondag een groep mensen behandelen. Zes maanden lang. En dat willen we uitbreiden naar meer dagen per week in meerdere plaatsen in Amsterdam en daarna ook in andere steden.’’

Het klinkt mooi, maar je wordt toch tandarts om veel geld te verdienen? ‘‘Bij mij zit dat anders. Ik ben nooit dit vak ingestapt vanwege het geld. Er is een oude Arabier, Ismail Ibn Kathir, die ooit zei: Een kenmerk van de wereld is dat het vlucht van degene die haar achtervolgt, en zij achtervolgt diegene die van haar vlucht. Als je geld secundair maakt en jouw passie, jouw energie op de eerste plaats zet, komt het goede vanzelf naar je toe. Zo is het met de stichting ook. Ik heb bijna niets gekocht en ik heb bijna alles.’’

Tienduizend mensen helpen blijft een zeer hoog doel.

king stellen aan deze groep mensen. En wij hopen een duurzame fondsenpot te creëren zodat deze praktijken hun onkosten vergoed krijgen.’’

Intussen verdien jij geen droge boterham? ‘‘Ik werk anderhalve dag bij tandartspraktijk Lien in Amsterdam. Daar verdien ik mijn boterham. Ik woon nog thuis, heb een klein autootje, voor mij is dat goed genoeg.’’

‘‘Ik werk anderhalve dag bij tandarts praktijk Lien in Amsterdam. Daar verdien ik mijn boterham.”

‘‘Daarom hoop ik ook dat zoveel mogelijk tandartsen zich aansluiten. Dat zij hun praktijk en hun diensten ook ter beschik-

Start! 9


Afgestudeerd, en dan?

Stappenplan in een notendop

Hard gestudeerd? Check. Diploma? Check. BIG? KvK? Verzekeringen? Wat moet je straks eigenlijk allemaal regelen als tandarts? Wij hebben het voor je op een rijtje gezet. Wij nemen in vogelvlucht met jou de belangrijkste zaken door om te weten en regelen op het gebied van wetgeving, verzekeringen, belastingen en al het andere papierwerk. Wil je meer weten? Ga dan naar www.destartendetandarts.com. Succes! 1. BIG-registratie

Registreren als tandarts in het BIG-register is verplicht. Je hebt het nodig om zelfstandig voorbehouden handelingen te mogen uitvoeren én om de titel Tandarts te mogen gebruiken. In het BIG-register worden ook schorsingen, beperkte bevoegdheden of schorsingen door de IGZ vastgelegd. Registreren doe je via https://www. bigregister.nl/registratie/.

2. Kamer van Koophandel

De meeste starters zullen aan de slag gaan als tandarts in een praktijk van iemand anders. Hiervoor bestaan verschillende vormen van samenwerking. De meest voorkomende vorm is het werken als zelfstandig tandarts op basis van een overeenkomst van opdracht. Voor deze vorm is het belangrijk dat je fiscaal en juridisch gezien ondernemer bent en bij een ondernemer hoort een rechtsvorm: De meest relevante rechtsvorm voor starters is de eenmanszaak (ook wel zzp’er, zelfstandige zonder personeel genoemd). Ga je in loondienst, treed je toe tot een maatschap of start je een eigen praktijk? Dan is deze stap niet relevant voor jou. Het registeren van jouw eenmanszaak gebeurt bij de Kamer van Koophandel.

Start! 10

3. Verzekeringen

Hopelijk hoef je er nooit aanspraak op te maken, maar regel het goed. Er zijn drie belangrijke verzekeringen waar je op moet letten als zelfstandig tandarts: Een beroepsaansprakelijkheidsverzekering dekt schade die volgt uit beroepsfouten. Dit betreft met name fouten die leiden tot directe vermogensschade. Vanuit het modelcontact ben je verplicht tot een ‘binnen het werkveld gangbare dekking maar met een minimale dekking van € 1.000.000,- per gebeurtenis’. De verzekering dekt doorgaans kosten van verweer (proceskosten en kosten van juridische bijstand), wettelijke rente, bereddingskosten en ondersteuning bij de verdediging van je belangen, ongeacht of de schadeclaim gerechtvaardigd is. De beroepsrechtsbijstandverzekering of zakelijke rechtsbijstandsverzekering, dekt de kosten voor rechtskundige bijstand. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij geschillen met derden zoals waarnemers, zorgverzekeraars of de IGZ. Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Raak je arbeidsongeschikt, dan kan je niet meer werken als tandarts en verlies je je primaire inkomstenbron. Voor zelfstandigen bestaat er geen ziektewet en ben je aangewezen op

je eigen opgebouwde financiële middelen óf een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

4. De Wkkgz en de klachtenregeling

De overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt en heeft daarom wettelijk vastgelegd wat goede zorg inhoudt, en wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg verplicht tandartsen om te beschikken over een klachtenregeling die voldoet aan de eisen die hiervoor gesteld zijn, en aangesloten te zijn bij een erkende geschilleninstantie. Als zelfstandig tandarts heb je dus een klachtenregeling nodig. Een eenvoudige manier om je klachtenregeling te regelen is via je beroepsvereniging, de ANT of de KNMT. Ben je in loondienst? Informeer dan bij je werkgever of de klachtenregeling voor jou is geregeld.

5. Beroepsvereniging

In de vorige stap hebben we je uitgelegd dat je eigenlijk wel lid moet worden van een beroepsvereniging voor een klachtenregeling. Zeer waarschijnlijk ben je al bekend met de ANT en de KNMT. Naast verschillen in het aanbod van diensten zijn er ook


organisatorische verschillen en verschillen in visie en maatschappelijke standpunten. Wij nemen hier geen standpunt over in en op onze website vertellen we je wat beide partijen voor jou doen als starter.

6. Solliciteren

Bedenk van tevoren wat jij verwacht van jouw toekomstige werkplek, bijvoorbeeld: •In loondienst of overeenkomst van opdracht? •Solo- of groepspraktijk? •Hoeveel dagen wil je werken, ben je bereid op zaterdagen te werken? •Welke tijden wil je werken en ben je bereid om in de avonduren te werken? •Wat wil je leren de komende vijf jaar?

Waar

Stoelassistentie - heb je een assistent aan de stoel? Hoe zijn ze opgeleid? Materialen - neem een kijkje in de voorraadkast om te kijken of je kunt werken met de (aanwezige) rubberdam, contactmatrix enzovoort.

Honorarium en percentages

Het is gebruikelijk om een percentage af te spreken op basis van je (gemiddelde) dagomzet. Als startende tandarts kun je de eerste weken een dagomzet verwachten tussen de 800 en 1200 euro. Uiteraard zijn er individuele verschillen en is het sterk afhankelijk van je werktempo en agendavulling. Je kunt een vast percentage afspreken, doorgaans tussen de 30-50% of werken met een staffel. Hierbij is je percentage afhankelijk van je gemiddelde dagomzet. Bij voorbeeld 30% bij een omzet lager dan €900, 35% bij een omzet tussen €900 - €1200, 40% bij een omzet tussen de €1200 - €1500, 45% bij een omzet hoger dan €1500.

Je kan sollicitatieplekken vinden op vacaturebanken als Mondzorgbaan.nl en de KNMT vacaturebank. Ook werving- en selectiebureau’s, open sollicitaties en je eigen (LinkedIn) netwerk zijn goede opties. Via via is een goede manier om in contact te komen met tandartsen en tandartspraktijken. Maak kenbaar dat je bent afgestudeerd en op zoek bent naar een praktijk om te werken.

Tip: Staar je niet blind op percentages. Het is belangrijker dat je een goed gevulde agenda hebt, goede assistentie en dat je veel kan leren van je collega’s.

Een eerste gesprek

7. Modelcontract

Bereid je voor: hoeveel medewerkers heeft de praktijk, zijn er specialisaties in huis, wat kan je verwachten van het patiëntenbestand gezien de locatie? Toon interesse in de praktijk en zorg dat je gericht vragen kunt stellen. Stel jezelf voor. Leg nadruk op je sterke kanten. Laat weten wat jíj de praktijk te bieden hebt. Zorg dat je een dag in de praktijk kan meelopen. Zo kan je zelf kijken hoe er met de patiënten en het team wordt omgegaan, hoe de sfeer is in de praktijk, en hoe de patiëntenstroom verloopt. Belangrijke aandachtspunten in het gesprek: agendavulling - neem je een agenda over of moet je een agenda opbouwen? Tijds- en behandelplanning - kan je zelf aangeven hoeveel tijd je voor behandelingen en taken nodig hebt?

Als je een contract gaat afsluiten met een opdrachtgever, heb je eigenlijk niet bijzonder veel keuze. Dat komt omdat het contract aan bepaalde eisen moet voldoen, zodat je als zelfstandige tandarts kan werken en niet als tandarts in loondienst. Hiervoor is er een modelovereenkomst opgesteld. Het modelcontract vind je terug op onze website.

8. AGB-code

Het AGB-register is het identificerende register in de zorg, met de AGB-code als unieke sleutel. De AGB-code is belangrijk in het declaratieverkeer en is ook van belang bij de contractering met zorgverzekeraars en de vindbaarheid via bijvoorbeeld zorggidsen. Op onze website vindt je stap voor stap een handleiding om je op www. agbcode.nl te registreren.

9. Financiële administratie

Een zakelijke rekening. Handig om je geldstromen van elkaar gescheiden te houden en het ziet er professioneel uit. De kosten voor een zakelijk rekening blijven vaak beperkt. Sommige banken hebben speciale pakketten voor medici, anders kun je op www.zakelijkbankieren.nl ook eenvoudig een vergelijking maken. Als zelfstandig tandarts zal je aan het eind van de maand je factuur moeten indienen. Zo’n factuur heeft een aantal verplichte onderdelen. Op onze website kun je een voorbeeldfactuur downloaden en invullen.

Een balans winst- en verliesrekening en jaarrekening

De balans winst- en verliesrekening is een verplicht stukje administratie voor de eenmanszaak. De balans betreft een jaarlijkse financiële stand van zaken met alle bezittingen (inventaris, vorderingen en liquide middelen) en schulden (te betalen omzetbelasting, lening, eigen vermogen, crediteuren). Deze cijfers heb je nodig voor je aangifte inkomensbelasting. Een jaarrekening is een financieel eindverslag van wat je zakelijk allemaal hebt gedaan in een bepaald boekjaar. Al je inkomsten en uitgaven zie je terug in dit verslag. Denk aan je investeringen zoals je loepbril of laptop, maar bijvoorbeeld ook aan de tankbonnetjes van je auto als je deze zakelijk rijdt. Een jaarverslag of jaarrekening is niet verplicht als zzp’er. Voor een kleine onderneming met beperkte in- en uitgaven is het zelf opstellen van een balans of jaarrekening goed te doen. Veel (startende) tandartsen kiezen er echter voor dit uit te besteden. Omdat je jaarrekening nog relatief eenvoudig is, bieden veel bureaus dit voor een aantrekkelijk tarief aan. Let er wel op dat je zelf aansprakelijk blijft voor de juistheid van de balans en/of jaarverslag en je aangifte inkomensbelasting. Dus aan de slag, wij wensen je in ieder geval een fantastische carrière toe!

Start! 11


Heb je er na zes jaar studeren nog steeds niet genoeg van?

Specialiseren en differentiëren Heb je er na zes jaar studeren nog steeds niet genoeg van? Dat komt dan helemaal goed, want er zijn genoeg vervolgopleidingen die je kunt doen na je studie Tandheelkunde! Natuurlijk zijn de enige specialisaties kaakchirurgie en orthodontie. Dit houdt ook in dat je na het behalen van deze diploma’s alleen nog maar verrichtingen mag doen die aan die vakgroep verbonden zijn. Eenmaal gespecialiseerd is dat niet te combineren met algemene tandheelkunde. De opleiding orthodontie is een vierjarige fulltime opleiding. Tijdens de opleiding is er dus geen mogelijkheid om daarnaast in de praktijk te werken. Gelukkig krijg je betaald tijdens de opleiding. Per universiteit is vastgesteld hoeveel dat is. Voor orthodontie is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar, ook weer per universiteit verschillend. Zo worden op het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) elke twee jaar vijf nieuwe tandartsen aangenomen. Houd de websites van de verschillende faculteiten in de gaten voor inschrijfperiodes voor de nieuwe lichtingen. Meestal zijn de inschrijfperiodes bijna een jaar van tevoren al open. Als Tandheelkunde je eerste opleiding is geweest en je wilt gaan voor kaakchirurgie

Start! 12

is het noodzakelijk dat je eerst nog Geneeskunde doet. Dit kan in een versneld traject, namelijk in vier jaar in plaats van zes jaar. Voor de meeste opleidingsplaatsen bij Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie is het verplicht ook te promoveren. Het is dus geen slappe hap: zes jaar tandheelkunde, vier jaar geneeskunde, promotieonderzoek en dan nog eens vier jaar MKA-chirurgie. Veertien jaar studeren is niet zomaar iets, maar wees gerust: als je eenmaal begint aan de opleiding MKA-chirurgie word je betaald als AIOS. Misschien kun je tijdens je tijd als geneeskundestudent in de vrije uurtjes werken als tandarts. Let wel op, zeker voor MKA-chirurgie geldt: er is meer vraag dan aanbod. Begin dus op tijd met uitpluizen of

er een plekje voor je is als je interesse hebt!

Is specialiseren niet voor jou weggelegd?

Dan kun je je nog altijd differentiëren aan de hand van postacademische of postinitiële opleidingen. Wellicht heb je tijdens je opleiding al wel affiniteit met een vakgebied ontwikkeld en wil je deze uitbreiden tot een echte differentiatie. Het ACTA biedt postacademische opleidingen en bij verschillende Centrum Bijzondere Tandheelkunde locaties zijn postinitiële opleidingen te volgen.

Op ACTA kun je de postacademische opleiding Oral Health Sciences volgen.

Deze opleiding bestaat uit een gezamenlijk


programma, waarbij de focus wordt gelegd op onderzoek, microbiologie, psychologie en ook radiologie. Daarnaast kies je een afstudeerprofiel. Dit kan parodontologie, implantologie, orale kinesiologie of endodontologie zijn. Na het afstuderen krijgen je naast een MSc voor Oral Health Sciences

• • • •

ook een diploma dat wordt erkend door de wetenschappelijke vereniging van het betreffende profiel. Naast OHS heb je op ACTA ook de mogelijkheid Kindertandheelkunde te volgen. Deze twee opleidingen zijn beide driejarige fulltime opleidingen, maar het verschilt per profiel hoeveel dagen

Pedodontologie (EAPD): € 6.000,- per jaar 3 dagen in de week aanwezigheid 2 dagen in de week zelfstudie

• Parodontologie (EFP): • € 21.000,- per jaar • 5 dagen per week, deze opleiding geeft weinig ruimte voor werken in de praktijk. • • • •

Implantologie (NVOI): € 22.500,- per jaar 3 dagen in de week aanwezigheid 2 dagen in de week zelfstudie

• • • •

Orale Kinesiologie (NVGPT): € 12.500,- per jaar 3 dagen in de week aanwezigheid 2 dagen in de week zelfstudie

• • • •

Endodontologie(NVvE): € 14.000,- per jaar 3 dagen in de week aanwezigheid 2 dagen in de week zelfstudie

• Geriatrie (NVGd): • €3.300 per jaar exclusief kosten noodzakelijke cursussen • 2 dagen praktijk, 1 dag theorie

Ook bij de postacademische opleidingen zijn vaak meer geïnteresseerden in de opleiding dan dat daadwerkelijk plekken zijn. Dit betekent dat je dus niet zomaar wordt aangenomen voor de opleiding. Het is belangrijk een klik te hebben met de afdeling waar je terecht komt en echte interesse te hebben in het vakgebied. Vaak geven ze de voorkeur aan kandidaten die enkele jaren praktijkervaring hebben. Misschien heb je tijdens deze eerste jaren

per week je echt aanwezig moet zijn. Om het overzichtelijk te maken hebben we een schematisch overzicht gemaakt van de mogelijke postacademische en –initiële opleidingen beschikbaar en erkend in Nederland.

• Alleen bij SBT Amsterdam • Angstbegeleiding (VBTGG): • €3.300 per jaar exclusief kosten noodzakelijke cursussen • 2 dagen praktijk, 1 dag theorie • SBT Amsterdam • Gehandicaptenzorg (VBTGG): • €3.300 per jaar exclusief kosten noodzakelijke cursussen • 2 dagen praktijk, 1 dag theorie • SBT Amsterdam en overige CBT • Maxillo-Faciale Prothetiek (NVGPT) • €3.300 per jaar exclusief kosten noodzakelijke cursussen • 2 dagen praktijk, 1 dag theorie • SBT/ACTA, CBT Rijnmond/Erasmus MC, UMC Groningen, UMC St. Radboud en UMC Utrecht • Prosthodontie (NVGPT) • Herstellen van de functie van het gebit bij patiënten met aangeboren of in het latere leven ontstane complexe gebitsproblemen • 2 dagen praktijk, 1 dag theorie • UMC Groningen, CBT Zwolle en CBT Leeuwarden

al gerelateerde cursussen gevolgd of heb je veel met patiënten gewerkt in het vakgebied. Interesse in onderzoek doen is ook zeker een pré! Is langdurige bij- en nascholing niets voor jou, dan zijn er natuurlijk ook genoeg cursussen ter beschikking om je alsnog verder te verdiepen in één of meerdere van deze onderwerpen. Natuurlijk betekent dit wel dat er geen erkenning is door de betreffende vereniging. Bij- en nascholing

wordt vanuit de faculteiten ook gefaciliteerd. ACTA Dental Education: www.acta-de.nl Post Academisch Onderwijs Nijmegen: www.paotumcn.nl Stichting POAT Noord-Nederland: www.wenckebachinstituut.nl

Start! 13


Nascholing Nascholing is een belangrijk onderdeel om aantoonbaar te maken dat je bekwaam bent om het beroep van tandarts uit te oefenen, maar ook je deskundigheid te bevorderen. Maar waar ga je nascholing in doen en hoe hou je dat allemaal bij? Het Kwaliteitsregister Tandartsen is één van de meest bekende manieren om dit te doen.

Via het online systeem PE-online word je persoonlijk dossier bijgehouden. Hierin wordt geregistreerd welke bij- en nascholing je hebt gevolgd, maar ook kun je zelf intercollegiaal overleg en je visitatie opgeven, de scholing die je in het buitenland volgt, en andere deskundigheidsbevorderende activiteiten. Voor al deze activiteiten worden KRT-punten toegewezen.

Wat zijn KRT-punten? Het KRT registreert de tijd die besteed wordt aan tandheelkundig relevante activiteiten. De tijd wordt uitgedrukt in KRT-punten. Één KRT-punt staat gelijk aan één uur netto les. Dat is de tijd van bij- en nascholing zonder ontvangst, pauze, lunch, diner, prijsuitreikingen, examen of toets, introducties van sprekers, discussietijd enzovoort.

Waar vind ik scholing met KRTpunten? Bijna alle opleiders die in Nederland tandheelkundige deskundigheidsbevordering aanbieden, melden hun cursus aan bij het KRT. Het gehele tandheelkundige scholingsaanbod vindt je in de nascholingsagenda op www. pe-online.org. De nascholing wordt onderverdeeld in verschillende competentiegebieden: mondzorg,

Start! 14

communicatie, samenwerking, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit.

Daarnaast is het ook fijn om te weten dat de informatie vertrouwelijk wordt behandeld.

Wat zijn de normen voor toelating?

Patiëntenenquête

- Je hebt een onvoorwaardelijke inschrijving in het BIG-register. - Je hebt een geldige klachtenregeling voor patiënten. - Je leeft de geldende (praktijk)richtlijnen en gedragsregels voor tandartsen na. - Je bent in staat om adequaat te communiceren in de Nederlandse taal. Waar moet je aan voldoen voor een herregistratie na vijf jaar? - Je hebt minimaal 180 uur besteed aan deskundigheidsbevordering, verdeeld over minimaal vier competentiegebieden. - Je hebt gemiddeld veertien uur per week tandheelkundige zorg aan patiënten verleend. - Je hebt een patiëntenenquête gehouden. - Je bent gevisiteerd door collega-tandartsen.

Visitatie Om aan de norm voor herregistratie te voldoen moet je minimaal eens per vijf jaar twee collega-tandartsen uitnodigen voor een bezoek aan je praktijk. Dit kan je zelf organiseren, maar wat makkelijker is, is om het te regelen via de ANT of de KNMT. ANT: visitatie@ant-tandarts.nl KNMT: visitatie@knmt.nl IQual visitatie: iqual@knmt.nl Maar wat houdt zo’n visitatie nou eigenlijk in? Het gaat dan om twee tandartsen (visiteurs) die een derde tandarts in zijn/ haar praktijk bezoeken. De visiteurs stellen vragen aan de hand van een onderwerpenlijst en geven feedback.

Je kunt aan de norm voldoen door minimaal eens per vijf jaar een enquête te houden onder je patiënten. Deze enquête kun je zelf opstellen of je kan gebruik maken van een professionele aanbieder.

Intercollegiaal overleg Intercollegiaal overleg of ICO is een manier om samen met een vaste groep collega’s aan nascholing te doen. ICO wordt door beide beroepsvereniging georganiseerd, voor de ANT is dit IQdent en voor de KNMT is dit IQual. Het ICO levert altijd 2 KRT-punten op maar hier worden wel wat eisen aan gesteld. Zo moet het bijvoorbeeld om een vaste groep gaan van minimaal vijf tandartsen die op regelmatige basis gestructureerd overleg hebben. In de groep wordt iemand verantwoordelijk gesteld voor het aanleveren van het jaarplan, de aanwezigheid en verslaglegging van de ICO’s. Dit wordt aangeleverd aan de KNMT (IQual) of de ANT (IQdent). Actie voor pas afgestudeerde tandartsen Registratie 1e jaar na afstuderen = 2 kalenderjaren gratis Registratie 2e jaar na afstuderen = 1 kalenderjaar gratis Registratie 3e jaar na afstuderen = ½ kalenderjaar gratis Na deze actie zijn de jaarlijkse kosten van de KRT-registratie €90,-

Wil je je registeren? Meldt je aan via www.krt.nu


Start! 15


tandartsonderzoeker Bas Loomans In een notendop: hoe bent u in de onderzoekswereld terecht gekomen?

Curriculum Vitae Geboren: Eindhoven

Woonplaats: Nijmegen

Studie:

Tandheelkunde

Universiteit:

Katholieke Universiteit Nijmegen (heden: Radboud Universiteit)

Jaar van afstuderen: 1999

Jaar van promoveren: 2007

Start! 16

‘’Tijdens mijn studie trok de onderzoekswereld me helemaal niet, maar op het moment dat ik er in het kader van mijn afstudeeronderzoeksproject steeds meer mee in aanraking kwam, begon de interesse te groeien. Na enkele maanden op uitwisseling te zijn geweest in Bern (Zwitserland) veranderde het beeld voor me wat ‘onderzoek doen’ inhoudt. Het bleek veel meer te zijn dan een ‘stoffige oude mannenwereld’. Na diverse gesprekken met onder andere prof dr. M-C. Huysmans (destijds werkzaam op het UMC Groningen) en prof. dr. R. Burgersdijk (oud-afdelingsvoorzitter Tandheelkunde Nijmegen) heb ik uiteindelijk

besloten direct na mijn studie met een promotieonderzoek in Nijmegen te beginnen. Naast deze aanstelling (2,5 dag in de week) werkte ik de andere dagen in een algemene tandartspraktijk van mijn vader in Valkenswaard.’’

“Direct aansluitend na mijn afstuderen ben ik parttime met onderzoek begonnen.”

Met welk onderzoek houdt u zich momenteel bezig?

‘’Sinds 2010 ben ik projectleider van het Nijmegen Tooth Wear Project (ook wel Ernstige Slijtage Onderzoek genoemd). In dit project houden we ons bezig met de diagnostiek en behandeling van patiënten met ernstige gebitsslijtage. Bij de diagnostiek richten we ons op de vraag wat nu echt de belangrijke etiologische factoren zijn die er bij deze patiënten toe doen. Daarnaast richten we ons op de effectiviteit en duurzaamheid van verschillende behandelingenopties. Zo worden patiënten met ernstige slijtage, maar zonder concrete hulpvraag, gemonitord om te bepalen hoe groot de progressie van de gebitsslijtage is.


“Tot op heden zijn bijna 200 patiënten geïncludeerd in het onderzoek’’ Op het moment dat er een hulpvraag is worden de patiënten wel restauratief behandeld. Hierbij worden verschillende technieken gebruikt en vergeleken: van volledig opbouwen met directe composietrestauraties, indirecte composietrestauraties tot de innovatieve 3D CAD-CAM techniek waarbij de behandelprocedure een volledig digitale workflow heeft. Tot op heden zijn bijna 200 patiënten geïncludeerd in het onderzoek en mogen we met trots zeggen dat we het grootste klinisch onderzoek naar gebitsslijtage in de wereld hebben!’’

Wat heeft u gedaan voor u het onderzoek in bent gegaan?

‘’Niet specifiek iets. Direct aansluitend na mijn afstuderen ben ik parttime met onderzoek begonnen. Eerlijkheidshalve gebied me te zeggen dat ik alvorens te starten wel twee maanden met een goede vriend op reis ben geweest in Zuid-Amerika.’’

Wat waren uw beweegredenen om uiteindelijk voor het onderzoek te kiezen?

‘’De belangrijkste beweegreden van deze keus is dat ik me niet vijf dagen per week tot mijn 67ste als tandarts werkzaam zag. In de onderzoekswereld zag ik een mooie kans om andere kwaliteiten van me kwijt te kunnen. De afwisseling tussen deze twee banen is niet altijd even gemakkelijk maar geeft mij een perfecte balans tussen het werken als tandarts in de praktijk en de uitdagingen die onderzoek met zich meebrengt.’’

Denkt u dat onderzoek doen wel of niet voor iedereen weggelegd is?

‘’De opleiding Tandheelkunde is logischerwijs zeer praktisch ingesteld en heeft niet als doel de studenten tot hardcore onderzoekers op te leiden. Wel is het doel de studenten wetenschappelijk onderlegd te laten zijn, zodat ze altijd de vraag gaan stellen of bijvoorbeeld een nieuwe techniek of materiaal inderdaad wel zo goed is als de fabrikant zegt. Daarnaast wordt

“Ik zeg altijd dat je wel een beetje prettig gestoord moet zijn om het onderzoek in te gaan’’ een student geleerd op een gestructureerde manier een klinisch probleem op wetenschappelijk verantwoorde wijze te beantwoorden. Maar op de vraag of het onderzoek doen voor iedereen is weggelegd, dat denk ik niet. Ik zeg altijd dat je wel een beetje prettig gestoord moet zijn om het onderzoek in te gaan, maar persoonlijk ben ik tot op de dag van vandaag blij dat ik deze keuze gemaakt heb.’’

“Ik ben trots dat we met ons team het grootste klinisch onderzoek ter wereld op het gebied van gebits slijtage hebben opgezet!’

Wat is, naast uw promotie, tot nu toe het hoogtepunt van uw carrière?

‘’Ik ben trots dat we met ons team het grootste klinisch onderzoek ter wereld op het gebied van gebitsslijtage hebben opgezet! Met als wetenschappelijk hoogtepunt - tot nu toe - dat we met zestien Europese key-opinion leaders een consensus paper hebben gepubliceerd over hoe om te gaan met een patiënt met ernstige gebitsslijtage.’’

Wat denkt u dat de volgende stap in uw carrière zal zijn?

‘’Mijn doel is dat we met onze unieke kennis en ervaring binnen twee jaar een ‘Radboud Gebitsslijtage Team’ hebben staan dat als verwijscentrum kan dienen voor tandartsen in de wijde regio. Daarnaast zie ik interessante mogelijkheden om op het gebied van gebitsslijtage een link te leggen tussen de algemeen practicus - initieel onderwijs – postacademisch onderwijs – topreferente patiëntzorg en onderzoek.’’

Wat kunt u als tip meegeven aan de startende tandarts/net afgestudeerde tandheelkundestudent? ‘’Het beroep tandarts is prachtig en uitdagend. Blijf echter wel je grenzen verleggen door geen oogkleppen op te zetten. Kijk alsjeblieft verder dan de vier muren van je praktijk. Anders wordt de wereld naar mijn idee wel heel erg klein!’’

Start! 17


Four handed dentistry Binnen afzienbare tijd studeer je af en ga je werken als volwaardig tandarts in de mondzorg. Of zoals de bescheiden student zou zeggen: ‘dat is wel de bedoeling, ja!’

Start! 18

In de algemene praktijk leer je dagelijks nieuwe skills en met assistentie gaan je behandelingen een stuk sneller en gemakkelijker. Je materialen en instrumenten hoef je zelf niet aan te pakken, deze worden aangereikt. Hierdoor kun je je volledig concentreren op je werkterrein, of iets respectvoller gezegd: de patiënt. Het werken met een assistent, ook wel four handed dentistry genoemd, is ergonomisch beter, zorgt voor minder stress en meer rust voor de patiënt. Het is de beste en simpelste manier van procesoptimalisatie sinds 1950. Dit klinkt allemaal leuk en aardig, maar hoe leer je jezelf en je assistentie om optimaal met four handed dentistry te werken? Enkele young professionals hebben uit eigen ervaring wat praktische tips gegeven om jou als tandarts in de dop te helpen de techniek eigen te maken.

Communicatie

1. Goede Communicatie ligt ten grondslag aan four handed dentistry en goede samenwerking aan de stoel. Neem de tijd om jouw workflow uit te leggen en sta open voor vragen. Geef feedback en minstens net zo belangrijk: sta hier zelf ook voor open. Het is een proces dat lang duurt, maar pas wanneer je elkaar begrijpt zul je een efficiënte samenwerking met je collega’s ontwikkelen. 2. Wees niet bang om te leren van je assistent. Een ervaren assistent aan je zijde kan goud waard zijn. Ze heeft immers veel geoefende tandartsen zien werken en kent de ‘tips en tricks’ die je nog sneller zullen maken in het behandelen. 3. Leg uit aan je assistent waarom je bepaalde stappen in je behandeling uitvoert. Je assistent leert dan mee te denken in jouw workflow, deze


is voor elke tandarts immers uniek. Pas bij volledig begrip is het mogelijk voor je assistent om twee stappen vooruit te denken in het aangeven en klaarleggen en aangeven van materialen, ook bij een behandeling die niet standaard verloopt. 4. Wees simpel in de communicatie met je assistent. Zinnen als ‘zou je mij het pincet kunnen aangeven’ klinken erg wenselijk en vriendelijk, maar ze maken de workflow erg inefficiënt. Makkelijker is het voor beiden om duidelijk te benoemen welk instrument je nodig hebt: ‘pincet’. Je kunt eenvoudig voorkomen dat dit als een bevel wordt aangenomen. Bespreek dat je zo graag werkt om efficiënt te zijn, lange verhalen komen in de koffiepauze wel.

Uitvoering

5. Geef je assistent praktische tips voor het doorgeven van handinstrumenten. Als behandelaar is het fijn nieuwe instrumenten parallel aan je oude instrumenten aangereikt te krijgen. Hierbij biedt de assistent enkelvoudige instrumenten aan het uiteinde aan met de duim en wijsvinger, en pakt het oude instrument over met de pink. Vraag of ze je laat voelen dat het instrument aangegeven en overgenomen wordt, zodat jij als behandelaar je zicht niet van het werkterrein af hoeft te halen.

7. Vraag je assistent om de meerfunctiespuit en carpulespuit aan de tip te vast te houden en deze in de juiste richting te draaien. 8. Instrueer je assistent om je spiegel droog te blazen tijdens het prepareren met waterkoeling. Zo behoud je goed indirect zich en hoef je het prepareren niet te onderbreken om condens van de spiegel te verwijderen. Let op: niet alle units hebben een meerfunctiespuit aan de zijde van de assistent.

6. Scherpe instrumenten als je scaler en sonde kun je beter zelf pakken, zo voorkom je prikaccidenten. Bij het inrichten van de behandelunit worden deze dus al op de tray van de behandelaar gelegd.

Start! 19


Over de grenzen DHIN nu en in de toekomst

Dental Health International Nederland (DHIN) is opgericht in 1976 met als doel oude apparatuur en instrumentarium te verzamelen om kwetsbare mensen in de wereld te ondersteunen met tandheelkundige hulp. Allereerst waren dat mensen in ontwikkelingslanden, voornamelijk in Afrika en Azië. In de loop van de jaren werden steeds meer stichtingen opgericht, die als doel hadden deze mensen specifieke hulp te bieden. DHIN zorgde voor apparatuur en instrumentarium om die hulp mogelijk te maken. Deze spullen worden aangeboden door tandartsen, die hun praktijk beëindigen of nieuwe apparatuur aanschaffen en dental depots, die niet goed verkoopbare producten via DHIN toch een goede bestemming willen geven. Nog steeds voldoet DHIN aan die taak: in ons magazijn in Houten zorgen onze vrijwilligers ervoor, dat de benodigde apparatuur, instrumentarium en gebruiksmaterialen na controle en reparatie klaar zijn voor verzending naar verschillende landen. Dinsdag is DHINdag, dan zijn onze mensen in het gebouw aanwezig om deze werkzaamheden uit te voeren. Natuurlijk moet ook de administratie goed worden bijgehouden, daarvoor zijn enkele vrijwilligers actief in het kantoor. Uit de ervaringen die wij in de loop der jaren hebben opgedaan, bleek dat behalve de behoefte aan materialen, er ook steeds meer interesse kwam om kennis te

Start! 20

vergaren over de manier waarop die hulp moest worden gegeven. Daarom heeft DHIN een aantal cursussen ontwikkeld en gegeven. De onderwerpen lopen uiteen van sterilisatiemethoden, preventieopzet, hoe een project te organiseren, hoe zinvol en zinloos de hulp is en wat doet DHIN. Ook is er een symposium georganiseerd, waar verschillende stichtingen op gebied van ontwikkelingswerk in de tandheelkunde hun succes en teleurstellingen met elkaar deelden. Uit alle uitgevoerde research en ontvangen reacties voelden we ons gesterkt om het belangrijkste doel van DHIN uit te blijven dragen: het welzijn, de mondgezondheid en daarmee de toekomstmogelijkheden van de minderbedeelden overal in de wereld ondersteunen. Momenteel is de hulp die we verlenen aan projecten in Oost-Europa en Aleppo (Syrië) een actuele bezigheid. Op dit moment is DHIN zoekende naar de nieuwe weg voor de toekomst. We voeren gesprekken met het ministerie van ontwikkelingswerk en buitenlandse handel, ook met non-profit organisaties en we raadplegen onze adviseurs, om een visie voor de toekomst te schrijven en uit te gaan voeren.

Het huidige bestuur bestaat uit vier personen. Het meeste bestuurswerk bestaat uit het op niveau houden van DHIN als organisatie. Dit doen we voornamelijk tijdens vier à vijf bestuursvergaderingen per jaar. Verder zijn er vier kwartaalborrels in ons gebouw, waar het bestuur op een ongedwongen manier het reilen en zeilen van het magazijn bespreekt met de medewerkers. De visie van DHIN heeft een wetenschappelijke basis. Preventie en het poetsen met fluoride tandpasta is de enige realistische manier om de mondgezondheid in lagelonenlanden te verbeteren. We dragen onze visie uit met de volgende doelstellingen: verbetering van preventieve zorg, van werkomstandigheden van de tandheelkundige professie, van de hygiënische omstandigheden bij het leveren van die hulp, en het bevorderen van kennis over lagelonenlanden bij de Nederlandse tandheelkundige professie. Juist de jongeren, die werken in de mondzorg kunnen een vitale rol spelen in de hulp, die wij vanuit Nederland willen geven. - Dental Health International Nederland


De heeft een passend startpakket om jouw ambities waar te maken Voor iedere starter op de arbeidsmarkt is het soms prettig om meer inzichten te krijgen wat er allemaal op je af gaat komen als je werkelijk aan de slag gaat als tandarts. Waar moet je aan denken? Welke organisatie moet je benaderen? Wat moet je financieel regelen? Tandarts Lotte Krause studeerde vorig jaar af als tandarts en moest zich gaan oriënteren op de arbeidsmarkt. Ze maakte een afspraak met de KNMT voor een startersgesprek. Via het online systeem PE-online word je persoonlijk dossier bijgehouden. Hierin wordt geregistreerd welke bij- en nascholing je hebt gevolgd, maar ook kun je zelf intercollegiaal overleg en je visitatie opgeven, de scholing die je in het buitenland volgt, en andere deskundigheidsbevorderende activiteiten. Voor al deze activiteiten worden KRT-punten toegewezen.

Waarom heb je gekozen voor een startersgesprek bij de KNMT? “Op aanraden van een medestudent had ik een afspraak gemaakt voor een startersgesprek bij de KNMT. Zij was al op het hoofdkantoor in Nieuwegein langs geweest en vertelde mij dat je daar goed geïnformeerd werd over alle regelzaken.”

Wat is je ervaring tijdens dit gesprek en wat heb je gehad aan het gesprek? “Ik vond het een nuttig gesprek, omdat het een persoonlijk gesprek is en er een goed overzicht gegeven wordt over alles wat je moet regelen. In het gesprek werden alle belangrijke zaken die je moet regelen als startend tandarts doorgenomen en werd verteld wat belangrijk is om op te letten. Zo werd er bijvoorbeeld de ‘Overeenkomst van Opdracht’ bekeken en advies gegeven over welke opzegtermijn het beste is om te kiezen.”

Wat is de meerwaarde van dit gesprek voor jou? “Je kunt aan het begin van het gesprek aangeven waar je meer over wilt weten. Hierdoor krijg je adviezen die passen bij jouw situatie. Ik wist nog niet zeker of ik in loondienst of als ZZP-er aan de slag wilde gaan en samen hebben wij de voor- en nadelen afgewogen. Zeker als je je al wat

verdiept hebt is het handig dat je toe kunt spitsen op hetgeen je nog niet weet, bijvoorbeeld over accountancy, verzekering of pensioen. Ook kun je gelijk even kennismaken met de KNMT voor het geval je nog niet weet bij welke beroepsorganisatie je jezelf wilt aansluiten.”

Heb je nog tips/trucs/ adviezen voor andere starters? “Mijn advies is om bij meerdere partijen langs te gaan om informatie in te winnen. Organisaties zoals de VvAA en verzekeraars (bv. Meeùs) bieden ook vrijblijvend een afspraak aan waarin zij je voorlichten over wat je allemaal moet regelen. Hierdoor krijg je ook inzicht in wat er aangeboden wordt en wat de verschillen zijn.” De KNMT heeft een mooi aanbod voor studenten en pas afgestudeerden. Studenten zijn gratis lid van de KNMT. Na je afstuderen en in de jaren daarna verwelkomt de KNMT je met bij deze fase passende producten, diensten en informatie, en een passende contributie: • Je bent gratis lid in het jaar van je BIG-registratie; • Jaar 1 na je BIG-registratie betaal je: € 100,- inclusief de KNMT-Klachtenregeling en KNMT-afdeling; •Jaar 2 na je BIG-registratie betaal je: € 300,- inclusief de KNMT-Klachtenregeling en KNMT-afdeling; •Jaar 3 na je BIG-registratie betaal je: € 500,- inclusief de KNMT-Klachtenregeling en KNMT-afdeling; •Vanaf het vierde jaar gaat de reguliere contributie in, die afhankelijk is van het inkomen.

Deze bedragen zijn inclusief de KNMTKlachtenservice (klachtenregeling) en de afdelingsbijdrage. Als je bij je aanmelding een kopie van je BIG-registratie voegt, wordt alles administratief in orde gemaakt. Dit aanbod geldt voor iedereen die zich inschrijft in het BIG-register; dus ook voor afgestudeerde buitenlands gediplomeerde tandartsen die in Nederland aan de slag gaan.

Ben je al studentlid? Let op: het KNMT-Studentlidmaatschap komt te vervallen op het moment dat je afstudeert. Vergeet dus niet je studentlidmaatschap om te zetten naar een KNMTStarterslidmaatschap. Als je dit binnen vijf maanden na afstuderen doet, kun je gebruik maken van de reductieregeling. Persoonlijk advies voor starters De KNMT-Ledenservice geeft leden die op het punt als tandarts aan de slag te gaan graag persoonlijk advies in een gratis Startersgesprek. Je krijgt hierbij antwoord op vragen zoals: •Ik ben net afgestudeerd, welke mogelijkheden heb ik om als tandarts aan de slag te gaan? •Aan welke regelzaken moet ik denken? •Hoe vind ik een werkplek die bij mij past? •Ik ga in loondienst werken, is het dan ook nodig om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten? •Welke vormen van honorering zijn er? Welke afspraken maak ik hierover met mijn opdrachtgever? Iets voor jou? Maak een afspraak voor het gratis Startersgesprek via KNMTLedenservice. Je bent welkom voor het gesprek in ons kantoor in Nieuwegein of we voeren het gesprek via Skype.

Start! 21


Spoedjes!

met Eline van Silfhout

Eline van Silfhout is in 2015 afgestudeerd aan het ACTA en naast haar werk als tandarts algemeen practicus in twee praktijken is ze recent begonnen met de opzet van een 24uurs spoeddienst in het Westlandziekenhuis in Den Haag. Speciaal voor Start! Spraken we haar over deze nieuwe uitdaging!

Hoi Eline, wat ben je nou precies aan het doen? ‘’Samen met de Haagse Tandheelkundige Vereniging en het Westlandziekenhuis ben ik een spoeddienst begonnen. De spoeddienst is 24 uur per dag, zeven dagen in de week bereikbaar voor pijn- en spoedklachten in de regio. We zijn een groep van vier à vijf tandartsen die structureel dienstdraaien en een aantal tandartsen die af en toe een dienst op zich nemen. Samen met een stuk of vijftien assistenten draaien we de dienst in het Westlandziekenhuis op de behandelkamer van de poli kaakchirurgie.’’

Wat een ambitieuze onderneming! Hoe ben je op het idee gekomen om dit te gaan doen? ‘’Nou, eigenlijk ben ik er zomaar ingerold. Tijdens mijn studie op ACTA heb ik een

Start! 22

bijbaan gehad als assistent op de spoedpraktijk van het OLVG. Dat is een vergelijkbaar concept met een spoeddienst vanaf zes uur ‘s avonds waar mensen, op afspraak en niet op inloop, kunnen worden gezien en behandeld. Daarna heb ik nog een tijdje als tandarts gewerkt in het OLVG en ging er een balletje rollen om hetzelfde concept in Den Haag op te zetten. Op dat moment ben ik benaderd om als een soort manusje van alles dingen te gaan organiseren.’’

En wat ben je dan allemaal aan het organiseren en regelen? ‘’Op dit moment maak ik deel uit van het bestuur van de spoedpraktijk. Ik ben verantwoordelijk voor de sollicitaties van de tandartsen en assistenten, het rooster en aanspreekpunt voor het personeel. Daarnaast heb ik taken voor de


“Het is soms ook wel echt bikkelen. Meestal werk ik vier dagen in de algemene praktijk en draai ik om de dag dienst. En dan komt het weleens voor dat je met weinig slaap de dag start om half zes ‘s ochtends.“ communicatie met de telefoondienst, protocollen schrijven voor het administratief werk en de dagelijkse bezigheden. En natuurlijk draai ik zelf ook nog diensten.’’

Dat klinkt druk! ‘’Het is soms ook wel echt bikkelen. Meestal werk ik vier dagen in de algemene praktijk en draai ik om de dag dienst. En dan komt het weleens voor dat je met weinig slaap de dag start om half zes ‘s ochtends. Ik heb ook weleens werkweken gehad van zeven dagen of eigenlijk bijna een werkmaand van twintig dagen gedraaid zonder weekend en weinig slaap. En dan gaat er nog tijd zitten in de organisatorische- en administratieve taken. Hoeveel tijd daar precies in zit houd ik eigenlijk helemaal niet bij, maar veel tijd, dat is zeker.’’ Dan heb je vast nog wel wat motiverende verhalen over de patiënten die je ziet ‘’Jazeker, werken op de spoeddienst is natuurlijk heel erg divers. Je komt er vanalles tegen. Zo trek je weleens elementen waar een vulkaan aan pus vrijkomt. En een ander moment, wat me altijd bij zal blijven, was een meisje van rond de twintig jaar die na extractie voor een immediaatprothese last had van nabloeding. Ze had haar prothese uitgedaan en kwam binnen met twee

Wil je onze collega’s en aanstaande collega’s nog iets meegeven met het oog op hun eigen diensten? tampons in haar mond. Het werkt natuurlijk prima maar het was wel een komische situatie.’’

Heb je ook weleens iets meegemaakt wat echt niet leuk was, agressiviteit of iets soortgelijks? ‘’De mensen die binnekomen hebben een afspraak gekregen via de telefoondienst. Dus daar vindt al selectie plaats. En wanneer de patiënten worden opgehaald uit de wachtkamer kom je langs de beveiliging. Dus als je in de wachtkamer al merkt dat iemand zich agressief opstelt dan kan je direct iemand vragen om even mee te lopen. Maar ik heb weleens meegemaakt dat iemand niet wilde horen dat hij direct moest afrekenen na behandeling (extractie van een wortelrest) en dat meneer zich zó verbaal agressief opstelde dat ik mij niet meer veilig voelde. Toen hij mij begon uit te schelden voor harteloze racist heb ik het telefoonnummer van de beveiliger ingetoetst en de telefoon discreet aan mijn assistente gegeven. Vervolgens stonden er binnen dertig seconden vier beveiligers in de kamer waarna ze de meneer meenamen uit de behandelkamer. Daar is de situatie met de beveiliging verder geëscaleerd met bedreigingen eraan toe, waardoor meneer naar buiten is geëscorteerd. Dan kijk je toch nog een keertje over je schouder als je het ziekenhuis verlaat.’’

“Je komt er vanalles tegen. Zo trek je weleens elementen waar een vulkaan aan pus vrijkomt. “

‘’Trek niet te snel conclusies en luister goed naar het verhaal van de patiënt. Neem je anamneses goed af voor een goede diagnose. ‘’

Ben je tandarts en lijkt het je leuk meer ervaring op te doen tijdens de spoeddienst? Wil je een keer mee kijken of mee draaien in het rooster? Neem dan via De Startende Tandarts. com contact op met Eline!

De ALTIS-methode

Aard: hoe is de pijn ontstaan, wat voor soort pijn is het (scherp, dof, zeurend, bij vlagen, e.d.)? Lokalisatie: waar zit de pijn? Tijdsduur: sinds wanneer is het sprake van de pijn? Intensiteit: hoeveel pijn wordt er ervaren? Samenhang: hoe is het beloop van de klacht? Wat is er al aan gedaan? Zijn er uitlokkende of verzachtende factoren?

Start! 23


Optimale agendaplanning voor de startende tandarts Agendaplanning is het hart van de dagelijkse praktijk voor de tandarts. Een slechte planning kan je dag maken of breken. Niet alleen in termen van omzet, maar vooral in termen van energie en flow. Kom je uitgeput en geïrriteerd thuis, of had je een drukke maar mooie werkdag? Ook als beginnende tandarts in een nieuwe praktijk, zijn er een aantal dingen die je goed kunt doen om de agenda meer naar je eigen hand te zetten...

Start! 24

Weet hoe lang je over standaard behandelingen doet, leg het vast en deel het met de receptie. Eigenlijk verbazingwekkend, maar in weinig praktijken ligt goed vast hoe lang een tandarts over een bepaalde behandeling doet. Als je als tandarts zelf de lengte van de afspraak vastlegt, dan kan dat nog steeds onhandig zijn voor jouw assistente die de afspraak inplant of voor de receptie die een patiënt nieuw moet inplannen. In de eerste jaren zullen het soort behandelingen en de tijd die je ervoor nodig hebt, veranderen. Werk daarom jouw behandeltijdenlijst in ieder geval eens per jaar bij. Op www.dentiva.nl vind je een voorbeeld van zo’n lijst.

No show beleid, zorg dat je duidelijk bent

Hoewel de praktijk vaak een no show beleid heeft, kun je daar zelf als

startende tandarts ook invloed op uitoefenen. Patiënten komen vaker niet opdagen als ze de waarde van de afspraak niet goed inzien. Het is dus aan de tandarts om de waarde van de afspraak te onderstrepen. Sowieso is het verstandig om twee ‘makkelijk’ afsluitende zinnen bij de controle of de behandeling te hebben. De eerste die aangeeft wat de eerstvolgende afspraak is en waarom deze belangrijk is en de tweede over ‘of er nog vragen zijn over deze afspraak’. Wanneer een patiënt niet is komen opdagen en het niet in rekening is gebracht, is het wel goed om erop terug te komen, zodat de patiënt weet dat hij of zij gemist is.

Plan met blokken in je flow

Over het algemeen is het efficiënter om gelijksoortige afspraken achter elkaar te plannen. Met gelijksoortig bedoelen we dan niet de behandeling, maar meer de energie en het ritme dat er voor nodig is. Controles zijn vaak wel handiger om in vaste controleblokken te plannen. Een blok houdt in dat je een vaste tijd, bijvoorbeeld tussen 8 uur en 9 uur, reserveert voor een bepaalde behandeling. Ieder blok kent zijn eigen achterliggende gedachte en spelregels. Zo is het controleblok er, omdat dan zoveel mogelijk mensen een meest gunstige tijd krijgen. Een spoedblok zorgt ervoor dat iedereen dezelfde dag gezien kan worden en een mondhygiëniste intake blok, zorgt


ervoor dat patiënten die met een initiele behandeling moeten starten, niet drie maanden hoeven te wachten door alle recall patiënten. Een behandelblok kan ook rekening houden met het bioritme van een tandarts. Als je een ochtendmens bent, dan kan het bijvoorbeeld handiger zijn om in het ochtendprogramma veel kortere behandelingen te doen en in de middag meer de lange behandelingen en de nieuwe patiënten. Maar dit is dus erg tandarts- en praktijkafhankelijk.

Combineren van behandelingen

Het combineren van behandelingen zorgt vaak voor rust aan de stoel en gemak voor de patiënt. Een restauratie die niet urgent, maar wel belangrijk is, kan bijvoorbeeld gecombineerd worden afgesproken met een preventieafspraak of zelfs met een controle. Op www. optimaleagendaplanning.nl vind je nog meer tips uit de praktijk. Alexander Tolmeijer, mede-auteur van het boek ‘Optimale agendaplanning voor de tandartspraktijk’ alexander@dentiva.nl

TIPS • Reken uit hoeveel controles per jaar je ongeveer moet doen. Gemiddeld komt 40% van de patiënten 2x per jaar op controle. Als je dus 1.000 patiënten hebt, heb je 1.400 controles per jaar. • Het tweede half jaar heb je minder tijd voor controles omdat de maanden juli en augustus minder controlecapaciteit hebben door de vakanties. • Het is lastig in te schatten hoeveel tijd een pijnklacht kost. Vraag daarom de receptioniste om alvast een aantal (standaard) vragen te stellen en dit in de kaart te schrijven. • Bij de restauraties kan het handig zijn om al aan te geven of anesthesie gewenst is. • Het spoedblok kan het beste voor een pauze gepland worden, dan is een uitloop niet storend voor de volgende afspraken. • Een intake kun je het beste

met een aparte kleur in de agenda zetten. Dan kan de assistente checken of de informatie binnen is, voordat de patiënt in de stoel zit en kan de receptioniste de nieuwe patiënt welkom heten en wegwijs maken in de praktijk.

Start! 25


Dossiervoering, lust of last? Behalve dat het verplicht is een patiëntdossier bij te houden, is een volledig en juist ingevuld dossier zowel in het belang van de tandarts als van de patiënt. Zo is gewaarborgd dat een tandarts informatie kan terugzoeken over een eerder uitgevoerd consult of behandeling, gemaakte afspraken met de patiënt en/of medebehandelaar of verstrekte informatie aan de patiënt. Een assistente mag een dossier invullen, maar de tandarts blijft verantwoordelijk. Als hulpmiddel kan een tandarts een protocol opstellen; een vaste volgorde, het gebruik van afkortingen (mits deze eenduidig zijn) helpt om een uniforme, volledige en beknopte verslaglegging te realiseren. Persoonlijke werkaantekeningen horen niet in een dossier opgenomen te worden. De bewaartermijn voor patiëntdossiers is 15 jaar, maar zal in de toekomst verlengd worden naar 20 jaar. In het geval dat informatie (bij voorkeur schriftelijk) aan de patiënt wordt verstrekt, wordt dit in het dossier vastgelegd. Bij het bespreken van de verschillende behandelopties verdient het aanbeveling om gebruik te maken van afbeeldingen of voorbeelden, zodat de patiënt een visueel beeld krijgt, hetgeen teleurstellingen kan voorkomen en de keuze kan vergemakkelijken. Het belang van een volledig dossier wordt onderstreept door het feit dat het aantal klachten tegen tandartsen, gerelateerd aan

Start! 26

het patiëntdossier, in de jaren 2013, 2014 en 2015 is toegenomen van respectievelijk 3 en 51 naar 255! In principe heeft een dossier bewijskracht, tenzij de patiënt kan bewijzen dat het dossier niet klopt. Een patiëntdossier moet dus consistent zijn: het beeld op een röntgenfoto moet overeenstemmen met wat in het dossier staat. Enkele voorbeelden: op een bitewing is tandsteen te zien, maar in het dossier staat een DPSI 0, of: op een bitewing is een DO in de 46 te zien, maar in het dossier staat een MO, of: er in het dossier staat een DO in de 47. Een patiënt heeft recht op een kopie van zijn dossier (exclusief persoonlijke werkaantekeningen), kan deze opvragen bij de overstap naar een andere tandarts, maar ook in het geval van een klacht. Het is van groot belang dat de tandarts achteraf geen wijzigingen/aanvullingen in een dossier aanbrengt, want daardoor wordt de bewijskracht geschaad van dossierdelen die wel kloppen. Mocht een patiënt een klacht tegen een tandarts indienen en er worden onjuistheden in een dossier aangetroffen, dan is de rechtspositie van de betreffende tandarts zwakker. Het is raadzaam om bij duurdere of puur esthetische behandelingen een uitgebreider dossier bij te houden, in ieder geval: het behandelplan (met daarin verschillende opties, risico’s, voor- en nadelen), wat de

patiënt hierbij kan verwachten. Verder wordt genoteerd dat dit plan met de patiënt besproken is, dat deze akkoord is, eventuele reactie van de patiënt, voor welke optie de patiënt gekozen heeft. Op deze manier wordt informed consent verkregen. Een tandarts moet kunnen bewijzen dat hij/ zij de patiënt geïnformeerd heeft; dit kan alleen via het dossier. Een schriftelijke kostenbegroting is verplicht vanaf €250,maar het kan verstandig zijn die ook bij lagere behandelingskosten aan de patiënt te geven. Elke tandarts heeft geheimhoudingsplicht, dus een dossier mag niet ter inzage liggen voor derden (geen deelnemer van het behandelteam van de betreffende patiënt). Wees zorgvuldig bij het telefonisch doorgeven van informatie of bij overleg met een collega. Zorgverzekeraars mogen sinds 2010 weer patiëntdossiers inzien voor de zogenaamde materiële controle, dat wil zeggen: controle of de tandarts daadwerkelijk die behandeling heeft uitgevoerd (rechtmatigheid) en of die behandeling de meest aangewezene was (doelmatigheid). De Inspectie kan bij thematische onderzoeken - zonder toestemming van patiënten - dossiers inzien. Een tandarts mag inzage niet weigeren. Tip: Houd wet- en regelgeving in de gaten! Veel succes voor de toekomst! - M. van Maaswaal


Start! 27


Weet jij wanneer een G10 gecombineerd mag worden met een R24? Correct declareren is niet altijd eenvoudig. Met meer dan 500 verrichtingscodes, jaarlijkse tariefwijzigingen en toevoegingen van nieuwe regels, sluipt een ‘declaratiefoutje’ er al snel in. Vaak gewoon ‘onschuldig’, maar soms kan een klein foutje grote en negatieve gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die zich op social media negatief uitlaat over jou als mondzorgprofessional of jouw praktijk. Daarnaast hebben de media de laatste tijd veel aandacht voor ‘correct declareren’ en belichten in veel gevallen de opmerkelijke en negatieve berichten. Vervelend, het gaat hier immers om jouw reputatie. Aan jou de taak om dit te voorkomen. De ingrediënten voor tevreden patiënten? Tandheelkundige zorg op maat en correcte declaraties!

Hoe zit het eigenlijk precies met dat (correct) declareren?

Wat is de rol van de NZa en die van de zorgverzekeraars? Hoe staat het ‘declaratie-speelveld’ in verhouding tot de patiënt én wat zijn jouw taken en verantwoordelijkheden in dit geheel? Wij leggen het je graag uit.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) De NZa stelt beleidsregels op voor onder andere de mondzorg. Met deze

Start! 28

beleidsregels staat de NZa voor tijdige, goede en betaalbare zorg voor iedereen. Daarnaast houdt de NZa toezicht op de uitvoering van deze regels. Bovendien bepaalt de NZa ook de maximumtarieven voor zorgprestaties (behandelingen) en welke zorgprestaties in rekening mogen worden gebracht door zorgaanbieders. In geval van schending van deze regels mag de NZa ingrijpen.

De zorgverzekeraar De zorgverzekeraar controleert de

ingediende declaraties van zorgaanbieders. Zorgverzekeraars voeren binnen de mondzorg onder andere formele- en materiële controles uit. Met formele controles gaat de zorgverzekeraar bijvoorbeeld na of het juiste tarief is gedeclareerd en of de patiënt daadwerkelijk verzekerd is. Dit wordt teruggekoppeld via digitale retourinformatie. De materiële controles gaan na of de zorg feitelijk is geleverd (de ‘rechtmatigheid’) en of deze zorg terecht (‘doelmatig’) is geleverd. De formele- en


materiële controles kunnen zowel vooraf als achteraf plaatsvinden. Vooraf veelal geautomatiseerd en achteraf op basis van intensieve analyses (gericht op de doelmatigheid). Let op: zorgverzekeraars mogen controles nog tot vijf jaar na de behandeldatum uitvoeren en terugkomen op de ingediende declaraties.

De patiënt Zelfregie en mondigheid karakteriseren de patiënt anno 2017. Iedere patiënt kan via social media, zoals Twitter of Facebook, een praktijk spreekwoordelijk ‘maken of breken’. Patiënten kunnen zich steeds beter informeren (‘wat kost mijn behandeling?’) en organiseren. Zo worden foutieve nota’s vanzelfsprekend niet getolereerd. Iets dat tegenwoordig dus vaak publiekelijk wordt geuit…

Jij, mondzorgprofessional Voor jou, als startende mondzorgprofessional, is het door een wirwar aan regels steeds lastiger om correct te declareren. Een klein declaratie-foutje kan grote impact hebben. Naast reputatieschade, kan het financiële gevolgen hebben. Tot slot brengt het aanpassen van declaraties een enorme berg aan administratief werk met zich mee. Zonde van de tijd! Tijd die je natuurlijk liever besteedt aan het uitoefenen van je vak!

In de praktijk

Stel: je declareert al jaren een T82 (tandvleescorrectie) in combinatie met een A10 (verdoving) op hetzelfde element. Vervolgens kom je er, door een controle van de zorgverzekeraar, achter dat dit helemaal niet mag (in de T82 is immers al een verdoving opgenomen). Erg vervelend, want de zorgverzekeraar mag deze onjuiste declaratie tot vijf jaar na de behandeldatum terugvorderen! Een groot financieel gevolg en veel administratief werk om desbetreffende declaraties aan te passen. Erg vervelend dus (en dan hebben we het nog niet eens over de eventuele nadelige, juridische aspecten en die gevreesde reputatieschade…).

Vind je weg in meer dan 500 verrichtingscodes…

Uiteraard mogen we er allemaal vanuit gaan dat foutief declareren in de meeste gevallen geen kwestie is van kwaadwillendheid, maar vooral te wijten

is aan de complexiteiten de toenemende administratieve druk. Juist dit inspireerde ons om de declaratieservice ‘Validaties in de mondzorg’ te ontwikkelen.

“Wist je bijvoorbeeld dat veel declaraties worden afgewezen, omdat er geen elementnummer is toegevoegd? In het geval van de R24 leidt dit tot afwijzingen op hoge bedragen. Zonde!“

• Gebruik gestandaardiseerde declaratiesoftware en volg meldingen op • Houd de declaratiesoftware up-to-date • Stel een declaratieprotocol op voor in de praktijk • Hanteer een vier-ogen-principe alvorens declaraties worden ingediend • Bestudeer regelmatig, maar sowieso jaarlijks, de NZa beleidsregels en bijvoorbeeld het overzicht van verrichtingscodes waar elementnummers verplicht zijn • Bestudeer de binnengekomen digitale retourinformatie van zorgverzekeraars en pas het declaratieprotocol hierop aan Correct declareren is vanwege de toenemende complexiteit niet altijd eenvoudig. En daar moet iets aan gebeuren, want we hebben allemaal baat bij correcte en begrijpelijke verrekeningen van zorgkosten.

Famed, de financiële partner voor mondzorgprofessionals (www.famed.nl).

De declaratieservice omvat een ‘validatietool’ waarbij declaraties vooraf worden gecontroleerd op de regels en tarieven die door de NZa zijn vastgesteld. Zo wordt de kwaliteit van declaraties steeds beter. Het resultaat is een efficiënt declaratieproces en kostenbesparing. Last but not least: patiënten ontvangen een correcte en begrijpelijke nota! Eén van de meest voorkomende declaratiefoutjes die wij – met behulp van de validatietool – tegenkomen, is bijvoorbeeld de declaratiecombinatie C13 met een M03. Deze combinatie is op basis van de NZa wet- en regelgeving niet toegestaan, maar soms is het lastig om te achterhalen wat nu wel en niet mag. Er zijn immers zoveel codes en zoveel combinaties die niet zijn toegestaan en dan hebben we het niet eens over alle toevoegingen en correcties. Wist je bijvoorbeeld dat veel declaraties worden afgewezen, omdat er geen elementnummer is toegevoegd? In het geval van de R24 leidt dit tot afwijzingen op hoge bedragen. Zonde! Dit is immers makkelijk te voorkomen. Uiteraard door onze validatietool te gebruiken… maar wat kun je zelf doen?

Start! 29


Werken in een maatschap Solistisch werkende tandartsen komen steeds minder voor. Praktijken zijn in de afgelopen jaren in grotere samenwerkingsverbanden ondergebracht. In enkele gevallen is de keuze voor grotere samenwerkingsverbanden min of meer gedwongen, maar meestal is het een bewuste keuze. Bijvoorbeeld om flexibel en efficiënt te kunnen werken (gezamenlijke inkoop en personeel), maar ook om meer en betere kwaliteit te kunnen leveren (specialisaties, het samenwerken met en direct kunnen doorverwijzen naar andere disciplines, intercollegiaal overleg).

Start! 30

Om de samenwerking juridisch vorm te geven wordt vaak gekozen voor een maatschap. De maatschap is volgens de wet een overeenkomst waarin wordt vastgelegd dat twee of meer maten voor gemeenschappelijke rekening door middel van ieders inbreng vermogensrechtelijk voordeel behalen. Die inbreng kan onder andere bestaan uit geld, goederen, arbeid, relaties en/of knowhow. Maten kunnen zowel onbekenden als bekenden, familie of levenspartners zijn. Er zijn verschillende vormen van samenwerking die onder de noemer ‘maatschap’ vallen: • Volle maatschap (openbare maatschap) • Variantmaatschap ( specifieke vorm van volle maatschap) • Kostenmaatschap (stille maatschap)

Volle maatschap (openbare maatschap) Dit is de meest vergaande vorm van samenwerking. Er is sprake van een gezamenlijke praktijk waar alles, van apparatuur en personeel tot en met de financiën (inclusief de winst of het verlies), met elkaar wordt gedeeld. Binnen de tandheelkunde bestaat dit uit kennis, arbeid, vlijt, geld en een tandartspraktijk of een gedeelte daarvan. Alle maten brengen in en het ingebrachte behoort daarmee tot de gezamenlijke maatschap. Er zijn diverse eigendomsverhoudingen mogelijk binnen een volle maatschap. Niet alle maten hoeven een gelijk aandeel te bezitten. De maten kunnen tijdens het bestaan van de maatschap het door hen ingebrachte niet vervreemden zonder toestemming van de andere maten. Er zijn verschillende manieren om de kosten binnen de maatschap te


verdelen. In onderling overleg wordt bepaald welke verdeling zij wensen te hanteren. Hierin zijn drie hoofdstromingen te onderscheiden: • Verdeling in vaste en variabele kosten • Gelijke verdeling • Overig

Winstverdeling Partijen zijn binnen de maatschap vrij een eigen winstverdelingsregeling af te spreken. In de praktijk wordt vaak gekozen voor de volgende verdeling: omzet van de maat minus de aan diegene toe te rekenen kosten.

Zeggenschap De maten bepalen samen het beleid van de maatschap. In onderling overleg besturen zij de maatschap gezamenlijk. Daarbij zijn de partijen gelijkwaardig en in het kader van besluitvorming heeft elke maat recht van spreken. Ieder van de maten kan de andere maat vertegenwoordigen wanneer het handelingen betreft die de gewone gang van zaken aangaat. Hierbij kun je denken aan het bestellen van disposables of techniekkosten. De handelingen die niet alledaags zijn, kunnen alleen worden verricht met uitdrukkelijke toestemming van alle maten. Bijvoorbeeld het laten toetreden van nieuwe maten, aanschaf van een praktijkpand en beslissingen over het personeel. Beëindiging van de samenwerking De samenwerking binnen de maatschap eindigt op het moment dat de maten dat gezamenlijk besluiten, of wanneer een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden die van tevoren is omschreven in de maatschapsovereenkomst.

Fiscale status Wanneer men maat is binnen een volle maatschap en men voldoet aan het urencriterium, is men ondernemer in fiscale zin. Het urencriterium is te vinden in de Wet Inkomstenbelasting. Daarin is bepaald dat wanneer de zelfstandige minimaal 1.225 uur werkzaam is binnen de onderneming

men voor de inkomstenbelasting ondernemer is.

Variantmaatschap Deze volle maatschap is een variant op de gebruikelijke volle maatschap en wordt daarom variantmaatschap genoemd. Deze vorm is ontwikkeld om de toetredende maat kennis te laten maken met de maatschap/ praktijk zonder dat hij, in tegenstelling tot de volle maatschap, direct moet investeren. Dus ook zonder dat er een (gedeeltelijke) eigendomsoverdracht plaatsvindt. Men kan relatief eenvoudig de samenwerking beëindigen. Dit is relatief, want er moet opgezegd worden en een formele afwikkeling dient plaats te vinden, waaronder het opstellen van jaarstukken en verdeling van de winst. Het ter beschikking stellen van het gebruik en genot van de volledige praktijk geeft al aan dat de partij die beschikt over een praktijk daarvan volledig eigenaar is en blijft. Er is geen sprake van een inkoop in het eigendom van de praktijk door de andere maten. Eventuele waardeveranderingen van de praktijk komen daardoor dus niet ten laste, noch ten gunste van de maten in de variantmaatschap. Dit kom ten gunste/laste van de investerende maat/eigenaar.

Winstverdeling De variantmaat ontvangt een vast percentage van zijn omzet. Dit is de omzet minus een aantal van tevoren bepaalde kosten. Dit zijn bijvoorbeeld de techniekkosten, het debiteurenrisico en de accountantskosten. Dit laatste vloeit voort uit de jaarrekening die elk jaar moet worden opgesteld vanwege de samenwerkingsovereenkomst.

Fiscale status Net als bij de volle maatschap geldt dat wanneer men voldoet aan het urencriterium, 1.225 uur werkzaam binnen de onderneming, de maat ondernemer is in fiscale zin.

Kostenmaatschap (stille maatschap) Kostenmaatschap is spreektaal, juridisch

gezien is dit niet correct. Het is geen maatschap maar een overeenkomst van samenwerking. Er is sprake van zelfstandige ‘losse’ eigen praktijken van de betrokken partijen, die binnen de samenwerking kosten delen van een aantal ingebrachte zaken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het delen van een pand en de benodigde materialen. Iedere partij behoudt onder andere wel zijn eigen patiëntenbestand. Deze maatschap is een minder intensieve manier van lasten delen, maar brengt toch voordelen mee, omdat grotere investeringen zoals een pand en inrichting gedeeld kunnen worden. Let goed op met het opstellen van het contract hiervan, want bij beëindiging moeten zaken naar rato worden verdeeld. Dit levert in de praktijk de nodige discussies op.

Dus voor welke maatschap moet je kiezen? Dat hangt af van de situatie. Wil je en kan je mee investeren? Durf je financieel risico te nemen om praktijkeigenaar te zijn? Dan is een volle maatschap iets voor jou. Is er een mogelijkheid om ergens toe te treden als variantmaat? Werk je al wat langer in een praktijk en klikt het, dan is deze vorm van maatschap wellicht een goede eerste stap! De variantmaatschap is een fijne manier om een duurzame samenwerking aan te gaan met één praktijk. Het voordeel is dat je geen financieel risico hoeft te nemen. Maar denk er wel aan dat niet iedere praktijkhouder volledig inzicht wil geven in zijn/haar omzet. Daarnaast is het uit elkaar gaan moeilijker dan wanneer er een overeenkomst van opdracht is.

Zoals al eerder gezegd is een kostenmaatschap een manier om kosten te kunnen delen zoals een pand, maar wees bewust dat als je vooraf niet alles goed vastlegt er discussies kunnen ontstaan over wat van wie is mochten de partijen uit elkaar gaan. Bij elke vorm van een maatschap wordt alles vastgelegd in een contract. Het is altijd verstandig om dit te overleggen met een juridisch adviseur. De adviseurs van bijvoorbeeld de VvAA kunnen je hierbij helpen.

Start! 31


Zakelijke rekening Het belangrijkste voordeel van het scheiden van je zakelijke en privé-administratie is het overzicht dat je krijgt. Tussen de afschrijvingen van dagelijkse boodschappen, je verzekeringen en een bezoek aan de kapper is het moeilijk te zien hoe je praktijk ervoor staat. Met een zakelijke rekening zie je precies wat je verdient, maar ook wat je uitgeeft. Ook fijn als de Belastingdienst bij een controle aan je vraagt om de bankafschriften van je zakelijke inkomsten en uitgaven te laten zien. Arjan Wijnands

Start! 32

Een gescheiden administratie voorkomt dat uitgaven door elkaar lopen. Het geld dat je nodig hebt voor je persoonlijke uitgaven schrijft je maandelijks over naar je privérekening. Je keert eigenlijk je eigen loon uit. Het geld dat overblijft op de zakelijke rekening investeer je in je praktijk of bewaar je voor minder goede tijden. Vergeet ook niet om een deel van dat geld apart te zetten voor belastingen. ABN AMRO heeft bijvoorbeeld een Bankrekening Medisch. De Bankrekening Medisch is een betaalrekening speciaal voor medici die veel losse betalingen van patiënten (praktijkhouder) of opdrachtgevers (zzp’er) ontvangen.

Kosten

Vaak wordt gedacht dat een zakelijke rekening kostbaar is, en dat het voordeliger is om een extra privérekening te open. Niets is minder waar. Je ontvangt als

tandarts namelijk ieder jaar een vrijstelling (franchise) van €345,- op de kosten van je binnenlands betalingsverkeer. De kosten die hier onder vallen en die je tot dit bedrag maakt, worden niet in rekening gebracht. Dit betreft: • Girale bij- en afschrijvingen • Contante bij- en afschrijvingen • Maandbijdrage van de rekening • Spoedbetalingen • Internet Bankieren • Rapportages binnen Internet Bankieren Kortom, je betaalt in de meeste gevallen alleen voor een betaalpas. Deze kosten zijn vergelijkbaar met wat je voor je privérekening betaald, namelijk €1,40 per maand. Ook bespaar je door je zakelijke en privéuitgaven strikt gescheiden te houden, veel tijd en geld uit (accountantskosten). Kortom alleen maar voordelen.


Beleggen moet saai zijn en lang duren Nadenken over opbouw van vermogen is een kwestie van goede timing en juist dat zorgt voor grote misverstanden. Een paar tips om succesvol je geld te laten groeien. Joost Schmets

Sparen, beleggen of investeren in vastgoed. Dat zijn misschien wel de drie meest bekende manieren om geld voor je te laten werken als je het even niet nodig hebt. Over sparen, beleggen of investeren in vastgoed valt veel te vertellen. Banken en vermogensbeheerders zijn graag bereid om daarbij te helpen, tegen een vergoeding uiteraard. Maar met een paar simpele basisbeginselen kun je verrassend veel zelf doen. Lees hieronder vijf tips over beleggen.

1. Begin vroeg

Schreeuwende beurshandelaren, knipperende koersenborden en miljardenovernames. De wereld van beleggen heeft op het eerste gezicht een flitsend imago. Dat is deels terecht. Financiële markten behoren tot de meest efficiënte systemen op aarde: enkele microseconden kunnen het verschil betekenen tussen winst en verlies. Maar dit is maar één kant van het verhaal, de kant die gaat over professionele beurshandel, waarin grote beleggers met massa’s geld schuiven. Aan de andere kant is beleggen eerder een duursport dan een snelle sprint. Hoe langer je geld belegt des te kleiner de invloed van pieken en dalen. Op langere termijn gaat, zo leert het verleden, de beurs maar één kant op en dat is omhoog. Sterker nog, over echt lange termijn, we hebben het dan over tientallen jaren, is beleggen een van de meest profijtelijke manieren om geld te laten groeien. En dat kan ook voor voorzichtige beleggers snel gaan. Laten we eens rekenen: bij een gemiddeld rendement van vier procent per jaar - echt geen gek uitgangspunt op basis van historische rendementen over de afgelopen honderd jaar - maak je van iedere belegde euro in ongeveer 18 jaar twee euro, een rendement van 100 procent.

Het loont dus zeer om vroeg te beginnen met beleggen, al is het maar met kleine bedragen.

2. Beleg periodiek

Een veelgehoorde reden om beleggen uit te stellen tot later is het gebrek aan (veel) geld. Laat dat argument voor eens en altijd onzin zijn. Om te beginnen met beleggen heb je echt geen kapitalen nodig. Vanaf een paar euro per maand is het al goed mogelijk om te beginnen.

3. Ga voor saai (en simpel)

Beleggingen selecteren die bij je passen vraagt om enige tijd en moeite. Een belangrijke vuistregel daarbij is: saai is goed. Zeker als je weinig ervaring hebt is het aan te raden om breed gespreid te beleggen in een mandje van ‘normale’ aandelen of obligaties. Dat kan bijvoorbeeld via beleggingsfondsen of etf’s, ook een soort beleggingsfondsen maar doorgaans een stuk goedkoper. Denk niet in snelle winsten, maar heb geduld en wees wars van complexiteit. Producten die inspelen op hypes, ingewikkeld zijn of bepaalde garanties bieden – een vast rendement bijvoorbeeldkennen, kennen vaak nog weleens verborgen kosten. En hoge kosten zijn absoluut funest voor een goed rendement. Laat je ook niet verleiden door blinkende folders of exotische buitenkansjes. Beleggen in tropisch hardhout, scheepscv’s, vakantiehuisjes of wijnen klinkt mooi, maar de risico’s en kosten zijn vaak hoog en het verleden heeft geleerd dat teleurstellingen op de loer liggen.

4. Kosten, kosten, kosten

De invloed van kosten worden door beginnende beleggers structureel onderschat en dat is goed te begrijpen. Als je bank je beleggingen wil beheren voor 1 procent per jaar van het ingelegde geld, dan lijkt dat goedkoop. Menig aandeel wint of verliest wel meer dan die ene procent op

een willekeurige dag. Toch hebben die doorlopende kosten vaak een verwoestend effect op het uiteindelijke rendement, om nog maar niet te spreken over allerlei bijkomende kosten die vaak in de kleine lettertjes staan. Twee jaar geleden onderzocht de VEB de invloed van kosten op het rendement bij een aantal kant-en-klare beleggingsportefeuilles die aanbieders als Alex, Robeco en Nationale Nederlanden aanbieden. De jaarlijkse kosten verschilden op het eerste gezicht maar een procent tussen de goedkoopste en duurste aanbieders. Maar op een belegging van €25.000,- bleek het verschil in betaalde kosten na twintig jaar tussen de goedkoopste en duurste aanbieder bijna €10.000,-.

5. Ook hier: periodieke controle

Beleggen is dus bij voorkeur iets voor de lange termijn. Dat betekent ook dat de paniek niet meteen moet uitbreken bij tegenslag. Dat kost doorgaans alleen maar geld. Wel is het goed om af en toe te controleren of de beleggingen nog wel passen bij het risico dat je wilt lopen. Als je meerdere beleggingen hebt dan zullen de goed presterende op een bepaald moment een groter deel van je totale portefeuille beslaan. Het is aan te raden om van tijd tot tijd te kijken of je hier weer meer balans in wilt aanbrengen. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) is de grootse vereniging voor particuliere beleggers in Nederland. De VEB helpt bij beleggingsvragen en steunt beleggers die zich benadeeld voelen. Op de website veb.net is veel informatie terug te vinden die helpt bij beleggen. Tip! veb.net/beginnen-met-beleggen

Start! 33


Afgestudeerd… en dan?

Na je studie wil je misschien gelijk aan de slag. Start je als zzp’er of ga je in loondienst? Anne Vroege, adviseur tandheelkundige beroepen bij VvAA, vertelt wat je allemaal moet weten en regelen. In loondienst? Let nu al op je pensioen en arbeidsongeschiktheid. Start je in loondienst bij een praktijk, dan zijn er belangrijke zaken die je moet weten. Zo hanteren praktijken geen cao. Als tandarts in loondienst moet je dus alsnog je eigen pensioen opbouwen en je eigen inkomen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Alleen wanneer je in loondienst gaat werken bij een universiteit (bijvoorbeeld als docent) of bij de overheid (bijvoorbeeld bij Defensie), dan is er meestal wel sprake van een cao waarin zaken als ziekte en pensionering geregeld zijn.

Als zelfstandige tandarts starten? Regel het direct en goed. Start je liever als zelfstandige zonder personeel (zzp’er), dan is het goed om te weten dat de VAR is verdwenen. In plaatst daarvan gaat de belastingdienst overeenkomsten tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer beoordelen. De belastingdienst en het UWV hebben modelovereenkomsten voor praktijkmedewerking en praktijkwaarneming van de ANT, KNMT en VvAA beoordeeld en goedgekeurd. Wanneer je werkt op basis van deze overeenkomst,

Start! 34

heeft de opdrachtgever geen verplichting om loonheffingen in te houden en af te dragen. Dit is belangrijk voor je fiscale status als zelfstandig ondernemer. Het is belangrijk dat opdrachtgever en opdrachtnemer daadwerkelijk werken volgens de inhoud van de modelovereenkomst; alleen dan is er geen loonheffing verschuldigd. Worden er wijzigingen aangebracht in het contract, dan zijn deze niet vooraf goedgekeurd en kunnen er serieuze financiële gevolgen zijn, voor opdrachtgever en opdrachtnemer. Worden er wijzigingen aangebracht in het model, laat dit beoordelen door een beroepsvereniging of fiscaal adviseur. Afgelopen december stelde staatssecretaris Wiebes de handhaving van de Wet BDA opnieuw uit tot in ieder geval 2018. Wordt het gebruik van een modelovereenkomst bij het werken op basis van een zzpconstructie minder urgent? Niet echt, want je bent verplicht te handelen naar de voorwaarden die zijn opgesteld in de modelovereenkomst. Het is goed te beseffen dat je als zzp’er alles zelf moet regelen en dat je inkomen wisselend kan zijn. Daar staat tegenover dat de fiscale voordelen groter zijn, en dat je inkomen vaak hoger is dan in loondienst. En wanneer nodig, de belastingadviseurs

van VvAA helpen je bij de jaarrekeningen en aangiftes.

Onderhandel onbezorgd Of je nu in loondienst gaat of zzp’er wordt, je gaat solliciteren. In loondienst ga je onderhandelen over primaire arbeidsvoorwaarden zoals je salaris, en de secundaire arbeidsvoorwaarden zoals onkosten, opleidingen en reiskostenvergoeding. Als zzp’er onderhandel je met een ervaren praktijkhouder over de hoogte van je honorarium/omzetpercentage. VvAA heeft ervaren adviseurs die arbeidsen zzp-contracten kunnen beoordelen. Daarnaast hebben we een breed aanbod aan trainingen, zoals effectief communiceren, professioneel presenteren, succesvol onderhandelen en jaarrekening lezen. Het belangrijkste is dat je met veel plezier en goed voorbereid aan de slag gaat, VvAA helpt je graag daarbij zodat jouw professionele en financiële toekomst zo onbezorgd mogelijk wordt. Heb je hier vragen over? Neem dan met Anne Vroege contact op via anne. vroege@vvaa.nl of 06 26 366 145.


ZZP of Loondienst overview Overeenkomst Cao

Loondienst

Arbeidsovereenkomst Alleen aan een universiteit, bij Defensie of een groot bedrijf Verticale verhouding

Verhouding praktijkhouder Aansprakelijkheid Werkgever is aansprakelijk Belasting Wordt ingehouden op je loon, evenals premies voor werknemers- en volksverzekeringen Aftrekposten Via je werkgever

ZZP

Modelovereenkomst Geen Horizontale verhouding Zelf aansprakelijk Zelf aangifte doen

- Zelfstandigenaftrek - Startersaftrek

Maar hoe zit het met een B.V.? Een B.V. schermt je privévermogen af van de zaak, maar vaak moet je bij financieringen alsnog een verklaring tekenen waardoor je persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Een B.V. is fiscaal pas voordeliger dan het werken als zzp’er bij hoge winsten. Het omslagpunt hangt mede af van de privéaftrekposten (hypotheekrente en premie voor arbeidsongeschillenverzekering etc.) en is voor iedere onderneming anders.

- Investeringsaftrek - MKB-winstvrijstelling (14%)* - Beroeps- en praktijkkosten: • Huisvesting • Automatisering • Loonkosten van assistentes • Autokosten • Telefoonkosten • Congressen • Vakliteratuur • Verzekeringen en zakelijke financieringslasten

Pensioen Inkomen

Wordt ingehouden op je loon Vast basisinkomen, omzetafhankelijk of een combinatie van beiden, zie ook de KNMT-richtlijn

Zelf regelen met een pensioenfonds Altijd omzetafhankelijk

Loondienst biedt veel financiële en juridische zekerheid en je hoeft qua belastingen zelf niet veel te regelen, echter biedt het ook minder fiscale voordelen. Als zzp’er moet je veel zelf regelen wat veel secure boekhouding, interesse en aandacht vraagt. Daar staat tegenover dat je als zzp’er wel meer vrijheid hebt en meer eigen verantwoordelijkheid. Neem vooral contact op met een adviseur en laat je helpen in je keuze! *Vooral deze MKB-winstvrijstelling van 14% zorgt ervoor dat het starten als zzp’er fiscaal voordeliger is dan het starten van een eigen B.V. Deze regeling houdt in dat je over de eerste 14% van je winst geen belasting hoeft te betalen na aftrek van de zelfstandigenaftrek en startersaftrek.

Start! 35


Je studentenkamer uit!

Een hypotheek als starter Wanneer je je eerste huis wilt gaat kopen komt er veel op je af. Wij helpen je alvast een beetje met oriënteren en zetten een aantal vragen voor je op een rij.

1. Uit welke aflosvormen kan ik kiezen?

Om je hypotheekrente af te kunnen trekken voor de inkomstenbelasting is in de wet vastgelegd dat je een lening in uiterlijk dertig jaar moet hebben afgelost. Deze aflossing moet tenminste op annuïtaire wijze zijn gebeurd. Sneller aflossen is ook toegestaan. In de praktijk betekent dit dat er twee aflossingsvormen zijn waaruit je kunt kiezen: annuïtair en lineair. Voor een annuïteitenhypotheek betaal je over de hele looptijd meer dan voor een lineaire hypotheek, omdat meer rente wordt betaald. Wel zijn de maandlasten in het begin lager. Bij een hypotheek van € 200.000 met een rente van 2,5% een looptijd van dertig jaar zijn de maandlasten in het begin bruto €176,- lager dan bij een lineair schema. Het duurt gemiddeld tien tot vijftien jaar totdat je bij lineair aflossen per maand minder betaalt dan bij annuïtair aflossen. Hierdoor houd je in de eerste jaren meer geld over. Vaak wordt gesteld dat een lineaire hypotheek goedkoper is dan een annuïteitenhypotheek. De

Start! 36

waarheid is niet zo zwart-wit. Bij een lineaire hypotheek los je in het begin meer af, waardoor je minder rente betaalt. Minder rente betalen betekent echter ook dat je minder rente kunt aftrekken. Voor een hypotheek van €200.000,- betaal je bij een rente van 2,5% over de periode van dertig jaar in totaal €9.000,- bruto minder bij een lineair aflosschema ten opzichte van een annuïtair aflosschema.

"Bij een annuïtaire aflossing houd je dus meer over in het begin. De vraag is wat je met dit geld doet." Bij een annuïtaire aflossing houd je dus meer over in het begin. De vraag is wat je met dit geld doet. Staat het op een slecht renderende spaarrekening? Of geef je het uit? Dan kan extra aflossen inderdaad voordelig


zijn. Investeer je dit geld in iets wat waarde oplevert (belegging, studie, etc.) dan kan annuïtair aflossen voor jou financieel juist voordeliger zijn. De meeste starters kiezen voor de lagere maandlasten die een annuïtaire hypotheek in de eerste jaren biedt. Je kiest voor een lineaire hypotheek als je bereid bent te beginnen met hogere maandlasten, die wel iedere maand dalen. Een reden om voor een lineaire aflossing te kiezen kan bijvoorbeeld zijn dat je de zekerheid wilt dat je in de eerste jaren meer aflost. Hierdoor wordt de kans op een restschuld sneller verkleind en ben je mobieler om op korte termijn weer te kunnen verhuizen. Bijvoorbeeld als je plannen hebt om naar het buitenland te gaan of je groter wil wonen in verband met gezinsuitbreiding. Of je hebt een gat in je hand en wil jezelf dwingen om je geld nuttig te besteden.

2. Hoeveel kan ik lenen op basis van mijn inkomen?

In de Gedragscode Hypothecaire Financieringen is beschreven hoeveel je kunt lenen. In de praktijk komt het erop neer dat jouw maximale leencapaciteit weinig zal verschillen bij diverse geldverstrekkers. Je leencapaciteit wordt vastgesteld aan de hand van je toetsinkomen. Voor zzp‘ers wordt dit berekend op basis van je jaarcijfers, zoals deze zijn vermeld in je belastingaangifte. Afhankelijk van de geldverstrekker kan er bijvoorbeeld een percentage worden genomen van het inkomen van de afgelopen één tot drie jaar. Als je nog geen jaarcijfers hebt, kan je een financiële prognose laten opstellen. Houd er verder rekening mee dat de volgende zaken je maximale leencapaciteit verminderen: • (Studie)leningen • Erfpachtcanon (gerelateerd aan de woning) • Partneralimentatie • Rood kunnen staan/creditcards/kredieten (mits geregistreerd bij BKR) • Private lease Als tandarts hebben wij een interessante positie. Als zzp’er ben je ondernemer en daarmee vorm je een groter risico voor

geldverstrekkers. Doorgaans worden hogere eisen gesteld aan een startende ondernemers (MKB-ers) die een hypotheek willen afsluiten, zoals meerdere jaarresultaten. Als tandarts heb je een relatief hoog inkomen in een baanvaste sector.

"Als tandarts heb je een relatief hoog inkomen in een baanvaste sector." Maar als je net gestart bent, dan heb je nog geen jaarcijfers. Je kunt dan een financiële prognose laten opstellen door een accountant met kennis van de medische sector. Belangrijk voor een financiële instelling is dat je laat zien dat het benodigde inkomen voor de gewenste woninghypotheek bestendig is. Dit kun je doen door over een bepaalde periode je omzetten te laten zien, waarbij rekening is gehouden met vakanties en je zakelijke lasten. Houdt er ook rekening mee dat een bank ook waarneemcontracten (DBA) opvraagt en checkt of dit klopt met de omzet op de rekening, dan wel realisatie-/ prognoseberekeningen van de accountant. Aan de hand hiervan zijn er banken die met je mee willen denken om een hypotheek te financieren. Drie banken die daar bekend om staan zijn bijvoorbeeld de ABN AMRO, Van Lanschot en de Rabobank. Raadpleeg een adviseur of maak een afspraak met de bank om te kijken wat er voor jou mogelijk is.

3. Hoeveel telt je studieschuld mee?

Om de maximale hypotheek te bepalen, wordt gerekend met de overgebleven studieschuld. Van deze schuld wordt 0,45% meegenomen in de berekening van het bedrag dat jij mag lenen voor de koop van je woning.

Rekenvoorbeeld Je hebt een studieschuld van €15.000,-. Dan betaal je elke maand €67,50 af (0,45% van € 15.000,-). Dit wordt meegenomen in je maximale maandelijkse lasten. Je bent

verplicht om bij je hypotheekaanvraag te melden wat voor schulden en/of betalingsverplichtingen je hebt. Ook je studieschuld bij DUO moet je melden. Toch zijn er mensen die hun studieschuld verzwijgen. Geldverstrekkers kunnen namelijk niet gemakkelijk controleren of jij een studieschuld hebt omdat de schuld niet geregistreerd staat bij Bureau Krediet Registratie (BKR). Geef je je studieschuld niet op en ontstaan er later betaalproblemen, dan kan dat gevolgen hebben voor de afhandeling vanuit de geldverstrekker en (eventueel) de Nationale Hypotheek Garantie.

4. Hoeveel kan ik lenen op basis van de waarde van de woning?

Naast een maximale leencapaciteit op basis van je inkomen, is er ook een maximale leengrens op basis van de waarde van de woning. In 2016 kon je niet meer lenen dan 102% van de zogeheten marktwaarde van de woning. Dit percentage wordt jaarlijks teruggebracht. Vanaf 2018 kun je niet meer lenen dan de marktwaarde van de woning: Jaar Maximale leengrens t.o.v. marktwaarde woning 2017 101% 2018 100% De marktwaarde van de woning wordt doorgaans vastgesteld als het laagste bedrag van de koopsom en de marktwaarde uit een taxatierapport. Soms is een recente WOZbeschikking ook voldoende als de WOZwaarde veel hoger is dan het te lenen bedrag. Bij nieuwbouw is de marktwaarde meestal gelijk aan de zogeheten stichtingskosten: de optelsom van alle kosten inclusief de grond en eventueel meerwerk.

5. Ik (private) lease mijn nieuwe auto, telt dat mee als lening?

Het huren van een auto voor de lange termijn (private lease) wordt steeds populairder. Je betaalt maandelijks een vast bedrag voor de kosten van onderhoud, verzekering en wegenbelasting aan de leasemaatschappij. Let wel op dat de private lease inderdaad als lening wordt geregistreerd bij het Bureau Kredietregistratie (BKR). Daar nemen ze 65% van het maandbedrag vermenigvuldigd met de looptijd in maanden. Dit heeft gevolgen voor je maximale leencapaciteit/hypotheek.

Start! 37


Aan de slag als tandarts? Dé ultieme kickstart met VvAA Als je net begint als zelfstandig tandarts, valt er veel te regelen. VvAA weet wat je te doen staat. Daarom hebben wij het tandartsenpakket samengesteld.

Jouw voordeel  Alle ondersteuning en advies bij één adviseur  Alle zakelijke beslommeringen nemen we van je over  Zakendoen met de marktleider in advies op maat

Meer weten? Wij helpen je graag verder. Maak vandaag nog een vrijblijvende afspraak met één van onze adviseurs via 030 247 43 15.

vvaa.nl/tandartsenpakket Start! 38


Het juiste financiĂŤle recept.

Als zorgprofessional bent u in goede handen bij een van onze Specialisten Medische en Vrije Beroepen. Zij zijn vertrouwd met uw vakgebied en spreken dezelfde taal. Zo adviseren wij u graag over financieringen en uw strategie- en visievraagstukken. Meer weten? Kijk op abnamro.nl/medisch Start! 39


Financiële planning en pensioen opbouw Arjan Wijnands

Diagnose- en (pensioen) behandelplan voor de tandarts

Het is enorm belangrijk weten we, maar aan de andere kant niet top of mind: ons pensioen. Sterker nog: Nederlanders gaan nog liever naar de tandarts dan de pensioenpapieren te bekijken. Ook de belastingaangifte doen vinden we nog leuker, zo is gebleken uit een onderzoek van een verzekeraar. Het is saai, ingewikkeld en het actief nadenken over het inkomen voor later wordt vaak vooruitgeschoven. Als tandarts weet je dat het uitstellen van een behandeling niet verstandig is. Voor je pensioenplanning geldt hetzelfde. Belangrijk is dat jij straks kunt wonen en leven zoals je nu gewend bent. Of de plannen realiseren die je voor ogen hebt. Daar zijn diverse mogelijkheden voor.

De drie pijlers

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers: pensioen van de overheid, pensioen van de werkgever en aanvullingen die je privé doet.

Start! 40

Pensioen 1e pijler: de overheid (AOW)

De AOW vormt de eerste pijler van het pensioenstelsel. Het is een basisinkomen om te kunnen rondkomen. Iedereen die in Nederland woont of werkt, bouwt automatisch AOW op. Voor gehuwden/ samenwonenden is het op dit moment maximaal €752,- per maand. Bruto, dus daar moet nog belasting vanaf. De hoogte van de AOW wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van het minimumloon. De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog naar 66 jaar in 2018, en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 is de AOWleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. In 2022 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar en drie maanden.

Pensioen 2e pijler: de werkgever

De meeste werknemers in Nederland bouwen pensioen op samen met de werkgever. Dit is de tweede pijler van het pensioengebouw. Dit geldt echter niet voor de tandarts!

Pensioen 3e pijler: privé

Bovenop het pensioen van de overheid

(AOW) moet je dus zelf voor extra pensioenaanvulling zorgen om je gewenste levensstijl voort te zetten. Dit kan je zelf aanvullen door te sparen, te beleggen of bijvoorbeeld fiscaal vriendelijk te sparen.

Hoeveel moet ik sparen/ reserveren?

Hoeveel geld je na je pensionering nodig hebt, is heel persoonlijk. Het hoeft niet altijd minder te zijn dan nu, bijvoorbeeld omdat je dan meer uitgeeft aan vrije tijd of zorg. Als je wilt sparen voor je pensioen, is het handig om daar zo vroeg mogelijk mee te beginnen. Hoe later je begint, hoe meer je in korte tijd opzij moet zetten. Als er financiële ruimte is, begin dan meteen. Zeker voor tandartsen is dit belangrijk, omdat je geen pensioen (meer) opbouwt in een beroepspensioenfonds. Het lukt echt niet om in een paar jaar een vermogen op te bouwen waar je van je eenenzeventigste (zie rekenvoorbeeld) tot je vijfentachtigste van kan leven. Het is zeer belangrijk je daar bewust van te zijn. Als je het geld niet over hebt, houdt het natuurlijk op. Maar je kunt ook andere keuzes


maken. Je kunt als zelfstandige op diverse manieren pensioen opbouwen.

je een persoonlijk risicoprofiel en -plan laat samenstellen door een deskundige, kun je met beleggen een hoger rendement halen.

1.Banksparen of bankbeleggen - Box 1

Iedere Nederlander betaalt tot een bepaald bedrag geen belasting over zijn/haar spaargeld in Box 3. Het spaargeld dat vrijgesteld is van belasting, heet het heffingsvrije vermogen. De Belastingdienst bepaalt jaarlijks de grens tot welk bedrag je vermogen belastingvrij is.

Je kunt bij een bank een geblokkeerde spaarrekening of effectenrekening openen en zo sparen voor een aanvulling op je pensioen. Als je aan bepaalde regels voldoet, kun je het geld dat je inlegt aftrekken van de belasting. Je betaalt in de toekomst wel belasting over de periodieke uitkeringen. Als je overlijdt, krijgen je nabestaanden (je partner, je kinderen of familie) het bedrag dat is opgebouwd. Bij bankbeleggen kan jouw geld meer waard worden, maar ook minder.

Handig

Als je wilt sparen voor je oude dag kun je dit bijvoorbeeld doen door automatisch te

Inkomens- en uitgavenoverzicht

2. Lijfrente

Je kunt een verzekering afsluiten waarmee je geld spaart om later jouw pensioen mee aan te vullen. De premie kun je van de belasting aftrekken als je kunt aantonen dat je een pensioentekort hebt. Je betaalt in de toekomst wel belasting over de periodieke uitkeringen. Bij sommige lijfrentes kun je een contraverzekering afsluiten. Hiermee kun je het opgebouwde tegoed nalaten aan je nabestaanden.

3. De Oudedagsreserve

Je kunt doteren aan de oudedagsreserve (OR). Dit kan voor een ondernemer een mooie manier zijn om een pensioen op te bouwen. Het betalen van inkomstenbelastingen wordt uitgesteld. Maar omdat de oudedagsreserve in bepaalde situaties verplicht afneemt, kunnen de voordelen daarmee (deels) verloren gaan. Daarom is een oudedagsreserve niet voor elke ondernemer aantrekkelijk. Om een goede keuze te kunnen maken is het belangrijk om de totale financiële situatie mee te wegen.

4. Vermogensopbouw - Box 3

Je kunt sparen en/of beleggen in box 3. Hierbij zet je geld opzij om later je pensioen aan te vullen en behoudt je volledige flexibiliteit. Je krijgt bij sparen zekerheid van een rentevergoeding en terugbetaling van je inleg. Maar de rente staat nu erg laag, lager dan de inflatie. Als je grote bedragen spaart, betaal je ook nog eens belasting over het vermogen. Zo wordt spaargeld alleen maar minder waard in plaats van meer. Beleggen wordt dan interessant ondanks de (grotere) risico’s. De spreiding moet internationaal en over verschillende sectoren en bedrijven zijn. Als

Vereenvoudigd voorbeeld Winst uit onderneming AOW

Ziektekosten Arbeidsongeschiktheidsverzekering

sparen. Je stelt dan automatisch sparen in om je spaardoel te halen. Je weet dan zeker dat je elke week of maand geld overboekt naar je spaarrekening en/of beleggingsrekening. Met een flinke buffer achter de hand kun je de kosten van je oude dag opvangen. Diagnose- en (pensioen) behandelplan Essentieel is dat jouw persoonlijk Diagnose- en (pensioen) behandelplan wordt gemaakt. Onderstaand voorbeeld illustreert hoeveel je tekort kan komen na pensionering. Ik wil hier benadrukken dat elke situatie uniek is.

Leeftijd

Leeftijd

25ste t/m 28ste jaar

28ste t/m 71ste jaar

80.000

100.000

2.000 2.000

2.000 4.000

Huur woning (inclusief G/W/E)

12.000

Diverse vaste lasten ** Belasting (indicatief) Totaal Vrij Besteedbaar Inkomen

1.000 25.000 38.000

Rente en aflossing woninghypotheek

29.000

5.000 30.000 30.000

Pensioendatum 71 jaar en 6 maanden

10.000 2.000

5.000 2.000 1.000

Uitgangspunten: Op basis van een geboortedatum 10 april 1992 krijg je volgens de huidige wetgeving vanaf 01-10-2063 AOW. Je leeftijd is dan 71 jaar en 6 maanden. AOW bedrag afgerond (1 persoon op basis van gehuwd of samenwonend). Arbeidsongeschiktheidspremie gebaseerd op 80% van bruto inkomen. Op basis van het huidige inkomen (EUR 100.000) wordt een woning aangekocht en volledig gefinancierd met een lineair aflossingsschema in 30 jaar. Totale hypotheek EUR 400.000. **Diverse vaste lasten zoals schadeverzekeringen, gas/water en elektriciteit en onderhoudskosten eigen woning. Bepaalde bedragen zijn afgerond.

Uitstelgedrag

Behalve financiële factoren zijn er ook andere redenen waarom sommige tandartsen géén pensioen opbouwen. De keuzes rondom de pensioenopbouw kunnen lastig zijn. Daarnaast is het moeilijk om je een goed beeld te vormen van de inkomsten die je later (als zelfstandige pas over een heel lange tijd) nodig denkt hebben. Dat schrikt velen af. Daar komt bij dat veel mensen uitstelgedrag vertonen en het regelen van een pensioenvoorziening voor zich uitschuiven. Dit is voor tandartsen niet anders.

Jouw zorgplan

Dit betekent dat je van toeschouwer verandert in regisseur. Stippel je eigen koers uit. Maak je eigen behandelplan. Plan een periodieke controle en stuur tussentijds bij. Wees dus attent op tussentijdse veranderingen en pas je

plan aan de gewijzigde (gezins)situatie aan. Neem zelf de regie in handen. Wacht niet af tot het te laat is en begin vandaag nog.

Inzicht + overzicht = geeft rust

Je wilt pensioen opbouwen, maar je weet niet precies hoe je dit wilt doen? Of welke optie het beste bij jouw situatie past? Maak dan een afspraak met een Financieel Planner FFP® en creëer rust en overzicht. Want wat voor een tandarts het maken is van een diagnose en behandelplan is, dat is het maken van een analyse en advies plan voor een Financieel Planner. Als Sector Specialist Medische & Vrije Beroepen van ABN AMRO Bank begeleidt Arjan Wijnands regelmatig praktijkoverdrachten in de eerstelijnszorg. Daarnaast is hij als FFP CFP® assessor verbonden aan Cito.

Start! 41


Start! 42


Klachtenregeling en Wkkgz De overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt en heeft daarom wettelijk vastgelegd wat goede zorg inhoudt, en wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg verplicht tandartsen te beschikken over een klachtenregeling die voldoet aan de eisen die hiervoor gesteld zijn, en aangesloten te zijn bij een erkende geschilleninstantie.

Als zelfstandig zorgverlener hebben zzp’ers een eigen klachtenregeling nodig. Een eenvoudige manier om je klachtenregeling te regelen is via de beroepsvereniging, de ANT of de KNMT. Ben je in loondienst? Informeer dan bij je werkgever of de klachtenregeling voor jou geregeld is.

Klachtenregeling

Een klachtenregeling of -service neemt de binnenkomende klachten in behandeling en geleid deze zo nodig door naar een klachtenfunctionaris. De klachtenfunctionaris helpt de patiënt in geval van een klacht, door de patiënt te adviseren en te bemiddelen tussen de patiënt en de tandarts. Het voornaamste doel van de klachtenfunctionaris is de patiënt en tandarts samen tot een oplossing te laten komen. De afsluiting van de klachtenprocedure is het oordeel dat de tandarts geeft over de tegen hem ingediende klacht, en de door hem gekozen oplossingsrichting. Als dit niet tot een bevredigende oplossing van de klacht leidt, dan biedt de Wkkgz de patiënt de mogelijkheid zich te wenden tot een geschillencommissie.

Stichting Geschilleninstantie Mondzorg De beroepsverenigingen (ANT, KNMT, NVM en ONT) hebben gezamenlijk de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg opgericht; een onafhankelijke geschilleninstantie die voor de aangesloten tandartsen en andere mondzorgverleners geschillen beslecht zoals de Wkkgz bedoelt. Een commissie bestaande uit een (oud-) rechter (voorzitter), een namens de Consumentenbond aangesteld lid (jurist) en drie tandarts-leden die samen één stem hebben, doet een juridisch bindende uitspraak en kan financiële claims tot €25.000,- toewijzen.

Voorkom een geschil

Belangrijk blijft: Voorkom een geschil en handel klachten zo goed mogelijk zelf af.

Verschillen tussen klachtenregeling ANT en KNMT

De ANT biedt een extra tussenstap middels een intern bureau klachtbehandeling, voordat de klacht wordt doorgezet naar de klachtenfunctionaris. De KNMT biedt ondersteuning van een buddy; een ervaren collega die functioneert als een klankbord.

Start! 43


Een ongeluk zit in een klein hoekje Thijs is tandarts en vorig jaar augustus van zijn fiets gevallen. Dikke pech natuurlijk, want hierdoor brak hij zijn sleutelbeen en dat heeft nogal wat gevolgen gehad voor zijn werk. Hoe en wat, dat lees je in dit interview.

Start! 44

Thijs is 31 jaar en in 2012 afgestudeerd in Groningen. Tussen 2012 en 2017 heeft Thijs als zzp’er in verschillende praktijken gewerkt als tandarts algemeen practicus. Daarvoor had hij een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afgesloten voor passende arbeid, voor zijn werk als tandarts. Thijs, wat is er precies gebeurd? ‘’In augustus 2016 ben ik tijdens het

wielrennen van mijn fiets gevallen. Ik fietste met een stel vrienden in waaiervorm, toen mijn voorwiel werd aangetikt door mijn voorganger. Ik raakte van het pad af, in de berm, en viel hierbij heel ongelukkig. Mijn rechterschouder heeft het grootste deel van de klap opgevangen en mijn sleutelbeen was op drie plekken gebroken. Gelukkig kon ik snel terecht in het Diakonessenhuis in Utrecht. Binnen twee dagen ben ik geopereerd en toen is de eerste plaat erin gezet. Sindsdien ben ik drie keer geopereerd geweest, en zijn de botten met een plaat aan elkaar gezet.’’


Wat waren toen de gevolgen voor je werk aan de stoel? ‘’Ik heb de praktijken eigenlijk vrij direct na het ongeval gebeld met de mededeling dat

"Na drie tot vier maanden merk je dat het voor beide partijen geen houdbare situatie meer is om af te wachten en in onzekerheid naar zo’n streefdatum te leven. " ik even zou zijn uitgeschakeld door de breuk. Die zijn toen begonnen met het afbellen van mijn afspraken, in eerste instantie voor anderhalve maand. Je houdt veel contact om elkaar op de hoogte te houden van de vorderingen. Na de eerste recall in het ziekenhuis, heb ik de eerste indicatie gekregen dat het een gecompliceerde breuk was. In het gunstigste geval zou het drie à vier maanden duren voor ze herstel zouden verwachten.’’ ‘’Na drie tot vier maanden merk je dat het voor beide partijen geen houdbare situatie meer is om af te wachten en in onzekerheid naar zo’n streefdatum te leven. In goed overleg besluit je dan de overeenkomst van opdracht op te zeggen en - afhankelijk van de relatie met je opdrachtgever - contact te houden voor mogelijkheden in de toekomst. Dus dan neem je afscheid van elkaar en ben je eigenlijk je opdrachtgevers kwijt. Het is zeker goed geweest dat we dat uiteindelijk gedaan hebben, omdat dat enorm veel rust heeft gegeven zodat je je beter kunt richten op je herstel. Uiteindelijk ben ik vorige maand, na ongeveer acht maanden, weer begonnen met opbouwen en solliciteren.’’

Hoe waren die maanden voor jou?

‘’Ik heb voornamelijk veel pijn gehad en best veel en heftige pijnstilling moeten gebruiken. De hoekplaat, die is gebruikt om de boel weer aan elkaar te zetten, deed veel pijn bij het bewegen. Hierdoor zit je eigenlijk continu in een soort statische positie. In de periode dat ik niet kon werken heb ik mij gericht op vrijwilligerswerk. Dat gaf mij weer enige nut in mijn daginvulling. Dat was wel belangrijk, omdat ik mijn werk eigenlijk heel erg leuk vind, en je merkt dat je eigenlijk je anker kwijt bent in je dagelijks leven. Ik heb congressen gevolgd, ik ben gaan studeren voor een vaarbewijs, ik ben meer gaan koken en heb mijn huishoudelijke vaardigheden verder ontwikkeld.’’

"in de periode dat ik niet kon werken heb ik mij gericht op vrijwilligerswerk. Dat gaf mij weer enige nut in mijn daginvulling." Hoe was het contact met de AOV-verzekeraar?

‘’Op het moment dat je een beetje van de pijn af bent, neem je contact op met je AOV-verzekeraar. Dat contact verliep eigenlijk heel soepel. In eerste instantie hebben ze gezegd dat ik mij kon laten opereren en herstellen, en dat ze over anderhalve maand weer contact zouden opnemen. We hebben afgesproken om contact te houden na elke recall in het ziekenhuis.’’ ‘’Tijdens de herstelperiode is een paramedicus bij mij langs geweest om de vorderingen te bespreken. In overleg ben ik

rustig gaan bouwen met één, twee, drie dagen tussendoor werken. En dan wordt stapsgewijs de uitbetaling afgebouwd. Belangrijk is dat je een verzekering hebt tegen arbeidsongeschiktheid, en dan gaat het feitelijk of je in staat bent om te werken. Dat betekent dus, dat het er niet om gaat of je daadwerkelijk over werk beschikt, als gevolg van sollicitaties bijvoorbeeld. Het hele proces heb ik zeker niet ervaren als een probleem en is allemaal in goed overleg gegaan.’’

Wil je onze jonge (aanstaande) collegae nog wat meegeven?

‘’Toen ik ben afgestudeerd wist ik dat ik een AOV moest afsluiten, maar dat stel je dan uit en is bij mij toen in het slop geraakt. Maar ik ben toen acht maanden op vakantie gegaan en toen heb ik bij het downhill mountainbiken in Bolivia mijn elleboog van mijn linkerarm gebroken. En daar ben ik, ook in Bolivia, aan geopereerd. En dat is mij overkomen zonder dat ik een AOV had afgesloten. Ik heb uiteindelijk maar een maand hoeven revalideren in Bolivia, waarna ik weer verder kon reizen. Maar daar heb ik heel veel geluk bij gehad. Als ik iets mag meegeven is mijn advies om het snel goed op orde te krijgen. Het is een hoop geld wat je betaald, daar schrik je van, maar zeker met het oog op reizen is het belangrijk dat je dat goed afgedekt hebt. En vergeet ook niet, dat je niet leeft om te werken, maar dat je werkt om te leven, en dat je daar vooral van moet genieten.’’

"Het is een hoop geld wat je betaald, daar schrik je van, maar zeker met het oog op reizen is het belangrijk dat je dat goed afgedekt hebt." Start! 45


(Kies)pijndossiers: juridisch conflictmanagement ‘’Gesterkt door de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo) en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ziet de gemiddelde huidige patiënt de relatie met zorgverleners meer en meer als een zakelijke overeenkomst waaraan bepaalde verwachtingen mogen worden gekoppeld. Als die verwachtingen niet uitkomen, dan staat thans de weg laagdrempelig open voor een klacht of een claim. Uit onderzoek van ACTA-psycholoog Ronald Gorter is gebleken dat een klacht of claim een grote impact heeft op de tandarts, en diens zelfvertrouwen en werkvoldoening behoorlijk kan aantasten. Het kan zelfs leiden tot ongewenst defensief gedrag bij de behandeling van andere patiënten. Dat kun je voorkomen door het risico van een klacht te onderkennen en daar professioneel voldoende op voorbereid te zijn. In de opleiding tot tandarts is daar helaas weinig ruimte voor, terwijl toch na het afstuderen de behandeling van de eerste de beste patiënt zou kunnen leiden tot complicaties met een klacht of claim tot gevolg. Wel wordt in het postacademisch onderwijs en in de vakbladen meer en meer aandacht besteed aan deze “ongemakkelijke” kant van de zorgverlening. Ik beveel iedere net afgestudeerde tandarts aan zich tijdig te verdiepen in deze materie. Wanneer je weet hoe te handelen zal een klacht of claim ook minder bedreigend overkomen en minder impact op je functioneren hebben. Van klachten kun je (veel) leren, maar er

Start! 46

dagenlang van wakker liggen of beroepsmatig gefrustreerd raken kan toch niet de bedoeling zijn. Enige punten die van belang zijn bij het voorkomen of afhandelen van een klacht of claim: Goede communicatie met de patiënt staat met stip op plaats één. Informeer duidelijk over mogelijkheden, onmogelijkheden en risico’s bij de voorgestelde behandeling. Teleurstelling komt voort uit (te) hoge verwachtingen; klachten volgen dikwijls op een gebrekkig informed consent. Herken signalen van onvrede tijdig en maak deze bespreekbaar. Vooral het gevoel niet serieus te worden genomen is voor een patiënt een belangrijke trigger voor een klacht- of claimprocedure. Blijf ook na een ontvangen klacht hoffelijk en beleefd en tracht er in een goed gesprek alsnog samen uit te komen. Adequate dossiervorming is van belang bij het voorkomen en het afhandelen van een klacht of claim. Een goed dossier draagt bij aan de kwaliteit van de zorgverlening. Evalueer met regelmaat het verloop van het afgesproken zorgplan: loopt alles nog volgens plan en afspraken? Stel waar nodig de koers bij (aanpassing informed consent). Bij een klacht- of claimprocedure geldt het patiëntdossier als de belangrijkste referentie voor de (externe) beoordeling. Een zorgvuldig bijgehouden dossier levert een betrouwbare reconstructie van alle ins en outs rond de verleende zorg en laat weinig ruimte voor andere interpretaties of

discussies achteraf. Het hanteren van de beroepsstandaarden is een belangrijk uitgangspunt bij het leveren van veilige en verantwoorde zorg. De hamvraag bij een klacht of claim is: is er gehandeld zoals van een voldoende bekwaam zorgverlener in de gegeven omstandigheden verwacht mag worden? Wijk uitsluitend van de beroepsstandaarden af om zwaarwegende redenen en met expliciete toestemming van de patiënt. Overleg met of vraag zo nodig hulp van ter zake kundige collega’s of andere professionals, bijvoorbeeld via de beroepsvereniging, de rechtsbijstand- en/of aansprakelijkheidsverzekeraar, wanneer een klacht dreigt of werkelijkheid is. Waarom zou je zo’n kwestie onervaren en alléén willen oplossen? En mijn belangrijkste tip voor de afstuderend tandarts: zodra je als zelfstandig bevoegd tandarts gaat werken, ook als waarnemer of medewerker zonder eigen praktijk, is het zaak afdoende verzekerd te zijn tegen de financiële gevolgen van aansprakelijkheid en/of rechtsbijstand. Want bij een al beetje serieuze zaak kunnen de kosten daarvan onverwacht hoog oplopen. Samenvattend: klachten voorkomen en verhelpen is in meerdere opzichten ons vak!’’ Emile Homan, tandarts www.consudent.com


Een goede start van je loopbaan. Zo pak je dat aan! Als je afstudeert als tandarts of mondhygiënist en je zoekt een goede werkomgeving, is er echt wat te kiezen. Hoe maak jij de keuzes die een goed begin vormen van jouw carrière? De juiste keuze van een eerste werkplek is van groot belang voor je persoonlijke ontwikkeling en niet te vergeten voor het plezier dat je hebt in je werk! Als je in de afrondende fase van je studie zit is het aan te raden om over een aantal dingen alvast na te gaan denken: • • • • • •

In welke regio wil je gaan werken? Wat voor soort praktijkorganisatie past bij jou? In wat voor soort team voel jij je thuis? Wat wil jij in het eerste jaar bereiken? En in de jaren daarna? Wil jij bij één praktijk werken of bij meerdere? Hoe denk jij over arbeidsvoorwaarden, loondienst of werken als ZZPer?

Probeer een zo goed mogelijk beeld te vormen van jouw ideale eerste werkplek. Ons doel is om jou hierbij op een persoonlijke, betrokken en professionele manier te helpen.

Wat wij voor jou kunnen betekenen Als specialist in werving en selectie voor de mondzorg zijn wij goed op de hoogte van de mogelijkheden die de verschillende soorten praktijken jou kunnen bieden, van de kleinere praktijk met één collega tandarts, tot de grote groepspraktijk en de verschillende ketenorganisaties. Wij kunnen goed aangeven waar de verschillen zitten in manier van werken, organisatiecultuur, de ondersteuning en feedback die je kunt verwachten als net afgestudeerde tandarts. Een gesprek met ons levert je dan ook veel nuttige informatie op, en is bovendien een mooie voorbereiding op jouw sollicitatiegesprek bij de praktijk(en). Als jij je sollicitaties via Dental Care Professionals laat verlopen ga je goed voorbereid het sollicitatiegesprek in. Je hebt in feite je eigen loopbaanadviseur met wie je kunt sparren over de mogelijkheden.

Schrijf je nu alvast in! Schrijf je alvast in bij Dental Care Professionals, de marktleider in werving en selectie van tandartsen en mondhygiënisten. Je blijft via de mail op de hoogte van vacatures. Zo kan jij je alvast oriënteren op het aanbod op de arbeidsmarkt.

Interesse? www.dentalcareprofessionals.nl info@dcprofs.nl 035 6959501


Ergonomie in de tandheelkunde

Tandartsen ontwikkelen op latere leeftijd vaak werkgerelateerde fysieke klachten. Door studenten in de opleiding al bewust te maken van de fysieke risico’s, kunnen zij hierop anticiperen en zo klachten voorkomen. Kortom: preventie. Dat dit positieve gevolgen kan hebben voor de gezondheid op kortere maar vooral ook op langere termijn is evident.

Jeannette Nabuurs

Start! 48

De beste houding is de volgende

In 2006 startte op Tandheelkunde Nijmegen een nieuwe aanpak van het ergonomieonderwijs. Jeannette Nabuurs is vanaf het begin betrokken bij de opzet en uitvoering. Nu, elf jaar later en wijzer, blikt ze terug maar geeft ze vooral een rugzak met praktische tips mee voor een gezonde pensionering. ‘’Met dit artikel wil ik beginnende maar ook gevestigde tandartsen graag tips meegeven die hen kunnen helpen om gezond te blijven werken. Dat lijkt heel eenvoudig om te doen, maar als je een baan hebt of als zelfstandige aan de slag gaat, zijn er zó veel factoren die gezond werkgedrag bemoeilijken. Praktische tips zijn dan altijd welkom’’, aldus Jeannette.

Bewustwording en feedback

‘’Maar eerst wil ik graag iets vertellen over het ergonomieonderwijs omdat er ook lezers zijn die niet de opleiding in Nijmegen volgden.’’ Een perfecte ergonomische uitgangssituatie creëren is niet het uitgangspunt, want bij het ontstaan van klachten spelen immers meerdere factoren mee. Theoretische kennis van ergonomie is belangrijk, maar op de werkvloer sturen op bewustwording en gedrag is nog belangrijker. Daarom is het ergonomieonderwijs in Nijmegen gericht op het creëren van bewustwording van de ergonomische principes. Zodanig dat de student ze binnen de gegeven omstandigheden zo goed mogelijk kan toepassen. Regelmatige feedback over de aangenomen houding is noodzakelijk en in de opleiding gebeurt dat door zowel de docent, de

medestudent als door de bedrijfsfysiotherapeut.

Statische belasting

We weten allemaal dat zwaar tillen of werken fysiek belastend is. Ga maar eens een dagje spitten in de tuin, zware dozen tillen of verbouwen. Dat kan je best wel even voelen de dag(en) erna. Maar een tandarts spit niet, tilt ook niet zwaar tijdens het werk en verbouwt hooguit een tand of kies. Tóch hebben velen in min of meerdere mate klachten. Zelfs gedurende de opleiding al! Hoe kan dat? Daarvoor is het belangrijk dat je iets weet over spierarbeid. Grofweg zijn er twee vormen: dynamische (zoals spitten, tillen, verbouwen) en statische. Statische spierarbeid ervaren we meestal niet meteen als zwaar, maar het is het wél. Ga maar eens met je rug tegen de muur ’zitten’ met je knieën in een hoek van 90O. Of houd een gewicht voor je in de lucht, met gestrekte armen. Of in tandartstermen: minutenlang voorovergebogen en gedraaid boven een patiënt zitten of staan. Op en gegeven moment voel je de verzuring in je spieren. De negatieve effecten van statische spierarbeid zijn groter dan die van dynamische belasting. Ik zal je niet vermoeien met technische details maar op basis van wetenschappelijk onderzoek is daarom een norm vastgesteld. Deze norm (praktijkrichtlijn) geeft aan wanneer je een gezondheidsrisico loopt bij statische belasting. Tandartsen zijn zich veelal niet bewust hoe snel ze die grenzen overschrijden en daardoor grote risico’s op overbelasting lopen.


Bijvoorbeeld Type belasting

Statische belasting voor rug/romp/nek (in moeilijke houdingen werken)

Behandelen van een patiënt, computer-/laptopwerkzaamheden, telefoneren

Veilige belasting

Enig risico

Gezondheidsrisico

Geen actie nodig

Actie aanbevolen

direct actie nemen

Langer dan één minuut, maar korter dan vier minuten werken met een gedraaide en/of meer dan 30° voor- of zijwaarts gebogen romp/ nek.

Langer dan vier minuten werken met gedraaide en/ of meer dan 30° voor- of zijwaarts gebogen romp/ nek. Een totale duur van vier uur is het aanbevolen maximum voor activiteiten waarbij veel statisch belastende houdingen voorkomen (ook al wordt per keer de periode van één minuut niet overschreden).

Niet langer dan één minuut werken met gedraaide en/of meer dan 30° voor- of zijwaarts gebogen romp/nek.

Tabel: Praktijkrichtlijn ‘Statische belasting’

Gedragsverandering: kleine stapjes en ankeren

Om die risico’s te beperken kan je aanpassingen doen in je werkorganisatie en investeren in ergonomische hulpmiddelen, maar het begint ermee dat je je bewust bent van die gezondheidsrisico’s en ziet wanneer je de norm overschrijdt. Pas dan kan je nadenken over wat je nodig hebt om gezond te kunnen werken en je gedrag hierop aanpassen. En dat is niet eenvoudig, want nieuw of ander gedrag aanleren kost tijd en energie en begint met ‘willen’. Je gedrag wordt bepaald door jouw overtuigingen en waarden. Wil je je gedrag veranderen, dan kom je vaak in conflict met jezelf. Bijvoorbeeld: ik vind het belangrijk om patiëntgericht te zijn, en daarom plan ik die patiënt toch nog even in (waardoor je voornemen om straks even te gaan sporten erbij inschiet). Je waarde patiëntgerichtheid wint het van je waarde zorgen voor jezelf. Gezond werkgedrag ontwikkelen en behouden is dus niet eenvoudig, maar er zijn wel een aantal tips die ik je mee kan geven.

1. Organiseer je werkplek voordat je start

• Stel je stoel goed in voordat je begint. • Zorg dat je de patiënt goed positioneert. • Voorkom reiken: Organiseer alle benodigde materialen op onderarmlengte afstand. Voor jezelf maar ook voor je assistent.Start dan pas met je behandeling.

2. Houd regelmatig micropauzes

Micropauzes zijn korte onderbrekingen in het werk van twintig seconden tot enkele minuten. Regelmatig pauze nemen blijkt de productiviteit en kwaliteit van het werk te verhogen. Je kan rek- of ontspanningsoefe-

ningen doen, maar je kan er ook andere taken in doen. Denk aan je patiënt zelf halen, gegevens invoeren/raadplegen of overleg met je assistent. Maak dit ook onderdeel van tip 10: Maak elkaar verantwoordelijk.

3. Beweeg buiten werktijd

Bewegen is heel erg belangrijk in het voorkomen van klachten. Dat hoeft niet perse sport te zijn. Wandelen (met de hond), fietsen (naar je werk) en zwemmen zijn ook prima vormen van bewegen. Beweeg in ieder geval bewust en regelmatig en laat het geen sluitstuk zijn dat als eerste afvalt als je het even druk hebt.

4. Zorg goed voor jezelf

Als je aan het werk gaat (of al bent) is het niet altijd gemakkelijk om goed voor jezelf te zorgen. Oorzaken kunnen werk gerelateerd zijn (drukke baan, carrièrekansen, je eigen praktijk) maar ook in de privésfeer liggen (partner, kinderen, familie, vrienden). Als werkende zal je steeds meer ballen in de lucht gaan houden. Als moeder, partner én als ondernemer weet ik als geen ander hoe lastig het soms is om te kiezen om goed voor jezelf te zorgen. Tóch adviseer ik je om te zorgen voor voldoende ontspanning en mocht je alsnog klachten krijgen, onderneem dan meteen actie. Wacht niet te lang. Blijf bewegen, pas je werkzaamheden aan en zoek eventueel een behandelaar.

5. Kleine stapjes

Bedenk kleine verbeterstapjes en benoem wat ze jou moeten opleveren. Probeer niet meteen alles te veranderen maar begin bijvoorbeeld met: Elke ochtend stel ik, voordat ik begin mijn stoel goed in zodat ik daar de hele dag profijt van heb.

6. Anker

Koppel een specifiek moment (anker) aan je voornemen zodat je er regelmatig aan wordt herinnerd. Bijvoorbeeld vooroverbuigen vanuit mijn heupen in plaats vanuit mijn nek als je de meerfunctiespuit pakt. Zo denk je er regelmatig aan, voel je het resultaat en automatiseer je het gedrag.

7. Investeer in jezelf

Zorg voor een goed stoel waardoor je actief kan zitten en die jou goed ondersteunt als je minder actief zit.

8. Voorkom langdurige nekflexie Kan je dit moeilijk compenseren door te bewegen vanuit je heupen, overweeg dan een prisma- en/of loepbril.

9. Basishouding: de beste houding is de volgende

Zorg voor voldoende afwisseling in je houding; De beste houding is de volgende want door afwisseling wordt statische belasting dynamischer.

10. Maak elkaar verantwoordelijk

Werk samen met je assistente. Bespreek gezond werkgedrag met elkaar en maak elkaar duidelijk wat je daar in nodig hebt. Spreek af dat je elkaar helpt om dat te realiseren, maak elkaar verantwoordelijk en spreek af dat je elkaar hierop (positief!) mag aanspreken. ‘’Ik wens alle afgestudeerden veel geluk, succes en gezondheid in het uitoefenen van een prachtig beroep. Hopelijk heb ik met deze tips een bijdrage geleverd aan gezond je pensionering halen.’’

Start! 49


Burn-outs, beter voorkomen dan genezen Als tandheelkundestudent heb je jarenlang hard gewerkt voor je felbegeerde bul en binnenkort is het zover: je gaat officieel aan de slag als tandarts! Een fantastische periode die zeker in het begin leuk, spannend en uitdagend is. Toch liggen ook de negatieve kanten van ons vak op de loer. Volgens TNO en CBS hebben ruim een miljoen Nederlanders last van burn-out klachten. Bij tandartsen worden hoge percentages genoemd van twaalf tot zeventien procent. Wat weten we inmiddels over dit ‘modewoord’, dat vroeger werd bestempeld als oververmoeidheid of overspannen zijn?

Start! 50

Een burn-out

Bij een burn-out kan je niet meer werken en nauwelijks binnen je thuis- of gezinssituatie functioneren. Je voelt je totaal emotioneel en fysiek uitgeput. Vaak is dit het gevolg van jarenlange spanningsklachten die op de achtergrond hebben gesluimerd. Ook voor je omgeving is dit vaak merkbaar: de sprankel is ervan af en je bent niet meer de persoon die je eerst was, hetgeen depersonalisatie wordt genoemd. Daarbij worden alledaagse als een mailtje beantwoorden, een appje sturen of opruimen steeds moeilijker: alles kost bakken met energie. Negatieve gedachtes als ‘waar doe ik het allemaal voor?’ of

‘ik sta er alleen voor’ komen steeds vaker om de hoek kijken. Op een bepaalt moment loopt de emmer over en stort je in. Soms letterlijk, alsof je hele lichaam niet meer wil. Slechts een tijdje rust nemen is daarbij niet voldoende: deskundige hulp en training wordt ten zeerste aangeraden. Tijdens je herstelperiode is het van belang je grenzen te leren kennen en te bewaken. Van bepaalde dromen en ambities moet misschien afstand worden gedaan. Maar vergeet vooral ook niet: uit een burn-out kan je sterker komen.

Preventie

Beter is het om een burn-out voor te blijven. Het is dan ook zaak om


waarschuwingssignalen als concentratieen slaapproblemen, vergeetachtigheid, stemmingswisselingen, langzamer en minder efficiënt werken, meer fouten maken, lusteloosheid, onverschilligheid, vermoeidheid, verminderde weerstaand en minder zin in intimiteit of het ontvangen van vrienden hebben te herkennen en tijdig te tackelen.

Stereotypes

Ronald Gorter, psycholoog en universitair hoofddocent aan het ACTA, deed jarenlang onderzoek naar burn-outs. Wanneer een patiënt gestresst is, en de tandarts heeft daar moeite mee, dan wordt de patiënt een stressfactor voor de tandarts zelf, zo bleek uit zijn studie. Juist 1) de pezers, de zogenaamde ‘ik-zeg-graag-ja-types’ en de ‘ik-kangeen-nee-zeggen-types’ krijgen doorgaans sneller een burn-out. Ze willen graag aardig gevonden worden en meestal zijn het de perfectionistische controlfreaks. Daarnaast zijn ook de stereotypes 2) tredmolenlopers die doorwerken met weinig enthousiasme om de vaste lasten te kunnen betalen, 3) de walgers die er te laat achterkomen dat ze het werk toch niet leuk vinden, 4) de gecrashte idealisten die bevlogen zijn begonnen maar tegen talloze frustraties aanlopen en 5) de depressieve tandarts te onderscheiden.

"Wanneer een patiënt gestresst is, en de tandarts heeft daar moeite mee, dan wordt de patiënt een stressfactor voor de tandarts zelf." Bore-out

Verhoogd vatbaar voor burn-outs zijn tandartsen die een grote praktijk runnen en te maken hebben met grote financiële

investeringen. Daarnaast is bekend dat jongeren meer prikkels nodig hebben dan ouderen, en ervaren vrouwen vaker stress door onduidelijke en onverwachte tandheelkundige situaties en logistieke privéstress. Mannen maken zich daarentegen vaker druk maken om een gebrek aan loopbaanperspectief. Dat wetende, is het goed om te beseffen dat een bore-out, het verveeld zijn door eentonig, saai, niet-uitdagend werk, net zoveel klachten kan geven als een burn-out.

Balans

Gelukkig is een groot voordeel van tandheelkunde dat je vaak naar tastbare resultaten werkt: een mooier gebit of het verhelpen van een pijnklacht levert vaak voldoening en energie op waardoor je werk leuk blijft. Natuurlijk is een goede balans daarbij belangrijk. Wanneer je niet helemaal in balans bent, kan je enerzijds je belasting verlagen door minder of efficiënter te gaan werken. Anderzijds kan je je belastbaarheid verhogen door te investeren in je mentale en geestelijke welzijn, sport, ontspanning, een gezond slaappatroon en gezond doch lekker eten. Zeker in de drukke agenda van de tandarts, waarbij het achter raken op schema op de loer ligt, kunnen onredelijke of veeleisende patiënten enorm veel energie vergen. Ook de monotonie in het werk, het gebrek aan uitdaging en loopbaanperspectief, de beslommeringen van het praktijkmanagement, de overheidsbemoeienis en regeldruk, de tijdsdruk en aangegane financiële verplichtingen (inclusief wanbetalers in combinatie met niet of te laat verschijnende patiënten) vallen binnen de grootste risicofactoren van een burn-out. Een combinatie van deze factoren leidt vaak tot het verliezen van de controle en sturing op jezelf, waarbij je door je werk wordt gedomineerd. Als tandarts wordt je daarbij nauwelijks door je omgeving gecorrigeerd: er is niemand die met je meekijkt of het goed met je gaat of niet. Je bent daarmee min of meer je eigen personeelsmanager, waarbij je het niet

"Je patiënt zal overbelasting niet snel bij je herkennen. Een assistente zal je er niet altijd op durven wijzen, en indien het gebeurt is het nog maar de vraag of je de feedback ter harte neemt. Vaak denken tandartsen ‘dat overkomt mij niet’ of ‘het gaat wel weer over’. " altijd in de gaten hebt als het wat minder gaat.

Overbelasting

Je patiënt zal overbelasting niet snel bij je herkennen. Een assistente zal je er niet altijd op durven wijzen, en indien het gebeurt is het nog maar de vraag of je de feedback ter harte neemt. Vaak denken tandartsen ‘dat overkomt mij niet’ of ‘het gaat wel weer over’. Er is vaak niemand die voorstelt een cursus of training te volgen; je moet het plezier in je werk dan ook grotendeels uit jezelf halen. Aan het begint lukt dat meestal wel, maar na een aantal jaren kan de gedachte ‘is dit het dan?’ zomaar om de hoek komen kijken. Op zo’n moment kan het waardevol zijn meer in jezelf te investeren, om je persoon beter te leren kennen. Tandartsen zijn over het algemeen geen tandheelkunde gaan studeren om later een eigen bedrijf te runnen. Toch heb je, zeker als praktijkhouder, straks met de bedrijfseconomische kanten van je praktijk te maken. Dat kan op een

Start! 51


gegeven moment tol van je gaan eisen. Het zogenaamde voortdobberen kunnen tandartsen lang volhouden. Bij drie tot vijf procent van de tandartsen is echter sprake van ongezond lang doorwerken, waarbij je zonder inspiratie onbewust bezig bent geheel op te branden.

Uit het dal

Is er sprake van een echte burn-out, waarbij je mensen volgens tandarts en ervaringscoach Nico Bezuur kan omschrijven als bijna-dode plantjes die totaal futloos zijn, dan is het zaak onder deskundige begeleiding eerst weer een basis te leggen. Na de herkenning van een burn-out is de eerste stap in het herstelproces het erkennen van je probleem. Aankloppen bij de huisarts kan dan een goede eerste stap zijn. Wanneer vervolgens praten over je werk of praktijk - vaak de oorzaak van het probleem - niet mogelijk is, wordt vaak gekozen jezelf eerst weer fysiek bij elkaar te krijgen. Door te beginnen met relatief eenvoudige zaken als wandelen, fietsen en een gezond voedingspatroon, wordt een basis gevormd om weer naar jezelf of je werk te kunnen kijken. Daarbij kan het traject naar een werkelijk gezond herstel zomaar een half jaar tot een jaar in beslag nemen. Daarbij, maar ook in het gewone

"Door te beginnen met relatief eenvoudige zaken als wandelen, fietsen en een gezond voedingspatroon, wordt een basis gevormd om weer naar jezelf of je werk te kunnen kijken" Start! 52

dagelijkse leven, zijn mentale fitnessactiviteiten als yoga, meditatie, bodybalance en mindfulness goede methodes om even stil te staan, tot rust te komen en te reflecteren: hoe gelukkig ben je? Regelmatig ligt de oorzaak bij het reilen en zeilen in de praktijk: bureau’s boordevol ‘must-do’s’, knellende strakke tijdschema’s, teruglopende patiëntenservice, een groter aantal stoelen dan past bij de tandarts als persoon. In zo’n geval is het zaak te reorganiseren waarbij wordt gezocht naar een goede harmonie. Veelgehoorde excuses als dalende tarieven en omzet hoeven je niet per se de das om te doen. Tandartsen behoren namelijk nog altijd tot de twee procent rijkste Nederlandsers. Het is dus zaak alles in perspectief te zien, aangezien je als tandarts nog altijd heel behoorlijk kan leven. Zaken als overheidsbemoeienis en regelcultuur zijn wat dat betreft aannemelijkere redenen. In zo’n geval is het de kunst je dag evenwichtig in te delen, met een aantal ruime afspraken waarbij je de tijd hebt van je vak te kunnen genieten.

Bevlogenheid en passie

Bij het tackelen van een burn-out is het belangrijk goed naar jezelf luisteren: wat geeft je werkelijk voldoening? Daarmee kan je je wapenen tegen bijvoorbeeld het gebrek aan uitdaging of beroepsperspectief. In zo’n geval kan je je horizon verbreden, zowel binnen als buiten je vakgebied. Ga bijvoorbeeld doceren of differentiëren, ontwikkel je op persoonlijk, zakelijk en communicatief vlak. Alles draait daarbij om het hervinden van je plezier in de dingen die je doet. Een specifieke tip is om daarbij niet te lang van de werkvloer te blijven: het buiten de openingstijden behandelen van patiënten van enkele vertrouwde patiënten kan een prima opstap zijn om je werkplezier weer terug te vinden. Geef jezelf ook regelmatig cijfers op diverse gebieden: financiën, werkdruk, de relatie thuis… Blijf vervolgens je bevlogenheid,

enthousiasme en toewijding vasthouden. Bedenk daarvoor wat je energie geeft en koester dat. Wees je bewust van je sterke punten en besteed niet-favoriete taken als bijvoorbeeld administratie uit. Blijf je ontwikkelen en streef een realistisch carrièrepad na, waarbij je zelf, en desnoods met hulp van je omgeving, de regie behoud. Ook is het daarbij van belang op een goede manier met spanning om te gaan, afhankelijk van je eigen persoonskenmerken en de mate waarin je je daarvan bewust bent. Zo bestaan er diverse cursussen gegeven die je leren hoe je effectief met je energie om kan gaan.

Gezond leefpatroon

Slaap genoeg, ontbijt goed, blijf op gewicht, rook niet, drink niet teveel alcohol en zorg voor voldoende lichaamsbeweging. Met beweging wordt een gezonde dagelijkse lichaamsportie beweging bedoeld: fiets naar je werk, loop een ommetje bij de lunch en veeg de vloer eens wat vaker schoon. Daarnaast is het volgens arbeidsdeskundige Joseph Wouters raadzaam je jaar in periodes van zes weken op te delen en deze te beëindigen met een vakantie, lang weekend of studieverlof. Op die manier is de afstand tot vrij zijn altijd redelijk dichtbij, hetgeen kan helpen als je het even niet ziet zitten op je werk.

Regie

Een tandarts die sturing geeft aan de uitoefening van zijn of haar beroep, zich realiseert dat werk niet alles biedt en tijd vrijmaakt voor hobby’s, interesses en passies, zou een tevreden mens moeten zijn. Eventueel kan een coach je daarbij helpen je persoonlijke talenten en motivaties te (her)ontdekken. Wij wensen je in ieder geval een inspirerende en burn-outvrije carrière toe! Bronnen:

Fonds Psychische Gezondheid, voorjaarscongres ‘Conflict: distantiëren of confronteren?’ van de NVvK en VBTGG, 2012. GORTER RC. Opgebrand en uitgeboord? Burn-out in de tandartsenpraktijk; achtergronden en adviezen. BRAKE TE H. Tandarts en burn out. Kansen en bedreigingen in de tandheelkundige praktijk. 1999. GORTER RC. Werkdruk en gezondheid bij tandartsen. 2000.


Samenwerkende Tandartsen vormt een keten van mondzorgcentra en tandheelkundige praktijken in een groot deel van Nederland. Met bijna vijftig vestigingen en ongeveer 180 tandartsen is een schaal bereikt die het mogelijk maakt uitgebreide service te kunnen verlenen aan de individuele tandarts. Jesse Bolle is afgestudeerd in 2005 aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en is drie jaar geleden gaan werken bij Samenwerkende Tandartsen Zwijndrecht. Een prachtige praktijk met vier behandelkamers (met mogelijkheid om naar zeven kamers uit te breiden) en een hecht team van gemotiveerde en enthousiaste collega’s waar hij twee dagen praktiseerde. In iets meer dan een jaar tijd, heeft hij dit uitgebouwd naar vier dagen werken op twee kamers. Zijn werkzaamheden omvatten orthodontie, totale

gebitsrehabilitaties en esthetische tandheelkunde naast de algemene tandheelkunde. Jesse heeft gekozen voor het vak van tandarts omdat zijn eigen ervaring bij de tandarts heel relaxed en rustgevend was. “Toen ik zelf door mijn tandarts begeleid werd tijdens mijn beugeltraject ontdekte ik dat deze combinatie mij erg aantrok. Vanaf dat moment ambieerde ik ook een vak waarin ik op een rustige en vriendelijke manier mensen weer een mooi (en gezond) gebit kon geven.” Na het behalen van zijn diploma heeft hij zich eerst toegelegd op het goed onder de knie krijgen van het merendeel van de behandelmogelijkheden binnen de tandheelkunde. Waarom Samenwerkende Tandartsen? Nadat anderen en ikzelf vonden dat ik in de subdisciplines een behoorlijk niveau kon neerzetten wilde ik me specialiseren in de implantologie. Een specialisme moet je volgens mij met grote regelmaat uitoefenen om er goed in te zijn en daar heb je veel patiënten voor nodig. Dat betekent dus dat je bij een grote praktijk of zelfs een keten moet gaan werken. Samenwerkende

Tandartsen kon mij hier destijds niet in begeleiden zoals ik dat graag wilde. Daardoor zocht ik mijn heil bij een concurrent. Deze kon haar beloftes echter niet waarmaken, en omdat het contact met Samenwerkende Tandartsen ontzettend prettig was geweest, ben ik alsnog met Samenwerkende Tandartsen in zee gegaan. Hoe heb je je ontwikkeld binnen Samenwerkende Tandartsen? In de praktijk zochten ze destijds een Chef de Clinique en een tandarts die op twee kamers kon werken. Dat was precies wat ik zocht; wel voor een keten werken zodat je je niet bezig hoeft te houden met facturatie en dergelijke, maar toch de nodige autonomie om tandheelkunde uit te oefenen, zoals je denkt dat deze kwalitatief zou moeten zijn. In plaats van implantologie ben ik me gaan richten op mijn jeugdliefde binnen de tandheelkunde: ik ben nu tandarts voor orthodontie. Op dit moment doe ik dat twee dagen en mensen zijn blij dat het in deze praktijk kan. Recentelijk ben ik ook regiotandarts geworden, waardoor ik nu nog meer tandartsen mag begeleiden dan degenen waar ik nu mee samenwerk in de praktijk.

De voor- en nadelen van werken voor een tandartsketen Je kunnen focussen op dat waar je goed in bent, namelijk tandheelkunde en niet op de randzaken zoals personeelszaken, het werven van patiënten, financieringen geregeld krijgen, etc. Op een moderne manier samenwerken in een team met taakdelegatie, protocollen en A-merk materialen. Keerzijde is dat als je plannen of ideeën hebt voor de praktijk, je soms eerst moet overleggen. Tevens draag je een stukje inkomsten af voor het gemak dat je ervoor terugkrijgt. Tips Als je net bent afgestudeerd dan is werken bij Samenwerkende Tandartsen een mooie start van je carrière. Tijdens je opleiding heb je voldoende bagage meegekregen om tandheelkunde te beoefenen. Om hier goed in te worden is het fijn om te kunnen spiegelen met een senior die je wil coachen/begeleiden. In de praktijk gaan dingen soms toch net iets anders dan je geleerd hebt en is het fijn om te kunnen sparren met collega's over hoe je behandelingen of onderdelen daarvan het beste kunt aanpakken.


Een inspirerende werkomgeving Speciaal voor Start! zijn wij op zoek gegaan naar inspirerende werkomgevingen. Één praktijk in het oosten van het land sprong vanwege zijn bijzonder concept in het oog. Deze pedodontiepraktijk in Waalsprong is, mede dankzij haar unieke inrichting en werkwijze, genomineerd voor tandartspraktijk van het jaar. Als onderdeel van twee succesvolle vestigingen, werd deze praktijk enkele jaren geleden in een nieuw jasje gestoken met hulp van Dentalair, en omgebouwd tot een waar ‘vliegveld’. Het bijzondere idee hierachter is afkomstig van kindertandarts en eigenaar Dr. Lutz Dähne.

Start! 54

Naam: Lutz Dähne
 Leeftijd: 47 jaar
 Functie: Kindertandarts/ praktijkeigenaar
 Praktijken: Jeugdtandarts Waalsprong/Jeugdtandarts Beuningen
 Afgestudeerd aan: Westfälische Wilhelms-Universität Münster in Duitsland

Wist u altijd al dat u tandarts wilde worden?

‘’Nee, integendeel: van jongs af aan wilde ik altijd al piloot worden. Echter waren er, na het afronden van mijn middelbare school, problemen met de vliegmaatschappij waardoor zij geen

mensen aannamen. Toen koos ik ervoor om Tandheelkunde te gaan studeren. Toen ik dit bijna had afgerond, werd ik weer benaderd of ik nog geïnteresseerd was, maar toen was ik al zo ver dat ik besloot door te gaan voor tandarts.’’

Wanneer bent u in de kindertandheelkunde terecht gekomen?

‘’Na mijn afstuderen ben ik nog een aantal jaar blijven werken op de universiteit bij de afdeling conserverende tandheelkunde, waar ik ben gepromoveerd. Deze afdeling omvat de restauratieve tandheelkunde, parodontologie, endodontologie en kindertandheelkunde. In deze periode is de affiniteit met het


behandelen van kinderen ontstaan. Verder heeft de gerenommeerd Nederlandse kindertandarts Frans Frankenmolen (1949-2013) een grote rol gespeeld in mijn loopbaan binnen de pedodontie. In zijn boek 'Ik breek door: gids voor het kindergebit (2003)' staan veel praktische tips en tricks die hij mij destijds ook heeft geleerd met betrekking tot het behandelen van kinderen. Dit boek is daarom ook zeker een aanrader voor jonge tandartsen die het leuk vinden kinderen te behandelen.’’

Hoe is dit praktijkconcept ontstaan?

‘’Iedere praktijk wil een beeld of kwaliteit uitstralen: bijvoorbeeld dat zij de meest steriele praktijk zijn, wat dan weerspiegelt in hun werkwijze en ontwerp. Maar omdat het behandelen van kinderen een hele andere tak van sport is, werkt zo'n concept voor hen niet. Het beeld van 'strak, wit en schoon' spreekt kinderen niet aan. Zij hebben afleiding nodig, zodat ze eigenlijk vergeten dat ze bij de tandarts zitten en het bezoek aan mijn praktijk als iets leuks ervaren. Over het thema van de praktijk: ondanks dat ik geen piloot ben geworden, is mijn passie voor de lucht wel gebleven. Zo was ik

" Het beeld van 'strak, wit en schoon' spreekt kinderen niet aan. Zij hebben afleiding nodig, zodat ze eigenlijk vergeten dat ze bij de tandarts zitten en het bezoek aan mijn praktijk als iets leuks ervaren."

vroeger zweefvlieger, en ben ik op dit moment luchtballonvaarder. Een praktijk in de vorm van een vliegveld was een mooie combinatie van mijn twee passies.’’

Kun u wat meer vertellen over uw behandelwijze? ‘’Wij zijn een hele 'open' praktijk: alle behandelstoelen bevinden zich in een open ruimte, en er zijn geen afgesloten behandelkamers. Wij willen de kinderen hiermee duidelijk maken dat wij geen geheimen hebben; wij leggen ook alles wat wij doen aan hen uit. Zoals Frans altijd zei: 'Kindertandheelkunde is 90% lullen en 10% vullen' en dat is helemaal waar. Wij gebruiken ook een speciaal kinderjargon: we noemen de boor bijvoorbeeld een douche en de afzuiger een stofzuiger. Zo leg je in simpele, kinderlijke taal uit wat je gaat doen op een manier die voor de patiëntjes niet eng klinkt en goed te begrijpen is.’’

Over het belang van personeel gesproken: kunt u uw huidige team omschrijven?

‘’Wij hebben op dit moment ongeveer 35 medewerkers, bestaande uit tandartsen, mondhygiënisten en assistenten. De laatste twee leiden wij zelf ook op in de praktijk. Zo kunnen mondhygiënisten en assistenten in opleiding, die affiniteit hebben met kinderen, stage bij ons lopen. Sommigen van hen blijven dan ook bij ons werken omdat zij het hier zo leuk vinden. Er zijn zelfs enkele oudpatiënten bij ons werkzaam: die hebben toen ze klein waren zo'n goede indruk gekregen dat zij zelf deel wilden uitmaken van de praktijk en het team! En de samenwerking binnen het team is heel belangrijk. Bij het behandelen van kinderen is four-handed dentistry noodzakelijk, want het vermindert de behandeltijd. En dus de kans dat het kind zijn geduld en rust verliest. Ook maken de assistenten altijd deel van het gesprek uit met de kinderen: hun betrokkenheid bij de behandeling is daarom ook groot.’’

Wat voor reacties hebben jullie verder ontvangen op de praktijk? ‘’We hebben enorm veel positieve

feedback ontvangen van zowel patiënten als collega's. Veel ouders zeggen na hun bezoek dat als zij jong waren geweest, zij zelf ook patiënt bij ons hadden willen zijn. Voor collega's is het ook belangrijk dat zij een goede indruk van ons hebben, want wij zijn natuurlijk ook een verwijspraktijk. Als wij patiënten aannemen is dat nooit alleen voor een enkele behandeling, dus het is voor de verwijzers fijn dat ze weten dat hun patiënten in goede handen zullen zijn.’’

Zijn er verder dromen die je graag zou realiseren? ‘’Niet echt! Ik heb vijf dochters, twee goedlopende praktijken en een luchtballon: ik ben eigenlijk heel gelukkig. Ik zou nog graag een flinke tijd door willen werken, maar wil aan de andere kant ook wel langzaamaan beginnen het stokje over te dragen. ‘’

" Ik heb vijf dochters, twee goedlopende praktijken en een luchtballon: ik ben eigenlijk heel gelukkig." Tenslotte, heb je nog tips voor tandartsen bij het behandelen van kinderen?

‘’Heb geduld bij het behandelen van kinderen, en probeer niet meteen de mond in te duiken. Als je het niet goed aanpakt kan het behandelen van kinderen een nare ervaring worden. Dit maakt de tandarts soms banger voor het kind dan andersom!’’ Bij Jeugdtandarts zijn ze altijd op zoek naar enthousiaste collega's! De twee vestigingen bevatten samen tien behandelstoelen en zijn 5-6 dagen in de week open. Kijk voor meer informatie op https://www.jeugdtandarts.nl/ en volg hen op Facebook!

Start! 55


Een nieuwe auto

Eenmaal afgestudeerd wordt de fiets vaak verruild voor een auto. Je zal immers toch naar je werk moeten komen iedere dag, liefst onbezweet. Je kan daarbij kiezen om de auto privé of zakelijk aan te schaffen. Hoe dat werkt lees je hier!

Start! 56

Een auto op de zaak

Als je als zzp'er een auto op de zaak zet mag je alle kosten, inclusief afschrijvingen en financieringslasten, zakelijk aftrekken. Dit betekent dat je die kosten in mindering mag brengen op de winst vanuit je bedrijf. Hierdoor betaal je minder belasting. Voor je zakelijke auto betaal je een bijtelling voor de inkomstenbelasting. Die bijtelling bedraagt een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Dit percentage kan variëren (14%, 20% of 25%, afhankelijk van de CO2-uitstoot). Het bedrag van de bijtelling (percentage x cataloguswaarde) wordt opgeteld bij jouw inkomen als zzp'er. Daarover betaal je dus inkomstenbelasting.

Bijvoorbeeld

Laten we voor het gemak eens aannemen dat je nieuwe auto een cataloguswaarde heeft van

€30.000,- inclusief btw en bpm (belasting van personenauto’s en motorrijwielen). De bijtelling bedraagt dan 25% over € 30.000,- = € 7.500,-

Bijtelling voor privégebruik auto

Als je de zakelijke auto ook privé rijdt, wat heel waarschijnlijk is, moet je eenmaal per jaar een btw-bijtelling doen bij de btw-aangifte. Je betaalt btw over het werkelijke privégebruik van de auto. Hiervoor moet je een sluitende kilometeradministratie bijhouden. Op basis daarvan wordt de verhouding bepaald tussen het zakelijk gebruik en het privégebruik. Wanneer je geen sluitende kilometeradministratie bijhoudt, dan kun je ervoor kiezen om het privégebruik vast te stellen op 2,7% (na vier jaar 1,5%) van de catalogusprijs van de auto (incl. btw en bpm). De btw voor privégebruik die je jaarlijks afdraagt is in dit geval 2,7% (na vier jaar 1,5%) van de catalogusprijs van de auto.


Youngtimer

Mijn auto is ouder dan vijftien jaar. Hoe werkt de bijtelling dan? Auto’s van vijftien jaar of ouder kennen een afwijkende bijtellingsregeling. Per jaar moet je 35% van de dagwaarde optellen bij je inkomen. Dus niet de catalogusprijs, maar de dagwaarde. Een voorbeeld: en nieuwe Audi A6 Avant kost pakweg €60.000,-. 25% van de catalogusprijs voor het privégebruik: €15.000,- met een afschrijving van €8.000,-. Als we de overige kosten even buiten beschouwing laten, blijft er dus €7.000,- bijtelling over. Of je kan een Audi A6 uit 1999 kopen. Een luxe-uitvoering met 150.000 kilometer op de teller, met de onderhoudsboekjes erbij. Kosten: €6.000,-. De bijtelling bedraagt dan 35% over die dagwaarde, dus €2.100,- in het eerste jaar. Afschrijving: ongeveer €1.000,- per jaar. Dan blijft er dus €1.100,- aan bijtelling over, een verschil van bijna €6.000,Stel dat je dan in de hoogste belastingschijf valt, dan is het fiscaal voordeel ruim €3.000,- in het eerste jaar. En door de dagwaarde neemt de bijtelling voor je youngtimer elk jaar af. Met elke dag en elke kilometer gaat de dagwaarde omlaag.

Hoe werkt afschrijven?

Als je zakelijk een auto koopt voor bijvoorbeeld € 25.000,- mag je dit bedrag niet in het jaar van aanschaf in één keer van je winst aftrekken. In plaats daarvan moet je de auto als een bezit op je balans boeken. Elk jaar mag je een stukje van het aanschafbedrag in mindering brengen op je winst. We noemen dit afschrijven. Afschrijven gebeurt meestal in vijf jaar. We schrijven de auto niet helemaal af tot een waarde van nul, maar we houden rekening met een restwaarde. Bijvoorbeeld 10% van de aanschafwaarde. Je mag dus per jaar maar € 4.500,- als kosten boeken in plaats van in één keer de volledige aanschaf van €25.000,-

Een auto privé

Zijn je werkelijke autokosten lager dan de bijtelling, dan is het in veel gevallen interessanter om de auto privé te rijden en €0,19 per zakelijk gereden kilometer op te voeren als zakelijke kosten. Met name bij auto's ouder dan twee jaar en jonger dan vijftien jaar wil dit nog weleens voordeliger zijn. Als je auto privé wordt gehouden maar ook voor zakelijke ritten gebruikt wordt, dan geldt het volgende:

" Met name bij auto's ouder dan twee jaar en jonger dan vijftien jaar wil dit nog weleens voordeliger zijn."

" Zijn je werkelijke autokosten lager dan de bijtelling, dan is het in veel gevallen interessanter om de auto privé te rijden." Je kunt geen btw aftrekken bij de aankoop. Wel mag je de btw op onderhouds-, reparatie- en gebruikskosten aftrekken, voor zover je de auto voor de onderneming gebruikt. Ga daarbij uit van de verhouding tussen het aantal zakelijke kilometers en het aantal verreden kilometers op jaarbasis. Houd er wel rekening mee dat alleen het deel dat je gebruikt voor belaste omzet aftrekbaar is. Voorbeeld 1 Je rijdt per jaar 10.000 kilometer waarvan zakelijk 9.000 kilometer en de ritten zijn geregistreerd, dan mag je 90% van de btw op brandstof en onderhoud terugvorderen. Voorbeeld 2 Je rijdt per jaar 10.000 kilometer waarvan zakelijk 2.000 kilometer en de ritten zijn geregistreerd, dan mag je 20% van de btw op brandstof en onderhoud terugvorderen. Houd je een rittenregistratie bij, dan mag je ook €0,19 per kilometer als kosten in je bedrijf opvoeren voor elke gereden kilometer. Je kunt zelf berekenen wat voor jou het voordeligste is: dat is onder andere afhankelijk van welke brandstof je auto gebruikt, wat je wegenbelasting en verzekeringen kosten en hoeveel onderhoud je hebt.

Start! 57


Flitscursus mondfotografie We gebruiken steeds meer digitale foto’s voor het opstellen van een behandelplan, communicatie met het lab, casuspresentaties of vergelijkingsmateriaal voor onze patiënten. We helpen je snel op weg voor wat betreft de meest gebruikte foto’s!

Je hebt nodig:

De camera: een spiegelreflexcamera, een 100 mm macrolens en een ringflitser Hulpmiddelen: mondspiegels en retractors (lip/wanghaken) Optioneel: contrastor, spiegelverwarmer, twinflitser of andere flitsset

Portretfoto

Camerainstellingen Intraoraal Portret Diafragma: f22 Diafragma: f8 Sluitertijd:1/200 Sluitertijd: 1/200 ISO: 200 ISO: 200

Tips: je werkafstand is ongeveer 1,5 meter. Houd de lens op gelijke hoogte met het hoofd. Zorg dat je Frankfurter Horizontale ook horizontaal loopt. Stel scherp op de ogen en verwijder eventueel brillen, piercings of make-up.

Start! 58


Close up mond

Tips: stel scherp op de hoektanden. Gebruik de grootst mogelijke retractor. Verwijder speeksel. Zet de mediaanlijn in het verticale midden.

Oblique Lateraal

Gebruik spitse retractoren. Trek de retractor zover mogelijk naar de oren. Zet het diepste punt gelijk aan het vlak van occlusie. Plaats het vlak van occlusie in het horizontale midden.

Occlusaal

Tips: gebruik een lipretractor. Gebruik de grootst mogelijke spiegel. Werk met een verwarmde spiegel. Plaats de spiegel en lipretractor evenwijdig aan het vlak van occlusie. Houd indien mogelijk de tong achter de spiegel. Plaats de incisale rand loodrecht op de foto. Stel scherp op het occlusale vlak. Vergeet de foto niet horizontaal te draaien bij het monteren.

Contrastor en kleursleutel

Tips: gebruik retractoren. Zet de incisale randen tegen elkaar. Zet de kleurnaam zichtbaar op de foto. Stel scherp op het labiale vlak. Meer weten? Kijk dan eens op de website van Daan van Oort voor artikelen en cursussen op het gebied van mondfotografie. www.dvotografie.nl

Start! 59


Kijk en vergelijk: endosystemen Hoewel het doel van alle endosystemen gelijk is, namelijk een kanaal zo vormgeven zodat je het goed kan spoelen en het erna opvullen, doen verschillende systemen dat op een andere manier. Waar je als student op elke faculteit vaak met slechts één systeem in aanraking komt, zul je op de markt veel meer systemen tegenkomen. Dit artikel heeft als doel een tipje van de sluier te lichten over de verscheidene systemen op de markt. Maar voordat je verwacht dat wij hier hét allerbeste endosysteem gaan aanwijzen... elk systeem heeft zijn voor- en nadelen, het beste systeem is degene waarmee jij zelf het beste kans werken en aan gewend bent (geraakt)!

Start! 60

Reciproke en roterende systemen

Om te beginnen met de preparatie, zijn er in grote lijnen twee zaken waar je aan moet denken bij het uitzoeken van je systeem: wil ik een reciprook of roterend systeem? En wil ik actieve of passieve vijlen? Roterende systemen draaien rond in één richting en reciproke systemen wisselen telkens van richting, bijvoorbeeld: driekwart rechtsom, kwart linksom, driekwarts rechtsom, kwart linksom etc. Iedere fabrikant gebruikt hiervoor een eigen bepaald aantal graden dat eerst de ene kant uit moet worden gedraaid en dan de andere, maar het principe blijft gelijk. Beide systemen dienen vanzelfsprekend met minimale druk te worden gebruikt en de endodontische opening en kanaalingangen dienen ook natuurlijk zo te zijn vormgegeven dat de vijlen spanningsvrij de kanalen in kunnen.

Het voordeel van het reciproke systeem is dat het beter de kanaalvormen volgt en zo minder invasief is, echter zorgt een roterend systeem dat een kanaal meer wordt rechtgetrokken waardoor het vullen eenvoudiger wordt. Voor beide valt iets te zeggen, de literatuur heeft nog geen onbetwiste winnaar gevonden, wel is het zo dat het naast elkaar gebruiken van de verschillende systemen wellicht voor de behandelaar de beste resultaten kan bieden. Zo zijn roterende instrumenten erg geschikt om kanaalingangen te verbreden, en zo het glijpad voor de reciproke vijlen te verbeteren om richting apicaal de kanaalvorm meer te respecteren.

Actieve en passieve vijlen

Wederom is het hier aan te raden om beide soorten naast elkaar te gebruiken voor andere indicatiegebieden. Een actieve vijl heeft een slijpende punt, deze is erg geschikt voor kanalen met obliteraties of obstakels, omdat deze


Meest voorkomende redenen voor instrumentbreuk:

• Roteren met een te hoge snelheid • Inbrengen van de vijl met een te hoge druk • Niet houden aan de vijlvolgorde die door de fabrikant is aanbevolen • Te veel gebruiken van een vijl vijlen obliteraties of obstakels eenvoudig kunnen verwijderen. Doordat de punt slijpend is, zijn deze vijlen erg effectief en kunnen behandelingen worden versneld. Echter kunnen deze vijlen - indien foutief gebruikt - ook voor een fausse route en dus voor complicaties zorgen, die de behandeling weer bemoeilijken en waarschijnlijk ook verlengen. Passieve vijlen hebben een punt die niet slijpend is, dit zorgt ervoor dat ze minder snel bij een ledge of kromming ‘uit de bocht vliegen’, echter zorgt het er wel voor dat het vijlen iets langer duurt omdat deze iets minder effectief vijlt. In zijn algemeenheid is te stellen dat passieve vijlen het veiligst zijn, maar ook zorgen voor een langere behandelduur dan actieve vijlen, indien de systemen op de juiste manier worden gebruikt.

Verschillende vultechieken

Waar veel universiteiten werken met koude laterale condensatie, zweren vele algemeen practici bij andere technieken: wat moet je weten over de verschillende technieken voor ze toe te passen? Ten eerste zijn tussen de technieken wel verschillen in hechting en mogelijke microlekkage, echter zijn bij juist gebruik de verschillen klein en kan worden bediscussieerd of deze kleine verschillen daadwerkelijk de oorzaak zijn van een herinfectie of dat bijvoorbeeld onvoldoende spoelen, een gemist kanaal of een falende restauratie daar eerder voor aansprakelijk gehouden kan worden.

Zo worden met bekritiseerde technieken ook al jaren goede resultaten bereikt, en geven verschillende onderzoeken ook veel verschillende resultaten weer. Praktische toepassing meest voorkomende technieken

Single cone techniek

Bij deze techniek gebruik je één passende stift en vul je de rest van het kanaal op met cement. De stiften worden eigenlijk altijd gebruikt met het bijbehorende vijlsysteem, omdat de hoofdstiften moeten corresponderen met een bepaalde kanaalvorm. Echter is de dikte van de stift vaak in mesio-distale richting juist, maar in bucco-linguale richting niet helemaal juist waardoor een grotere stift pas echt goed past. Bij dit systeem moet je dus altijd goed op blijven letten of de stift voldoende retentie heeft en je niet té veel cement moet gebruiken om het kanaal voldoende te sluiten! De techniek is snel en eenvoudig, maar je moet blijven kijken en nadenken.

Warme verticale condensatie

Hier wordt de hoofdstift voorgesmeerd met cement en in het kanaal geplaatst, vervolgens wordt het met een verhit instrument plastisch gemaakt om daarna met koude ‘pluggers’ de zachte gutta percha naar apicaal en lateraal te drukken. Daarna doet men dit ook met secundaire stiften tot het kanaal voldoende is gevuld. Er is zeer weinig microlekkage, maar er is een iets grotere kans op overvulling en doorpersing.

Obturators/draagstifttechniek

Met deze techniek breng je de verwarmde guttapercha door middel van een draagstift in een met cement gevuld kanaal, en laat je de draagstift ook zitten door het coronale

deel ervan af te breken. Het voordeel van deze techniek is dat het erg snel is, echter is er meer kans op doorpersen, kan de gutta percha afstropen bij krommingen en is het uitvoeren van een herbehandeling complexer als er een draagstift in het kanaal zit. Het is een goede techniek voor rechte kanalen die goed conisch geprepareerd kunnen worden en waar geen verdere problemen worden verwacht.

Uiteindelijk blijven we bij ons standpunt in het begin van het artikel: het panacee is nog niet gevonden, elk systeem heeft zijn voor- en nadelen en het beste systeem is dat systeem waarmee jij zelf het beste kans werken en aan gewend bent. Laat dit echter niet doorslaan door angstvallig vast te klampen aan het systeem dat je toevallig op de universiteit hebt geleerd, en blijf verder kijken dan je neus lang is. Mocht je interesse hebben in meer informatie over verschillende technieken kan je altijd contact opnemen met de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (http:// nvve.com) of zoek een cursus bij het KRT (https://tandartsregister.nl/ tandartsen/)

Systemen gebruikt op de Nederlandse universiteiten: ACTA Amsterdam: VDW.GOLD Reciproc (VDW Dental) Rijksuniversiteit Groningen: WaveOne Gold (Dentsply Sirona) Radboud Universiteit Nijmegen: WaveOne Gold (Dentsply Sirona)

Start! 61


Praktijk gesloten? Wie zorgt er voor mijn patiënten?

Je eerste werkdag zit er straks op. Afsluiten en naar huis. Maar de zorg voor je patiënten loopt 24 uur per dag door. Wie zorgt er op dat moment voor je patiënten? Het Tandarts Bemiddelingsbureau (TBB) organiseert al meer dan dertig jaar de spoeddienst voor veel tandartsen in Nederland. Hoe werkt dat nou eigenlijk?

Start! 62

Zorg loopt 24 uur per dag door

Wist je dat van de 168 uren in een week, er ruim 123 buiten reguliere praktijkuren vallen? Als tandarts ben je verantwoordelijk dat patiënten ook tijdens deze uren hulp kunnen krijgen als dat nodig is. Om te voorkomen dat je 24 uur per dag bereikbaar en paraat hoeft te staan, wordt deze verantwoordelijkheid meestal gedeeld met collega tandartsen uit de ‘kring’. Iedere tandarts uit de kring draait eens in de zoveel tijd een dienst. Heb jij een keer dienst, dan ben je tijdens avond-, nacht- en weekenduren verantwoordelijk om hulp buiten praktijkuren te bieden als dat nodig is. Op dat moment ben je in principe verantwoordelijk voor alle patiënten binnen de kring.

Met name in een aantal grotere steden wordt er ook gebruik gemaakt van spoedposten. Patiënten kunnen dan in geval van spoed geholpen worden op een spoedpost.

Wanneer is iets een spoedgeval?

Wanneer je dienst hebt komt je allerlei verschillende situaties tegen. Van tandletsel na een ongeval, abcessen in combinatie met koorts en slikklachten, tot aan heftige pijnklachten of een uitgevallen vulling. Maar wanneer is iets nou spoed? In principe maken we onderscheid tussen drie hoofdcategorieën: (1) evidente spoed (trauma, een heftige nabloeding, abcessen i.c.m. koorts en


slikklachten/ademhalingsproblemen), (2) pijnklachten en (3) geen spoed. In geval van evidente spoedgevallen is snelle hulp noodzakelijk, ongeacht het tijdstip of de situatie. In geval van pijnklachten is de ernst van de pijn uiteraard belangrijk en soms gaan er ook andere factoren meespelen: hoe laat belt iemand? Op wat voor termijn kan de patiënt op een regulier spreekuur terecht? Zijn er andere redenen waardoor een ogenschijnlijk onschuldige situatie toch snelle hulp behoeft? Wat doe je bijvoorbeeld als iemand een klein stukje van een voortand afbreekt, maar de volgende ochtend gaat trouwen? Door goed te vragen wat er aan de hand is, bepaal je wat voor hulp je de patiënt gaat bieden.

Wat moet ik tijdens mijn spoeddienst doen?

" Wat doe je bijvoorbeeld als iemand een klein stukje van een voortand afbreekt, maar de volgende ochtend gaat trouwen? "

Tijdens je dienst moet je uiteraard bereikbaar en snel op de praktijk kunnen zijn. Als je een behandeling uitvoert mag je geen vervolgbehandelingen aanbieden of een patiënt overnemen van een collega. Na de behandeling maak je een behandelverslag voor de eigen tandarts van de patiënt.

Hoe zorg ik ervoor dat mijn dienst zo goed als mogelijk verloopt?

Een spoeddienst draaien kan een uitdagende aanvulling op je dagelijkse praktijkvoering zijn, maar kan ook als een belastende en stressvolle periode worden ervaren. Patiënten kunnen bijvoorbeeld midden in de nacht bellen, om te vragen wat ze moeten doen als een vulling is uitgevallen. Ook kunnen patiënten soms zeer onredelijk zijn en te hoge verwachtingen hebben over wat mogelijk

"Patiënten kunnen bijvoorbeeld midden in de nacht bellen, om te vragen wat ze moeten doen als een vulling is uitgevallen." is. In geval van pijnklachten is dat niet altijd onbegrijpelijk, maar het managen van verwachtingen is daardoor belangrijk. Door je dienst goed te organiseren voorkom je onnodige werkdruk. Het Tandarts Bemiddelingsbureau kan je hierbij helpen. Met een eigen meldkamer en ervaren triagemedewerkers vangt het TBB de patiënten in eerste instantie op en filtert de spoedeisende- van de niet spoedeisende hulpvragen. Op die manier kun jij je focussen op je vak en het bieden van hulp.

Meer weten?

Wil je meer weten over spoeddiensten of heb je hulp nodig bij het organiseren van je spoeddienst? Neemt contact op met het TBB of kijk op tandartsbemiddelingsbureau.nl. Wist je dat van de 168 uren in een week ruim 123 buiten reguliere praktijkuren vallen?

Start! 63


Ouderenzorg Ouderen zullen in de toekomst de grootste afnemers van mondzorg zijn; in 2020 is een kwart van de Nederlanders ouder dan 65 jaar! De Nederlandse bevolking vergrijst door een afnemend aantal jongeren en een toenemend aantal ouderen. De vergrijzing kenmerkt zich door een grote toename van de alleroudsten. Ongeveer 700.000 Nederlanders zijn momenteel tachtig jaar of ouder. Tweederde van deze hoogbejaarden bestaat uit vrouwen, omdat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen. De levensverwachting bij geboorte van vrouwen was in 2014 83,3 jaar, bijna vier jaar meer dan die van mannen. De levensverwachting neemt nog steeds toe. Het gemiddeld aantal jaren dat een pasgeborene zal leven, is in de afgelopen honderd jaar met 25 jaar toegenomen. De levensverwachting bij geboorte wordt vaak geïnterpreteerd als de gemiddelde levensduur van een pasgeboren kind. Maar de levensverwachting is alleen gelijk aan de gemiddelde te verwachten levensduur van een pasgeborene, als de sterftecijfers de komende honderd jaar niet veranderen. En dat is geen reële veronderstelling. De sterftecijfers vertonen al zo'n anderhalve eeuw een daling en er is geen reden om aan te nemen dat daar een einde aan zal komen. Pasgeboren baby's zullen dan beduidend langer leven dan de levensverwachting van dit moment. De kans dat een meisje honderd jaar zal worden is nu 50%, voor een jongen is dat 30%. Een goede mondgezondheid op oudere leeftijd begint bij de jeugd en is gedurende het hele leven van groot belang. Preventie moet voorop staan. In het algemeen kan worden gezegd dat alle tandheelkundige interventies en preventie gericht dienen te zijn op het behoud van goede mondfuncties, en de daaraan gerelateerde kwaliteit van leven gedurende de hele levensloop.

Start! 64

Tandartsen krijgen steeds meer te maken met ouderen die tot op hoge leeftijd hun gebitselementen willen behouden. Mondzorgverleners hebben hiervoor meer behandelmogelijkheden dan vroeger en besteden meer aandacht aan preventie. Toch vormt het levensloopbestendig maken van het ouder wordende gebit een hele uitdaging, omdat veel ouderen ten gevolge van tandheelkundige behandelingen gedurende het leven een complexe gebitssituatie hebben verkregen. De algemene gezondheid, cognitie, het psychisch welbevinden en de kwetsbaarheid van ouderen verschillen sterk en zijn van buitenaf niet goed te interpreteren. De achteruitgang in gezondheid gaat vaak geleidelijk en springt daardoor niet meteen in het oog. Mondzorgverleners zullen moeten leren kwetsbaarheid te herkennen en ouderen in te delen naar de mate van die kwetsbaarheid. Een bruikbare methodiek is onderscheid te maken in ‘vitale’, ‘kwetsbare’ en ‘zorgafhankelijke ouderen met een complexe gezondheid’. Vitale ouderen zijn qua behandelbaarheid vergelijkbaar met jongvolwassenen. Kwetsbare ouderen zijn veelal bekend met multimorbiditeit, polyfarmacie en kwetsbaarheid. Zij dienen behandeld te worden op basis van een integraal, multidisciplinair zorg(leef)plan, ook indien ze thuiswonend zijn. Samenwerken in allerlei (multidisciplinaire) samenwerkingsverbanden is daarbij een vereiste. Ouderen met een complexe gezondheidssituatie zijn zorgafhankelijk en hebben meerdere chronische ziekten. Door accumulatie van verschillende problemen kan in een relatief korte periode de mondgezondheid ernstig worden bedreigd. Bij kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen is het lastig om tot behandelkeuzes te komen, dit vergt extra kennis. De mondzorgverlener

die ouderen behandelt dient kennis te hebben van de medisch-fysieke aspecten van veroudering, effecten van medicatiegebruik in de mond, het verschil tussen normale veroudering en ziekten en het verloop van veel voorkomende ziektebeelden bij ouderen, zoals dementie. Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie (NVGd) Dr. W.J. Klüter

Aandachtspunten waar een tandarts op moet letten bij een oudere patiënt • Zorgverlenen aan ouderen begint bij kennis en inzicht. Nascholing om met deze problematiek vertrouwd te raken wordt sterk aanbevolen. • Ouderenzorg is care in plaats van cure: technische hoogstandjes worden niet gevraagd, terughoudendheid is het devies. Wanneer er restauratief werk gedaan moet worden, is het verstandig dit te relateren aan de levensverwachting. • Er kunnen omstandigheden zijn waardoor ouderen niet meer naar de praktijk komen. De assistente kan dit monitoren, en contact opnemen om na te gaan wat er aan de hand is. Het vastleggen van contactgegevens van familie, mantelzorgers en de huisarts is hierbij nuttig. • De groep ouderen vormt straks een aanzienlijk deel van patiëntengroep, wees je hiervan bewust en houd bij de praktijkinrichting rekening met de toegankelijkheid voor ouderen (zie KNMT Praktijkwijzer ‘Zorg aan ouderen in de algemene mondzorgpraktijk’). • Het faciliteren van een bezoek aan huis zal in de toekomst tot de normale dienstverlening van een mondzorgpraktijk behoren. • De ouderenzorg is bij uitstek geschikt voor het samenwerken in (multidisciplinair) teamverband.


Esthetiek en perfectie tot in het kleinste detail Frontrestauratie door Hein de Kloet en Dr. Ghazal Khashayar De patiënt in deze casus wilde de vullingen in het front laten vervangen en de overgang van teruggetrokken tandvlees naar tand minimaliseren. 1

2 Allereerst werd er gebruik gemaakt van de Venus Pearl kleurenring om kleur te bepalen. Groot voordeel van de Venus Pearl kleurenring is dat deze gemaakt is van echt composiet na uitharding. What you see is what you get! (fig. 3) Vervolgens is er een proefopbouw gemaakt

3

4

door de composiet zonder bonding in de gewenste dikte aan te brengen en uit te harden. Laat de patiënt mee beoordelen over het kleurresultaat om zeker te zijn dat hij/zij tevreden is. (fig. 4) Nadat de definitieve kleur bepaald is, wordt cofferdam aangebracht en worden de oude vullingen verwijderd. (fig. 5)

5

6

Kleuradaptatie Na de bondingfase wordt Venus Pearl composiet van Heraeus Kulzer in laagjes van max. 2 mm aangebracht. (fig. 6) Om de labiale vullingen te restaureren wordt de cofferdam verwijderd en een matrixbandje

7

8

aangebracht. (fig. 7) Vervolgens wordt met slechts 2 kleuren (Venus Pearl A2 en A3) een prachtig resultaat bereikt. (fig. 8) De kleuradaptatie van Venus Pearl composiet is perfect. (fig. 9) Om de vullingen mooi glanzend te krijgen, worden deze hoogglans gepolijst. Door de ultrafijne vulstofpartikels van de composiet is het polijstresultaat

9

10

vergelijkbaar met natuurlijk glazuur! (fig. 10)

Meer informatie over Venus® Pearl: Heraeus Kulzer Benelux B.V. T +31 23 543 42 50 info-benelux@kulzer-dental.com kulzer.com

Start! 65


Kleine chirurgische ingrepen Extraheren! Durf jij het aan?! Binnen je opleiding heb je zeker al eens te maken gehad met het verwijderen van elementen. Daar waar de boor niet meer van pas komt, sta je met hevel en tang in de hand. Je bent bevoegd, maar ook bekwaam? En wanneer stuur je door naar een specialist? Extraheren lijkt lastig, en is natuurlijk een vak apart. Maar met wat simpele tips en tricks en natuurlijk ervaring kun je het leren. Medische voorgeschiedenis, praktijkinrichting en instrumentarium • Voer een goede anamnese uit Wees nauwkeurig in het uitvragen van de medische voorgeschiedenis van je patiënt. Hierbij zijn bijvoorbeeld het gebruik van anticoagulantia en bisfosfanaten erg belangrijk. • Wat moet je hebben in je praktijk voor een extractie? • Het liefst voer je een behandeling zo steriel mogelijk uit door gebruik te maken van steriele doeken, chirurgische kleding en instrumenten. En zeker bij een gedifferentiëerde praktijk is extra apparatuur nodig als chirurgische micromotoren. Absolute indicatie tot verwijdering De tandheelkunde anno nu, is helaas een vak waar per probleem op patiëntniveau wordt

Start! 66

gezocht naar oplossingen. Een algemeen geldend protocol is dus lastig op te stellen. Enkele absolute indicaties voor een M3 verwijdering geven gelukkig wel houvast als algemeen geldende standaard. Zo kunnen de volgende pathologieën een indicatie zijn voor het verwijderen van elementen: • (Pseudo) pericoronitis • Pockets mesiaal M3 • Abces • Cariës • Parodontale schade M2 • Cyste, ameloblastoom en tumoren

Zelf behandelen

Natuurlijk is iedere mond anders, maar grofweg zijn stappen te beschrijven in het verwijderen van verstandskiezen. Natuurlijk is de situatie besproken met de patiënt, ken je de medische anamnese en is de patiënt op de hoogte van de nabezwaren en risiso’s. Bij het verwjideren van een eenvoudige M3 in de onderkaak wordt na een mandibulair blok en infiltratie anesthesie een incisie gemaakt (zie afbeelding). Het mucoperiost wordt afgeschoven en buccaal wordt bot verwijderd totdat de furcatie zichtbaar is. Het bot wordt verder buccaal verlaagd en met een vlaghevel in de bifurcatie, of in een holletje in de mesiale wortel, wordt het element verwijderd. Scherpe botranden worden afgewerkt, de alveole wordt gespoeld en de wond wordt gesloten met enkele oplosbare hechtdraden. De mesiaal gekipte M3 is een stuk lastiger, waarbij het element vaak verticaal gesplist moet worden.

De distaal gekipte M3 kun je het beste doorsturen naar een specialist.

Wanneer doorsturen

Vaak kan je aan de hand van een OPT of solo van het element zien of het een eenvoudige of juist lastige extractie gaat worden. Ga het jezelf niet moeilijk maken en stuur lastige extracties gewoon door naar een specialist. Enkele voorbeelden hiervan zijn de horizontaal geimpacteerde M3 inferior, de geimpacteerde M3 superior, de distaal gekipte M3 inferior, een nauwe relatie met de sinus maxillaris of een nauwe relatie met de nervus alveolaris inferior (waarbij tevens een coronectomie kan worden overwogen). Ook wanneer elementen gefractureerd zijn, een kanaalvulling hebben of wanneer bot verlaagd moet worden is doorsturen geadviseerd .

Complicaties/nabezwaren

Bij iedere chirurgische handeling bestaat de kans op nabezwaren en kunnen complicaties optreden. Nabezwaren zijn eigenlijk altijd wel te verwachten en de patiënt moet daarvan ook op de hoogte zijn. De patiënt krijgt schriftelijk en mondeling informatie over eten en drinken, napijn, zwelling, koorts, nabloeding, spoelen en tandenpoetsen, hechtingen, alcohol en roken en telefonische bereikbaarheid. Complicaties die kunnen ontstaan zijn een onder andere een antrumperforatie, tuberfractuur, zenuwlaesie, kaakfractuur, vertraagde wondgenezing, alveolitis en osteomyelitis. Verwacht je bepaalde complicaties, ga dan niet zelf extraheren!


Orthodontische handelingen voor in de algemene praktijk Orthodontische behandelingen worden de laatste jaren steeds vaker uitgevoerd, ook in de algemene praktijk. Als algemeen practicus kan men vrij veel behandelingen vrij simpel zelf uitvoeren, mits de tandarts zichzelf bekwaam acht en eventueel de juiste bij- en nascholing heeft gevolgd.

Daarbij dient problematiek in het tandkaakstelsel ook vroeg opgemerkt te worden door de tandarts. Deze problematiek kan in een aantal gevallen simpel opgelost worden om de latere orthodontische behandeling te versimpelen. Hieronder een aantal voorbeelden van interceptieve handelingen:

Prematuur verlies melkelement

Strikt genomen geen orthodontische handeling, maar zeker iets wat de orthodontische behandeling in de toekomst kan versimpelen. Wanneer en melkelement prematuur verloren gaat, bijvoorbeeld door cariës, kan het voorkomen dat de M1 naar mesiaal migreert. Als er een goede interdigitatie is, is dit echter meestal niet het geval. Als migratie wel plaatsvindt, kan een ruimtegebrek optreden waardoor de tweede premolaar niet meer kan doorbreken. Het plaatsen van een space maintainer kan dit voorkomen. Uitgroei van de antagonist kan voorkomen worden door een simpele glasionomeer- of composietopbouw.

Dentale kruisbeet

Niet te vergelijken met een skeletale kruisbeet, die meestal behandeld wordt

door sutuurexpansie van de bovenkaak. Een dentale kruisbeet in de zijdelingse delen ontstaat vaak bij de eerste blijvende molaren, en wordt veroorzaakt door afwijkende inclinatie. Met name op jonge leeftijd is dit makkelijk op te lossen met criss-cross elastiekjes: deze zorgen ervoor dat de bovenmolaar meer naar buccaal, en de ondermolaar meer naar linguaal zal inclineren.

Anterior Cross Bite

Omgekeerde beet van één of meer incisieven, waarbij wel sprake is van een klasse I kaakrelatie. De oorzaak hiervan is ofwel het naar achteren kippen van een bovenincisief, het naar voren kippen van een onderincisief, of natuurlijk een combinatie van beide. Door middel van een plaatje in combinatie met een protrusieveer kan deze omgekeerde kruisbeet opgelost worden. Bij jonge kinderen in de eerste wisselfase kan spatelbijten worden toegepast. Dit moet echter niet al te lang nadat het blijvende element in omgekeerde kruisbeet is doorgebroken, toegepast worden. Hierbij wordt dagelijks op een spatel gebeten, waarbij de elementen na één à twee weken in de juiste beet zouden moeten staan.

VERDIEPING

Een tandarts kan zich, net als de parodontoloog of de endodontoloog, ook differentiëren tot tandarts voor orthodontie. Dit is dus geen specialisatie, daarom mogen deze tandartsen de titel orthodontist ook niet dragen. Sinds een aantal jaar is tevens het OK-register opgericht door de Orthodontische Vereniging van Algemeen Practici, voor het bewaken van de kwaliteit van orthodontische behandelingen, uitgevoerd door een tandartsen voor orthodontie en orthodontisten. Een aantal voorwaarden waaraan een tandarts moet voldoen voor deze registratie, zijn onder andere het uitvoeren van minstens veertig orthodontische behandelingen per jaar en het daarmee bewezen ervaren zijn. Daarnaast moeten deze tandartsen zich jaarlijks laten bijscholen en minimaal vijf dagdelen per jaar op orthodontie gerichte nascholing volgen. Tot slot dient voor kwalificatie van het OVAP gewerkt te worden volgens een vast protocol en dienen de tandartsen en orthodontisten open te staan voor controles van buitenaf. Start! 67


Maak kennis met dé wetenschappelijke vereniging voor alle tandartsen - met name tandartsen algemeen practici - en studenten tandheelkunde en pak de vele voordelen als studentlid Studenten en Young Professionals (YP’s): gratis lid ✖ Studenten én Young Professional (t/m 2 jaar na afstuderen): gratis lid

✖ Tijdschrift TandartsPraktijk gratis voor NWVT studentleden en YP leden

✖ NWVT workshops door toekomstige collega’s: voor studenten en voor YP’s met borrel

✖ NWVT webinars gratis: minimaal 1 per jaar ✖ NWVT TP master scriptie prijs ✖ NWVT congressen en cursussen: tegen een zeer laag tarief te bezoeken

✖ www.nwvt.nu adA5oblongmei2017.indd 1

Start! 68

✖ NWVT workshops in samenwerking met je tandheelkundige studie-vereniging, tandheelkundige praktijken of - bedrijven

✖ NWVT mentor: privé begeleiding en ‘vraagbaak’ alleen voor jou (master studenten)

✖ NWVT houdt direct contact met de studenten mede via haar Ambassadeurs

✖ NWVT ondersteunt jouw tandheelkundige studentenvereniging

✖ Ruim 66% korting op BSL Tandarts Totaal pakket: Tijdschrift Tandartspraktijk, digitale bibliotheek, webinars, kennistoetsen, etc.

✖ info@nwvt.nu 10-05-17 14:07



Het PAOT bureau

Nijmegen organiseert voor u diverse vormen van bij -en nascholing. Omdat wij onderdeel zijn van de opleiding Tandheelkunde van het Radboudumc, hebben wij de beschikking over een hypermodern gebouw met dito faciliteiten en een corps van zeer ervaren docenten. We durven daarom gerust te stellen dat onze cursussen van een kwalitatief hoog niveau zijn. Al onze cursussen zijn dan ook door de Stichting QuAT geaccrediteerd en dragen daarom het Q-Keurmerk. U heeft bij de praktische cursussen de beschikking over een volledig uitgeruste klinische unit met een patiëntsimulator. Alle praktische vaardigheden kunt u zodoende zonder beperkingen oefenen al dan niet samen met uw assistente.

Ook organiseren we jaarlijks één of meerdere symposia. We kiezen een interessant en actueel thema en zoeken daar gerenommeerde sprekers uit binnen -en buitenland bij. Het laatste symposium telde meer dan 180 deelnemers! Een nieuwe trend binnen ons aanbod van bij- en nascholing is cursussen op locatie. We kunnen cursussen op maat aanbieden voor uw kring, studieclub of jaargenoten, op een door u gewenste locatie. Neem hierover contact op met het PAOT bureau. We kunnen u alleen de docenten leveren, maar ook de gehele cursus inclusief locatie, uitnodigingen, KRT-registratie etc. Ook het verzorgen van klinische avonden behoort tot de mogelijkheden.

Tweemaal per jaar organiseren we ook de alumniupdatedagen voor tandartsen. Op deze dagen geven we een update van de nieuwste trends binnen de diverse disciplines van de tandheelkunde. In eerste instantie zijn deze dagen opgezet voor de alumni van Nijmegen, maar iedereen die graag op de hoogte wil blijven van de laatste ontwikkelingen is van harte welkom.

Jaarlijks verschijnt het nieuw programmaboekje PAOT Nijmegen. U vindt hierin nieuwe cursussen, vernieuwde cursussen en een aantal vertrouwde cursussen, die nog altijd volop in de belangstelling staan. Per pagina worden de algemene cursusinformatie en leerdoelen weergegeven, u kunt dus zien wat u leert tijdens de cursus. Al onze cursussen zijn KRT-geregistreerd en door Q-Keurmerk geaccrediteerd en uw deelname wordt door ons bureau automatisch aan de betreffende registers doorgegeven, u heeft hier zelf geen omkijken naar. Op onze website vindt u de meest actuele informatie over onze activiteiten en kunt u inschrijven voor onze activiteiten. Wanneer u zich registreert op onze website kunnen we u regelmatig via een digitale nieuwsbrief op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen.

Inhoud van het volledige PAOT Alumni-updatepakket:

• Tweemaal per jaar een updatedag waarin een vijftal ‘state of the art’ presentaties, over diverse tandheelkundige onderwerpen, aan de orde komen. Altijd gegeven door gerenommeerde sprekers van binnen en buiten de afdeling Tandheelkunde Nijmegen • Inloggegevens voor toegang tot de presentaties van de updatedagen, toetsprogramma’s en andere interessante tandheelkundige informatie • Op afspraak, tijdelijk gratis gebruik van fantoomkoppen om praktische vaardigheden te kunnen oefenen in de eigen praktijk, alleen of met uw tandheelkundig team • Een certificaat voor de gevolgde PAOT updatedagen • De alumnidagen zijn KRT-geregistreerd en door Q-Keurmerk geaccrediteerd, deelname wordt door het PAOT bureau aan de betreffende registers gemeld • De kosten voor de 2 updatedagen zijn €775,- per jaar, u kunt ook eerst een introductiepakket nemen, één updatedag kost €388,-.

Tot ziens in Nijmegen, Herbert Vollenbrock, tandarts PAOT-coördinator Tandheelkunde Radboudumc Nijmegen

Contactgegevens

PAOT bureau Nijmegen Postbus 9101 6500 HB Nijmegen

024 3092862 info@paot.nl www.paot.nl PAOT op facebook


Start! 71


(BIJNA) AFGESTUDEERD?

MELD JE NU GRATIS AAN ALS TANDARTSLID

ANT-TANDARTSEN.NL/AANMELDEN FACEBOOK.COM/ASSOCIATIENEDERLANDSETANDARTSEN


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.