2 minute read

De klant is Koning

Next Article
Samenvatting

Samenvatting

Er zijn diverse teams in de stad, verschillende aanbieders, verschillende hulpverleners. Wat maakte de klanten van Zonder Zorg dan anders? Is er binnen de doelgroep een overeenkomst op te merken waardoor zij niet in beeld komen bij de hulpverlening? En waarom vallen zij tussen wal en schip?

De inloophuizen zijn de huiskamers van de mensen van de straat. Hier heb je een naam. Hier wordt je gezien. Hier kom je tot rust. In de inloophuizen werken mensen die het beste met jou voor hebben. De meeste bezoekers lopen een bepaalde route door de stad. Ze melden zich via de balie aan bij het inloophuis. Dit is ook waar de hulpverlening kan zien waar iemand binnen zit. Sommige bezoekers zijn al twintig jaar dakloos, en komen soms al jaren lang over de vloer bij een inloophuis. Het is vertrouwd, het is een beetje thuis. De medewerkers van de inloophuizen zijn de oren en de ogen voor de hulpverlening. Van de groep mensen die bij Zonder Zorg begeleiding hebben, heeft minder dan 15% een hulpvraag. Samen met de medewerkers kan er een plan bedacht worden om met iemand in contact te komen. Via een pratje, een gesprek, of direct met praktische hulp. Jaarlijks is er een gesprek met die bezoekers. In het systeem wat gebruikt wordt om informatie van de bezoeker te zetten wordt een vragenlijst beantwoord. Op deze wijze komt er zicht of mensen contact hebben met de hulpverlening, of ze medicatie gebruiken, of ze een uitkering hebben. Maar ook worden en dromen en wensen besproken. Medewerkers van de inloophuizen kunnen de hulpverleners van Zonder Zorg bij zo’n gesprek uitnodigen. Of aanschuiven bij een kop koffie wanneer de mogelijkheid zich voordoet. Maar ook een belletje voor iemand doen om geld te regelen, wanneer iemand net zijn pinpas kwijt is. Het doel is altijd contact maken. Wanneer het contact eenmaal gelegd is kijken we samen met iemand wat de wens is. Vaak is het geld en een woning.

Meer dan 20 % wilt geen hulptraject. Diegene die dit wel willen worden direct doorverwezen naar de GGZ. De mensen die geen hulp willen, blijven vaak achter in het inloophuis. Is er contact gelegd dan kijkt de medewerker uit het team wat er in het verleden mis is gegaan om deze persoon te helpen. Bij de meeste mensen is er al van alles misgegaan, juist dat moet nu voorkomen worden. De hulpverlener wordt de spreekbuis van de klant. Lukt het niet om een uitkering aan te vragen? Dan gaat er iemand mee. Komt de klant niet aan bij de huisarts? Dan gaat men mee. Wil iemand een woning? Dan bekijken we samen met de GGD wat de mogelijkheden zijn. Wil iemand niets? Dan zeggen we gedag, en blijven we gedag zeggen tot iemand wel iets wilt.

‘We gingen soms best ver om mensen van de straat te krijgen. Zo had ik iemand een pakje shag beloofd als hij mee ging kijken naar een slaapplek. Terwijl ik het pakje afrekende griste hij de shag van de toonbank en ging er op een holletje van door.

- HULPVERLENER ZONDER ZORG

This article is from: