4 minute read

Een uurtje voor je buurtje en geef dan het schoon maakstookje door...

Een uurtje voor je buurtje

en geef dan het schoonmaakstokje door

Advertisement

Iedere maand wordt een andere buurtgenoot wordt uitgenodigd om mee te doen en een uurtje in de buurt te investeren, samen met de vorige uitgenodigde buurtgenoot. Al zwerfvuil prikkend ontstaan de leukste gesprekken en leren we de buurbewoner en de buurt beter kennen. Deze keer geeft Herman het prikstokje door aan Nischa.

Herman en Nischa

Het was meteen raak. Goed idee: ‘een uurtje voor je buurtje’. Ze wilde dezelfde middag al aan de slag. En zo zwierven we, mijn buurvrouw Nisha en ik, op een zaterdagmiddag met onze grijpknijpers, al zwerfvuil rapend door de straten van de Oosterpoort.

Harde wind, smalle straatjes

We begonnen in onze eigen straat, de Parklaan. En omdat het zo hard waaide, windkracht 8, met af en toe zelfs stormkracht-uitschieters, stelde Nisha voor om zoveel mogelijk de smallere straten tussen de Oosterweg en de Meeuwerderweg te nemen. Dat was een goed idee want de noord-zuid straten waren al zo goed als schoon gewaaid; daar viel weinig eer aan te behalen.

De ‘meisjes van hiernaast’

Van de ruim acht jaar die ik in Groningen in de Oosterpoort woon, blijk ik tot m’n verbazing ook al zeven jaar naast Nisha te wonen, zo vertelde ze tijdens onze wandeling. Verbazing, inderdaad, want ik zal het maar eerlijk bekennen: hoewel we buren zijn, kennen we elkaar nauwelijks. Dat heeft veel te maken met het leeftijdsverschil maar nog meer met het feit dat zij hier als student ‘de tijd van haar leven’ leidde, terwijl wij die fase al een halve eeuw geleden achter ons hadden gelaten.

Een jaar nadat wij uit een klein Fries dorpje, als pensionado’s naar de stad emigreerden, maakte Nisha vanuit een Drents dorp als 17-jarige eenzelfde beweging. Haar vader had de bovenverdieping naast ons huis gekocht, zodat zij en haar drie studievrienden een woongroep konden vormen en aan hun studie en hun studentenleven konden beginnen. Ieke, mijn echtgenote, en ik hadden het als ze ter sprake kwamen dan ook over ‘de meisjes naast ons’ of over ‘de studenten’. Maar ze kennen, nee dat was er niet van gekomen, terwijl dat in onze straat toch niet ongebruikelijk is.

De uitnodiging voor dit uurtje werd misschien ook wel dáárom aanvaard, zodat we aan bovengenoemde onbekendheid iets konden doen.

Netwerkers met klinkende banen

Ik kwam er al snel achter dat wij Nisha en haar huisgenoten beter geen meisjes meer konden noemen. Dat stadium zijn ze gepasseerd. Het zijn jonge vrouwen waarvan er nog maar één de studentenstatus voert en de rest klinkende banen heeft als arts, econometrist en jurist. Bovendien is er de afgelopen jaren - onopgemerkt door ons - ook al een aantal naar elders verhuisd en opgevolgd door andere al of niet (af)studerende jonge mensen. Nisha is de enige bewoner van het eerste uur en inmiddels afgestudeerd als arts. Ze is van plan om in ieder geval totdat ze klaar is met haar huidige werkzaamheden, een promotieonderzoek hematologie, hier te blijven wonen en daarna weet ze het nog niet.

Eén ding weet ze zeker. Hoewel ze het leven in de stad geweldig vindt, zal ze, als ze ooit een gezin zou stichten, linea recta terugkeren naar het platteland. Ze heeft daar zeer goede herinneringen aan en gunt dat haar eventuele nakomelingen ook.

Wat je als buurman ook niet echt in de gaten hebt is dat die meiden - al studerend - een tamelijk uitgebreid sociaal leven leiden. Nisha zag ik wel eens met een tas golfattributen sjouwen. Maar nu vertelde ze ook lid te zijn van een voetbalvereniging, een tijdje te hebben geroeid bij een studentenroeivereniging, elke winter met een clubje te gaan skiën en, maar

dat weet ik niet meer zeker, daarnaast lid van een studentenvereniging te zijn (geweest?). Allemaal activiteiten die behalve plezierig en gezellig, ook goed zijn voor je netwerk.

Vuilniszak vol troep

Nog even over ons uurtje zwerfvuil opruimen. Het was geen moeite en we constateerden dat het ons met betrekking tot de hoeveelheid rommel die we tegenkwamen allemaal wel meeviel. Niettemin zou het niet gek zijn als in plaats van één keer per maand, twee mensen elke week een paar straten pakten. Wat we zoal tegenkwamen varieerde van snoepwikkels, sigarettendoosjes tot complete pizzadozen, lege - soms kapotte - bierflesjes en één volle met dop, een lege wijnfles, uiteraard weer legio mondkapjes en verbazingwekkend veel fietszadelhoesjes en voor de rest ondefinieerbare rotzooi. Die fietszadelhoesjes waren misschien een gevolg van het stormachtige weer, bedenk ik me nu. In totaal verzamelden we ondanks de harde wind toch nog een bijna volle vuilniszak. Op de keper beschouwd is dat tamelijk schandalig, als je nagaat dat we in onze straten relatief weinig kinderen tegenkomen. We kunnen dus concluderen dat het overgrote deel van de rommel door volwassen mensen wordt achtergelaten.

Liever onbekende buur als vuilprikmaatje

Voor degenen die na ons aan de slag gaan: het ligt voor de hand om een maatje te zoeken dat je goed kent. Maar het is wél zo aardig om dit klusje juist met iemand samen te doen die je nog niet zo goed kent. Ik vond het tenminste heel aardig om een maand geleden eerst met Sarah door de straten te dwalen terwijl ik haar slechts één keer eerder kort had ontmoet en vier weken later met mijn buurvrouw Nisha. Ik wil jullie beiden hartelijk danken voor de prettige samenwerking. OO