Nieuwsbrief-tDreggetje-2025-zomer-s

Page 1


‘t Dreggetje

Speciale editie

VERENIGING ZEILENDE VISSERIJSCHEPEN HARDERWIJK

NR. 5 ZOMER 2025

VERENIGING ZEILENDE VISSERIJSCHEPEN HARDERWIJK

In deze nieuwsbrief

‘T DREGGETJE

is een uitgave van de Vereniging Zeilende Visserijschepen Harderwijk

De digitale nieuwsbrief verschijnt twee keer per jaar.

Redactie

Evert van der Meer

Vormgeving

Sharon Roelofs

Editie

Nr. 5 zomer 2025

‘t Dreggetje

05 Nieuw haventarief

07 Slingeren maar

10 Uitgelicht

Noordzeebotter HK86

23 Onze Schepen

Voorwoord

In deze editie krijgen we onder andere een inkijkje in de verschillende kleine en grote restauraties en kun je natuurlijk de vaste rubrieken: uitgelicht, scheepspost en visserijnieuws lezen.

Veel leesplezier!

Erica&Evert

Havennieuws: Nieuw haventarief na doorberekening

Na veel inspreekavonden en een hoop onrust, zaten we begin april met de klankbordgroep weer bij de gemeente. Wethouder Mazier legde uit hoe het tarief van het havengeld wordt bepaald. Maar wat vergeten werd is dat wij met onze historische schepen toeristen trekken, het aanzicht zijn van de nieuwe wijk het Waterfront en daarmee Harderwijk op de kaart zetten.

De tijd dat we voor zeer weinig geld konden liggen, is dus helaas voorbij. Waar we tijdens het overleg voor hebben gepleit is dat de havengelden voor een langere periode enigszins gelijk blijven en mocht er een verhoging komen, dat we als belangenorganisaties tijdig op de hoogte gebracht worden.

Een kapotte klinknagel

Het zit Peter Boender niet mee. Zijn Noordzeebotter de HK86, een bekende verschijning naast het havenkantoor, is al langere tijd lek. Het ruim vult zich steeds met water. Een keer hozen is niet zo erg en houdt de schipper lenig, maar een klein lek geeft toch ook onrust. Peter heeft er van alles aan gedaan om de lekkage te stoppen, maar dat mocht niet baten. De oude werf in Zwartsluis brengt uiteindelijk uitkomst en na het opsporen van de lekkage in de scheepshuid, waaronder een kapotte klinknagel, wordt het onderwatervlak vakkundig hersteld met een nieuw stuk plaatijzer en ouderwets laswerk. Meteen een mooie kans voor Peter om daarna het onderwaterschip weer strak in de verf te zetten. Ook al zien we daar weinig van natuurlijk.

Maar eind goed, al goed.

Scheepspost: De flex erin...

Ron en Hilda staan regelmatig in ’t Dreggetje. Het lijkt haast of ze aandelen hebben. Maar elke keer verbeteren ze hun Marker Rondbouw en wel zodanig dat het een compliment verdient en je er wel over moet schrijven. Ron had al langer de wens om het potdeksel en boeisel van hun oude vissersschuit aan te passen.

In het verleden is het boeisel ooit opgehoogd waardoor de karakteristieke lijn van het schip verloren ging. Ter hoogte van het achterschip was vroeger het boeisel namelijk lager

waardoor het makkelijker was om de netten overboord te kunnen zetten en weer binnen te halen.

Dus bij scheepswerf Roelofsen ging de flex er in. Het resultaat? De kenmerkende lijn is terug. De kenner die langsloopt zal het ongetwijfeld zijn opgevallen, het schip heeft weer het oude karakter. Naast deze aanpassing kreeg ook de viskap een andere kleur, zodat deze beter bij het schip past. Kortom een geslaagde renovatie met oog voor detail.

Scheepspost: Slingeren maar!

Je hebt soms zo’n geluksmomentje. Al surfend op Marktplaats kwam Evert een oude luchtgekoelde Samofa uit zijn geboortejaar 1964 tegen. Hetzelfde type dat hij vroeger in zijn vletje had staan. Het zou best gaaf zijn om zo’n oud blok ‘made in Harderwijk’ weer lopend te krijgen.

De Samofa-fabriek stond vroeger in Harderwijk en produceerde vooral in de jaren ’50 tot ’80 veel lucht- en watergekoelde 1- en 2 cilinders die over de hele wereld gretig aftrek vonden. Een Samofa-motor stond bekend om zijn eenvoudige techniek en was daarmee ook onderhoudsvriendelijk. De motoren werden gebruikt voor onder andere aggregaten, bronbemalingpompen en als dieselmotor voor schepen.

Enthousiast legt Evert contact met de eigenaresse. Het blok was van haar vader geweest. Wat bied je voor zo’n oude luchtgekoelde stationaire diesel? Het bod van 50 euro was oké en zo togen Ron en Evert naar Dronten om het blok op te halen. Eenmaal op de werf bij Roelofsen komt het belangrijkste moment, zou hij lopen… de compressie lijkt goed.

Reijer geeft als Samofa-kenner nog wat tips voor het starten en dan is het zover. De slinger er in, de compressiehendel even omhoog en slingeren, compressiehendel naar beneden …met een klap slaat hij plots aan. Het ploffende geluid van de 1- cilinder vult de werkplaats.

De weken erna worden alle oude koperen gaasfilters schoongemaakt en de olie vervangen. Reijer schenkt een oud aluminium Boschdieselfilter en er wordt een sierlijk uitlaatje gemaakt. Besloten wordt om het blok niet te schilderen om het zo zijn authentieke uitstraling te laten behouden. Reijer en Evert lopen later om het blok heen. Het blijkt om een echte Samofa te gaan, kijk zegt Reijer ‘deze heeft een Samofakop met logo en een andere luchtinlaat dan de door Samofa in licentie gebouwde Hatzdiesels’. Tevreden kijken ze naar het blok. Ouderwets vakwerk.

De Samofa uit ‘64
Schone filters

Haven- en visserijnieuws

#trotsoponzevissers

Jan Foppen HK79, e.a.

Peter Jansen HK7

Meindert Klaassen HK61

Henkie Timmer HK3

Herman Bruinink HK8

Jan Wormsbecher HK173

HK78 ZET PALING OVERBOORD

Dit keer werd er door Jan Foppen en zijn bemanning paling overboord gezet in plaats van binnengehaald. Het gaat dan ook om pootaal. In samenwerking met Dupan zijn de zeer jonge palinkjes uitgezet. Maarliefst 500 kg kreeg de vrijheid. ‘Elk pootaaltje weegt 3 gram en heeft 7 jaar nodig om uit te groeien tot een volwassen paling’ vertelt Jan Foppen.

DUPAN is een samenwerkingsverband van palingvissers, palingkwekers en palinghandelaren die een gezonde palingstand in Nederland belangrijk vinden. Ze zorgen samen voor de uitzet van paling in de natuur en doen ook wetenschappelijk onderzoek. Mooi om te zien dat onze Harderwijker vissers gaan voor duurzame visserij!

Goede vangst door Jan Junior ‘Ik denk zo’n 515 pond’ vertelt de jonge maar reeds zeer ervaren visser glunderend zodra hij heeft aangelegd met de kotter HK78. Samen met Herman zijn vismaat, leegde hij vandaag (1 juli) de fuiken. Uit het kaarnet in de bun wordt door Herman behendig de bijvangst gehaald en overboord gezet. Het net wordt daarna omhoog gehouden zodat de paling er gemakkelijk uit geschept kan worden. De paling laat zich echter niet zomaar overzetten. De ‘dikke’ die zich uit het schepnet (de beugel) wringt, belandt op het dek en wordt behendig met de voet weer in de bun geveegd. Elke paling telt.

Jan Foppen en zoon behoren tot de weinige Harderwijker vissers die nog actief en succesvol vissen.

Niet alleen vissen ze op paling maar ook op snoekbaars met de HK79 op het IJsselmeer.

De vangst van vandaag stemt de vissers hoopvol.

Noordzeebotter

Uitgelicht

Bouwjaar: 1915

Lengte stevens: 15.05m

Breedte: 5m

Motor: Kromhout diesel type 8-GSK

Noordzeebotter HK 86

De geklonken Noordzeebotter uit 1915 ligt in de Harderwijker haven. Met zijn hoge boeg en markante stuurhuis is het een sierlijke opvallende verschijning tussen de overige historische schepen. Peter en Carien Boender kochten het schip in 2008. Sindsdien is het hun trots, ze delen hun liefde voor het schip en het varen graag met anderen.

We zitten samen op het ruime dek en genieten van de avondzon. Peter, de joviale schipper, steekt van wal: ‘Ik was al wat langere tijd aan het zoeken naar een visserijschip. Ik dacht: ‘Als ik een boot koop voor in de haven dan past een visserijschip het best bij Harderwijk’ en toen zag ik dit schip op marktplaats. De oude eigenaar was overleden en zijn zoon bood het te koop aan. Het lag bij Uitwellingerga, een klein plaatsje tussen Joure en Sneek.’ Hij hoeft niet lang na te denken en rijdt naar Friesland. Even kijkt Peter wat meewarig als hij terugdenkt aan het moment dat hij aan boord stapt . ‘Het was totaal verrot, het dek bestond grotendeels uit slecht hout en een groot deel van het boeisel was doorgeroest. Maar toen ik de motor zag was ik meteen verkocht’. Carien vult haar man aan: ‘Ik werd gebeld en was op weg naar huis na een vakantie. Peter vroeg of ik meteen door wilde rijden naar het noorden.’ Ze lacht even op mijn vraag wat ze van het schip en zijn enthousiasme vond. ‘Ik dacht wel even: ‘Die is ….’,maar ik kom uit een schippersfamilie en ben met varen opgegroeid.’

Al snel wordt de koop gesloten en tegen de oudijzerprijs gaat het oude geklonken schip over in Harderwijkse handen. Het varen naar Harderwijk is nog wel een klus. De schuit

Van de verschillende Amsterdamse industriële bedrijven is het bedrijf Kromhout wel één van de meest bekende en gezichtsbepalende geweest in Amsterdam-Noord. Het bedrijf Kromhout bestond tussen 1867 en 1967. Tot 1900 bouwde men er alleen schepen, op een werf aan de Hoogte Kadijk. Daarna ging men zich tevens toeleggen op de bouw van scheepsmotoren.

blijkt heel zwaar te sturen door het mechanisme van kettingen en een groot zwaar roer. Met hulp van vrienden wordt de boot overgevaren en krijgt een plekje in de werkhaven.

‘Ik had echt mazzel’, vertelt Peter. ‘Metaalbedrijf Bagema stopte er destijds mee en één van de lassers heeft toen heel veel voor me gedaan. We hebben heel wat uren geslepen en gelast. De staalprijs was in die tijd ook nog eens gunstig. Alle vrije tijd in het weekend gingen in de botter zitten. Bijna 7 jaar ben ik er mee bezig geweest...’

Dat de schipper een bedachtzaam man is heeft de restauratie mede zo succesvol gemaakt. ‘Ik vraag altijd advies aan anderen. Zo gaf oudschipper Klaas veel handige aanwijzingen, maar ook vriend Jasper gaf mooie bruikbare tips waar ik dankbaar gebruik van maakte. ‘Een deel van het boeisel, de kop en de kont konden gelukkig bewaard blijven. Maar het hele dek moest er af, het had zelfs nog houten luiken en voorin had je een trapje naar de leefruimte.’ Van de meeste veranderingen hebben Peter en Carien geen spijt. Iedereen die een boot restaureert weet dat je soms concessies moet doen, ook om te zorgen dat schip zo onderhoudsvriendelijk mogelijk is en je kunt genieten van enig praktisch comfort.

We gaan via de trap op de voorplecht naar beneden. Carien en Peter laten met enige trots het vooronder

zien. De wit geverfde kraalschroten aan het plafond en de bruin gebeitste vloer geven sfeer. Een praktisch keukentje, een mooie grote zithoek, een doucheruimte en genoeg slaapplaatsen maken het schip heel geschikt om tijdelijk op te vertoeven tijdens vakanties of om met gasten te varen. ‘We varen heel graag met anderen’ vertelt Peter, ‘sommigen, zoals de mensen van het AZC hebben vaak niets en genieten zo om op het water te zijn. Dat we iets voor hen kunnen betekenen is fijn en stemt ons dankbaar’. Op mijn vraag om nog even de machinekamer te mogen bekijken hoeft de schipper niet lang na te denken. Ik volg Peter via de smalle ijzeren trap naar beneden. Het grote Kromhout motorblok met acht cilinders en de ronde luchtfilters uit 1953 stelen de show. De Brevo keerkoppeling erachter maakt tevens een imposante indruk. Ik snap nu dat Peter viel voor dit blok. Hij vaart graag op de motor, zeilen doet hij amper met de botter. ‘Er zitten nog zeilen bij maar ik gebruik alleen een enkel keertje de fok. Op het achterdek stond ook nog een mastje en je kon daar een hulpzeil hijsen. Eigenlijk moet ik de grote mast nog een keer vervangen’.

Ik neem even later afscheid, stap van boord en geniet nog na van het gesprek. Carien en Peter vormen het ware hart van dit schip.

De Noordzeebotter (19de eeuw) is een robuust vissersschip, herkenbaar aan zijn brede, platte romp en hoge, brede boeg. Het achterschip is smaller en lager dan de boeg, wat kenmerkend is voor dit type botter. Het schip is van oorsprong voorzien van fok en grootzeil en kreeg later een krachtige motor. Het is ontworpen om de ruige omstandigheden van de Noordzee aan te kunnen, maar ook om te vissen in ondiepe wateren.

Havennieuws: Tijdwinst voor havenmeester en schipper

Het heeft lang geduurd maar dan is het eindelijk zover. De kleine brug is op afstand te bedienen. Het scheelt voor de havenmeesters een hoop gedoe. Het steeds heen en weer fietsen hield ze natuurlijk fit, maar het gemak dient de mens. Slechts een enkel belletje en de brug wordt bediend. Tijdwinst voor de schippers, want eenmaal op je schip wil je zo snel mogelijk het ruime sop kiezen. Fijn voor beide partijen dat dit langslepende probleem eindelijk is opgelost.

De wind in de zeilen tijdens zeilregatta

Het is zover, vandaag 23 mei is de Eibert den Herder zeilregatta. De haven ligt vol botters uit verschillende Zuiderzeeplaatsen. Allerlei kleuren boeisel sieren de kade. Organisator Wim van den Berg loopt heen en weer en checkt of alles goed is geregeld, Fred Zoer legt aan de gasten het wedstrijdparkoers uit. De deelnemers staan even later al pratend te wachten om op te kunnen stappen. Wellicht zijn sommigen enigszins gespannen omdat het de eerste keer is dat ze gaan zeilen. Het weer is gunstig, windkracht 3 tot 4 met af en toe een uitschieter en garandeert dat er goed en stevig gezeild kan worden. Rond een uur of elf vertrekken we met de botter naar het Wolderwijd. De wind wakkert aan, de eerste hoosbui mag de pret niet drukken. En dan het startsein… het grootzeil en de fok worden vlot gehesen en vangen de wind, het zwaard gaat naar beneden en de race is begonnen. De schipper, Martijn, geeft rustig aanwijzingen en verdeelt de taken. Even is het spannend, de wind wakkert plots aan bij het overstag gaan, de fok blijft haken en de fokkeschoot slaat wild om zich heen. Met vereende krachten lukt het om de fok vast te zetten. Martijn legt uit wat er mis ging en hoe we dit een volgende keer kunnen voorkomen. We zeilen verder, de zon breekt voorzichtig door. Na een paar uur is de race teneinde en koersen we aan op Knarland. We rusten uit, genieten van het eten en elkaars gezelschap. Rozig maar voldaan keren we aan het einde van een geslaagde zeilregatta terug naar Harderwijk.

Sporen uit het verleden

Fred is er enthousiast over, de hardhout-olie van Epifanes. Het werkt gemakkelijk, is wat dikker dan lak en geeft een mooie glans. Het is een duurzame ééncomponentenvernis.

Fred vertelt: ‘Maar liefst 7 lagen gingen er op. De eerste laag op kaal hout breng je verdund aan. Nu is het kwestie van jaarlijks twee lagen aanbrengen omdat de zon de laagdikte aantast’.

29 maart is het zover. De vrachtwagen van Van den Berg Catering komt met de glimmende jol aanrijden bij scheepswerf Roelofsen. Fred staat er even later glunderend bij. De vele uurtjes werk hebben een zichtbaar mooi resultaat gegeven. De verkleuringen van het gave hout eronder laten zien dat het schip geleefd heeft. Juist de sporen uit het verleden maken dat je naar het schip blijft kijken en dat het terecht de erkenning van varend monument heeft gekregen.

Met de nodige zorg gaat de jol te water. Een laatste check of er niets lekt en dan is het tijd om de motor te starten...

De jol strak in de ‘lak’

Op weg naar de haven

Fotograaf in hart en nieren

Jan Cornelissen is een stille en bescheiden fotograaf die zich voor iedereen inzet. Menig kiekje in ‘t Dreggetje is door hem geschoten. Top, Jan dat je dit voor onze vereniging doet! Een mooie lucht of botters die verwikkeld zijn in een gevecht, brengen hem in vervoering. Knap als je op het juiste moment een mooie foto kunt maken en anderen daar weer van kunt laten genieten. Jan selecteerde voor het Dreggetje deze mooie foto van de zeilregatta met bijpassende tekst: ‘Zeil en ook het wedstrijdelement’

VAN LUXE JACHT

NAAR VISSERMAN

Al eerder werd in het Dreggetje de restauratie van de LE67 aangekondigd. Een dapper besluit dat Erika en Martijn twee jaar geleden namen. Hun Lemsteraak was ooit door een vorige eigenaar in het begin van de jaren ’60 verjacht. De opbouw had ondertussen zijn beste tijd gehad en dan sta je voor de keus: opknappen of je droom achterna gaan.

Buiten de werkplaats staat een grote grijze tent, zodat ook tijdens de koude winter- en voorjaarsmaanden gewerkt kan worden. Ik klim de speciaal gebouwde houten trap op. Het geluid van schuurmachines komt me tegemoet. De restauratie vordert gestaag. De opbouw is verwijderd, het dek is weer dicht, de eerste contouren van de vissermanuitvoering zijn zichtbaar. Het visserijnummer HK127 van de Liemans prijkt op de boeg. De vaders van Martijn en Erika zijn druk aan het werk. Stoffige bezwete gezichten verraden dat ze er al er al menig uurtje op hebben zitten. Het werk wordt even stil gelegd, tijd voor een praatje en een compliment. Want dat is wat ze echt wel verdienen. De laatste maanden is er ontzettend veel werk verzet door de familie. Overdag en ’s avonds wordt geklust. Ze willen de boot graag af hebben voor de Aaltjesdagen en het lijkt te gaan lukken.

Martijn toont trots de handigheidjes die hij heeft bedacht: ‘Kijk, de motorkist is verschuifbaar en we hebben extra ruimte onder het achterdek gecreëerd. Binnen moet alles nog worden afgetimmerd, maar dat komt later wel.’ Ik knik bewonderend en denk even terug aan de oude foto die Martijn stuurde. De oude zwart-witfoto is uit de tijd dat Gerrit Blaauw rond 1911 op de noordelijke Zuiderzee viste met de Lemsteraak in vissersmanuitvoering. De contouren en lijnen van toen zijn weer terug… .

Zaterdag 14 juni. De boot ligt in de museumhaven, de verf is amper droog, maar het is gelukt. ‘Ik denk dat er ongeveer 1500 uur in de restauratie zitten. Het viel niet altijd mee, mijn huis was maanden een puinhoop en de kinderen verdienden meer aandacht. Alle vrije uren zijn in het schip gaan zitten’ vertelt Erika nog enigszins moe maar voldaan.

Dan klinkt plots uit de scheepshoorns van de historische schepen een eerbetoon. Het aanzwellende geluid vult de museumhaven. Glunderend staan beide zoons met hun moeder op het dek.

Deel van de werkploeg

Welkom HK127!
Tijd voor een nieuw dek
Vakwerk
Anno 1911
Alles even nalopen voor de tewaterlating

AALTJESDAGEN 2025

Weken van voorbereiding, maar het resultaat mag er wezen! Het is vrijdag 13 juni 10.00, de haven bij de boulevard is keurig leeg dankzij het haventeam. Het wordt een bijzondere dag, maar liefst 36 oude schepen varen gedurende de dag de museumhaven in. Opduwers, sleepboten en oude zeilschepen liggen aan het eind van de middag gebroederlijk naast elkaar. Eigenaren zoeken elkaar op en delen hun passie voor hun schip. Het is een warm weerzien. De goodybags met lekkernijen van de lokale ondernemers worden door Hilda uitgereikt en met enthousiasme ontvangen.

De museumhaven bruist de volgende dag van de activiteiten. Zo is er vroeg in de ochtend al een wrikwedstrijd waar maar liefst 17 teams van de zeeverkenners uit verschillende plaatsen aan deelnemen. Sommige wrikkers hebben geoefend en dat is te zien. Met ferme slagen van links naar rechts, het hele lichaam gebruikend, wrikken de deelnemers hun lelievlet. Een ongekend schouwspel waar de toeschouwers op de kant van genieten. Daarna is er de landelijk roeisloepwedstrijd, achter de Dolfinariumbrug liggen al meer dan 30 sloepen klaar voor de tijdrace. De af te leggen afstand is ingekort vanwege het warme weer. Eén van de deelnemers vertelt bezweet en uitgeput aan het eind: ‘Een langer parcours was ons nooit gelukt, het was benauwd en ontzettend vermoeiend’.

Na deze twee wedstrijden is er de trekproef voor opduwers. Het is voor de eerste keer dat deze gaat plaats vinden in Harderwijk en voor de liefhebbers van het oude spul een waar genot om naar te kijken. Met een ‘trekklok’ en een touw met haak wordt gemeten hoeveel kracht

iedere opduwer heeft. De gebroeders Jansen zijn aan de beurt met opduwer Bikkel, het toerental van de twee cilinder Samofa S108 wordt gestaag opgevoerd, zwarte rook komt proestend uit de schoorsteen. Een krachtmeting die bij de schippers een glimlach op het gezicht tovert. De klok wordt afgelezen…

Ad Langelaar berekent met zijn formule de kracht van ieder schip, FC weet de uitslag…laat deze nou net toevallig gunstig uitpakken voor zijn oude Lister. Terwijl de prijzen voor de sterkste opduwers onder luid applaus worden uitgereikt, genieten we van Dirks captainsdinner. En zo nadert de dag langzaam zijn einde. Namens het team Museumhaven (Ron, FC, Evert) iedereen bedankt voor deze mooie en zeer geslaagde Aaltjesdag!

Spandoek met een boodschap…

Het spandoek op het toiletgebouw tijdens de Aaltjesdagen is maar liefst 10 meter lang. De tekst ‘Harderwijk is trots op varend erfgoed’ valt meteen op. Alle eigenaren zijn natuurlijk trots op hun schip en zijn graag onderdeel van de historische vloot in Harderwijk. Het besef dat onze vloot beeldbepalend is voor het maritieme stadsgezicht komt bij de gemeente langzaam op gang.

Er zijn in Nederland maar liefst 6000 schepen aangesloten bij een behoudsorganisatie. Daarvan zijn er ruim 3000 ingeschreven in het Register Varend Erfgoed Nederland. Wat misschien niet iedereen weet is dat ons land de grootste en best onderhouden verzameling aan varend erfgoed ter wereld heeft. Een deel van deze schepen ligt in Harderwijk. Opduwers, slepers, binnenvaartschepen en zeilende visserijschepen vormen net als vroeger de Harderwijkse vloot. Laten we samen (eigenaren en gemeente) ons erfgoed koesteren!

Vette hennep

Breeuwen

Achterop het erf waan je je terug in de tijd. Geklop verdrijft de stilte. John, één van de vrijwilligers op de botterwerf van Wim van den Berg, is bezig met breeuwen. Met de breeuwhamer en een breeuwijzer dicht hij behendig de kieren van de botter met vette hennep. Een oude techniek die nog steeds wordt gebruikt om de kieren tussen de gangen dicht te maken. Het lijkt eenvoudig maar vraagt de nodige aandacht. ‘Afhankelijk van de breedte van de naad draai je de hennep. Je hebt dan minder last van losse draadjes. Na het breeuwen ontvet je de hennep en zet je de randen in de primer, anders hecht de kit niet’ vertelt John. Scheepstimmerman Bernard is ondertussen is bezig aan de achterzijde van de botter. Vlijtige handen, gewend om te werken, gaan gestaag door. Er wordt net als vroeger buiten gewerkt.

De werkplaats ernaast ademt de sfeer van vroeger. Oude scheepslampen in allerlei vormen en maten hangen werkeloos aan de zolderbalk. Een oude potkachel staat in de hoek. Het is hier, na gedane arbeid, goed toeven. Elke middag is er wat warms te eten. Er wordt overigens flink doorgewerkt door de mannen. Elke botter op de kant moet zo snel mogelijk weer het water in. Je wilt immers niet dat het hout teveel krimpt en elke verhuurde botter levert geld op voor onderhoud. Bernard werkt graag voor Wim, maar moet hem ook wel eens afremmen wat niet altijd lukt. Lachend vertelt hij: ‘Ik zal nooit vergeten dat ik aan de achterkant nog aan het schaven was en Wim met botter en al wegreed’.

Het geheim van deze werf? Gewoon hard werken, logisch nadenken, ouderwets vakwerk, durven en doen maar bovenal gewaardeerd worden om hetgeen je samen als groep vrijwilligers doet om de botters goed en netjes in de vaart te houden. Ga zo door mannen!

Mag het iets meer zijn?

De eigenaar van de VD168 krabt zich achter de oren. De nieuwe stalen mast ligt naast de oude. ‘Dat heb ik weer’ zegt schipper Ron. Hij kijkt nog eens, het kan niet waar zijn… Gelukkig krijgt hij niet de vraag die je meestal bij de slager hoort.

Vorig jaar liet de schipper een nieuwe houten mast maken op de werf in Stavoren, deze bleek al snel scheuren te vertonen. De scheepswerf bood direct aan om de mast te vervangen door een stalen exemplaar. De nieuwe mast die op de kade ligt blijkt nu een meter langer… Na enig overleg wordt besloten de mast direct in te korten. Geen eenvoudige klus, maar een halve dag later is het zover. De verstagingen worden gemonteerd, de mast staat al snel weer fier op het schip. Ron en zijn zwager Benno varen tevreden naar huis, een sterk maar waar gebeurd verhaal rijker.

Punter of pluut?

Op scheepswerf ‘de Hoop’ van het Open Luchtmuseum te Arnhem ligt een bijzonder scheepje. Het is een kruising tussen een punter en een pluut en je zou het daarom een ‘pluunter’ kunnen noemen. Het is min of meer de redding van de HK4 uit 1923. Ooit gebouwd door Daan Balk in Elburg voor de Zuiderzeevisserij. Eerder werd een poging gedaan om de boot te restaureren, maar tijdgebrek leidde tot verval. Het bottermuseum zocht daarom contact met de enthousiaste werfbaas Maik Overbosch van ‘de Hoop’. Hij was op zoek naar een zinvol project waarbij het museumpubliek de restauratie van een werfgebouwd houten schip kan volgen. De werkzaamheden zijn inmiddels gestart. Susan Wijngaard ging kijken en stuurde enthousiast een foto van de vorderingen. Harderwijk blijft eigenaar en draagt zorg voor de financiële middelen. Over zo’n anderhalf jaar komt de pluunter in topconditie terug.

Ondertussen werkt de eigen ploeg in Harderwijk hard aan de restauratie van een botter. Mooier kan haast niet.

Onze schepen

KU6 Zeepunter

Bouwjaar: rond 1912

Werf: nog onbekend

Lengte stevens: 8.85m

Breedte: 2.85m

RD112 Visaak

Bouwjaar: 1910

Werf: Van der Werf te Buitenstvallaat

Lente stevens: 6.40m

Breedte: 2.35m

VD103 Marker rondbouw

Bouwjaar: 1936

Werf: Van Goor te Monnickendam

Lengte stevens: 10.5m

Breedte: 3.40m

HK100 Zalmschouw

Bouwjaar: rond 1918

Werf: vermoedelijk Eltink te Beneden-Leeuwen

Lengte stevens: 5.85m

Breedte: 1.70m

LE67 Lemsteraak

Bouwjaar: 1911

Werf: Gebr. De Boer te Lemmer

Lengte stevens: 12.87m

Breedte: 4.20m

HK86 Noordzeebotter

Bouwjaar: 1915

Werf: nog onbekend

Lengte stevens: 15.05m

Breedte: 5m

VD168 Marker rondbouw

Bouwjaar: 1937

Werf: Van Goor te Monnickendam

Lengte stevens: 10.5m

Breedte: 3.40m

ST22 Staverse Jol

Bouwjaar: 1900

Werf: Douwe Roosjen

Lengte stevens: 5.60m

Breedte: 2.30m

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.