Resten van vroeger
Brouwerij Brosens Aan de Westkant van de Vrijheid te Hoogstraten, tegenover het Begijnhof, staat een herenhuis met een monumentale voorgevel: S brede vensters naast elkaar en daarnaast een dubbele ingangsdeur of -poort, met blinkendkoperen deurtrekkers en brievenbussen. Deze poort draagt het huisnummer 110 en op een brievenbusklep staat: Brosens-Delaet. De woning is in deze vorm gebouwd in 1883. Er woonden 4 generaties brouwers met de naam Broseos en achter het huis staan de vroegere bierbrouwerij en mouterij die tot 1989 hebben gewerkt.
Vanaf 0-kant: de mouterij omstreeks 1920. De nog bestaande gebouwen, met de Hoogstmatse kerktoren er bovenuit in de verte. Voor 1883 stond er op deze plaats de woning 'Het Fortuin' , een herberg, waarvan de bewoners-eigenaars ook al brouwden. want in 1675 kocht een zekere Andries Boeyens uit Wortel de oude potbakkerij die daar stond en begon er een hotel of gasthof: hij noemde het 'Het Fortuyn' en begon er bier te brouwen voor eigen gebruik. Vroeger waren er te Hoogstraten wel een 15-tal brouwerijen actief: iedere herberg (of bijna) brouwde voor eigen gebruik; later werden sommige brouwerijen groter, die hun bier aan anderen verkochten, en hielden de kleineren op met zelf te brouwen. Een 3-tal generaties Boeyens bleven bier brouwen in 'Het Fortuyn', tot een dochter van de laatste trouwde met Antoon Van Heyst, een lakenkoopman uit Meerle: die kwam in 'Het Fortuyn' wonen, en werd daarmee de eerste van 3 generaties brouwers met de naam Van Heyst. De 3e Antoon Van Heyst had 2 dochters, waarvan de jongste, Lucia Van Heyst, in 1842 trouwde met Jan Baptist Antoon BROSENS: zodoende kwam de eerste BROSENS in Het Fortuyn . Hij was dokter in de genees- en verloskunde en werd dus tevens brouwer. Uit dit huwelijk werden 10 kinderen geboren, 7 zonen en 3 dochters. De tweede zoon , Hendrik Maria Gerard Brosens moest wegens ziekte van zijn vader al jong het brouwerijbedrijf overnemen. Deze Hendrik betrad in 1877 ook het terrein van de politiek: hij werd burgemeester van Hoogstraten, wat hij 34 jaar lang achtereen bleef; in 1878 huwde hij met Maria-Theresia DELAET uit Niel; in 18831iet hij zijn 'Fortuin' verbouwen tot zijn tegenwoordige vorm en in 1890 begon hij ook een eigen mouterij: het hoge gebouw dat achter het huis nog te zien is . Hendrik Brosens werd behalve brouwer, ook mouter, wijnhandelaar, verzekeringsagent, bosbouwer, burgemeester, lid van de provincie-
14
raad en ambtenaar bij het openbaar ministerie van het vredegerecht. Uit het huwelijk Brosens-Delaet werden 7 kinderen geboren, waarvan 2 zonen volwassen werden: de ene werd priester, de andere was Antoon die na de dood van zijn vader in 1912 brouwer werd. Met hem kwam de derde Brosens-generatie in de brouwwereld. Hij trouwde in 1910 met Jeanne De Naeyer uit Lebbeke; hij werd onmiddellijk na de tweede wereldoorlog dienstdoende burgemeester van Hoogstraten. Hij overleed 8-11952. De oudste van zijn 13 kinderen, Henri, genoemd naar zijn grootvader, werd ook opgeleid voor de brouwersstieL Hij was burgemeester van Hoogstraten van augustus ' 54 tot februari '59 en een tweede maal van september '63 tot begin '71. De brouwerij staakte haar
aktiviteiten in 1989 met als laatste brouwer Edgard Brosens, broer van Henri. We mogen dus zeggen dat de brouwerij 'Het Fortuin' meer dan drie eeuwen overleefd heeft, waarvan bijna anderhalve eeuw als bedrijf van 4 generaties Brosens. Merkwaardig is dat de familie Brosens een eigen mouterij bezat, gebouwd in 1890: de enige in de noorderkempen. Een mouterij is een inrichting, waarin gerst omgezet wordt in mout, de grondstof voor de bereiding van bier. Mout is gekiemde gerst, die na het kiemen weer gedroogd wordt: daardoor wordt het zetmeel van de gerst omgezet in een soort suiker, maltose, waar dan verder bier van gekookt wordt. Die mouterij bestaat nog: het is een soort torengebouw, ongeveer 25m hoog, te zien vanaf de Vrijheid, met verschillende vloeren: beneden de stookinstallatie, daarboven een warmteverdeelinrichting; op de 2e en 3e verdieping de eerste en de tweede eest of ast (droogvloer; het woord bekend uit puzzels). Daarboven van de zoldering, waar de mout van de kiemen werd ontdaan en opgeslagen werd in silo's. Wat brouwde men? Bier natuurlijk. Maar er is bier en bier. Eeuwenlang werd in alle lokale brouwerijen de 'hoge gisting' toegepast, waarbij men het bier bij hogere temperaturen liet gisten ; daarbij had elke brouwerij zijn eigen gistcultures . De bekendste biersoorten van het Fortuin waren : 'Puik' en 'Kajoeter' , met als reclame: 'Hij die van bier iets proeft en kent vraag dat men hem Kajoeter schenkt.' Met Kerstmis werd er verder 'Christmas' gebrouwen, een donker zwaar bier. In de dertiger jaren, voor de tweede wereldoorlog, schakelden de grote en middelgrote brouwerijen over op 'lage gisting' -bieren, (gisting bij lagere temperaturen) volgens een methode overgenomen van de stad Pilzen in Tsjechoslowakije, en dat nieuwe soort bier werd hier dan ook 'Pils ' genoemd. Er moesten nieuwe gistingstanks voor geïnstalleerd worden en het bier moest gelagerd worden in ijskelders. Het nieuwe bier kwam overal in de mode en verdrong gedeeltelijk de (oude) hoge gistingsbieren, die in deze tijd weer terug opkomen . Naast bier werd er ook limonade gebotteld, vooral met citroensmaak, maar ook andere vruchtenextracten, samen met bronwater St.Amelberga. In 1989 werden alle brouw-aktiviteiten gestopt. (BS)•
Vanaf NW-kant, omstreeks 1900: links van de hoge schouw ziet men het hoge mouterij-gebouw. Op de voorgrond: de vijver, waaruit leem gehaald werd toen (rond 1600) er nog een potbakkerij gevestigd was op de plaats van 'Het Fortuyn'. Deze vijver werd in 1928 gedempt.