DJS Magazine 2024 - 3: Slotstuk - Zorg en Afscheid

Page 1


PALLIATIEVE ZORG

Hoe het volgens de oprichters van Carend anders en beter kan

zorg en afscheid

TABOE Praten over de laatste levensfase is niet binnen elke cultuur even makkelijk

HOSPICE Rustig en waardig afscheid nemen

Keuzestress?

Seminar in Burgers’ Zoo: ‘Financiële jungle voor de startende Medisch Specialist’

Jouw bestaan als arts in opleiding zit er bijna op. Ga je daarna werken in het vrije beroep? Of kies je voor een baan in loondienst? Om je bij deze belangrijke keuze te helpen organiseren wij een seminar.

Tijdens het seminar komen belangrijke financiële en juridische aspecten aan bod die betrekking hebben op de start en het werkzame leven van een medisch specialist. Jouw gezin is deze dag ook van harte welkom voor een bezoek aan Burgers’ Zoo in Arnhem. Schrijf je nu in!

Scan de QR-code of surf naar sibbing.nl/agenda voor meer informatie en/of meld je direct aan!

COLOFON

Redactie

Iris van Bommel

Mirte van Eysden

Tinka Hoogterp

Yoram Klazen

Leonie van der Kolk

Merve Parmaksiz

Lesley Patmore

Danique Radder

Larissa de Ridder

Audrey van Stokkom-Vollebregt

Amber van der Zandt

Sabrina Zwetsloot

Eindredactie

Lyanneke Krauss

Vormgeving

RAZA, Daphne van Langen

Redactieadres

Postbus 20057, 3502 LB Utrecht info@dejongespecialist.nl

Bestuur De Jonge Specialist

Melanie Baas

Phebe Berben

Tom Brinkman

Kirsten Dabekaussen

Noralie Henning

Olaf Neve

Linn Korsten

Tessel Korver

Tessa Noijons

Merve Parmaksiz

Eke van der Ploeg

Lucy Porter

Frank van Rooijen

Adreswijzigingen

Verhuisd? Mail de redactie: info@dejongespecialist.nl

Digitaal

Ontvang je het magazine liever digitaal? Mail de redactie: info@dejongespecialist.nl

Uitgever De Jonge Specialist

Drukwerk

Cross Media Nederland

Adverteren

Neem hiervoor contact op via info@dejongespecialist.nl

De Jonge Specialist is hét magazine voor medisch specialisten in opleiding en anios. Het tijdschrift wordt vier keer per jaar uitgegeven door De Jonge Specialist.

Oplage 4.100, ISSN: 2352-3670 Jaargang 11

© 2024 DJS

Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van De Jonge Specialist. Niets uit dit magazine mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.

EERVOLLE TAAK

n 2011 besloot ik dat ik dokter wilde worden. Mijn opa werd ziek en mijn gefrustreerde puberbrein was het hier niet mee eens. Dus wilde ik mijn ziel verkopen aan het artsenbestaan om mensen die ziek zijn beter te maken. Uiteraard zonder enig benul van wat het vak precies inhield. Een herkenbaar verhaal?

Anno 2024 is de hormonale storm gaan liggen, heeft mijn gefrustreerde puberbrein zich verder ontwikkeld en heb ik een frontaalkwab gekweekt. De focus is verplaatst van mensen genezen, naar mensen helpen. Daarbij staat kwaliteit van leven centraal. Juist in de laatste levensfase hebben wij de eervolle taak en plicht om iets te betekenen voor onze patiënten. Minder sexy, maar veel belangrijker.

In dit nummer zeggen we vaarwel tegen het ongemak dat we soms kunnen voelen als we het over de laatste levensfase en de dood hebben. Lees in het interview met longarts Sander de Hosson en internist-oncoloog Sabine Netters hoe de palliatieve zorg in Nederland beter kan. Ontdek welke feiten over reanimatie je uit je mouw kunt schudden bij een vitale 75-jarige die niet wil eindigen als ‘kasplantje’. En leer tot slot van geestelijk verzorger Mustafa Bulut hoe je om kunt gaan met patiënten die een andere culturele achtergrond hebben dan jij zelf.

Net als in het theater, moet het in het slotstuk gebeuren! Hoe vul je jouw rol in na het lezen van dit nummer?

MERVE PARMAKSIZ ANIOS SPOEDEISENDE HULP IN HET RIJNSTATE ZIEKENHUIS EN VOORZITTER VAN DE REDACTIE

I N H O U D

Interview

Het hospice

In het Stadshospice Utrecht verblijven patiënten die terminaal ziek zijn en op korte termijn komen te overlijden. Wat betekent het om op een waardige manier te sterven?

Casuïstiek

Die ene patiënt

Vier artsen in de curatieve zorg doen (anoniem) hun verhaal over de impact die een patiënt in de stervensfase kan hebben op ons als persoon, of op onze visie als arts.

Achtergrond

Achtergrond

De laatste levensfase gaat gepaard met diepe emoties en sterke overtuigingen, waarbij grote culturele verschillen bestaan. Dat kan soms botsen.

In Nederland sterven dagelijks ruim 400 mensen, waarvan zo’n 5% door euthanasie. Maar hoe werkt euthanasie precies? Wie voert het uit? En wanneer is het toegestaan?

Beroepsbelangen

We krijgen steeds vaker te maken met informele zorg. Maar wat is eigenlijk het juridisch onderscheid tussen de positie van een mantelzorger en een vrijwilliger?

Oogopslag

DJS Congres

Palliatieve zorg in Nederland

Culturele verschillen

Thema in beeld

Feiten

Wat zijn de kansen dat een reanimatie slaagt? Elke patiënt is anders en onderzoeken lopen uiteen. Toch zetten wij wat cijfers voor je op een rij.

‘Ik zou iedereen willen adviseren om je carrière te beginnen op een plek die op dat moment bij je past’

Op de hoogte blijven van onze activiteiten?

linkedin.com/company/de-jonge-specialist/ De Jonge Specialist dejongespecialist #dejongespecialist

Kort nieuws & feitjes

When breath becomes air

Paul Kalanithi

Wanneer Paul Kalanithi in het laatste staartje van zijn opleiding tot neurochirurg te horen krijgt dat hij longkanker heeft, stort zijn wereld in. Alle toekomstplannen, en die van zijn vrouw, gaan het raam uit. Daarvoor in de plaats komen veel vragen en onzekerheden, terwijl ze hun best doen te navigeren tussen hoop en de harde realiteit. Kalanithi neemt ons mee in zijn levensloop voor en na de diagnose. De epiloog waarin zijn vrouw Lucy na zijn dood haar kant belicht, laat niemand onberoerd.

Naasten

Melanie Kranenburg, Niek van Ooijen en Maaike Haan

Voor wie meer wil leren over mantelzorg in de stervensfase, is deze graphic novel een aanrader. Het is ontwikkeld naar aanleiding van een onderzoek aan het Radboudumc, waarbij mantelzorgers werden geïnterviewd. Door ervaringen te combineren tot twee verhaallijnen is een inkijk gecreëerd in het leven van een mantelzorger voor iemand die stervende is. Hoewel het niet bedoeld is als leidraad, kan het artsen waardevolle inzichten bieden over het ondersteunen van mantelzorgers.

VERSPREEK UURTJE

“Gebruikt u antistolling?” “Ja, ‘s ochtends en ‘s avonds een helekies” (Eliquis)

Slotcouplet

Sander de Hosson

I n de spreekkamer wordt het steeds beter bespreekbaar om niet altijd tot het uiterste te gaan als het gaat om levensverlengende behandelingen. Longarts Sander de Hosson maakt zich in zijn eigen spreekkamer, maar ook daarbuiten, hard voor goede, warme zorg aan patiënten met een ongeneeslijke ziekte. In dit boek deelt hij zijn ervaringen en dilemma’s als behandelaar van deze patiënten. Het boek bestaat uit losstaande columns, waardoor een drukke agenda geen belemmering vormt om even te lezen.

KIJKTIP

• Documentaire: De nachtwaker

In De Nachtwaker wordt nachtwaker Janneke zowel tijdens het waken als tijdens haar leven overdag op de voet gevolgd door regisseur Nicky Maas. Als vrijwilliger staat Janneke al ruim 20 jaar mensen bij op hun sterfbed, zowel thuis als in het hospice. Ze biedt ze ‘s nachts het luisterend oor en de helpende hand die ze nodig hebben. Overdag probeert ze zelf haar leven ten volle te leven en tegelijkertijd haar vrede te vinden met de dood. Te zien op NPO Start.

• Laat je stem horen!

De Nationale Gezond en veilig werken enquête 2024 is live!

Jouw input is cruciaal om inzicht te krijgen in het werk- en opleidingsklimaat van de a(n)ios. Help ons door de enquête anoniem in te vullen. Scan de QR-code, laat jouw stem horen en draag bij aan een betere werkomgeving!

In elk nummer leggen we een betrokken lid van De Jonge Specialist het vuur aan de schenen. Deze keer ondervragen we Yoram Klazen.

Welke schoenen en sokken draag je op je werk?

“Lichtelijk versleten witte klompen met roze vlekken van de chloorhexidine. Hierin gaan mijn kleurrijke sokken met vrolijke figuurtjes, zoals de pinguïns op de foto.”

Hoe ziet jouw ochtendritueel eruit?

“Om 06.30 uur word ik gewekt door de vogelgeluiden van mijn wake-up light. Eerst drink ik een glas water en daarna ga ik (net iets te lang) douchen. Ik ontbijt met yoghurt met bessen en een haver-notenmix. Daarna fatsoeneer ik mijn haar, poets mijn tanden en zet koffie om mee te nemen. Vervolgens stap ik op de fiets richting het ziekenhuis.”

Wat is je favoriete quote?

“‘Assumption is the mother of all mistakes’ van politicoloog Eugene Lewis Fordsworthe. We zijn geneigd om dingen voor elkaar in te vullen. Stel vragen en interesseer je in het perspectief van de ander, dan zal je de situatie echt gaan begrijpen.”

Waar staat De Jonge Specialist volgens jou voor?

“Een vereniging die belangrijk werk verricht door zich in te zetten voor de arts-assistenten en onderzoekers. Zij zijn onmisbaar in de medische wereld, terwijl tegelijkertijd veel van ze wordt gevraagd op professioneel vlak in een vaak roerige tijd in hun (privé)leven.”

Wat zou je tegen je jongere zelf zeggen?

“Laat je niet te veel leiden door wat anderen zeggen dat je zou moeten doen. Maak tijd voor de dingen die je interesseren en waar je plezier uit haalt. Het is niet erg als het niet zo uitpakt als je had gedacht, ook dat is een goede ervaring. En vooral, geniet van de vrijheid die je hebt en de mensen om wie je geeft.”

‘Geniet van de vrijheid die je hebt, en de mensen om wie je geeft’

LUISTERTIPS

• Aangekondigd einde

In deze driedelige podcastserie leren wij samen met Silvia Bromet meer over het leven en de dood in Hospice Bardo. Door openhartige gesprekken met patiënten en hun naasten komen wij meer te weten over de kunst van het loslaten. Daarnaast spreekt Bromet met arts palliatieve geneeskunde Christiaan Rhodius over zijn bijzondere vak. Hij vertelt ons waarom hij daarvoor heeft gekozen en welke levenslessen hij door dit werk en van patiënten heeft geleerd.

• PalliaPodcast

Vrijwel iedere praktiserende arts krijgt wel te maken met patiënten in de laatste levensfase. Gelukkig komt er tijdens de opleiding steeds meer aandacht voor hoe we patiënten daarin kunnen ondersteunen. Maar de palliatieve fase tijdig herkennen en hierop anticiperen is nog niet voor iedere arts even makkelijk. De PalliaPodcast geeft handvatten voor het starten van het proactieve zorgplanningsgesprek en de stappen die daarop volgen.

DIE PATIËNT

Iedere arts in de curatieve zorg krijgt vroeg of laat te maken met een patiënt in de stervensfase. De impact die dit kan hebben op ons als persoon, of op onze visie als arts, moeten we niet onderschatten. Sommige patiënten blijven ons altijd bij. Vier artsen doen (anoniem) hun verhaal.

‘ELK STERFBED IS ANDERS’

Arts-assistent ouderengeneeskunde

Begin dit jaar had ik een opname die typisch begon, maar allesbehalve typisch eindigde. Het ging om een meneer van begin tachtig met een vergevorderd stadium van Alzheimer. Hij ijsbeerde in huis, dwaalde over straat en was ’s nachts onrustig. Zijn familie was zeer betrokken en zag dat het thuis niet meer ging. Aan het begin van de opname was de onrust nog te overzien. De patiënt had in de zorg gewerkt, en liep ’s nachts regelmatig de verzorgenden achterna om hen te ‘helpen’.

Langzamerhand werden de onrust en loopdrang erger en de genotsmomenten minder. Zo bleef hij steeds tegen kastjes aanlopen en dan ‘au!’ roepen, om vervolgens weer tegen precies hetzelfde kastje aan te lopen. Dit gebeurde zo vaak dat hij al snel

een wandelende verzameling van blauwe plekken was.

Niet alleen de verzorgenden en artsen vonden dit moeilijk om aan te zien, ook de familie vond het onmenselijk. Zijn zoon was de eerste die aangaf dat het zo genoeg was geweest, en dat zijn vader genoeg had geleden. De partner zag dit ook, maar had nog moeite om het te verwerken. De loopdrang en nachtelijke onrust bleken refractaire symptomen en aangezien de levensverwachting zeer laag was, zou de patiënt in aanmerking kunnen komen voor palliatieve sedatie. In de gesprekken met de familie groeide het begrip hiervoor en ontstond acceptatie bij de partner. Er kwamen geen vragen meer zoals ‘kunnen we niet nog dit proberen’, maar de partner vertelde verhalen over hoe ze

‘THUIS AFSCHEID NEMEN’

Arts-assistent chirurgie

Als jonge arts-assistent chirurgie op de SEH ontmoette ik een 40-jarige vrouw met een migratieachtergrond die een eindstadium van kanker had. Daarbij had ze een obstructieve ileus ontwikkeld. In overleg met haar eigen ziekenhuis werd geconstateerd dat chirurgisch ingrijpen zowel curatief als ter palliatie niet zinvol meer was. We kozen voor een beleid gericht op haar comfort. Hoewel dit altijd maatwerk is, gold dat voor deze patiënte des te meer.

Het was haar grote wens om de tijd te hebben thuis afscheid te nemen van haar familie. Daarom werd een maaghevel ingebracht, totaal parenterale voeding (TPV) toegediend en technische thuiszorg geregeld. Het ging hier niet om terminale thuiszorg, want de patiënte wilde niet thuis overlijden, maar in het ziekenhuis. Sneller dan ik had verwacht, kwam zij een paar weken later terug vanwege toename van misselijkheid en pijn.

haar man had leren kennen en hoe goed ze het samen hadden gehad.

Na het starten met het toedienen van de midazolam, moesten we meerdere dagen achtereen de dosering ophogen, hoger dan normaal gesproken nodig is bij ouderen. Uiteindelijk moesten we uitwijken naar de volgende stap, namelijk het toevoegen van nozinan. Dit bleek het wondermiddel te zijn dat hem de rust gaf die hij nodig had. Na enkele dagen overleed hij in zijn slaap, tot opluchting van zorgverleners en familie. Het verbaast me soms hoe lang of juist hoe kort mensen nog leven na het starten van palliatieve sedatie. Wat ik hiervan geleerd heb, is dat elk sterfbed anders is. Dat geldt ook voor patiënten en families.”

Na het stoppen van TPV en het optimaliseren van pijnstilling, is de patiënte binnen een paar dagen overleden in het bijzijn van familie. In de laatste dagen kreeg ik nog de gelegenheid om te spreken met de patiënte. Zij was ons erg dankbaar voor de kans die wij haar hadden gegeven om haar kostbare laatste weken met haar familie door te brengen. En om haar eigen verjaardag en die van haar kinderen thuis te kunnen vieren.”

‘SAMEN BESLISSEN’

Arts-assistent neurologie

Het was mijn vierde maand als arts-assistent toen ik op zaal voor het eerst een patiënt kreeg van mijn eigen leeftijd. Tom* had als baby een herseninfarct doorgemaakt waaraan hij epilepsie en een verstandelijke beperking had overgehouden. Hij werd bij ons opgenomen vanwege een status epilepticus. Al snel werd duidelijk dat de twee intraveneuze antiepileptica en midazolam die we gaven, geen effect hadden. We hadden nog de keuze voor een ander anti-epilepticum of een midazolamperfusor op de IC, maar met weinig hoop op een goede uitkomst.

Ik weet nog goed hoe gespannen ik was voor het familiegesprek en hoe blij ik was dat de neuroloog het woord zou voeren. Het was niet mijn eerste

slechtnieuwsgesprek, want ik werkte op de afdeling neurologie. Maar het vergt ervaring waarvan ik wist dat ik die nog niet bezat. Want hoe vertel je een familie dat hun kind komt te overlijden, waarschijnlijk onafhankelijk van elke mogelijke behandeling? Hun kind dat even oud is als jij en, zo bleek later, vrijwel even oud als de kinderen van de neuroloog. Het was voor niemand een makkelijk gesprek en we wisten allemaal het antwoord niet. De knoop doorhakken bleek dan ook het lastigste te zijn. Na veel praten begrepen wij dat de familie er net als wij over uit was dat Tom dit niet meer gewild zou hebben.

Maar hoe kun je als ouder dat besluit nemen? Ik hoor het zijn moeder nog zeggen. Ik had me tot dan toe veelal

stilgehouden en de neuroloog aan het woord gelaten, maar op dat moment wilde ik toch graag wat zeggen. Ik zei dat ze dat besluit niet zelf hoefden te nemen, dat hun gezin dat deed samen met ons. En als het echt niet ging, wij als artsen dat besluit zouden nemen omdat we hadden gehoord hoe ze erin stonden. Wij wilden die last van ze overnemen als het nodig was. De opluchting die dit bij hen gaf, zal ik nooit vergeten. De rest van de week ben ik elke dag, ook na de visite, nog langsgegaan om te kijken of Tom comfortabel bleef. Uiteindelijk is hij aan het einde van die week in de nacht overleden. Ik was dankbaar dat ik daardoor bij hem niet hoefde te schouwen, maar ik had wel graag zijn familie nog een laatste keer sterkte willen wensen.”

* Tom is een gefingeerde naam.

‘OPLUCHTING’

Arts-assistent chirurgie

De eerste keer dat ik acute sedatie heb toegepast weet ik nog heel goed. Het ging om een 50-jarige vrouw die op de SEH kwam met aanhoudend braken en saturatiedips. Dit bleek door een forse hernia diafragmatica te komen, waarbij de patiënt geaspireerd had. Er werden verwoede pogingen gedaan om een neusmaaghevel in te brengen, maar dit bleek onmogelijk. De patiënte werd vervolgens opgenomen met een palliatief beleid en er werd

besproken dat het weleens snel zou kunnen gaan. Een paar uur later bleek het zover te zijn. De verpleging liet mij weten dat de patiënte nu wel heel benauwd en vol klonk, en of ik wilde komen. Ik ging er direct heen en trof een patiënte aan die inderdaad respiratoir onderuit aan het gaan was. Gelukkig had ik al met de familie besproken dat we acute sedatie zouden kunnen toepassen om in zo’n geval haar lijden te verlichten. Hierdoor hebben we snel kunnen

handelen. Toch weet ik niet zeker of we op tijd waren voor de patiënte, omdat ze binnen enkele minuten is overleden.

Wat mij van deze casus misschien nog het meest is bijgebleven, is hoe opgelucht de familie was toen we de midazolam en morfine hadden gegeven. Hoewel sedatie bedoeld is om de patiënt te behandelen, heeft mij dit extra doen beseffen dat ook de ervaring van de familie belangrijk is.”

DJS CONGRES 2024

De bevlogen dokter

DE BEVLOGEN DOKTER

De bevlogen dokter

DJS Congres 2024 Programma & Workshops

DJS Congres 2024 Programma & Workshop

Wanneer: 2 november 2024

Koop nu je kaartje voor ons congres op 2 november!

Programma

Locatie: 1931 Congrescentrum, Den Bosch

09:30 Registratie en inloop & informatiemarkt

Programma

Wie: aios, anios en arts-onderzoekers

10:00 Opening

09:30 Registratie en inloop & informatiemarkt

10:05 Spreker: Wanda de Kanter

Tickets: Leden: Early bird €47,50, Regulier €60,-

10:00 Opening

12 jaar opleiding nodig tot leefstijlcoach? Laten we samen wat beters bedenken!

10:05 Spreker: Wanda de Kanter

Niet-leden: Early bird €100,-, Regulier €150,-.

10:40 Workshopronde 1

12 jaar opleiding nodig tot leefstijlcoach? Laten we samen wat beters bedenken!

11:25 Pauze & informatiemarkt

10:40 Workshopronde 1

11:25 Pauze & informatiemarkt

11:55 Rondetafelgesprek: Bernard Leenstra, Wanda de Kanter, Adriaan ter Braack Ruben Mersch en Academy for Integrative Medicine

11:55 Rondetafelgesprek: Bernard Leenstra, Wanda de Kanter, Adriaan ter Braack

Desinformatie in de zorg: hoe ga je hier mee om?

Ruben Mersch en Academy for Integrative Medicine

12:25 Opleidingsprijs 2024

Desinformatie in de zorg: hoe ga je hier mee om?

Het DJS Congres is een uniek, interdisciplinair congres voor de jonge dokter die zich niet alleen medisch-inhoudelijk, maar ook in de breedte wil ontwikkelen. Onder het prikkelende en veelomvattende thema ‘De bevlogen dokter’ hebben we een gevarieerd en interactief programma in petto met onder andere plenaire lezingen met sprekers, workshops en een informatiemarkt. We doen dit aan de hand van drie pijlers: samen sterker, persoonlijke groei en online zorg. Daarnaast is het DJS Congres dé plek om te netwerken met generatiegenoten en met relevante organisaties van binnen en buiten de medische werkvloer.

12:40 Lunch & informatiemarkt

12:25 Opleidingsprijs 2024

13:25 Energizer

12:40 Lunch & informatiemarkt

13:40 Workshopronde 2

13:25 Energizer

14:25 Pauze & informatiemarkt

13:40 Workshopronde 2

14:55 Spreker: Casper van Koppenhagen

14:25 Pauze & informatiemarkt

De vlucht van Icarus

14:55 Spreker: Casper van Koppenhagen

15:30 Workshopronde 3

De vlucht van Icarus

16:15 Afsluiting

15:30 Workshopronde 3

16:30 Borrel & informatiemarkt

16:15 Afsluiting

16:30 Borrel & informatiemarkt

Verder wordt de Opleidingsprijs weer uitgereikt aan de beste opleider van Nederland. Via onze sociale mediakanalen maken we bekend welke drie opleiders door de vakjury zijn genomineerd. In aanloop naar het DJS Congres kun je jouw stem uitbrengen op één van de finalisten.

Workshops

Verantwoordelijke AI in de klinische praktijk – Federatie van Medisch Specialiste

Workshops

Compassievol medisch leiderschap – Casper van Koppenhagen

Verantwoordelijke AI in de klinische praktijk – Federatie van Medisch Specialiste

Daarbij is het DJS Congres door ruim 30 centra als Discipline

De dramadriehoek – MPOWR

Compassievol medisch leiderschap – Casper van Koppenhagen

De kunst van zelfregie over een gezond werkklimaat – LAD

De dramadriehoek – MPOWR

Effectief solliciteren: hoe krijg ik de baan die ik echt graag wil? – BKV

De kunst van zelfregie over een gezond werkklimaat – LAD

Transformatie in de zorg – Digitaal Ziekenhuis Ksyos

Effectief solliciteren: hoe krijg ik de baan die ik echt graag wil? – BKV

Jouw financiele planning: nu, straks en later? – Sibbing

Transformatie in de zorg – Digitaal Ziekenhuis Ksyos

Overstijgend Onderwijs (DOO) voor aios aangemerkt! Dit betekent dat je jouw kaartje en eventueel gemaakte (reis)kosten kunt declareren vanuit het opleidingsbudget én hiervoor een compensatiedag kunt krijgen als je het congres als DOO bijwoont! In sommige centra geldt ook een vergoeding voor anios.

Lingo met LHBTIQ+ – Roze in Wit

Jouw financiele planning: nu, straks en later? – Sibbing

Medische desinformatie op (sociale) media, hoe ga je daar als dokter mee om? – Bernard Leenstra

Lingo met LHBTIQ+ – Roze in Wit

Mijn patient is niet tevreden, wat nu? – VVAA

Medische desinformatie op (sociale) media, hoe ga je daar als dokter mee om? – B

OK Boomer… – Miriam de Boer

Mijn patient is niet tevreden, wat nu? – VVAA

BESTEL NU

Opleiden: lijden of leiden? – Bernice Theeuwes

OK Boomer – Miriam de Boer

Werken in dienstverband of vrij beroep? – Federatie Medisch Specialisten

Opleiden: lijden of leiden? – Bernice Theeuwes

Ga naar https://djscongres.yellenge.nl of scan de QR-code voor meer informatie over het programma, de workshops, de DOO of het voor het bestellen van jouw ticket.

Zin in zorg: aan de slag met meer werkplezier! – DJS, LAD, VVAA, LOVAH

Werken in dienstverband of vrij beroep? – Federatie Medisch Specialisten

Integrale geneeskunde in je spreekuur – Bea Tanis

Zin in zorg: aan de slag met meer werkplezier! – DJS, LAD, VVAA, LOVAH

Integrale geneeskunde in je spreekuur – Bea Tanis

We zien je graag op 2 november!

Wanda de Kanter
Adriaan ter Braack
Bernard Leenstra
Ruben Mersch
Casper van Koppenhagen

12 / INTERVIEW

TEKST: SABRINA ZWETSLOOT ARTS-ONDERZOEKER CHIRURGIE

FOTOGRAFIE: ARNOUD APITULEY

‘Hier kun je iemand rust en aandacht bieden’

Een huis om in rust afscheid te nemen

HET HOSPICE

In het Stadshospice Utrecht verblijven zes patiënten die terminaal ziek zijn en op korte termijn komen te overlijden. Wat betekent het om op een waardige manier te sterven?

Als jonge dokters komen we de dood veelvuldig tegen: in de context van het ziekenhuis, in de palliatieve setting, of tijdens een schouw bij iemand thuis. We bespreken het onderwerp wanneer iemand wordt opgenomen in het ziekenhuis (‘Wilt u wel of niet gereanimeerd worden?’), maar het is ook een onderwerp waar een grote afstand tot bestaat. Wat als het levenseinde nadert, en iemand serieus moet nadenken over de dood? Wat betekent waardig sterven? Wanneer kan iemand berusten in zijn of haar aankomende overlijden? In een hospice zijn de antwoorden op deze vragen erg dichtbij. Maar als jonge dokter kom je daar niet snel. Des te meer reden om een kijkje

te nemen achter de schermen van een hospice. Wie werken hier en wie komen hier om te sterven?

Ik ga op bezoek bij het Stadshospice Utrecht, gevestigd in een prachtige voormalige pastorie van de Antoniuskerk, midden in de bruisende wijk Lombok. Wat opvalt is de stilte en de rust zodra je het gerenoveerde gebouw binnenstapt. Glas-in-loodramen zijn een mooie verwijzing naar de oorsprong van het gebouw. In de ruime tuin hoor je vrijwel geen stadsgeluiden, slechts af en toe een fietser of vrolijke kinderen. In de keuken staat de koffie klaar. Veel hospices worden draaiende gehouden door vrijwilligers, zo ook hier. Ik interview

Paulien en Annelies (huisarts in opleiding). Beiden zijn al enige tijd vrijwilliger bij het Stadshospice.

Wat maakt het vrijwilligerswerk in het hospice bijzonder?

Paulien: “In het hospice staat de gast [de patiënt in de terminale fase, red.] centraal. Dat betekent dat je iemand echt in zijn waarde laat. Het belangrijkste is dat de gast en de familie zich veilig voelen om goed afscheid te nemen. Ook ontzorg je de gast en de familie, waardoor de gast vaak iets meer energie krijgt en de tijd kan nemen voor zijn of haar familie. Dat kunnen mensen echt waarderen.”

Annelies: “Als arts in het ziekenhuis heb je weinig tijd voor een patiënt. Hier kun je iemand wel die rust en aandacht bieden. We geven prioriteit aan datgene waar een gast behoefte aan heeft. Zo kan het voorkomen dat je met een gast een uur praat over zijn of haar leven, of dat je iemands hand vasthoudt als diegene veel pijn heeft. Het is mooi dat je daar de tijd voor hebt.”

Hoe is de gemoedstoestand van gasten in het hospice?

Annelies: “Ik merk dat gasten, als ze er net zijn, moeten wennen aan het feit dat we veel zorg uit handen nemen. Zichzelf wassen en aankleden kostte thuis of in het ziekenhuis veel moeite. Hier worden ze daarbij geholpen. Gasten houden daardoor meer energie over en knappen vaak op. Verder zien wij veel verschillende emoties: angst voor pijn, angst voor de dood, maar ook veel dankbaarheid voor de rust die ze hier kunnen vinden.”

Maak je de dood bespreekbaar met een gast?

Annelies: “Alleen voorzichtig. Er is genoeg ruimte om het hier over te hebben, maar niet iedereen wil dat en dat respecteren wij. Ik wacht vaak af tot mensen er zelf over beginnen. Eigenlijk heb ik het vaker over het leven: waar komen ze vandaan? Uiteindelijk kom je dan wel vaak uit op hoe ze het leven nu ervaren.”

Paulien: “Ik laat het meestal afhangen van waar mensen zelf over willen praten. Ik vraag nooit: ‘Ben je er al klaar voor?’ Ik vind dat het meer bij de naasten hoort

om het daar over te hebben. Ik bespreek het dus alleen als een gast er zelf over begint.”

Annelies: “De meeste mensen beseffen heel goed dat ze gaan overlijden. Maar het verschilt van persoon tot persoon hoe ze daarmee omgaan. Sommige gasten vinden het moeilijk dat ze komen te overlijden, die maken dat heel bewust mee. Anderen kunnen er meer berusting in vinden.”

Wat is belangrijk in de laatste levensfase?

Paulien: “Het is enorm belangrijk om een gast als volwaardig te behandelen. Dat betekent dat we erkennen dat ze bepaalde behoeftes hebben. Het mooie is dat wij er voor die persoon kunnen zijn. Als gasten bijvoorbeeld vaak bellen, kun je daar wat van vinden. Maar je kunt ook denken: ‘Kennelijk heeft iemand dat nodig’.

Mensen in hun waarde laten, daar gaat het om.

Annelies: “Dat verschilt heel erg. Soms hoor je meerdere keren het levensverhaal van iemand. Andere mensen sluiten zich er een beetje voor af, die lezen een boek of kijken een serie. Weer anderen proberen nog het een en ander te regelen. En er zijn natuurlijk mensen die verward zijn of een verminderd bewustzijn hebben, die krijgen het allemaal niet meer zo goed mee.”

Hoe ga je om met je eigen emoties? Neem je je werk mee naar huis?

Annelies: “Ik neem situaties niet mee naar huis, dat deed ik eerder in het ziekenhuis wel. Door de rust hier voelt het anders en kan ik het een plekje geven.”

Paulien: “Een stervensproces is vooral moeilijk aan te zien als mensen lijden. Of als mensen jong zijn. Maar over het algemeen vind ik het vrijwilligerswerk niet zwaar. Ik ben niet dagelijks met de dood bezig.”

In het Stadshospice werken 80 vrijwilligers, 9 wijkverpleegkundigen, 3 coördinatoren en 1 directeur. Er is plaats voor 6 gasten. Meer informatie: stadshospiceutrecht.nl.

‘Het is belangrijk om een gast als volwaardig te behandelen’

14 / INTERVIEW

TEKST: LESLEY PATMORE

ARTS-ONDERZOEKER MAAG-, DARM- EN LEVERZIEKTEN

Hoe de palliatieve zorg in Nederland beter kan

De zorg in de laatste levensfase verdient meer aandacht. Met de oprichting van Carend willen longarts SANDER DE HOSSON en internist-oncoloog

SABINE NETTERS de palliatieve zorg in Nederland structureel verbeteren.

Als arts krijg je geregeld te maken met patiënten die ongeneeslijk ziek zijn, maar helaas blijken we in de palliatieve zorg nog niet zo bekwaam. Netters en De Hosson vertellen dat één op de drie patiënten in de laatste levensfase op dit moment niet de gewenste zorg krijgt. “Carend vindt dat iedere patiënt de zorg moet krijgen die hij of zij verdient. Dit doen wij door maatschappelijke bewustwording te creëren en kennis en kunde te delen”, vertelt De Hosson. Palliatieve zorg betreft alle zorg voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn, vaak in het laatste jaar van hun leven. Deze zorg richt zich op kwaliteit van leven door het verlichten van lichamelijke

en psychische klachten. “Ik ben allergisch voor de term ‘uitbehandeling’. Dat iemand niet meer kan genezen, betekent niet dat er geen behandeling meer mogelijk is. Zeker in het laatste levensjaar zijn er tal van opties om het leven zo aangenaam mogelijk te maken, zowel door medicamenteuze behandelingen, als door psychische ondersteuning”, vervolgt De Hosson.

ONGEMAK

Artsen vinden het soms ongemakkelijk om het gesprek aan te gaan over de dood, omdat ze het gevoel hebben dat ze dan niets meer kunnen betekenen voor de patiënt. Dit kan leiden tot overbehandeling. “Vaak krijgen wij

van artsen te horen dat patiënten er nog niet klaar voor zijn om over hun laatste levensfase te praten, maar het is juist de dokter die een drempel over moet”, zegt Netters. “Ga tijdig het gesprek aan met patiënten. Wat vinden zij belangrijk in hun laatste levensfase? Hoe zien zij deze voor zich? Toon empathie en compassie. Doe dit niet alleen bij patiënten met uitgezaaide kanker, maar ook bij patiënten met bijvoorbeeld COPD en hartfalen. Wanneer deze patiënten steeds vaker worden opgenomen door decompensatie van hun ziekte, is het goed om tijdig de wensen van de patiënt te bespreken.”

MOOIE GESPREKKEN

De minimale aandacht voor palliatieve zorgverlening in de opleiding is een punt van zorg. “We horen vaak van aios dat zij zich niet bekwaam voelen in het voeren van zulke gesprekken”, zegt Netters. “Tijdens de opleiding is er vaak geen praktisch onderwijs waarin hiermee geoefend wordt. Terwijl dit prima kan plaatsvinden tijdens het introductieprogramma van een ziekenhuis, in plaats van uit te leggen waar de brandblusser hangt. Ga naar je opleider om hier aandacht voor te vragen. Ik zeg wel eens tegen mijn aios: ‘Vergeet de administratie, ga achter je computer vandaan en praat met de patiënt, zonder het over zijn ziekte te hebben’. Hierdoor ontstaan vaak mooie gesprekken. Wat vindt iemand belangrijk in het leven? Welke hobby’s heeft iemand? En welke mensen heeft hij of zij om zich heen?”

VERTROUWDE OMGEVING

De Hosson en Netters zijn enthousiast over de nieuwe generatie dokters. Ze zien dat er bij deze generatie steeds meer aandacht is voor mensgerichte zorg in plaats van ziektegerichte zorg. Beiden hebben een duidelijke visie voor de toekomst van palliatieve zorg. Met de toenemende vergrijzing, zal ook de behoefte aan palliatieve zorg groeien. “Als je nu op een willekeurige dag in het ziekenhuis kijkt naar de opgenomen patiënten (intensive care en kindergeneeskunde niet meegerekend), heeft 1 op de 3 patiënten palliatieve zorg nodig", legt Netters uit. Beide artsen zien het liefst dat de patiënt in

de toekomst in de eigen vertrouwde omgeving kan worden geholpen. Dit betekent niet dat zij het willen overlaten aan de huisarts. “Bij ongeveer 20% van de patiënten in de palliatieve fase is sprake van dusdanige complexiteit, dat een huisarts zich genoodzaakt ziet om een patiënt naar het ziekenhuis te sturen. Maar waarom zou het niet andersom kunnen?” vraagt De Hosson zich af. “Laten we kennis en kunde naar de patiënt brengen in plaats van de patiënt en naasten naar het ziekenhuis te laten komen. Juist in de palliatiefterminale fase vraagt dat enorm veel van mensen. Voor tweedelijns artsen is het ook heel verrijkend om eens buiten de muren van het ziekenhuis te kijken”, vult Netters aan. Zo kun je opnames voorkomen en kunnen patiënten in de palliatieve en stervensfase ook sneller ontslagen worden uit het ziekenhuis en thuis overlijden. “Driekwart van de Nederlanders wil namelijk thuis overlijden, maar dat lukt nog niet eens in de helft van de gevallen”, vertelt Netters.

VERBINDING

In de laatste levensfase vinden veel (overbodige) ziekenhuisopnames plaats, wat belastend is voor zowel het ziekenhuis als de patiënt. Dit gebeurt vaak in de avond- en weekenddiensten, wanneer de vaste arts niet beschikbaar is. Een goed gedocumenteerd plan bij achteruitgang, wat ook inzichtelijk is voor alle hulpverleners, is daarbij heel belangrijk. Maar daar stopt het niet, want daarmee heb je nog niet de kennis en de handen aan bed. Daarnaast

‘Driekwart van de Nederlanders wil thuis overlijden’

moeten we in de komende jaren steeds meer de verbinding zoeken met het sociale domein, zoals gemeenten en de thuiszorg. De Hosson: “De overheid heeft altijd veel nadruk gelegd op mantelzorg, maar dit is geen houdbare situatie.” Netters en De Hosson hopen dat Carend in de toekomst het centrum voor palliatieve zorg wordt, waar iedereen terecht kan voor consultatie, of je nu patiënt, naaste, mantelzorger of zorgverlener bent. Het verbeteren van palliatieve zorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid en Carend zet zich in om een voortrekkersrol te vervullen. Netters: “De geboortezorg in Nederland is perfect geregeld, waarom kunnen we dit dan niet doen voor het laatste stuk van iemands leven?”

‘Ik ben allergisch voor de term uitbehandeling’

OVER CAREND

Carend verzorgt opleidingen en webinars over alle thema’s rondom palliatieve zorg, zowel voor zorgverleners als voor patiënten en naasten. De onderwerpen variëren van rouw en medicatie in de stervensfase, tot aan seksualiteit en intimiteit in de palliatieve fase. Op 6 november organiseert

Carend het congres ‘Zorg rond de Stervensfase’, waarbij alle domeinen van palliatieve zorg aan bod komen. Artsen in opleiding kunnen voor een gereduceerd tarief deelnemen.

16 / ACHTERGROND

TEKST: LARISSA DE RIDDER

ANIOS GYNAECOLOGIE

TSTE LE V E N SFASE IN VEEL CULTUREN EEN

De laatste levensfase gaat gepaard met diepe emoties en sterke overtuigingen, waarbij grote culturele verschillen bestaan. Dat kan soms botsen.

Het etnisch landschap in Nederland laat een grote verscheidenheid zien in sociaal-culturele groepen. Ongeveer 11% van de Nederlandse bevolking heeft een niet-westerse migratieachtergrond, waarvan de vier grootste groepen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst zijn. Ook binnen deze groepen neemt de vergrijzing toe: 250.000 mensen zijn ouder dan 55 jaar. Daarmee groeit ook de groep die zorg nodig heeft in de laatste levensfase.

Palliatieve zorg wordt daarom een steeds belangrijker thema. Maar dat zorgt wel voor de nodige dilemma's.

FAMILIE

Uit verschillende Nederlandse onderzoeken blijkt dat communicatie tussen zorgverleners en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond vooral belemmerd wordt door taalbarrières. Ook zijn zorgverleners onvoldoende vertrouwd met bepaalde culturele gebruiken. In het merendeel van de gevallen wil de familie dat de

GROOT TABOE

arts een slechte diagnose en prognose niet rechtstreeks vertelt aan de patiënt, om zo de patiënt te behoeden voor het slechte nieuws. Veel artsen hebben hier moeite mee, vanwege hun beroepsgeheim en het recht van de patiënt op informed consent. Als de patiënt zelf nauwelijks tot geen

Nederlands spreekt, is één familielid vaak de woordvoerder, die op zijn beurt weer ‘aangestuurd’ wordt door andere belangrijke familieleden. De familie speelt een grote rol bij alle belangrijke beslissingen, ook in de besluitvorming over een medische behandeling. Dit

is voor sommige artsen lastig. In Nederland zijn we gewend dat de patiënt autonoom is en zelf beslist over zijn of haar leven. In andere culturen draait het meer om de gemeenschap en is gedeelde autonomie (samen beslissen) veel belangrijker. Aan de andere kant zijn niet-westerse migranten soms weinig vertrouwd met de Nederlandse omgangsvormen en de directe en open manier van communiceren.

ZO LANG MOGELIJK LEVEN

Religie is voor niet-westerse migranten zeer belangrijk en velen zijn van mening

‘In sommige culturen zijn ze terughoudend met het accepteren van pijnmedicatie en palliatieve sedatie’

dat alleen God of Allah beslist over ziekte en het tijdstip van overlijden. Dit betekent dat de laatste levensfase niet zozeer gericht is op de kwaliteit van leven, maar meer op een zo lang mogelijk leven. Een maximale, op genezing gerichte behandeling staat op de eerste plaats. Sommige beslissingen rond het levenseinde, zoals het niet starten van een zinloze behandeling, het stoppen van een behandeling, besluit tot niet reanimeren, palliatieve sedatie en euthanasie, zijn daarom ‘verboden’ onderwerpen. Veel nietwesterse migranten hebben het idee dat in Nederland euthanasie makkelijk wordt verleend. Sommigen voelen zich hierdoor bedreigd, omdat die optie in Nederland ook vaak besproken wordt.

THUISZORG

Niet-westerse migranten doen niet snel een beroep op thuiszorg, want familieleden vinden het hun taak om voor de patiënt te zorgen. Onbekendheid met de voorzieningen speelt hierbij ook een rol. Vaak gaat de voorkeur uit naar specialistische zorg in het ziekenhuis, omdat ze daar de beste zorg verwachten en omdat ze blijven zoeken naar genezing. Daarnaast bestaat de vrees voor roddel in de gemeenschap dat de familie onvoldoende voor het familielid zou willen zorgen. Dit leidt er soms toe dat patiënten in de allerlaatste fase toch nog in het ziekenhuis belanden.

PIJNBESTRIJDING

Niet-westerse migranten kunnen terughoudend zijn in het accepteren van pijnmedicatie en palliatieve sedatie. Dit heeft te maken met het helder houden van de geest en niet met het weigeren van medisch beleid. Morfine wordt vaak

niet genomen, omdat gedacht wordt dat dit middel de dood bespoedigt. In Nederland zijn wij juist gebrand op het geven van adequate pijnstilling in de laatste levensfase, omdat artsen met het afleggen van de eed zweren en beloven het lijden te verlichten. Toch kan het geven van alleen paracetamol ertoe leiden dat niet-westerse migranten zich niet serieus genomen voelen. Voor symptomen als misselijkheid, obstipatie en andere pijn maken patiënten dan ook vaak eigen kruiden, smeersels of oliën.

ZORG NA OVERLIJDEN

Ook na het overlijden bestaan culturele verschillen. Sommige culturen hebben eigen gebruiken in het wassen en afleggen van een overledene. De overledene mag wel worden afgedekt met een laken. Daarnaast bestaat soms de wens om de overledene in eigen land te begraven. In bepaalde culturen is dat bij voorkeur al binnen de eerste 24 uur na overlijden. Dit kan geregeld worden door begrafenisondernemingen, uitvaartverzekeringen en religieuze organisaties. In niet-westerse culturen is rouwen en rouwverwerking gekoppeld aan rouwrituelen voor de overledene. Hierbij speelt geloof en de opvang door de hele gemeenschap als beschermende factor, een belangrijke rol. Zowel in het leren omgaan met het verlies, als het zich weer aanpassen aan een nieuwe situatie.

Voor het schrijven van dit artikel is onder andere gebruikt gemaakt van artikelen uit Pallium, een tijdschrift waarin medische en verpleegkundige ontwikkelingen worden gevolgd op het gebied van palliatieve zorg, en de handreiking ‘Palliatieve zorg aan mensen met een nietwesterse achtergrond’ van Pharos.

‘De familie vindt het haar taak om voor de patiënt te zorgen’

MEER WETEN?

Meer weten over dit onderwerp? Bekijk dan deze infographic op Palliaweb. Deze kwam tot stand als onderdeel van het project ‘palliatieve zorgprojecten langs de diversiteitsmeetlat’. Dit is een implementatieproject uit het ZonMw-programma Palliantie.

Rode Hoed Symposium – Kies voor de toekomst!

2 oktober 2024

9:00 – 18:00

De Rode Hoed, Amsterdam

Iedere medisch specialist kiest voor vooruitgang in de zorg.

Alleen: hoe geven we de gewenste toekomst vorm? Daarover gaat het 25e Rode Hoed Symposium op woensdag 2 oktober 2024 in de Rode Hoed in Amsterdam. Want de uitdagingen waar we voor staan vragen om lastige keuzes, terwijl de praktijk van de afgelopen tien jaar ons leert dat kiezen moeilijk is.

Scan de QR-code voor meer informatie over het programma en de inschrijving. Voor a(n)ios geldt een aangepast tarief.

MMV-congres Opleiding; de grote verbinder 4 december 2024

9:00 - 17:00

NBC Congrescentrum, Nieuwegein

Op woensdag 4 december 2024 organiseert de Federatie Medisch Specialisten de zestiende editie van het MMVcongres in het NBC Congrescentrum in Nieuwegein. Het thema is dit jaar ‘Opleiding; de grote verbinder’, waarbij het gaat over het zoeken naar de verbinding en het focussen op de gedeelde drijfveren in de opleiding. Veranderingen volgen elkaar razendsnel op. Technologische ontwikkelingen, klimaatverandering en een veranderende bevolkingssamenstelling kunnen soms tot polarisatie leiden. Zoek daarom juist in deze tijd naar de verbinding. Wees nieuwsgierig en vind die gedeelde drijfveren waarom je als medisch specialist, aios of opleider je elke dag weer inzet om de beste zorg te geven aan iedere patiënt. Zien we jou ook op 4 december?

Scan de QR-code voor meer informatie en inschrijving!

ben zwanger.

Moet ik dan diensten draaien?

Volgens de wet hebben zwangere werknemers recht op een regelmatig arbeids- en rusttijdenpatroon. Zo hoef je niet méér te werken dan 10 uur per dienst en heb je recht op extra pauzes. Daarnaast ben je volgens veel cao’s vanaf drie maanden zwangerschap niet verplicht om (nacht)diensten te draaien. In sommige cao’s maken onze onderhandelaars aanvullende afspraken. Lees het uitgebreide antwoord op demedischspecialist.nl/juridisch-advies

Heb je zelf een juridische vraag?

20 / INTERVIEW

TEKST: TINKA HOOGTERP AIOS INTERNE GENEESKUNDE

Bij een naderend overlijden, kunnen culturele verschillen tussen dokter en patiënt een goed gesprek in de weg staan. Geestelijk verzorger Mustafa Bulut legt uit hoe het beter kan.

Wat maakt uw werk zo leuk?

“Het leukste aan mijn werk is de verscheidenheid. Ik ben bezig met patiëntenzorg, casuïstiek, geef scholing, spreek op congressen en geef interviews. Ik ben als geestelijk verzorger betrokken in alle levensfasen, van geboorte tot aan de dood. Vraagstukken waar ik mij mee bezighoudt zijn: Hoe voelen mensen zich als ze ziek zijn? Hoe houden ze het vol? Hoe reageert iemand na het krijgen van slecht nieuws?”

Waarom is het belangrijk dat artsen op de hoogte zijn van interculturele verschillen?

“De verwachting van het CBS is dat in 2035 1 op de 3 mensen in Nederland een migratieachtergrond

heeft. We moeten daarom rekening houden met culturele verschillen en kijken wat bij de patiënt past. Het zal je misschien verbazen dat ook binnen Europa verschillen zijn. In België deelt twee derde van de artsen slecht nieuws, terwijl in Italië nog niet de helft van de artsen dat doet. In Nederland zijn we met 98% voorloper als het gaat om transparantie bij het delen van een ongunstige prognose.”

Met welke uitdagingen hebben Nederlandse zorgverleners te maken?

“Er zijn verschillende culturen. Onze Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst is opgezet vanuit een ik-cultuur en gericht op het individu.

INTERCULTURELE GESPREKKEN IN DE LAATSTE LEVENSFASE

VOORBEREIDING

1 Zorg voor een goede omgeving en neem de tijd. Zoek een rustige privéruimte waar de patiënt zich veilig voelt en vraag welke personen de patiënt bij het gesprek wil hebben.

2 Verdiep je in de culturele achtergrond van de patiënt met betrekking tot dood en rouw. In sommige culturen is praten over de dood een taboe, terwijl in andere culturen het voorbereiden op de dood een belangrijk ritueel is.

3 Wees je bewust van communicatieverschillen. Non-verbale communicatie is belangrijker dan verbale communicatie. Wat in jouw cultuur als beleefd wordt gezien, kan door een ander als ongemakkelijk of ongepast worden ervaren.

4 Overweeg bij taalbarrières de leider van de familie in te zetten of een professionele tolk. Zorg dat de tolk vooraf op de hoogte is van het doel van het gesprek. Dit voorkomt miscommunicatie en zorgt ervoor dat belangrijke nuances niet verloren gaan. Iemand met dezelfde culturele achtergrond, of kennis van interculturele verschillen, kan ook helpen bij het overbruggen van cultuurverschillen.

GESPREKSVOERING

1 Stel open vragen en luister actief. Door open vragen te stellen krijgt de patiënt ruimte om gedachten en gevoelens te delen. Toon aan dat je luistert door samen te vatten en vragen te stellen. Probeer te begrijpen wat belangrijk is voor je patiënt en accepteer hierin ook verschillen in wensen.

2 Toon empathie. Probeer je te verplaatsen in de positie van de ander, laat zien dat je de situatie en gevoelens van de patiënt probeert te begrijpen.

3 Vermijd aannames en stereotypering. Wees je bewust van vooroordelen op basis van cultuur. Stel daarom vragen in plaats van iets te veronderstellen.

4 Introduceer gevoelige onderwerpen, zoals palliatieve sedatie, voorzichtig. Begin bijvoorbeeld met algemene vragen over hoe de patiënt over deze onderwerpen denkt.

5 Wees je bewust van je eigen culturele achtergrond en hoe deze je perceptie en communicatie kan beïnvloeden. Dit kan je helpen om een open houding aan te nemen. Vraag tijdens het gesprek feedback en wees bereid je aanpak aan te passen indien nodig. Als het gesprek moeizaam verloopt, bijvoorbeeld door verschillende opvattingen, een taalbarrière die onderschat was of omdat emoties in de weg staan, overweeg dan het gesprek af te breken en op een later moment te voeren.

Door deze algemene tips in praktijk te brengen, kun je de basis leggen voor een open en respectvol gesprek, zelfs wanneer er grote culturele verschillen zijn. Dit is vooral belangrijk in gesprekken over de laatste levensfase, waarin begrip en empathie cruciaal zijn.

Maar er zijn ook wij-culturen, waarbinnen het belangrijk is om familie te betrekken en collectief te beslissen.

Voor deze groep geldt dat het belangrijk is om de patiënt te vragen wie in de familie belangrijk is of aan wie de patiënt zijn/haar leven zou toevertrouwen.

Deze persoon wordt dan de eerste contactpersoon. Gesprekken hoeven dan ook niet met de hele familie gevoerd te worden, maar er worden wel collectief beslissingen genomen.”

Welke tips geeft u meestal aan artsen als ze een moeizaam gesprek verwachten?

“Als het gesprek moeilijk loopt, is het niet de vraag hoe je het moet voortzetten, maar wat er fout gaat. Meestal

gaat het voorafgaand aan het gesprek al moeizaam doordat er eerder in de behandeling al wat ophef is geweest. Besteed hier aandacht aan en probeer erachter te komen waarom mensen op een bepaalde manier reageren.”

‘Vraag wat voor de ander vanuit religie belangrijk is’

Hoe zorg je ervoor dat de boodschap goed overkomt?

“De vraag is of de boodschap wel moet overkomen. In de wet staat dat de patiënt recht heeft op informatie over zijn of haar medische situatie. Is het niet aan de patiënt om te beslissen wat hij of zij wil weten? Als je slecht nieuws gaat brengen, overweeg dan te vragen of iemand wil weten wat de diagnose en prognose is. Dit hoeft niet letterlijk bij iedereen, maar hiermee houd je de regie bij de patiënt en laat je deze meebeslissen. Het gaat eigenlijk niet om wat een arts wil vertellen, maar over wat de patiënt wil weten. Vaak weten patiënten wel hoe ziek ze zijn, maar tegelijkertijd zijn ze ook angstig. Alle informatie overbrengen kan erg confronterend zijn.

Bij een taalbarrière is het belangrijk om de leider van de familie te vinden en in te zetten als tolk. Controleer tijdens het gesprek aan de hand van de lichaamshouding, de mimiek en de toon van de stem van de patiënt of de informatie juist overkomt. Als er twijfel bestaat of de familie de informatie wel correct overbrengt, kun je beter kiezen voor een officiële tolk.

Uit onderzoek blijkt communicatie voor 7% uit inhoud van tekst te bestaan en voor 93% uit nonverbale communicatie, waaronder lichaamstaal en de

MUSTAFA BULUT

Mustafa Bulut is geestelijk verzorgen in het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis in Tilburg. Naast ondersteuning van patiënten, geeft hij begeleiding aan zorgverleners bij culturele verschillen over ziekte en dood. Hij schreef landelijke richtlijnen over interculturele zorg en richtte het opleidingsbureau interculturele zorg op. Eind 2024 verschijnt zijn boek Wilt u weten wat u heeft?, waarin hij schrijft over het omgaan met cultuurverschillen in de zorg. Voor meer informatie zie: www.obiz.info of scan de QR-code.

toon van de stem. De non-verbale communicatie is dus het belangrijkst. In de blik van jouw ogen kunnen mensen eigenlijk al lezen dat er slecht nieuws komt.”

Hoe bespreek je op een respectvolle manier de religieuze overtuigingen van de patiënt?

“Respect toon je al door hiernaar te vragen. Vraag wat voor de ander vanuit religie belangrijk is. In de islam is bijvoorbeeld de Shahada (geloofsbelijdenis) uitspreken bij het overlijden erg belangrijk. Indien de patiënt aangeeft dat alleen God over de dood gaat, ga hier dan niet op in. Uitleggen dat God ook mensen (artsen) brengt kan in zo’n fase te ingewikkeld zijn.”

Hoe ga je om met spanning en ongemak tijdens een intercultureel gesprek?

“Spanning of ongemak is iets dat vanuit jezelf komt. Als je dit voelt, probeer dan na te gaan waar dit door komt. Komt de ander dominant over, of worden er irritaties gewekt? Indien je dit weet, kom je een heel stuk verder en dat is ook van belang voor je verdere carrière als arts.”

‘Het gaat eigenlijk niet om wat een arts wil vertellen, maar over wat de patiënt wil weten’

De Academie

voor medisch specialisten

ACTUEEL TRAININGSAANBOD VOOR A(N)IOS

AIOS TALENTENKLAS

Maatschappelijke vraagstukken op het gebied van betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg, maar ook het behoud van voldoende personeel en de implementatie van innovaties vragen om fundamentele ingrepen. Leiderschap en betrokkenheid van medisch professionals is hierbij onmisbaar. In de Aios Talentenklas vormt de ontwikkeling van jouw persoonlijk leiderschap de rode draad. Vergroot je kennis op relevante thema’s en uitdagingen in de zorg én binnen een zorgorganisatie en ontwikkel je visie op deze thema’s. Ook versterk je jouw overtuigingskracht.

DUUR: 18 dagdelen

LOCATIE: Ede en Breukelen

KOSTEN: € 3.975

VERANDER JE PERSPECTIEF

OP SAMENWERKING

Samenwerken met verschillende zorgprofessionals op de werkvloer kan uitdagend zijn. Door eens door de ogen van een ander te kijken, bied je samen optimale zorg aan je patiënt. In deze driedaagse training leer je hoe een ander perspectief betere zorg oplevert. Zo word je een medisch specialist die in staat is om problemen en uitdagingen om te buigen naar mogelijkheden. Door ervarend leren breng je vanuit jouw eigen waarden en kernkwaliteiten het geleerde ook meteen in de praktijk.

DUUR: 3 dagen

LOCATIE: Omgeving Utrecht

KOSTEN: € 1.475

De Academie voor medisch specialisten is het opleidingsinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. We bieden scholing en begeleiding aan medisch specialisten, ziekenhuisapothekers, klinisch fysici, klinisch chemici en a(n)ios op het gebied van vaardigheden, leiderschap, bestuur en management.

BASISCURSUS

ZIEKENHUISMANAGEMENT

Krijg als a(n)ios snel inzicht in de organisatie van het zorgstelsel en de financiering van de medisch specialistische zorg met de basiscursus Ziekenhuismanagement van de Academie. In deze tweedaagse cursus leer je meer over de onderlinge samenwerking in het ziekenhuis, de organisatie en de medische staf. Daarnaast krijg je handvatten voor het vertalen van beleid naar doelen, zodat je na afloop weet hoe te handelen binnen de context van de organisatie en het beleidsproces van het ziekenhuis.

DUUR: 2 dagen

LOCATIE: Omgeving Utrecht

KOSTEN: € 635

BASISCURSUS

PERSOONLIJK LEIDERSCHAP

Hoe sta je stevig in je schoenen als a(n)ios in een hiërarchische omgeving? Tijdens deze tweedaagse basiscursus Persoonlijk leiderschap van de Academie in samenwerking met MPowr ga je aan de slag met je kernwaarden, kernkwaliteiten, zelfzorg en krijg je inzicht in de impact van aannames. De cursus werd speciaal ontwikkeld voor a(n)ios en geeft je handvatten waarmee iedere arts een leider kan zijn, los van positie of functie.

DUUR: 2 dagen

LOCATIE: Omgeving Utrecht

KOSTEN: € 995

MARIJE NOTENBOOM ARTS-ONDERZOEKER EN AIOS RADIOTHERAPIE

TROOST

Over de maker

“Schilderen is voor mij een fijne uitlaatklep en manier om je zinnen te verzetten. Momenteel werk ik aan een PhD, waarna ik mijn opleiding tot radiotherapeut-oncoloog in Rotterdam weer zal hervatten. Recent is een van mijn abstracte werken op de cover van een internationaal wetenschappelijk tijdschrift geplaatst.”

Waar kijken we naar?

“Dit is acryl op canvas van 50 x 70 cm. Het is een van de drie schilderijen uit een serie die ik ‘Samen’ heb genoemd. Op dit schilderij (‘Troost’) slaat iemand een arm om de ander. Wie de verschillende figuren zijn, is voor de kijker zelf in te vullen.”

Tip!

Volg Marije op Instragram: @marije.artsy

Heb jij ook creatieve talenten en wil jij schitteren in deze rubriek? Stuur dan een mailtje aan Merve Parmaksiz: m.parmaksiz@dejongespecialist.nl

FLIPJE

Welkom bij Flipje! Met een vriendelijke lach word ik ontvangen op mijn kersverse werkplek in de Betuwe. Mijn nieuwe collega’s lopen op mijn eerste dag gelijk even langs om zich voor te stellen (met voornaam!) en zelfs de receptioniste van het ziekenhuis is het niet ontgaan dat er een nieuwe arts is gestart. Als nieuwe dokter op de spoedeisende hulp (SEH) word ik direct opgenomen in de groep hechte collega’s.

Het voelt goed om mijn carrière hier te starten. Ons kent ons, korte lijntjes en elkaar tutoyeren: heerlijk! Toch? Ik moet eerlijk bekennen dat ik even heb getwijfeld. Een streekziekenhuis, gebeurt daar eigenlijk wel iets? Ik heb gekozen voor het vak vanwege de chaos en de hectiek, maar ga ik dat hier vinden? Of rijdt de ambulance ons liever voorbij?

‘Ik

zou iedereen willen adviseren om je carrière te beginnen op een plek die op dat moment bij je past’

De Betuwse patiënt blijkt echter niet anders dan patiënten elders in het land: ook zij presenteren zich op onze afdeling met een septische shock of ernstige verlamming ten gevolge van een beroerte. En ook de Betuwse ouders zijn ongerust als hun kind een koortsstuip heeft gehad. Patiënten blijven patiënten, waar ze ook wonen.

Als jonge twintiger begon ik met werken op de SEH zonder duidelijk plan voor ogen. Nu ben ik spoedeisende hulparts, heb ik twee kinderen en woon en werk ik in de Betuwe. Misschien bevind ik me over tien jaar wel heel ergens anders, misschien ook niet. Waar het om gaat is dat dit voor nu goed voelt. Ik prijs mezelf gelukkig met mijn huidige werkplek en mijn leuke collega's! Ik zou iedereen willen adviseren om je carrière te beginnen op een plek die op dat moment bij je past. Je vormen als medisch specialist komt dan vanzelf.

Lijkt het jou ook leuk om een keer een column te schrijven? Neem dan contact op met Merve Parmaksiz: m.parmaksiz@dejongespecialist.nl.

LISELORE

VAN WESTEROP is in maart 2023 gestart als spoedeisende hulparts in Ziekenhuis Rivierenland. In deze column vertelt zij over haar ervaring om te starten als medisch specialist in een streekziekenhuis.

26 / ACHTERGROND

TEKST: YORAM KLAZEN

AIOS ANESTHESIOLOGIE

Ondraaglijk en uitzichtloos lijden: de feiten en fabels rond euthanasie

IN NEDERLAND STERVEN DAGELIJKS RUIM 400 MENSEN, WAARVAN ZO’N 5% DOOR EUTHANASIE. MAAR HOE WERKT EUTHANASIE PRECIES? WIE VOERT HET UIT? EN WANNEER IS HET TOEGESTAAN?

Nederland was in 2002 het eerste land ter wereld waar euthanasie bij wet werd geregeld via de ‘Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding’ (wtl). De invoering van deze wet hebben we grotendeels te danken aan arts en toenmalig minister van Volksgezondheid Els Borst. De wet maakt onderscheid tussen ‘euthanasie’, waarbij de arts het dodelijke middel toedient, en ‘hulp bij zelfdoding’ waarbij

SEPTEMBER 2024

de arts het dodelijk middel aan de patiënt verstrekt, maar diegene het zelf inneemt. Een arts is niet verplicht mee te werken aan een euthanasieverzoek. Als een arts dat niet wil, moet de arts dat de patiënt tijdig duidelijk maken, zodat deze een andere dokter kan zoeken.

ZORGVULDIGHEIDSEISEN

In beginsel is een einde aan iemands leven maken strafbaar, ook voor artsen. De ‘euthanasiewet’ regelt dat dit voor

artsen niet strafbaar is, wanneer iemand niet meer beter kan worden en er niets meer aan het lijden gedaan kan worden. Belangrijk hierbij is dat er aan 6 zorgvuldigheidseisen wordt voldaan, zie kader.

UITVOERING

In 80% van de gevallen wordt euthanasie uitgevoerd door de huisarts, omdat deze de patiënt vaak het beste kent. Maar dit hoeft niet. In 2023

werd 9068 keer euthanasie verleend, waarvan 327 keer door een medisch specialist en 124 keer door een aios. Meest opvallend is misschien nog wel dat ‘slechts’ 4% wordt verleend door specialisten ouderengeneeskunde, terwijl bijna 10% van de verzoeken in een verpleeg- of verzorgingshuis wordt uitgevoerd. Verreweg de meeste euthanasieverzoeken worden thuis uitgevoerd, maar dit kan dus ook ergens anders plaatsvinden, zoals in het ziekenhuis of een zorghotel. Artsen en patiënten kunnen voor begeleiding en advies terecht bij het Expertisecentrum Euthanasie. Wanneer de eigen arts de euthanasie niet kan of wil uitvoeren, kan dit eventueel worden gedaan door een arts van het Expertisecentrum. Als arts kun je ook een SCEN-arts om steun en advies vragen.

BIJZONDERE SITUATIES

Euthanasie is ook in een aantal bijzondere situaties mogelijk. Zo kunnen kinderen vanaf 12 jaar om euthanasie vragen. Tot 16 jaar moeten de ouders het eens zijn met de beslissing, en vanaf 16 jaar moeten de ouders bij de beslissing betrokken zijn. Ook bij psychiatrische aandoeningen is euthanasie mogelijk. Het inschatten van het ondraaglijk lijden zonder beperkte levensverwachting kan dan extra lastig zijn. De richtlijn stelt dan ook dat naast de verplichte wettelijk consulent, een andere arts met kennis van de ziekte het verzoek moet beoordelen. Bovendien moet de patiënt wilsbekwaam zijn. Het meest besproken

In beginsel is een einde aan iemands leven maken strafbaar, ook voor artsen

ZORGVULDIGHEIDSEISEN

1 Het verzoek komt van de patiënt zelf (en bijvoorbeeld niet van naasten), is vrijwillig en het is weloverwogen. Daarom is het voor patiënten belangrijk hier regelmatig over te praten met anderen, zodat de beslissing geen opwelling lijkt.

2 Er is sprake van 'uitzichtloos en ondraaglijk lijden'. Dit betekent dat de patiënt niet meer kan genezen en dat het lijden van de patiënt niet meer kan worden verlicht. Hierin weegt de arts mee hoe zwaar een eventuele behandeling is voor de patiënt en hoeveel verbetering dat nog kan geven. Bepalend is hoe de patiënt het lijden zelf ervaart en voor de arts moet dit invoelbaar zijn.

3 De arts dient de patiënt te informeren over zijn/haar gezondheidstoestand en wat de vooruitzichten hiervan zijn. Daarnaast toetst de arts of de patiënt voldoende weet over zijn/haar situatie en de informatie heeft begrepen.

4 De arts dient samen met de patiënt af te wegen of er geen redelijke andere oplossingen zijn die het lijden kunnen verlichten. Als de baten van een behandeling niet opwegen tegen de belasting voor de patiënt, kan samen besloten worden van een dergelijke behandeling af te zien.

5 De arts dient ten minste één andere arts (een ‘wettelijk consulent’) te raadplegen die niet bij de behandeling van de patiënt is betrokken en de patiënt niet persoonlijk kent. Deze arts moet de patiënt zelf zien en beoordelen of aan bovenstaande eisen is voldaan. Het advies is niet bindend, maar afwijken van dit advies vereist een grondige onderbouwing. SCEN-artsen zijn speciaal opgeleid om deze taak uit te voeren.

6 De arts moet de euthanasie op een medisch zorgvuldige manier uitvoeren. Deze werkwijze is vastgelegd in de richtlijn ‘uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding’.

Tot slot is de arts verplicht de euthanasie te melden bij de gemeentelijk lijkschouwer en één van de vijf Regionale Toetsingscommissies Euthanasie. Deze commissie zal beoordelen of de arts heeft gehandeld volgens de eisen van de wet.

is waarschijnlijk euthanasie bij dementie. De progressie van dementie maakt namelijk dat iemand gaandeweg zijn wilsbekwaamheid verliest en niet meer zelf om euthanasie kan vragen. Om dit probleem voor te zijn, kunnen patiënten hun wensen laten vastleggen in een schriftelijke wilsverklaring. Belangrijk is dat hieruit duidelijk blijkt wat deze persoon ondraaglijk lijden vindt, zodat de arts dit aan de wet kan toetsen. Ondanks de wilsverklaring kan een arts na verloop van tijd niet meer controleren of de patiënt de euthanasie nog wel wil. Het kan zijn dat artsen om die reden uiteindelijk afzien van euthanasie. Het

is voor patiënten daarom aan te raden regelmatig met de arts te praten, zodat actuele wensen bij de uitvoerend arts bekend zijn. Tot slot kan euthanasie ook gerechtvaardigd zijn bij één of meer ouderdomsaandoeningen (zoals gehoorof visusstoornissen). Euthanasie zonder medische reden, zoals bij ‘voltooid leven’, is volgens de wet niet toegestaan.

MEER INFO

Meer informatie vind je op de website van het Expertisecentrum Euthanasie.

FEITEN REANIMATIE

Wat zijn de kansen dat een reanimatie slaagt? En wat is het risico op schade achteraf? Elke patiënt is anders en onderzoeken naar uitkomsten van reanimatie lopen uiteen. Toch zetten we wat cijfers op een rij.

‘Code A’, ‘volledig beleid’, ‘geen behandelbeperking’: termen om aan te geven dat je gaat reanimeren als het hart van je patiënt ermee stopt en deze naar de intensive care brengt als het nodig is. Aan deze behandelcode is een weloverwogen beslissing bij patiënt en dokter voorafgegaan. Een 40-jarige met blanco voorgeschiedenis? Daar hoef je vast niet lang over na te denken. En dat je andersom géén code A meer adviseert bij een 90-jarige met multimorbiditeit heb je ongetwijfeld ook snel besloten. Maar wat adviseer je een actieve 75-jarige die gereanimeerd wil worden met de toevoeging ‘er niet als een kasplantje uit te willen komen’?

Het voeren van een behandelcodegesprek is niet altijd eenvoudig. Je praat met de patiënt over een mogelijk toekomstige situatie die ook nog eens abstract is. Onder welke omstandigheden een reanimatie plaatsvindt en welke consequenties deze voor jouw specifieke patiënt heeft, kun je op voorhand niet zeggen. De slagingskans van een out of hospital cardiac arrest (OHCA) is anders dan die van een in hospital cardiac arrest (IHCA). Dit komt doordat de ziekenhuispopulatie verschilt van die van de populatie buiten het ziekenhuis en op beide plekken andere hulp beschikbaar is. Voor dit artikel beperken we ons tot de cijfers die bekend zijn over een IHCA.

DE SLAGINGSKANS VAN EEN REANIMATIE IS VOORAL

AFHANKELIJK VAN LEEFTIJD, COMORBIDITEIT EN DE REDEN DAT IEMAND IN HET ZIEKENHUIS OPGENOMEN IS.

Kwetsbare ouderen hebben een zeer kleine kans om reanimatie zonder schade te overleven naarmate de leeftijd stijgt en het aantal comorbiditeiten toeneemt.

Van alle mensen die in het ziekenhuis een hartstilstand krijgen, verlaat 13-30% levend het ziekenhuis.

13–30%

De aanwezigheid van aandoeningen als een maligniteit, sepsis, pneumonie, nierfalen en slechte functionele status vóór het ontstaan van een hartaanval, zijn voorspellers voor een slechte uitkomst.

Hoe ouder de patiënt, hoe kleiner de overlevingskans van een reanimatie. Dit geldt met name vanaf een leeftijd >70 jaar.

ADL-STATUS IS EEN ONAFHANKELIJKE VOORSPELLER VOOR DE UITKOMST

VAN EEN REANIMATIEPROCEDURE. HOE MINDER MOBIEL EEN PATIËNT WAS VÓÓR OPNAME, HOE SLECHTER DE UITKOMST VAN EEN REANIMATIE.

• Goed om te weten:

Als je patiënt gereanimeerd wil worden, terwijl je als arts een behandelbeperking op medische gronden wilt afspreken, kun je je patiënt naar een collega verwijzen bij wijze van second opinion. Je bent als arts niet verplicht te reanimeren als je oordeelt dat reanimatie een medisch zinloze handeling is.

• Van de 70-plussers die in het ziekenhuis gereanimeerd worden, verlaat 5,9 – 32,7% levend het ziekenhuis. Van de 80-plussers is dit 11-17%.

Een hoge frailty score (5 of hoger) leidt onafhankelijk van andere factoren tot een slechtere uitkomst. Er bestaat een 3 keer grotere kans op overlijden dan bij iemand zonder hoge frailty score. Ook is de kans dat iemand blijvend zorg nodig heeft en niet meer thuis kan wonen na een reanimatie bij een hoge frailty score groter.

Amerikaans onderzoek laat zien dat een kwart van de patiënten na een reanimatieprocedure een cognitieve beperking had die leidde tot een beperking in de zelfredzaamheid.

De feiten in dit artikel zijn afkomstig uit het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (2016), de Multidisciplinaire Richtlijn: Besluitvorming over reanimatie (Verenso 2013), het onderzoek ‘In-hospital cardiac arrest: the state of the art’( James Penketh en Jerry P Nolan, 2022) en het onderzoek ‘In-Hospital Cardiac Arrest: A Review’ (Lars W Andersen, Mathias J Holmberg, Katherine M Berg, Michael W Donnino en Asger Granfeldt, 2019)

30 / BEROEPSBELANGEN

TEKST: KARLIJN DERKSEN

JURIST ARBEIDSRECHT EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT

HOE INFORMEEL IS INFORMELE ZORG?

We krijgen steeds vaker te maken met informele zorg. Maar wat is eigenlijk het juridisch onderscheid tussen de positie van een mantelzorger en een vrijwilliger?

Een krappe arbeidsmarkt. Dit is ook aan de orde van de dag in de zorgsector. Vroeg of laat, of nu al, krijg je in je werk te maken met mantelzorgers of vrijwilligers. Of je komt zelf in de situatie terecht dat je moet gaan zorgen voor een terminaal ziek familielid of andere dierbare. Of je kiest ervoor om naast je baan een bijdrage als vrijwilliger te leveren. Informele zorg is de toekomst. Maar is informeel

wel zo informeel als je kijkt naar het juridisch kader?

JURIDISCHE RELATIE

Tussen de mantelzorger, vaak een familielid van de patiënt, en een zorginstelling bestaat geen juridische relatie. Er is geen overeenkomst tussen de zorginstelling en de mantelzorger. Voor de vrijwilliger is dit een ander verhaal. In de meeste gevallen sluit een zorginstelling een vrijwilligersovereenkomst af met een vrijwilliger. Daarin wordt een aantal verplichtingen over en weer vastgelegd. Vrijwilliger zijn is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Het is goed om je daar ook als zorgprofessional van bewust te zijn. Soms is er sprake van een grijs gebied. Denk bijvoorbeeld aan een mantelzorger die gaat wandelen met een familielid en ondertussen ook een andere patiënt meeneemt. Wordt de mantelzorger dan opeens vrijwilliger? Het is goed om na te gaan hoe daar binnen je organisatie mee wordt omgegaan.

VOORBEHOUDEN

HANDELINGEN

In de praktijk komt het voor dat een mantelzorger of vrijwilliger voorbehouden handelingen verricht. Denk bijvoorbeeld aan insuline spuiten of sondevoeding geven. De Wet BIG geeft kaders hoe om te gaan met het verrichten van voorbehouden handelingen. En het criterium onbekwaam is onbevoegd speelt hierbij een rol. Goed om te weten is dat een mantelzorger niet onder de Wet BIG valt. Het gaat immers niet om beroepsmatig handelen. Maar als de mantelzorger en de patiënt het willen, mag je als mantelzorger wel voorbehouden handelingen uitvoeren.

Als zorgprofessional heb je dan wel een rol om de mantelzorger te leren hoe een voorbehouden handeling zorgvuldig kan worden uitgevoerd. Leg in het zorgplan ook goed vast dat de mantelzorger dit mag doen en in voldoende mate geïnstrueerd is. Evalueer dit vervolgens ook regelmatig.

Ook een vrijwilliger valt zelf niet direct onder de Wet BIG, want ook hij of zij verricht de taken niet beroepsmatig.

Maar in de zorginstelling waarvoor de vrijwilliger wordt ingezet, worden de werkzaamheden dan wel beroepsmatig en daarmee vallen de taken dan wel onder de Wet BIG. Het is dan aan de zorginstelling om te besluiten of je vrijwilligers ook voorbehouden handelingen wil laten verrichten. Als je daarvoor kiest moeten vrijwilligers aan dezelfde eisen voldoen als de zorgprofessional (onbekwaam is dan onbevoegd). Het is daarom belangrijk om hier als zorginstelling beleid voor te hebben. Verder geldt hetzelfde als hiervoor, namelijk dat je wel de toestemming van de patiënt moet hebben, dat dit terug te vinden is in het zorgplan en dat het regelmatig geëvalueerd wordt.

AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING

De mantelzorger is zelf aansprakelijk te stellen. Er is immers geen formele relatie tussen de zorginstelling en de mantelzorger. De zorginstelling kan daarom ook niet verantwoordelijk worden gehouden en aansprakelijk worden gesteld. Ook niet als de patiënt schade heeft door fouten van de mantelzorger bij zorghandelingen. Er zijn wel uitzonderingen denkbaar, bijvoorbeeld als je als zorginstelling wel hebt gezien dat de zorg door de mantelzorger te kort schiet en dat je daarop als zorginstelling geen actie hebt ondernomen. Overigens kent vrijwel iedere gemeente een gratis vrijwilligersverzekering voor mantelzorgers in hun gemeente. Voor de vrijwilliger ligt het wat anders. Dan is de zorginstelling wel aansprakelijk

VRAGEN?

Als je vragen hebt over dit onderwerp kun je contact opnemen met het Kennis- en Dienstverleningscentrum van de Federatie en de LAD via 088-1344112 of via info@dejongespecialist.nl.

‘Vrijwilliger

zijn is vrijwillig, maar niet vrijblijvend’

te stellen als de vrijwilliger de taken uitvoert die zijn overeengekomen in de vrijwilligersovereenkomst. Dit toont ook maar weer het belang aan van het overeenkomen van zo’n vrijwilligersovereenkomst. De risico’s voor de zorginstelling zijn in dit geval namelijk wel groter. Als het goed is hebben alle zorginstellingen een beroepsaansprakelijkheidsverzekering waar de vrijwilliger ook onder valt.

PRIVACY

Zorgprofessionals hebben een medisch beroepsgeheim. Dit is niet automatisch van toepassing op vrijwilligers en mantelzorgers. Zij hebben echter niet zomaar toegang tot een (medisch) dossier. Dit kan slechts met instemming van de patiënt. Zonder toestemming mag er niks gedeeld worden. Het is raadzaam om in het zorgplan/dossier vast te leggen wie er toestemming heeft om in het dossier te kijken. En ga ook regelmatig na of deze toestemming nog steeds actueel is. Een toestemming kan immers worden ingetrokken door de patiënt.

CONCLUSIE

In de praktijk zullen we steeds meer informele zorg gaan tegenkomen. Uit voorgaande blijkt dat er een juridisch onderscheid te maken is tussen de positie van de mantelzorger en de vrijwilliger, maar dat er ook overeenkomsten zijn. Soms kan er sprake zijn van een grijs gebied. Het is goed om je als zorgprofessional bewust te zijn van dit onderscheid. Ook in het geval dat je zelf in de positie van mantelzorger of vrijwilliger terecht komt.

Het is nooit te vroeg om te denken aan later.

Als startend specialist moet je nu al nadenken over later. Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten helpt je daarbij. SPMS is het beroepspensioenfonds voor de zelfstandig gevestigd medisch specialist en specifi ek afgestemd op jouw beroepsgroep.

Wil je meer informatie over de voordelen van de pensioenregeling van SPMS? Vraag een gesprek aan met een van onze financieel planners via 030 693 76 80 of scan de QR-code.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.