B.V.C.B.
Presentatie krant
11
woensdag 2 september 2015
Rinus van den Hoek (85 jaar)
BVCB’er in hart en nieren Was het de prachtige omgeving? Het fabelachtige uitzicht? De impact van de getallen? Of gewoon de scherpe geest van Rinus van den Hoek die zo’n indruk op mij maakte? Rond middernacht rijd ik naar huis en laat zijn woorden op mij inwerken.
Natuurlijk. Ik wist het wel. Het idee om bij Rinus van den Hoek langs te gaan, was immers niet voor niets ontstaan. BVCB’er met het grootste aantal lidmaatschapsjaren op de teller. Van 1948 tot nu is toch al gauw zo’n 67 jaar. Een imposant getal in deze soms zo vluchtige tijd. Voordat er koffie op tafel komt, poseert hij gewillig voor de foto. Of we nu links of rechts van het huis staan. Het is er overal even schitterend. In zijn vlotte rode poloshirt schat ik hem jonger dan zijn respectabele 84 jaar. Kees Ruigrok, fotograaf van dienst, heeft een makkie. Rinus praat makkelijk. Rustig maar gedecideerd. Het kost hem geen enkele moeite het verleden tot leven te wekken. Van zijn 17e tot zijn 55e gevoetbald. Vijftien jaar in het eerste elftal. Een pittige middenvelder. Geëindigd in het veteranenteam. Helemaal indrukwekkend zijn al zijn jaren voor de ‘goede zaak’. In totaal vijftien jaar voorzitter van BVCB. Verdeeld over twee perioden. Van ‘63 tot ‘73 en van ‘86 tot ‘91. En dat is nog niet alles. Ook zijn jaren in de lokale politiek dwingen groot respect af. Namens de PvdA zit hij maar liefst acht termijnen in de gemeenteraad en is hij in totaal veertien jaar wethouder.
Boek “Over BVCB kan ik echt een boek volpraten. Als je er al zo lang rondloopt, maak je natuurlijk ontzettend veel mee. Mooie en
minder mooie dingen. Jammer genoeg zijn er al veel oude makkers gestorven. Ik ben gelukkig nog steeds in de gelegenheid om samen met mijn zoon André de wedstrijden van het eerste te bezoeken. Het huidige complex is wel wat even wat anders als ons eerste terrein. Vroeger speelden we op een weiland voor vijftig gulden per week. En als we niet betaalden, dan stuurde de boer er gewoon zijn koeien weer op. Tja, dan was het geld wel snel geregeld. Op zaterdag 27 mei 1970 werd er (zonder dat wij het door hadden) een belangrijke episode afgesloten. De tijd dat BVCB een bal door de koeienstront haalde en hem op het hoofd van de tegenstander liet ploffen, hoorde namelijk bij het oude veld. Het weiland van ‘Keessie Pijp’. Die zaterdag in mei was er een van een nieuw begin.
De eerste paal van ons clubge bouw aan de Berkelseweg werd namelijk geslagen. In juli 1970 begon het. In een sfeer die BVCB op dat moment zo kenmerkte. Zelfwerkzaamheid ten top. Na het werk meteen naar de club. Bouwen en niet lullen. Een geweldige tijd, de mensen hadden werkelijk alles voor elkaar over. De enige die wel eens klaagden waren de mensen van het thuisfront. Iedereen werkte mee. Zelf was ik vanwege mijn achtergrond als technisch tekenaar druk met ontwerp en coördinatie. De harde werkers werden voor zien van een natje en een droogje vanuit een memorabele keet. De keet van Nijs Heijkoop. Samen met zijn vrouw was hij paraat om al die oerBVCB’ers te foerageren. Zo af en toe werd er eens flink op de achterkant van de keet getimmerd, zodat de op de plank aanwezige flessen naar beneden donderden. Dat werd de kwajongens door Nijs niet echt in dank afgenomen. Behalve hard werken, werd er dus ook vreselijk
Rinus van den Hoek.
veel gelachen. Al die noeste arbeid zorgde voor een besparing van zeventigduizend euro! Mijn tweede periode, eind jaren tachtig was wel ietsje anders. Het complex was niet goed onderhouden. Zo links en rechts zelfs een beetje verwaarloosd. Ook was er geldtekort. Maar met steun van de leden kwam dit weer in orde. Een van mijn mooiste herinneringen uit die tijd waren de legendarische carnavalsavonden. Daar moet ik nu nog om glimlachen.”
altijd naar Volendam, een klein dorp, iedereen gek van voetbal en toch op een goed niveau meedoen. Waarom zou dat hier niet kunnen? Ik heb trouwens nooit begrepen waarom het nieuwe clubgebouw van hout is gemaakt. Veel te arbeidsintensief. Ook het ontbreken van goede bomen om het eerste veld, is een gemis. Dat maakt de boel een stuk knusser.” De klok loopt richting twaalf. Van
den Hoek laat trots zijn speldjes zien. Het zijn er flink wat. “Ik heb er een van de KNVB. Eentje voor mijn veertigjarig lidmaatschap. Maar de mooiste is denk ik wel deze gouden speld. Heb ik gekregen van een aantal BVCB leden, om me te bedanken voor al die jaren van inzet. Het kwam van die mensen persoonlijk. Dat doet me wat. Heel indrukwekkend om zo’n teken van warmte te ontvangen. Daar gaat het om in het leven.”
Publieksvriendelijker
Mylene de Krieger:
‘Echte familie’
Van den Hoek heeft ook een duidelijke visie op de toekomst. “Het is voor BVCB goed om vooruit te kijken en ook eens wat scherpere keuzes te maken. Nu is het eigenlijk vlees noch vis. Wel ambitie. Werken met eigen jeugd. Niet betalen. Dat verhoudt zich niet meer helemaal met elkaar. Dat moet beter en scherper. Natuurlijk heb je daar geld voor nodig. Maar als wij in onze tijd al geld voor het nieuwe complex, in de vorm van renteloze leningen, op konden halen, dan moet het nu toch ook lukken? Dat geld kun je trouwens ook in de accommodatie stoppen. Ook goed. Ondanks de mooie plek van het sportpark is het ontbreken van een tribune echt een gemis. En eigenlijk een voorwaarde om je supporters meer comfort te bieden.
Lowick Barg:
‘Mijn mooiste vrijetijdsbesteding’
Dit kan echt veel beter, strakker en publieksvriendelijker. Andere clubs zijn BVCB op dat vlak al voorbij. Kijk maar om je heen. Waarom niet nadenken over een leuke manier van fundraising? Iets meer sympathie voor je fans. Daar moet over nagedacht worden. Juist als je groot wordt, moet je proberen de menselijke maat in de club te houden. Oog hebben voor de mensen. Weten wat er speelt. Een beetje vriendelijk zijn voor elkaar. Ik kijk
BVCB_KRANT_2015.indd 11
01-09-2015 12:03:03