Body Talk | Stedelijk Museum Vianen

Page 1


De exposanten:

Daphne van de Velde
Bobbi Essers
Carla van de Puttelaar
Katinka Lampe
Amie Dicke

Body Talk - kunst vs. fotografie

Het Stedelijk Museum Vianen toont het werk van een unieke groep van vijf kunstenaars die ieder op eigen wijze het grensvlak tussen kunst en fotografie verkennen: Bobbi Essers, Katinka Lampe, Amie Dicke, Daphne van de Velde en Carla van de Puttelaar. Een gezamenlijk thema is lichaamstaal, waarbij duidelijk de overeenkomsten en verschillen tussen de diverse kunstdisciplines te zien zijn, maar vooral ook waar ze in elkaar overgaan. Zowel in vorm als in betekenis.

De aanwezigheid van de fotocamera voor het creatief proces in de schilderkunst is altijd onderbelicht geweest. Vaak werd het door de kunstenaar glashard ontkend, zoals bij George Breitner, totdat na zijn dood ineens tientallen foto’s opdoken die eenvoudig herleidbaar waren tot materiaal dat als voorbeeld werd gebruikt voor zijn schilderijen. Een mythe na jouw dood in stand houden is lastig, zo ondervond ook Francis Bacon die nooit voorstudies van zijn schilderijen zou hebben gemaakt. Hij heeft de openbaring ervan niet meer meegemaakt.

Tot diep in onze tijd hebben kunstbeschouwers altijd het beeld willen zien van de geniale kunstenaar die met enkele geniale potlood- of penseelstreken een voorstelling kon creëren die ‘net echt’ was. Hoe anders is de werkelijkheid. Zo openbaarde de hedendaagse kunstenaar David Hockney in 2001 de technieken die de grote meesters in het verleden gebruikten om hun

Daphne van de Velde, Dress (2021), print on Awagami Kozo Japanese paper, 150 x 70 x 70 cm, collectie kunstenaar

tekeningen en schilderijen zo natuurgetrouw mogelijk te kunnen maken. Velen gebruikten of waren op zijn minst op de hoogte van de werking van de camera obscura, de voorloper van onze fotocamera. Hockney doorbrak hiermee de ‘omerta’, een stilzwijgende afspraak onder kunstenaars om niets over de gebruikte technieken van beeldprojectie naar buiten te brengen.

De impact van de camera obscura op de zeventiende eeuw is nauwelijks te overschatten. Wie wilde er nu geen hulpmiddelen om sneller en naturalistischer te kunnen werken om een klant van dienst te kunnen zijn en een hogere omzet te kunnen maken? Iedereen natuurlijk. Maar de kennis daarover was niet openbaar beschikbaar. Daarvoor moest je betalen, vergelijkbaar met de aankoop van een professionele goocheltruc. De betekenis van het gebruik van deze pre-camera ging nog veel verder. Ook voor het bepalen van composities, details, beeldafsnijdingen en dieptewerking waren de mogelijkheden ongekend. Het was niets minder dan een nieuwe manier om naar de wereld te kijken.

Dat zelfs George Breitner aan het begin van de twintigste eeuw over het gebruik van fotografie als hulpmiddel nog zo geheimzinnig deed, maakt wel duidelijk hoe gevoelig het lag, en soms nog steeds ligt. Vinden we de kwaliteit van een schilderij minder als we weten dat er met fotografie als studiemateriaal is gewerkt?

Bobbi Essers, In this world it’s just us, 2024, olieverf op doek, 200 x 195 cm, courtesy Galerie Stigter Van Doesburg, Amsterdam

De kunstenaars op deze tentoonstelling werken in alle openheid met camera en kwast en wisselen die af naar gelang het ze uitkomt. Het grote voordeel van deze openheid is een beter begrip van de kunstwerken die in onze tijd van verregaande beeldcultuur worden gemaakt. Wanneer is het een reproductie van een bestaand beeld, en wanneer is het een kunstwerk?

Het maken van een kunstwerk is een ingewikkeld en langdurig proces van keuzes maken, het combineren van bestaande beelden en er nieuwe aan toevoegen. Daarin zitten ontelbaar variabelen die voortdurend gewogen worden totdat er naar een eindresultaat moet worden gewerkt. De kwaliteit van het eindresultaat hangt af van de hoeveelheid tijd en aandacht die er aan besteed is. Een op het oog eenvoudig kunstwerk kan het eindresultaat zijn van een jarenlang proces van afwegingen maken.

Uitgangspunt is en blijft het oog en de wonderlijke werking van waarneming. Als een oog actief is neemt het tijd om te selecteren en daarop scherp te stellen, en vanzelfsprekend uitsluiten wat geen prioriteit heeft. Bij het gebruik van een bestaand beeld zoals een foto of een schilderij neem je iets waar op basis van het selectieproces dat op een ander moment heeft plaatsgevonden, door jezelf of iemand anders. Ook daarin zit weer selectie. Tot slot is er het creatieproces van een kunstwerk waarin eerdere selecties gewogen worden en al dan niet gebruikt. Dit vindt niet eenmaal plaats, maar in een reeks van aaneengeschakelde momenten die onderling ook nog eens gewogen worden.

Carla van de Puttelaar, Tactile light (2016), archival pigment print, 54 x 77 cm, collectie kunstenaar

Ingewikkeld? Er bestaan allemaal varianten, zoals het gebruik van meervoudige foto’s (Bobbi Essers) of juist het ontleden door te snijden in wat een eerdere beeldmaker wilde laten zien (Amie Dicke). Je kan ook een beeld opbouwen vanuit meerdere disciplines (Katinka Lampe) of juist helemaal afbreken en er een andere werkelijkheid aan geven (Daphne van de Velde). Tenslotte kan je het hele proces omdraaien en beginnen met een schilderij en dan terugwerken naar een foto (Carla van de Puttelaar).

De keuzes die gemaakt worden lijken technisch van aard, maar zijn het niet. Ze worden gestuurd door het moment - het beeld dat wij van onszelf hebben in de ons omringende wereld - en afhankelijk van kennis en ervaring om wat wij willen maken ook daadwerkelijk te kunnen maken. Goede kunst betekent in de praktijk dus ook (obsessief) veel uren maken om uiteindelijk een eigen beeldtaal te ontwikkelen met heldere beelden die voor anderen invoelbaar zijn.

Om bovenstaande inzichtelijk te maken is er een overkoepelend thema nodig zodat de verschillende kunstwerken met elkaar te vergelijken zijn. Voor deze tentoonstelling is gekozen voor de taal van het lichaam: het gezicht, onze handen en ons lijf zijn de voorwerpen die wij het vaakst zien bij onszelf en bij anderen en universeel zijn. Iedereen heeft ze. Toch ervaren wij een kleine beweging van een arm of hand, hoe klein of groot deze beweging ook is, soms heel verschillend. Ook hier is de wijze van onze waarneming doorslaggevend in de betekenis die wij er voor onszelf aan verbinden.

Amie Dicke, SEE ME, HOLD ME (2019), cutout, ink and crayon on archival print, framed with museum glass, courtesy We Like Art, Amsterdam

Kunstenaars proberen hiermee te spelen door een voorstelling en daarmee het kunstwerk er net iets anders uit te laten zien dan wat wij verwachten. Ze zetten daarmee de beleving van onze ratio en ons gevoel aan. Want hoe onze individuele waarneming precies werkt, en hoe dit wordt omgezet in emotie, is gelukkig nooit in een model om te zetten. Juist in een intensieve wisselwerking tussen kunst en fotografie ligt een hele nieuwe wereld die heldere beelden kan maken in de ingewikkelde tijd waarin wij leven. <<

Katinka Lampe, 4050227 (2022), olieverf op doek, 40 x 50 cm, courtesy Ron Mandos Gallery

De exposanten

Daphne van de Velde

Borculo, 1973

De ambitie van Van de Velde om professioneel danser te worden werd in de kiem gesmoord. Toegelaten aan de dansacademie gaf haar vader geen toestemming. Na een studie architectuur kwam ze alsnog in de kunsten terecht en studeerde cum laude af aan de Fotoacademie Amsterdam. In haar werk is het voortdurend aftasten waar de grenzen tussen kunstdisciplines zitten om er vervolgens overheen te gaan. De beeldtaal van Daphne van de Velde heeft de lichamelijkheid en creativiteit van contemporaine dans.

Bobbi Essers

Enschede, 2000

Essers studeerde in 2022 af aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en won in 2023 de publieksprijs bij de ‘Best of Graduates’ bij Ron Mandos Gallery in Amsterdam. In hetzelfde jaar won ze de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst en ze exposeerde in het Koninklijk Paleis Amsterdam. In haar schilderkunst toont Essers delen van snapshots van haar vriendenkring die ze naschildert en met elkaar combineert tot nieuwe verhaallijnen. Om iemands ware identiteit te willen weergeven schildert ze veel huid, moedervlekken en haar. Daarmee wil ze een gevoel van nabijheid creëren en haar vrienden herkenbaar in beeld brengen.

Carla van de Puttelaar

Zaandam, 1967

Van de Puttelaar studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en promoveerde als kunsthistoricus aan de Universiteit Utrecht op Schotse portretkunst 1644-1714. In haar fotografie richt ze zich voornamelijk op de menselijke huid. Via haar lens maakt ze de kijker bewust van de gevoeligheid en sensitiviteit hiervan. Natuurlijk licht en hoe dit over de huid speelt, is een van 11

de belangrijkste elementen in haar fotografie. Haar werk als fotograaf wordt sterk geïnspireerd door haar werk als kunsthistoricus, met name haar studie naar de positie van vrouwen in de schilderkunst van onder andere Lucas Cranach, Rembrandt en Rogier van der Weyden.

Katinka Lampe

Tilburg, 1963

Katinka Lampe studeerde aan de St. Joost School of Art & Design in Den Bosch. Ze maakt figuratieve, expressionistische schilderijen die het resultaat zijn van een onderzoek naar onderwerpen als identiteit, sociale verhoudingen, gender en kleur. Op zoek naar het gewenste beeld fotografeert Lampe modellen in specifieke poses. Ze poseren nadrukkelijk niet als zichzelf, maar gestileerd op basis van een vooropgezet idee of bron. De foto’s vormen vervolgens het uitgangspunt voor de schilderijen.

Amie Dicke

Rotterdam, 1978

Dicke studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Ze is bekend door haar gebruik van mode-tijdschriften, die ze soms uitvergroot en bewerkt. Door delen weg te halen met het mes, schuurpapier of make-up komen andere elementen naar voren. De openheid geeft ruimte om het eerst commerciële beeld opnieuw te bevragen. Ze vond haar aanpak toen ze marsepein en suiker in de negatieve ruimte tussen haar benen goot, waardoor alleen de contouren overbleven als lijfelijke aanwezigheid. Het kunstwerk gaf haar een diepgaande en blijvende interesse in aanwezigheid en afwezigheid van vormen, en een omarming van leegtes.

Deze tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt dankzij:

> de kunstenaars

> Gemeente Vijfheerenlanden

> Galerie Stigter Van Doesburg, Amsterdam

> Ron Mandos Gallery, Amsterdam

> We Like Art, Amsterdam

> Anne Lakeman

> Allard Wildenberg Art Projects Naarden-Vesting

> diverse particuliere collecties

Colofon

Oplage: 1000

Uitgave Stedelijk Museum Vianen

Tekst en samenstelling Werner van den Belt

Deze publicatie verschijnt bij de tentoonstelling

Body Talk - kunst vs. fotografie

Van 24 februari t/m 16 juni 2024

In het Stedelijk Museum Vianen

Voorstraat 97 4132 AP Vianen

Tel.: 0347 - 371648

info@stedelijkmuseumvianen.nl www.stedelijkmuseumvianen.nl

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Stedelijk Museum Vianen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.