Participatieplan Damherten Hoeksche Waard

Page 1


Damherten van de Hoeksche Waard Participatieplan

Juni, 2024

In opdracht van: Team damherten Hoeksche Waard

Opdrachtnemer

Frank van den Brink

Colofon

Opdrachtgever: Team Damherten Hoeksche Waard

Titel: Damherten van de Hoeksche Waard

Ondertitel: Participatieplan

Status: Eindversie

Datum: 07 juni 2024

Auteur: Frank van den Brink

Opleiding: leeropdracht voor de opleiding Bos- en Natuurbeheer, Toegepaste Ecologie

Docent: Bjorn van As

Trefwoorden: damherten, participatie, beheer

Foto voorpagina: Damherten in een veld in de Hoeksche Waard, QPhoto

Kaartmateriaal: bronnen per kaart opgenomen

Projectnummer: 7

© Hogeschool VHL, augustus 2021 (versie deeltijd)

Postbus 9001

6880 GB Velp

Telefoon: 026 3695695 (receptie) www.hogeschoolvhl.nl

Voorwoord

Voor u ligt het plan dat het resultaat is van een intensief en boeiend onderzoek naar de relatie tussen verschillende partijen bij een beheercasus van damherten in de gemeente Hoeksche Waard. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van mijn afstudeerproject voor de opleiding bos- en natuurbeheer aan de Hogeschool van Hall Larenstein.

Allereerst wil ik mijn oprechte dank betuigen aan de Hogeschool van Hall Larenstein en in het bijzonder Bjorn van As en Trix Rosier voor de ondersteuning en veilige educatieve omgeving die dit onderzoek mogelijk hebben gemaakt. De ondersteuning van de docenten en medestudenten heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het werk en heeft mij geholpen om door te zetten tijdens uitdagende momenten.

Tot slot wil ik alle betrokkenen bedanken die hebben meegewerkt aan dit onderzoek. Hun bereidheid om hun tijd en kennis te delen was onmisbaar voor het verkrijgen van de benodigde data en inzichten. Zonder hun medewerking en openheid was dit onderzoek niet mogelijk geweest.

Ik hoop dat de bevindingen van deze scriptie niet alleen bijdragen aan een beter begrip van de dynamiek tussen verschillende partijen in natuurbeheer, maar ook dienen als basis voor toekomstige beleidsvorming en samenwerking in vergelijkbare casussen.

Met vriendelijke groet,

Frank van den Brink

Samenvatting

Sinds 2020 zijn er overleggen tussen gemeente, provincie, beheerorganisaties en omwonenden/belanghebbenden rondom een populatie damherten in het oosten van de Hoeksche Waard. Onderlinge verhoudingen zijn verstoord geraakt en er is behoefte aan duidelijk omtrent het beheer van damherten in een gebied waar natuur, wonen, agrarische sector en verkeer aan elkaar grenzen. Het gebrek aan beheer zorgt dat de populatie zich uitbreidt, waardoor de kans op overlast en gevaar wordt vergroot.

Om duidelijkheid te krijgen in een wijze waarop een gedragen beheerplan tot stand kan komen, is gevraagd een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de belangrijkste aspecten die moeten worden meegenomen bij het ontwikkelen van passend beheer van de damhertenpopulatie in de gemeente Hoeksche Waard.

Aan de hand van deze onderzoekvraag is een onderzoek gestart om te komen tot de juiste antwoorden op deze vraag. Door middel van het bestuderen van de theoretische achtergronden, de betrokken partijen te interviewen, de fysieke omgeving te onderzoeken en randvoorwaarden en voorbeelden van elders te beschouwen is er inzicht verkregen in een oplossing van het probleem Uit dit onderzoek ontstond inzicht in een complex beeld van betrokkenheid en belangen.

Ondanks spanningen tussen beleidsmakers, uitvoerders, lokale organisaties en inwoners, steunen de meeste partijen het behoud van de damherten, hoewel meningen verschillen over de populatiegrootte. De Provincie Zuid-Holland heeft de eindverantwoordelijkheid, maar veel partijen zijn bereid hun kennis te delen, wat kansen biedt voor een inclusieve aanpak.

Best practices benadrukken het belang van een geïntegreerde aanpak met samenwerking en participatie. Betrokkenheid van alle belanghebbenden door overleg, inspraakavonden en vrijwilligerswerk is cruciaal voor effectief beheer. Dit bevordert draagvlak, kennisdeling en gedeelde verantwoordelijkheid, wat bijdraagt aan duurzame oplossingen en het vermijden van juridische conflicten.

Bestuurlijke organen kunnen overlast en schade verminderen door natuurlijke en kunstmatige barrières te creëren en verkeersveiligheidsmaatregelen te implementeren. Het onderzoek benadrukt het belang van samenwerking en kennisdeling over de relatie tussen de dieren en de inwoners, habitateisen van de populatie en het beperken van overlast en schade. De juiste samenwerking helpt bij het ontwikkelen van effectieve en duurzame beheerstrategieën voor de damhertenpopulatie in de Hoeksche Waard.

De onderzoeksresultaten zijn samengebracht in een programma van eisen waaruit drie pijlers naar voren komen die de basis vormen voor het advies om te komen tot een succesvol eindresultaat. Deze pijlers zijn, participatie, hinder en beheer.

Participatie richt zich op herstel tussen de relatie van de betrokken partijen en een goede samenwerking. De tweede pijler ‘hinder’ richt zich op het voorkomen van verkeersoverlast en compensatie voor schade. De laatste pijler ‘beheer’ richt zich op behoud van de damherten met effectief beheer en monitoring van de populatie.

Door toepassing van het advies kan er worden gewerkt naar een gedragen plan en rust in de Hoeksche Waard voor alle partijen en de damherten.

6.1

7.1 Bijlage 1...........................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

7.2 Bijlage 2 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

7.3 Bijlage 3 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

7.4 Bijlage 4 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

7.5 Bijlage 5...........................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

7.6 Bijlage 6...........................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 8 Bibliografie................................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

1 Inleiding

Damherten in de Hoeksche Waard. Voor de één een prachtig gezicht en een toonbeeld van biodiversiteit, voor de ander vormen ze een bron van overlast en gevaar (Rijnmond, 2024) De dieren houden de gemoederen in ieder geval behoorlijk bezig bij alle bewoners, agrariërs, wetgevers, wildbeheereenheden en natuurbeschermingsorganisaties op het eiland (Algemeen Dagblad, 2024). Met al die uiteenlopende meningen is het lastig om nader tot elkaar te komen. Journalist Arie Pieters omschrijft het in zijn artikel in de Hoeksche Waardse krant Het Kompas maar al te duidelijk: “De strijd om damherten gaat weer losbarsten” (Pieters, 2024)

1.1 Probleembeschrijving en analyse

In een gedeelte van de ZuidHollandse gemeente de Hoeksche

Waard (Figuur 1) heeft zich de laatste jaren een complexe kwestie ontwikkeld met uiteenlopende meningen, die betrekking heeft op de aanwezigheid van damherten (Dama dama) (ANP, 2024).

De geschiedenis van de Europese damherten is omslachtig.

Paleontologische bevindingen geven aan dat vóór de laatste ijstijd zo’n 11700 jaar geleden de Europese damherten over heel continentaal Europa verspreid waren (Chapman & Chapman, 1980). Tijdens de laatste ijstijd wordt echter gedacht dat ze zich hebben teruggetrokken in geografisch gescheiden toevluchtsoorden in Zuidoost-Europa (Baker, Madgwick, & Carden, 2014) Er wordt verondersteld dat er bij de herintroductie een grote mate is van menselijke invloeden bij de verspreiding van de huidige damherten en als gevolg daarvan een lage genetische variatie per populatie Hierbij is sprake van een startpopulatie met kleine omvang en dito variatie (‘founder effects’) (Groot, 2021)

Ongeveer 20 jaar geleden waren de eerste waarnemingen van de damherten in de Hoeksche Waard. De eerste geregistreerde waarneming is van zes exemplaren in oktober 2007 in de Strijensas-, Albert, Pieters- en Leendertspolder (Waarneming.nl, 2024) Hoe de dieren hier ooit terecht zijn gekomen, is

Figuur 1 Ligging van het onderzoeks-/projectgebied in de gemeente Hoeksche Waard

onbekend. Het is aan te nemen dat dit ontsnapte dieren betreft (Provincie Zuid-Holland, 2021). Déze roedel heeft zich nu in het eerste kwartaal van 2024 uitgebreid tot de huidige populatie van ongeveer 60 exemplaren.

Het feit dat er wordt aangenomen dat het ontsnapte dieren zijn, maakt deze situatie lastiger. Gelet op artikel 11.54 onder 1a van de Omgevingswet is het doden van het damhert verboden (Omgevingswet, 2024). Dit artikel heeft echter alleen betrekking op wilde exemplaren. Ontsnapte en verwilderde exemplaren vallen hier dus niet onder.

De populatie houdt zich nog steeds op in het gebied van hun eerste waarneming (NDFF Verspreidingsatlas, 2024)(Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Dit gebied ligt in het Noord Oostelijke gedeelte van de gemeente Hoeksche Waard met als centrum de polder Raepshille in Strijensas Het is gelegen tussen Natura 2000 gebieden Oudeland van Strijen (vogelrichtlijn) in het noorden en het Hollands Diep (vogelrichtlijn en habitatrichtlijn) in het zuiden. Overzichtskaarten van deze gebieden zijn opgenomen in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden..

Figuur 2 Projectgebied met daar de twee meest voorkomende damhert waarnemingen aan de hand NDFF in de Hoeksche Waard. De stippellijn geeft de oude gemeente grens aan voor de samenvoeging naar één gemeente Hoeksche Waard op 01 januari 2019 (gemaakt met ArcGis, ondergrond World topographic map)

Het gebied bestaat vooral uit grasland- en akkerbouwpercelen en heeft een zeer open karakter (Natura 2000, 2024). Er is relatief weinig bebouwing met uitzondering van de boerderijen langs de dijken (Figuur 3). De dorpen Strijensas, Strijen en Numansdorp liggen aan de buitenrand van het gebied De Varkensdijk is de voornaamste route tussen Numansdorp en Strijen

Waar in eerste instantie de roedel als toevoeging op de fauna werd gezien, zijn er sinds 2020 steeds vaker overleggen tussen gemeente, provincie, beheerorganisaties en omwonenden/belanghebbenden over het beheer van de damherten. De vraag naar beheer werd gevoerd aan de hand van standpunten welke ook regelmatig terugkomen in landelijke discussies (Schoon R. , 2021). Deze standpunten worden verder toegelicht in de volgende alinea.

Aan de ene kant uiten agrariërs en sommige bewoners bezorgdheid over de impact van damherten op landbouwgewassen en privéterreinen. Het graasgedrag van deze dieren kan leiden tot aanzienlijke schade aan gewassen, wat weer economische verliezen met zich meebrengt voor lokale boeren. Bovendien vormen de damherten soms een verkeersrisico, wat tot zorgen leidt over de veiligheid op de wegen in de Hoeksche Waard.

Aan de andere kant wordt de aanwezigheid van damherten door natuurliefhebbers en ecologen beschouwd als een waardevolle toevoeging aan de biodiversiteit van de regio. Ze wijzen op de natuurlijke processen die deze dieren in gang zetten, zoals het door hun graasgedrag creëren van open plekken in bossen en in de lange linten van struweel en bos langs dijken. Dit kan gunstig zijn voor bepaalde plantensoorten. Daarnaast wordt aangevoerd dat het damhert een intrinsiek onderdeel is van het Nederlandse landschap en dat het behoud ervan belangrijk is voor een gevarieerd en gezond ecosysteem.

Door de toenemende discussies wordt door Team Damherten Hoeksche Waard gevreesd voor de oproep van een totale nul-stand. Het team heeft behoefte aan duidelijkheid rondom het beheer van damherten in een gebied waar natuur, wonen, agrarische sector en verkeer aan elkaar grenzen. Zij willen een einde aan de discussie en onzekerheid over hoe om te gaan met de damhertenpopulatie

Figuur 3 Typisch landschap in de Hoeksche Waard waarbij akkerbouw en grasland elkaar afwisselen. (Visithw, 2024)

in de Hoeksche Waard. Ze erkennen de complexiteit van deze situatie en willen een duurzame oplossingen die rekening houdt met de diverse standpunten en belangen van de betrokken partijen.

Omdat er inmiddels wrijving is ontstaan tussen de verschillende partijen, heeft het team aangegeven dat zij behoefte heeft aan een externe partij die onafhankelijk onderzoek doet naar de achtergronden, standpunten en overeenkomsten tussen alle betrokkenen Met dit onderzoek hopen ze handvatten te krijgen die kunnen zorgen voor de basis van gesprekken. Uiteindelijk zullen deze gesprekken moeten leiden tot een vorm van beheer waarin iedereen zich kan vinden.

Het ontbreken van een adequaat beheerplan en het feit dat er momenteel geen doeltreffend beheer plaatsvindt, versterkt de urgentie van het in kaart brengen van de impact van damherten op de genoemde aspecten als de invloeden van damherten op natuur, wonen, agrarische sector en verkeer Overhaaste beslissingen kunnen het proces stagneren en frustreren. Het kan een lastige taak zijn om verschillende partijen nader tot elkaar te laten komen wanneer achterliggende wensen juist ver uit elkaar schijnen te liggen. Deze situatie vraagt om een grondige analyse en het formuleren van een beheerplan om helderheid te bieden over de damhertenpopulatie en haar omgeving. Dit onderzoek dient als basis van zo’n beheerplan en succesvol beheer.

1.2 Hoofdvraag

Om de huidige situatie echter te overzien en gericht onderzoek te doen, is het belang van een goede onderzoeksvraag cruciaal.

De hoofdvraag die aansluit bij deze veelomvattende probleemstelling is:

Wat zijn de belangrijkste aspecten die moeten worden meegenomen bij het ontwikkelen van passend beheer van de damhertenpopulatie in de gemeente Hoeksche Waard.

1.3 Deelvragen

Het beantwoorden van deze complexe hoofdvraag vereist een grondige analyse van verschillende deelaspecten om tot een weloverwogen aanpak te komen.

De relevante deelvragen zijn:

• Welke partijen zijn in welke mate betrokken bij de stand van de damherten?

• Wat zijn de belangrijkste standpunten van de verschillende betrokken partijen gezien de aanwezige damhertenpopulatie?

• Welke eisen stelt een damhertenpopulatie vanuit ecologisch perspectief aan zijn leefomgeving?

• Wat zijn de economische gevolgen in relatie tot een populatie damherten?

• Wat zijn de recente trends in de populatiegrootte en verspreiding van damherten in het betreffende gebied?

• Wat is de geldende wet- en regelgeving met betrekking tot het beheer van damherten?

• Wat zijn de ervaringen en best practices van andere vergelijkbare gebieden met betrekking tot samenwerking voorafgaand aan het beheer van damhertenpopulaties en maatschappelijk gedragen damherten beheer?

1.4 Doelstelling en duurzaamheid

De hoofdvraag en de deelvragen zijn cruciaal voor de oplossingsrichtingen van het specifieke probleem van Team Damherten Hoeksche Waard en voor het aanpakken van bredere duurzaamheidskwesties in de regio. De antwoorden hierop moeten voldoen aan de doelstellingen van de opdrachtgever en helpen bij het behalen van de gestelde doelen. Het onderzoek biedt inzicht in de diverse standpunten en belangen van betrokken partijen, de geldende regelgeving en mogelijke oplossingen. Deze inzichten kunnen worden gebruikt bij het formuleren van een beheerplan, waarbij zo breed mogelijk de perspectieven en belangen worden meegenomen en de discussie en onzekerheid over het damhertenbeheer vermindert

Door te kijken naar de ecologische, economische en sociale aspecten van het damhertenbeheer, kunnen we door dit onderzoek ook inzicht krijgen in de bredere duurzaamheidskwesties die verband houden met het behoud van biodiversiteit. Niet alleen door de bijdrage die damherten vormen op basis van biodiversiteit, maar ook het omgaan met conflicterende belangen en het bevorderen van een gezonde relatie tussen mens en natuur. Het onderzoek kan dienen als een model voor het aanpakken van soortgelijke duurzaamheidsuitdagingen in andere regio's, waarbij een holistische benadering wordt toegepast die rekening houdt met wensen van belanghebbenden op basis van visie en sentimenten Het onderzoek kan bijdragen aan een meer veerkrachtige en evenwichtige relatie tussen mens en natuur, niet alleen in de Hoeksche Waard, maar ook daarbuiten.

1.5 Randvoorwaarden en afbakening

Randvoorwaarden

Dit onderzoek valt en staat met de bereidwilligheid van alle partijen om te komen tot een oplossing. Die bereidwilligheid brengt ons dan ook op de randvoorwaarden bij dit onderzoek.

Om te komen tot een oplossing is een belangrijke randvoorwaarde dat alle partijen open en eerlijk communiceren over hun rol en behoeften in relatie tot de toekomst van de damherten in de Hoeksche Waard. Alleen op deze wijze kan er een correcte analyse van belangen plaatsvinden. Het risico van onvoldoende communicatie, is dat het probleem niet duidelijk inzichtelijk kan worden gemaakt.

Een andere belangrijke randvoorwaarde is de bereidwilligheid van de partijen om informatie te verstrekken over de populatiegrootte. Het is goed aan te nemen dat verschillende partijen zelf al metingen over de populatiegrootte hebben uitgevoerd. Om een trend te kunnen bepalen in de populatiegroei van damherten zullen die verschillende gegevens met elkaar moeten worden vergeleken om zo een eerlijk beeld van de situatie te kunnen vormen.

Afbakening

De achterliggende vraag van het onderzoek is het leveren van input voor een op te stellen beheerplan. Het gevaar bij dit onderzoek is dan ook dat er al snel oplossingsgericht wordt gewerkt en het originele onderzoek verandert in het opstellen van een beheerplan.

Bij de afbakening van het project is het belangrijk om de onderzoeks- en daarbij behorende deelvragen, goed in de gaten te houden. Dit onderzoek richt zich op het antwoord geven op deze vragen en zullen, in een volgende fase, goed gebruikt kunnen worden bij de verdere ontwikkeling van een gedragen beheerplan. De specifieke wijze waarop damherten beheerd kunnen worden valt dus buiten dit onderzoek.

2 Methode

In het hoofdstuk methode wordt toegelicht hoe het onderzoek is uitgevoerd en waarom bepaalde methoden zijn gekozen. De gekozen methodiek biedt een gestructureerd kader voor de beantwoording van de vragen en toont aan op welke wijze het onderzoek heeft plaatsgevonden.

2.1 Onderbouwing methode

De opbouw van dit onderzoek bestaat uit vijf methodische stappen. Deze vijf stappen zijn: de vraagarticulatie, het onderzoek, de ontwerpcriteria/programma van eisen, de adviezen (scenario’s) en uiteindelijk de evaluatie. Al deze stappen houden met elkaar verband In Figuur 4 is de samenhang van deze stappen inzichtelijk gemaakt

2.1.1 Vraagarticulatie:

In overleg met de opdrachtgever is er een duidelijk geformuleerde probleemstelling en hoofdvraag opgesteld. Aan de hand van deze hoofdvraag is een aantal deelvragen geformuleerd die helpen bij het beantwoorden van deze hoofdvraag.

2.1.2 Het onderzoek

De onderzoeksfase richt zich op de beantwoording van de deelvragen. Het onderzoek naar de deelvragen kijkt naar de relevante theoretische achtergronden, de mensenwensen, fysieke omgeving, randvoorwaarden en voorbeelden van elders. Na de beantwoording van de deelvragen kan er een programma van eisen worden opgesteld met als doel het formuleren van een duidelijk advies en een antwoord op de hoofdvraag.

Om een onderzoek uit te voeren, naar de bovenstaande deelvragen, is het belangrijk om een systematische en goed doordachte onderzoeksopzet te volgen. Hieronder volgt een algemeen overzicht van de te nemen stappen. In paragraaf 2.1.3 wordt de methode specifiek gekoppeld aan de deelvragen.

Figuur 4 Onderling verband in de methodische stappen

Methode:

1. Literatuurstudie:

- Verzamelen van relevante literatuur. Dit betreft wetenschappelijke literatuur rondom de ecologie van damherten. Op beleidsniveau zal het voornamelijk gaan om rapporten, beleidsdocumenten en andere bronnen rondom verkeersveiligheid en wet- en regelgeving. Daarnaast zal er deels via bronnenstudie onderzoek gedaan moeten worden naar best practices in vergelijkbare gebieden.

2. Stakeholderanalyse:

- Identificeren van de belangrijkste belanghebbenden bij het beheer van damherten, zoals overheidsinstanties, natuurorganisaties, fauna beheereenheden, verkeersautoriteiten, lokale gemeenschappen en agrariërs

- Uitvoeren van interviews met vertegenwoordigers van deze belanghebbenden om hun perspectieven, belangen en standpunten te begrijpen ten aanzien van damhertenbeheer.

3. Ecologische analyse:

- Verzamelen van gegevens over de damhertenpopulatie in het onderzoeksgebied, inclusief populatiegrootte, demografie, genetische diversiteit, habitatgebruik en gezondheid.

- Beschrijven van de huidige status van de damhertenpopulatie vanuit ecologisch oogpunt.

- Verzamelen van recente gegevens over de populatiegrootte, verspreiding, verkeersongevallen en andere relevante trends met betrekking tot damherten in het onderzoeksgebied.

- Het analyseren en interpreteren van deze gegevens om recente trends in damhertenpopulaties te identificeren en te beschrijven.

4. Wet- en regelgeving onderzoek:

- Bestuderen van de geldende wet- en regelgeving met betrekking tot het beheer van damherten op lokaal en landelijk niveau.

- Analyseren van de regelgeving om inzicht te krijgen in de wettelijke kaders en vereisten voor damhertenbeheer.

5. Vergelijkende analyse van best practices:

- Onderzoeken en analyseren van de ervaringen en best practices van andere vergelijkbare gebieden met betrekking tot samenwerking en beheer van damhertenpopulaties.

- Identificeren van succesvolle strategieën en lessen die kunnen worden toegepast op het onderzoeksgebied.

2.1.3 De ontwerpcriteria

De antwoorden uit het onderzoek worden in de ontwerpcriteria benoemd. Deze criteria vormen het fundament voor het programma van eisen en daarmee de ontwerpcriteria voor het advies aan de opdrachtgever (Stobbelaar, 2022) Dit programma wordt, in combinatie met het antwoord op de hoofdvraag, gebruikt voor het advies in de te nemen stappen om uiteindelijk te komen tot een gedragen beheerplan.

2.1.4 Het advies

Het uiteindelijke advies wordt gemaakt op basis van een uitgebreid onderzoeksrapport waarin de bevindingen, analyses en aanbevelingen worden gepresenteerd. In dit ontwerp zijn concrete aanbevelingen voor beleidsmakers, de opdrachtgever, beheerders en andere belanghebbenden op basis van de onderzoeksresultaten helder geformuleerd. Daarnaast geeft het advies een mogelijkheid om een doorkijk naar mogelijke scenario’s te maken in relatie tot een op te stellen beheerplan.

2.1.5 De evaluatie

Om te bepalen of de genomen onderzoeks-stappen correct zijn, wordt er gekozen om tussentijds te evalueren op de gebruikte methode. Deze evaluatie gebeurt in samenwerking met de opdrachtgever om zo de kans van slagen te vergroten. Ook de ontwerpcriteria worden geëvalueerd om zicht te houden of zij aansluiten bij de doelstelling van de opdrachtgever. Op deze wijze kan er een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag

2.2 Methode per deelvraag

In deze paragraaf wordt de methode besproken die wordt gebruikt om antwoord te geven op de specifieke deelvragen. Hierbij wordt aandacht geschonken aan de theorie en verschillende modellen die het beste passen bij de beantwoording van deze deelvragen.

Reflectie

Na de beantwoording van iedere deelvraag volgt er een kritische reflectie op de gekozen methode. Het doel van een kritische reflectie op de gekozen methode in het onderzoek is om de validiteit, betrouwbaarheid en relevantie van de gebruikte onderzoeksmethode te evalueren (Benders, 2016).

Uitwerking

Uiteindelijke worden alle resultaten per deelvraag schematisch of tekstueel onderbouwd en vastgelegd en dienen zij als input voor het programma van eisen.

2.2.1 Deelvragen

Deelvraag 1 en

Welke partijen zijn in welke mate betrokken bij de stand van de damherten?

Deelvraag 2

Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten van de verschillende belanghebbenden op de wijze van beheer van de damherten?

In deelvraag 1 en deelvraag 2 zit veel overlap. Informatie die gevonden is bij de beantwoording van deelvraag 1 kan worden gebruikt bij deelvraag 2 en vice versa. De beantwoording hiervan is samengevoegd in de methode, waarbij omschreven is welke informatie voor welke deelvraag toepasbaar is.

Stap 1 Informatieverzameling

Voor de beantwoording van deze deelvragen is de opdrachtgever een hele belangrijke speler. Door jarenlange betrokkenheid is er een groot netwerk en een goed inzicht in alle betrokkenen. Door in gesprek te gaan kan er een lijst ontstaan van gesprekspartners. Daarnaast kunnen er, middels een online literatuurstudie met gebruikmaking van websites als google Scholar, NARCIS, JSTOR, relevante achtergrond artikelen en bronnen worden gevonden. Kernwoorden bij deze zoekslag zijn een combinatie van begrippen als bijvoorbeeld: beheer, damherten, onrust, zienswijze of gemeente Hoeksche Waard. Middels dit deskresearch kunnen de verschillende beherende organisaties of partijen die betrokken zijn, worden gevonden.

De situatie rondom de damherten in de gemeente Hoeksche Waard is veelvuldig in de media geweest. Hierin zijn verschillende betrokkenen aan bod gekomen. Lokale kranten als het Algemeen Dagblad regio Hoeksche Waard (Algemeen Dagblad, 2024) en Het Kompas (Het Kompas, 2024) hebben aandacht geschonken aan het thema. Aan de hand van de artikelen kunnen ook betrokken partijen worden opgespoord.

Stap 2 Actorenanalyse

Om inzicht te krijgen in de uitgangspunten van de verschillende belanghebbenden is het belangrijk een grondige actorenanalyse uit te voeren, waarbij alle partijen worden benaderd. In dit geval kan gebruik worden gemaakt van een lijst met partijen die bij stap 1 zijn gevonden.

De actorenanalyse kan plaatsvinden op basis van interviews met en visiedocumenten van de betrokken partijen. De uitgangspunten van de verschillende belanghebbenden kunnen worden ontleed door het bestuderen van visiedocumenten tijdens een deskresearch. Veel organisaties hebben hun visie al benoemd op hun website. Daarnaast wordt er in dit onderzoek bewust gekozen voor het afnemen van interviews. Door te kiezen voor interviews kunnen onderliggende uitgangspunten en gevoelens beter worden achterhaald, wat kan resulteren in een situatie waarbij partijen zich beter gehoord voelen. Dit draagt bij aan een positieve verbinding en biedt kansen bij de verdere stappen in het onderzoek (Deci & Ryan, 1985)

Bij de interviews wordt gekozen voor een semigestructureerd interview. Door een groot aantal vragen van tevoren al op te stellen, zorg je ervoor dat de verschillende partijen dezelfde vragen krijgen, wat de betrouwbaarheid ten goede komt (Dingemanse, 2015). Daarnaast biedt het semigestructureerde interview de ruimte om vragen toe te voegen afhankelijk van het verloop van het gesprek (Universiteit Utrecht, 2024). Dit draagt bij aan de mogelijkheid om meer verbinding te creëren met de geïnterviewde (Deci & Ryan, 1985). De van tevoren opgestelde vragen zijn terug te vinden in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

Stap 3 Gegevensverwerking

De betrokken partijen kunnen aan de hand van een PESTOC-analyse in kaart worden gebracht. Bij deze analyse wordt gekeken welke politieke en economische actoren, sociale organisaties, technische actoren (bijvoorbeeld agrariërs) en omgevings- en cultuuractoren betrokken zijn in dit onderzoek (Lichtenberg, Siepel, & Thomassen, 2020) .

Nadat de PESTOC-analyse is uitgevoerd kan middels een BULG-analyse de rol van de betrokken partijen in kaart worden gebracht. In een BULG-analyse worden beslissers, uitvoerders, leveranciers en gebruikers schematisch tegen elkaar uitgezet, zodat er een overzicht ontstaat van de mate van invloed op de huidige situatie (Bronda, Kennis, Ludema, Sanstra, & Schlingmann, 2021).

De twee analyses zullen uiteindelijk antwoord geven op deelvraag 1.

De uit de interviews gekomen uitgangspunten kunnen schematisch worden weergegeven, zodat de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende betrokken partijen inzichtelijk worden gemaakt. Punten als nul-stand, beheer en niet beheer dienen hier onder andere aan bod te komen. In dit vergelijkende onderzoek is het mogelijk om inzicht te krijgen in de variabelen die de betrokkenen onderscheid en verbind (Dickovick & Eastwood, 2018) Op deze wijze kan een antwoord worden gegeven op deelvraag 2.

Deelvraag 3 en

Wat is een passende beschrijving van de populatie damherten vanuit ecologisch, populatie-genetisch en een habitateisen oogpunt?

Deelvraag 4

Wat zijn de recente trends in de populatiegrootte en verspreiding van damherten in het betreffende gebied?

Stap 1 Verzamelen van informatie

Deze deelvragen bevatten diverse elementen elk met hun eigen bron. In de eerste stap zullen de thema’s populatie, ecologie, populatie-genetisch en habitateisen worden gesplitst. Zo kan er per thema relevante informatie worden verzameld. Om een beschrijving van de populatie te krijgen, kan worden gekeken naar de grootte van de populatie. Deze informatie kan worden verkregen middels waarneming.nl, de verspreidingsatlas en de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Ook kan deze informatie worden verkregen via Fauna Beheer Eenheden, de opdrachtgever en eigen observaties in het veld

Voor de ecologische, populatie-genetische en habitateisen kan gebruik worden gemaakt van een uitgebreide literatuurstudie alsmede interviews met deskundigen. Bij het interview met de deskundige kan gebruik worden gemaakt van een gestructureerd interview (Dingemanse, 2015). De deskundigen worden gezocht op basis van kennis over damherten Hierbij kan overlap zitten met de betrokkenen bij deelvraag 1 en 2.

Stap 2 Verwerking van de resultaten Nadat de informatie is verzameld wordt deze geanalyseerd en toegespitst op het onderzoeksgebied. Vervolgens wordt dit per deelthema uitgewerkt in het onderzoeksverslag. Door gebruik te maken van kaarten kan de habitat van de roedel goed inzichtelijk worden gemaakt. De verkregen data zal

worden ingetekend in GIS, zodat er een duidelijk overzicht komt van de habitat van de populatie. Door verschillende kaarten te tonen, ontstaat er een beeld van de verspreiding door de jaren heen.

De grootte van de roedel zal in Excel worden geteld en in tabelvorm worden weergegeven. Om te zien wat de trend is van de populatiegrootte en de verspreiding is het belangrijk om informatie te verkrijgen die dit beeld geeft over een langere periode. Dit kan door gebruik te maken van dezelfde bronnen, echter wordt er dan gekeken naar de data van een aantal jaar. De voorkeur heeft, indien die beschikbaar is, data voor een periode van minimaal tien jaar.

Aan de hand van de data in de tabellen kan er met behulp van statistische programma’s als SPSS, Iteratio of Jamovi (Jamovi, 2024) een trendlijn worden gemaakt en kan er worden aangetoond wat de mate van groei is. Dit valt echter buiten de onderzoeksvraag en wordt derhalve niet meegenomen in de uitwerking.

De informatie dient als achtergrondinformatie om de standpunten van alle partijen naar waarde te schatten. Een samenvatting van de informatie geeft inzicht in de actuele problematiek en de mogelijke kansen en gevaren. De informatie is een toevoeging aan het programma van eisen en zorgt voor objectieve informatie voor alle partijen.

Deelvraag 5

Wat is de geldende wet- en regelgeving met betrekking tot het beheer van damherten?

Stap 1 Wetgevingsanalyse

De methode begint met een literatuurstudie naar alle relevante wet- en regelgeving op het gebied van natuurbehoud, jacht, wildbeheer en soortbescherming op zowel nationaal als lokaal niveau. Wetgeving kan worden teruggevonden in fysieke documenten als wetboeken, beleidsdocumenten en richtlijnen. Daarnaast is veel wetgeving online terug te vinden via de website overheid.nl (overheid.nl, 2024)

Stap 2 Identificeren van specifieke wetgeving

Vanuit de gevonden bronnen kunnen de verschillende wetten, regels en voorschriften worden geïdentificeerd die specifiek van toepassing zijn op het beheer van damherten en gevolgen die samenhangen met de aanwezigheid van damherten. Dit kunnen algemene wetten zijn die van toepassing zijn op alle wildpopulaties, evenals specifieke wetten die gericht zijn op wild en de gevolgen van wild.

Deelvraag 6

Wat zijn de ervaringen en best practices van andere vergelijkbare gebieden met betrekking tot samenwerking voorafgaand aan het beheer van damhertenpopulaties?

Stap 1 Literatuurstudie

Problematiek en meningsverschillen rondom het beheer van damherten speelt zich niet alleen in de Hoeksche Waard af. Aan de hand van een uitgebreide literatuurstudie wordt gezocht naar vergelijkbare gebieden die damhertenpopulaties beheren. Dit zal onder andere onderzoeksartikelen,

rapporten, casestudy's en andere relevante bronnen bevatten. Daarnaast kan uit de interviews ook nog informatie komen, waarbij gerefereerd wordt naar andere gebieden.

Stap 2 Identificatie van vergelijkbare gebieden

De gevonden literatuur dient vervolgens geïdentificeerd te worden aan de hand van gebieden die vergelijkbaar zijn met het onderzochte gebied in termen van populatie, demografie en onrust maar zéker ook relaties tussen bijvoorbeeld gemeenten, provincies, agrariërs, omwonenden en faunabeheer eenheden.

Stap 3 Analyse van samenwerkingsverbanden

Bij de analyse van vergelijkbare gebieden worden de best practices geïnventariseerd. Dit kan variëren van publiek-private samenwerkingen tot samenwerking tussen overheidsinstanties, natuurbeschermingsorganisaties, lokale gemeenschappen en belanghebbenden.

Stap 4 Inventariseren van succesfactoren en best practices

In de volgende fase worden de succesfactoren en valkuilen uit de gevonden gebieden geïdentificeerd op het gebied van samenwerking in vergelijkbare gebieden. Dit kunnen strategieën zijn voor het opbouwen van partnerschappen, communicatie, conflictoplossing en stakeholderbetrokkenheid.

3 Onderzoek

In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de uitwerking van het onderzoek met betrekking tot de gestelde deelvragen. De onderzoeksresultaten zullen in dit hoofdstuk worden gepresenteerd Elk aspect van de deelvragen zal zorgvuldig worden behandeld en zo helder mogelijk worden weergegeven, zodat een volledig en helder beeld wordt geschetst. In paragraaf 3.1 komen de betrokken partijen en hun onderlinge verbanden aan bod. In paragraaf 3.2 wordt de ecologie en trends rondom damherten besproken. In paragraaf 3.3 wordt de verschillende wet- en regelgeving inzichtelijk gemaakt en in paragraaf 3.4 komen de best practices naar voren.

3.1 Betrokken partijen

Om de betrokken partijen in kaart te brengen is een combinatie gemaakt van deskresearch en een interview met de opdrachtgever. Daarnaast zijn er ook een aantal partijen die, naar aanleiding van een artikel in de krant, zelf contact hebben opgenomen om deel te nemen aan dit onderzoek (Bevaart, 2024) Dit onderzoek heeft in totaal 12 verschillende partijen opgeleverd. In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. staat een uiteenzetting van deze partijen.

Tabel 1 Betrokkenen in relatie tot de damherten in de Hoeksche Waard

Betrokken partijen

Provincie Zuid-Holland

Jachthouder

Gemeente Hoeksche Waard

Fauna4life

Wild Beheer Eenheid Hoeksche Waard

Agrariërs (2 partijen)

Staatsbosbeheer

Team Damherten Hoeksche Waard

Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Fauna beheereenheid Zuid-Holland

Hoeksewaards Landschap

Ecologisch adviesbureau

Om de verschillende uitgangspunten van de partijen te achterhalen is ervoor gekozen om met alle partijen gesprekken aan te gaan in de vorm van een interview. Met uitzondering van de groep van agrariërs had de rest van de partijen een woordvoerder die namens de partij haar standpunten en uitgangspunten wilden bespreken. De agrariërs hadden verschillende standpunten. Derhalve zijn er met hen afzonderlijk interviews afgenomen. Alle interviews zijn, in het kader van de gevoeligheid van het thema, geanonimiseerd en zijn toegevoegd als Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.. De inhoud van de interviews diende als input voor de PESTOC-analyse, de BULG en het vergelijkend onderzoek.

3.1.1 Pestoc

Het doel van een PESTOC-analyse is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de externe factoren die van invloed kunnen zijn op de organisatie (Lichtenberg, Siepel, & Thomassen, 2020) Dit helpt organisaties om strategische beslissingen te nemen, risico’s en kansen te identificeren en beleidsvorming te verbeteren.

De term PESTOC staat voor zes factoren die de externe omgeving van een organisatie beïnvloeden:

1. Politieke actoren (P): Het is belangrijk om te begrijpen hoe politieke beslissingen de het proces kunnen beïnvloeden.

2. Economische actoren (E): Dit betreft actoren die een economische rol hebben als onder andere ondernemers en agrariërs.

3. Sociale actoren (S): Dit omvat demografische trends, bewoners en sociale instellingen.

4. Technologische actoren (T): Dit betreffen actoren die zich bezighouden met de uitvoering van beheer, maar ook onderzoek en ontwikkeling.

5. Omgevings actoren (O): Dit omvat actoren die gebruik maken van het gebied en daar invloed op hebben.

6. Culturele actoren (C): Actoren die zich bezighouden met het behoud en beheer van cultuurwaarden van het landschap.

Een PESTOC-analyse biedt een gestructureerde manier om een goed overzicht te krijgen van de achtergrond van betrokkenen en hun rol in het geheel. Om snel een overzicht te krijgen in de rol van alle partijen is hieronder (Tabel 2) is de rol van alle partijen weergegeven.

Tabel 2 PESTOC-analyse van betrokken partijen

Politiek Economie Sociaal Technisch Omgeving Cultuur

Provincie ZuidHolland

Gemeente Hoeksche Waard

Omgevingsdienst Zuid-Holland

3.1.2 BULG

Agrariërs Bewoners Agrariërs Bewoners Landschap Hoeksche Waard

Team damherten Hoeksche Waard

Jachthouders Agrariërs

Fauna4life Wildbeheer Eenheid Staatsbosbeheer

Ecologisch adviesbureau

Faunabeheer Eenheid

Een BULG-analyse is een vorm van een krachtenveld analyse waarbij beslissers, uitvoerders, leveranciers en gebruikers met elkaar worden vergeleken op basis van de mate waarin ze kunnen meebepalen, meewerken, meedenken en meeweten bij te nemen beslissingen (Bronda, Kennis, Ludema, Sanstra, & Schlingmann, 2021). Daarnaast zegt de grootte van de bol iets over de invloed

van de partij in de te nemen beslissingen. Dat betekent echter niet dat dit ook iets zegt over de bevoegdheid om een beslissing te nemen. De BULG-analyse helpt bij het beter begrijpen van de dynamiek tussen verschillende betrokken partijen en het optimaliseren van hun samenwerking en communicatie, wat essentieel is voor het succes van projecten en initiatieven.

In Figuur 5 staat de Bulg uitgewerkt voor dit specifieke onderzoek naar de damherten in de Hoeksche Waard.

Figuur 5 BULG-analyse van alle betrokkenen rondom de beslissingen over de damherten in de Hoeksche Waard

3.1.3 Vergelijkend onderzoek Eén van de belangrijkste punten in de discussie rondom het beheer van de damherten is de wijze waarop er wordt gekeken naar het al dan niet beheren van de populatie. Tijdens de interviews zijn de betrokkenen onder andere gevraagd naar hun standpunt. In Een uitgebreide actoren-analyse is terug te vinden in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden..

Tabel 3 zijn deze op basis van hun standpunten op beheer inzichtelijk gemaakt. Een uitgebreide actoren-analyse is terug te vinden in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

Tabel 3 Overzicht standpunten op basis van beheermaatregelen van de verschillende partijen

Betrokken partijen Nul-stand Beheer Jachtverbod Geen mening

Provincie ZuidHolland

Jachthouder

Gemeente

Hoeksche Waard

Fauna4life

WBE Hoeksche Waard

Agrariërs (3 partijen)

Staatsbosbeheer

Team Damherten Hoeksche Waard

Omgevingsdienst

Zuid-Holland Zuid

FBE Zuid-Holland

Hoeksewaards

Landschap

Ecologisch adviesbureau

3.1.4 Conclusie

Er zijn veel partijen in meer of mindere mate betrokken bij de situatie rondom het voortbestaan van de damherten in de Hoeksche Waard. Uit de interviews blijkt dat de onderlinge verstandhouding op sommige moment erg vijandig en defensief is. Aan de hand van de interviews is op te maken dat het grootste gedeelte van de betrokkenen voor een bepaalde mate van instandhouding van de populatie damherten is. Hoeveel exemplaren dat zijn, loopt uiteen van 20 tot 100. Daarnaast gaf een aantal partijen aan geen mening te hebben over de wijze waarop er beheer zou moeten plaatsvinden. Dit zijn voornamelijk de uitvoerende organisaties die op last van de provincie Zuid-Holland worden gestuurd.

In de uiteindelijke besluitvoering komt duidelijk naar voren dat de Provincie Zuid-Holland eindverantwoordelijk is en daarmee als enige een stem heeft in de keuze voor al dan niet behoud van de damherten. Er blijkt echter wel dat er veel partijen op basis van kennis een bijdrage kunnen leveren aan de invulling. Op basis van de interviews blijkt ook dat een groot aantal partijen bereid zijn om de provincie te adviseren met de wijze waarop beheer plaats zou kunnen vinden.

3.2 Ecologie en trends

Om een volledige beschrijving te geven van de populatie damherten is het essentieel om hun interacties met de omgeving, genetische diversiteit en habitatvoorkeuren te onderzoeken en te beschrijven. Daarnaast helpt kennis van de achtergrond van de dieren bij uiteindelijke beheermaatregelen passend bij de behoefte van damherten in relatie tot hun habitat.

3.2.1 Algemeen

In het Pleistoceen leefden damherten voornamelijk in het zuiden van Europa. Gedurende de interglacialen, warmere perioden tussen de ijstijden, verspreidden ze zich ook naar Noord-Europa, waaronder Nederland. Aan het einde van het Pleistoceen, tijdens de laatste ijstijd, waren damherten alleen nog te vinden in Klein-Azië. Ondanks dit beperkte natuurlijke verspreidingsgebied, veranderde hun verspreiding aanzienlijk toen de Phoeniciërs en Romeinen de dieren door heel Europa introduceerden. De damherten pasten zich goed aan hun nieuwe leefgebieden aan en hun aantallen namen toe (Geologie van Nederland, 2024).

In Nederland leven er verspreid verschillende populaties damherten. De gestippelde vorm is de meest bekende verschijningsvorm van het damhert, maar daarnaast bestaan door genetische variatie ook geheel zwarte en zelfs geheel witte dieren. Variatie in kleur komt vermoedelijk door vroege domesticatie ten tijde van de Romeinen, het fokken van dieren door de mens en het veelal ontbreken van grote roofdieren die slecht aangepaste dieren uitselecteren. Veel populaties die nu in Nederland leven zijn ontstaan uit ontsnapte dieren vanuit hertenkampen (Foundation for restoring European Ecosystems, 2024).

3.2.2 Gedrag en Levensloop

Damherten in Nederland vertonen vergelijkbaar sociaal gedrag als in andere delen van hun verspreidingsgebied. Buiten de paartijd leven mannetjes vaak solitair of in kleine vrijgezellen groepen, terwijl vrouwtjes en hun jongen in grotere, sociale groepen leven. De bronsttijd is een periode van intense activiteit en luid geburl (Zoogdiervereninging, 2024)

Damherten zijn van nature actief tijdens de dag en schemering, maar kunnen ook 's nachts actief zijn. Hun activiteitspatronen variëren afhankelijk van het seizoen, voedselbeschikbaarheid, voortplantingscyclus en mate van menselijke verstoring.

Figuur 6 Gestippelde spitser (Jacobs, 2010)

Tijdens hun actieve periodes trekken damherten rond, zoeken ze voedsel, gaan ze sociale interacties aan en verzorgen ze hun lichaam. De passieve periodes worden gebruikt om te herkauwen, te slapen en te rusten. Gedurende een dag hebben damherten meestal zo'n 6 tot 8 actieve periodes In de schemering komen vooral de jonge herten tevoorschijn uit hun schuilplaatsen om naar open velden te gaan (Mattioli, 2011).

In Nederland eten damherten een gevarieerd dieet van grassen, bladeren, jonge scheuten, kruiden en vruchten. In agrarisch gebied veroorzaken ze echter ook vraatschade aan de oogst van boeren door het eten van granen, mais en andere gewassen (Faunabeheereenheid Zeeland, 2024)

De levenscyclus van een damhert omvat verschillende fasen, van de geboorte tot de volwassenheid. De damherten hebben per fase ook een andere naam. Damwild beschrijft de gehele populatie. Omdat in de volksmond het begrip damhert wordt gebruikt, is dat in dit onderzoek ook passender.

Tabel 4 Levensfasen damwild

Naam Beschrijving

Kalf Een jong damhert, afhankelijk van de moeder, nog niet zelfstandig.

Smaldier Een jong vrouwelijk damhert dat nog niet geslachtsrijp is.

Spitser Een jong mannelijk damhert met zijn eerste gewei, bestaande uit eenvoudige, onvertakte spiesen.

Hinde Een volwassen vrouwelijk damhert, geslachtsrijp en vaak moeder.

Hert Een volwassen mannelijk damhert met een volledig ontwikkeld gewei.

Leeftijd Gewicht Schofthoogte

tot 1 jaar 4-5 kg 1 jaar: 20-30 kg 30-35 cm 1 jaar: 50-60 cm

1 - 2 jaar 25-40 kg 60-75 cm

1 - 2 jaar 30-45 kg 70-80 cm

2 jaar en ouder 35-55 kg 75-85 cm

2 jaar en ouder 50-85 kg 85-100 cm

In Nederland hebben damherten weinig natuurlijke vijanden. De belangrijkste bedreigingen komen van menselijke activiteiten, zoals verkeer (valwild), jacht en verlies van leefgebied.

3.2.3 Populatiegroei Uit onderzoek van de Vereniging het Edelhert is gebleken dat netto aanwas (de geboorte minus sterfte als percentage van de aanvangspopulatie in een jaar) van damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen 24% betrof. Dit betekent dat de verdubbelingstijd van de populatie iets meer dan drie jaar betrof (Vereniging Het Edelhert, 2011)

Uit het teloverzicht van de faunabeheergroep is op te maken dat er sinds 2014 te maken is met een groei van de populatie. De gegevens van de faunabeheergroep zijn aangeleverd tot 2022. De wildbeheereenheid geeft aan dat de lagere resultaten uit 2022 mogelijk te maken hebben met

verstoring in het gebied (Worm & Schoon, 2022). De gegevens van 2023 zijn opgehaald uit de data van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF, 2024). Hierbij is gekeken naar de spreiding van de verschillende habitat en de aantallen waarnemingen per deelgebied. Voor de waardes van 2024 is gebruik gemaakt van de informatie uit de interviews uit dit onderzoek. Deze gegevens zijn samengevoegd in Tabel 5.

Tabel 5 Samengestelde telling populatie damherten Hoeksche Waard van 2014 - 2024 Jaar

3.2.4 Genetiek

Er zijn verschillende meningen over de mate van inteelt bij een kleine startpopulatie. Aan de ene kant is er nog geen directe relatie met genetica is vastgesteld, is het duidelijk dat een toename van heterozygotie (eenvoudig gezegd: de hoeveelheid genetische variatie binnen een populatie of zelfs op individueel niveau) de overlevingskans van een populatie vergroot. Over het algemeen wordt erkend dat een breed genetisch pakket cruciaal is voor het behoud van populaties. Shaffer (1997) concludeerde op basis van verschillende analyses dat 50 tot 500 genetisch verschillende individuen voldoende zijn voor de korte termijn persistentie van een populatie bij genetische onzekerheid.

Aan de andere kant wordt er verondersteld dat er in het begin al sprake was van een lage genetische diversiteit bij damherten. Dit komt voor door heel Europa, mede door een klimaatveranderingen in het verre verleden (Pleistoceen, 2,6 miljoen tot 11,7 duizend jaar geleden).

Dit heeft voor een ‘genetische bottleneck’ gezorgd; een sterke krimp in de omvang van de populatie waardoor veel variatie verloren is gegaan. Daardoor zijn latere populaties die zijn ontstaan afkomstig van een startpopulatie met kleine omvang; dit zijn de ‘founder effects’ (Mayr, 1954).

De lage genetische diversiteit is onderzocht voor de Amsterdamse Waterleidingduinen en Nationaal Park Zuid Kennemerland in 2021 (de Groot, 2011) en de resultaten zijn in lijn met die van eerder onderzoek in Europa. Dit eerdere onderzoek is uit Duitsland (Hartl, Schleger, & Slowak, 1986), Engeland (Pemberton & Smtih, 1985) en Italië (Randi & Apollonio, 1988). Baker, Gray, Akin Pekşen

en Rus Hoelzel hebben in 2021 een herziening van hun onderzoek in 2017 uitgebracht, waarbij de bevindingen van het oorspronkelijke onderzoek als actueel werden bevestigd (2021)

3.2.5 Habitat en Verspreiding

Damherten zijn in Nederland voornamelijk te vinden in duingebieden en bosrijke omgevingen. Bekende populaties zijn aanwezig in de Amsterdamse Waterleidingduinen, Nationaal Park ZuidKennemerland en de Oostvaardersplassen. Ze zijn hier vaak geïntroduceerd of uitgezet en hebben zich goed aangepast aan de lokale omstandigheden. De dieren kunnen in diverse habitat overleven, maar hebben de voorkeur van open graslanden tot dichte bossen, zolang er voldoende voedsel, water en bescherming is (Interesting Animal Kingdom, 2024)

De habitat van de damherten in de Hoeksche

Waard beperkt zich vooral tot het Noord

Oostelijke gedeelte van de gemeente

Hoeksche Waard met als centrum de polder

Raepshille in Strijensas.

Alle waarnemingen tussen 2005 en 2024 zijn opgenomen in een overzichtskaart in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.5. Deze kaart geeft met kleur per jaar aan waar er waarnemingen van damherten waren. Aan de hand van deze kaart is op te maken dat het verspreidingsgebied gedurende de laatste 20 jaar gelijk is gebleven. De meeste waarnemingen hebben plaatsgevonden op twee beschutte plekken. De eerste is een bomenrij aan de westkant van de kaart en de tweede plek is een klein geriefbos aan de oostkant van de kaart in Figuur 7

3.2.6 Conclusie

Het ziet er naar uit dat de populatie damherten de laatste 20 jaar erg honkvast is geweest. Er is geen verschuiving van de populatie opgetreden. De plaatsen waar de meeste waarnemingen plaatsvinden, past bij de algemene behoefte van damherten om beschutting te vinden.

Het gebied biedt daarnaast een goede uitvalbasis met voldoende voeding in de vorm van natuurlijke begroeiing als voeding uit de agrarische sector. De populatie maakt op dit moment een groei door. Om te meten wat die groei exact is, dient er eerst verder onderzoek gedaan te worden. In vergelijkbare gebieden is een groei waargenomen van 24% per jaar. Dit zou resulteren in een verdubbeling van de populatie in 3 jaar.

Figuur 7 Centrale punten binnen het verspreidingsgebied van de damherten in de Hoeksche Waard

De start populatie is beperkt. Uit onderzoek is gebleken dat een kleine startpopulatie effect kan hebben op inteelt binnen de populatie (Schaffer, 1997). Er is echter ook onderzoek wat uitwijst dat dit geen effect heeft op de populatie (Baker, Gray, Akin Pekşen, & Hoelzel, 2021)

3.3 Wet- en Regelgeving

Het beheer van damherten in Nederland wordt gereguleerd door verschillende wetten en regelgevingen, die gericht zijn op natuurbeheer, dierenwelzijn, en publieke veiligheid. Hier zijn de belangrijkste wet- en regelgeving die van toepassing zijn:

3.3.1 Wet natuurbescherming (Wnb) en de Omgevingswet

Tot voorkort was de wet natuurbescherming de belangrijkste wet op het gebied van natuur en biodiversiteit in Nederland. Deze wet regelt onder andere de bescherming van plant- en diersoorten, natuurgebieden en houtopstanden. Sinds 1 januari 2024 is deze wet opgegaan in de omgevingswet.

De wet stelt eisen aan het beheer en de bescherming van wilde diersoorten, inclusief damherten, en legt regels op voor het verstoren, vangen, of doden van dieren. Wilde damherten zijn genoemd in bijlage IX, onder A. Artikel 11.54 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) geeft aan dat gelet artikel 5.1 lid 1 onder g het verboden is om zonder omgevingsvergunning een flora- en fauna activiteit te verrichten. Hieronder wordt verstaan: het opzettelijk doden of vangen van in het wild levende zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen en kevers van de soorten (Omgevingswet, 2024)

Een omgevingsvergunning kan alleen worden afgegeven als er wordt voldaan aan de beoordelingsregels flora- en fauna-activiteit gesteld in artikel 8.74l lid 1 van het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (Besluit Kwaliteit Leefomgeving, 2024). Hierin staat onder andere dat een activiteit is toegestaan in het belang van de bescherming van wilde flora en fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitat. Daarnaast stelt lid 1b onder 2 van datzelfde artikel, dat een vergunning ook kan worden verleend ter voorkomen van ernstige schade aan met name gewassen, bossen en andere vormen van eigendom. Verder kan er vergunning worden verleend bij overlast, onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren of in het algemeen belang.

Als laatste is participatie een belangrijke pijler van de omgevingswet (Ministering van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, 2021). Betrokkenen worden in een vroeg stadium al betrokken bij het proces van besluitvorming. In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. is een overzicht te vinden met regels over participatie.

3.3.2 Schaderegelingen

Indien er schade is ontstaan door damherten is het mogelijk om voor een tegemoetkoming in faunaschade in aanmerking te komen. Het is echter wel vereist dat er van tevoren niet-dodelijke preventieve maatregelen zijn genomen (Bij12, 2024)

Bij12 adviseert in de zogenaamde ‘Faunaschade PreventieKit’. Deze kit laat zien met welke nietdodelijke preventieve maatregelen kunnen worden ingezet om gewasschade door edelhert, ree en damhert te voorkomen of te beperken (Bij12, 2024). Preventieve maatregelen als visuele middelen, akoestische middelen, afscherming of teeltechnische maatregelen als gelijktijdig inzaaien, zijn methodes die kunnen worden ingezet. Figuur 8 geeft een voorbeeld van zo’n maatregel.

Figuur 8 Gaasraster ten behoeve van afscherming. Voor een damhert geldt een hoogte van minimaal 1,80m (Bij12, 2024)

Daarnaast zijn er regels omtrent het aanvragen en verlenen van een tegemoetkoming van faunaschade vastgesteld door de Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten vastgesteld in een verordeningen en beleidsregels. Voor de Provincie Zuid-Holland zijn deze vastgelegd in het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 6 december 2016 (Gedeputeerde Staten van ZuidHolland, 2021). Hierin staat onder andere genoemd dat er taxatie dient plaats te vinden en waaraan dit dient te voldoen.

3.3.3 Faunabeheerplannen Faunabeheerplannen zijn documenten die door Faunabeheereenheden worden opgesteld om het beheer van in het wild levende dieren, zoals damherten, te reguleren. Het beschrijft maatregelen zoals afschot, verjaging, en habitatbeheer om populaties te reguleren.

Op 29 december 2023 heeft de Omgevingsdienst Haaglanden een verzoek van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gekregen om een opdracht te verlenen aan de Faunabeheereenheid ZuidHolland om in het belang van de openbare veiligheid (aanrijdingen) en ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, de omvang van de populatie verwilderde damherten te beperken binnen het werkgebied van de wildbeheereenheid Hoeksche Waard. Gelet op alle omstandigheden dient deze populatie geheel weg te worden genomen binnen een maximale periode van 5 jaar (Omgevingsdienst Haaglanden, 2023). Deze uitvoer is stil komende te liggen door een opgestelde petitie met het verzoek niet over te gaan tot uitvoer van dit besluit (Sanders, 2024)

3.3.4 Jachtregelgeving

Voor het jagen op damherten is een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit vereist, als genoemd in artikel 5.1 lid 1 onder f van de Omgevingswet (Omgevingswet, 2024). Deze vergunningen worden verleend door de Provincie en zijn gebaseerd op de noodzaak om populaties te beheren en schade aan landbouw of natuur te voorkomen, zoals genoemd in de rijksregels in artikel 4.31 van de Omgevingswet (Omgevingswet, 2024) Vergunningen bevatten vaak specifieke voorwaarden, zoals het aantal dieren dat mag worden afgeschoten, de locaties waar de jacht is toegestaan, en de periodes waarin de jacht mag plaatsvinden (Rijksoverheid, 2024). In het verlengde daarvan moeten jagers zich houden aan ethische richtlijnen die humane en respectvolle behandeling van dieren waarborgen (Kemperman & Dijkhuis, 2022). Dit omvat onder andere het voorkomen van onnodig lijden en het gebruik van methoden die snel en effectief zijn (Dahles, z.d.)

3.3.5 Provinciale Verordeningen

Volgens de Omgevingsverordening Zuid-Holland van 2019, zijn er regels opgesteld om de fysieke leefomgeving te beschermen en te beheren, inclusief het beheer van damherten. Dit omvat onder andere bepalingen over natuurbeheer en de bescherming van biodiversiteit (Provincie Zuid-Holland, 2024)

De provincie Zuid-Holland heeft expliciet besloten dat er buiten de aangewezen gebieden zoals de Waterleidingduinen, geen ruimte is voor damherten. Dit besluit is genomen om problemen zoals overbegrazing, verkeersveiligheid en landbouwschade te voorkomen. In specifieke gevallen, zoals in de Hoeksche Waard, is besloten de damhertenpopulatie volledig te elimineren door afschot vanwege de ecologische impact en praktische beperkingen van alternatieve methoden zoals wegvangen of sterilisatie (Provincie Zuid-Holland, 2024).

De provinciale regelgeving is afgestemd op nationale wetten zoals de Wet natuurbescherming, die voorwaarden stelt aan het beheer en de jacht op wilde dieren, inclusief damherten. De wetgeving voorziet in maatregelen om ecologische balans te handhaven en schade aan de natuur en landbouw te beperken.

3.3.6 Conclusie

Deze wet- en regelgeving vormen samen een kader dat zowel het ecologische beheer van damherten als het welzijn van de dieren en de veiligheid van de bevolking waarborgt. De meeste wetten komen voort uit de nieuwe Omgevingswet.

De omgevingswet spreekt echter over wilde damherten. Het woordenboek legt de term wild uit als ‘in de vrije natuur levende dieren’. Daarnaast is wild in de bijvoeglijke naamwoord vorm ‘niet tam; = ongetemt: wilde zwijnen’ (Van Dale, 2024). Er is echter discussie of de damherten in veel gebieden vallen onder wilde dieren of dat het zogenaamde verwilderde dieren zijn (Fauna4life, 2021).

De wetgeving benoemd dat er mogelijkheden tot beheer zijn wanneer het bijvoorbeeld gaat om ernstige schade of overlast. De mate van die schade en overlast is echter niet benoemd, waardoor dit nog steeds discussie kan oproepen.

Verder is de vraag of de kosten die moeten worden gemaakt om aanspraak te kunnen maken of schadevergoeding, nog in verhouding staan tot de daadwerkelijke schade.

3.4 Best practices

In de zoektocht naar effectieve strategieën voor het beheer van damhertenpopulaties is het ook van belang om te kijken naar de ervaringen en best practices van vergelijkbare gebieden. Door te leren van de successen en uitdagingen van andere regio's die te maken hebben gehad met soortgelijke kwesties, kunnen waardevolle inzichten worden verkregen die kunnen bijdragen aan een doeltreffendere aanpak. Met name de ervaringen met samenwerking voorafgaand aan het beheer van damhertenpopulaties in andere gebieden bieden waardevolle lessen over het belang van participatie en de relatie tussen verschillende belanghebbenden. In dit onderzoek worden vijf voorbeelden genoemd, waar er spanning is in verband met een groeiende populatie damherten en de verhoudingen tussen betrokkenen.

3.4.1 Het eiland de Haringvreter

Het eiland de Haringvreter bevindt zich in de provincie Zeeland. Het eiland maakt deel uit van het Veerse Meer, een groot meer dat ontstaan is na de aanleg van de Veerse Gatdam. De Haringvreter is gelegen ten noorden van het schiereiland Walcheren, in de buurt van de plaatsen Veere en Vrouwenpolder. Het eiland is bereikbaar per boot en is bekend om zijn natuurlijke schoonheid, met bosrijke gebieden en open graslanden die een thuis bieden aan diverse vogel- en plantensoorten (Staatsbosbeheer, 2024)

Sinds 1984 komen er damherten voor op de Haringvreter. Deze zijn daar gebracht door een particulier. Na de fok in 1995 hebben een aantal exemplaren weten te ontsnappen, wat uiteindelijk heeft geleid tot een populatie van 275 in 2017 (Kuipers, de Vries, & Lammertsma, 2017). Inmiddels is de populatie uitgegroeid tot 700 exemplaren. Het beheer van damherten op het eiland de Haringvreter is problematisch door de beperkte ruimte en de impact van de groeiende populatie op de lokale flora en fauna. De overbevolking leidt tot overbegrazing, wat resulteert in een afname van plantendiversiteit en verstoring van habitat van andere dieren. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd tot afschot (Staatbosbeheer, 2022). Het rapport van Alterra (2017) adviseert om de populatie terug te brengen naar 40 tot 50 exemplaren.

Ook hier heeft de beslissing tot afschot geleid tot verzet. Dierenrechtenorganisaties vinden dat onvoldoende was aangetoond dat de damherten invloed hebben op de biodiversiteit (Binnenlandsbestuur, 2020). De provincie Zeeland heeft vindt dat er inmiddels voldoende onderzoek gedaan is naar de mate van druk op de biodiversiteit en heeft in haar visie opgenomen dat de damherten beheerd zullen worden. Daarnaast maakt burgerparticipatie in relatie tot milieueffecten deel uit van de omgevingsvisie (Provinciale Staten van Zeeland, 2024).

3.4.2

De Manteling van Walcheren

De Manteling, gelegen aan de noordwestkust van Walcheren in de provincie Zeeland, is een natuurgebied dat zich uitstrekt van Domburg tot Vrouwenpolder (Zeeland, 2024). Net als op het eiland de Haringvreter zijn ook de damherten geïntroduceerd door ontsnapping uit of loslaten van gehouden dieren. Hier leven de dieren al echter sinds 1944. Het beheer van damherten in dit gebied is problematisch vanwege de negatieve impact van de snelgroeiende populatie op de lokale vegetatie. De damherten zorgden voor overbegrazing, wat leidt tot de achteruitgang van de biodiversiteit. Ook hier worden de damherten beheerd (Faunabeheereenheid Zeeland, 2024)

De provincie Zeeland zoekt, zoals eerder genoemd de samenwerking op met burgerinitiatieven. Een voorbeeld van de samenwerking tussen burgers en overheden bij het beheer van damherten in de provincie Zeeland is te vinden op de website van het Overleg Zeeuwse Overheden (Overleg Zeeuwse Overheden, 2024). Het OZO is een platform waar 15 Zeeuwse overheden samenwerken aan gemeenschappelijke regionale doelen, waaronder natuurbeheer en het beheer van wildpopulaties zoals damherten. Deze samenwerking richt zich op het betrekken van verschillende belanghebbenden, inclusief lokale gemeenschappen en vrijwilligersorganisaties, om gezamenlijk beheerplannen te ontwikkelen en uit te voeren.

3.4.3 Duinen van Zuid-Kennemerland

Het beheer van damherten in ZuidKennemerland, een natuurgebied in NoordHolland ten westen van Haarlem, vormt een aanzienlijke uitdaging door de explosieve groei van de populatie en de daaruit voortvloeiende ecologische en maatschappelijke problemen. De damherten veroorzaken ernstige overbegrazing, wat leidt tot schade aan de vegetatie en een afname van de biodiversiteit, inclusief bedreiging van zeldzame plantensoorten. Daarnaast zorgen ze voor overlast voor omwonenden, verkeersveiligheidsproblemen doordat ze vaak wegen oversteken en veroorzaken ze schade aan landbouwgewassen in de omgeving (FBE Noord- en Zuid-Holland, 2020).

In de duinen van Zuid-Kennemerland is de betrokkenheid van lokale gemeenschappen bij het beheer van damherten merkbaar door verschillende participatieve initiatieven en samenwerkingsverbanden. Zo wordt het publiek geïnformeerd over de te nemen maatregelen en stellen lokale poeliers zich beschikbaar om de damherten te verwerken en beschikbaar te stellen aan de gemeenschap (Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2024)

Naast participatie is een plan opgesteld om schade te beperken. Door weren en verjagen, plaatsen van hekken en het aanpassen van de maximumsnelheid en het plaatsen van waarschuwingsborden, wordt er getracht de schade te beperken (FBE Noord-Holland, 2024)

3.4.4 Amsterdamse Waterleidingduinen

De Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) is een groot natuurgebied dat zich bevindt in de provincie Noord-Holland, Nederland. Het gebied ligt ten westen van Amsterdam en strekt zich uit van Zandvoort in het noorden tot Noordwijk in het zuiden, langs de Nederlandse kust (AWD, 2024). De problematiek rondom het beheer van damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen concentreert zich op de co-existentie tussen damherten, natuurbehoud en menselijke activiteiten. De populatie damherten in dit gebied is fors gegroeid, wat leidt tot ecologische verstoringen alsmede overlast voor omwonenden en verkeersveilig.

Beheer van de damherten en de Amsterdamse Waterleidingduinen heeft weerstand opgeroepen. Zo is de dierenbescherming naar de rechter gestapt om de uitspraak tot beheer tegen te gaan (NOS, 2016). Inmiddels zijn er ruim 3000 exemplaren afgeschoten en lijkt het volgens onderzoekers erop dat de natuur zich langzaam herstelt (Arnold, 2023)

Om schade te voorkomen en verkeersveiligheid te bevorderen heeft de dierenbescherming een aantal maatregelen voorgesteld in plaats van beheer. Zo stellen ze zowel natuurlijke als kunstmatige barrières voor. Deze maatregelen moeten de habitat van de dieren beperken. Daarnaast raden ze

Figuur 9 Damherten in Zandvoort (FBE Noord- en Zuid-Holland, 2020)

aan om de snelheid in het verkeer te verlagen en signaleringsborden te plaatsen (Dierenbescherming, 2024).

3.4.5 Oostvaarderplassen

Als laatste voorbeeld is misschien wel één van de bekendste gebieden als het gaat om problematiek met herten. De Oostvaardersplassen is een groot natuurgebied in de provincie Flevoland, Nederland. Het gebied ligt in de gemeente Lelystad, ten zuidoosten van de stad Almere, en strekt zich uit langs de zuidoever van het Markermeer. Vooral edelherten zijn de dominante soort in dit gebied Problemen ontstaan door overbegrazing en de impact op de vegetatie, wat heeft geleid tot voedseltekorten voor andere grote grazers en verlies van biodiversiteit.

De problematiek rondom het beheer van edelherten in de Oostvaardersplassen draait voornamelijk om de delicate balans tussen natuurlijke processen, dierenwelzijn en menselijke belangen. Het gebied kampt met over populatie van herten, wat resulteert in voedseltekorten tijdens strenge winters en discussies over het toepassen van bijvoeding versus natuurlijke selectie. De aanwezigheid van herten in een afgesloten, omheind gebied zoals de Oostvaardersplassen heeft ook geleid tot ethische debatten over het al dan niet ingrijpen bij lijden van dieren en het beheer van een 'semiwild' ecosysteem (Pointer, 2019). Verschillende belanghebbenden, waaronder natuurbeschermers, dierenwelzijnsactivisten en lokale gemeenschappen, hebben diverse opvattingen over hoe het beheer van de damhertenpopulatie het beste kan worden uitgevoerd, wat de uitdagingen bij het vinden van een duurzame oplossing heeft vergroot. Na een juridische strijd bezit de faunabeheereenheid Flevoland sinds 01 januari 2020 een ontheffing voor het beheren van de edelherten.

3.4.6 Conclusie

De best practices uit deze gebieden tonen aan dat een geïntegreerde aanpak, waarbij samenwerking en participatie centraal staan, cruciaal is voor het effectief beheren van damhertenpopulaties. Door betrokkenheid van alle belanghebbenden te waarborgen en gebruik te maken van wetenschappelijke inzichten, kunnen beheermaatregelen worden geoptimaliseerd om zowel ecologische als maatschappelijke doelen te bereiken

Door middel van overlegstructuren, inspraakavonden en vrijwilligerswerk worden diverse belanghebbenden, waaronder bewoners, agrariërs, natuurorganisaties en overheidsinstanties, samengebracht om gezamenlijk te werken aan duurzame oplossingen voor het beheer van damhertenpopulaties. Deze benaderingen benadrukken het belang van het creëren van draagvlak, het delen van kennis en het opbouwen van een gedeelde verantwoordelijkheid voor het behoud van zowel de natuurlijke omgeving als de leefbaarheid van de gemeenschap. Door onvoldoende de participatie te zoeken, kan een lange juridische strijd een reële bedreiging zijn, met als gevolg een nog grotere populatie.

Bestuurlijke organen kunnen helpen bij het creëren van barrières, zowel natuurlijk als kunstmatig. Deze barrières kunnen voorkomen dat overlast en schade ontstaat bij burgers en agrariërs. Daarnaast kan er een positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid worden bewerkstelligd door snelheidsreductie en signalering aan te brengen.

3.5 Conclusie na onderzoek

Het onderzoek naar de relatie tussen verschillende partijen bij de beheercasus van damherten in de Hoeksche Waard heeft een complex beeld onthuld van betrokkenheid, belangen en standpunten. De resultaten benadrukken dat er veel partijen betrokken zijn en zich betrokken voelen bij deze situatie. Variërend van beleidsmakers en uitvoerders tot lokale organisaties en inwoners. Partijen zijn hierbij op gespannen voet met elkaar komen te staan, wat de samenwerking bemoeilijkt. De interviews tonen aan dat de meeste betrokkenen voorstander zijn van een bepaalde mate van instandhouding van de damhertenpopulatie, hoewel hun meningen uiteenlopen over het exacte aantal dieren

De besluitvorming ligt uiteindelijk bij de Provincie Zuid-Holland, die eindverantwoordelijk is voor het al dan niet behoud van de damherten. Ondanks dat de provincie de beslissingsmacht heeft, blijkt uit het onderzoek dat veel partijen bereid zijn hun kennis en expertise te delen om te adviseren over mogelijke beheerstrategieën. Dit biedt kansen voor een meer inclusieve en kennis gedreven aanpak.

Het onderzoek toont ook aan dat de damhertenpopulatie de afgelopen 20 jaar honkvast is gebleven. Het gebied in de Hoeksche Waard biedt de benodigde beschutting en voeding, wat een gunstige omgeving creëert voor de momenteel groeiende populatie. Hoewel verder onderzoek nodig is om de exacte groei te meten, kan de populatie potentieel verdubbelen in drie jaar tijd, wat een uitdaging vormt voor het beheer.

De wet- en regelgeving, voornamelijk voortkomend uit de nieuwe Omgevingswet, biedt een kader voor ecologisch beheer en waarborgt het welzijn van de dieren en de veiligheid van de bevolking. Er bestaat echter discussie over de classificatie van damherten als wilde of verwilderde dieren, wat de toepasbaarheid van bepaalde wetten beïnvloedt. De regelgeving biedt mogelijkheden voor beheer bij schade of overlast, maar de definities van deze termen zijn vaag, wat tot verdere discussies kan leiden.

Daarnaast is het zo dat de omgevingswet overheden stimuleert om tijdig extra aandacht aan participatie te besteden bij vraagstukken over de fysieke leefomgeving (Aan de slag met de omgevingswet, 2024). Door de zogenoemde kennisgevings- en motiveringsplicht zijn overheden ook verplicht participatie in te richten. Uit het onderzoek bleek dat er onvoldoende aandacht voor deze vorm van samenwerking was.

Best practices uit andere gebieden wijzen op het belang van een geïntegreerde aanpak waarbij samenwerking en participatie centraal staan. Het betrekken van alle belanghebbenden door middel van overlegstructuren, inspraakavonden en vrijwilligerswerk is cruciaal voor het effectief beheren van damhertenpopulaties. Deze benadering bevordert draagvlak, kennisdeling en gedeelde verantwoordelijkheid, wat bijdraagt aan duurzame oplossingen en het voorkomen van lange juridische conflicten.

Bestuurlijke organen kunnen bijdragen aan het verminderen van overlast en schade door natuurlijke en kunstmatige barrières te creëren. Daarnaast kunnen verkeersveiligheidsmaatregelen zoals snelheidsreductie en signalering een positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid leveren.

Al met al benadrukt het onderzoek het belang van samenwerking en kennisdeling tussen alle betrokken partijen om effectieve en duurzame beheer strategieën te ontwikkelen voor de damhertenpopulatie in de Hoeksche Waard.

3.6 Discussie

Het doel van de discussie in een onderzoek is om de resultaten van het onderzoek te interpreteren en te evalueren in relatie tot de oorspronkelijke doelstellingen.

Door de methode zo volledig mogelijk uit te schrijven wordt er een bijdrage geleverd aan de validiteit. Aan de hand van deze methodiek is een goed antwoord te formulieren op de hoofdvraag.

Wel zijn er een aantal facetten die bij vervolgonderzoek kunnen worden aangepast, om het onderzoek effectiever te maken.

In dit onderzoek is ervoor gekozen om alle betrokken partijen en kaart te brengen. In eerste instantie is dat gedaan aan de hand van een lijst met personen aangedragen door de opdrachtgever. Omdat de opdrachtgever een van de kanten van het probleem belichten waren daardoor niet alle partijen vertegenwoordigd. Door uitgebreid deskresearch, alsmede de aandacht via de media, zijn uiteindelijk wel alle partijen aan tafel gekomen. In een vervolgonderzoek zou de basis deskresearch kunnen zijn, aangevuld door informatie van de opdrachtgever in plaats van andersom. Door de moeizame onderlinge verstandhouding van verschillende partijen, kan het echter zijn dat niet alle ondervraagden zich volledig hebben, durfden of konden uitspreken.

Van tevoren werd verondersteld dat de overheid tegemoet zou komen in schade door wilde dieren. Doordat de populatie damherten als verwilderd wordt aangemerkt, komen agrariërs niet direct in aanmerking voor compensatie. Daarnaast moeten er kosten worden gemaakt voor het taxeren van schade, waardoor schades niet meer worden gemeld en hiermee dus ook het inzicht in de grootte van het probleem wordt verloren. Uit de interviews bleek dat de schade een wezenlijk deel van het probleem was. Om hier een correct beeld van te krijgen zal uitgebreider onderzoek moeten plaatsvinden om de ware grootte in kaart te brengen. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door alle omwonenden actief te benaderen.

De omgevingswet heeft haar intrede gedaan op 01 januari 2024. Eén van de opdrachten die op te maken is vanuit de omgevingswet is participatie bij vraagstukken over de fysieke leefomgeving Vanuit de best practices werd er nu nog weinig concrete voorbeelden gevonden van de wijze waarop dit nu al werd gedaan. Een oorzaak kan zijn dat er sinds de invoering van de omgevingswet nog maar weinig vormen hebben plaatsgevonden. Het kan ook zijn dat de gemaakte zoekslagen ontoereikend waren en zich vooral op het aspect met wildbeheer hebben gericht. Toekomstig onderzoek kan zich richten op vormen van participatie tussen overheden en belanghebbenden. Hiervoor kan contact worden gelegd met omliggende gemeenten om een beeld te vormen.

Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag wat de belangrijkste aspecten zijn die moeten worden meegenomen bij het ontwikkelen van passend beheer van de damhertenpopulatie in de gemeente Hoeksche Waard. De vraag die echter open blijft staan is op welke wijze dit dan moet plaats vinden. Dit onderzoek voldoet niet om ook daarin te voorzien. Om een goed antwoord te formuleren op die hoe vraag, zal aanvullend onderzoek moeten plaatsvinden.

4 Programma van Eisen

Het doel van dit Programma van Eisen is het vaststellen van de criteria en randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een participatieplan voorafgaand aan het opstellen van een gedragen beheerplan. Het programma van eisen dient als leidraad voor beleidsmakers, uitvoerders, lokale organisaties en andere stakeholders, om een gezamenlijke aanpak te waarborgen die zowel ecologisch verantwoord als maatschappelijk draagbaar is. De criteria voor het programma van eisen zijn samengevoegd in Tabel 6.

Tabel 6 Programma van eisen

Criteria

Participatie met betrokkenen:

Strategieën voor het betrekken van en communiceren met alle belanghebbenden, inclusief beleidsmakers, lokale organisaties en inwoners.

Afgeleid uit de criteria van de deelonderzoeken

• Zorg dat alle partijen zich gehoord voelen en zijn

• Laat partijen met elkaar communiceren en houd media buiten de overlegstructuur

• Neem partijen mee in de besluitvorming

• Bespreek verschillen in zienswijze

• Investeer in communicatie tussen de verschillende partijen

• Draag zorg voor voldoende habitat, onder andere bestaande uit beschutting

• Licht de mogelijkheden en onmogelijkheden toe Ecologische en biologische criteria: Richtlijnen voor het behouden van een gezonde en stabiele damhertenpopulatie zonder ecologische schade te veroorzaken.

• Draag zorg voor voldoende natuurlijke voeding

• Monitor de populatiegroei en populatiestructuur.

• Monitor de verspreiding van de populatie damherten

• Monitor eventuele afwijkingen binnen de populatie

• Streef naar duurzame populatie

Wettelijke- en juridische kaders: Overzicht van relevante wet- en regelgeving, inclusief de Omgevingswet, en de classificatie van damherten.

• De wet benadrukt de noodzaak om een balans te vinden tussen economische, ecologische en sociale belangen

• Zorg als provincie en Rijk voor duidelijkheid over de status van de damherten

• De wet vereist betrokkenheid van stakeholders bij de ontwikkeling en uitvoering van plannen

• De omgevingswet zet in op participatie Schadebeheersing en veiligheid: Maatregelen om overlast en schade aan landbouw en verkeer te minimaliseren.

• Maak schade melden makkelijker

• Adviseer bij schadepreventie door oplossingen voor te dragen als afscherming op bepaalde plaatsen of nieuwe teelt methodes (vroeger in het jaar)

• Sta open voor subsidie

• Schadevergoedingen

• Implementeer maatregelen ten behoeve van de verkeersveiligheid zoals waarschuwingsborden, snelheidsbeperkingen en andere infrastructuurveranderingen om

Best Practices:

Toepassing van bewezen methoden en benaderingen uit vergelijkbare beheersituaties elders.

verkeersongevallen met damherten te voorkomen

• Kies voor een geïntegreerde aanpak met multidisciplinaire teams

• Zorg voor regelmatige overlegstructuren

• Kies voor selectief beheer te denken aan specifiek afschot in overleg met de wildbeheereenheid

• Maak gebruik van natuurlijke en kunstmatige barrières

• Betrek lokale partijen bij beheer en verwerking na jacht

Vanuit de uitgebreide lijst met criteria uit het programma van eisen in Tabel 6, is een lijst met kernpunten samen te stellen vanuit de verschillende concepten. Deze kernpunten zijn hieronder weergegeven in Tabel 7.

Tabel 7 Kernpunten uit het Programma van Eisen

Concepten

Engagement bij alle partijen

Kernpunten

Zet in op participatie met de verschillende partijen, waarbij aandacht is voor de relatie tussen alle betrokkenen en gericht is op een gezamenlijke aanpak van het probleem.

Ecologie Er dient gestreefd te worden naar een vitale populatie zonder dat het een negatief effect heeft op het landschap

Wet- en regelgeving Stel, aan de hand van actieve betrokkenheid, binnen de grenzen van de wet, beleid op ten behoeve van beheer.

Risicobeheer Heb aandacht voor het beheersen en minimaliseren van verkeersongevallen en schade door toepassing van zowel preventieve maatregelen en protocollen als tegemoetkomingen voor benadeelden.

Best practices Kies voor een geïntegreerde aanpak met multidisciplinaire teams en betrek lokale partijen bij het inventariseren van ideeën en opstellen van een beheerplan.

Deze meerdere concepten geven richting aan een visie waarop het advies kan worden gebaseerd. De kernpunten zijn voorwaardelijk om te komen tot succes. De onderliggende visie kan worden verwoord als:

De visie voor het komen tot succes is het bevorderen van participatie met alle belanghebbenden, waarbij er wordt gestreefd naar een gezamenlijke aanpak van problemen, ondersteund door een vitale populatie die het landschap verrijkt. Het beleid wordt opgesteld binnen wettelijke kaders, waarbij benadeelden worden gecompenseerd en preventiemaatregelen worden gefaciliteerd. Met multidisciplinaire teams en lokale input wordt een beheerplan ontwikkeld dat duurzaamheid en harmonie tussen mens en natuur bevordert.

Door een duidelijke en gedetailleerde opstelling van de eisen en criteria, biedt dit programma van eisen, met de daarbij behorende visie, een solide basis voor een effectief en duurzaam beheerplan. Het uiteindelijke doel is om door samenwerking en kennisdeling tot een breed gedragen oplossing te komen die recht doet aan zowel de ecologische behoeften van de damherten als de belangen van de mensen in de Hoeksche Waard.

5 Reflectie

Tijdens het uitvoeren van het onderzoek naar damherten werden meerdere facetten van de ecologie, gedrag en de impact op de omgeving verkend. Een aspect dat tijdens dit onderzoek steeds belangrijker werd, was de noodzaak van duurzaamheid in het beheer van damhertenpopulaties. Naast de duurzaamheid van de populatie, kwam ook de duurzaamheid van onderlinge relaties duidelijk naar voren.

Vanuit ecologisch oogpunt is het duidelijk dat de damherten een grote invloed hebben op de biodiversiteit binnen hun leefgebieden. Ze zijn herbivoren die een grote variëteit aan planten consumeren, wat leidt tot veranderingen in de vegetatiestructuur. Dit kan zowel positieve als negatieve effecten hebben. Positief gezien kunnen damherten bijdragen aan het beheer van ondergroei, wat gunstig is voor bepaalde vogelsoorten en insecten. Negatief gezien kan overbegrazing leiden tot een afname van plantensoorten, wat weer een kettingreactie kan veroorzaken op andere niveaus van het ecosysteem. Negatief kan daarnaast ook een grote kostenpost opleveren voor omwonenden en agrariërs.

Deze dynamiek roept belangrijke vragen op over hoe een damhertenpopulatie duurzaam kan worden beheerd. Duurzaamheid betekent in dit geval niet alleen het behoud van de damherten zelf, maar ook het behoud van de gehele ecologische balans waarin zij leven. Door populatiegroei kan de balans worden verstoord. Dit zal goed moeten worden gemonitord. Een van de dilemma’s dat tijdens het onderzoek naar boven kwam, is de noodzaak om een evenwicht te vinden tussen natuurbehoud en menselijk gebruik van land. In veel gebieden waar damherten voorkomen, wordt het land ook gebruikt voor recreatie, landbouw en stedelijke ontwikkeling. Dit vereist een geïntegreerde benadering van landbeheer die rekening houdt met de behoeften van zowel mensen als dieren. Door te investeren in vormen van participatie kan ook een duurzame relatie ontstaan tussen de verschillende partijen.

Informeren en bewustwording zijn eveneens cruciaal. Door lokale gemeenschappen te betrekken en hen te informeren over de ecologische rol van damherten en de noodzaak van duurzaam beheer, kan er draagvlak ontstaan voor maatregelen die misschien niet altijd populair zijn, maar wel noodzakelijk zijn voor het behoud van een gezonde biodiversiteit, schadebeperking en verkeersveiligheid.

Tot slot, het aspect van klimaatverandering kan niet buiten beschouwing worden gelaten. Veranderende klimaatomstandigheden hebben directe en indirecte effecten op damherten en hun leefomgeving. Dit vraagt om een adaptief beheer dat flexibel genoeg is om in te spelen op onvoorziene veranderingen en veerkrachtig genoeg om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden.

6 Conclusie en aanbevelingen

Aan de hand van het onderzoek kan worden vastgesteld dat de belangrijkste aspecten die moeten worden meegenomen bij het ontwikkelen van passend beheer van de populatie damherten te vatten zijn in een drietal pijlers. Deze pijlers komen voort uit het programma van eisen en vormen de basis van het advies. Deze pijlers zijn, participatie, hinder en beheer.

Participatie, hinder en beheer

6.1 Aanbevelingen voor de praktijk

Om uit eindelijk te komen tot een beheerplan wordt een vervolgstrategie geadviseerd op basis van deze drie pijlers (Figuur 10)

Vanuit de participatie pijler wordt de meeste waarde gehecht aan de onderlinge relatie. Er wordt extra geïnvesteerd in banden tussen partijen. Standpunten en invalshoeken worden benadrukt, zodat er inzicht komt in elkaars achtergrond

Vanuit de pijler hinder wordt er extra geïnvesteerd in maatregelen die de verkeersveiligheid ten goede komen en worden agrariërs en omwonenden, snel en volledig, gecompenseerd in geleden schade.

De pijler beheer heeft vooral het vertrekpunt wat zich richt op de meest voorkomende mening, beheren en in beperkte mate behouden van de populatie.

Deze aanbevelingen in de vervolgstrategie gelden overigens niet alleen voor de besluitvormers, maar worden per belanghebbende geadresseerd.

6.2 Advies

Pijler 1: Participatie Er is spanning ontstaan tussen verschillende partijen in de weg naar een beheerplan. De eerste pijler richt zich op het herstel van de relatie.

• Implementeer verschillende vormen van samenwerking waarin in co-creatie wordt gewerkt aan de opbouw van een duurzaam beheerplan. Denk hierbij aan brainstormsessies of samenwerkingsplatvormen waarbij met elkaar wordt gewerkt aan inrichting en nagedacht wordt over verschillende vormen van beheer

• Betrek beleidsmakers, lokale bewoners, agrariërs en natuurbeschermingsorganisaties bij het ontwikkelings- en besluitvormingsproces.

Figuur 10 Vervolgstrategie op basis van drie pijlers

• Faciliteer (vanuit de gemeente en provincie) regelmatige overlegstructuren en inspraakavonden om input en feedback te verzamelen. Gebruik hierbij de best practices van andere gemeenten.

• Iedere belanghebbende heeft in rol in het geheel. Het advies is per belanghebbende ook te specificeren: Provincie → Neem het initiatief als voorzitter en breng de partijen bij elkaar. Specialisten → informeer over mogelijkheden en gevolgen omtrent damherten en beheer. Deel kennis en expertise om te adviseren over mogelijke beheerstrategieën.

Bewoners/betrokkenen/ gemeente→ omschrijf gevoelens en emoties van de achterban vanuit de wil om samen te komen tot een oplossing

Benadeelden → omschrijf schade om inzicht te geven in de gevolgen.

Pijler 2: Hinder

Er is schade ontstaan aan gewassen en voertuigen. Hoe groot de schade is en hoe groot de kans op verkeersoverlast is, moet verder worden onderzocht. Dit komt ook terug in de aanbevelingen voor verder onderzoek.

• Maak schade melden makkelijker (gemeente/provincie) voor zowel landbouw- als verkeersschade.

• Compenseer bewoners en agrariërs indien er schade is. Gemeente, provincie en ondernemers kunnen met elkaar om de tafel.

• Overweeg subsidies voor agrariërs die ruimte bieden aan de damherten en verken de mogelijkheden tot financiële steun ten behoeve van schadepreventie voor zowel verkeer als landbouw (gemeente/provincie/gedupeerden)

• Overleg in gezamenlijkheid met wegbeheerders over maatregelen die de verkeersveiligheid ten goede komen. Denk hierbij aan snelheidsverlaging, signalering, wildroosters om de habitat te beperken (gemeente/omwonenden).

Pijler 3: Beheer

Het merendeel van de partijen is voor behoud van de damherten in de Hoeksche Waard. Dit geldt ook voor de partijen die overlast ervaren van de populatie.

• Sta open voor een populatie damherten in het gebied (provincie)

• Sta open voor een vorm van beheer (natuurbeschermingsorganisaties).

• Onderzoek waar de grootste overlast gevende punten zijn (waar komen mens/ondernemer/flora en damherten samen) en kies maatregelen om dat tegen te gaan

• Bescherm en behoud de natuurlijke habitat die essentieel zijn voor de beschutting en voeding van de damherten.

• Monitor de populatiedynamiek om trends in groei, afname en stabiliteit te verkrijgen (samenwerking FBE, WBE, natuurorganisaties).

• Streef naar een duurzame populatiegrootte die ecologisch verantwoord is en geen schade veroorzaakt aan de omgeving (gezamenlijk)

Door deze aanbevelingen te volgen ontstaat er een goede basis om uit eindelijk te komen tot passend en gedragen beheer.

6.3 Aanbevelingen voor verder onderzoek

Naast het advies zijn er ook nog een aantal onderdelen die verder kunnen worden onderzocht. Deze vallen buiten het initiële advies, maar kunnen wel een positieve bijdrage leven bij de verdere ontwikkeling van een beheerplan.

Op de volgende vlakken kan verder onderzoek worden uitgevoerd:

• Onderzoek de best practices van participatie methoden in het kader van de omgevingswet.

• Onderzoek de draagkracht voor een populatie damherten in het huidige en gewenste habitat.

• Onderzoek de mate van daadwerkelijke schade. Uit onderzoek blijkt dat deze niet of onvoldoende wordt gemeld.

• Onderzoek waar de grootste overlast gevende punten zijn en kies maatregelen om dat tegen te gaan

• Onderzoek naar de invloed van de media op besluitvorming en onderlinge relaties

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Participatieplan Damherten Hoeksche Waard by damhertenhoekschewaard - Issuu