Leven met een dwangstoornis

Page 1

quinta

psyche Op een zebrapad alleen op de witte strepen stappen heeft iedereen weleens gedaan, of op een tegelpad niet over de randjes lopen. Als gedachten of handelingen uw leven gaan beheersen, wordt het tijd om aan de bel te trekken. TEKST: KEES ROEST BEELD: ROEL OTTOW

Johan van der Heide (56) kampt al tientallen jaren met dwanggedachten. Regelmatig komen er vloekgedachten in hem op. Het is het ergst als hij in de kerk zit, of aan het bijbellezen of bidden is. De gedachten gaan vaak met zo’n kracht door hem heen, dat hij is gaan denken de zonde tegen de Heilige Geest te hebben gedaan. In de loop der jaren is Johan door zijn dwanggedachten in een isolement geraakt. Hij durft er nauwelijks met zijn omgeving over te praten, bang als hij is dat men hem niet begrijpt en verkeerde conclusies trekt. Anne Ooms is een vrouw van achter in de veertig, die verstrikt is geraakt in dwangrituelen. Zij voelt zich gedwongen op een bepaalde manier op te staan uit bed. Ze herhaalt dit net zo lang tot ze het ‘goed’ doet. Wanneer ze geen gehoor geeft aan deze rituelen, is ze bang dat bijvoorbeeld haar dochter een ongeluk zal overkomen.

Kwelling

Leven met een dwangstoornis Quinta 84

Twee personen die gekweld worden door een obsessieve compulsieve stoornis, oftewel een dwangstoornis. Ongeveer vier procent van alle mensen krijgt in de loop van zijn of haar leven een keer te maken met een dergelijke stoornis. Er is dan altijd sprake van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dwanggedachten zijn terugkerende en aanhoudende angstoproepende gedachten, die iemand op krampachtige wijze probeert weg te houden uit het bewustzijn. Dwanghandelingen zijn zich herhalende gedragingen (handen wassen, opruimen, controleren) die gericht zijn op het neutraliseren van dwanggedachten of het voorkomen van onheil, maar op een niet realistische of overdreven wijze. Dwanghandelingen kunnen zich ook in het hoofd afspelen. Dan kan het

bijvoorbeeld gaan om zachtjes tellen, bidden of het in stilte woorden herhalen. Bekende dwangstoornissen zijn controledwang en smetvrees, al dan niet gecombineerd met wasdwang. Een minder bekende dwangstoornis betreft het hebben van dwanggedachten en dwangmatige impulsen.

Ongewenst

Als klinisch psycholoog spreek ik vrijwel dagelijks met mensen die last hebben van dwanggedachten. Wat mij steeds weer opvalt, is hoezeer deze dwanggedachten iemand het leven zuur maken. Het lijkt of er geen onbezorgd moment meer is. Het hele leven gaat op den duur in het teken staan van deze akelige, ongewenste, maar steeds weer terugkerende gedachten. In mijn boek Wat dwang met je doet ben ik hier uitgebreid op ingegaan. Naast smetvrees/wasdwang en controledwang, gaat het in dat boek over dwanggedachten en hoe daarmee om te gaan. Johan en Anne komen er, naast andere dwangpatiënten, uitgebreid in aan het woord. In het tweede deel komt ter sprake met welke vorm van therapie dwangstoornissen het beste kunnen worden aangepakt. Gedragstherapie biedt daarbij de hoogste succeskans. Daarbij moet meteen worden opgemerkt dat dwangstoornissen, wanneer ze langer bestaan, zodanig verankerd kunnen zijn in iemands bestaan dat de dwang zelden geheel verdwijnt. Een tweede kansrijke aanpak is die met medicijnen. Verschillende antidepressiva zijn óók effectief bij dwangstoornissen. Vaak zijn mensen al met medicatie begonnen en wordt gedragstherapie toegevoegd wanneer de pillen onvoldoende werken. Binnen de gedragstherapie wordt veel gebruik gemaakt van exposure en

responspreventie. Daarbij moet u denken aan blootstelling aan de angstige gedachten (expres aan de dwanggedachten denken of expres de handen vuil maken) en om het bewust niet uitvoeren van de dwanghandelingen (niet dwangbidden, geen geruststelling vragen, niet de handen wassen). Een andere belangrijke aanpak binnen de gedragstherapie is de cognitieve therapie. Daarbij leert de patiënt de gedachten op te sporen die angstig maken en deze te vervangen door reële gedachten. Veel mensen met dwang stuiten zo bijvoorbeeld op irreële gedachten over veiligheid en controle. Zij eisen perfecte controle. Een kerngedachte is: ‘Ik moet absoluut zeker weten dat ik geen fout gemaakt heb’ en: ‘Ik kan niet tegen onzekerheid’. Dit soort opvattingen leidt ertoe dat iemand krampachtig fouten probeert te voorkomen en dan dus maar liever tien keer iets controleert voor niets, dan een controle na te laten en risico te lopen. Als iemand dan leert inzien dat risico’s bij het leven horen en dat er beter mee te leven valt dan met de krampachtige controle, kan de controle wat losgelaten worden. Men ziet ook in dat er slechts sprake was van een controleillusie. In veel boekjes en artikelen wordt met name ingegaan op wasdwang en controledwang. Er zijn echter minstens zoveel mensen die last hebben van dwanggedachten zonder zichtbare dwanghandelingen. Daarom nu wat extra aandacht voor dit probleem, een probleem dat bij christenen veel vaker voorkomt dan bij niet-christenen.

Dwanggedachten bedwingen

Iemand zei eens: ‘Ik wilde dat ik die gedachten weg zou kunnen toveren!’ En daar zit nu net het probleem. Want u

85 Quinta


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Leven met een dwangstoornis by cvadf - Issuu