Veeteeltvlees mei 2015

Page 1

JA A RG A N G 14

NR. 5

ME I 2015

I N D I T N U M M ER

JO D IU M

M EN G TEELTEN

IN TERVI EW

Een derde van de kalveren heeft vergrote schildklier

Evenwichtiger krachtvoer met mengteelten

Kurt Sannen hekelt huidig natuur- en milieubeleid

VV05_cover.indd 2

21-05-15 14:21


VV05_p02.indd 2

21-05-15 13:09


I NHOUD

RUBRIEKEN

3 4 19 28 30 31

Van de redactie Vleestelex Uit de dierenartspraktijk Voer voor boer Agenda Anders bekeken VOEDING

6 Krachtvoerautonomie nastreven met mengteelten

Reageren op dit editorial kan via een brief aan de redactie, via e-mail (guy.nantier@crv4all.com) of via het discussieplatform veeteeltforum.nl (topic ‘Gluren bij de bioburen’).

PORTRET

10 CRV-voorzitter Peter Broeckx is terug van weggeweest DIERGEZONDHEID

12 Een derde van de witblauwkalveren heeft een jodiumtekort R E P O R TA G E S

14 Bij verbeterdroodbontfokker Aalt van de Bunt mislukt een dikbil niet snel 24 Eddy De Roo en Maria Vuylsteke schitterden al tweemaal tijdens Vette Os in Antwerpen MARKETING

16 Afgemolken koeien krijgen een tweede leven als producenten van kwaliteitsvlees INTERVIEW

20 Bioforum-voorzitter Kurt Sannen hekelt huidig natuur- en milieubeleid D I E R R E P O R TA G E

26 Limousinfokstier Day legt basis voor de toekomst

Aalt van de Bunt ’Bij ieder kalf is het weer een verrassing waar haar kwaliteiten liggen.’ 14

Guy Nantier Gluren bij de bioburen niet gek

N

aar goede gewoonte focust de redactie in het meinummer op de biolandbouw. De insteek daarbij is het vizier van onze lezers breed openhouden en leren van de naaste en/of verre buren. In dit nummer twee bijzonder interessante verhalen. Het eerste betreft het hoofdverhaal rond mengteelten. Of hoe bioveehouders zoeken naar zelfvoorzienendheid in krachtvoergrondstoffen in het rantsoen. Ook in de gangbare veehouderij is men daar volop mee bezig, want iedereen wil economisch en ecologisch duurzaam produceren. Het tweede artikel is het interview met Bioforum-voorzitter Kurt Sannen. Ik onthoud uit het interview vooral twee zaken. Eén: de biolandbouw kan ook zeer productief zijn, zoals die bioakkerbouwer die elf ton droge stof haalt met zijn tarweteelt. Biolandbouw is dus meer geworden dan een beetje boeren in de marge. Het is een volwassen sector ge-

Voeding Mengteelten

6

Met mengteelten kan de veehouder evenwichtiger krachtvoer produceren.

worden onder andere door of dankzij zelfonderzoek. Onderzoek in de biolandbouw verdient vanuit de overheid meer financiële steun, zoals de Bioforumvoorzitter vraagt. Mijn morele steun hebben ze alvast. Twee: bio staat op één lijn met de gangbare boerenbelangenbehartigers. Iedereen wil de muur die nu tussen landbouw en natuur is opgericht, slopen. Met kringloopdenken toont de biosector zijn weg daarnaartoe. Ik stel vast dat dit circulaire denken begint door te sijpelen in de gangbare landbouw. We waren het even vergeten in de race naar maximale productieverhoging. Een akkerbouwer stelde onlangs in een column: ondernemen is de essentie van boer zijn. ‘En mocht het mislukken, dan moet je maar denken: alles is beter dan eeuwig spijt hebben van het feit dat je het nooit geprobeerd hebt.’ Zo is dat. Gluren bij de bioburen is zo gek nog niet.

Interview Kurt Sannen

20

Het huidige natuurbeleid ontneemt boeren kansen in plaats van kansen te creëren.

V E E T E E LT V L E E S

VV05_editorial.indd 3

M E I

2 0 1 5

3

21-05-15 13:28


V L E E S T E L E X

Imperial algemeen kampioen Aquitanima

Grive behaalde recent op de SIA te Parijs een 1b-plek bij de zoogstellen

Voor de blondekeuring ter gelegenheid van de landbouwbeurs Aquitanima te Bordeaux waren 270 dieren aangemeld. De jeugdkampioen bij de stieren, Imperial (v. Fripon) van de gebroeders Duprat uit Peyret St. André, kreeg het algemeen kampioenschap toegewezen. De andere kampioenen die voor de overall zege in aanmerking kwamen, waren Ironie (v. Gabin) van maatschap Darrets, kampioene bij de jonge vaarzen, Inri (v. Davisson) van maatschap Gendro, kampioene bij de vaarzen, Espagne (v. Barbes) van maatschap St. Aubin, kampioene bij de koeien, Ilot (v. Ronald) van maatschap Gendro, kampioen stieren middengroep, en Gagnant (v. (Barbes) van maatschap Dubosc-Robin, kampioen oudere stieren. Grive (v. Disco) van de naar Frankrijk geemigreerde Nederlandse fokkers Ton Hartman en Peter Thissen behaalde het kampioenschap bij de zoogstellen. De vierjarige Grive was vergezeld van haar stierkalf Joyeux (v. Cabrel).

Kubitus meest ingezette stier in 2014 Zowel in het ki-dierenartsencircuit als bij de doe-het-zelf-ki was Kubitus bij AWE voor het tweede jaar op rij de meest ingezette stier. Dat blijkt uit het jaarverslag 2014 van de Waalse veeverbeteringsorganisatie. De top drie bij de doe-het-zelvers wordt gevormd door achtereenvolgens Kubitus, Or en Attribut. Bij de ki-dierenartsen zijn dat Kubitus, Sauveur en Attribut. Het aantal inseminaties in 2014 bedroeg 181.589. Er werd met niet minder dan 33 verschillende rassen geïnsemineerd. Belgisch witblauw heeft een aandeel van 63 procent, holstein 33 procent, limousin 0,64 procent, blonde d’Aquitaine 0,5 procent en charolais 0,5 procent. Sheriff de Centfontaine was veruit de vaakst geregistreerde vader bij de geboorte in 2014 (tabel 1). Het aantal geregistreerde kalveren bij geboorte was in 2014 met –0,6 procent licht gedaald. Het witblauwras verliest 1,2 procent regis-

Kubitus de Bray

traties. De Franse vleesrassen gaan er procentueel op vooruit, maar in absolute cijfers blijven de aantallen zeer beperkt.

Tabel 1 – Top tien kalverregistratie 2014 in Wallonië

vader

vadersvader

Sheriff de Centfontaine Adajio de Bray Attribut du Fond de Bois Imperial de l’Ecluse Lotto van de Vloeikenshoeve Benhur du Champ Bouval Tarzan du Falgi Kubitus de Bray Nodule des Volées Tilouis d’Atrive

Panache de Centfontaine Empire d’Ochain Imperial de l’Ecluse Germinal de Fooz Davidson de l’Ecluse Fétiche d’Izier Quarto du Falgi Empire d’Ochain Impartial d’Izier Imperial de l’Ecluse

percentage 4,22 2,96 2,71 2,52 2,40 2,35 2,27 2,22 2,07 2,01

Limousinkampioen Carlisle verkast voor 50.000 euro De in januari 2014 geboren stier Foxhillfarm Jasper veroverde op de Spring Show & Sale te Carlisle het algemeen kampioenschap. Foxhillfarm Jasper is geboren uit een embryo van de combinatie Loosebeare Fantastic (v. Wilodge Vantastic) met moeder Bankdale Alice (v. Sympa). De jonge stier van het fokbedrijf van Michael en Melanie Alford uit Cullompton (Devon) behaalde eerder op de dag het kampioenschap bij de jonge stieren. In het algemeen kampioenschap rekende de stier af met de kampioen stieren middengroep Lenagh IQ (v. Claragh Franco) van Mark Stewart uit het Noord-Ierse Randalstown en de kampioen oudere stieren Sportsmans Iceberg (v. Ampertaine Commander) van Boden en Davies Ltd. uit Stockport. Op de veiling daags na de show werden 140 limousinstieren aangeboden. Foxhillfarm Jasper werd de veilingtopper voor afgerond 50.000 euro. Drie volle broers die eveneens in aanbieding waren, kregen 41.300 euro, 27.058 euro en 19. 937 euro achter hun naam. 84 procent van de aangeboden stieren te Carlise kreeg een nieuwe eigenaar voor gemiddelde 7.769 euro.

4

V E E T E E LT V L E E S

VV05_vleestelex.indd 4

MEI

Veilingtopper Foxhillfarm Jasper (v. Loosebeare Fantastic)

2015

21-05-15 15:28


Luc Seurynck, voorzitter Beroepsvereniging Mengvoederfabrikanten (Bemefa):

‘De primaire producent, onze klant/veehouder, moet duurzaam beloond worden voor de meerinspanningen die geleverd worden.’ U IT:

B E M E FA ,

A P R IL

2 0 1 5

Bert Hoogezand winnaar Blonde Award 2014 Op de algemene ledenvergadering van het Blonde d’Aquitaine Stamboek werd Bert Hoogezand uit Wierden uitgeroepen tot winnaar van de Blonde Award 2014. Hoogezand wordt door de organisatie omschreven als iemand die breed inzetbaar is en altijd klaarstaat voor anderen. Hij verricht onder andere diverse activiteiten voor het centraal stierenopfokstation (COT) en is namens het stamboek aanwezig op de landbouwbeurs in Har-

denberg. Ook op de keuringen is hij een vaste deelnemer. Op de algemene ledenvergadering werden tevens 45 fokkers die 25 jaar of langer lid zijn van het stamboek, gehuldigd. Zij kregen een oorkonde overhandigd. Frans en Antoinette Nouwens uit Heusden werden benoemd tot erelid van het stamboek. Bert Hoogezand

Franse genoomtesten voor Nederlandse limousins Ter gelegenheid van de limousinstierenveiling van het Franse opfokstation ’Pole de Lanaud’ ondertekende het Franse genotyperingsbedrijf Ingenomix een dealerovereenkomst met het Nederlandse limousinstamboek. De overeenkomst betreft het vermarkten van de Franse genoomtesten EvaLim van Ingenomix in Nederland. Dat gaat exclusief naar het Nederlandse stamboek en leden van het stamboek. Teus Dekker, voorzitter van het limousinstamboek: ‘Het Nederlandse Limousin Stamboek heeft de schitterende mogelijkheid te baat genomen om de verregaande Franse technologische ontwikkeling met genomics op limousins te combineren met hun behoefte om een effectief fokwaardenmeetsysteem te implementeren in Nederland.’ Voor het limousinras heeft Ingenomix onder de noemer EvaLim verschillende DNA-testen beschikbaar voor vrouwelijke dieren vanaf de geboorte. De genoomtesten betreffen de kenmerken geboortegemak, groei, bespiering, fijnheid van beenwerk, skeletontwikkeling, melkgifte en afkalfgemak. Daarnaast is via genotypering ook de afstammingsverificatie mogelijk alsook het testen op de

aanwezigheid van het myostatinegen (dikbilgen) en het hoornloosheidsgen. De overeenkomst met het Nederlandse stamboek geldt enkel voor vrouwelijke dieren, niet voor stieren. De EvaLim-tes-

ten blijven voor mannelijk vee exclusief voorbehouden voor stieren die naar de centrale opfok te Lanaud gaan of stieren die in het Franse Iboval-testprogramma meedraaien.

Teus Dekker van het Nederlands Limousin Stamboek (links) en Bernard Roux, voorzitter van Ingenomix, beide zittend, bij de ondertekening van de dealerovereenkomst

V E E T E E LT V L E E S

VV05_vleestelex.indd 5

M E I

2 0 1 5

5

21-05-15 15:28


H O O F D A RT I K E L

Evenwichtiger krachtvoer telen met een teel

Mengteelten d De gangbare veehouderij is op zoek naar meer krachtvoerautonomie om de voederkosten te drukken. Kunnen mengteelten zoals in de biolandbouw gangbaar, een optie zijn? tekst Guy Nantier

D

e biologische landbouw loopt voorop als het gaat om duurzaamheid. Daarbij wordt gewerkt met een integrale ketenbenadering of anders gesteld: het sluiten van de kringloop van grondstoffen op het bedrijf in balans met mens, dier en milieu. In de bioveehouderij is eigen krachtvoer telen met een mengteelt gangbaar. Is een mengteelt ook het overwegen waard in de klassieke veehouderij? De mengteelt in de biolandbouw begrijpen is een eerste stap in het vinden van een antwoord.

Van zuivere teelt naar mengteelt ‘Ruwvoer is de voornaamste bron van energie, eiwit en structuur op een biologisch veebedrijf’, vertelt Annelies Beeckman als inleiding. Annelies Beeckman is werkzaam bij Inagro, het praktijkonderzoekscentrum van de provincie West-Vlaanderen. Zij houdt er zich al enkele jaren bezig met de mengteelttechniek in de afdeling biolandbouw. ‘Grasklaver is hierbij altijd de belangrijkste ruwvoercomponent geweest. Vanaf een bepaald productieniveau is er naast het basisrantsoen ook een energie- en eiwitrijk krachtvoer nodig. De voeropname per dag van een rund is immers beperkt. Maar biologisch krachtvoer is duur, tot zestig à zeventig

procent duurder dan de prijs van gangbare krachtvoeders.’ ‘Graan en in mindere mate korrelmais, vanwege de moeilijke mechanische onkruidbestrijding, hebben biobedrijven standaard in hun teeltplan’, vervolgt Beeckman. ‘Deze twee zetmeelrijke teelten zorgen in rotatie met gras-klaver voor een natuurlijke organischestofopbouw in de bodem.’ Voor een bijkomende eiwitvoorziening werd oorspronkelijk gezocht in de richting van een zuivere teelt van een vlinderbloemige van eigen bodem. ‘In eerste instantie naar zomerveldbonen. Maar de pure teelt bleek gevoelig voor extreme weersomstandigheden en veronkruiding op het einde van de teelt. De combinatie met een graangewas bood een uitkomst voor die opbrengstonzekerheid.’

Geen toxische factoren In Vlaanderen is vooral de winterteelt triticale (een kruising van tarwe en rogge) met voedererwten of veldbonen als mengteelt gangbaar. In Nederland is dit de voorjaarszaai van zomergerst met erwten of zomertarwe met veldboon. ‘In Vlaanderen geven we de voorkeur aan een wintercombinatie vanwege een goede bodembedekking tijdens de winter en minder onkruiddruk’, zegt Beeckman. ‘Een winterteelt geeft ook iets meer opbrengst. Verder geven voedererwten meer teeltzekerheid dan veldbonen. Aandachtspunt bij erwten is evenwel dat de plant na de bloei verder blijft doorgroeien en kan gaan legeren. Een maximale zaaidichtheid respecteren zorgt ervoor dat het graan voldoende steun blijft geven aan de erwten. Veldbonen geven dan weer meer ruw eiwit, maar hebben wat meer tijd nodig voor afrijping. Verder zijn de opbrengsten met veldboon meer wisselend. Veldbonen zijn namelijk gevoeliger voor vorstschade en vogelvraat dan erwt.’ Op alle bodemtypes kan een mengteelt. ‘Als de bodem maar

Jos De Clercq: ‘Mengteelt is een risicoloze teelt’

Bioveehouder Jos De Clercq is enige jaren terug aan de slag geweest met mengteelten. Het gedorste en geplette graan werd – naast het basisrantsoen gras-klaver aangevuld met lijnschilfers – vervoederd aan zijn limousinafmeststieren. De stieren werden afgezet aan 400 kilogram karkas-

6

gewicht op een leeftijd van 20 tot 22 maanden. Jos Declercq: ‘Het zou ook prima in het rantsoen van het jongvee gekund hebben, evenwel niet in het rantsoen van koeien. Koeien krijgen hier nooit krachtvoer, omdat ze vlot moeten afkalven. Met krachtvoer erbij worden ze te vet.’ De bioveehouder uit het Limburgse Zepperen heeft zowel zomergerst en erwten, triticale en erwten als zomergerst en haver geteeld. Jos De Clercq: ‘Het probleem van mengteelten is dat het uiteindelijke resultaat jaar na jaar verschilt. Anderzijds is het een risicoloze teelt. Het graan heb je altijd. De erwten die koeien graag lusten, krijg je erbovenop.’ Bij de combinatie triticale met erwten is

het zaak om de vlinderbloemige dun te zaaien, aldus Jos De Clercq. ‘Anders krijg je een pruik van erwten en valt de triticale om.’ De veehouder geeft nog aan dat het er in het voorjaar op lijkt of het met de erwt niks zal worden. Later komen de erwten erdoor en blijk je meer erwten te oogsten dan eerst gedacht.’ Hij geeft wel aan gestopt te zijn met mengteelten. ‘Maar dat heeft niets met de teelt zelf te maken. Ik heb op mijn bedrijf meer grond nodig voor de teelt van baktarwe en spelt voor de humane consumptie. Bij meer grond zou ik wel geen mengteelt maar zonnebloemen inzaaien en dorsen vanwege een tekort aan plantaardige vetten in het veerantsoen.’

V E EVTE EE ETLETEVL LT EVELSE EOS K M TO E IB E2R0 12 50 0 9

VV05-hoofdartikel.indd 6

21-05-15 09:01


een teeltcombinatie triticale-vlinderbloemige

en doorgelicht goed onderhouden is en niet uitgeput is. Op zandgronden zijn veldbonen minder gebruikelijk.’ De inzaai van triticale met erwten gebeurt vanaf eind oktober tot half november, de zaai van triticale met veldbonen van half oktober tot half november. De vlinderbloemige rassen die ingezaaid worden, komen meestal uit Frankrijk waar ze een grotere traditie hebben in het telen ervan. Voor veldbonen moeten rassen worden gebruikt die voldoende winterhard zijn, bij erwten is er geen probleem van winterhardheid. ‘Voor varkens en kippen moet er bij de keuze van peulvruchten rekening gehouden worden met antinutritionele (toxische) factoren, zoals trypsineremmers bij erwt en de stoffen vicine/ convicine bij veldbonen. Bij herkauwers speelt dit probleem echter niet.’ Bij triticale-voedererwt wordt de triticale met een normale zaaidosis gezaaid, voor de voedererwten geldt maximaal 25 zaden per vierkante meter. ‘Bij erwten is het belangrijk om rekening te houden met het duizendkorrelgewicht om de maximale zaaidosis te bepalen. Een te hoge zaaidichtheid geeft een hoog risico op legering.’ Bij triticale met veldboon wordt het graan aan 50 procent van de normale zaaidichtheid gezaaid en de veldbonen aan 30 tot 40 zaden per vierkante meter. Het zaaien kan in twee werkgangen of gemengd in één werkgang met een klassieke graanzaaimachine. Beeckman: ‘Elke loonwerker kan één werkgang aan. De machine moet alleen goed afgesteld worden. Bij triticale plus erwt geldt een zaaidiepte van 4 centimeter. Bij triticale met veldboon is dat 6 tot 8 centimeter diepte. Bij deze laatste is voldoende diep zaaien

de regel. Het is beter om de triticale te diep te zaaien dan de veldboon te oppervlakkig.’ Bij alle mengsels is ontmengen een aandachtspunt. Regelmatig bijvullen is daardoor beter dan alles in één keer in de machine doen.

Vochtig, droog of geheleplantsilage De bemesting is minimaal bij deze twee mengteelten. Annelies Beeckman: ‘De opbrengst bij de meeste bioboeren komt tot stand op onbemeste percelen in een teeltrotatie met graan en gras-klaver. In principe behoeft een winterteelt noch een onkruidbestrijding noch enige ziektebestrijding. Bij een zomerteelt is wiedeggen wel nodig. Er is de laatste jaren wel een probleem van gele roest in triticale vastgesteld, zowel in de bio- als in de gangbare teelt. Wintergerst komt dan als alternatief in het vizier.’ Triticale met erwten of veldbonen kunnen op verschillende wijzen worden geoogst. ‘In theorie zijn er drie mogelijkheden’, geeft Luk Sobry, biovoedingsspecialist bij adviesbureau Wim Govaerts en Co, aan. ‘Als droge korrel, als vochtig graan of als geheleplantsilage, gps: als gps indien de boer ruwvoer wil of als vochtig graan of droge korrel indien de productie van krachtvoer wordt nagestreefd. De weersomstandigheden spelen natuurlijk ook een rol in die keuze.’ Droog graan wordt gedorst bij 15 tot 16 procent vocht in de korrel. Bij mengteelten dient gewacht te worden tot ook de erwten of veldbonen volledig rijp zijn. ‘Net als het graan worden de zaden van de vlinderbloemigen geplet of gemalen voor vervoedering. Malen verhoogt de afbraaksnelheid, pletten geeft een trager product.’ De restplant wordt onder-

Mengteelt triticale-erwt

V E EVV TE EE ETLTETEEVEL LT TEVELJSEA EN OSU KM A T O RE IIB E12R/0 212 502 00 90 9

VV05-hoofdartikel.indd 7

7

21-05-15 09:01


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Mengteelt als geheleplantsilage bij witblauw jongvee en koeien

Mengteelt tarwe-veldboon

‘Mengteelten zijn te overwegen bij witblauw’, zegt gewezen ILVO-onderzoeker Leo Fiems. ‘Een mengteelt heeft wel een lagere voederwaarde dan bijvoorbeeld maiskuil. Collega Johan De Boever bepaalde de voederwaarde van gerst-erwt – geoogst en ingekuild als geheleplantsilage (gps) – op afgerond 850 vevi, wat een stuk lager is dan die van maiskuil. Het dve-gehalte is vergelijkbaar, maar mengteelten bevatten meer oeb.’ Voor ingekuilde triticale-voedererwten of

triticale-veldbonen gaat Fiems ervan uit dat deze niet veel verschillen van gersterwten. Mengteelten als gps zijn in Belgisch witblauw eerder inzetbaar bij jongvee en koeien dan tijdens het vetmesten van vleesvee, vervolgt Fiems. ‘Een beperkte hoeveelheid in de afmestfase bij vleesvee is mogelijk, als energierijkere voedermiddelen, zoals aardappelen, in het rantsoen ingeschakeld worden of hun aandeel in het rantsoen verhoogd wordt.’

gewerkt voor aanbreng van extra organische stof in de bodem. Maar van triticale-erwt kan het stro geoogst worden. Van triticale-veldboon is dat een stuk moeilijker. De stengels van de veldbonen blijven sappig. Een mengteelt als vochtig graan oogsten biedt dan weer meer bedrijfszekerheid. Het vochtige graan (30 à 40% vocht) wordt geplet en ingekuild. Bij minder dan 30 procent vocht is het moeilijk om het product in te kuilen zonder zuren. In de biosector wordt gewerkt met mierenzuur, propionzuur of azijnzuur. ‘Vochtig ingekuild graan levert in vergelijking met gemalen droog graan een sneller verteerbaar product.’ Het oogsttijdstip van gps is een belangrijke factor voor de drogestofopbrengst, voederwaarde en inkuilbaarheid. Bij mengteelten wordt het oogsttijdstip bepaald door het rijpheidsstadium van de erwt of veldboon. Het is het beste om een mengteelt met de hakselaar met maaibord te oogsten zodra de peulvrucht goed gevuld is en de bonen zacht deegrijp zijn. Luk Sobry: ‘Reken in voorkomend geval

met een opbrengst van acht à negen ton droge stof per hectare. In geval van de combinatie met erwt is de verhouding drie vierde graan en één vierde erwt. Bij veldboon oogst je een verhouding vijftig:vijftig.’

Tabel 1 – Voederwaarde van enkele vlinderbloemigen en graan (zuivere teelt) met soja als referentie (bron: Inra (Frankrijk), 2007, en CVB (Nederland))

gewas

8

vem (g/kg ds)

re (% ds)

dve (g/kg ds)

oeb

vlinderbloemigen eiwiterwt veldboon, gekleurd veldboon, witbloemig voedererwt wikke

1166 1042 1054 1176 —

23,9 29,4 31,1 24,5 34

113 104 107 118 —

68 139 151 76 —

graansoorten spelt zomertarwe triticale haver gerst

1003 1224 1218 — 1224

13 12,1 11 11,1 11,6

86 102 92 — 102

–12 –28 –23 — –30

sojaschroot

1159

49,1

252

193

V E E T E E LT V L E E S

VV05-hoofdartikel.indd 8

MEI

Voederwaarde bepalen moeilijk Een raszuivere triticaleteelt kost in de biosector 170 euro aan zaaizaden per hectare. Een mengteelt zo’n 220 euro. ‘Triticale wordt sowieso gezet. Je hebt alleen meerkosten voor de vlinderbloemige zaaizaden. Je bespaart anderzijds op de aankoop van krachtvoereiwit.’ ‘De voederwaarde van een mengteelt is in vergelijking met een zuivere teelt wel moeilijk te bepalen’, geeft de voedingsadviseur verder aan. ‘De verhouding bij inzaai is gekend, de verhouding bij oogst is veel minder voorspelbaar. Algemeen mag je stellen dat zonder grote tegenslag de totale opbrengst, zowel in korrel als in voederwaarde per hectare, minstens even hoog is als van een zuivere graanteelt en hoger is dan van een pure erwtenteelt. De aanwezigheid van een vlinderbloemige die de luchtstikstof bindt, zorgt ervoor dat het eiwitgehalte van het graan gemiddeld een halve tot één procent hoger is. De totale dve van een mengteelt is hoger in vergelijking met een pure graanteelt en de onbestendigeiwitbalans, oeb, wordt positief. Je krijgt dus een evenwichtiger krachtvoer dan enkel met graan.’ Maar door het lage dve-gehalte kan een veehouder het niet als eiwitcorrector inzetten (zie tabel 1). ‘Belangrijk om te weten in dat verband is dat men in Denemarken aan het experimenteren is om op bedrijfsniveau de droge veldboon te toasten. Door het verhittingsproces wordt het eiwit bestendiger waardoor het dve zou kunnen verdubbelen.’ l Meer uitgebreide informatie omtrent mengteelten is te vinden op www.biokennis.org

2015

21-05-15 09:02


E IJK L E r P fo t ! S I m o R c ONBEliteit en

GETROKKEN WAGO

i stab

WAGO-LOADER

www.joskin.com

WAGO

Industriële vervaardiging Getrokken modellen van 8 tot 12 m Half-gedragen modellen van 6 tot 10 m Laadvermogen tot 20 T

tel : 0032 43 77 35 45

Bezoek onze website!

• ACTUELE BERICHTEN • VLEESPRIJZEN • AGENDA • DISCUSSIEPLATFORM www.veeteeltvlees.nl of www.veeteeltvlees.be V E E T E E LT V L E E S

VV05_p09.indd 9

M E I

2 0 1 5

9

21-05-15 13:13


P O RT R E T PE T E R

B RO E CK X

Leeftijd: 51 Aantal koeien: 95 Carrière: voorzitter VRV, vicevoorzitter raad van commissarissen CRV, eerste ondervoorzitter Boerenbond, voorzitter VLAM Huidige functie: voorzitter raad van commissarissen CRV

10

V EV EE TE ET EE LETL VT lee a p sr i M l E1I 22 00 01 95

VV05_portret Peter Broeckx.indd 10

21-05-15 13:28


CRV-voorzitter Peter Broeckx: ‘Er moet veel meer focus op slachtrendement’

Terug op het oude nest Na twee jaar vooral met zijn koeien bezig te zijn geweest, was Peter Broeckx toe aan een nieuwe uitdaging. ‘Mijn hersenen hebben werk nodig.’ Begin maart werd de melkveehouder uit het Vlaamse Dessel benoemd tot CRV-voorzitter. tekst Inge van Drie

‘B

oer Peter’, zo kennen de dorpsbewoners van Dessel hem. Al 25 jaar lang ontvangen Peter Broeckx en zijn vrouw Marie-An elk jaar schoolklassen van de lokale basisschool. Die term ‘boer Peter’ was de afgelopen jaren meer dan ooit van toepassing. Twee jaar lang hield Broeckx zich vooral bezig met zijn melkveebedrijf, dat 95 zwartbonte melkkoeien en 64 hectare omvat. Maar de Vlaamse melkveehouder is toe aan een volgende uitdaging. Die ligt wat hem betreft niet in het bouwen van een nieuwe stal of in het fors uitbreiden van het aantal koeien. ‘Qua arbeid en qua liefhebberij ben ik voldaan zo. Met honderd koeien zitten we in deze stal aan ons maximum. We hebben 102 ligboxen en overbezetting kost hier geld. De stal is 25 jaar oud. Daarbij, de koeltank is vol en we zijn nu al een uur en drie kwartier

‘Op foktechnisch vlak kan in vleesvee nog zoveel meer’ bezig met melken. Zoals het nu lijkt, hebben we bovendien geen opvolger.’ Hoewel hij genoten heeft van het koeienboer zijn – ‘ik heb me daar kostelijk mee geamuseerd’ – was Broeckx toe aan iets nieuws. ‘Ik verarm intellectueel op de boerderij. Ik heb behoefte aan ontplooiing, mijn hersenen hebben werk nodig.’ Toen CRV eind vorig jaar een voorzitter zocht voor de raad van commissarissen, stelde Broeckx zich daarom kandidaat. Hij moest daarvoor wel een drempel

over, bekent hij. ‘Het was voor het eerst dat ik mezelf kandidaat moest stellen. Bij andere bestuursfuncties ging dat op een meer natuurlijke manier. Het risico bestond natuurlijk dat ik afgewezen zou worden.’ Toch besloot Broekx ervoor te gaan. Met succes, op 12 maart werd hij benoemd tot voorzitter van de raad van commissarissen van CRV, als eerste Vlaming op die positie. ‘Zelf vind ik dat laatste totaal niet relevant. Over het integratiehoofdstuk hoor je niemand meer.’ De Vlaming kent de veeverbetering als zijn broekzak. Negentien jaar lang vervulde hij bestuurlijke functies in de fokkerijwereld. Zo was hij als voorzitter van VRV nauw betrokken bij de totstandkoming van het huidige CRV, waar hij tussen 2002 en 2007 al vicevoorzitter van de raad van commissarissen was. Waarom keerde Broeckx terug op het oude nest? Hij glimlacht. ‘Omdat ik het niet kan laten wellicht? Maar CRV voelt voor mij ook als een van mijn kinderen.’

Menselijk aangenaam In 2007 nam Broeckx afscheid als CRVbestuurder; zijn termijn zat erop. In de acht jaar daarna is er veel veranderd. Niet alleen in de hele sector, maar ook binnen CRV. ‘Neem bijvoorbeeld het fokprogramma, dat is helemaal over de kop gegaan. Toen ik wegging, was het proefstier-wachtstier-fokstiersysteem nog volop actueel. Nu heeft de rvc er net mee ingestemd dat we per jaar nog maar zestig stieren testen.’ Ook op personeelsvlak veranderde er het nodige. ‘Er is een volledig vernieuwde directie en ook de mensen in de rvc zijn voor mij nieuw.’ Tijdens zijn inwerkperiode zocht Broeckx daarom alle leden van de raad van commissarissen thuis op. ‘Dat vond ik belangrijk om de groep aan te kunnen voelen. Ik moet als voorzitter

direct de kar trekken. Ik kan niet eerst een beetje achteroverleunen.’ Broeckx wil een brugfunctie vervullen tussen directie en bestuur. ‘Inhoudelijk houd ik afstand van de directie. Het is onze rol als rvc om processen te bewaken en de lijnen mee uit te zetten. Maar in de omgang houd ik ervan dat het gemoedelijk en gemakkelijk gaat, het moet menselijk aangenaam zijn.’ Naast zijn verleden in de veeverbetering fungeerde Broeckx acht jaar lang als eerste ondervoorzitter van belangenorganisatie Boerenbond. Tot juni is hij bovendien nog voorzitter van VLAM. Wat voor bagage neemt hij mee uit die functies? ‘Allereerst dat het menselijk aspect heel belangrijk is. Besturen is mensenwerk. Maar je moet ook weten waar het over gaat en aanvoelen welke richting het opgaat, wanneer je juist tijd moet nemen en wanneer je moet doorpakken.’

Samenwerking noodzakelijk Tijdens zijn vorige periode als CRV-bestuurder maakte Broeckx onder meer de oprichting van de Belgian Blue Group mee, waarin CRV en de Waalse veeverbeteringsorganisatie AWE participeren. Broeckx juicht samenwerking in de vleesveehouderij toe. ‘Juist omdat het om zo’n kleine populatie gaat, is samenwerking op foktechnisch vlak en op het gebied van stamboek gewoon noodzakelijk.’ Al kent Broeckx natuurlijk ook de gevoeligheden. ‘Ik zie niet zozeer een kloof tussen Vlaanderen en Wallonië alswel een kloof tussen pure exterieurfokkers en professionele vleesveehouders die met vleeskoeien hun boterham moeten verdienen. De belangen van beide groepen matchen niet altijd.’ Broeckx vindt sowieso dat de fokkerij in de vleesveehouderij professioneler kan. ‘Er moet veel meer focus komen op slachtrendement, in combinatie met DNA-onderzoek. De oude manier van stieren aankopen door puur op fenotype te selecteren kan echt niet meer. Op foktechnisch vlak kan nog zoveel meer.’ Ziet Broeckx daar nog een rol voor zichzelf ? ‘Strikt genomen is dat niet mijn taak als rvc-voorzitter, maar ik zal als het kan niet laten om een brugfunctie te vervullen. Ik wil met iedereen praten en naar iedereen luisteren.’ l

V E E T E E L T V lee s

VV05_portret Peter Broeckx.indd 11

M E I

2 0 1 5

11

21-05-15 13:28


D I E R G E Z O N D H E I D

Meer dan een derde van de kalveren heeft een vergrote schildklier

Jodiumtekort bij kalveren Jodium is een essentiële component van de schildklierhormonen.

Veepeiler Rund. Bij tekorten is ook selenium in het spel.

Omdat er voor Vlaanderen hiervan nog geen concrete data beschikbaar waren, startte Veepeiler met een project rond de jodiumstatus bij het Belgisch-witblauwras. Ook de resultaten van dit project tonen aan dat het belangrijk is om voldoende te investeren in een goede opvolging en adequate mineralenvoorziening.

tekst dr. Hans Van Loo, Veepeiler Rund, DGZ

Het belang van jodium

Het speelt een belangrijke regulerende rol in de stofwisseling en de productie van eiwitten. Meer dan een derde van de pasgeboren vleesveekalveren heeft een tekort, zo blijkt uit onderzoek van

D

oor veranderingen op het vlak van bemesting, grondbewerkingen en grondgebruik zijn de Europese landbouwgronden vrij arm geworden aan bepaalde sporenelementen. Daardoor zijn ook de gehalten in de voedergewassen vrij laag, wat uiteindelijk kan leiden tot lage gehalten bij onze – vooral hoogproductieve – landbouwhuisdieren. Anderzijds is ook de wetgeving strenger geworden wat betreft de toegelaten hoeveelheid van bepaalde mineralen in supplementen, waardoor het soms moeilijk

12

V E E T E E LT V L E E S

MEI

is om een adequate voorziening te verwezenlijken. Vooral op vleesveebedrijven merken we vandaag de dag vaak tekorten aan mineralen en vitamines. Zo bleek uit een Veepeiler-onderzoek van enige jaren terug dat geen enkel van de 44 onderzochte bedrijven met Belgisch witblauwe runderen de norm voor selenium in het bloed haalde. Wat betreft jodium zijn er humane en ook Waalse veterinaire studies die erop wijzen dat er eveneens jodiumtekorten zijn.

Jodium is een essentiële component van de schildklierhormonen thyroxine (T4) en trijodothyronine (T3). T4 is de fysiologisch inactieve vorm, terwijl T3 het actieve hormoon is. Een kleine fractie van T3 kent zijn productie in de schildklier, maar de grootste hoeveelheid wordt ter hoogte van de weefsels gevormd vanuit T4. De omzetting van T4 naar T3 gebeurt door tussenkomst van drie seleniumafhankelijke enzymen. T4 en vooral het actieve T3 spelen een belangrijke regulerende rol in stofwisseling en de eiwitproductie van de meeste cellen van het organisme. Ze zijn dan ook van levensbelang

2015

Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

VV05_jodiumtekort.indd 12

21-05-15 14:25


voor de lichaamsgroei, de melkproductie, de warmteregulatie, de voortplanting en de immuniteit. Een tekort kan verschillende symptomen veroorzaken (zie tabel 1). Tekorten ontstaan door een gebrek aan beschikbaar jodium via het rantsoen. Dit kan het gevolg zijn van een effectief tekort in het rantsoen, maar kan eveneens veroorzaakt worden door een langdurige opname van goitrogene substanties. Dit zijn (organische of anorganische) stoffen die ofwel jodium vangen, waardoor het niet meer beschikbaar is voor het dier, ofwel de vorming van T4 en T3 tegengaan, waardoor er geen actieve schildklierhormonen meer gevormd kunnen worden. Door langdurige oversupplementatie of langdurig gebruik van joodhoudende stoffen als behandeling van bepaalde ziekten is anderzijds een overdaad (intoxicatie) mogelijk, hoewel dit zeldzaam is. De behoefte aan jodium bij runderen is afhankelijk van de leeftijd, maar ook

van het lactatiestadium en het rastype. Daarnaast is de dagelijkse behoefte eveneens afhankelijk van de aan- of afwezigheid van bepaalde goitrogene stoffen in het rantsoen. Algemeen gesteld (zie tabel 2) is de dagelijkse behoefte aan jodium bij volwassen runderen tussen de 0,5 en 1 mg per kg droge stof. Voor kalveren wordt de norm van 0,25 mg jodium per dag gehanteerd.

Jodiumstatus Belgisch witblauw Om de jodiumstatus bij het Belgisch-witblauwras na te gaan in Vlaanderen, werden in 2013 binnen een Veepeiler-project 353 pasgeboren kalveren van 41 Vlaamse rundveebedrijven onmiddellijk na de keizersnede bemonsterd door de bedrijfsdierenarts (precolostraal). Op de individuele bloedmonsters gebeurde initieel onderzoek naar het T4-gehalte. Omdat er op basis van de T4-gehalten weinig conclusies te trekken waren over de jodiumstatus van deze kalveren, werd in de loop

Tabel 1 – Mogelijke symptomen van jodiumtekort en jodiumintoxicatie

mogelijke gevolgen van jodiumtekort

mogelijke gevolgen van jodiumintoxicatie

daling van de melkproductie gewichtstoename veranderingen in de cyclus (anoestrus) embryonale sterfte abortus, doodgeboorten, zwakke kalveren daling libido en aantasting spermakwaliteit bij stieren opzetten van de schildklier (verdikte hals) longjacht bij pasgeboren kalveren (surfactant-probleem) groeivertraging zwakkalfsyndroom (weak calf syndrome) huidproblemen (oedeem, alopecie)

aanhoudende hoest sterk verhoogde lichaamstemperatuur oog- en neusvloei gedaalde eetlust depressie sterfte huidontsteking, kaalheid (dermatitis, alopecie) hartritmestoornis (tachycardie) gewichtsverlies onrust uitpuilende ogen (exoftalmie) ademhalingsstoornissen symptomen van tekorten

Tabel 2 – Dagelijkse behoefte aan jodium bij het rund (uitgedrukt in mg per kg droge stof)

volwassen dieren

kalveren

melkvee

vleesvee

0,33a (drachtige dieren) 0,45a/0,8-1c (lacterende dieren) 0,6a/1-4,5c (met goitrogenen*) 0,2-0,8d,e 1,2-1,8e (met goitrogenen*) 0,25c

0,5b (alle categorieën) 0,2-0,8d,e 1,2-1,8e (met goitrogenen*)

0,25c

*Goitrogenen: stoffen die schildklierfunctie kunnen verstoren. Bronnen: a NRC, 2001; b NRC, 2000; c Puls, 1994; d INRA, 1998; e Lamand, 1987

Tabel 3 – Resultaten Veepeiler-project ‘Jodiumstatus bij Belgisch witblauwe kalveren’

% adequaat > 40 µg/l* totaal jodium

% adequaat > 400 µg/l* % marginaal 200-400 µg/l* % deficiënt < 200 µg/l* % totaal

17,56 11,90 13,03 42,49

*Referenties voor neonatale kalveren op precolostrale serumstalen

selenium (serum) % marginaal % deficiënt 25-40 µg/l* < 25 µg/l* 14,17 15,86 10,48 40,51

0,57 5,67 10,76 17,00

% totaal 32,30 33,43 34,27 100,00

van het project overgeschakeld naar de analyse van totaal jodium. Totaal jodium is de som van T4, (r)T3 en plasma anorganisch jodium. Daarnaast werden de bloedstalen per bedrijf gepoold en geanalyseerd op selenium. Selenium maakte onderdeel uit van dit onderzoek omdat – zoals hiervoor beschreven – de omzetting van T4 naar het actieve T3 gebeurt via enkele seleniumafhankelijke enzymen. In tabel 3 staan de resultaten van dit onderzoek. Hieruit blijkt dat 34,27 procent van alle pasgeboren kalveren deficiënt is, dus een tekort heeft. 33,43 procent van de onderzochte kalveren vertoont een marginale jodiumstatus, terwijl slechts 32,3 procent effectief adequaat voor jodium geboren wordt. Daarnaast had slechts 42,49 procent van de onderzochte bedrijven een voldoende hoog seleniumgehalte bij de pasgeboren kalveren. Zeventien procent van de bedrijven heeft duidelijk een tekort aan selenium. Naast onderzoek op bloed is de bepaling van het gewicht van de schildklier op autopsie een andere manier om in te schatten hoe het gesteld is met de jodiumstatus van een dier. Kalveren met een tekort aan jodium en/of selenium hebben immers een zwaardere schildklier (goitre). Ook een overmaat kan een dergelijke goitre uitlokken. Daarom is er in het kader van dit project de schildklier gewogen van 20 voldragen doodgeboren witblauwe kalveren. Van die kalveren vertoonde 39 procent een matig tot sterk vergrote schildklier (schildklier zwaarder dan 13 gram). Ook hieruit blijkt nogmaals dat er bij Belgisch witblauwe runderen behoefte is aan meer aandacht voor een adequate voorziening van selenium en jodium.

Goede diagnose essentieel Uit dit onderzoek blijkt dat dus er op verschillende Vlaamse rundveebedrijven effectief tekorten aan jodium (en selenium) zijn bij pasgeboren witblauwe kalveren. Daar dit funest kan zijn voor de gezondheid en de latere productie verdient het aanbeveling om – zeker bij vermoedens van tekorten – na te gaan wat de status van deze sporenelementen is. Bloednamen bij pasgeboren kalveren of bij moederdieren rond de kalving, kunnen een mogelijk jodiumtekort in beeld brengen, maar ook een autopsie. Alvorens over te gaan tot supplementatie is een goede diagnose noodzakelijk, aangezien een overmaat ook toxisch kan zijn. Raadpleeg daarom steeds uw dierenarts bij het vermoeden van een jodium- en/of selenium-disbalans. l

V E E T E E LT V L E E S

VV05_jodiumtekort.indd 13

M E I

2 0 1 5

13

21-05-15 14:25


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Aalt van de Bunt: ‘Er kunnen veel meer kalveren natuurlijk geboren worden dan nu gebeurt’

Veelzijdige dikbil Bij de jonge ondernemer Aalt van de Bunt uit Dronten ‘mislukt’ Aalt van de Bunt Sinds 1998 kruist Aalt van de Bunt uit Dronten zijn melkkoeien in met verbeterd roodbont. Recent werd een van de koeien excellent ingeschreven en behaalde hij keuringssuccessen. Aantal stuks vee: Aantal kalvingen: Melklevering: Grondgebruik:

een dikbil niet snel. Heeft ze wat weinig vlees, dan geeft ze wel veel melk of fokt ze goed. De veehouder heeft daardoor naast Dronten

120 90 400.000 kilo melk 26,5 hectare

D

irect bij binnenkomst excuseert Aalt van de Bunt zich voor een kalvende dikbilvaars waar hij af en toe even bij moet gaan kijken. Sneller dan verwacht is het moment daar dat de beslissing van al dan niet een keizersnede genomen moet worden. Kort en vakkundig voelt Van de Bunt de vaars op en al snel klinkt het ‘we gaan het proberen’. Hoewel de geboorte rond de borst van het kalf even vertraagt, komt er relatief snel een mooi bespierd vaarskalf ter wereld dat onbewust de brug slaat naar een uitgebreide discussie. ‘95 procent van de vleesveehouders had hier een keizersnede gedaan’, vertelt de 31-jarige Van de Bunt. ‘Het komt bij natuurlijke geboor-

veel arbeidsplezier een economisch brede basis onder zijn bedrijf. tekst Florus Pellikaan

tes aan op ervaring en die doe je wel op met 90 kalvingen per jaar. Dierenartsen hebben vaak de kennis van normaal kalvende dikbillen niet en een hobbyist met een paar koeien wil, geheel begrijpelijk, het risico op een dood kalf niet lopen. Er zijn koeien die zo smal in het bekken zijn dat er nog geen kat door kan, dus die moet je uitselecteren. Maar ik weet zeker dat er binnen de huidige populatie veel meer kalveren natuurlijk geboren kunnen worden dan nu gebeurt.’

Meer kennis rond afkalven Van de Bunt is overigens helemaal geen tegenstander van keizersneden en laat zelf in twintig procent van de geboortes het kalf ook nog via een keizersnede ter wereld komen. ‘De hele fokkerij moet wat mij betreft ook niet op natuurlijk af-

kalven ingericht worden. Want niet de consument die voor een goed stuk vlees naar de slager gaat, vraagt om natuurlijke geboorten, maar de groepen die zelf geen vlees eten, roepen heel hard. Het probleem is dat de politiek hier nooit tussen had moeten gaan zitten.’ Nu dat wel is gebeurd, realiseert stamboekbestuurslid Van de Bunt zich goed dat actie noodzakelijk is. Hij ziet er echter meer in om kennis te verzamelen van de conditie van koeien, de voeding tijdens de dracht, het geboortegewicht en het natuurlijk afkalfproces in combinatie met het meten van bekkens dan om de hele fokkerij om te gooien. ‘Als we investeren in kennis, worden er zeker veel meer kalveren natuurlijk geboren. En dan hoeft de luxe ook niet direct overboord en dalen we met de dikbil niet

De veestapel bestaat uit melkkoeien met gemiddeld 75 procent verbeterdroodbontbloed

14

V E E T E E LT V L E E S

VV05_bedrijfsrep NED de Bunt.indd 14

M OK E IT O2 B0 E1 R5 2 0 0 9

21-05-15 13:26


De excellente stalfavoriet Coba 16, goed voor een melkproductie van 5600 kilo melk, met haar Jacobardochter en showwinnares Coba 19

af naar slechts supermarktvlees. Bovendien moeten vleesveehouders en slagers de positieve kenmerken van de vleesveehouderij veel meer uitdragen. We gebruiken van alle dierhouderijen de minste antibiotica, veel dieren worden op stro gehouden in plaats van op roosters en het gros gaat naar buiten.’ Van de Bunt, die via het ouderlijk melkveebedrijf van Hoevelaken en Hooglanderveen in Dronten terechtkwam, maakte kennis met het verbeterdroodbontras toen de mrij-melkkoeien hem in 1998 te melktypisch werden. ‘Ik hou van vlees, van breedte en massa. Bovendien ga ik graag mijn eigen gang. Als anderen met holstein allemaal linksaf gaan, ga ik zeker rechtsaf. Dit heeft gezorgd voor een combinatie van melk en vlees die niet veel bedrijven hebben’, vertelt Van de Bunt. Hij heeft de koeien in maatschap met zijn broer John, die dagelijks actief is in het bouwbedrijf dat ze ook samen op naam hebben.

Fokkerijresultaten spannend Het inkruisen met een dikbilstier leverde mede onder invloed van heterosis goede resultaten op. De kruislingen gaven minstens zoveel melk als de mrijkoeien, waren duurzaam en leverden bijna zonder uitzondering 400 tot 500 kilo aan de haak. Inmiddels bestaat de 65-koppige melkveestapel voor het gros uit koeien met zo’n 75 procent verbeterdroodbontbloed. Sommige zijn dikbil,

andere gewoon luxe koeien. Van de Bunt staat op de grupstal stil bij een mooi resultaat van zijn fokkerij. ‘Deze vaars heeft driekwart verbeterdroodbontbloed, gaf de laatste mpr 32 kilo melk en bracht via een keizersnede een heel best dikbilkalf.’ Het illustreert de fokkerijstrategie van de melkvee- annex vleesveehouder. ‘Door oude verbeterdroodbontstieren te gebruiken op mijn beste melkkoeien en daarvan een eigen stier aan te houden, probeer ik de melkproductie onder de koeien te houden. Het resultaat is vervolgens nooit voorspelbaar en dat maakt het leuk én spannend. Bij ieder kalf is het weer een verrassing waar haar kwaliteiten liggen.’

Excellente dikbilmelkkoe Omdat Van de Bunt zijn afgemolken koeien zelf afmest en veel kanalen heeft voor de afzet van de diverse typen vleeskoeien die de stal rijk is, ‘mislukt’ een koe eigenlijk nooit. Want is ze geen bovengemiddelde melkkoe, dan heeft ze wel veel vlees of fokt ze goed. ‘De melk is met 400.000 kilo het hoofdinkomen, maar de post omzet en aanwas is hier ook wel heel erg hoog. Doordat we meerdere poten onder het bedrijf hebben, is de economische basis breed en hoeven we niet zo veel dieren te hebben als wanneer we alleen vleesvee zouden houden. Ik melk graag, maar in mijn hart hou ik van vlees.’ De fokkerijstrategie van Van de Bunt, die

ook een voorliefde heeft voor mooie aftekeningen, leverde recent een excellente koe binnen het verbeterdroodbontstamboek op die dagelijks ook gewoon dienstdoet als melkkoe. ‘De moeder van deze Coba 16 was geen dikbil en de vader zo’n eigengefokte stier’, vertelt Van de Bunt over de witrugstalfavoriet. Dit jaar staat ze geschat op een productie van 5600 kg melk met 4,20% vet en 4,02% eiwit. Van de Bunt spoelde haar met Jacobar en Patamon. ‘Bij een tiental van de meest luxe koeien kijk ik wat minder naar productie, maar ik melk ze wel. Als ze geen andere goede melkkoe in de weg staan, is ook 3000 liter nog weer mooi meegenomen. Kom ik plek tekort, dan maak ik zo’n koe gewoon eerder droog.’ Coba 19, de Jacobardochter van Coba 16, werd onlangs op de vleesveemanifestatie in Hulshorst kampioene één tot twee jaar en Miss Toekomst. Jaarlijks koopt Van de Bunt ook nog een honderdtal dikbilkoeien aan die hij met en bij zijn vader afmest. Daartussen zat dit jaar wel een heel bijzonder exemplaar. De vleesveehouder in Van de Bunt zorgt voor een trotse glimlach. Silvia 13 (v. Bertus van de Korenaar) werd in Hulshorst dagkampioene en op Paasvee in Schagen was ze de beste rode. ‘Twee dagen later woog ze 576,8 kilo geslacht en door de eierstokken eruit te halen hebben we nog twaalf embryo’s van Storm kunnen winnen. Hopelijk levert dat weer enkele mooie luxe dieren op.’ l

V E E T EV E LE TE V T LE E EL TS V OL K E ET SO BME ERI 22 00 01 95

VV05_bedrijfsrep NED de Bunt.indd 15

15

21-05-15 13:27


M A R K E T I N G

Vleeskwaliteit melkkoe opwaarderen door 60 tot 90 dagen mesten

Afgemolken koe krijgt tweede leven DeltaFeed en Keten Duurzaam Rundvlees zijn een initiatief ge-

een betere classificatie, aldus mester Edwin Heijdra. ‘Het wordt

zo’n koe gevoerd is.’ Zijn vrouw Anita vult hem aan: ‘De praktijk is echter dat een koe naar het slachthuis gaat wanneer ze uitgemolken is.’ Teunis Sterk geeft aan dat de focus bij melkveehouders op melken ligt. ‘Maar we laten in de vleesproductie kansen liggen.’

een duurzaam, eerlijk geproduceerd stuk vlees van topkwaliteit.’

Groei van 1,6 tot 1,7 kilo per dag

start om slachtkoeien tot extra waarde te brengen. Een intensief afmestrantsoen van 60 tot 90 dagen zorgt voor meer kilo’s én

tekst Alice Booij

video-impressie www.veeteeltvlees.nl

H

et waren de zuivelcoöperatie DeltaMilk en de inkoopcombinatie DeltaFeed die met het initiatief kwamen om kritisch naar de afzetkant van uitgeproduceerde melkkoeien te kijken. ‘In het kader van duurzame melkveehouderij’, beaamt de voorzitter van DeltaMilk, Teunis Sterk. ‘Door het afmesten krijgen we een stukje vlees van goede kwaliteit, economisch voordeel en doordat je de melkkoe een waardevol tweede leven geeft, geef je een goed signaal af naar de

16

V E E T E E LT V L E E S

VV05-afmesten melkkoeien.indd 16

MEI

consument door het verlengen van het leven van de koe.’ Bij Heijdra Vleesvee vonden ze een gewillig gehoor. ‘Een goed afgemeste melkkoe levert lekker vlees’, vertelt Edwin Heijdra. ‘Dat kan ik me van vroeger nog goed herinneren en eigenlijk is aan die eigenschap van melkkoeien niets veranderd.’ Wanneer hij door het slachthuis loopt, denkt hij ‘zonde’ bij de aanblik van een magere melkkoe. ‘Het is gewoon jammer dat er niet meer kwaliteitsvlees aan

DeltaFeed en Keten Duurzaam Rundvlees (KDR) hebben daarom het project ‘Dubbeldoelkoeien’ opgezet om afgemolken koeien in 60 tot 90 dagen af te mesten voordat ze naar het slachthuis gaan. ‘We waarderen de koeien binnen de SEUROP-classificatie op van P– tot O0’, weet Edwin inmiddels uit ervaring. De vetbedekking stijgt daarmee ook van 1– naar 3 en meer. Een stijging in kwaliteit dus die geslacht al gauw een euro per kilo geslacht gewicht extra oplevert. Daarnaast ervaart de handelaar/mester ook dat de koeien nog flink kunnen groeien. ‘Gemiddeld halen we een groei van 1,6 tot 1,7 kilo per dag. Een topper

2015

21-05-15 10:17


Dankzij het afmesten van een melkkoe verbetert de seuropclassificatie van P0, 1– naar O0, 3

groeit wel 2 kilo per dag. Na de mestperiode hebben de koeien 100 tot 150 kilo meer gewicht.’ Edwin Heijdra geeft aan dat deze bestemming niet voor elke melkkoe is weggelegd. ‘Het gaat om ongeveer twintig procent van de melkkoeien. Het zijn koeien die goed gezond zijn en geen problemen hebben met celgetal of benen. Bij sommige veehouders voldoen alle afgemolken koeien aan deze criteria, bij andere veehouders komt er niet één koe in aanmerking.’ En speelt het type ook nog een rol? ‘Melkkoeien zijn heel melktypisch, maar als ze maat en conditie hebben, dan krijgen wij er wel vlees op.’ Hij gaat zelf bij melkveehouders langs die een koe voor het project willen leveren. ‘We betalen zo’n honderd euro extra boven op de geldende slachtwaarde, daarvoor moeten de koeien wel drooggezet worden’, aldus Edwin, die aangeeft dat als het project echt gaat lopen, er nog meer meerwaarde aan zit. ‘Dat moet de tijd gaan leren. Het gaat erom dat we in de afzet niet alleen de ossenhaas en entrecote kunnen verkopen, maar het hele dier tot meerwaarde kunnen brengen.’ Die extra prijs komt boven op de geschatte slachtwaarde van de koe. ‘We wegen alle koeien wanneer ze op de mesterij komen, dus we kennen het levend gewicht’, aldus Edwin, die zich realiseert dat het financieel voordeel voor melkveehouders nog gering is. ‘Dit project kan alleen slagen door samenwerking met mensen die geïnteresseerd zijn in een langzaam kwartje in plaats van een snel dubbeltje.’ Momenteel beperkt de pilot zich tot het

midden van Nederland en slacht Heijdra zo’n vijf dieren per week en houdt daarbij het hele slacht-, verwerkings- en verkoopproces in eigen hand. In potentie gaat het wel om enkele tientallen per week, vertelt Anita. ‘Binnen KDR hebben we zo’n 55 mesters met in totaal zo’n 10.000 dierplaatsen, we kunnen opschalen.’ Daarvoor moeten melkveehouders eerst wel enthousiast worden om koeien te leveren. ‘Ze zijn nog wat afwachtend’, vat ze samen. ‘Ze mesten zelf ook wel af tijdens het melken. Maar dat is toch een andere kwaliteit vlees en niet constant. Bovendien zijn hun handelaren ook nog niet enthousiast, terwijl zij juist een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het succes. Het is niet onze bedoeling deze schakel uit te sluiten.’

Dikbilrantsoen Het systeem van afmesten doet denken aan het vetweiden in de zomer. Echter, dat is maar voor een gedeelte van het jaar geschikt, terwijl dit initiatief jaarrond wil werken. ‘Bovendien zie je dat bij vetweiden er meer vet op het vlees komt. De markt vraagt een uniforme kwaliteit, kleur en vetbedekking die iedere week beschikbaar is’, vult Anita aan. ‘Dat kan alleen als de dieren jaarrond op hetzelfde rantsoen worden afgemest.’ Uit ervaring weten ze inmiddels dat een rantsoen voor dikbillen ook werkt voor melkvee. Mais, graskuil, aardappelsnippers, bierbostel en 4 kilo brok, somt Anita op. ‘En dan liggen ze bij ons in stro.’ Het vlees dat uiteindelijk ontstaat, is van een heel mooie kwaliteit, legt ze uit. ‘We hebben het laten proeven aan horecamensen en chef-koks. Ze zeggen: “Dit is zoals rundvlees hoort te zijn, het heeft

Afmesters Anita en Edwin Heijdra

een authentieke smaak.” De vlees-vetverhouding is goed, het vlees heeft een donkerrode kleur en is stevig. Een koe die melk geeft, stopt haar energie in de productie. Het vlees van zo’n koe is slapper en vochtig. Dankzij het afmestrantsoen en de rust steekt de koe de energie in vlees dat jong en dus mals wordt aangezet.’

Eerlijk vlees Daarbij ziet Anita ook meerwaarde in de marketing. ‘Het is een echt Hollands product, inclusief een kwaliteitsborging en onafhankelijke controle.’ Bijna de helft van het vlees in Nederland wordt geïmporteerd, voornamelijk uit ZuidAmerika en Ierland, weet ze. ‘Dat komt dus van ver, maar eigenlijk heb je geen idee hoe het dier daar gehouden of gevoerd wordt.’ Bovendien klinkt het heel goed dat de restkoe van de melkveehouder een soort van tweede leven krijgt, bevestigt Teunis Sterk. ‘Het is eerlijk vlees en als melkveesector zend je een belangrijk signaal uit dat er ook na het leven als melkkoe goed op de koeien wordt gepast.’ l

Slager Gijs Stekelenburg van Stefo: ‘De smaak van 40 jaar geleden’ Laaiend enthousiast waren de klanten van Gijs Stekelenburg van horecagrossier Stefo na het proeven van het dubbeldoelvlees. ‘Het voelt als terug naar de roots, het is de vleessmaak van 40 jaar geleden.’ De horecamensen zijn wel in voor wat nieuws en zagen ook meteen wat in het concept van het afmesten van melkkoeien. ‘Het begint natuurlijk met een goede smaak, maar het gaat ook om een uniek product met een helder verhaal.’ Ze willen graag aan hun gasten vertellen waar het vlees vandaan komt, noemt Stekelenburg als belangrijk punt. ‘Het spreekt aan dat het vlees uit Neder-

land komt, dat het regionaal geproduceerd is, is echt een plus.’ Het meeste vlees dat in de horeca gebruikt wordt, komt uit Zuid-Amerikaanse landen, weet hij. ‘Dat is wel wat goedkoper, maar dat haalt het qua smaak niet. Dit is mooi dieprood gekleurd vlees en heeft drie weken in het vacuüm of in de rijpkast gelegen zodat het extra mals is.’ Stekelenburg heeft zelf bij Heijdra in de stal gekeken. ‘Daar zie je het begin- en eindproduct en zie je ook weer wat goed afmesten doet.’ Hij is ervan overtuigd dat er een markt is voor dit dubbeldoel-

vlees. ‘Lendes, ossenhaas en kogels heb ik op voorhand verkocht en ja, ook voor de snippers is afzet.’

V E E T E E LT V L E E S

VV05-afmesten melkkoeien.indd 17

M E I

2 0 1 5

17

21-05-15 10:17


nde e v nge show nals a a n o Too opese ofessi Eur veepr lees v r voo

2.000 dieren 1.300 exposanten 85.000 bezoekers Internationale bezoekers g Boek uw gratis toegangsbadge g Registreer u voor onze georganiseerde toer naar diverse vleesveebedrijven op www.sommet-elevage.fr

www.sommet-elevage.fr

18

VV05_p18.indd 18

V EVEETEETEELET LVT L EA EP SR IM L E 1I

Tel. +33 (0) 4 73 28 95 13 - info@sommet-elevage.fr

7-8-9

OKTOBER

2015 Clermont-Ferrand

frankrijk

www.facebook.com/sommet.elevage

201 05 9

21-05-15 13:18


U I T

D E

D I E R E N A RT S P R A K T I J K

A N T H O N Y

D E

S C H RY V E R

Aan de hand van voorbeelden uit hun dagelijkse praktijk schrijven drie dierenartsen over diergezondheid in de vleesveehouderij. Om en om beschrijven Anthony de Schryver, Piet De Meuter en René Bemers maandelijks vastgestelde ziektebeelden, uitgevoerde behandelingen en/of mogelijke preventiemaatregelen.

Goed ontsmetten van de navel blijft een must

Artritis na navelontsteking D

e voorbije maanden is er weer een heel pak kalveren geboren, wat gepaard gaat met typische problemen zoals navelonstekingen. Een veehouder vertelde mij zo onlangs dat een tien dagen oud stierkalf niet goed wilde drinken en weinig actief was. Bij klinisch onderzoek werd een temperatuur van 40,2 graden Celsius gemeten. Het kalf had daarbij een verhoogde ademhaling en hartslag. De slijmvliezen oogden bleek en voelden droog aan. Het kalf mestte normaal en had nog een goede zuigreflex. De navel van het kalf was warm, pijnlijk en hard. Mijn diagnose luidde onmiddellijk: navelontsteking. Het kalf kreeg een antibioticum en een ontstekingsremmer om de infectie en de koorts te onderdrukken. De volgende dagen was de toestand van het stiertje verbeterd. Hij dronk goed, was actief, maar een week later kreeg ik toch terug telefoon. Deze keer was ik niet voor een dikke navel gevraagd, maar voor dikke gewrichten en een wonde op het klauwgewricht. Door de zware navelontsteking waren bacteriën via de bloedbaan in de gewrichten terechtgekomen. Na enkele dagen scheurden de beide ontstekingen aan de klauwgewrichten van de voorpoten open en liep vuile etter uit de wonden. Het kalf werd verder behandeld met antibiotica. De wonden werden gereinigd en verzorgd. Op aanraden van een oudere collega werden beide voorpoten ingegipst. Na enkele weken werd het gips verwijderd. De wonden waren goed geheeld. Het kalf houdt er enkel twee stijve voorpoten aan over.

De encyclopedie navelontsteking Navelonsteking bij kalveren wordt meestal veroorzaakt door bacteriën zoals streptokokken, pasteurellakiemen en Escherichia coli. Na een acute infectie van de navel kan zich later een abces ontwikkelen in de buurt van de navel. Bij een navelontsteking bestaat het gevaar dat bacteriën via de bloedvaten opklimmen naar de lever, urineblaas en andere organen. Als dit gebeurt, kunnen meerdere ziektetekenen optreden, zoals sufheid, dikke en pijnlijke gewrichten, een opgetrokken buik en ademhalingsproblemen. Zelfs een acute bloedvergiftiging met plotse dood is niet uitgesloten.

Het is belangrijk om een navelontsteking snel op te sporen en onmiddellijk te behandelen. Het is daarom raadzaam om tijdig uw dierenarts te verwittigen, zodat op tijd en met de juiste behandeling kan worden gestart. Zodoende krijgt de infectie geen kans om zich verder via de bloedbaan in het lichaam van het kalf te verspreiden. Preventieve maatregelen zijn uitermate belangrijk voor de gezondheid van het kalf, voor een goed antibioticabeleid en om economisch verlies tegen te gaan. Een goede hygiëne rondom en tijdens de kalving voorkomt veel problemen. Goed gereinigde kalverboxen en het gebruik van een schone kruiwagen zijn belangrijk. Daarnaast verkleinen een goed biestmanagement en het regelmatig ontsmetten van de navel de kans op infectie. Jodiumtinctuur is het betere middel om de navel te ontsmetten. Het wordt aangeraden om drie tot vier dagen meermaals per dag de navel te desinfecteren.

V E E T E E LT V L E E S

VV05_dap de Schrijver.indd 19

M E I

2 0 1 5

19

21-05-15 14:28


I N T E RV I E W

Bioforum-voorzitter Kurt Sannen hekelt Vlaams lineair beslissingsmodel in het huidige natuur- en milieubeleid

‘Gebrek aan kringloopdenken’ De biologische landbouw is de status van marginaliteit voorbij en is zelfs het stadium van nichemarkt aan het ontgroeien. Een doorontwikkeling tot mainstream landbouw- en voedingssysteem wordt echter in de kiem gesmoord. Dat komt doordat er in het landbouw- en milieubeleid te veel aandacht is voor deelaspecten en te weinig voor het geheel en doordat er te weinig oog is voor het potentieel van de biosector. Kurt Sannen, voorzitter van Bioforum: ‘Men gaat voorbij aan de beweging achter biolandbouw.’ tekst Guy Nantier

D

e biologische landbouw is zijn geitenwollensokkenimago en bijhorende baard al lang ontgroeid. De sector, met vooralsnog een relatief klein landbouwareaal en een lage productie in Europa en al zeker in Vlaanderen, groeit gestaag verder. Vandaag de dag wordt de biolandbouw algemeen aanvaard als een volwaardige landbouwtak, ook door de klassieke boerenbelangenbehartigers. Er zit ook een keerzijde aan de medaille. Net zoals de klassieke landbouw kampt de biologische landbouw nu met blinde besparingsmaatregelen vanuit de overheid, een gebrek aan duidelijke keuzes voor een boerenlandbouw of natuur-

20

V E E T E E LT V L E E S

VV05_interview Kurt Sannen.indd 20

MEI

doelstellingen. Bio-ingenieur Kurt Sannen geeft zijn visie op de huidige gang van zaken in de landbouw. Sannen is naast voltijds biovleesveehouder tevens voorzitter van Bioforum, de Vlaamse koepelorganisatie van de biosector. Vlaanderen zit in een besparingsmodus. Alle beleidsdomeinen moeten tien procent inleveren op de werkingsmiddelen, ook de (bio)landbouw. U schreef daarover een open brief naar de minister van Landbouw, want u gaat niet akkoord? ‘De essentie van mijn schrijven was dat de overheid geen keuzes voor de toekomst durft te maken. De cruciale vraag is: blijft de overheid ook inzetten op biolandbouw als landbouwtak met toe-

komst, ja dan neen? Als het antwoord daarop positief is, zoals in Denemarken, is overheidssteun heel erg nodig voor verdere ontwikkeling.’ ‘Biolandbouw en in een breder perspectief agro-ecologie kan een toekomst bieden voor heel wat boeren in Vlaanderen, in Europa en zelfs wereldwijd. Het biolandbouwrapport 2014 geeft dat goed aan. De vraag naar biologische voeding stijgt. De biobestedingen groeiden in 2014 met 3,8 procent, terwijl de totale voedingsbestedingen vanwege de crisis met 0,8 procent daalden. Kijk, in de privésector werkt men ook niet met lineaire besparingsmaatregelen. Men investeert in activiteiten met toekomst en

2015

21-05-15 13:31


men kort op wat op termijn gaat worden afgebouwd.’ De biologische sector kreeg in 2014 zeven procent meer financiêle middelen dan in 2013. Een besparing van tien procent betekent dus dat slechts drie procent wordt ingeleverd. Daar gaat de sector toch niet van omvallen? ‘Neen, maar een lineaire besparing is geen krachtig signaal. Landbouw is een zwaar beroep, zowel fysiek en financieel als sociaal. Veel medemensen beseffen dat te weinig en de overheid onderschat het zwaar.’ ‘Het punt dat ik met mijn open brief wilde maken, is dat de minister van Landbouw de boeren een dienst zou bewijzen door keuzes te maken ten voordele van landbouwsectoren die een toekomst bieden aan de boer en de maatschappij. Ik

door geen keuze te maken worden onze boeren gewoon overgeleverd aan de markt. En die markt is meedogenloos, vooral voor ons boeren.’ Is biologisch wel de goede keuze? Er valt veel meer duurzaamheidswinst te behalen in de gangbare landbouw, want de biosector is vele malen kleiner. Bovendien moeten er in 2050 negen miljard monden gevoed worden. ‘In het duurzaamheidsdebat gaan heel veel verschillende stemmen op vanuit diverse invalshoeken. Dat is goed voor het debat rond de eigenlijke vraag: hoe pakken we de voedselvoorziening op een duurzame wijze aan?’ ‘Je mag bio niet terugbrengen tot de enkele regeltjes die in het lastenboek zijn opgenomen. Bio is een brede beweging van mensen en organisaties die perma-

‘De biologische aanpak zal een bron van inspiratie zijn’ heb daarmee niet gezegd dat er alleen toekomst is voor bioboeren. Er zijn verschillende landbouwtakken waar door de boer een goed inkomen mee valt te realiseren en die een belangrijke maatschappelijke meerwaarde realiseren. Landbouwtakken dus met toekomst, die echt de moeite waard zijn om in te blijven investeren. De biolandbouw is daar één van.’ ‘Geen keuzes maken, zoals de minister nu doet, is ook een keuze maken. Maar

nent op zoek zijn naar een duurzame voedselvoorziening. En wie zoekt, is meestal bescheiden. De kennis die ontstaat, gebeurt bovendien “on-farm”. Het zou een wereld van verschil maken als die kennisontwikkeling in de biolandbouw ook aan en met steun van de universiteiten zou plaatsvinden. Maar een professor biologische landbouw moet in Vlaanderen nog uitgevonden worden. Het verschil in opbrengst tussen bio en

gangbaar is voor een stuk het gevolg van een verschil in investering in onderzoek. Kijk naar mijn Zeeuwse akkerbouwercollega. De man haalt op basis van eigen onderzoek een biotarweproductie van elf ton per hectare. Dat is toch fantastisch. Zoiets moet meer in beeld komen. Ik ben ervan overtuigd dat bio een heel belangrijke bijdrage gaat leveren in het voedselvraagstuk. Onze aanpak zal een bron van inspiratie zijn.’ Hoor ik nu zeggen dat biolandbouw de honger in de wereld gaat oplossen? ‘Neen. Dat biologische landbouw en bij uitbreiding de gangbare landbouw het probleem van honger gaan oplossen, is een verschrikkelijk domme redenering die nog al te vaak wordt gemaakt. Honger is in de eerste plaats een politiek pro-

bleem en een kwestie van economie, niet alleen een probleem van landbouwtechnologie.’ ‘Nu wordt voedsel in ons vrijemarktsysteem geproduceerd daar waar het het goedkoopst kan en verkocht waar er de koopkracht voor is. Met als gevolg miljoenen ondervoede mensen en eveneens miljoenen obees mensen. Dat is niet de meest efficiënte manier om mensen te voeden. Voedsel moet in de eerste plaats geproduceerd worden daar waar het nodig is. Een agro-ecologische landbouw biedt de mogelijkheid om die lokale productie op een duurzame manier te verhogen en te zorgen dat het voedsel terechtkomt waar het nodig is.’

V E E T E E LT V L E E S

VV05_interview Kurt Sannen.indd 21

M E I

2 0 1 5

21

21-05-15 13:31


I N T E RV I E W

‘De lopende bilaterale onderhandelingen voor een vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten (TTIP, red.) zijn alweer een treffend voorbeeld van hoe het niet moet. Voedsel wordt beschouwd als handelswaar en als pasmunt gebruikt. Dat is fout.’ Biolandbouw en natuurdoelstellingen: het zou een ‘natuurlijk’ tweespan moeten zijn. Maar het huidige natuurbeleid ontneemt boeren kansen in plaats van dat het kansen creëert. Ook uw biobedrijf naast het natuurgebied Dassenaarde heeft code oranje gekregen in het kader van de programmatische aanpak stikstof of PAS. ‘Ja. Die code oranje staat in schril contrast met de omschrijving “een mooie verwevenheid tussen landbouw en natuur”, die de bekende Vlaamse bioloog Dirk Draulants meerdere malen over het bedrijf maakte.’

‘Code oranje en code rood – voor mij en meer dan duizend andere boeren – komen voort uit een lineaire aanpak in tegenstelling tot de holistische aanpak, die eigen is aan de biolandbouw en noodzakelijk om natuurdoelen echt op het terrein te realiseren. Het is dweilen met de kraan open als de stikstofuitstoot uit andere sectoren, zoals industrie en verkeer, maar ook de import van stikstof onvoldoende wordt aangepakt. De kringloopgedachte is totaal niet aanwezig in de aanpak op landbouwniveau. Een grondgebonden veehouderij, zoals verplicht in de biolandbouw, is geen nettoleverancier van stikstof. De rekenmethodiek van de overheid weerspiegelt dus onvoldoende de realiteit.’ ‘Natuur is geen rekensom met boekhoudregels, het is een complex geheel. Natuurbeleid realiseer je niet door te focussen op één element zoals stikstof en

22

V E E T E E LT V L E E S

VV05_interview Kurt Sannen.indd 22

MEI

al evenmin via één generiek beleid. Natuur is maatwerk. Dat realiseer je door een gebiedsgerichte aanpak in overleg met alle actoren in het betrokken gebied. De biosector is in dezen bijvoorbeeld nooit gehoord. De PAS in zijn huidige vorm moet worden bijgestuurd, want het zet landbouw af tegen natuur. De natuurdoelen realiseren is nodig, maar ik geloof niet in een oplossing door een scheidingsmodel van landbouw en natuur. Europa vraagt dat trouwens ook niet. Wij zijn in Vlaanderen een van de weinige regio’s waar ingezet wordt op een scheidingsverhaal. Een landschap van meerdere lagen waarbij de lagen elkaar niet negatief beïnvloeden, is in mijn ogen een veel betere oplossing.’

realiseren. Op het vlak van dierenwelzijn scoren we momenteel al zeer goed.’

Ook bioveehouderij en dierwelzijn zijn niet zo vanzelfsprekend, toch? Marianne Thieme van

De Europese Commissie heeft nieuwe bioregels uitgewerkt: biologisch zou niet meer kunnen op gemengde bedrijven (gangbaar en biologisch), er komt een verbod op onthoorning, nieuwe regels met betrekking tot de frequentie van controles en pesticideresiduen en nog veel meer. De voorstellen worden heel slecht onthaald. Waarom eigenlijk? ‘De oorspronkelijke voorstellen zijn volgens de laatste stand van zaken grotendeels van tafel. De wijzigingsregels uit Brussel waren ingegeven vanuit de behoefte aan productcertificering. Men is uitgegaan van de wensen van de consument in een optimale wereld. Helaas is men uit het oog verloren dat de realiteit niet optimaal is en dat de regelgeving mogelijk moet zijn voor de sector. Enige

de Nederlandse Partij voor de Dieren zegt bijvoorbeeld dat de sector ook dierwelzijnsproblemen kent. ‘Ook onze sector moet blijven werken aan nog meer dierenwelzijn. Wij ijveren, in atletiektaal gezegd, voor goede tienkampers en niet voor sprinters à la Ben Johnson. Maar we blijven zoeken naar oplossingen. Dierenwelzijn staat hoog op ons lijstje. Onze normen voor voeding, huisvesting, gezondheidszorg, buitenruimte enzovoort bewijzen dat. Maar evenzeer is ook het leven van de boer voor ons heilig.’ ‘Neem nu onthoorning. In principe onthoornen we niet, maar er is ontheffing mogelijk. Ik onthoorn bijvoorbeeld mijn dekstieren, want ik wil geen horens in mijn ribbenkast krijgen. Anderen fokken hoornloosheid in hun vee in of passen hun stalmanagement aan door groepen te vormen en uitwijkruimte te

flexibiliteit is nodig, zonder uiteraard de principes uit het oog te verliezen die de biobeweging zelf ook vooropstelt.’ ‘De huidige Europese bioverordening zit vol gezond verstand en laat flexibiliteit toe. Gelukkig is naar ons geluisterd. Dat neemt niet weg dat we het belangrijk vinden om als sector de lat hoog te leggen en te groeien in duurzaamheid.’ ‘Binnen Ifoam, de Europese koepelorganisatie, zijn we volop aan het nadenken over de toekomst van biologisch en hoe we dat breed gaan uitdragen. Het gaat niet alleen om het uitdragen van het basisprincipe van authenticiteit en kwaliteit, zoals dat in het biolastenboek vervat zit, maar ook om het uitdragen van onze holistische visie op het landbouw- en voedingssysteem, de voortrekkersrol die bio daarbij vervult, en het principe van rechtvaardigheid. Want bio staat ook voor een fair inkomen voor de boer.’ l

2015

21-05-15 13:31


Geeft u richting aan CRV?

CRV is een innovatieve coöperatieve veeverbeteringsorganisatie die rundveehouders internationaal een breed portfolio aan genetica, managementproducten en dienstverlening biedt. Onze producten en diensten worden wereldwijd afgezet in meer dan 50 landen. De coöperatieve aandeelhouders zijn CR Delta u.a. in Nederland en VRV v.z.v. in Vlaanderen. Als lid van het hoofdbestuur van CR Delta werkt u in een bloeiende sector die volop in beweging is. U vertegenwoordigt de leden en geeft mede richting aan de koers van CRV. Een boeiende en inspirerende uitdaging.

CRV IS VOOR DE ZITTINGSTERMIJN 2015-2019 OP ZOEK NAAR EEN

LID HOOFDBESTUUR CR DELTA/ RAAD VAN COMMISSARISSEN CRV FUNCTIE-INHOUD – Het hoofdbestuur stelt de directie aan en draagt hen op om leiding te geven aan de bedrijfsmatige activiteiten van CRV – Leden van het hoofdbestuur zijn tevens lid van de raad van commissarissen van CRV – De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de directie en de algemene gang van zaken

– beschikt over bestuurlijke ervaring – is actief betrokken bij de rundveehouderij – beschikt over een helder financieel inzicht – is lid van CR Delta en gehuisvest in een van de afdelingen van kring 4 Hasselt Flevoland Raalte

Oost Veluwe

PROFIEL De kandidaat: – heeft het coöperatief ondernemen hoog in het vaandel

BETTER COWS | BETTER LIFE

Vallei

Rivierengebied Oost

kring 4

HEEFT U BELANGSTELLING? Stuur dan uiterlijk 11 juni 2015 uw sollicitatiebrief en curriculum vitae (bij voorkeur per e-mail) naar: CRV BV t.a.v. mevr. J. Buijs (hoofd Verenigingszaken), Postbus 454, 6800 AL Arnhem. E-mail: jose.buijs@crv4all.com. Voor meer informatie: kijk voor de uitgebreide vacaturebeschrijving op www.crv4all.nl/vacatures of neem contact op met José Buijs, telefoonnr.: 026-38 98 813. Vanzelfsprekend is een vertrouwelijke behandeling van uw gegevens gewaarborgd.

CRV4ALL.COM Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.

098-15 Adv Hoofdbestuur CRV.indd 1

21-05-15 14:27


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Eddy De Roo vindt de stierkeuze de taak van de vleesveehouder, niet van de inseminator

Veel gewicht in de weegbalans

Maria Vuylsteke en Eddy De Roo Eddy De Roo en Maria Vuylsteke uit Meulebeke willen zo veel mogelijk stieren of moederdieren met hun eigen ogen Meulebeke zien. Op deze manier kunnen ze voor elke koe de meest gepaste stier gebruiken. Veestapel: Akkerbouw:

De afgelopen vijf jaar schitterden Eddy De Roo en Maria Vuylsteke tweemaal tijdens de weging van de Vette Os in Antwerpen. De zwaarste koeien in 2012 en in 2015 waren immers gefokt op hun bedrijf. Bij de stierkeuze kiezen ze voor grote en zware stieren.

315 Belgisch witblauwen, 115 kalvingen 6 ha mais, 35 ha gras

tekst Hanne Vandenberghe

A

ls je het erf van Eddy De Roo (61) en Maria Vuylsteke (60) oprijdt, vallen de twee grote en zware koeien in de kleine weide centraal op het hof onmiddellijk op. De twee dieren tonen waar het om draait op hun bedrijf in Meulebeke: economie. Toen Eddy en Maria 37 jaar geleden het bedrijf overnamen van de ouders van Maria, maakten de melkkoeien plaats voor Belgisch witblauwe runderen. In 1987 zijn ze ook gestart met embryotransplantatie en de inschrijving in het stamboek van alle dieren. Eddy De Roo: ‘Twee jaar later, in 1989, deden we voor de eerste keer mee aan een prijskamp. Op de keuring in Diksmuide behaalden we onmiddellijk een eerste prijs. En als je de eerste keer wint, ben je verkocht.’ ‘De beste dieren op het bedrijf komen uit deze kampioene van Diksmuide, een Brutusdochter, geeft echtgenote Maria Vuylsteke aan. ‘Ze was een zwaar en lang dier. Omdat we absoluut met dit dier wilden verder fokken, hebben we haar vaak gespoeld voor embryo’s, wat echter het beendergestel niet ten goede kwam. Maar tot op vandaag hebben we nog enkele embryo’s in het stikstofvat zitten.’

zwaarste koe die dit jaar de bascule opliep. Met haar 1324 kilo en 151 centimeter was Van de Vogelzang 1 (v. Gitan) zelfs de zwaarste koe ooit op de Antwerpse prijskamp voor mestvee. ‘Als er een dier meedoet dat op ons bedrijf geboren is, gaan we steeds kijken. Het verschil met de tweede was dit jaar slechts 32 kilo. Op voorhand kon je dus zeker nog niet uitmaken wie er zou winnen’, vertelt De Roo. ‘Onze bedrijfsinspecteur zei al dat we waarschijnlijk een van de grootste ingeschreven koeien hebben.’ Van de Vogelzang 1 werd vorig jaar in-

gepunt met 89,5 punten voor totaal exterieur. Dit jaar kreeg het dier een score van 88,8 punten met op onderdelen 100 punten voor hoogtemaat, 89,2 voor bespiering, 85,6 voor type, 87 voor beenwerk en 80,0 punten voor algemeen voorkomen. ‘Toen ze van de wei werd gehaald om afgemest te worden door de gebroeders Theunis uit Glabbeek woog ze al meer dan 1000 kilo, enkel en alleen met gras gevoerd.’ Op het bedrijf wordt zo veel mogelijk gebruikgemaakt van ki. ‘Maar de stierkeuze is de taak van de vleesveehouder,

Het gebruik van grote en zware stieren is zichtbaar in de veestapel

Zwaarste koe ooit Twee maanden eerder had de 160e editie van de weging van de Vette Os plaats op de Grote Markt in Antwerpen. Net zoals in 2012 was de zwaarste koe gefokt op het bedrijf van De Roo. Drie jaar geleden al liet Seef 2220 (v. Kooper Borvan) een gewicht optekenen van 1207 kilo. Zij was de volle zus van de moeder van de

24

VV EE EE TT EE EE LLTT VV LL EE EE SS M O EK IT O 2 0B 1E 5R

VV05_bedrijfsrep VLA Dervu bvba.indd 24

2009

21-05-15 13:26


Een goede ligging van de stal maakt een windzeil overbodig

niet van de inseminator’, vertelt De Roo. ‘Daarom proberen we zo veel mogelijk zelf stieren of moederdieren te bekijken. Zo zijn we al naar Engeland geweest om de moeder van Blackstar en Dynamite te zien.’

Groot en zwaar Om inteelt te vermijden doen de veehouders een beroep op het stieradviesprogramma. Stieren die veel worden ingezet, zijn Kubitus, Goveur, Sauveur, Igor, Empire, Dynamite, Immense en Obligeant. ‘Dit zijn grote en zware stieren. Vroeger gebruikten we vaak sperma van Gitan en de enorm zware Black. Helaas was Gitan drager van het dwerggroeigen.’ De stikstofketel op het bedrijf zit goed vol met stierensperma en een honderdtal embryo’s. Tussen het stierensperma

zitten nog twee doses van Kooper Borvan (v. Dandy). ‘Kooper is een stier die door weinigen geapprecieerd werd,’ geeft Eddy aan. ’Zeker, hij was niet goed gepoot en had geen perfect exterieur, maar fokte wel enorm goede nakomelingen met gewicht. Waarschijnlijk gebruiken we de twee dosissen nog bij een embryospoeling.’ Twee jaar geleden lag de afkalfleeftijd van de vaarzen op 27 maanden. Om het uitlopen van de tussenkalftijd binnen de perken te houden, is een drietal dekstieren fokactief. ‘Omdat we zo veel mogelijk ki proberen te doen, is het moeilijk om de tussenkalftijd onder de 365 dagen te houden. En wellicht hebben we ook nog te veel geduld met oudere koeien die niet snel drachtig geraken. Economisch gezien zou een koe moeten kalven op

een leeftijd van twee, drie en vier jaar om daarna afgemest het bedrijf te verlaten.’

Gemakkelijke openfrontstal ‘Zeven jaar terug bouwden we een openfrontstal’, vertelt De Roo verder. ‘Het is de beste stal op het bedrijf. We hebben er zelden problemen. Het strooien neemt dagelijks slechts tien minuten in beslag en wekelijks duurt het maximaal een halfuur om de volledige stal uit te mesten. We kozen er ook voor om aan het voerhek een mestput onder de stal te steken, een investering van 25.000 euro. Maar hierdoor is de box altijd relatief droog en liggen de koeien proper. Naast de arbeidsbesparing merken we ook dat de dieren nooit ziek worden. Als de stal goed georiënteerd staat – hier gericht naar het zuiden – is een windzeil helemaal niet nodig.’ In juni willen Eddy en Maria opnieuw meedoen aan een keuring. ‘We konden niet meer meedoen aan de keuringen omdat we nog geen ibr-I3-statuut hadden, maar normaal zou dit zeer binnenkort in orde moeten zijn. Ik neem mijn zwaarste dieren mee. Ook al eindig ik op de laatste plaats.’ Het zijn deze stieren die gezien en gekocht worden, stelt de fokker. De Roo: ‘Het is toch niet normaal dat de eerste vier geplaatste stieren in een rubriek van een keuring niet verkocht raken. Uiteindelijk draait alles om geld en het zijn de kilo’s die geld opbrengen.’ De Roo besluit: ‘Bij een lagere karkasclassificatie is het eindbedrag toch ongeveer gelijk. Daarnaast ervaar je minder problemen op vlak van vruchtbaarheid en opfok dan bij extreme dikbildieren. We merken ook dat slagers vaak iets zwaardere dieren verkiezen en niet de dikste omwille van het drogere vlees.’ l

V E E T E EVLETEVTLEEEELST VOLKE TE O S BM E R E I 2 20 00 19 5

VV05_bedrijfsrep VLA Dervu bvba.indd 25

25

21-05-15 13:27


F O K S T I E R R A P P O RT

De nieuwe limousinstier Day legt een fokbasis voor de middellange termijn

Op termijn gedacht Day, de hoogst geïndexeerde limousinstier van de nieuwe lichting fokstieren voor de productie van vervangingsvee, is wellicht niet dé grote topper die limousinfokkers verwachten. Maar de stier brengt nieuw bloed vergezeld van een heel mooie melkproductie in de veehouderij. tekst Guy Nantier

D

e testprogramma’s in verschillende vleesveerassen in Frankrijk zitten in een overgangsfase. Gaandeweg wordt de overstap gemaakt van het verzamelen van prestatiegegevens van nakomelingen op opfokstations (STE) naar een datacollectie bij nazaten in het veld (IBOVAL). In het limousinras bijvoorbeeld komen zo de eerste fokstieren voor fokkerijdoeleinden (IQM) beschikbaar die niet meer getest zijn voor vleesproductiegeschiktheid op het station te Pepieux. Die vleesproductiecijfers zullen binnen twee à drie jaar beschikbaar komen op basis van de gegevens uit de Franse slachtinrichtingen.

Handzaam, mixte vleestype De nieuwe fokstier Day verkeert in deze situatie. Day scoort volgens het klassieke schema met dochters op het opfokstation te Moussours een fokkerij-index IQM van 114 punten. Hij is met voorsprong de hoogst geïndexeerde stier van een lichting die een gemiddelde IQM liet optekenen van 101,8 punten. Day werd geboren op het fokbedrijf van Christian en Vincent Besse te Saint Martin Sepert (departement Corrèze). Op het bedrijf wordt er al vijf generaties lang limousinvee gehouden. ‘Pas in 1970 zijn we met de stamboekregistratie gestart,’ vat Vincent Besse de historiek samen. ‘Het bedrijf telt vandaag de dag 150 moederdieren en zo’n

70 stuks opfokvee. In onze fokkerij ligt het accent op handzame dieren van het mixte vleestype, die over beste benen beschikken, gemakkelijk afkalven en een goede uier bezitten.’ De mannelijke dieren op het bedrijf die niet in aanmerking komen voor de verkoop als dekstier, worden afgezet als broutard voor afmesting in Italië. De vrouwelijke nakomelingen worden aangehouden als vervangingsvee. Uitstootvaarzen en reformekoeien worden ten huize afgemest. De landbouwmaatschap omvat verder 200 hectare landbouwgrond. Op 25 hectare wordt graan geteeld en 10 hectare is bestemd voor snijmais. Het saldo van de bedrijfsoppervlakte wordt ingenomen door permanent standweiden en tijdelijk grasland dat is ingezaaid met Engels raaigras, witte en rode klaver. Het winterrantsoen van de dieren bestaat uit hooi, graskuil en mais. Het zomerdieet is weidegras.

Hoornloze veestapel Op het fokbedrijf wordt ki slechts mondjesmaat toegepast. Zo’n 15 procent van de veestapel, in hoofdzaak vaarzen en soms eerstekalfskoeien, wordt kunstmatig bevrucht. Recent ingezette stieren zijn onder meer de hoornloze ki-stieren Tigris PP en Hinz PP van het private ki-station KBS Genetic. Besse: ‘Ongeveer een derde van het vervangingsvee is nu heterozygoot hoornloos. Op de kwaliteit van deze

Afstamming van Day (RRE QM) ALF

Serein (RRvs) Madeleine (RRE)

Day (RRE QM) Targette (RR)

26

Ouf Panama (RRE)

dieren valt weinig af te dingen. Zij benaderen dicht de standaarden van het ras.’ De nieuwe fokstier Day voert aan de ki vreemd bloed in vier generaties. De stier is het resultaat uit een paring van de stier Alf met de preferente stamboekkoe Targette. ‘Alf was een dekstier die we zelf hadden gefokt uit onze stamboekelitekoe Madeleine,’ verhaalt de fokker. ’Vader was Serein, een Bambinozoon die we eerder hadden aangekocht als dekstier bij vader en zoon Camus uit Arnac La Poste. Bambino was op zijn beurt een natuurlijk dekkende stier, gefokt door Thierry Lagautrière uit Villard. Serein kreeg vanwege de goede prestaties van zijn nakomelingen op speenleeftijd, de stamboekkwalificatie RRvs.’ Moeder Targette is, evenals vader Alf, een dochter uit de elitekoe Panama van het fokbedrijf. ‘Targette is niet meer fokactief’, vertelt Vincent. ‘De koe heeft achtmaal gekalfd, de helft vaarzen, de helft stieren. Alle dochters zijn nog op het bedrijf aanwezig. Targette was een van onze best geïndexeerde koeien van het bedrijf.’ De koe bezit een Iboval speenindex ISEVR van 102 punten en een koe-index IVMAT van 109 punten. Targette kalfde een eerste maal af op de leeftijd van 34 maanden. Haar tussenkalftijden bedroegen gemiddeld 370 dagen. ‘Een probleemloze koe van het mixte vleestype met heel veel melkaanleg voor haar kalveren.’

Superieure melkvererving Day was het vierde kalf van Targette en verhuisde naar het nationale opfokstation te Lanaud. Een volle broer van Alf was eerder al naar het regionale opfokstation ABL te Saint-Jal verkast waar hij de kwalificatie RCV (Reproducteur Conseillé Viande of geschikt voor de vleesproductie) kreeg. Day scoorde na de eigenprestatietoets te Lanaud gemiddeld. Hij kreeg een index skeletontwikkeling-bespiering IMOCR van 97 punten en een index voor vleesproductiegeschiktheid IABV van 101 punten. Dat was toch voldoende om te worden ingezet in het fokprogramma van France Limousin Testage. ‘Mixte stieren zoals Day, die vlees in de pedigree verankerd hebben en dit weten te combineren met een superieure melkvererving in verschillende generaties, zijn zeldzaam

V E EVTE EE ETLETEVL LT EVELSE EOS K M TO E IB E2R0 12 50 0 9

VV05_StierrapportDay.indd 26

21-05-15 09:00


in de populatie,’ zo geeft Jean-Marc Cazillac van France Limousin Testage aan. Day kwam te Lanaud als beste fokstier van zijn lichting uit. De vrouwelijke nakomelingen van Day bezitten volgens het exterieurrapport een hoogtemaat die ligt in het rasgemiddelde. Het bekken is vrij vlak en eerder aan de korte kant. Ook de breedte ter hoogte van de heupbeenderen is ondergemiddeld. Cazillac: ‘Er is natuurlijk altijd beter, maar zelf vind ik het bekken gewoon gemiddeld.’ De bilronding en de breedte in de achterhand zijn echter bovengemiddeld. Bovengemiddeld is ook de rugdikte. De voorhand is diep en breed. De kop van de nakomelingen mist wat breedte in de muil. ‘De muil is eerder aan de smalle kant,’ zegt Jean-Marc Cazillac. ‘Maar dat is een esthetisch probleem, eerder dan een probleem voor de ruwvoeropname. De nakomelingen presteren immers na spenen heel goed op weidegras en zetten veel gewicht aan.‘

Goede fokbasis voor later De dochters zijn niet zeer vroeg geslachtsrijp, maar volgens de foktechnicus vormt een eerste kalving op 26 maanden geen enkel probleem. ‘De dochters zijn heel vruchtbaar. Ze produceren bovendien heel veel melk, waarop hun kalveren zeer goed ontwikkelen. Als er al een aandachtspunt moet benoemd worden, is dat het achterbeenwerk,’ aldus de foktechnicus. ‘Het achterbeenwerk neigt een beetje naar sabelbenigheid.’ De stier is vanwege zijn index voor geboortegemak van 97 punten niet geschikt voor vaarzen. Maar afgezien daarvan is Day heel breed inzetbaar in de populatie vanwege zijn afstamming. ‘Laat ik het aldus stellen,’ zegt Cazillac. ‘Wie voor de korte termijn kiest, gebruikt pinkenstier Cameos. Cameos levert mixte vleesdieren af die melkrijk zijn. Het probleem nadien zijn de paringen van de Cameosdochters. Je loopt vast met de afstamming. Met het gebruik van Day werk je op de middellange termijn. Day levert hetzelfde type dieren af, weliswaar iets minder bevleesd en net iets minder ontwikkeld. Daydochters zullen geen ton wegen. Maar anderzijds is het paren van de vrouwelijke nakomelingen nadien een fluitje van een cent vanwege de ongewone afstamming. Met Day legt een veehouder een goede basis om later mee verder te fokken.’ l Een dochter van Day uit de proefstierperiode

D A Y (ALF Geboortegemak (FNtest) Fokkerij totaalindex QMS morfologie/groei (IMOCRqms) – groei (CR qms) – bespiering (DMqms) – skeletontwikkeling (DSqms) – beenwerk (AF qms) – rastype (QR qms) vruchtbaarheid (IFERqms) afkalfgemak (IVELqms) melkproductie (Plaitqms)

X

OUF)

97 STE 114 99 95 107 97 100 99 109 103 122

80

Exterieur STE – beenwerk (voor) = – beenwerk (dikte bot) – – beenwerk (achter) – – bekkenbreedte (heupbeenderen) – – bekkenbreedte (draaiers) = – bekkenbreedte (zitbeenderen) = – bekkenhelling = – bekkenlengte – – bilronding ++ – billengte = – bilbreedte + – borstbreedte +

90

100

110

120

– borstdiepte – conditie – haarkleur – harmonie – kop – ontwikkeling – overgang voorhand-middenhand – ruglijn – ruglengte – rugdikte – rugbreedte – schouderbreedte

Fokkerij geboortegemak IFNAIS totaalindex opfok ISEVR – groei (CRsev) – bespiering (DMsev) – ontwikkeling (DSsev) totaalindex zoogkwaliteiten IVMAT

IBOVAL onderzoek loopt onderzoek loopt onderzoek loopt onderzoek loopt onderzoek loopt onderzoek loopt

Vleesproductie totaalindex IABjbf – groei (ICRjbf) – bespiering (Confjbf)

IBOVAL onderzoek loopt onderzoek loopt onderzoek loopt

130

+ + = = – = + = = ++ = =

Legenda indextype FNtest: fokwaarde op basis van geboortegegevens uit de proefperiode STE: fokwaarden op basis van prestaties van nakomelingen op selectiestations IBOVAL: fokwaarden op basis van prestaties van nakomelingen in het veld bron: ITEB/INRA, april 2015

V E EVTE EE ETLETEVL LT EVELSE EOS K M T O E IB E2R0 12 50 0 9

VV05_StierrapportDay.indd 27

27

21-05-15 09:00


V O E R

V O O R

V L E E S B O E R

DGZ vindt vooral long- en darmontsteking bij autopsie Longontsteking en darmontsteking vormden de belangrijkste aandoeningen van de dieren die Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) in 2014 kreeg aangeboden voor autopsie. In totaal onderzocht DGZ meer dan duizend dieren. Een derde van de aangeboden dieren was jonger dan een maand. Bij deze categorie was darmontsteking in ruim 40 procent van de gevallen de doodsoorzaak, met cryptosporidium, coli en salmonella als belangrijkste ziekteverwekkers. De tweede meest voorkomende diagnose was bloedvergiftiging (13,4%), gevolgd door longontsteking (11,9%). Bij het jongvee ouder dan zes maanden had longontsteking duidelijk de overhand (36,6%). Bij de dieren ouder dan twee jaar was bloedvergiftiging de voornaamste doodsoorzaak (13,1%), een enkele keer veroorzaakt door E. coli (in combinatie met mastitis), maar in de meeste gevallen door de ziekteverwekker T. pyogenes. Bij deze runderen waren er vaak abcessen aanwezig of een ontsteking van de hartkleppen.

Over alle leeftijdscategorieën gezien was darmontsteking met 20,6 procent de belangrijkste aandoening, op de voet gevolgd door longontsteking (19,4%). Cryptosporidium belangrijkste ziekteverwekker bij jonge kalveren

MilkShuttle P nu met pasteurisatiefunctie De MilkShuttle van het bedrijf Urban voor aanmaak van kalvermelk kan nu

optioneel uitgerust worden met een geintegreerde pasteuriseerder. Tijdens het pasteuriseren van de koemelk worden kiemen en bacteriën in de melk door een kortstondige hittebehandeling bij 63 graden Celsius betrouwbaar gedood, terwijl alle belangrijke voedingsstoffen bewaard blijven. Een sterke verwarming, efficiënte koeling en een langzaam draaiend roerwerk geven een gelijkmatig verwarmde melk zonder schuim en een complete pasteurisatie vanaf hoe-

veelheden van 10 liter. Nieuw zijn ook de melkemmerrekken van Urban, die aan de trekhaak van de MilkShuttle P kunnen worden gehangen, wat de arbeid extra verlicht. De melkrekken zijn er in drie uitvoeringen: 8, 16 of 24 melkemmers. De Milkshuttle, beschikbaar met of zonder aandrijving en in verschillende modelgroottes, is niet alleen geschikt voor koemelk. Ook kunstmelk kan er in de juiste concentratie en op de juiste temperatuur mee aangemaakt worden.

Rundvleesaankopen gedaald naar 5 kg per capita Binnen de aankoopkorf van vlees, vis en gevogelte neemt het aandeel van rundvlees verder af in België en gaat van 5,3 naar 5 kg per hoofd van de bevolking. De gemiddelde prijs van rundvlees in 2014 bleef met 12,06 euro per kg gelijk. Dat zijn enkele bevindingen van het marktonderzoeksbureau GfK Panel Services Benelux, dat continu de voedingsaankopen voor thuisverbruik volgt bij 5000 Belgische gezinnen in opdracht van VLAM. Het pure verse varkensvlees daalde eveneens in aankoop en ging van 6,1 naar 5,9 kg per capita. De aankopen van kalfsvlees bleven stabiel op 0,78 kg. De categorie schapen- en lamsvlees daalde van 0,62 naar 0,59 kg per capita en het aandeel paardenvlees, het kleinste segment, zette de neerwaartse trend van voorbije jaren voort en kwam uit op 140 gram.

28

VV05_vvb.indd 28

V E E T E E LT V L E E S

MEI

Binnen vers vlees blijven de vleesmengelingen in volume de grootste categorie. Met 7,3 kg per capita maken ze 36,4 procent van het aangekochte volume vers vlees uit. Wat de aankoopkanalen voor vers vlees betreft blijven de grootwarenhuizen nummer 1 met ruim 40 procent marktaandeel. De slager verliest terrein

en zakt onder de 24 procent volumeaandeel. De hard discount wint aandeel. In 2014 kocht de Belg gemiddeld 20,8 kg vlees (inclusief diepvries), 10,2 kg gevogelte en wild en 6,1 kg (–2%) vis, weeken schaaldieren. Vegetarische vleesvervangers waren goed voor 0,24 kg (+14%) per hoofd van de bevolking.

2015

21-05-15 15:27


E C O N O M I E

Toeslagprijzen

Veeprijzen

B RON: WAGE NI NGE N UR L I VE S TO CK RE S EA R C H ( N L . )

ST IER EN Tabel 1 – Energie- en eiwittoeslagprijzen rundveevoeders (in eurocenten, excl. btw)

5,5

tendens

11,8 103,3 12,9 92,5

=

5,0 euro/kg koud geslacht excl. btw

5 mei 2015 kvem kg dve-toeslag kvevi kg dve-toeslag

B R ON : V E E MA R K T B R U G G E ( B .)

S 2014

4,5

S 4,64

4,0

E 3,99

E 2014

U 3,32

R 2014

R 3,04

U2014

3,5 3,0 2,5 2,0

minimum-/maximumprijs 1

5

K O EIEN 5,0

10

15

20

Tabel 2 – Prijsmonitoring van rundvee naar rundvlees in Nederland

februari 2015 maart 2015 tendens

index API af boerderij

index PPI verwerking

index CPI consument

123,80 137,90

106,00 108,50

107,40 107,90

euro/kg koud geslacht excl. btw

B RON: LEI- W UR ( NL . )

35

40

45

50

B R ON : V E E MA R K T B R U G G E ( B .) minimum-/maximumprijs

4,5

Prijsmonitoring

25 30 week

S 2014

S 4,48

4,0

E 3,94

E 2014

U 3,32

U 2014

3,5 3,0 2,5 2,0

R 2,42

1

5

10

15

20

25 30 week

R 2014 35

40

45

50

Voor de meest actuele veeprijzen: ga naar www.veeteeltvlees.nl

Vleesprijsindex B R ON : F OD -E C ON OMIE ( B .) 120

vereenvoudigde ratio referentieratio (18 m.) ondergrens bovengrens

110 100

2005 = 100

90

80 70 60 50 40 ‘06 ‘07 ‘07 ‘08 ‘08 ‘09 ‘09 ‘10 ‘10 ‘11 ‘11 ‘12 ‘12 ‘13 ‘13 ‘14 l‘14 ‘15 jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan ju mrt maand/jaar

V E E T E E LT V L E E S

VV05_vvb.indd 29

M E I

2 0 1 5

29

21-05-15 15:27


C O L O F O N

AGENDA Keuringen en prijskampen

Ellen (Kempisch roodbont) met zoogkalf bij Kurt Sannen te Diest Fotograaf: Kristina Waterschoot

COLOFON VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV en verschijnt maandelijks.

redactie

hoofdredacteur Guy Nantier redactie Jorieke van Cappellen, Annelies Debergh, Inge van Drie, Florus Pellikaan, Jaap van der Knaa en Ivonne Stienezen fotografie Harrie van Leeuwen, Kristina Waterschoot bureauredactie Mirjam Braam (chef), Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster, Rogier van der Weiden vormgeving André Fris, René Horsman, Esther Onida aan dit nummer werkten verder mee Alice Booij, Hanne Vandenberghe hoofd uitgeverij Rochus Kingmans

redactie-adres

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem, telefoon 026 38 98 800 Vlaanderen: Van Thorenburghlaan 14, 9860 Oosterzele, telefoon 09 363 92 11 fax 09 363 92 06 E-mail veeteelt@crv4all.com

abonnementsprijs/jaar

Nederland en België € 47,60, overige landen € 92,40. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt € 10 korting. Prijzen excl. 6% btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: VRV-klantendienst (078 15 44 44) Nederland: CRV-klantendienst (088 00 24 440) E-mail klantenservice.nl@crv4all.com

27 juni: 28 juni: 5 juli: 8 juli: 11 juli 18 juli: 22 juli: 24 juli: 25 juli: 30 juli: 1 augustus: 1 augustus: 7 augustus: 16 augustus: 6 september: 7 september: 12 september : 13 september: 11-13 september: 18-20 september: 2 oktober: 7-9 oktober: 17 oktober:

Nationale keuring witblauw te Brno (Tsjechië) CRV-fokveedag witblauw Oost-Vlaanderen te St.-Lievens-Houtem CRV-fokveedag witblauw Limburg te Alden Biesen Nationale keuring ‘British Blue’ te Birmingham (Groot-Brittannië) Regionale keuring witblauw Zuidwest te Sluis CRV-fokveedag witblauw West-Vlaanderen te Wulpen Veeprijskamp witblauw Oosterkempen te Geel ten Aard Nationale keuring blonde en limousin te Libramont Nationale keuring witblauw en charolais te Libramont Vleesveekeuring Enter Grote Prijs Keukens Redant Vleesveekeuring Oogstfeest Stroe Veeprijskamp witblauw te Zevendonk Prijskamp witblauw te Beveren Witblauwregiokeuring Centraal te Geffen CRV-fokveedag witblauw te Leuven Nationale herefordkeuring te Dalfsen PBBBB-keuring witblauw Limburg te Mesch Nationale keuring charolais Le Mans (Frankrijk) Nationale keuring blonde d’Aquitaine te Saint Gaudens (Frankrijk) Nationale keuring witblauw te Tulsa, Oklahoma (Verenigde Staten) Nationale keuring limousin te Clermont-Ferrand (Frankrijk) NVM te Zwolle

Ve i l i n g e n 27 mei: 18 juni:

RSC-veiling witblauw te Ciney Veiling Interlim te Boisseuil (Frankrijk)

Beurzen, studievergaderingen, demodagen 24-27 juli: 7-9 oktober:

Landbouwbeurs te Libramont Sommet de l’Elevage te Clermont-Ferrand (Frankrijk)

VOORUITBLIK

K r a c h t vo er vo o r jo n g vee

advertentie-afdeling

Jannet Fokkert, Willem Gemmink, Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)26 38 98 820 fax (+31)(0)26 38 98 824 E-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s

De foto’s zijn van de eigen fotodienst van Veeteelt. Uitzonderingen zijn foto’s van Blonde Aquitaine Züchter Lëtzebuerg (4), BLCS (4), OS Limousin (5), Fredie van Dijk (5) en Midatest (26, 27). Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV B.V. c.q. de betreffende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV. Druk: Senefelder Misset Doetinchem ISSN 1570-3312

30

V E E T E E LT V L E E S

VV05_agenda vooruitblik.indd 30

MEI

Juni (25 juni) – In het juninummer houdt het krachtvoeraanbod bij jongvee de aandacht van de redactie. Welk type krachtvoer is optimaal van spenen tot eerste kalving? Zijn er grote verschillen in krachtvoerbehoefte tussen de Franse rassen en Belgisch witblauw? Zijn er verschillen naargelang de opfokmethode: zoogkalveren versus kalveren in gescheiden melkopfok? Deze en andere vragen worden beantwoord in volgend nummer. Verder komen in het juninummer twee diergezondheidsonderwerpen aan bod: para-tbc en het aan de nageboorte blijven staan. Recent onderzoek heeft geleid tot enkele nieuwe inzichten. In het geval van para-tbc worden zelfs enkele bestaande mythes doorbroken.

2015

21-05-15 15:31


A N D E R S

B E K E K E N

V E E T E E LT V L E E S

VV05_anders bekeken.indd 31

M E I

2 0 1 5

31

21-05-15 10:30


Hoe haal ik meer rendement?

Een goed presterende veestapel is de basis. Het is uw bron van inkomsten, uw levenswerk. Maar hoe streeft u een efficiĂŤnte groei na? En hoe houdt u de gezondheid van uw dieren op peil en de kosten in de hand? CRV helpt met advies, dienstverlening en slimme oplossingen. Zodat u snel en gericht kunt sturen op optimaal presterende dieren. De veestapel maakt het verschil, ook als u meer rendement wilt behalen. Meer weten? Bezoek www.crv4all.nl, bel 088 00 24 440 of volg ons op twitter @crv4all

016-15 Ad Vlees-branding-NL.indd 1

15-01-15 14:38


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.